m rra
PIP
«li II
■Ér.;
i
TREIN EN AUTO
Is bijzondere positie der spoorwegen
voldoende reden, dal andere ver
voermiddelen de lasten
meedragen
Belastingen voor auto-verkeer hier
en in het buitenland.
WAT NEDERLAND VERDIENT.
Het totaal der inkomens van 1930-31
op 1932-1933 met 710 inillioen
gulden gedaald.
27 procent der belastingbetalers
betaalt 63 procent der belasting.
Fvüü!
Bmy-1
RRRI gSgll -
-
v •x*x
i i m
NEDERLAND IN CRISISTIJD
Vermogensbelasting 1932-1933.
Het totaal der vermogens is van 1929-
1930 op 1932-1933 met bijna
4 milliard gedaald.
t+
VOOR DE BEKEERING DER
MOHAMMEDANEN.
M1STBESTRUDINGSPROEVEN.
DE VOORTPLANTING DES GELOOFS.
De opbrengst in 1933 bedroeg 337.126,
FILMKUNST EN POLITIEK.
VRIJGESPROKEN.
HYPOTHEEKBANKEN EN
SCHIPPERIJ.
KONINKLIJK BESLUIT VAN
8 FEBRUARI 1934,
Deze regeling kan er toe leiden, dat in vele
gevallen tot zelfs 28 van degenen, die vol
doende toelatingsexamen hebben gemaakt, op
een school niet geplaatst kan worden, of dat
leerlingen uit hoogere klassen moeten worden
verwijderd. (Immers indien men b.v. 53 leer
lingen voor I heeft en II heeft twee afdeelingen
van 20, III een van 30, dan mag men 1 Sep
tember 1934 klas I niet splitsen, maar ook niet
meer dan 38 leerlingen in één afdeeiing plaat
sen. Men moet er derhalve 14 wegsturen. Heeft
men twee vierde klassen van o.v. 20 en 21
leerlingen en voor de 5e (de hoogste op een
H.B.S.!) 38 dan moet men twee leerlingen, die
over zijn, een jaar voor hun examen verwij
deren). Zoowel leerlingen, die toegelaten als
die over zijn, maar voor wie geen plaats is,
vluchten natuurlijk naar andere scholen, waar
de zeer grillig werkende regel; lyt toevallig klas
sen met een leerlingenaantal tusschen 25 en 32
(of 38!) liet ontstaan, of naar gemeentescholen,
waar misschien parallolafdeelingen zonder sub
sidie worden gehandhaafd. Gevolgen:
MET RIJKSSTEUN GEBOUWDE
WONINGEN
STEMPELEN VAN KOELHUIS-
EIEREN.
INSTELLINC INSPECTIE der
DIRECTE BEEASTINqen.
waarschuwing aan vee.
HOUDERS.
POOLSCIIE ZAKKENROLLERS.
JU
In de Dinsdagavond gehouden vergadering
van de Kamer van Koophandel voor Haarlem
en Omstreken heeft ir. W. J. Burgersdijk, di
recteur van de Noord Zuid Hollandsche Tram
weg Maatschappij, een voordracht gehouden
over het wetsontwerp verkeersfonds. Namens
de Kamer bezocht hij de protest-vergadering,
verleden week te Amsterdam gehouden en hij
bracht daarover thans rapport uit. Naar aan
leiding daarvan drong zich de vraag op, of de
Kamer al dan niet tegen dit ontwerp zou
ageeren .Men vroeg aanhouding tot een vol
gende vergadering, maar daar dit waarschijn
lijk mosterd na den maaltijd zou worden, begaf
men zich nu reeds in discussie.
Da secretaris van de Haarlemsche Kamer,
Jhr. dr. J. C. Mollerus stelde de vraag of men
het verkeer in Nederland als één geheel moet
beschouwen of als een samenvatting van ver.
schillende verkeers-belanghebbenden.
De heer Burgersdijk antwoordde daarop, dat
volgens zijn inzicht de Ned. Spoorwegen de
voornaamste plaats in het verkeer zullen blij
ven innemen. Daarnaast moet onmiddellijk de
binnenscheepvaart en het vliegverkeer genoemd
worden. Dit is één familie, die niettemin niet
altijd even lief met elkaar omgaat. Het publiek
eischt, dat de spoorwegen te allen tijde paraa'
zijn, maar daarvoor zijn dan ook groote kosten
noodzakelijk. Het auto-vrachtverkeer kan niet
in alle omstandigheden paraat zijn. Als een
vrachtrijder enkele vrachtjes heeft en er komt
iemand, die onmiddellijk geholpen wil worden
staat hij in de meeste gevallen zonder materiaal.
Dat kan en mag bij de Spoorwegen niet voor
komen, daar is een benijdenswaardige, maar
kostbare noodzakelijke reserve. Is het nu bil
lijk, in de laatste plaats bij dit apparaat aan
te kloppen? Daaruit volgt dan ook, dat het
tekort bij dit apparaat gevoegelijk op andere
vervoersmiddelen mag worden afgewenteld. Zij
leunen tegen de Ned. Spoorwegen aan, zij moe
ten dus ook de lasten meedragen.
