DE KONING BIJ EEN VAL IN DE BERGEN VERONGELUKT. HET DRAMA IN DE ROTSEN. I EEN MAN VAN PLICHT EN GEWETEN. I "iiilllï® v11 i m BANGE UREN VOOR 'S KONINGS VRIENDEN. DE PAUS AAN KONINGIN ELISABETH. MAANDAG 19 FEBRUARI 1934 VOL ZORG VOOR ZIJN VOLK WERD HIJ DOOR ZIJN VOLK GEEERD EN BEMIND. DE PLECHTIGE BEGRAFENIS. A.s. Woensdag of Donderdag. HOE DE KONINGIN VERWITTIGD WERD. A.S. EEDS-AFLEGGING VAN LEOPOLD HI. mSÊSmmm BEZOEK AAN DE PLAATS DES ONHEILS. OP DE PLAATS VAN HET ONGELUK- OPENBARE ROUW. KONING ALBERT I VAN BELGIË f Zaterdagmiddag is koning Albert van België in de Ardennen, bij Marche-les-Dames, waar hij van een rots omlaag gestort is, om 't leven gekomen. Het zwaar ver minkte lijk werd eerst Zondag nacht na uren zoeken gevonden en naar het koninklijk paleis te Laeken overgebracht. Plotseling is België in diepen rouw ge dompeld. Een tragisch ongeluk, tijdens een ont spanningstochtje, heeft den populairen vorst, koning Albert weggerukt, midden in een Werkzaam leven, dat steeds aan volk en huisgezin gewijd was. In de prachtige Ardennen, waar de ko ning zoo gaarne in de geliefde bergsport na de inspannende uren rust zocht, heeft hij zijn droevig einde gevonden. En dan staan de gedachten stil bij de doodsbaar van deze edele figuur. Bij dit stoffelijk over schot, zoo zwaar verminkt, zwijgt het we- reldrumoer voor de zuiver menschelijke gedachten van innige deernis met het ko ninklijke slachtoffer en met de zoo zwaar getroffen koninklijke familie van België. Koning Albert was een populaire vorst, populair in eigen land, maar evenzeer bij de andere volken, zelfs bij zijn vroegere tegenstanders. Ook de Duitschers hebben koning Albert geëerd, als een held, die in de zwaarste uren van België's geschiedenis steeds op de meest bedreigde plaatsen heeft gestaan, en meermalen door zijn persoonlijk ingrijpen den moed zijner soldaten tegen de ontmoedigingen van een tragen wereldoor- log_ heeft gestaald. Populair was koning Albert reeds voor den oorlog, nog meer werd hij het tijdens den .titanischen strijd, en na den oorlog is die eerhjk verdiende populariteit nooit ge taand. En toch was deze koning geen dictator; integendeel heeft hij er steeds zijn hoogsten roem in gesteld een zuiver constitutioneel vorst te zijn, de drager van het gezag boven de partijen, maar teven de bemiddelaar in den soms feilen en verbitterden politieken strijd. Constitutioneel, maar ook vorst. Zoo heeft hij zijn grootsche taak steeds opgevat. Het tweetalige land met de steeds scherper op den voorgrond tredende Vlaamsche bewe ging stelde zijn koning voor moeilijke, vaak zwaarwichtige problemen. Maar deze stond nooit onvoorbereid voor de vraag,stukken, welke zich met steeds grooter kracht op drongen, en voortdurend om nieuwe oplos singen vroegen. De koning bestudeerde de kwesties, en zijn heldere geest wist de juiste formuleeringen te vinden, welke op het gegeven oogenblik noodig waren om de Bel gische eenheid te behoeden en tevens de Vlamingen een stap vooruit te brengen naar de bevrediging van hun verlangens en eischen. Hoe populair de koning na een bijna vijf en twintigjarige regeeringsperiode den 17den December van dit jaar zou hij zijn zilveren vorstenjubilé gevierd hebben is gebleven, kan men het best concludeeren uit het merkwaardige feit, dat de Belgische socialisten hun republicanisme nooit open lijk dorsten demonstreeren. In de jaren, dat bijna overal de revolutie tot voor de ko ningstronen doordrong, is zij in België nooit het koninklijk paleis genaderd. Maatschap pelijke en politieke waarden zijn ook in België genoeg vernietigd, maar het Belgi sche koningschap is nooit aangetast. Het was door de figuur van koning Albert verre boven de politieke en sociale woelingen