DE KONING BIJ EEN VAL IN DE
BERGEN VERONGELUKT.
HET DRAMA IN DE ROTSEN.
I
EEN MAN VAN PLICHT EN
GEWETEN.
I "iiilllï® v11
i m
BANGE UREN VOOR 'S KONINGS
VRIENDEN.
DE PAUS AAN
KONINGIN ELISABETH.
MAANDAG 19 FEBRUARI 1934
VOL ZORG VOOR ZIJN VOLK
WERD HIJ DOOR ZIJN VOLK
GEEERD EN BEMIND.
DE PLECHTIGE BEGRAFENIS.
A.s. Woensdag of Donderdag.
HOE DE KONINGIN VERWITTIGD
WERD.
A.S. EEDS-AFLEGGING VAN
LEOPOLD HI.
mSÊSmmm
BEZOEK AAN DE PLAATS DES
ONHEILS.
OP DE PLAATS VAN HET ONGELUK-
OPENBARE ROUW.
KONING ALBERT I VAN BELGIË f
Zaterdagmiddag is koning Albert
van België in de Ardennen, bij
Marche-les-Dames, waar hij van
een rots omlaag gestort is, om 't
leven gekomen. Het zwaar ver
minkte lijk werd eerst Zondag
nacht na uren zoeken gevonden
en naar het koninklijk paleis te
Laeken overgebracht.
Plotseling is België in diepen rouw ge
dompeld.
Een tragisch ongeluk, tijdens een ont
spanningstochtje, heeft den populairen vorst,
koning Albert weggerukt, midden in een
Werkzaam leven, dat steeds aan volk en
huisgezin gewijd was.
In de prachtige Ardennen, waar de ko
ning zoo gaarne in de geliefde bergsport
na de inspannende uren rust zocht, heeft
hij zijn droevig einde gevonden. En dan
staan de gedachten stil bij de doodsbaar van
deze edele figuur. Bij dit stoffelijk over
schot, zoo zwaar verminkt, zwijgt het we-
reldrumoer voor de zuiver menschelijke
gedachten van innige deernis met het ko
ninklijke slachtoffer en met de zoo zwaar
getroffen koninklijke familie van België.
Koning Albert was een populaire vorst,
populair in eigen land, maar evenzeer bij
de andere volken, zelfs bij zijn vroegere
tegenstanders. Ook de Duitschers hebben
koning Albert geëerd, als een held, die in
de zwaarste uren van België's geschiedenis
steeds op de meest bedreigde plaatsen heeft
gestaan, en meermalen door zijn persoonlijk
ingrijpen den moed zijner soldaten tegen de
ontmoedigingen van een tragen wereldoor-
log_ heeft gestaald.
Populair was koning Albert reeds voor
den oorlog, nog meer werd hij het tijdens
den .titanischen strijd, en na den oorlog is
die eerhjk verdiende populariteit nooit ge
taand.
En toch was deze koning geen dictator;
integendeel heeft hij er steeds zijn hoogsten
roem in gesteld een zuiver constitutioneel
vorst te zijn, de drager van het gezag boven
de partijen, maar teven de bemiddelaar in
den soms feilen en verbitterden politieken
strijd.
Constitutioneel, maar ook vorst. Zoo heeft
hij zijn grootsche taak steeds opgevat. Het
tweetalige land met de steeds scherper op
den voorgrond tredende Vlaamsche bewe
ging stelde zijn koning voor moeilijke, vaak
zwaarwichtige problemen. Maar deze stond
nooit onvoorbereid voor de vraag,stukken,
welke zich met steeds grooter kracht op
drongen, en voortdurend om nieuwe oplos
singen vroegen. De koning bestudeerde de
kwesties, en zijn heldere geest wist de juiste
formuleeringen te vinden, welke op het
gegeven oogenblik noodig waren om de Bel
gische eenheid te behoeden en tevens de
Vlamingen een stap vooruit te brengen naar
de bevrediging van hun verlangens en
eischen.
Hoe populair de koning na een bijna vijf
en twintigjarige regeeringsperiode den
17den December van dit jaar zou hij zijn
zilveren vorstenjubilé gevierd hebben is
gebleven, kan men het best concludeeren
uit het merkwaardige feit, dat de Belgische
socialisten hun republicanisme nooit open
lijk dorsten demonstreeren. In de jaren, dat
bijna overal de revolutie tot voor de ko
ningstronen doordrong, is zij in België nooit
het koninklijk paleis genaderd. Maatschap
pelijke en politieke waarden zijn ook in
België genoeg vernietigd, maar het Belgi
sche koningschap is nooit aangetast. Het
was door de figuur van koning Albert verre
boven de politieke en sociale woelingen
verheven.