Spreker persoonlijk, meende, dat het verkeer
in ons land rijp is voor een syndicaat, maar de
moeilijkheden lijken voorhands nog onover
komelijk. De minister wil er echter orde in
scheppen en gaat nu allereerst eenheid in eigen
verkeerslichamen en semi-lichamen brengen,
Daarvoor zal het verkeersfonds gesticht worden
De samenstelling van de centrale verkeers-com-
missie achtte spreker niet juist, ambtenaren
nemen het meerendeel der plaatsen in, dat is
fout, een grootere groep moet een woordje mee
kunnen spreken.
Het groote streven is volgens spreker, dat
alle vervoermiddelen onder gelijke voorwaarden
zullen werken. Ieder kan dan gemakkelijk
zijn eigen lasten dragen. De sociale maatregelen
en de loonen moeten gelijk zijn. De loonen bij
de Spoorwegen zijn veel hooger dan bij parti
culiere vervoerders. Bij het Staatsbedrijf wordt
b.v. 30 a 40 verdiend, waar de particulier
20 a 30 geeft. Er schuilt hier een onbillijk
heid en voorgezette loonsverlaging bij de Spoor
wegen zou het budget al een groot eind in de
goede richting brengen.
Vrachtauto-bezitters, gaat spreker voort, heb
ben opgemerkt, dat de verhoogde wegenbelas-
rtjËffg niet meer gedragen kan worden, dat dit
een doodsteek is. Deze noodkreet is moeilijk
te controleeren. Waar is, dat in het buitenland
de lasten nog veel hooger zijn, daar is de ben-
'^iftié-belasting zeer aanzienlijk. Zou de ver
hoogde wegenbelasting in verhoogde benzine
belasting worden omgezet, dan zou de prijs on
geveer 14'-s cent moeten worden, dat is nog vier
cent onder den gemiddelden kostprijs in de ons
omringende landen. Men moet dus niet te spoe
dig groote woorden gebruiken.
Spreker concludeerde, dat de Kamer van
Koophandel niet moet ageeren tegen het wets
ontwerp. Ten eerste omdat het auto-vervoer
waarschijnlijk nog niet volledig de lasten van
het verkeer draagt. Ten tweede, omdat tegen
het mede helpen aan de instandhouding van
de Ned. Spoorwegen geen bezwaren, rustende
op goede gronden, zijn in te brengen. Ten derde,
omdat ons land in het auto-vrachtverkeer nog
geen ongunstig afwijkende positie inneemt ten
opzichte van het buitenland, zoodat van een ten
gronde gaan niet gesproken kan worden.
De voorzitter der Kamer, de heer J. G. Droste,
verklaarde het niet eens te zijn met het betoog
van den heer Burgersdijk. De moeilijkheden
die de Spoorwegen ondervinden, ondervindt
men thans in eiken tak van bedrijf. In dit
geval spreekt de gewijzigde techniek een
woordje mee. Men kan toch straks de auto's
niet in bescherming gaan nemen tegen het
vliegverkeer?
Degene, die iets te vervoeren heeft, moet
eigen baas zijn en het vervoermiddel kiezen, dat
hij wenseht. Het vraagstuk is overigens niet
nieuw. In 1924 verspreidde men in Amerika
reeds een pamflet waarop stond „Het is uw
plicht van de spoorwegen gebruik te maken en
niet van een au' -o". Zulke methodes gaan toch
al te ver. De spoorwegen zullen zich allereerst
moeten aanpassen en zoo spoedig mogelijk en
volledig.
Na eenige verdere discussie besloot de Kamer
het Bureau opdracht te geven in deze kwestie
naar eigen inzicht te handelen met gebruik
making van het advies van de commissie voor
vervoer.
De eerste aflevering van het Maandschrift
van het Centraal Bureau voor de Statistiek van
dit jaar vermeldt van de Rijksinkomstenbelas
ting wederom de voornaamste cijfers en we)
thans over het belastingjaar 1932/1933 die in
vergelijking worden gebracht met de cijfers
over enkele voorafgaande jaren.
Uit deze cijfers blijkt, dat, als gevolg van de
In 1920 ingetreden malaise, het gezamenlijke
inkomen der belastingplichtigen van 1921/1922
tot 1924/1925 is gedaald met f 530 millioen en
van laatstgenoemd jaar tot 1930/1931 ten gevol
ge van de verbetering in den algemeenen eeo-
nomischen toestand wederom is gestegen met
f 606 millioen. Als gevolg van de in 1929 in
getreden economische crisis is daarop een ver
mindering ingetreden van f 710 millioen van
1930/1931 tot 1932/1933. In laatstgenoemd jaar
beliep het totaal van de inkomens 3 milliard
657 millioen gulden.
De bevolking nam van 1 Januari 1922 tot
1 Januari 1933 toe met 17,28 pCt„ met welk
percentage een vermeerdering der gezamen
lijke inkomens correspondeert van f 742 mil
lioen, zoodat geen rekening gehouden met
de waardeverandering van het geld het
totaal der inkomens over 1932/1933 f 1376 mil
lioen lager is dan het cijfer, dat verkregen
wordt, indien van 1921/1922 af het totaal der
inkomens dezelfde stijging zou vertoonen als
de bevolking.
