H. M. KONINGIN-MOEDER EMMA t
IN HET GRAF DER ORANJE'S
BIJGEZET.
TWEER
DAGBLAD VOOR SCHIEDAM EN OMSTREKEN.
57ste JAARGANG.
WOENSDAG 28 MAART 1934
No. 16908
BUREAU: KOEMARKT 4, SCHIEDAM
TELEFOON INTERCOMM. No. 68085
DE ROUWDIENST IN DE NIEUWE
KERK TE DELFT.
Plechtigheid waar het zuiver
menschelijke domineerde
en ontroerde.
De stoet nadert.
den3 'ang wachten kondigde een stoot van
KONINGIN EMMA LEEFT VOORT.
DE RADIO-UITZENDING.
In Oost- en West-Imlië goed
ontvangen.
DAG VAN KONINKLIJKE STAATSIE
EN DROEVE PLECHTIGHEID.
VERTREK DER VORSTELIJKE
GASTEN.
HET MILITAIR EEREFRONT.
HERDENKINGSDIENST TE LONDEN.
DE REGELING TE DELFT.
DIT NUMMER BESTAAT UIT,
DRIE BLADEN
HARDLEERSCH.
t LEENEN, LEENEN.
De ABONNEMENTSPRIJS van de NIEUWE
SCHIEDAMSCHE COURANT bedraagt, franco
bij vooruitbetaling:
Per drie maanden 3.25; per maand 1.10;
per week 25 cents.
Bij bezorging franco per post bedraagt de
abonnementsprijs per drie maanden f 3.75, bij
vooruitbetaling.
T nqsnr EXEMPLAREN lijn steeds aan ons
bureau Koemarkt 4 verkrijgbaar a 5 cents
per stuk.
POSTCHEQUE- EN GIRODIENST No. 81440.
NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT
m
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt:
Voor 16 regels 1.55, elke regel meer 25 ets.
Bij contract aanzienlijke reductie.
Geen prijs verhooging voor den Zaterdagavond.
Reclames tusschen den tekst dubbel adv.tarief.
Liefdadigheidsadv. half tarief. Voor Liefdadig-
heidsadv. worden geen contracten afgesloten.
Kabouter-advertenties: 5 regels 0.50: 10
regels 1.—, 15 regels 1.50, bij vooruit
betaling. Porto voor opzending van brieven
gelieve men bij te voegen.
bij overlijden door een ongeval 500.- Lij verlies van beide handen, voeten of oogen; ƒ250.- bij verlies van één hand, één voet of één oog; ƒ150- bij verlies van een duim; ƒ75.- b^ verlies van
een wijsvinger 50.— bij verlies van
Gratis-Ongevallenverzekering f Tedem7ten"dl7viLers^van een handT 25— bij verlies van eiken andere; vinger. - De Verzekering loopt op de voorwaarden als eenmaal per maand in dit blad wordt afgedrukt.
Hoewel tienduizenden zoowel in de Residen
tie als in de Prinsestad getuige zijn geweest
van de indrukwekkende lijkslatie van Hare
Majesteit de Koningin-Moeder en langs den
-weg hebben kunnen gadeslaan, op welke im
posante wijze Haar stoffelijk overschot van he
Paleis aan het Lange Voorhout naar de
we Kerk in de Prinsestad werd o verge rac
toen eenmaal de lijkkist onder
rouwportaal van de kerk was binncmg
werd het slot van de plechtigheM
tenis, die slechts weinigen geoe
te maken.
Z. H. Exc. Mgr. Jansen, Aartsbisschop van
Utrecht, bij zijn aankomst voor de
Nieuwe Kerk te Delft-
la verband met de restauratie van dit mau
soleum van bet Oranjehuis, kon slechts een
zeer klein deel van de kerk, de twee zijbeu
ken en een deel van den kooromgang, voor dit
doel worden gebezigd. in het achterdeel van
dezen kooromgang was een gedeelte gereser
veerd voor de vertegenwoordigers van de pers,
die van hieruit tusschen de kolommen en het
groote Willem de Zwijgermonument door de
plechtigheden konden volglh.
