5EV
1
hhih
m
DE BEDREIGING UIT HET
ONBEKENDE.
ALS HET IN LONDEN MIST
- .-
jbtagfrr. I
--
Pt HP
Hk
1MB
mm:m<
ISHhS
\jffMm
w*1:
"^ïfe
i
s
NIEUWE BESTRIJDINGS-
METHODEN.
v.:-i/i- 'r
e J
-
HOE DE WERELDSTAD ER DOOR
GEHANDICAPT WORDT.
Een natuurverschijnsel, waartegen
niemand opgewassen is.
WmfwmmÊ
-*111I
I .M.I1 1 -
F-—M
T—-
I r';":.v
gags* <58333» %P&&W»S&& «888» «ww« -SiSS»»
5*
o:.v
De ongewone periode van langdurige en zware
mist, die we tot tweemaal toe beleefden in de
laatste weken, heeft weer eens speciaal de
aandacht gevestigd op de gevaren van dit
natuurverschijnsel. En het zijn misschien de
harde feiten alleen maar, die ons overtuigen
kunnen van het gevaar, dat er schuilt m een
dichte mistbank, zooals die den laatsten tijd
eenige malen boven een deel van het land heeft
gehangen.
„Mist", dat is de groote broer van den „nevel";
Nevel ontstaat, wanneer de waterdamp, die in
de lucht aanwezig is, gaat condenseeren. Hierbij
vormen zich minieme druppeltjes, van 0,02 m.M.
diameter, die de slechte eigenschap hebben, dat
zij het vergezicht beperken tot op eenige
honderden meters. En zoodra dit beperkt wordt
tot minder dan 800 meter, spreekt men van
„mist".
In meteorologische termen: mist treedt op,
als de temperatuur het dauwpunt bereikt en
de in de lucht aanwezige waterdamp conden
seert.
Maar in meer menschelijke termen luidt de
definitie heel anders. Mist is het vleermuis-
grauwe spook, dat z'n killen adem over ons
uitblaast, dat z'n ongrijpbare, natte vlerken
hangt over onze huizen en door onze straten,
in felle witte kringen rond het licht der
avondlampen, in grauwe, zwarte massa's in de
donkere hoeken en over de kale winterhoornen.
Mist is loerend gevaar uit het onbekende en
daarom zoo geducht. Het mistspook grijnst aan
dsn onbewaakten overweg, in Brabant zoo goed
a^fc, achter Borculo, waar in één week tijd drie
personen het leven moesten laten. Daar maken
dood en mist combine en grijpen den argeioozen
wandelaar en den onvoorzichtigen wagen
bestuurder, die vergat te luisteren, toen hij het
naderend gevaar niet zien kon.
De mist loert op de luchtwegen en over onze
vliegvelden, waar een Pelikaan een half uur
kruisen moest, eer de piloten de wielen aan
den grond konden zetten. Op den luchtweg naar
Engeland waarde de mist, toen de machtige
machine van de Imperial Airways bij Ruysse-
lede tegen den mast van een zendstation vloog.
Over onze polders waart de mist, waar een
sportvliegtuig, op weg naar de Pelikaanlanding
op Schiphol, verdwaalde in den nevel en tegen
een polderdijk te pletter vloog.
Rond de blokposten en seinmasten van den
spoorweg hangt de mist haar grauwe vlerken.
En daarachter loert de dood, altijd bereid voor
een combine tijdens den ren door het leven.
En meer dan twee honderd vielen er, langs
den Oosterspoorweg voor Lagny, twee dagen
voor het Kerstfeest van 1933. Daar was een
sein, dat in de mist onzichtbaar was, en meteen
was er de catastrofe, de rouw en het menschen-
leed.
Over de zeeën en rond de mondingen van
onze waterwegen hangen de grauwe sluiers, die
het uitzicht tot tien meter en minder soms
beperken. Wat baatte dan nog de voorzichtig
heid, de misthoorn en het uitgezette anker van
het Düitsche s.s. „Ceres", dat op den fatalen
mistmorgen van verleden week door het uit
gaande Engelsche s.s. „Chagres" werd geramd.