Op overeenkomstige wijze blijkt, dat het to
taal der inkomens over 1932/1933 reeds f 846
millioen lager is dan het cijfer, dat verkregen
wordt, indien van 1930/1931 af het totaal der in
komens dezelfde stijging zou vertoonen als de
bevolking.
De totaalcijfers der belasting doen overeen
komstige dalingen en stijgingen zien. Bedroeg
de belasting in 1921/1922 in hoofdsom
13.0.093.000; over 1932/1933 was dit tot de helft
teruggeloopen n.l. f 65.172.000.
Wat het aantal aangeslagenen betreft, kan
worden medegedeeld, dat dit aantal over
1922/1923 in tegenstelling met het bedrag
der inkomens en der belasting nog iets hoo
ger is dan over 1921/1922. Per 1000 inwoners
kwamen over 1921/1922 235 aangeslagenen voor,
welk aantal daalde tot 222 over 1924/1925, we
derom steeg tot 238 over 1930/1931, waarop een
vernieuwde daling volgde tot 204 over 1932/1933.
Voor enkele van bovengenoemde jaren, met
behulp waarvan de invloed kan worden nage
gaan van de in het najaar van 1929 opnieuw
ingetreden economische crisjs, volgen hieronder
de totaalcijfers betreffende het aantal aange
slagenen, verdeeld naar de hoegrootheid van
het belastbaar inkomen, in pCt. van het totaal.
-vi'W v-
In de eerste aflevering van het Maandschrift
van het Centraal Bureau voor de Statistiek
worden gepubliceerd de uitkomsten der Ver
mogensbelasting. Het belastingjaar 1932/33 i
hierbij in vergelijking gebracht met de vooraf
gegane jaren.
De aandacht zij er op gevestigd, dat het oc-
drag der vermogens betrekking heeft op d. n
toestand van het vermogen bij den aanvang var
het belastingjaar (1 Mei). Het cijfer over 1930
1931 is nog slechts in geringe mate beïnvloed
door de in het najaar van 1929 opnieuw inge
treden economische crisis, in veel sterker mate
is dit het geval met het cijfer der volgende jare.i
Vervolgens zij opgemerkt, ua,t wegens het ont
breken van daartoe geschikte gegevens geen
rekening kon worden gehouden met de in den
loop der jaren gewijzigde waarde van het gel
(I. Aantal aangeslagenen II. Bedrag der ver
mogen3 in millioenen guldens III. Bedrag dei
belasting in hoofdsom in duizendtallen guldens).
L
II.
III.
159.449
13.589
(4-
1121)
13.007
166.362
13.284
305)
12.665
161.498
12.324
9S0)
11 020
162.188
12.183
141)
11.531
164.698
12.214
31)
11.563
170.271
12.948
(4-
734)
12.282
174.298
13.565
617)
12.874
177.457
14.073
(4-
508)
13.371
184.853
14.884
(4-
811)
14 15')
192.943
15.666
(4-
782)
14.903
197.501
15.623
43)
14.83:
194.227
14.300
1323)
13 497
180.907
11.718
(-
2582)
10.926
1921/22 1930/31
1932/33
t 800—f
1.400
31,62
41,95
42.90
- 1.400
2.000
31.43
28.44
27,85
- 2.000
3.000
20,90
15,97
15,95
3.000
5.000
9.47
8.17
8.14
- 5.000
10.000
4.40
3.67
3.59
- 10.000
20.000
1.39
1.17
1.08
- 20.000
30.000
0,34
0,29
0.25
- 30.000
100.000
0,37
0.29
0.21
- 100.000 en
daarboven
0.08
0.05
0.03
100.—
100.—
100.—
DE FELLE, LANGDUFJGE WINTER in Amerika een stad „versiert"; fantastische ijsformaties aan een huis, een waterreservoir
en een straatlantaarn in de stad Anderson (staat Indiana).
Allereerst valt hierbij op. dat alleen voor de
groep inkomens beneden f 1400.— voortdurend
een stijging van het percentage heeft plaats ge
vonden, terwijl voor de overige inkomensgroe
pen de cijfers van 1924/1925 en 1932'1933 in ver
gelijking met die van resp 1921/1922 en
1930/1931 telkens een daling doen zien.
Slechts een zeer klein deel van alle belasting
plichtigen valt in de hoogere inkomens. Over
1932/1933 maakt b.v. het aantal aangeslagenen
met inkomens van f 5,000 en meer slechts 5,16
pCt. (1921/1922 6,58 pCt.) uit van het totaal
aantal aangeslagenen.
De inkomens voor deze aangeslagenen be
dragen 27,35 pCt. (1921/1922 35.30 pCt.) van het
totaal, terwijl aan belasting werd bijgedragen
63,48 pCt. (1921/1922 72.88 pCt.) van het totaal.
De 94.84 pCt. (1921/1922 93,42 pCt.) der aan
geslagenen met inkomens beneden f 5.000.—
hadden 72,65 pCt, (1921/1922 64.70 pCt.) van
het totaal inkomen en droegen 36,52 pCt.