Koning Albert voelde zich een met zijn
volk, en hij werd ih dit gevoelen gesteund
door zijn gemalin, koningin Elisabeth. Ge
lijk hun persoonlijk en familieleven een
toonbeeld voor het geheele volk was, zoo
stond ook de koning als staatman te mid
den van zijn volk. Hij kon zich de voor
vorsten zeldzame weelde van een grooten
eenvoud en van een hartelijken omgang met
zijn onderdanen veroorloven, omdat hij hen
in alles ten voorbeeld kon zijn, maar even
zeer wijl hij, zelfs ontdaan van alle uiterlijk
vertoon zijn koninklijke grootheid, in zijn
karakter wortelend, kon handhaven. Van
zelf handhaafde, als hij zich gaf zooals hij
was.
Het geheele Belgische volk heeft steeds
medegeleefd met de blijde en de droeve ge
beurtenissen van het koninklijk hof, gelijk
ook de koning steeds bij zijn volk was, als
het in vreugde jubelde of in leed verstom
de. En dat geschiedde steeds met de harte
lijke onopgesmuktheid, welke uit het we-
derzijdsch begrijpen opgroeide. Vorst en
volk vormden een eenheid, welke geduren
de de regeering van koning Albert zelfs door
geen schaduw verduisterd is.
Het communiqué, waarin de Belgische
regeering aan het volk het ontzettende on
geluk mededeelde, dat het heeft getroffen,
teekent den koning met twee woorden: hij
was staatsman en soldaat.
Deze zin is in al zijn eenvoud een tref
fende hulde aan den koning, die den oorlog
over zijn land zag komen, en meer dan vier
jaar moedig tegen de overweldiging heeft
gestreden, tot de eindoverwinning den held-
haftigen tegenstand bekroonde.
Koning Albert heeft den oorlog niet ge
wild, nooit gewild. Zijn standpunt kan het
best samengevat worden in dien eenen vol
zin, welke, enkele uren vóór te Brussel het
ultimatum werd overhandigd, het Belgische
volk, dat het dreigende gevaar nog niet ver
moedde, plotseling de realiteit voor oogen
bracht: „België zal zijn plicht doen".
Plicht! Toen een zeer hard woord, dat
onmetelijke gevolgen kon hebben. Maar
welke offers ook gebracht zouden moeten
worden, de verdediging van het recht eisch-
te ze. En dat woord plicht keert ook weer
in de nota, waarmede België het Duitsche
ultimatum beantwoordde: „België is steeds
zijn internationalen verplichtingen trouw
gebleven; het heeft zijn plicht in een geest
van loyale onpartijdigheid vervuld; het
heeft geen enkele krachtsinspanning ver
waarloosd om zijn neutraliteit te doen eer
biedigen. De aanslag op zijn onafhankelijk
heid, waarmede de Duitsche regeering het
bedreigt, zou een flagrante schending van 't
volkenrecht zijn. Geen enkel strategisch be
lang rechtvaardigt de schending van het
recht. Indien de Belgische regeering de
voorstellen, welke de Duitsche regeering
haar doet zou aanvaarden, zou zij de eer der
natie opofferen en tegelijkertijd haar plich
ten tegenover Europa verraden".
Dit antwoord was een monument van in
ternationaal recht: nationale eer, recht,
maar vooral plicht zijn er de prachtige as
pecten van: het maakte België tot den kam
pioen van de idee, waarop de beschaving en
de internationale veiligheid steunen: de eer
bied voor het gegeven woord, de overeen
komsten en de verplichtingen. En men weet,
dat het koning Albert persoonlijk is ge
weest, die deze groote gedachten in dit be
slissende staatsstuk heeft doen vastleggen.
Zij ademen geheel zijn geest; zij zijn als het
ware zijn levensprogram, als koning van een
klein, maar beschaafd volk geweest.
