DE K. R. O.-ROEP LANGS DEN
WERELDBOL
Hm
MISSIEJUBILEUM
FONDS.
DR. F. M. WIBAUT.
(Ceta-Bever)
MAANDAG 25 JUNI 1934
EEN PERSPECTIEF VOL VAN DE
ZONNIGSTE BELOFTEN
VOOR DEN K. R. O.
Nieuwe plannen voor den uitbouw.
EEN JAAR APOSTOLAATSWERK
OP DEN WERELDZENDER.
ff
-
iyL,
WILLY THUNIS IN ONS LAND.
JPP
DE TROONSBESTIJGING VAN
KONING LEOPOLD III.
TERUG UIT DE MISSIE.
RETRAITE R.K. VROUWELIJKE
AFGESTUURDEERDEN.
De Belgische missie op het Loo.
DE KAAP BEREIKT.
r
DE BESTUURSMACHT DER
KERKELIJKE OVERHEID.
De moeilijke taak der
Bisschoppen.
MIN. STEENBERGHE BEEEDIGD.
VERANTWOORDING DER GIFTEN.
POLITIEKE EENHEID DER
KATHOLIEKEN.
WIJZIGING CRISIS-HARING-
BESCHIKKING 1934 I.
AAN DE4 GEVOLGEN OVERLEDEN.
H. M. DE KONINGIN NAAR
ZWITSERLAND VERTROKKEN.
Groote belangstelling op het
station te Utrecht.
Zaterdag werd dr. F. M. Wibaut vijf en
zeventig jaar. Zijn vrienden hebben ons voor
dit feest vergast op een geschenk: „Uit het
werk van dr. F. M. Wibaut" heet de bundei
opstellen, die dezer dagen is verschenen.
Wij hebben het gróótste deel van het boek
aandachtig gelezen. Indien het titelblad ten
opschrift droeg: „Apostata", ware de inhoud
uitstekend gedekt, want wij kunnen het niet
loochenen en 't zou thans zelfs oneerlijk
zijn het te verzwijgen, uit dit boek spreekt
de apostaat, het is op tallooze bladzijden in
derdaad het getuigenis van den afvallige.
Jaren geleden gaf professoi Mainage col
leges, die verzameld werden en gedrukt als:
„Le témoignage des Apostats". Wibaut zou
een persoon van beteekenis zijn in soortge
lijke Nederlandsche serie. Hij, evenals Bol
land, behoort tot degenen, die niet verzwij
gen, dat zij eens kind waren van de Katho
lieke Kerk en dat zij deze Kerk den rug
hebben toegekeerd. Het zou van belang zijn,
eens na te gaan, hoe Bolland tenslotte een
verbitterd vijand werd van de Kerk, die
hij al jong verliet. Wibaut, die marxist is
geworden, al was hij in de practische politiek
een onverbeterlijk reformist, heeft ons over
de oorzaak van zijn afval niet in het duis
ter gelaten.
In zijn nu verzamelde opstellen hebben
wij minstens tienmaal den naam van Mul-
tatuli aangestreept. Het is, voor een jongere
van heden, schier een mysterie, hoe een op
pervlakkige sofist als Multatuli den jongen
Wibaut niet alleen heeft overweldigd dit
is, Multatuli's stijl en Wibaut's gebrekkige
opleiding in acht genomen, niet verwonder
lijk maar ook den opgroeienden en vol
wassen, ja ervaring-rijpen man blijvend in
zijn greep heeft gehouden. Wibaut moet
kennis hebben genomen van de vernietigen
de critiek, die Multatuli in latere jaren heeft
getroffen. Hem kunnen geen boeken zijn
ontgaan als de karakterstudie, welke J. B.
Meerkerk reeds in 1900 aan Douwes Dekker
wijdde en waaruit onomstootelijk is komen
vast te staan, dat Multatuli, heel zacht ge
zegd, een zedelooze zwakkeling, een karak
terloos individu en een hartelooze egoïst is
geweest. Het mysterieuse is, dat deze man,
die heden ten dage door den rechter zeker
uit de ouderlijke macht ontzet en mogelijk
tegelijk in een psychopatenasyl zou zijn op
gesloten, voor dr. Wibaut nog altijd een soort
profeet is gebleven. Het meest mysterieuse
is daarbij, dat hij Wibaut niet alleen in
jonge jaren den zelfmoord liet verheerlijken,
(bl. 60 v.v.) maar in oude dagen nog een
huwelijksmoraal deed verkondigen, die elke
weldenkende met afgrijzen heeft betreurd.