Reeds lang, voordat de stoet in Delft aan
kwam, waren de autoriteiten, die niet in den
stoet zelf meekwamen, in de Nieuwe Kerk
bijeengekomen. De stoelen in de noordelijke
zijbeuk, welke waren gereserveerd voor de
vorstelijke personen en de hofdignitarissen,
bleven zoo het langst onbezet.
Aan weerszijden van den ingang tot den
grafkelder stond een tien man sterke militaire
wacht opgesteld. Rechts de Adelborsten van
den Helder onder leiding van luitenant ter
zee Steenkamp, links de cadetten vatj Breda
onder kapitein Bakker. Beide troepen hadden
z geschaard rond heur met rouw omfloerste
vaandel. 2ij waren veidtenue gestoken
evenals de manschappen die in den lijkstoet
mee marcheerden.
Tegen een der blanke pilaren van het koor
vlamden de purperen mantels van twee Neder-
landsche bisschoppen: 2.jj jjxc Mgr. J- H. G.
Jansen, Aartsbisschop Van Utrecht en Z.H,
Exc. Mgr. J. D. J. Aengenent, Bisschop van
Haarlem.
Overstra&ld door het veelkleurig licht, dat
door 'de gebrandschilderde ramen van den
zuidelijken °choorgang naar binnen viel, waren
de civiele en militaire autoriteiten gezeten m
bun van goud en zilver flonkerende unifor-
mem Alles wat aan statie nog m Nedeiland
Wor(Jt gedragen, kon men hier bijeen vinden.
s^af van een der ceremoniemeesters de
°mst aan van H. M. de Koningin, die
of de intocht van de lijkstatie binnen de kerk
kon worden verwacht.
Iedereen zocht nu zijn plaats op en verbeid
de in stilte het oogenblik, waarop de groo
te deuren in de houten afscheiding tusschen
langschip en transept zouden worden geopend
en de stoet plechtig zou binnen trekken.
Het orgel van de Nieuwe Kerk, bespeeld
door den blinden organist van Tienen, zette
jj^pa-oviseerend het Waldeck Pyrmontlied in
met zijn eenvoudig, frisch motief.
Eindelijk om tien voor half drie gingen de
deuren open en kreeg men van achter den
kooromgang een prachtig overzicht in den
langen gang naar buiten. Het gedempte licht
der lusters van deze in de kerk uitgebouwde
chapelle ardente werd van achter afgesloten
door een gordijn van stralend zonlicht, dat
van het Marktplein naar binnen viel.
Tegen dezen gouden achtergrond van licht
zagen wij den stoet de kerk betreden.
In het transept gekomen, namen de hof-
dignitarissen hun plaatsen in, waarna lang
zaam de kist naderde, omgeven door de ka-
merheeren en gevolgd door den stoet der
vorsten.
Zacht ruischen langs de gewelven de orgel
tonen. Ieder volgt met stille ontroering deze
entree funèbre. Binnen de overkoepeling van
het kerkgebouw heerscht een plechtige stilte.
Van buiten klinken de beierende klokken van
de Delftsche torens op het rhythme van den
ouden Bourdon, welke uit de galmgaten van
de oude kerk zijn doodenzang zingt.
Terwijl de kist op de purperen katefalk
wordt opgebaard, gedekt wordt met het flu-
weelen koningskleed der Oranje's en daarbo
ven voor het laatst de koningskroon, welke Zij
eenmaal droeg, komt te rusten, worden de
vaandels geheven en de militairen nemen de
houding aan.
De rouivdienst.
Het is half drie als de kerkelijke dienst een
aanvang neemt. Na het votum volgt de Evan
gelie-lezing van Mathaeus 28 vers 1 tot 7, het
verhaal van den Engel, die aan de vrouwen
de opstanding van Christus uit den doode me
dedeelt.
De woorden van den hofprediker klinken
dof en met moeite zijn zijne woorden alle te
volgen. Toch is het in de kerk doodstil.
Na het gezang, volgt de toespraak, waarvan
elke zin, elk woord een nadruk krijgt. Men
luistert in stille aandacht in deze oogenblikken
van wijding, die bijna doen vergeten, dat wij
hier aan een lijkbaar staan van een Konings-
vrouwe. In den dood geldt voor het aange
zicht van God alleen de mensch.
Iedere minuut klinkt de doffe slag van een
kanonschot en zonder ophouden beieren de
klokken der Delftsche torens.