Die eerbied voor het gegeven woord be-
teekende voor België oorlog. En in dien
oorlog is koning Albert inderdaad „soldaat"
geweest. Hij was de opperbevelhebber van
het Belgische leger, ongetwijfeld; hij was
de aanvoerder der troepen. Die functie
kwam hem van rechtswege toe, en hij heeft
ze vervuld als een heilige taak. Maar het is
karakteristiek voor koning Albert, dat hij
in de geschiedenis van zijn volk, van een
volk in een geweldigen wereldoorlog, niet
voortleeft als opperbevelhebber, als aan
voerder, maar als soldaat.
Niet als de man, die de krijgskunde be
schouwt als een wetenschap, en den oorlog
als een instrument van internationale poli
tiek, maar als een soldaat, die eenvoudig
zijn plicht vervult en het vaderland verde
digt, onverschillig op welke plaats hij ook
gesteld worde, hoog in de rijen, waar de
commando's worden gegeven, of in de rangen
der strijdenden, die met den voortdurenden
inzet van eigen leven de bevelen moeten
uitvoeren.
In de loopgraven van den IJzer of in het
hoofdkwartier, of in het verkenningsvlieg
tuig, waarin ook de koning verwondingen
opliep, steeds was hij de soldaat, de man
van den simpelen plicht. Geen, die eer en
glorie in den strijd zoekt, maar een, die van
ganscher harte doet, wat zijn geweten hem
voorschrijft.
Plicht en geweten zijn de richtsnoeren van
koning Albert geweest, waar en hoe hij te
genover zijn volk stond. Het Belgische volk
heeft dat steeds begrepen en hem er om
gewaardeerd. Het heeft het ook in den ko
ning gewaardeerd, dat hij het cultureele
leven van zijn land steeds met alle krachten
bevorderd heeft.
Koning Albert was zelf een vurig be
oefenaar der wetenschappen, maar zijn
groote liefde ging toch uit naar de techniek.
En hij is een der eersten geweest, die inge
zien heeft, welke plaats België in de lucht
vaart zou kunnen innemen. Gaarne maakte
hij van het vliegtuig, ook voor lange vluch
ten, gebruik, o.m. in den zomer van 1928,
toen hij met koningin Elizabeth een bezoek
aan de Congo bracht Daarbij een dubbel
doel nastrevend: propaganda te maken voor
de aviatiek, en tegelijkertijd belangstelling
te wekken voor de koloniale vraagstukken,
waarin hij, evenals de troonopvolger kroon
prins Leopold, een specialiteit was.
Zoo was koning Albert een echt modern
vorst, die steeds het devies voor oogen had,
dat hij in zijn eerste troonrede uitsprak.
„Onze welvaart is afhankelijk van de wel
vaart van de massa des volks". Wijl hij dit
woord gedachtig is gebleven, zal het geheele
Belgische volk nu rouwen om het heengaan
van een koning, die zijn volk zoo innig heeft
liefgehad.
De katholieken, zoowel van België als van
de andere landen, zullen dien rouw te ster
ker dragen wijl koning Albert in zijn hooge
ambt steeds een voorbeeldig christen is ge
bleven. Nu hij onverwacht is weggerukt,
zullen zij den Koning der Koningen des te
vuriger smeeken voor de zielerust van hem,
die zulke zware verantwoordelijkheden in
zijn koninklijk ambt te dragen had.
Onze hartelijke deelneming gaat uit naar
België's koningin, op wie zooveel droefheid
is neergekomen; naar de koninklijke fami
lie, die zich van zoo'n voorbeeldigen vader
beroofd ziet; naar het geheele Belgische
volk, dat treurt om een vorst, die steeds zijn
welzijn heeft nagestreefd.
Maar boven alles staat de troost, dat hij
een goede koning was, die in den kleinen
kring van zijn gezin, en in dat groote gezin
van zjjn volk zulk een lichtend voorbeeld
van eer en plicht en liefde heeft nagelaten.
BRUSSEL, 19 Februari. (VAN ONZEN COR-
RESPONDEN). Tot het aan het bewind ko
men van den nieuwen koning neemt de regee
ring het regentschap waar. In verband hier
mede en voor het treffen der maatregelen, voor
de begrafenis van koning Albert kwamen de
ministers Zondag tweemaal in een kabinets
raad bijeen.
Onder reserve van de goedkeuring van prins
Leopold, werd besloten, voor de begrafenis
het protocol te volgen, dat bij de ter aarde
bestelling van Leopold II in acht genomen
werd, en haar op a.s. Woensdag of Donder
dag te doen plaats hebben.