1921/1922 27.14 pCt.) tot het totaal der be
lasting bij. De voor deze belasting geldende
progressie komt in deze cijfers duidelijk tot uit
drukking.
Van 1921/1922 af is het gemiddeld inkomen
per aangeslagene hieronder vermeld:
1921/1922
1922/1923
1923/1924
1924/1925
1925/1926
1926/1927
f 2.619
- 2.448
- 2.358
- 2.315
- 2.331
- 2.304
1927/1928
1928/1929
1929/1930
1930/1931
1931/1932
1932/1933
f 2.287
- 2.307
- 2.340
- 2.308
- 2.253
- 2.192
De Februari-aflevering der Annalen van het
Genootschap tot voortplanting des Geloofs, pu
bliceert de volledige ontvangsten van de ver
schillende Nederlandsche bisdommen over
1933.
Wij ontleenen hieraan o.a.:
Bisdom. Netto
1933
Utrecht 86.884.46
Breda 23.323.54
Haarlem 74.404.77
Den Bosch 88.934.97
Roermond 58.279.22
Ontvangsten door be-
midd. v. Mgr. Bek
kers 249.43
Netto
1932
30.647 54
29.017.44
83.000.—
91.141.84
59.518.50
337.126.39 343.933.32
De hoofdredactie voegt aan het staatje toe:
„Als wij de cijfers van 1933 met die van 1932
vergelijken, dan hebben wij reden om tevre
den te zijn. V/el liepen de netto-ontvangsten
met bijna 7000 terug, doch in aanmerking
moeten wij ook nemen, dat de economische
omstandigheden nog ongunstiger zijn dan ver
leden jaar. Alleen betreuren wij het feit, dat
de contributies met ongeveer 7000 gedaald
.zijn. Dat wijst er op, dat het aantal leden aan
merkelijk gedaald is."
De heer A. Veraart schrijft ons
Aan de hand van de officieele gegevens, ont
vangen van het Bureau Luchtvaart van het
Departement van Waterstaat en van verschil
lende meteorologische stations langs de Neder
landsche kust en in het binnenland, kan het
volgende worden medegedeeld inzake de mist-
bestrijdir.gsproef, welke op 16 Februari j.l. is
genomen aan het Noorden Buiten-Spaarne te
Haarlem
Terwijl in Haarlem door de bij de proef
aanwezige autoriteiten is geconstateerd, dat van
13.20 uur tot 14 uur de bewolking te Haarlem
afnam van ca. 20 pet. tot ca. 10 pet., waren de
bewolkingscijfers voor de stations langs de kust
en voor de nabij gelegen stations in het bin
nenland, als volgt
Den Helder 13.20 uur) 70— 80 pet. Schiphol
(13.20 uur) 80 pet. Amsterdam (Hortus Botani
cus) 14 uur) 70 pet. Voorschoten (14 uur):
100 pet. Rotterdam (Filiaal Inrichting) (14 uur)
100 pet. V lissin gen (14 uur) 100 pet. De Bilt
(13.50 uur) 90 pet.
Zooais reeds gemeld is de proef des mor
gens te 10.30 uur begonnen bij een bewolking
van 100 pet, Nadat om 11.45 uur de zon was
doorgebroken, nam de bewolking van 13.20 uur
tot 14 uur 'zie boven» af van ca. 20 pet. tot ca.
10 pet., welke percentages met de andere ge
noemde gegevens dienen te worden vergeleken.
In den loop van de maand Maart zullen de
proefnemingen te Haarlem worden herhaald,
waarbij ook vliegtuigen der K.L.M. hun mede
werking zullen verleenen. De juiste datum,
waarop ei j zullen geschieden, zal nader worden
bekend gemaakt.
Het gerechtshof te Amsterdam bevestigde
gisteren het vrijsprekend vonnis van de recht
bank ten aanzien van drie makelaars in huizen,
die terecht hebben gestaan wegens het door
BERLIJN, 19 Februari. (V.D.) Nadat in den manipulaties met Naamlooze Vennootschappen
afgeloopen herfst de film „de adjudant van bedriegelijk bekorten van de rechten van
Zijne Hoogheid" met Vlasta Burian in de hoofd- schuldeischcrs van de N.V.'s die zij oorspron-
rol door de censuur zonder coupures was toe- kelijk hadden opgericht voor den bouw van
gelaten, heeft het Duitsc'ne ministerie voor
propaganda en volksvoorlichting thans de
film verboden, omdat de bevoegde instanties
hebben ontdekt, dat Vlasta Burian het. oude
k e i zerlijk- koni nklij k Oostenrijksch-Hongaar-
•«fe# lcfljer belachelijk heeft gemaakt.
een blok huizen te Maartensdijk. Deze N.V.'s
gingen failliet en het bleek, dat de huizen in
middels waren verkocht aan andere N.V.'s
waarvan de verdachten directeur waren.
Verdediger was mr. Muller Massis.
Een Sacraments-congregatie in
de woestijn.
In het 'aatst van het vorig jaar ontvingen
vijf jeugdige priesters uit de hand van kardi
naal Verdier op de Montmartre te Parijs het
kleed van een nieuwe kloostergemeenschap.