Wibaut vertelt zelf, dat hij drie jaar op
„Rolduc" was; op zijn veertiende jaar kwam
hij te Amsterdam, met zijn zeventiende jaar,
in 1876, was zijn schoolopvoeding voltooid!
Toen behoorde hij al ras tot de „vereerders"
van Multatuli en „heel zeker hebben Mul
tatuli's werken op mijn latere geestesleven
grooten invloed gehad", (bl. 41 v.v.) Wibaut
schreef dit in 1930.
Het is niet onbegrijpelijk, dat een jongen
het hoofd op hol wordt gebracht door een
auteur. Maar het is minder goed verklaar
baar, dat dezelfde jongen, grooter geworden
en niet van verstand ontbloot, zich niet aan
dien verderfelijken invloed wist te onttrek-
Zelf erkende Wibaut in 1910, dat „het
mü' heel ordelijk was in de hoofden van
die toen (rond de tachtiger jaren) sterk on
der Multatuli's invloed stonden". Zelf weet
hij, dat Multatuli's geschriften vooral in
vloed verkregen in de kringen „niet tot
klassieke opleiding uitverkorenen", (blz.
5758). Heeft hij dan nooit getwijfeld aan
de juistheid der uitspraken van dezen quasi-
profeet? Is hij nooit geschokt geweest door
de biografieën van Multatuli? Heeft hjj nooit
begrepen, dat een samenleving, ingericht
volgens de grillen van dezen aartsindivi
dualist, in flagranten strijd was met eigen
idealen om een toekomstige, gelukkiger
levende menschheid 7 Het schijnt van niet.
Dit is het tragische in dezen begaafden man.
Multatuli, die een even oppervlakkig vrij
metselaar als katholiek is geweest, is er in
geslaagd heel het geloof in de bovennatuur,
dat Wibaut als kind ontving, totaal te ver
woesten. Wibaut is het type geworden van
den apostaat, niet alleen in dezen zin, dat
hij inderdaad een tijdperk van vurig geloof
moet hebben gehad heeft hij niet eens
verteld, priester te hebben willen worden?
maar dat hij in later leven zich den volke
vertoonde als iemand, die totaal had afge
rekend met allen bovennatuurlijken gods
dienst.
In hoeverre hier persoonlijke schuld Is,
weet God alleen. Wij, die het psalmwoord
kennen: „Perditio tua ex te Israël, Het ver
derf komt van u zelf, Israël", moeten reke
ning houden met omstandigheden, die wij
niet kennen, maar die misschien invloed
hebben uitgeoefend op dezen, in onze oogen
droeven levensgang. Afval echter en zeker
afval die met zooveel emfase wordt verkon-
kondigd als Wibaut bij herhaling deed, blijft
een verschikkelijke ergernis, welke wij niet
mogen vergoelijken of verdoezelen.
Velen zullen Wibaut gelukwenschen. Zij
zullen gewagen van zijn arbeid op politiek
en sociaal terrein. „Maar wat baat het een
mensch, als hij de wereld wint en scha lijdt
aan zijn ziel? Of wat zal een mensch geven
in ruil voor zijn ziel
Voor ons kan deze man geen voorbeeld
zijn en zijn publicaties, voor zoover zij prin-
cipieele vragen aanraken, zijn eenvoudig
verboden lectuur. Zijn leven is eerder een
waarschuwing: „Waakt en bidt opdat gij niet
valt in bekoring" en „Wie sta, zie toe niet
te vallen". Zijn verjaardag moest voor ons,
wiens broeder hij blijft door den Doop, en
uit wiens midden hij althans iets meenam
van het vuur der naastenliefde, een gelegen
heid zijn tot een oprecht gebed. „Bij God is
alles mogelijk", ook de herschepping van
een hart, dat even als het onze immers
slechts rusten zal, als het rust in Hem.
Niemand kan meer dan wij den levens
gang van den begaafden Zeeuw betreuren;
niemand ook kan inniger dan wij wenschen,
dat nog eens in den levensavond van dezen
grijsaard de klokken weerklinken mogen, die
zijn jeugd moeten hebben verblijd met hun
gewijden klank.