Heden Maandagavond, bij het vallen van
het duister, zal het stoffelijk overschot van Z.
M. van het kasteel van Laeken naar het pa
leis van Brussel overgebracht Worden. Aan
de oud-strijders is verzocht om langs dezen
geheelen afstand een haag te vormen.
De rouwstoet zal bij het graf van den Onbe
kenden Soldaat stil blijven staan, waar een
minuut stilte in acht zal worden genomen.
Naar alle waarschijnlijkheid a.s. Donderdag,
zal het lichaam des konings op de affuit van
een kanon naar de St. Gudulehoofdkerk ver
voerd worden, waar de lijkdienst zal gehouden
worden. Voor de bijzetting in de Koninklijke
crypte van Laeken, zou er een troependéfilé
plaats hebben, met alle vlaggen van het leger
en de ontbonden regimenten.
De kamer en de senaat kwamen hedenmiddag
in een speciale zitting bijeen, waarin de re
geering officieel de droeve tijding van 's ko
nings overlijden mededeelte. Hierna werd in
een geheime zitting beraadslaagd over den
tekst van een adres aan de koningin en aan
den troonopvolger.
BRUSSEL, 19 Februari (VAN ONZEN COR
RESPONDENT). In den nacht van de aankomst
van het stoffelijk overschot van den zoo jam
merlijk omgekomen vorst op het kasteel van
Laeken, was de koningin geheel alleen, daar al
haar kinderen zich op reis bevonden. Men ver
telde haar eerst alleen maar, dat den koning
een ongeval overkomen was en pas tegen Zon
dagmorgen onthulde men de ongelukkige
vorstin de vreeselijke waarheid.
Prins Karei, die zich te Ostende bevond, werd
nog in den loop van den nacht gewaarschuwd
en kwam in de vroegte, zijn eigen auto bestu
rende, op het kasteel van Laeken aan.
BRUSSEL, 18 Februari (VAN ONZEN COR
RESPONDENT). Prinses Marie José zal in
geen geval naar Brussel komen.
Naar vernomen wordt, zal de koning van
Italië door prins Umberto op de begrafenis
vertegenwoordigd worden.
De plechtigheden te Brussel.
Het overlijden van koning Albert I brengt
de troonsbestijging van zijn oudsten zoon, onder
den naam Leopold III, met zich mede.
Prins Leopold Philippe Charles Albert Mein-
rad Hubertus Marie Miguel, kroonprins van
België, werd den 3den November 1901 te Brus
sel geboren en is op het oogenblik dus 32 jaar
oud.
Den dag na de begrafenis van den overleden
koning, dus Donderdag of Vrijdag a.s. zal de
troonsopvolger In het parlement ontvangen
worden, waar hij den constitutioneelen eed
heeft af te leggen.
Voor deze plechtigheid zal de zittingzaal van
de kamer een bijzondere versiering ontvangen,
terwijl de tribune van den voorzitter door een
troon zal vervangen worden. Links van dezen
troon zal een kleine tribune opgeslagen worden,
waarop zullen plaatsnemen de koningin, de
koninklijke prinsen en de buitenlandsche vor
sten en prinsen, die de begrafenis zullen bij
gewoond hebben. In de zaal zullen aanwezig
zijn de senatoren, de kamerafgevaardigden, het
corps diplomatique, de leiders van buitenland
sche deputaties en alle gerechtelijke lichamen.
De plechtigheid der eedsaflegging zal waar
schijnlijk tegen het middaguur van Vrijdag een
aanvang nemen. Den zelfden avond nog, zal
koning Leopold III op het paleis van Brussel
een adres der kamers ontvangen, waarvan de
termen in geheime zitting zullen opgesteld
worden. De nieuwe koning zal aan de delegatie
die hem dit adres brengt, antwoorden, waarna
een groot officieel banket in het koninklijk
paleis zal plaats hebben.
Den daaropvolgenden dag, a.s. Zaterdag dus,
zal de intrede van den nieuwen koning in de
hoofdstad geschieden. De koning moet te paard,
van Laeken uit, langs de Antwerpsche Poort
de stad binnenrijden. Gevolgd door zijn gene-
ralen staf zal hij zich naar de St. Gudulekerk
begeven, waar een „Te Deum" zal gezongen
worden.