Het is hier in deze oogenblikken van stille
overpeinzing, van een blik op den mensch
omlaag en van een blik naar God omhoog,
van gebed en vertrouwen in den Allerhoogste,
waarmee de Oranje's hun dooden ten grave
dragen of in heel de wereld om ons heen de
klokken alsmaar luiden en luiden.
Van de lijkrede gaat de hofprediker in ge
bed over, waarin hij zoo juist den gevoelstoon
van allen weet te treffen, wanneer hij zegt,
dat door onze droefheid heen, onze dank op
gaat naar God, voor wat Hij in deze Konin
gin-Moeder voor Volk en Vorstenhuis heeft
gedaan. En ook wanneer hij God bidt, dat Hij
het Kon. Huis met Zijne liefde zal blijven
omstralen.
Tot op het laatste oogenblik, ook in deze
stonde van kerkelijke wijding, vindt Neder
land zijne eenheid van vast godsvertrouwen,
van diepe, eenvoudige, maar °Prechte god
vruchtigheid.
Een supreem moment, waaraan a es echt
was en waar en dat door geen enke en ij delen
wanklank werd verstoord.
Zoo heeft Nederland dan eindelijk voor
goed afscheid genomen van Koningin Emma.
't Heeft lang geduurd; 't was een lang
afscheid, omdat het zoo zwaar en moeilijk was.
Acht volle dagen verliepen tusschen het
vredig verscheiden en de- bijzetting op een
stralenden zonnedag.
Toch was de tijd nog haast te kort om aan
het Nederlandsche volk voldoende gelegenheid
te laten om uiting te geven aan die wijde,
breede en diepe genegenheid en dankbaarheid
voor Haar, met wie het zich zoo innig één
gevoelde.
Nu is het afgeloopen
Neen, er blijft iets, er blijft nog heel veel
Er blijft het voorbeeld van Haar, die ging:
het voorbeeld van toewijdingsvolle, fijne,
moederlijke plichtsvervulling onder alle, vaak
niet gemakkelijke omstandigheden.
De ongemeen aantrekkelijke figuur van
Koningin Emma heeft te diep ingewerkt op
ons volk, om er spoorloos aan voorhij te gaan.
Onze natie heeft in Haar gevonden de ver
persoonlijking van de deugden, die ons kleine
volk groot kunnen maken.
Het zal ons een eer en een plicht zijn het
voorbeeld van hooge deugd, ons op zoo
gratievolle, pretentielooze wijze gegeven naar
best vermogen in eigen leven tot uitdrukking
te brengen.
Koningin Enima leeft voort.
Naai' wij vernemen is de uitzending van de
begrafenisplechtigheid in Oost en West over de
rijkszenders te Kootwijk een succes geweest.
Blijkens telegrafisch uit Batavia ontvangen
bericht is de uitzending van de plechtige bij
zetting in Nederlandsch Oost-Indië goed ont
vangen, het laatste gedeelte, de plechtigheid
in de kerk, zelfs zeer goed.
De rijkszenders P. C. K. en P. C. X. werden
op drie gouvernementszenders heruitgezonden
voor de buitengewesten, verder op vier N. I.
R. O. M.-zenders en op een vijftiental zenders
van plaatselijke vereenigingen.
Curagao meldt de geheele uitzending van
P. D. V. en P. C. K. als een schitterend succes,
bevestigd door tal van luisteraars.
Ook te Paramaribo kon de uitzending uitste
kend worden gevolgd.
evenwel
haar
met
niet in de voor-kerk verscheen, doch
gevolg in een der hiertoe ingerichte
vertrekk e> 111 c,-lj
komst n ky den voet van den toren- de
Te k3,an den lijkstoet bleef afwachten.
welkeWait °ver twee kwam men de kransen,
komen atllter den lijkwagen waren m<
den stoet11 kerk neerieggen. De koP
aan "pk 'VVas derhalve - reeds voor de kerk
en en het zou niet lang tneer duren
Nog klinkt een smeekgezang
en wordt de
zegenbede uitgesproken, dan nadert de p ech-
iigheid haar einde, al zal dit slot nog eenigen
Ujd in beslag nemen.