Wat baatte alle menschelijke voorzorg, toen de
„Ary Scheffer" een week te voren in aanvaring
kwam met de Engelsche „Tadoma"
Over onze wegen, waar het snelverkeer raast,
is de mist al honderden malen de oorzaak van
veel rampen geweest. Gevaarlijker dan waar
elders ook spannen zien hier haar verraderlijke
strikken. Plotseling opdoemende tegenliggers,
onvoorziene bochten, onbeschermde waterkanten
en onbekende steilten loeren achter den grau
wen nevel, waar geen menschenoog en geen
lichtstraal vermogen door te dringen. En heeft
de mist de eigenschap, te bestaan uit onder
koelde waterdruppels, dan treedt een nieuw
gevaar in werking, de ijzelvorming. Dan worden
onze wegen de spiegelgladde banen .waarover
de wagens en de menschen stuurloos glijden,
dan zet het ijs zich vast op de vleugels van het
vliegtuig, dat daardoor zijn draagvermogen en
zijn snelheid verliest. Dan hangt er ijzel aan de
antenne van onze radio-stations, aan de stroom
draden onzer electrische treinen en trams, dan
'Ala de beruchte „fog" den Londenschen
dag in nacht verandert
ligt alle verkeer ontwricht en is de mensch eer.
hulploos wezen, dat zich buiten zijn woning
niet bewegen kan. Dan blijft een lang verwachte
Postjager in Marseille, zéér terecht, ver
klaarde ons toevallig de bekende IJslandvlieger
luitenant Giessen, omdat het gevaar van
ijsvorming niet denkbeeldig wasdan meldt
de luidspreker in een kwartier stilte zwijgend
de storing op de antenne, dan werkt het mist
spook weer door met een nieuwe combine.
Nieuwe bestrijdings-methoden.
Tot nu toe kon de mensch tegenover de mist
nog niet veel meer doen dan de uiterste voor
zichtigheid in acht nemen ofbij de pakken
neer gaan zitten. De piloot kon, vliegend in de
mist, kompaskoers volgen, kruispeilingen vragen
en verder op zijn radio vertrouwen. Bij het
landen, wanneer de wolken lager dan honderd
meter hangen, zat er niet veel anders op, dan
doorvliegen naar een ander vliegveld, dat nog
beter zicht meldde ofin het uiterste geval,
maar landen op het radio-baken. Meestal bleven
de machines maar aan den bodem.
Intusschen hoorden we van den heer Ver
aart, die al zoo menigmaal is opgestegen, om
de elementen in de lucht geweld te gaan aan
doen, dat hij voornemens is, een nieuwe mist-
bestrijdingsmethode te gaan toepassen.
Heel in het kort aangegeven komt het plan
van den heer Veraart neer om de mist te be
strijden met water. Op het eerste gezicht dus
„simple comme bonjour" maar er zit toch nog
wel het een en ander aan vast.
Bij proefnemingen op 26 Maart en 11 Juni
1930 genomen boven de Zuiderzee en op 7
Augustus 1930 boven Scheveningen met wijlen
den piloot Wiersma en de piloten Hondong,
Soer en Vrijns is geconstateerd, dat wolken
in flarden sloegen door het uitwerpen van één
a twee zakken van 25 Kilo onderkoeld ijs.
Na deze proefnemingen stond het bij den
heer Veraart reeds vast, dat wanneer men van
hooge punten uit gaat spuiten met water op
laaghangende wolken, (mist hangt vaak niet
hooger dan 50 a 100 M.) dit een gunstig effect
moest hebben op het neerslaan van deze
wolken. Daar het voorshands onmogelijk bleek
water van hooge punten, als bijvoorbeeld kerk
torens, uit op de mist te spulten kwam de
heer Veraart op het denkbeeld, waterstralen
van den grond af in laag hangenden nevel te
spulten, om zoodoende de nevel van een flink
gedeelte van den bodem te verdwijnen. In
dien de wolken hooger dan 100 Meter zouden
reiken, zou tevens gebruik van vliegtuigen
kunnen worden gemaakt om door het uit
strooien van onderkoeld ijs of papier de nevel
neer- en uiteen te slaan.