De soldaat-koning.
yy-, v>.v
De troon-opvolger, prins Leopold, met zijn gezinprinses Astrid, het prinsesje
Josephine Charlotte en den jo ngsten telg prins Boudeivijn.
Gevaren van het terrein in
dit jaargetijde.
BRUSSEL, 18 Februari 1934 (VAN ONZEN
CORRESPONDENT). De eerste berichten over
de omstandigheden, waaronder het ongeluk, dat
het leven aan den vorst gekost heeft, zich zou
hebben voorgedaan, luiden als volgt:
De koning, die, zooals algemeen bekend, een
hartstochtelijk alpinist was, en dikwijls de ge
vaarlijkste tochten in de Alpen en de Dolomie
ten ondernam, had den laatsten tijd de ge
woonte aangenomen, in de Belgische Ardennen
rotsen te beklimmen. Zoo vertrok hij ook ver
leden Zaterdagnamiddag uit Brussel, in een
kleine auto, die hij zelf bestuurde en slechts
vergezeld van een lakei, zekeren Van Dyck,
teneinde de langs de Maas gelegen steile rot
sen van Marche-les-Dames (tusschen Namen en
Andenne), te bestijgen. De konng kende die
plaats zeer goed, waarvan hij slechts enkele
dagen tevoren nog door een spleet tusschen de
rotsen den top bereikt had. Daar deze zware
tocht den sportleven vorst buitengewoon be
vallen, had hij besloten hem Zaterdag ten
tweeden male te volbrengen.
Tegen twee uur in den middag ter plaatse
aangekomen, stapte koning Albert uit de auto,
deed bergschoenen aan en nam een rol stevig
touw en een haak mede, waarmede hij de
voorgenomen stijging dacht te volbrengen. De
lakei volgde zijn koninklijken meester bij de
bestijging van een eerste piek, doch werd daar
na weggezonden. De koning moet hierbij gezegd
hebben: „Wacht op mij bij de auto. De bestij
ging is niet gevaarlijk, bovendien zal ik voor
zichtig zijn. Over een uur ben ik terug, want
om half zes word ik in Brussel verwacht."
De lakei ging daarop terug, den koning, dien
niemand leven zou weerzien, alleen latend. Het
was op dat oogenblik bij drie uur en naar gis
sing kan het fatale ongeluk niet veel later ge
schied zijn.
Men heeft uitgemaakt, dat een der uitsteek
sels, waarop de koning bij den aanvang van de
bestijging steun zocht, onder zijn voeten afbrak,
dat de koning toen achterover geslagen is en
een twaalftal meters lager met het hoofd op
een puntigen steen terecht kwam, welke als
een wig in zijn schedel gedrongen is. De hersens
liepen uit de afgrijselijke wonde. De doktoren
hebben uitgemaakt, dat de dood onmiddellijk
moet zijn ingetreden.
Na langer dan het overeengekomen uur ver
geefs op koning Albert gewacht te hebben,
ging Van Dyck op zoek, bijgestaan door enkele
menschen uit de omgeving. Na geruimen tijd
gezocht te hebben, zonder zijn meester te vin
den en reeds toen het ergste vreezende, tele
foneerde de lakei daarop naar het Paleis van
Brussel, waar vandaan onmiddellijk vertrok
ken 's Konings lijfarts, dr. Nolf, de grootmeester
van het huis van de Koningin, graaf Xavier de
Grünne, een van 's konings vleugel-adjudanten,
kapitein baron Jacques de Dixmude.
Het lijk gevonden.
Den geheelen avond en een deel van den
nacht zochten deze personen, met lantarens en
lampen In angstige spanning de rotsen langs
de Maas af, tot om 2 uur en 2 minuten baron
Jacques de Dixmude het vreeseiijk verwonde
lijk van den vorst gevonden heeft.
BRUSSEL, 18 Februari. 'VAN ONZEN COR
RESPONDENT) Niet zoodra hadden wij, vroeg
in den morgen, het ongeluk vernomen, W1J
hebben ons naar de tragische plaats begeven,
waar zoo plotseling een der hoogste en schoon
ste moreele figuren, een wreeden dood neen
gevonden.
De bloeiende gemeente Marche-les-Dames
bevindt zich op een zestal kilometers van
Namen, langs de Maas. Zij is by de toeristen
en andere natuurliefhebbers bijzonder geliefd
om de wildheid van haar landschappen, waar
van nogal hooge en steile rotsen de voornaamste
karakteristiek zijn.