He Hofmaarschalk verlaat de kerk met de
koningskroon, het purperen koningskleed
wordt weggenomen en vijf minuten over drie
s aatl de dragers met de kist in hun midden
t.ereed voor den laatsten tocht.
De laatste tocht.
wachten aan beide zijden van de Ko-
!;lï^— presenteeren het geweer. Het or-
oe ze plotseling het aloud Wilhelmus in, met
azuinen ondersteund en op den cadans van
eze lymne, welke zoo vele Nederlanders tot
groo e c.a en heeft geïnspireerd, daalt het stof-
i] oveisc °t van de Koningin-Moeder in den
grafke er neer; gevolgd door de in zwarten
sluier gehulde Koningin-dochter.
Als het orgel na twee coupletten van het
Wilhelmus te hebben gespeeld, weer zwijgt,
gaan er oogenblikken voorbij van een beklem
mende stilte.
Daar beneden neemt een dochter afscheid
van haar veel beminde moeder.
Ook nu is het, ondanks het plechtig cere
monieel van verzegeling van de kist door den
Minister van Justitie en ondanks al de veel
kleurige statie, welke rond den geopenden
grafkelder ten toon wordt gespreid, toch het
zuiver-menschelijke, wat domineert en ont
roert.
We wachten in stilte het einde van de plech
tigheid af, als plotseling buiten het Wilhelmus
wordt aangeheven, 't Is of een gansch volk
rond de muren van het Godsgebouw dit nu als
een zegezang uitjubelt, ondersteund door het
machtig klokkengelui.
De deuren worden geopend, het gouden zon
nelicht straalt weer in de verte en in dit per
spectief verlaat diep onder den indruk de
Koningin met haar gevolg het Oranje-mauso
leum.
Vertrek uit Delft.
Eerst vertrokken Z.K.H. Prins Hendrik, de
Graaf van Vlaanderen, Prins Eugen van Zweden
en de Prins van Luxemburg.
Daarna volgden de andere gasten en te tien
minuten over half vier verlieten H.M. de Ko
ningin en H.K.H. Prinses Juliana, vergezeld van
twee vorstelijke familieleden het kerkgebouw.
De pijpers en tamboers van de mariniers
gaven een signaal, waarna de kapel van de
Marine het Wilhelmus inzette.
Langzaam reed de auto door de haag van
militairen die het geweer presenteerden. Op de
Markt wuifde de menigte in stilte Hare Ma
jesteit toe.
Te kwart voor vier arriveerden Prins Hen
drik, Prins Karei van België en Prins Eugen van
Zweden aan 't paleis aan 't Voorhout. Prins Felix
van Luxemburg, die zich in dezelfde auto be
vond, reed door naar het hotel Des Indes.
Even 4 uur keerde H. M. de Koningin met
de gasten in de verschillende auto's in de re
sidentie terug.
Inmiddels arriveerde ook Prins Felix van
Luxemburg in het Paleis aan het Voorhout
Langs den weg, die nog duidelijk de sporen
vertoonde van een verblijf van vele uren door
een groote menschenmassa, hadden weer dui
zenden, zelfs tienduizenden zich opgesteld om
den langen stoet van particuliere en hof-auto's
thans te zien voorbij snellen in tegenstelling
met den plechtstatigen gang van den rouw
stoet.
Om half 5 waren de auto's gepasseerd en
kon de afzetting worden opgeheven. De men-
schenmenigte, die zich over de twee zijden
van den weg had verdeeld, smolt nu ineen
om zich vervolgens in verschillende richtin
gen te verspreiden.
Eenige minuten later reden trams, auto's
en bussen weer in verschillende richtingen,
namen passagiers op en zetten passagiers af
en het verkeer dat gedurende bijna een dag
langs deze afgezette wegen was stopgezet,
hervatte zijn gewonen gang.
Aanvankelijk heerschte er nog eenige bij
zondere drukte, maar geleidelijk zakte deze
af tot de normale.
De treinen en bussen hadden de bezoekers
van elders weer opgenomen en de Hagenaars,
nog vol emotie over den plechtigen staatsie
stoet, die aan hun oogen was voorbijgetrokken,
waren huiswaarts gekeerd.
Niet spoedig zal de residentie, zal Neder
land den grootschen dag van gisteren ver
geten.