verheven. Koning Albert voelde zich een met zijn volk, en hij werd ih dit gevoelen gesteund door zijn gemalin, koningin Elisabeth. Ge lijk hun persoonlijk en familieleven een toonbeeld voor het geheele volk was, zoo stond ook de koning als staatman te mid den van zijn volk. Hij kon zich de voor vorsten zeldzame weelde van een grooten eenvoud en van een hartelijken omgang met zijn onderdanen veroorloven, omdat hij hen in alles ten voorbeeld kon zijn, maar even zeer wijl hij, zelfs ontdaan van alle uiterlijk vertoon zijn koninklijke grootheid, in zijn karakter wortelend, kon handhaven. Van zelf handhaafde, als hij zich gaf zooals hij was. Het geheele Belgische volk heeft steeds medegeleefd met de blijde en de droeve ge beurtenissen van het koninklijk hof, gelijk ook de koning steeds bij zijn volk was, als het in vreugde jubelde of in leed verstom de. En dat geschiedde steeds met de harte lijke onopgesmuktheid, welke uit het we- derzijdsch begrijpen opgroeide. Vorst en volk vormden een eenheid, welke geduren de de regeering van koning Albert zelfs door geen schaduw verduisterd is. Het communiqué, waarin de Belgische regeering aan het volk het ontzettende on geluk mededeelde, dat het heeft getroffen, teekent den koning met twee woorden: hij was staatsman en soldaat. Deze zin is in al zijn eenvoud een tref fende hulde aan den koning, die den oorlog over zijn land zag komen, en meer dan vier jaar moedig tegen de overweldiging heeft gestreden, tot de eindoverwinning den held- haftigen tegenstand bekroonde. Koning Albert heeft den oorlog niet ge wild, nooit gewild. Zijn standpunt kan het best samengevat worden in dien eenen vol zin, welke, enkele uren vóór te Brussel het ultimatum werd overhandigd, het Belgische volk, dat het dreigende gevaar nog niet ver moedde, plotseling de realiteit voor oogen bracht: „België zal zijn plicht doen". Plicht! Toen een zeer hard woord, dat onmetelijke gevolgen kon hebben. Maar welke offers ook gebracht zouden moeten worden, de verdediging van het recht eisch- te ze. En dat woord plicht keert ook weer in de nota, waarmede België het Duitsche ultimatum beantwoordde: „België is steeds zijn internationalen verplichtingen trouw gebleven; het heeft zijn plicht in een geest van loyale onpartijdigheid vervuld; het heeft geen enkele krachtsinspanning ver waarloosd om zijn neutraliteit te doen eer biedigen. De aanslag op zijn onafhankelijk heid, waarmede de Duitsche regeering het bedreigt, zou een flagrante schending van 't volkenrecht zijn. Geen enkel strategisch be lang rechtvaardigt de schending van het recht. Indien de Belgische regeering de voorstellen, welke de Duitsche regeering haar doet zou aanvaarden, zou zij de eer der natie opofferen en tegelijkertijd haar plich ten tegenover Europa verraden". Dit antwoord was een monument van in ternationaal recht: nationale eer, recht, maar vooral plicht zijn er de prachtige as pecten van: het maakte België tot den kam pioen van de idee, waarop de beschaving en de internationale veiligheid steunen: de eer bied voor het gegeven woord, de overeen komsten en de verplichtingen. En men weet, dat het koning Albert persoonlijk is ge weest, die deze groote gedachten in dit be slissende staatsstuk heeft doen vastleggen. Zij ademen geheel zijn geest; zij zijn als het ware zijn levensprogram, als koning van een klein, maar beschaafd volk geweest. Die eerbied voor het gegeven woord be- teekende voor België oorlog. En in dien oorlog is koning Albert inderdaad „soldaat" geweest. Hij was de opperbevelhebber van het Belgische leger, ongetwijfeld; hij was de aanvoerder der troepen. Die functie kwam hem van rechtswege toe, en hij heeft ze vervuld als een heilige taak. Maar het is