Heel wat personen, die zich niet de luxe van
bergbeklimmen in Zwitserland kunnen veroor
loven, konden daar in rmniatuur, als wij dat
zoo mogen uitdrukken, zich een sensatie van
alpinisme bezorgen.
Het was bekend, dat koning Albert, die dik
wijls langs die plaats voorbij kwam, er eveneens
een groote voorliefde voor koesterde, hoewel
de rotsen van Marche-les-Dames in het oog van
den ervaren bergbeklimmer, die koning Albert
was, wel zooiets als kinderspeelgoed moeten
geweest zijn.
Deze omgeving doet zeer romantisch aan en
het is dan ook geen wonder, dat de volksmond
verschillende sagen en legenden zich op en om
de rotsen laat afspelen. Een oud kapelletje, dat
zich daar bevindt en bekend is onder den naam
van kapel van den ouden goeden God van mede
lijden, verhoogt de charme van deze streek.
Tegenover een soort scheepstimmerwerf,
steken kalkachtige rotsen scherp en woest uit
boven struikgewas en boomen. Ook dwars over
den weg ziet men tal van scherpe rotspunten
uitsteken. De puntrots vanwaar de koning naar
beneden zou gestort zijn, verheft zich hoog
boven het kapelletje.
Een groote massa menschen was hier bijeen
gestroomd, doch zij werden door gendarmeh
op een nogal grooten afstand van de tragische
plaats verwijderd gehouden.
In die menigte werden aanvankelijk de meest
uiteenloopende lezingen van het ongeluk ge
geven, die spoedig meerendeels niets anders
bleken te zijn dan eigen opinies over possibili-
teiten, die door de bewoners van de omgeving
aan de hand van eigen veronderstellingen wer
den medegedeeld.
Wij kunnen ons voorstellen, hoe somber het
tafereel moet geweest zijn, toen hier Zondag
nacht bij het schijnsel van electrische lantaarns
en carbidlampen naar den koning werd gezocht
en welke de consternatie moet geweest zijn, toen
het doode lichaam werd gevonden, waarna in
den nacht de droeve rit met het lijk van den
grooten doode naar het paleis van Laeken
begon.
Zaterdagavond werd de koning verwacht in
het sportpaleis te Brussel, waar op een gala
ten bate van de liefdadigheidswerken van de
koningin voor een door hem geschonken school
werd gereden. Toen de koning niet kwam, deel
de men mede, dat hij in de omgeving van
Namen een autodefect had gehad. Inmiddels
echter vertrok uit Brussel naar Marche-les-
Dames, de auto waarin de koning zich van
Laeken naar het sportpaleis had moeten be
geven. Deze kwam in het begin van den nacht
te Marche-les-Dames aan, met den grootmeester
van het Huis der Koningin, graaf de Hemricourt
de Grume, zelf ook een bekend alpinist, vleugel
adjudant baron Jacques de Dixmude, en oud
minister prof. dr. Nolf, arts van het hof.
De sterke lichten van deze auto werden 0 s
projecteurs op de rotsen gericht, om de °Pz?,e'
kingen te vergemakkelijken. Maar de doi°ml l"
sche rotsen van Marche-les-Dames hebben crst
enkele uren later hun geheim geleverd-
Dit domein behoorde voor den oorlog aan de
Duitsche prinselijke familie von Arenberg. jn
het begin van den oorlog werd verondersteld,
dat van daaruit ten gunste van cle Duitsche
legers gespionneerd werd, daarom deden de
Belgische genie-soldaten het in de lucht vliegen
Tijdens de Duitsche bezetting bet von Arenberg
er een nieuw kasteel bouwen, dat na den oorlog
door de Belgische regeeMP§ 111 beslag werd
genomen, die van dit domein een z.g. nationaal
park maakte en het, wegens het natuurschoon,
onder haar bescherming had genomen. Aan den
overkant bevindt zic" het kasteel van baron
Carton de Wiart, die medegeholpen heeft in het
nachtelijk zoeken naar den koning.
Volgens betgeen ter plaatse wordt verteld,
moet, mill'oenen jaren geleden, geheel deze
vallei, waar thans m een smalle strook de Maas
als een zilveren lint doorheen stroomt, onder
water hebben gestaan, hooger nog dan de hoog
ste rotsen, die er heden staan, en zou het de
wrijving van het water zijn geweest, die de
puntrotsen zou hebben gemaakt, vanwaar
koning Albert is naar beneden gestort.