Daze vijf mannen willen het offerleven navol
gen van Charles de Foucauld, voormalig offi
cier, die als priester en kluizenaar een streng
gebedsleven leidde in de eenzaamheid van de
woestijn.
Omtrent deze stichting der kleine broeders, 'n
ideaal van Foucauld, meldt „St. Eucharistica"
nog het volgende:
„Door gebed, boete en voorbeeld zullen zij
den Mohammedanen toonen, -wat het Christen
dom is. Reeds vele ja-en hebben zij zich op
dit zware leven voorbereid. Gedurende twee
jaren oefenden zij zich te Tunis in de taal der
Sahara-bewoners, maakten zich met hun le
venswijze vertrouwd, kampeerden bij hen en
aten hun spijzen. Zoo willen zij alles voor al
len worden. Zelfs in Weeding passen zij gfÜft
de Mohammedaansche levenswijze aan; de ge
beden en gezangen de liturgische uitgeno
men zullen zij in Arabische taal verrichten.
De kloosterregel verlangt vier geloften: armoe
de, kuiscbheid, streng slot en gehoorzaamneid
en verbiedt het gebruik van vleesch, eieren
en visch. Het Allerheiligste zal ook des nachts
uitgesteld en aanbeden worden. Men hoopt
spoedig bij een genoegzaam aantal monniken
tot de eeuwige aanbidding te kunnen over
gaan. De bisschoppen wachten echter nog af,
wat er van deze nieuwe stichting worderf zal.
en weigeren voorloopig de aanneming van
postulanten. De voorspraak van Charles de
Foucauld, die als grondlegger van deze orde
beschouwd kan worden, zal mogelijk niet te
vergeefs sterke offergemeenschap voor deze
„kleine broeders" van den hemel afsmeeken
Wellicht is dit de eenige weg om de aannan-
gers van den Islam, die zoo moeilijk te missio-
neeren zijn, meer te benaderen en te overtui
gen van de waarheid."
In het jongste nummer van „Ons Kompas"
behandelt tot hoofdartikel nog eens het vraag
stuk der hypotheekbanken voor de schipperij
annex de problemen van aflossing en rente,
We lezen dan o.m.:
„De schuld ligt aan velen, maar niet aan den
schipper alleen.
Er zijn mij gevallen bekend, dat iemand met
nog geen duizend gulden aan totaal bezit een
schip kocht van meer dan 30.000.
Dat is natuurlijk een abnormaal geval.
De groote meerderheid echter is normaal, zij
hebben met een behoorlijk eigen bezit een schip
besteld en met voldoende eigen geld kunnen
werken.
Wie zijn de slachtoffers?
Ie. De schipper zelf is hèt eerste en groot
ste slachtoffer. Hij heeft verloren zijn eigen
moeilijk verkregen kapitaaltje, opgespaard door
jarenlange zorgen en arbeid. Hij zucht onder
een geweldigen schuldenlast en vreest, dat zijn
broodwinning, zijn schip, hem zal worden ont
nomen.
2e. De tweede hypotheekhouder, zeer vaak
de ouders of de familie van den schipper, die
van de renten moeten leven. Hun geld is weg.
3e. De eerste hypotheekhouder is slechts voor
een gedeelte het slachtoffer, want hij heeft de
eerste aanspraken op het schip, dus is geheel
of gedeeltelijk gedekt. Maar ook hij alleen, al
de anderen, en vooral de schipper zelf niet.
Wat te doen?
We spreken hier over de ijverige goedwillen
de schippers, die met zorg en arbeid hun be
drijf hebben opgebouwd.
De billijkste weg zou toch zeker zijn, dat 'de
kosten gelijkelijk werden verdeeld over al de
belanghebbenden en niet over den schipper
alleen of hoofdzakelijk.
Is de waarde van het schip vandaag 40 pet.,
dat dan alle deelhebbenden zouden laten vallen
60 pet. van hunne vorderingen.
De vraag zou zelfs te stellen zijn of in dit
geval de schipper in feite toch niet het groot
ste slachtoffer zijn zou.
Maar voor alles is thans noodig:
1. Verlaging van de rente en aflossing van
de boete.
2. Ingrijpen van de Regeering, opdat elk
geval worde onderzocht en dat de noodige
maatregelen zouden worden genomen, opdat de
schipper niet het slachtoffer worden zal.
Bij dit alles komt nog dit groot gevaar voor
geheel den particulieren schippersstand, dat bij
verkoop menig schip voor weinig geld in han
den komt van de reederij, zoodat de particu
liere schipper niet meer behoeft te varen.
Bij het huidige bevrachtingsstelsel in Rotter
dam en Ruhrort is het gevaar zeer ernstig te
vreezen, dat daardoor de reederij in zulk een
gunstige positie is gekomen, dat voor den parti
culier niet meer te vinden is.
De hypotheekbank heeft belang bij een goed
particulier bedrijf en wat doet de hypotheek
bank om te komen tot eenige saneering:"
Men schrijft ons van deskundige zijde:
Dit K.B. regelend de subsidie aan Gemeentes
voor hun scholen voor V.H.M.O. dringt deze.
tot een regeling van de klassesplitsing, die naar
wij meenen te weten zeer binnenkort zal wor
den ingevoerd voor de Rijks- en Bijzondere
Scholen.