De inwerking van het water op de mist stelt
de heer Veraart zich zoo voer, dat op de
plaats zelf waar gespoten wordt de nevel
wordt verdreven. Doet men dit, terwijl de zon
aan den hemel staat, dan zal de zon onder de
mist in de omgeving kunnen dringen en deze
door verwarming oplossen. Daarbij komt, dat
een gedeelte van de lucht met groote water
druppels wordt gevuld en dientengevolge
zwaarder wordt dan de lucht in de omgeving.
Het gevolg hiervan is, drukverschil dat wind
be teekent en deze wind zal er mede toe bij
dragen de nevelsluiers uiteen te jagen en
plaatselijk te verdrijven.
Van groot belang.
Gaat deze theorie op de heer Veraart is
daar stellig van overtuigd dan springt het
groote belang van een dergelijke wijze van
mistbestrijding onmiddellijk in het oog.
Ten slotte zal het nevelvrij maken van een
uitgestrektheid van bijvoorbeeld een vierkan-
ten Kilometer reeds het succes hebben, dat
vliegtuigen kunnen landen schepen den mond
van een rivier kunnen vinden.
Een herhaling van een vliegongeluk van
tl?'
v.- -V?
V- - -
y-y\
Londen in de benauwende donkerte van
den mistnacht.
recenten datum in België en het vergaan van
de „Ceres" even buiten den mond van den
Nieuwe Waterweg zou, indien men er werke
lijk in slaagt belangrijke punten als landings
terreinen en riviermonden mistvrij te maken,
onmogelijk gemaakt kunnen worden.
Stemmen uit de practijk.
Nu weten we wel, hoe verlokkelijk mooi alle
theorie kan klinken. Even goed weten we, dat
één geslaagd experiment' meer waard is dan
honderd becijferingen op papier. En tot wie
zouden we ons beter wenden, dan tot de
mistmannen van den dag, de Pelikaanpiloten
Smirnoff en Soer, van wie laatstgenoemde o. a.
ook een zeer belangrijke proef voor het neer
slaan van wolken als piloot heeft meegemaakt.
Bij Smirnoff
Smirnoff moesten we gaan zoeken op de
betonbaan van Schiphol, tusschen de belang
stellenden voor de aankomst van den Postjager.
Daar liep de held van de Pelikaan, zoo een
beetje onopgemerkt, in burger. Maar op zijn
das stak de gouden Pelikaanspeld, in het
knoopsgat hing het lintje van de onderscheiding.
De huldiging van den vorigen avond was geer.
beletsel gebleken, om toch weer. met de bekende
sportiviteit aanwezig te zijn bij de aankomst
van de minder fortuinlijke Postjager-collega's.
Smirnoff is een jongen van weinig woorden.
Maar wat hij zegt is dan ook van des te meer
belang. Een halve zin over „de nacht van den
Pelikaan" geeft ineens een heelen kijk op die
laatste 33 minuten, zwaarder dan het heele
laatste traject, al had het er ook danig gespan
nen, „ergens achter Rome". Met een zorgelijken,
bijna verbeten trek vertelt hij iets van hun
zwerven door den nevel, boven de Amsterdam-
sche vlieghaven, waar duizenden hun komst
stonden te wachten. Van hun zoeken naar een
gat in dien grauwen nevel, naar een licht, dat
koers kon geven, alleen maar luisterend naar
den toon van het radio-baken, dat hen veilig
op den grond zou zetten. En als we iets vertellen
van de mistbestrijdingsplannen van den heer
Veraart, is hij ineens vol belangstelling.