Er zit iets gothisch in die rotsen, die ander
zijds ook aan spichtige minaretten doen denken.
Er wonen daar heele benden kraaien, wat voor
gevolg heeft gehad, dat men een der punten
waar de koning moet zijn langs gekomen, de
Kraaienrots heeft genoemd. Het geheel heeft
een vreemde aantrekkingskracht en moet ook
den koning sterk geboeid hebben.
Onverwacht is het voornemen van den koning
om de rotsen te beklimmen, niet gekomen, want
hij had in de auto zijn uitrusting van bergbe
klimmer meegenomen. Het oestijgen van deze
rotsen, is bij het eerste gezicht gevaarloos, doch
zij schijnen van een verraderlijke samenstelling
te zijn, omdat er zeer broze lagen tusschen
liggen, die gemakkelijk loslaten als men er
zich aan vastklampt of zeer glibberig worden,
als het er op geregend heeft. Wee dan den
toerist, die vasten voet verliest, want dan moet
hij fataal in de diepte storten.
Men deelde ons mede, dat in den Joop der
jaren zich in deze omgeving reeds meerdere
dergelijke ongelukken hebben voorgedaan. Daar
komt nog bij, dat tijdens den winter verrotte
blaren de glibberigheid nog aanmerkelijk help-m
verhoogen. De menschen uit de'streek kennen
deze gevaren en men zegt, dat in den tijd der
Arenbergs, deze hun gasten nooit alléén langs
die wegen lieten gaan, maar hen altijd door
bewakers van het domein deed vergezellen, om
ongelukken te voorkomen.
Het ongeluk met koning Albert zou, volgens
voorloopige constataties ter plaatse, veroorzaakt
zijn door het loslaten van een blok van een
dertigtal kilo's, waaraan hij zich had vastge
klampt om een uitgeholde rotsnaald te beklim
men en die reeds eenigen tijd geleden door
nachtvorst zou gespleten zijn op een niet zoo
maar dadelijk te onderscheiden wijze.
Toen deze steun den vorst begaf, kon een val
niet uitblijven.
Zoodra te Namen het ongeluk bekend was, is
het parket naar Marche-les-Dames geijld. Uit
de verschillende constataties welke het gemaakt
heeft, zou blijken, dat rond 2 uur 's nachts,
graaf de Grüme zou gestruikeld zijn over het
alpinistentouw van den koning. Even daarna
hoorde men generaal Jacques de Dixmuide
roepen„Komt allen hier". Op een kleine,
vlakke verhevenheid lag, op een tapijt van ver
dorde blaren, het reeds koude lijk van den
koning. Het hoofd lag naar beneden, de armen
waren in kruisvorm uitgestrekt. Boven het
linker oor hing hersenmaterie uit een gapende
wonde.
Van de overzijde van de Maas was men met
een kleine schuit gekomen, om den koning naar
het kasteel van baron Carton de Wiart over
te brengen voor het geval dat hij alleen maar
zou gewond zijn, doch toen professor Nolf het
overlijden geconstateerd had, werd door de
aanwezige personen het stoffelijk overschot naar
beneden gebracht en, nadat het in dekens was
gewikkeld, in de wachtende hofauto neergelegd.
Onmiddellijk werd dan naar Brussel gereden,
met prof. Nolf en generaal Jacques in de auto,
terwijl graaf de Grume en landbouwers die bij
de opzoekingen behulpzaam waren geweest, ter
plaatse bleven, in afwachting van het parket,
dat daar een paar uren later aankwam.
Het lichaam moet ineens twaalf meter laag
zijn gevallen, en dan nog ongeveer honderd
meter verder van de eehe rots op de andere
naar beneden zijn gegleden. De bril van den
koning was In de takken van een kleinen boom
blijven hangen. De pet, de rugzak en het touw
lagen op verschillende plaatsen van den val
verspreid.
De wonde aan het hoofd van den koning werd
veroorzaakt door den val op een scherp stuk
rots, waaraan wat haar en hersenmaterie was
blijven vastkleven.