karakteristiek voor koning Albert, dat hij in de geschiedenis van zijn volk, van een volk in een geweldigen wereldoorlog, niet voortleeft als opperbevelhebber, als aan voerder, maar als soldaat. Niet als de man, die de krijgskunde be schouwt als een wetenschap, en den oorlog als een instrument van internationale poli tiek, maar als een soldaat, die eenvoudig zijn plicht vervult en het vaderland verde digt, onverschillig op welke plaats hij ook gesteld worde, hoog in de rijen, waar de commando's worden gegeven, of in de rangen der strijdenden, die met den voortdurenden inzet van eigen leven de bevelen moeten uitvoeren. In de loopgraven van den IJzer of in het hoofdkwartier, of in het verkenningsvlieg tuig, waarin ook de koning verwondingen opliep, steeds was hij de soldaat, de man van den simpelen plicht. Geen, die eer en glorie in den strijd zoekt, maar een, die van ganscher harte doet, wat zijn geweten hem voorschrijft. Plicht en geweten zijn de richtsnoeren van koning Albert geweest, waar en hoe hij te genover zijn volk stond. Het Belgische volk heeft dat steeds begrepen en hem er om gewaardeerd. Het heeft het ook in den ko ning gewaardeerd, dat hij het cultureele leven van zijn land steeds met alle krachten bevorderd heeft. Koning Albert was zelf een vurig be oefenaar der wetenschappen, maar zijn groote liefde ging toch uit naar de techniek. En hij is een der eersten geweest, die inge zien heeft, welke plaats België in de lucht vaart zou kunnen innemen. Gaarne maakte hij van het vliegtuig, ook voor lange vluch ten, gebruik, o.m. in den zomer van 1928, toen hij met koningin Elizabeth een bezoek aan de Congo bracht Daarbij een dubbel doel nastrevend: propaganda te maken voor de aviatiek, en tegelijkertijd belangstelling te wekken voor de koloniale vraagstukken, waarin hij, evenals de troonopvolger kroon prins Leopold, een specialiteit was. Zoo was koning Albert een echt modern vorst, die steeds het devies voor oogen had, dat hij in zijn eerste troonrede uitsprak. „Onze welvaart is afhankelijk van de wel vaart van de massa des volks". Wijl hij dit woord gedachtig is gebleven, zal het geheele Belgische volk nu rouwen om het heengaan van een koning, die zijn volk zoo innig heeft liefgehad. De katholieken, zoowel van België als van de andere landen, zullen dien rouw te ster ker dragen wijl koning Albert in zijn hooge ambt steeds een voorbeeldig christen is ge bleven. Nu hij onverwacht is weggerukt, zullen zij den Koning der Koningen des te vuriger smeeken voor de zielerust van hem, die zulke zware verantwoordelijkheden in zijn koninklijk ambt te dragen had. Onze hartelijke deelneming gaat uit naar België's koningin, op wie zooveel droefheid is neergekomen; naar de koninklijke fami lie, die zich van zoo'n voorbeeldigen vader beroofd ziet; naar het geheele Belgische volk, dat treurt om een vorst, die steeds zijn welzijn heeft nagestreefd. Maar boven alles staat de troost, dat hij een goede koning was, die in den kleinen kring van zijn gezin, en in dat groote gezin van zjjn volk zulk een lichtend voorbeeld van eer en plicht en liefde heeft nagelaten. BRUSSEL, 19 Februari. (VAN ONZEN COR- RESPONDEN). Tot het aan het bewind ko men van den nieuwen koning neemt de regee ring het regentschap waar. In verband hier mede en voor het treffen der maatregelen, voor de begrafenis van koning Albert kwamen de ministers Zondag tweemaal in een kabinets raad bijeen. Onder reserve van de goedkeuring van prins Leopold, werd besloten, voor de begrafenis het protocol te volgen, dat bij de ter aarde bestelling van Leopold II in acht genomen werd, en haar op a.s. Woensdag of Donder dag te doen plaats hebben. Heden Maandagavond, bij het vallen van het duister, zal