Gisteravond zijn de vorsten van Wied en
van Bentheim en Steinfurt uit 'sGravenhage
vertrokken en is lady Mey Abel Smith per
Harwichboot naar Engeland teruggekeerd.
De plechtigheid van de begrafenis van H.
M. de Koningin-Moeder behoort weer tot het
verleden. De tienduizenden, die naar de Re
sidentie of de Princestad zijn gekomen om
door hun tegenwoordigheid hun laatste hulde
te betuigen aan de overleden Vorstin, zijn
weer vertrokken. In Den Haag blijft nu een
plaats ledig, de milde bewoonster van het
groote grijze huis aan het Voorhout keert
niet terug; De standaard van H. M. de Ko
ningin-Moeder is neergehaald voor goed.
Wie zal straks dat huis aan de statige lanen
van het vorstelijk Voorhout gaan betrekken?
Wie zal het zeggen? Zal de jongste Oranje,
vorstin er haar hooggeëerde grootmoeder op
volgen?
Allemaal vragen,idie nu bij den voorbijgan
ger opkomen. Maar thans is het toch nog
het „paleis van de Koningin-Moeder".
Velen kwamen gisterenmiddag na de bijzet
ting van haar stoffelijk overschot in het
Oranje-Mausoleum nog even naar het beken
de hoekje in het Voorhout terug, als wilden
zij nog even afscheid nemen van een lieve
herinnering.
Ook wij, journalisten, hebben een herinne
ring aan het paleis aan het Voorhout, een
herinnering aan dagen van spanning, waarin
wij intens meeleefden met hetgeen er achter
die grijze muren en hooge ramen gebeurde.
Wij gevoelden, dat in onze belangstelling
zich concentreerde de belangstelling van ge.
heel het Nederlandsche volk.
Wij hebben ook een herinnering aan een
tiental dagen van langen en zwaren arbeid om
onze lezers zoo goed en zoo vlug mogelijk op
de hoogte te houden van hetgeen er in dat
groote huis met zijn uitzicht op de breede
alleeën van het Voorhout voorviel.
De herinnering daaraan zal ons niet spoe
dig verlaten.
Wanneer de Nederlandsche pers in staat is
geweest haar lezers goed en vlug in te lichten
omtrent de ziekte en het overlijden van de
Koningin-Moeder en over de groote belang
stelling en deelneming bij dat heengaan be
toond, dan is dat voor een groot deel ook te
danken aan de welwillendheid en bereidvaar
digheid van de directie van Hotel des Indes,
met name van den heer Rey, die ons zoo gast
vrij zijn mooiste en best gelegen vertrekken
beschikbaar stelde, waar wij een onbelemmerd
uitzicht hadden op hetgeen er om en bij de
woning van de vorstelijke gebuur voorviel en
waar wij onze informaties konden opdoen en
onze indrukken verwerken Wij durven gerust
te verklaren „dat wij zonder de hoffelijke
medewerking van den heer Rey, onze lezers
nimmer zoo goed en zoo vlug hadden kunnen
inlichten als thans het geval is geweest.
Naar wij vernemen, hebben ruim 1000 re
serve-officieren uit alle rangen en uit alle
streken van het land deelgenomen aan het
militair eerefront, dat zich onder commando
van reserve-kolonel Verberne tijdens de over
brenging van het stoffelijk overschot van H.
M. de Koningin-Moeder voor het paleis in het
Voorhout had opgesteld.
Reuter seint uit Londen dat gisterenavond
in de Nederlandsche kerk Austin Friars een
herdenkingsdienst plaats had voor Koningin
Emma.
Talrijke leden van de Nederlandsche kolo
nie woonden den dienst bij.
Het moet iedereen, die in Delft of in de naaste
omgeving der stad de plechtigheden heeft gade
geslagen, wel opgevallen zijn, hoe kalm en
rustig alles zijn beloop had. Gisteren reeds
schreven wij dat het voor een groot dee",
aan de prachtige regeling van de
politie te danken was, dat het aspect van
Delft zelfs op de drukste uren, toen duizenden
en nog eens duizenden de stad binnenkwamen,
zoo volkomen rustig was.