De regeling komt in hoofdzaak (en voor
zoover de Minister geen uitzonderingen toe
staat) hierop neer:
1. Geen subsidie voor klassen met meer dan
38 leerlingen.
2. Van iedere klasse krijgt steeds één af-
deeling (of de ongesplitste klasse) subsidie.
3. Parallelafdeelingen krijgen subsidie:
a. indien zonder de splitsing meer dan 32 (in
klasse I, II en III) of meer dan 39 (in de
hoogere klassen) leerlingen in één afdeeiing
zouden zitten;
b. bovendien moet 't gemiddelde der afdee-
lingen van de drie laagste klassen (op lycea
de twee laagste klassen) tenminste 25, van de
hoogere 20 bedragen.
4. De regeling begint 1 September 1934 voor
de eerste klasse te werken en schuift ioder
je-a* één Was hooger op.
1. Hoe kleiner plaats, hoe minder kans, dat
de leerlingen een school vinden: benadeeling
van 't platteland.
2. Kinderen van een school van de eene
richting moeten vluchten naar één van een
andere, dus b.v. van Bijzondere naar Openbare
of soms van Openbare naar Eijzondere;
adit wordt nog ernstiger doordat de school
besturen uit den aard der zaak moeilijker een
klas zonder subsidie kunnen handhaven dan de
gemeentebesturen.
3. De groote massa der scholen, die thans
parallelafdeelingén bezitten, zuilen deze zien
verminderen of ze verliezen: de allerkleinste
scholen worden dus 't minst getroffen.
Maar vooral ons groeiend R.K., V.H. en M.O.
zal zeer ernstig worden getroffen'. Tal van
scholen, die zich dank zij hun leerlingenaantal
thans net staande kunnen houden, zullen dat
niet meer kunnen.
Weiken maatregel moeten we aanleggen
bij 't verwijderen der leerlingen met voldoende
toelatingsexamen? De maatstaf van de verkla
ring der hoofden en die van de toelatingsexa
mens (kinderexamens!) zijn reeds voor gewone
toelating onvoldoende gebleken, (dat ziet men
wel aan de talrijke nog steeds mislukte pogingen
om er verbetering in aan te brengen). Wil men
thans vergelijkende kinderexamens?
'b. Of zou men b.v. moeten letten op 't milieu
der kinderen? In kleinere plaatsen zullen ove
rigens financiëel beter gesitueerden hun kin
deren wel naar een naburige plaats kunnen
zenden als op de dichtstbijzijnde H.B.S. of Gym
nasium of Lyceum geen plaats is, maar wie
financiëel iets zwakker staat kan dat niet.
5. Terwijl reeds algemeen erkend is, dat
klassen van 30 leerlingen te groot zijn voor goed
onderwijs cn we misschien de bevestiging dier
stelling zien in de steeds talrijker klachten over
de resultaten van het V.H.M.O. dwingt men
ons nu practisch om in tal van gevallen zelfs
met klassen van 36 te werken.
Wat moet gebeuren met de kinderen Uit
gerepatrieerde gezinnen uit de koloniën? In vele
gevallen zal 't volstrekt onmogelijk worden om
deze nog althans dikwijls op een Katholieke
school op te nemen: meer clan 36 mogen er
niet in een klas!
7. Bovendien werkt het stelsel buitengemeen
grillig en onrechtvaardig: het eene jaar, of in
de eene plaats heeft men b.v. 49 leerlingen en
mqet men voor 13 de poorten van het V.H. en
M.O. sluiten, een ander jaar of in een andere
plaats heeft men er toevallig 50 en nu maS
men ze alle nemen. Op zeer kleine schoien waar
men geen enkele gesplitste klas heeft mag men
alles opnemen.
Tot zoffver „van deskundige zijde liet be
hoeft wel geen betoog, dat de aangegeven be
zwaren werkelijk zeer groot zijn. Een dergelijke
maatregel kan zeker niet ingevoerd worden
zonder overgangsbepalingen en zonder zekere
waarborgen tegen al te schrijnende gevolgen.
Wat het bijzonder onderwijs betreft: wij hopen,
■dat minister Marchant over het ge'neele terrein
van 3et onderwijs zijn woord gestand zal doen,
dat Ivj geen ouder, die confessioneel onderwijs
voor 2ljn kind verlangt zal dwingen tot de
neutrale school.
Verlaging onderhoudspost.
Door den heer Vliegen waren in verband met
de van Regeeringswege voorgeschreven verla
ging van den onderhoudspost over 1933-1934
voor met Rijkssteun gebouwde woningen aan
den minister van Sociale Zaken eenige vragen
gesteld. De vraag, of het juist is, dat de Regee
ring voor alie met Rijkssteun ingevolge de Wo
ningwet gebouwde woningen een verlaging van
den onderhoudspost over 1933-1934 met f 10.-,
resp. met f 5.- per woning heeft voorgeschre
ven wordt door minister Slotemaker de Bruine
bevestigend beantwoord. De minister verwijst
verder naar hetgeen hij daaromtrent bereids
heeft medegedeeld in de Memorie van Toelich
ting en de Memorie van Antwoord op zijn
begrooting voor het dienstjaar 1934. Voor wat
betreft de bevoegdheid der regeering,' wordt
verwezen naar art. 26, tweede lid, van het Wo-
ningbesluit. Bovendien wordt bij de toeken
ning van een voorschot, met of zonder bijdrage
een exptoitatieraming vastgesteld, waarop een
door de Regeering bepaald bedrag voor onder
houd voorkomt. Krachtens haar toezicht is de
Regeering bevoegd dat bedrag te wijzigen.