het stoffelijk overschot van Z. M. van het kasteel van Laeken naar het pa leis van Brussel overgebracht Worden. Aan de oud-strijders is verzocht om langs dezen geheelen afstand een haag te vormen. De rouwstoet zal bij het graf van den Onbe kenden Soldaat stil blijven staan, waar een minuut stilte in acht zal worden genomen. Naar alle waarschijnlijkheid a.s. Donderdag, zal het lichaam des konings op de affuit van een kanon naar de St. Gudulehoofdkerk ver voerd worden, waar de lijkdienst zal gehouden worden. Voor de bijzetting in de Koninklijke crypte van Laeken, zou er een troependéfilé plaats hebben, met alle vlaggen van het leger en de ontbonden regimenten. De kamer en de senaat kwamen hedenmiddag in een speciale zitting bijeen, waarin de re geering officieel de droeve tijding van 's ko nings overlijden mededeelte. Hierna werd in een geheime zitting beraadslaagd over den tekst van een adres aan de koningin en aan den troonopvolger. BRUSSEL, 19 Februari (VAN ONZEN COR RESPONDENT). In den nacht van de aankomst van het stoffelijk overschot van den zoo jam merlijk omgekomen vorst op het kasteel van Laeken, was de koningin geheel alleen, daar al haar kinderen zich op reis bevonden. Men ver telde haar eerst alleen maar, dat den koning een ongeval overkomen was en pas tegen Zon dagmorgen onthulde men de ongelukkige vorstin de vreeselijke waarheid. Prins Karei, die zich te Ostende bevond, werd nog in den loop van den nacht gewaarschuwd en kwam in de vroegte, zijn eigen auto bestu rende, op het kasteel van Laeken aan. BRUSSEL, 18 Februari (VAN ONZEN COR RESPONDENT). Prinses Marie José zal in geen geval naar Brussel komen. Naar vernomen wordt, zal de koning van Italië door prins Umberto op de begrafenis vertegenwoordigd worden. De plechtigheden te Brussel. Het overlijden van koning Albert I brengt de troonsbestijging van zijn oudsten zoon, onder den naam Leopold III, met zich mede. Prins Leopold Philippe Charles Albert Mein- rad Hubertus Marie Miguel, kroonprins van België, werd den 3den November 1901 te Brus sel geboren en is op het oogenblik dus 32 jaar oud. Den dag na de begrafenis van den overleden koning, dus Donderdag of Vrijdag a.s. zal de troonsopvolger In het parlement ontvangen worden, waar hij den constitutioneelen eed heeft af te leggen. Voor deze plechtigheid zal de zittingzaal van de kamer een bijzondere versiering ontvangen, terwijl de tribune van den voorzitter door een troon zal vervangen worden. Links van dezen troon zal een kleine tribune opgeslagen worden, waarop zullen plaatsnemen de koningin, de koninklijke prinsen en de buitenlandsche vor sten en prinsen, die de begrafenis zullen bij gewoond hebben. In de zaal zullen aanwezig zijn de senatoren, de kamerafgevaardigden, het corps diplomatique, de leiders van buitenland sche deputaties en alle gerechtelijke lichamen. De plechtigheid der eedsaflegging zal waar schijnlijk tegen het middaguur van Vrijdag een aanvang nemen. Den zelfden avond nog, zal koning Leopold III op het paleis van Brussel een adres der kamers ontvangen, waarvan de termen in geheime zitting zullen opgesteld worden. De nieuwe koning zal aan de delegatie die hem dit adres brengt, antwoorden, waarna een groot officieel banket in het koninklijk paleis zal plaats hebben. Den daaropvolgenden dag, a.s. Zaterdag dus, zal de intrede van den nieuwen koning in de hoofdstad geschieden. De koning moet te paard, van Laeken uit, langs de Antwerpsche Poort de stad binnenrijden. Gevolgd door zijn gene- ralen staf zal hij zich naar de St. Gudulekerk begeven, waar een „Te Deum" zal gezongen worden. De soldaat-koning. yy-, v>.v De troon-opvolger, prins Leopold, met zijn gezinprinses Astrid, het prinsesje Josephine Charlotte