Wij willen dit compliment thans nog eens
extra onderstreepen. Een alleszins bevredigen
de verkeersregeling voor. een dag als die van
gisteren te maken, is lang geen sinecure en wei
nigen slechts zullen bevroeden hoeveel werk
dag en nacht lang, verricht is om deze verkeers
regeling tot stand te brengen. Hulde aan bur
gemeester mr. van Baren, commissaris v. d. Zee
en het geheele Delftsche politiecorps!
Naast deze waardeering staat er een van
meer persoonlijken aard voor alles, wat door de
Delftsche autoriteiten en den dienst van de
P.T.T. met de voortreffelijke assistentie van den
heer v. d. Pol, hoofdredacteur van de „Delft
sche Courant" voor het leger van verslagge
vers, dat te Delft de plechtigheden bijwoonde,
is gedaan.
De plaats, die voor de redacteuren van de
verschillende kranten was gereserveerd, was
uitstekend gelegen en stond in onmiddellijke
verbinding met een schoollokaal, waar behalve
goed geoutilleerde werkkamers, niet minder dan
49 telefooncellen waren ondergebracht.
Zelden is ons het uitbrengen van een verslag
zoo vergemakkelijkt als gisteren.
Wat de drukte betreft kan worden mede.
gedeeld, dat vóór 9 uur gisterenmorgen per
trein uit de richting Rotterdam ongeveer
20.000 menschen te Delft arriveerden en 10.000
uit de richting den Haag. Na 9 uur kwamen
daar nog een 10.000 personen bij.
Hoeveel fietsen er gestald zijn, is niet bij
benadering te zeggen evenmin als bet aantal
auto's, dat geparkeerd was.
De G.G.D. van Delft heeft in een honderdtal
gevallen handelend moeten optreden. Geluk
kig waren hierbij geen ernstige patiënten. Wel
bevonden zich onder hen een dertig soldaten
van de afzetting van den weg, die van over.
vermoeidheid waren flauw gevallen.
Verwacht wordt:
Meest matige, Noord-Oostelijke tot Ooste
lijken wind, licht tot half bewolkt, droog weer,
aanvankelijk iets kouder.
Wat zijn wij, Nederlanders, van hoog tot
laag, op sommige punten toch hardleersch
en.... weinig fijngevoelig; zelfs op belang
rijke en teere punten.
Koning Albert sterft, en de Gouverneur-
generaal van Nederlandsch Indië betuigt aan
den nieuwen heerscher van het tweetalige
land zijn deelnemingin het Fransch.
Koningin Emma sterft; de Belgische Prins
Karei komt ter begrafenis, en nauwelijks
heeft hij één stap gezet in de Nederlandsche
hofstad, of hij wordt begroet met,,Vive
le Prince" door een paar dames, die zich
zelfs niet afvroegen of alle gejuich bij deze
gelegenheid niet beter achterwege ware ge
bleven.
Ja, we zijn, zelfs op dit punt hardleersch.
Is het voor onze Vlaamsche broeders niet
om dol te worden?
Maar zij zijn helaas! zóóveel gewend van
t Fransch radbrakende Nederlanders....
DRUKTE IN DEN HAAG
's Gravenhage, 27 Maart.
De straten, waar de stoet is langs getrokken,
blijven duidelijk herkenbaar: niet alleen aan
de betimmeringen voor de winkels, niet alleen
aan de soms prachtige rouwétalages, of aan de
houten tribunes, die ieder stukje open ruimte
tusschen de huizen vullen, maar ook aan den
grond: het is één chaos daar van sinaasappel,
en bananenschillen, van apennootjes-resten en
vetvrij papier, neen van alle soorten papier
Op de pleinen, voor sommige winkels, hokken
de massa's nog samen, een grillig, zwart men
schenkluwen, dat men telkens in het stadsbeeld
ziet terugkeeren. Het zijn luisteraars, die niets
van de plechtigheden willen missen en tot het
einde van den kerkdienst te Delft, daar bij den
grooten luidspreker de wacht houden.
Tusschen de drukke menschen-massa wan
delen de gemoedelijke politieragenten, gezonde
vriendelijke gezichten, robust-sterke figuren.
Ze hebben vandaag een vermoeiende en een
lange, maar niet direct een lastige taak gehad,
want het publiek was overal uiterst gewillig,
gaf aan de eerste aanmanningen onmiddellijk
gehoor en gedroeg zich zoo ordelijk als bij een
dergelijke drukte maar mogelijk is.