Ja, als hij maar honderd meter van den
grond mistvrij kan maken, zijn we, waar we
zijn moeten en is tenslotte een landing altijd
mogelijk.
Juist als hij wil gaan vertellen van de groote
verbetering, die één geslaagde proef zou betee-
kenen voor de luchtvaart, wordt beslag op hem
gelegd, want de Postjager nadert en hij wil een
der eersten zijn, die Geysendorffer en Asjes
begroeten zullen.
Bij „Piet Soer".
Ook Soer, de tweede van het beroemde duo,
had op Schiphol bij de aankomst van den Post
jager willen tegenwoordig zijn, maar een be
zoek van den burgemeester van Havelte, de
geboorteplaats van Soer, hield hem thuis. Dus
trokken we naar Amstelveen, naar de woning
van den zoo ineens beroemd
geworden K. L. M.-vliger.
Wie weet er daar zijn wo
ning niet? De schooljongens
beschrijven ze met een
pracht van nauwkeurigheid.
De slagersjongen vertelt het
zóó duidelijk, dat je het
„blind" kunt vinden. Als de
autobussen uit Amsterdam
passeeren, kijken alle hoof
den in een richting, als bij
een parade.
Mevrouw Soer ontvangt je
met de charme en de joviali-
teit, zoo typeerend voor de
menschen uit de luchtvaart.
Bij haar zit mevrouw WiersmaVlie
gersvrouwen, contrasten. Pelikaan- en
Ooievaar-, Bangkok en Schiphol. De eene,
temidden van den roem van haar prach-
tigen man, de andere bij een herinnering, die
nog naschrijnt, iederen keer, wanneer een ma
chine wegronkt boven den Amsterdamschen
weg. En toch bleef die wonen, aan den rand
van den polder, waar iederen dag de tiental
len vliegtuigen landen en starten, bij de andere
piloten vrouwen
Soer, een ronde, hartelijke boy, met een luide
stem en een animeerenden lach. Hij is zoo zon
der eenige pretentie, als hij vertelt van zijn
tocht, van zijn zware landing en nog maar
steeds verbaast het hem, dat men er hier zoo
veel werk van heeft gemaakt. Hü is nog vol
van die moeilijke 33 minuten, van de groote
vraag, die hem en Smirnoff bezig hield, de lan
ding te wagen of door te vliegen naar Soester-
berg of de Kooy, die nog goed zicht meldden.
Zoo gauw we op de mistplannen van den
heer Veraart komen, is ook hij honderd pro
cent aandacht. Meer nog dan de anderen uit
het pilotencorpj van de K. L. M. is Soer be
kend met de werkwijze van den heer Veraart,
daar hij als bestuurder van de P.H.A. G. A.,
den driemotorigen Adelaar, met luit. Visch,
chef van den Meteor, dienst van Soesterberg
den 7en Augustus 1930 de vlucht meemaakte
boven Scheveningen en toen heeft kunnen con-
stateeren, dat vóór de proefneming de wolken
basis op 700 meter hing, terwijl hij, circa een
kwartier later, onder de wolken dalende, een
basis van 300 meter kon constateeren. Nadruk
kelijk staat dit vermeld in het rapport van
luitenant Visch.
Soer weet dat allemaal nog heel goed. „Ja, ik
weet nog wel, toen Vrijns en ik op Waalhaven
HOUDT DEN GOEDEN KOERS
PLAATST REGELMATIG
UW KABOUTERTJEJ
(Van onzen correspondent.)
Het zou wel een wonder geweest zijn, wan
neer Londen, de stad van de beruchte „fog",
haar aandeel niet zou hebben gehad in dat
grauwe natuurverschijnsel, dat in de eerste da
gen van Januari ook een groot gedeelte van
het West-Europeesche continent heeft bezocht.