24 Juni. Merkwaardige verjaardag van een
instituut, dat tot nu toe te weinig werd gekend
en gewaardeerd.
24 Juni 1933 heeft de eerste K.R.O.-Phohi-
utzending plaats gehad en bij die gelegenheid
heeft o.m. Z.H.Exc. de Aartsbisschop de luiste
raars in Oost en West toegesproken. Sindsdien
wordt iederen Zondag van 2 tot 3 uur een door
den K.R.O. verzorgd programma uitgezonden op
een ultra-korte golflengte en deze uitzendingen
zijn niet alleen bestemd voor Oost- en West-
Indië, maar ook voor Afrika, China, Japan en
Britsch-Indië, waar zij uitmuntend ontvangen
worden.
Het klinkt zoo nuchter van zakelijkheid, maar
weet u, wat het eigenlijk zeggen wil?
Weet u, wat het eigenlijk beteekent, dat
telegram, op 12 Maart 1927 uit Bandoeng ver
zonden aan den Philips experimenteelen zen
der P.C.I.I.: „Wij hooren U!" Verstaat U den
juichkreet uit deze drie simpele woorden, in
nuchter morse-schrift over drie continenten ge-
kabeld?
Wij hooren U!
Er is een verlaten missionaris, die vecht met
heimwee en eenzaamheid, wanneer het witte
zand van de savanna paars wordt van den val
lenden avond. Zijn hart is jong en het schreit
wanneer de vreemde vogel van zijn verlangen
zwerven gaat naar een ander continent, waar
zijn vaderland ligt. Want ook deze eenzame is
nog een mensch. Tot opeens de stem van zijn
land klinkt uit het sobere apparaat, dat goede
vrienden hem zonden, de taal van zijn land-
genooten en geloofsbroeders, die nu spreken
en zingen om zijn eenzaamheid en het heimwee
van zijn mede-missionarissen te verlichten.
Wij hóóren U!
Er woont een jonge zuster in een stil huis,
aan den rand van de sawah. De zoete geuren
van het land waaien voorbij aan de witte huif
van haar kap. Zij bespeurt die niet. Want juist
bepeinsde zij aandachtig, op een middag van
zwaarmoedigheid, wat nut er nog stak in haar
groote, matelooze offer, omdat de zichtbare
vrucht zoo uiterst gering was. Omdat de ont
houding van alles wat het leven had kunnen
bieden, nog niet één heiden naar de doopvont
heeft gebracht. En op dagen, dat zij haar jeugd
nadrukkelijker weet, valt de teleurstelling
zwaarder te dragen.
Dan klinkt ook door haar stille huis, ver
waaid tusschen cultuur en oerwoud, de ver
trouwde stem van haar land. Die vertelt, hoe
veel priesters en zusters en broeders weer zijn
scheep gegaan, om de gelederen in de voorhoede
van het missiewerk te komen versterken. Wat
het verre vaderland in de afgeloopen week
heeft doorgemaakt, hoe de wereld-barometer
schommelde op politieke en economische de
pressies. Nu weet zij opeens weer den bloemen
geur, die bedwelmend aandrijft uit het woud,
haar blijmoedigheid keert terug als een lach op
het gelaat van een kind, dat ontwaakt en zijn
moeder hervindt!
Wij hóóren U!
Onze landgenoot, de zanger Willy Thunis,
anveerde Vrijdagavond om negen uur op
Sc! .ph met het avondvliegfuig uit Parijs,
waar hij in 800 opvoeringen van Léhar's „Land
des Lachelns" de hoofdrol heeft gezongen.
Thunis' bezoek aan ons land, dat slechts enkele
dagen zal duren, geldt de rol, die hij vervult
In de film: „N'aimer que toi", waarvoor in
Amsterdam enkele exterieur-opnamen gemaakt
rullen worden.
mm
Het zendgebouiv van de Phohi te Huizen.
Er is een jeugdige bisschop, die mgr. Bouter
heet en misschien de eenzaamste bisschop op
de wereld is. Goede menschen in zijn vaderland
zonden hem een radio-toestel en sindsdien ver
zet hij in het verre Nellore het uur van den
maaltijd op Zondagavond, om de stem te be
luisteren van zijn land, waar de vrienden
wonen.