Zij die vreesden, dat zij door de overgroole drukte niets van den begrafenisstoet
van Tl. M. de Koningin-Moeder zouden zien. hebben zich op het
Rijswijkscheplein opgesteld met zelf gemaakte periscopen.
Een der meest pijnlijke leemten in het
program der N.S.B- was wel, dat zij ons to
taal in het onzekere liet omtrent de finan
ciering van hare plannen, waaronder er wa
ren, die dergelijke sommen zouden vragen,
dat de plannenmakers zelf er vermoedelijk
geen flauw idee van hadden.
Een positieve financieele paragraaf ont
brak in dit staatkundig program.
Dit was te erger, omdat een tot heden zeer
gebruikelijk middel van financiering, n.L
leenen, zoo barsch mogelijk werd afgewezen.
Radicaal uit den booze!
En wat zien we nu bij de Duitsche Na-
tionaal-Socialisten?
Leenen, leenen en nog eens leenen!
De minister van Financiën heeft het ons
onthuld.
Hij vertelde er ook bij dat hij dit geenszins
licht opnam.
Dat moest er nog bij komen: 't gaat over 6
milliard.
Maar hij moest een beroep doen op de re
serves van de toekomst.
Dat is niet onjuist mits het verstandig en
met mate geschiedt.
Maar dan blijkt de zoo fiere geste van onze
N.S.B—mannen een hopeloos leeg gebaar.
Een houding zonder gezonde basis.
De manier, waarop de politie haar taak vol
bracht heeft, heeft daaraan echter niet weinig
meegeholpen, alle agenten, die wij ontmoetten,
waren even voorkomend en soepel, en hoewel
de afbakeningen natuurlijk strikt gehandhaafd
werden, gebeurde dat bijna steeds met een
tact, die menigeen in de gelegenheid stelde den
stoet te zien waar hij anders tegen zwarte men-
schenruggen zou hebben aangekeken. In het
bijzonder zijn er banden van vriendschap ge
groeid tusschen de politie en de jeugd, want
menig schuchter schoolkind heeft aan een scher
pen blik en een goed woordje van een dikken
„Bobby" een uitstekend plaatsje te danken ge
had.
Het Nederlandsche volk heeft zich in deze
overweldigende drukte van een prettige, zeer
ordelijke zijde leeren kennen, en al wie geneigd
is ons volk van wanordelijkheid en gebrek aan
tuchtgevoel te betichten, kan zich eens spiege
len aan dezen dag.
De spoorwegen.
Van het Hollandsche Spoor-station zijn in
den loop van den dag 160 extra-treinen ver
trokken naar de verschillende richtingen. Ook
van het Staatsspoorstation vertrokken in den
loop van den avond weder de verschillende
extra-treinen, die des ochtends vele duizenden
uit het Noorden en Oosten des lands naar de
residentie hadden vervoerd, om de droeve
plechtigheid bij te wonen.
Naar wij vernamen, hebben zich geen bij
zondere moeilijkheden met het spoorwegverkeer
voorgedaan. Het groote aantal extra-treinen
maakte, dat de dienst zoo vlot verliep, dat van
roemenswaardig oponthoud geen sprake was.
Stagnatie heeft zich dan ook niet voorgedaan.
Tegen 8 uur had de stad haar gewone aan
zien teruggekregen.
De geneeskundige dienst.
In verband met de ontzaglijke drukte, welke
kon worden verwacht, had de gemeentelijke
geneeskundige dienst gisteren posten ingericht
op verschillende punten van de stad.
De posten hebben gewerkt ongeveer van half
negen tot half vier. De dienst heeft in totaal
hulp verleend aan zestig tot zeventig men
schen. In verhouding tot de enorme menigte,
welke op de been was, was dit aantal niet groot.
Het waren geen ernstige gevallen, meestal be
zwijmingen e.d. en ongelukjes van niet-ernstigen
aard.
Over de geheele linie bevonden zich tusschen
de menigte leden van de Eerste Hulp-brigade,
die nuttige diensten hebben verricht en die of
konden volstaan met zelve te helpen of, als de
gevallen daartoe aanleiding gaven, de menschen,
die hulp noodig hadden, naar den naastbijzijn-
den post vervoerden.