Kent men op het continent slechts mist met hét
eenige verschil: „dicht" of „licht", Londen
heeft nog andere varianten. Het was ditmaal
een witte mist, die niet gelijk de zwarte en
gele misten den dag in nacht verandert. De
zwarte en gele misten zijn meestal lokaal, en
teisteren vaak slechts een deel van Londen,
terwijl andere wijken met zonlicht overgoten
worden. Zij zijn somber en naargeestig, maar
minder storend en in sommige opzichten ook
minder gevaarlijk dan de witte- of zee-misten,
welke een groot deel van het land tegelijker
tijd teisteren.
Ofschoon vooral November met fogs vereen
zelvigd wordt, is het twijfelachtig of December
er minder rijk mede gezegend is, en uit me
teorologische tabellen, waarvan enkele meer dan
anderhalve eeuw oud zijn, is mij gebleken dat
Januari meestal door eenige bijzonder zware
misten gekenmerkt is geworden. Het schijnt
evenwel dat de zwarte en gele, de z.g. pea-soup
fogs, vooral in November voorkomen.
De mist op Nieuwjaarsdag is een der hevig
ste geweest, die sinds jaren in Engeland waar
genomen zijn. Zij kostte dien dag zeven per
sonen het leven, doch niet in verband met ver
keersongevallen. Het is waar dat eenige van
die ongevallen plaats hadden, doch geen daar
van was van bijzonder emstigen aard. De
meesten van de personen, die het leven erbij
inschoten, waren te water geraakt en verdron
ken.
Engeland is veel minder rijk aan water, en
vooral aan kunstmatig aangelegd water, dan
ons land, en dit geldt in het bijzonder voor
Londen en andere steden. Was Londen, even
als Amsterdam door grachten, en evenals Rot
terdam door havens doorsneden, dan zou een
mist gelijk die van Nieuwjaarsdag dozijnen
slachtoffers geëischt hebben. De Theemskaden
evenwel zijn alle door borstweringen van de
rivier gescheiden, en gevaar leveren dus voor
namelijk 'de „onbeschermde" rivier de Lee
in het Noorden der stad, benevens de z.g.
reservoirs en vijvers op. Eerstgenoemde zijn
alle decentraal, laatstgenoemde voornamelijk
in de parken gelegen.
Het aantal verkeersslachtoffers bij groote
misten is meestal betrekkelijk gering. In dit
verband hangt evenwel veel af van de vraag
op welken tijd van een etmaal en onder welke
omstandigheden een mist komt opzetten.
Treedt zij in 't midden van den dag op, dan zijn er
veel meer redenen zich ongerust te maken, dan
wanneer zij laat in den avond aanvangt. In het
eerst genoemde geval immers wordt het land
er door verrast. Duizenden en duizenden voer
tuigen, 's morgens vroeg uitgereden, bevinden
zich dan op de groote wegen en worden door
den nevel overvallen. Het spoorwegverkeer is
in vollen gang.
Het verrassende en dus gevaarlijke element
ontbreekt echter evenmin bij misten, die zich
's nachts vormen. Zij immers, die uit de mist-
vrije districten komen, rijden ze tegemoet en
worden erin verstrikt.
De verkeersgevaren, aan fogs verbonden, zijn
aanmerkelijk toegenomen sinds in de laatste
twintig jaren het aantal particuliere bestuur
ders van voertuigen, dat vroeger uiterst klein
was, dat der beroepschauffeurs is gaan over
treffen. Maar die gevaren worden aan den
anderen kant toch ten zeerste beperkt door de
aangeboren voorzichtigheid van den Engelsch-
man een voorzichtigheid die niets met bang
heid, doch alles met verantwoordelijkheids
besef en zelftucht gemeen heeft
Mist lokt trouwens niet uit tot bravour-
stukjes. Niets stemt den mensch makker en
omzichtiger dan het onzichtbare gevaar.