De verlaging geldt voor één jaar; In den loop
van dit jaar zuilen nieuwe onderhoudsnormen
worden vastgesteld, die berusten op grondige
studie. Er bestaat naai' de minister ver
klaart geen reden orn voor de in de vraag be
doelde gevaren, (kunstmatig kweeken van een
winstsaldo, verwaarloozing van het onderhoud
en afwenteling van onderhoudskosten op de
huurders) beducht te zijn.
Op een andere regeling aangedrongen.
Naar het ,,Ned. Weekblad voor Kruideniers
waren" meldt heeft het bestuur der landelijke
vereeniging van eierenexporteurs en hande
laren dezer dagen een onderhoud gehad op het
Dep. van Econ. Zaken omtrent den handel in
eieren.
De delegatie heeft daarbij o.m. bepleit, dat
eieren ongestempeld in het koelhuis zouden
mogen worden opgeslagen en, als het stem
pelen dezer eieren, ondanks de bezwaren daar
tegen, zal moeten blijven geschieden, dit te
doen plaats hebben ten dage van uitslag uit
het koeluuis met mogelijkheid om eieren uit
het koelhuis ongestempeld uit te slaan voor
landen, die ongestempelde eieren verlang®"-
Verder werd er op gewezen, dat het stempe
len van kelkeieren geheel overbodig is' ^aar
deze terstond vam versche zijn te onderschei
den.
Ten Departemente werd toegezegd deze voor
stellen bij den minister te zullen voordragen
en men stelde in uitzicht, Indien er geen over
wegende bezwaren door derden zouden worde'1
opgeworpen de gedane verzoeken voor inwiH'-
ging en verwezelijking in aanmerking te zul
len nemen
1920-1921
1921-1922
1922-1923
1923-1924
1924-1925
1925-1926
1926-1927
1927-1928
1928-1929
1929-1930
1930-1931
1831-1932
1932-1933
De vermeerdering of vermindering van het
totaal der in de vermogensbelasting vallende
vermogen ten aanzien van het voorafgaande
jaar is telkens tusschen haakjes vermeld.
Uit deze cijfers blijkt, dat onder den invloed
der in 1920 ingetreden malaise het totaal bedrag
der vermogens van 1920-1921 tot 1923-1924 U
gedaald met bijna 1407 millioen en van laatst
genoemd jaar tot 1929-1930 als gevolg van d»
verbetering in den algemeenen economische')
toestand wederom is gestegen met ruim ƒ3183
millioen. Als gevolg van de in 1929 ingetreden
economische crisis is daarop een vermindering
gevolgd van ƒ3948 millioen van 1929-1930 -n'.
1932-1933. Het vermogen over laatstgenoemd
jaar is hierdoor ƒ1871 millioen lager dan dat
over 1920-1921 (13.77 pet.).
De bevolking nam van 1 Januari 1921 tot
1933 toe met 19,20 pCt., met welk percentage
een vermeerdering der gezamenlijke vermogens
correspondeert van f 2.609 millioen, zoodat, in
dien geen rekening wordt gehouden met de
waarde-verandering van het geld, het totaal
der vermogens over 1932/1933 f 4.480 millioen
lager is dan het cijfer, dat verkregen wordt,
indien van 1920/1921 af het totaal der vermogens
de "lfde stijging zou vertoonen als de bevol
king.
Op overeenkomstige wijze blijkt, dat het to
taal der vermogens over 1932/1933 zelfs reeds
f 4.650 millioen lager is dan het cijfer, dat ver
kregen wordt, indien van 1929/1930 af het
totaal der vermogens dezelfde stijging zou Ver
toonen als de bevolking.
Ook de cijfers van het onzuiver bedrag der
belasting vertoonen eenzelfde beeld.
Betreffende het aantal aangeslagenen zij ver
meid, dat in tegenstelling met het bedrag dér
vermogens en der belasting, het aantal over
1921/1922, over 1923/1924 en over 1930/1931"fel-
keus hooger is dan dat over het onmiddellijk
daaraan voorafgaande jaar. Per 1000 inwoners
kwamen over 1921/1922 24 aangeslagenen voor,
v/elk aantal daalde tot 22 over 1923/1024/we
derom steeg tot 25 over 1029/1930 en 1930/1931,
waarop een vernieuwde daling volgde tot 22
over 1932/1933.