en den jo ngsten telg prins Boudeivijn. Gevaren van het terrein in dit jaargetijde. BRUSSEL, 18 Februari 1934 (VAN ONZEN CORRESPONDENT). De eerste berichten over de omstandigheden, waaronder het ongeluk, dat het leven aan den vorst gekost heeft, zich zou hebben voorgedaan, luiden als volgt: De koning, die, zooals algemeen bekend, een hartstochtelijk alpinist was, en dikwijls de ge vaarlijkste tochten in de Alpen en de Dolomie ten ondernam, had den laatsten tijd de ge woonte aangenomen, in de Belgische Ardennen rotsen te beklimmen. Zoo vertrok hij ook ver leden Zaterdagnamiddag uit Brussel, in een kleine auto, die hij zelf bestuurde en slechts vergezeld van een lakei, zekeren Van Dyck, teneinde de langs de Maas gelegen steile rot sen van Marche-les-Dames (tusschen Namen en Andenne), te bestijgen. De konng kende die plaats zeer goed, waarvan hij slechts enkele dagen tevoren nog door een spleet tusschen de rotsen den top bereikt had. Daar deze zware tocht den sportleven vorst buitengewoon be vallen, had hij besloten hem Zaterdag ten tweeden male te volbrengen. Tegen twee uur in den middag ter plaatse aangekomen, stapte koning Albert uit de auto, deed bergschoenen aan en nam een rol stevig touw en een haak mede, waarmede hij de voorgenomen stijging dacht te volbrengen. De lakei volgde zijn koninklijken meester bij de bestijging van een eerste piek, doch werd daar na weggezonden. De koning moet hierbij gezegd hebben: „Wacht op mij bij de auto. De bestij ging is niet gevaarlijk, bovendien zal ik voor zichtig zijn. Over een uur ben ik terug, want om half zes word ik in Brussel verwacht." De lakei ging daarop terug, den koning, dien niemand leven zou weerzien, alleen latend. Het was op dat oogenblik bij drie uur en naar gis sing kan het fatale ongeluk niet veel later ge schied zijn. Men heeft uitgemaakt, dat een der uitsteek sels, waarop de koning bij den aanvang van de bestijging steun zocht, onder zijn voeten afbrak, dat de koning toen achterover geslagen is en een twaalftal meters lager met het hoofd op een puntigen steen terecht kwam, welke als een wig in zijn schedel gedrongen is. De hersens liepen uit de afgrijselijke wonde. De doktoren hebben uitgemaakt, dat de dood onmiddellijk moet zijn ingetreden. Na langer dan het overeengekomen uur ver geefs op koning Albert gewacht te hebben, ging Van Dyck op zoek, bijgestaan door enkele menschen uit de omgeving. Na geruimen tijd gezocht te hebben, zonder zijn meester te vin den en reeds toen het ergste vreezende, tele foneerde de lakei daarop naar het Paleis van Brussel, waar vandaan onmiddellijk vertrok ken 's Konings lijfarts, dr. Nolf, de grootmeester van het huis van de Koningin, graaf Xavier de Grünne, een van 's konings vleugel-adjudanten, kapitein baron Jacques de Dixmude. Het lijk gevonden. Den geheelen avond en een deel van den nacht zochten deze personen, met lantarens en lampen In angstige spanning de rotsen langs de Maas af, tot om 2 uur en 2 minuten baron Jacques de Dixmude het vreeseiijk verwonde lijk van den vorst gevonden heeft. BRUSSEL, 18 Februari. 'VAN ONZEN COR RESPONDENT) Niet zoodra hadden wij, vroeg in den morgen, het ongeluk vernomen, W1J hebben ons naar de tragische plaats begeven, waar zoo plotseling een der hoogste en schoon ste moreele figuren, een wreeden dood neen gevonden. De bloeiende gemeente Marche-les-Dames bevindt zich op een zestal kilometers van Namen, langs de Maas. Zij is by de toeristen en andere natuurliefhebbers bijzonder geliefd om de wildheid van haar landschappen, waar van nogal hooge en steile rotsen de voornaamste karakteristiek zijn. Heel wat personen, die zich niet de luxe van bergbeklimmen in Zwitserland kunnen veroor loven, konden daar in