Een fog, gelijk die van de afgeloopen week
en van acht dagen geleden maakt zich dan ook
ve.eleer gehaat door de ongemakken en desor
ganisatie, die zij veroorzaakt, dan door het
aantal zeer ernstige ongelukken dat zij tenge
volge heeft, ofschoon laatstgenoemde volstrekt
niet uitgeschakeld mogen worden.
Zij grijpt diep in het leven der steden in
Zelfs wanneer zij op het platteland en in de
voorsteden „wit" is en het daglicht slechts in
geringe mate tempert, neemt zij in centraal
Londen, waar zij zich met rook en andere
dampen vermengt, een somberder kleur en
voorkomen aan. Het licht is daar in de meeren-
deels nauwe straten zelfs onder gunstiger om
standigheden zelden overvloedig.
Het allereerste gevolg van een dichte mist
is, dat het verkeer gereduceerd wordt tot een
minimum. Duizenden bewoners der voorsteden
en buitenwijken, die dagelijks in hun eigen auto
naar hun werk rijden, laten hun wagen in de
garage, en maken van trein ot tube gebruik.
Laatstgenoemde is bij mist het eenige snelle
en betrouwbare vervoermiddel.
Het tempo van het gedecimeerde verkeer in
de stad is uiterst traag. Het kunstlicht dringt
nog juist voldoende door een dichten nevel
heen om ernstige ongelukken te voorkomen,
.maar het is volmaakt ontoereikend om een
andere dan zeer gebrekkige afwikkeling van
het verkeer te verzekeren Op de voornaamste
pleinen en kruispunten worden de voertuigen
files voorafgegaan door mannen met toortsen,
die als het ware als loodsen dienst doen, een
methode die reeds toegepast werd in den tijd
van het paardenverkeer.
In de minder centrale wijken hangt de veilig
heid uitsluitend af van de persoonlijke voor
zichtigheid der bestuurders. Bij het zeer lang
zame tempo, waarin gereden wordt, zijn bot
singen bijna uitgesloten, daar het zelfs in het
ergste geval onmiddellijk remmen mogelijk
maakt.
Verreweg de grootste gevaren leveren de bui
tenwegen op, waar het, vooral na zonsonder
gang, vaak zeer moeilijk is zich te oriënteeren.
Opgemerkt zij, dat ook bij mist Engelsche
bestuurders niet meer met hun claxon werken
dan hoog noodig is. De claxon immers verliest
zijn nut, en sticht zelfs verwarring, wanneer
hij door een aantal uit verschillende richtingen
komende automobilisten tegelijkertijd gebruikt
wordt.
Organisatorisch staan de verkeersautoriteiten
tegenover een zware mist vrijwel machteloos.
Zij hebben op de eerste plaats te denken aan
de organisatie der veiligheid, niet aan die van
het verkeer, en eerstgenoemde kan, vooral voor
zoover het verkeer niet loopt over rails, vaak
slechts afdoend verzekerd worden door een al-
geheele capitulatie aan den mist, d. w. z. door
stopzetting van het grootste deel van het boven-
grondsche openba^ verkeer.
Tusschen vijf en zes uur in den avond, als de
kantoren en werkplaatsen gesloten worden,
kan men op een fatalen mistdag rekenen op een
desorganisatie, die voor honderdduizenden de
grootste ongemakken met zich brengt. Minstens
anderhalf millioen Londenaren wonen vijf. zes
en zelfs tien mijlen van de plaats waar zij
overdag werken. Zulke afstanden kunnen zij,
bij gebrek aan verkeersmiddelen niet „beloo-
pen", Bij honderden en honderden staan zij.
soms uren lang, te wachten aan bushalten; de
treinen der tubes beschikken niet over het
tiende deel van de capaciteit, die noodig zou
zijn om op zulk een dag alle gegadigden te ver
voeren.
Engeland heeft het geluk, voor extréme na
tuurverschijnselen gespaard te blijven, maar
het heeft zijn fogs, stil, geniepig en meedoo-
genloos. Men kan worstelen met storm en on
weer, maar tegenover den nevel staat men vol"
komen machteloos. En slechts door omzichtig
heid kan men voorkomen, dat men ze" ^et
slachtoffer ervan wordt of anderen tot het
slachtoffer ervan maakt.