Vergelijkt men het aantal aangeslagenen in
de verschillende vermogensgroepen, dan blijkt,
dat dit van 1920/1921 tot 1923/1924 alleen voor
de groep aangeslagenen met vermogens beneden
C 50.000 is gestegen en voor de andere groepen
te zijn gedaald. Van 1923/1924 op 1929/1930 zfjrt
voor elk der vermogensgroepen de cijfers steeds
gestegen; daarentegen zijn de/e 1929/1030
op 1932/1933 voor de vermogensgroepen boven
de f 30.000 wederom gedaa'J- T>an de genoemde
vier jaren volgen deze cijfers hieronder:
Hoegrooth. v. d. verm
in duizendtallen Aantal aangeslagenen
1920/21 1923.24 1929.-30 1932/33
16—f
30—f
50—f
100—f
200—f
300—f
30
50
100
200
300
500
500—f 1000
f 1000 en hooger
64.406
38.035
30.795
14.723
3.588
3.390
2.267
1.239
70.930
38.087
29.814
13.725
3.953
2.876
1.857
946
82.307
45.341
35.582
17.022
5.096
3.795
2.438
1.362
85.025
42.574
31.309
13.492
3.767
2.599
1.459
682
Nog werd
gewezen
de wensobehjkheid
de contingenten voor den uitvoer naar Uuitsch-
land niet per maand uit te reiken-
In deze werd een nader onderzC,e't ril zoo
noodig overleg niet de Duitsche Be§eering toe
gezegd.
De Minister van inancien heeft ingesteld
met ingang van inspectie der directe
belastingen te en bepaald dat
tot deze inspects Zlii^en behooren de kantoren
der directe belastingen en accijnzen te Haar
lemmermeer ^n Nieuwer-Anistel, welke thans
onderscheidenlijk ressorteeren onder de inspec
tie der directe belastingen te Haarlem en Am
sterdam-
Men verzoekt ons plaatsing van het volgende:
Het blijkt dat den laatston tijd veehouders
koeien koopen van handelaren, die tevens het
Marvoor benoodigde kapitaal verstrekken, dat
'n maandeiijksche termijnen, verhoogd met
rente, moet worden terugbetaald.
Naar thans bekend is geworden, ontvangen
deze veehouders bezoek van personen die zich
rechtskundige adviseurs noemen en deze wijze
van betalen, in verband met het rentepercen
tage, als „schadelijke woeker" aanduiden,
waaraan zij, mits een behoorlijke vergoeding
wordt betaald, „wel eens een eind zullen ma
ken". y
Veehouders, die meenen, dat zij door vee
handelaren op onbillijke wijze worden behan
deld, door het betalen van abnormaal hooge
rente, wordt aangeraden, alvorens in te gaan
op de aanbiedingen van de z.g. adviseurs, zich
lot de politié te wenden.
Totaal 159.449 162.188 192.943 180.907
Uit deze z:et rnen, dat slechts een klein
deel va» aIle belastingplichtigen in- de hoogere
Vermogen.sSroePen vallen. Het aandeel dezer
groep®11 111 het totaal der vermogens en der
belasting is evenwel van veel meer belang.
Zoo bezaten over 1920/1921 en 1932/1933° de
resp. 40, 39 en 47 der aangeslagenen voor
vermogens beneden 30.000 tezamen resp. 10.
en 15,33 van het totaalvormogen en droe
gen slechts resp. 6,28 en 9,53 bij tot de
lotaalópbrengst der belasting in hoofdsom.
Daarentegen hadden de resp. 0,73 en 0,37 "i
der aangeslagenen voor vermogens van
1.000.000 en hooger resp. 19,90 en 12,45 van
het gezamenlijk vermogen en droegen resp.
20,78 en 13,31 tot de totaalopbrengst der be
lasting bij.
Het gemiddeld vermogen per aangeslagene
is van 1920/1921 af hieronder vermeld:
1820/1921 85.000
1921/1922 - 80.000
1922/1923 - 76.000
1923/1924 - 75.000
1924/1925 - 74.000
1925/1026 76.000
1926/1927 - 78.000
1927/1928 - 79.000
1928/1929 - 81.000
1929/1930 81.000
1930/1931 - 79.000
1931/1932 - 74.000
1932/1933 - 65.000
Uit deze cijfers blijkt, dat het gemiddeld ver
mogen na een daling van 85.000 over 1920/1921
tot f 74.000 over 1924/1925, over de volgende
jaren weer regelmatig is geslegen tot 81.000
over 1928/1929 en 1929'1930, om daarna weer te
Balen tot 65.000 over 1932/1933, waardoor het
20.000 blijft beneden het hoogste cijfer uit
bovenstaand overzicht (1920/1921) èn nog
f 9.000 lager is dan het laagste dezer cijfers
(1924/1925 en 1931/1932).
Voor de Roermondsche rechtbank hadden
zich twee Poolscbe vrouwen te verantwoorden,
die op 30 December van het vorig jaar op de
markt te Helmond 'n 30-tal portemonnaies met
geld wisten te rollen.
Het O. M., dat een brief had ontvangen uit
Lodz in Polen, waaruit bleek, dat men hier t«
doen heeft met twee beruchte internationale
dieveggen, eisebte tegen de een IV. T., een ge
vangenisstraf van drie en tegen de andere, E.
JtL anderhalf jaar gevangenisstraf.