rmniatuur, als wij dat zoo mogen uitdrukken, zich een sensatie van alpinisme bezorgen. Het was bekend, dat koning Albert, die dik wijls langs die plaats voorbij kwam, er eveneens een groote voorliefde voor koesterde, hoewel de rotsen van Marche-les-Dames in het oog van den ervaren bergbeklimmer, die koning Albert was, wel zooiets als kinderspeelgoed moeten geweest zijn. Deze omgeving doet zeer romantisch aan en het is dan ook geen wonder, dat de volksmond verschillende sagen en legenden zich op en om de rotsen laat afspelen. Een oud kapelletje, dat zich daar bevindt en bekend is onder den naam van kapel van den ouden goeden God van mede lijden, verhoogt de charme van deze streek. Tegenover een soort scheepstimmerwerf, steken kalkachtige rotsen scherp en woest uit boven struikgewas en boomen. Ook dwars over den weg ziet men tal van scherpe rotspunten uitsteken. De puntrots vanwaar de koning naar beneden zou gestort zijn, verheft zich hoog boven het kapelletje. Een groote massa menschen was hier bijeen gestroomd, doch zij werden door gendarmeh op een nogal grooten afstand van de tragische plaats verwijderd gehouden. In die menigte werden aanvankelijk de meest uiteenloopende lezingen van het ongeluk ge geven, die spoedig meerendeels niets anders bleken te zijn dan eigen opinies over possibili- teiten, die door de bewoners van de omgeving aan de hand van eigen veronderstellingen wer den medegedeeld. Wij kunnen ons voorstellen, hoe somber het tafereel moet geweest zijn, toen hier Zondag nacht bij het schijnsel van electrische lantaarns en carbidlampen naar den koning werd gezocht en welke de consternatie moet geweest zijn, toen het doode lichaam werd gevonden, waarna in den nacht de droeve rit met het lijk van den grooten doode naar het paleis van Laeken begon. Zaterdagavond werd de koning verwacht in het sportpaleis te Brussel, waar op een gala ten bate van de liefdadigheidswerken van de koningin voor een door hem geschonken school werd gereden. Toen de koning niet kwam, deel de men mede, dat hij in de omgeving van Namen een autodefect had gehad. Inmiddels echter vertrok uit Brussel naar Marche-les- Dames, de auto waarin de koning zich van Laeken naar het sportpaleis had moeten be geven. Deze kwam in het begin van den nacht te Marche-les-Dames aan, met den grootmeester van het Huis der Koningin, graaf de Hemricourt de Grume, zelf ook een bekend alpinist, vleugel adjudant baron Jacques de Dixmude, en oud minister prof. dr. Nolf, arts van het hof. De sterke lichten van deze auto werden 0 s projecteurs op de rotsen gericht, om de °Pz?,e' kingen te vergemakkelijken. Maar de doi°ml l" sche rotsen van Marche-les-Dames hebben crst enkele uren later hun geheim geleverd- Dit domein behoorde voor den oorlog aan de Duitsche prinselijke familie von Arenberg. jn het begin van den oorlog werd verondersteld, dat van daaruit ten gunste van cle Duitsche legers gespionneerd werd, daarom deden de Belgische genie-soldaten het in de lucht vliegen Tijdens de Duitsche bezetting bet von Arenberg er een nieuw kasteel bouwen, dat na den oorlog door de Belgische regeeMP§ 111 beslag werd genomen, die van dit domein een z.g. nationaal park maakte en het, wegens het natuurschoon, onder haar bescherming had genomen. Aan den overkant bevindt zic" het kasteel van baron Carton de Wiart, die medegeholpen heeft in het nachtelijk zoeken naar den koning. Volgens betgeen ter plaatse wordt verteld, moet, mill'oenen jaren geleden, geheel deze vallei, waar thans m een smalle strook de Maas als een zilveren lint doorheen stroomt, onder water hebben gestaan, hooger nog dan de hoog ste rotsen, die er heden staan, en zou het de wrijving van het water zijn geweest, die de puntrotsen zou