Mistgevaren en miststemming.Links: de onbewaakte
overweg, in de nevels dubbel gevaarlijk. In 't midden:
vijf meter onder den wal schuift slechts het silhouet
van een passeerende motorboot voorbij, daarachter het
grauwe onbekende. Rechts doorkijk naar het Binnen
hof in de mist.
aankwamen, waren we allebei enthousiast. Lui
tenant Visch en van Gieszen waren al even
zeer opgetogen".
Intusschen vertellen we Soer van een waar
neming van den heer Veraart, tijdens de lan-
denspoging van den Pelikaan. De mistbank bo
ven Schiphol op den avond van 30 December
bestond uit onderkoelde waterdruppeltjes (wa
ter beneden het nulpunt, maar nog niet ver
stard), waarbij tevens gevaar voor ijsafzetting
op den vleugel aanwezig was. Ook dat weet
Soer nog heel goed, want Smirnoff en hij heb
ben beiden het eerste ijs op den vleugel ge
constateerd.
We vragen Soer, of hij heeft kunnen con
stateeren, een waarneming, ons door velen
op Schiphol bevestigd, dat tijdens het cir
kelen van de machine boven het vliegveld, het
zicht aanmerkelijk beter werd.
„Zeer zeker, en van het verbeterde zicht
profiteerden wij dan ook om door den mist
naar het vliegveld te duiken".
Dan vertellen we Soer de verklaring, die de
heer. Veraart ons van dit verschijnsel gaf. Wol
ken bestaan vaak voor een groot gedeelte uit
waterdruppels van 1 gr. Celsius tot 20 gr.
Celsius. Alfred Wegener, die voor eenige jaren
op Groenland is omgekomen, trof daar zelfs
waterdruppels van 33 gr. Celsius aan. Bij
een geringe beweging of werveling in de wolk
en vooral bij aanraking met vaste voorwerpen.
verstarren deze druppeltjes. Lucht, die voor
bijna honderd procent verzadigd is met water
en nog geen neerslag geeft, wordt in bedui
dende mate oververzadigd tot 120 pet. zoodra
deze druppels tot ijs verstarren, waarna over
vloedige neerslag kan vallen, ingevolge ver
schil van dampdruk, ijs en water. De heer Ver
aart verwacht bij zijn mistbestrijding bedui
dende condensatie, zoodra er op kunstmatige
wijze wervelingen in de wolken gemaakt wor
den, zooals hij dat denkt te doen met water
stralen. Deze wervelingen planten zich op groo-
ten afstand voort
„Ja, en dan krijgen we wind en dan zijn we,
waar we komen willen", vult Soer aan. Het
is hem allemaal heel duidelijk en zijn peinzen
de kop vertelt, dat hij al landingsmogelijkheden
zit te berekenen. „Een gat in de mistlaag, wat
wind er door, en dan krijgen we wel een trech
ter om er door naa: de betonbaan te duiken". Is
het wonder, dat een vlieger van het Soer-ka-
libar met spannende belangstelling luistert en
vol verwachting de eerste proeven tegemoet
ziet? De groote handicap.van de luchtvaart, de
mistbank op het vliegveld, zou dan uit de his
torie verdwenen zijn en landingen als die van
de Pelikaan op 30 December 1933 zouden tot
het verleden behooren. Heel wat machines, die
nu aan den grond blijven, omdat het landings
terrein zwaren mist meldt, zouden gerust kun
nen vertrekken, en veilig landen, even veilig
als zij koersen op kompas en radio-peiling
door de dichtste nevels.
A*' ,j
Boven: een electrische trein wacht voor een onveilig signaal, tijdens de zwart,
mist van Dinsdag j.l. Beneden: de mist onder de overkapping
van het Maasstation te Rotterdam,