Verondersteld wordt, dat het ongeluk zich
tusschen 3 en 4 uur Zaterdagnamiddag moet
hebben voorgedaan, zoodat het lichaam gedu
rende ruim tien uur op de rots heeft gelegen
Onder de menigte werd verteld, dat in den
laatsten tijd de koning zich op de rotsen van
Marche-les-Dames om de veertien dagen kwam
oefenen, voor zijn groote beklimmingen in de
Alpen en in de Dolomieten.
In den mistigen dag, is het schouwspel van
de ontroerde massa, diep aangrijpend. Velen
hebben tranen in de oogen als zij over den
overledene spreken, die in het oog van alle
Belgen, tot welke opinie of partij zij óok be-
hooren, een voorbeeld was van goedheid en
eenvoud, van diep godsdienstig leven pn van
hooge burgerdeugden.
ibiio-
OVERBRENGINC NAAR LAEKEN.
BRUSSEL, 18 Februari (VAN ONZEN* COR
RESPONDENT). Dadelijk na de tragische
vondst, knielde dr. Nolf bij het lichaam van
koning Albert neer, doch kon slechts den dood
constateeren. Enkele inwoners van Marche-les-
Dames, die aan het angstige zoeken hadden
deelgenomen, droegen daarop het stoffelijk
overschot naar een der. hof-auto's, waarmede
het onmiddellijk naar het paleis van Laeken bij
Brussel werd overgebracht, waar de droeve
stoet tegen half vier 's nachts aankwam. In bij
zijn van de reeds gewaarschuwde ministers de
Broqueville, Janson, Jaspar en Deveze, die huil
ontroering nauwelijks meester waren, werd daar
dan door de doctoren Nolf en Le Boeuf het
doodstoilet van het lijk gemaakt. Het hoofd is,
tot bijna aan de oogen, met een doek bedekt.
Herdenkings-redevoeringen voor
de radio.
BRUSSEL. 18 Februari. (VAN ONZEN COR-
RESPOND®NTl ^en gevolge van het over
lijden des konings, werden alle sport-manifes-
taties van ^orldag afgelast,, sloten de stads-
schouw'burSen hun deuren en werden in alle
steden des lands eventueele straatvermakelijk-
heden verboden.
pe scholen en de universiteiten zijn op be
vel van den minister van openbaar onderwijs
heden Maandag ten teeken van rouw gesloten
gebleven. Aan alle ministeries en tal van par
ticuliere huizen werd reeds vanaf Zondagmor
gen de vlag halfstok geheschen.
Den geheelen dag door, telkens als er nieuwe
details bekend werden, heeft het publiek dit
langs de radio vernomen. In den namiddag
echter begaf het zich in dichte drommen naar
de centra der groote steden, om in de avond
bladen uitvoeriger nieuws en mededeelingen
te vernemen.
Regeeringsleden hebben 's avonds per radio
de hooge figuur van den doorluchtigen over
ledene in korte toespraken belicht. Voor het
Vlaamsche publiek werd dit in verheven woor
den gedaan door minister mr. dr. van Cauwe-
laert.
In alle kerken van het land werd des mor
gens van den kansel reeds het bericht van het
overlijden des konings aan de geloovigen
medegedeeld, terwijl overal na de H.H. Missen
een „De pro fundis" gezongen werd en de
doodsklokken werden geluid.
BRUSSEL, 18 Februari. (VAN ONZEN COR
RESPONDENT) Naast de talrijke reeds bin
nengekomen telegrammen van taatshoofden,
heeft koningin Elizabeth ook de volgende rouw
betuiging van Z. H. den Paus mogen ontvan-
?en
Ten diepste geroerd door het zoo smarte
lijke bericht, dat het hart van Uwe Majesteit
is komen treffen, en dat de koninklijke fa
milie, de regeering en de burgers van deze
nobele natie in rouw dompelt, drukken Wij U
Ons diepste medegevoel uit en van- den zeer
goeden God den vrede der rechtvaardigen
voor de ziel van den zoo geliefden en zoo
waardig koninklijken vorst afsmekende, vra
gen Wij ook de genade van den hemelschen
troost voor Uwe Majesteit, voor de koninklijke
familie en voor de geheele, zoo diep beproefde
natie.
(get.) F. P. XI.
Z. K. H. Prins Hendrik naar
de begrafenis,
H.M. de Koningin zal zich bij de teraarde
bestelling van koning Albert van België,, late»
vertegenwoordigen door Z.K.H. Prins Hendrik
der Nederlanden, met gevolg.
r „T&S