hebben gemaakt, vanwaar koning Albert is naar beneden gestort. Er zit iets gothisch in die rotsen, die ander zijds ook aan spichtige minaretten doen denken. Er wonen daar heele benden kraaien, wat voor gevolg heeft gehad, dat men een der punten waar de koning moet zijn langs gekomen, de Kraaienrots heeft genoemd. Het geheel heeft een vreemde aantrekkingskracht en moet ook den koning sterk geboeid hebben. Onverwacht is het voornemen van den koning om de rotsen te beklimmen, niet gekomen, want hij had in de auto zijn uitrusting van bergbe klimmer meegenomen. Het oestijgen van deze rotsen, is bij het eerste gezicht gevaarloos, doch zij schijnen van een verraderlijke samenstelling te zijn, omdat er zeer broze lagen tusschen liggen, die gemakkelijk loslaten als men er zich aan vastklampt of zeer glibberig worden, als het er op geregend heeft. Wee dan den toerist, die vasten voet verliest, want dan moet hij fataal in de diepte storten. Men deelde ons mede, dat in den Joop der jaren zich in deze omgeving reeds meerdere dergelijke ongelukken hebben voorgedaan. Daar komt nog bij, dat tijdens den winter verrotte blaren de glibberigheid nog aanmerkelijk help-m verhoogen. De menschen uit de'streek kennen deze gevaren en men zegt, dat in den tijd der Arenbergs, deze hun gasten nooit alléén langs die wegen lieten gaan, maar hen altijd door bewakers van het domein deed vergezellen, om ongelukken te voorkomen. Het ongeluk met koning Albert zou, volgens voorloopige constataties ter plaatse, veroorzaakt zijn door het loslaten van een blok van een dertigtal kilo's, waaraan hij zich had vastge klampt om een uitgeholde rotsnaald te beklim men en die reeds eenigen tijd geleden door nachtvorst zou gespleten zijn op een niet zoo maar dadelijk te onderscheiden wijze. Toen deze steun den vorst begaf, kon een val niet uitblijven. Zoodra te Namen het ongeluk bekend was, is het parket naar Marche-les-Dames geijld. Uit de verschillende constataties welke het gemaakt heeft, zou blijken, dat rond 2 uur 's nachts, graaf de Grüme zou gestruikeld zijn over het alpinistentouw van den koning. Even daarna hoorde men generaal Jacques de Dixmuide roepen„Komt allen hier". Op een kleine, vlakke verhevenheid lag, op een tapijt van ver dorde blaren, het reeds koude lijk van den koning. Het hoofd lag naar beneden, de armen waren in kruisvorm uitgestrekt. Boven het linker oor hing hersenmaterie uit een gapende wonde. Van de overzijde van de Maas was men met een kleine schuit gekomen, om den koning naar het kasteel van baron Carton de Wiart over te brengen voor het geval dat hij alleen maar zou gewond zijn, doch toen professor Nolf het overlijden geconstateerd had, werd door de aanwezige personen het stoffelijk overschot naar beneden gebracht en, nadat het in dekens was gewikkeld, in de wachtende hofauto neergelegd. Onmiddellijk werd dan naar Brussel gereden, met prof. Nolf en generaal Jacques in de auto, terwijl graaf de Grume en landbouwers die bij de opzoekingen behulpzaam waren geweest, ter plaatse bleven, in afwachting van het parket, dat daar een paar uren later aankwam. Het lichaam moet ineens twaalf meter laag zijn gevallen, en dan nog ongeveer honderd meter verder van de eehe rots op de andere naar beneden zijn gegleden. De bril van den koning was In de takken van een kleinen boom blijven hangen. De pet, de rugzak en het touw lagen op verschillende plaatsen van den val verspreid. De wonde aan het hoofd van den koning werd veroorzaakt door den val op een scherp stuk rots, waaraan wat haar en hersenmaterie was blijven vastkleven. Verondersteld wordt, dat het ongeluk zich tusschen 3 en 4 uur Zaterdagnamiddag moet hebben voorgedaan, zoodat het lichaam gedu rende ruim tien uur op de rots heeft gelegen Onder de menigte werd verteld, dat in den laatsten tijd de koning zich op de rotsen van Marche-les-Dames om de veertien dagen kwam oefenen, voor zijn groote beklimmingen in de Alpen en in de Dolomieten. In den mistigen dag, is het schouwspel van de ontroerde massa, diep aangrijpend. Velen hebben tranen in de oogen als zij over den overledene spreken, die in het oog van alle Belgen, tot welke opinie of partij zij óok be- hooren, een voorbeeld was van goedheid en eenvoud, van diep godsdienstig leven pn van hooge burgerdeugden. ibiio- OVERBRENGINC NAAR LAEKEN. BRUSSEL, 18 Februari (VAN ONZEN* COR RESPONDENT). Dadelijk na de tragische vondst, knielde dr. Nolf bij het lichaam van koning Albert neer, doch kon slechts den dood constateeren. Enkele inwoners van Marche-les- Dames, die aan het angstige zoeken hadden deelgenomen, droegen daarop het stoffelijk overschot naar een der. hof-auto's, waarmede het onmiddellijk naar het paleis van Laeken bij Brussel werd overgebracht, waar de droeve stoet tegen half vier 's nachts aankwam. In bij zijn van de reeds gewaarschuwde ministers de Broqueville, Janson, Jaspar en Deveze, die huil ontroering nauwelijks meester waren, werd daar dan door de doctoren Nolf en Le Boeuf het doodstoilet van het lijk gemaakt. Het hoofd is, tot bijna aan de oogen, met een doek bedekt. Herdenkings-redevoeringen voor de radio. BRUSSEL. 18 Februari. (VAN ONZEN COR- RESPOND®NTl ^en gevolge van het over lijden des konings, werden alle sport-manifes- taties van ^orldag afgelast,, sloten de stads- schouw'burSen hun deuren en werden in alle steden des lands eventueele straatvermakelijk- heden verboden. pe scholen en de universiteiten zijn op be vel van den minister van openbaar onderwijs heden Maandag ten teeken van rouw gesloten gebleven. Aan alle ministeries en tal van par ticuliere huizen werd reeds vanaf Zondagmor gen de vlag halfstok geheschen. Den geheelen dag door, telkens als er nieuwe details bekend werden, heeft het publiek dit langs de radio vernomen. In den namiddag echter begaf het zich in dichte drommen naar de centra der groote steden, om in de avond bladen uitvoeriger nieuws en mededeelingen te vernemen. Regeeringsleden hebben 's avonds per radio de hooge figuur van den doorluchtigen over ledene in korte toespraken belicht. Voor het Vlaamsche publiek werd dit in verheven woor den gedaan door minister mr. dr. van Cauwe- laert. In alle kerken van het land werd des mor gens van den kansel reeds het bericht van het overlijden des konings aan de geloovigen medegedeeld, terwijl overal na de H.H. Missen een „De pro fundis" gezongen werd en de doodsklokken werden geluid. BRUSSEL, 18 Februari. (VAN ONZEN COR RESPONDENT) Naast de talrijke reeds bin nengekomen telegrammen van taatshoofden, heeft koningin Elizabeth ook de volgende rouw betuiging van Z. H. den Paus mogen ontvan- ?en Ten diepste geroerd door het zoo smarte lijke bericht, dat het hart van Uwe Majesteit is komen treffen, en dat de koninklijke fa milie, de regeering en de burgers van deze nobele natie in rouw dompelt, drukken Wij U Ons diepste medegevoel uit en van- den zeer goeden God den vrede der rechtvaardigen voor de ziel van den zoo geliefden en zoo waardig koninklijken vorst afsmekende, vra gen Wij ook de genade van den hemelschen troost voor Uwe Majesteit, voor de koninklijke familie en voor de geheele, zoo diep beproefde natie. (get.) F. P. XI. Z. K. H. Prins Hendrik naar de begrafenis, H.M. de Koningin zal zich bij de teraarde bestelling van koning Albert van België,, late» vertegenwoordigen door Z.K.H. Prins Hendrik der Nederlanden, met gevolg. r „T&S

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1934 | | pagina 2