Er zwerft een verdoolde Nederlander in het
land van Rabindranath Tagore, waar de paria's
zijn, of ergens verloren langs den evenaar, waar
de schaduwen der koningspalmen in de middag
uren loodrecht vallen. De moedertaal is hij ver
leerd, tot op een middag de luidspreker een
taal sprak, die herinneringen aan zijn jeugd
wakker riep. Sindsdien meet hij het rhythme
van zijn eenzaamheid naar den regelmatigen
terugkeer van de vertrouwde Nederlandsche
klanken uit de K.R.O.-studio.
Wij hóóren U!
Zij allen, aan den equator of aan de Poolzee,
in de zandvlakten van Perzië en in de scha
duw der waringins, in de prairie van Mexico
of bij de watervallen ner Niagara, zij hooren
de stem uit het vaderhuis en weten zich ontko
men aan een benauwend isolement. Is dit niet
de jongste paraphrase op het Pinkster-evan
gelie? En moest er dan geen dankbaarheid zijn,
die op de knieën dwingt, omdat er Eén is, Die
vruchtbaarheid gaf aan het denken van Mar
coni, Die door alle stormen heen in een der
kleinste landen van de wereld den grootsten
Katholieken radiö-omroep deed groeien, Die
dit moderne apparaat hanteert ter vervulling
van Zijn oud gebod: „Gaat en onderwijst alle
volkoor
Henri Er ens als hoorspel-leider in het
regie-hokje.
Het beroep op katholiek
Nederland.
„Het is ons bekend, welk een pioniersarbeid
de K.R.O. met deze wekelijksche uitzendingen
op den wereldzender verricht en welke hooge
kosten daaraan verbonden zijn.
Ofschoon meer in het bijzonder bestemd voor
de missionarissen, heeft de K.R.O. de uitgave
voor deze radio-uren zelf willen dragen, ten
einde daardoor niet de financiëele actie tot
steun aan het missiewerk te bemoeilijken.
Toch willen wij Katholiek Nederland gelegen
heid geven eens per jaar een offertje te bren
gen voor dit radio-missie-werk door het koopen
van een door den K.R.O. te verstrekken in
signe."
Dit o.m. schreef Z. H. Exc. de Aartsbisschop
van Utrecht in een brief aan den K.R.O., waar
in verlof werd gegeven jaarlijks omtrent 24
Juni aan alle kerken van Nederland een insigne
verkoop te houden.
„Pioniersarbeid" en er is geen sterker bewijs
voor deze uitdrukking van den Aartsbisschop,
dan de stroom van dankbare brieven, van de
verste hoeken van den wereldbol verzonden aan
den K.R.O. Juichende brieven, ontroerde betui
gingen, om het hervonden contact met het va
derland, waarvan men alleen wat dierbare foto's
en een reeks mooie herinneringen meer heeft.
En zou Katholiek Nederland de hoop bescha
men, die de K.R.O. daarop gesteld heeft? Zou de
nagedachtenis aan den voortrekker der Propa
ganda Fide, onzen grooten Wilhelmus Kardinaal
van Rossum thans nog niet vermogen, wat zijn
bezielend woord zeker zou hebben bewerkt,
wanneer wij dezen grootsten zoon van Katho
liek Nederland niet naar zijn laatste rustplaats
hadden moeten dragen?
In een persconferentie, Woensdag j.l. te Hil
versum gehouden, is weer eens een welkome
gelegenheid geboden, nader inzicht te krijgen
in den groei van den Katholieken Radio-omroep.
Er is wel geen instelling, die we zóó vaak van
„hooren zeggen" (of zingen?) leerden kennen.
En dan in persoonlijk contact dubbel welkom.
Een geanimeerde ouverture van de K.R.O.-boys
begeleidde den Einzug der Gaste op dezen
Wartburg. Paul de Waart zorgde voor een krui
dige explicatie van allerlei geheimzinnige ver
trekken, waar men je gefluisterde gedachten ge
noeglijk vastlegt op een gramofoonplaat, om die
even later keihard te reproduceeren enz. Pater
Dito besprak uitvoerig het program van den
Radio-Missiedag en de muziek-adviseur Willy
d'Ablaing heeft eenige bijzonderheden vermeld
over den muzikalen uitgroei van den omroep.
Destijds vermeldden wij het verband, dat er
gelegd werd tusschen het U.S.O. en den K.R.O.
Om een grooter repertoire te kunnen bestrijken
vooral de werken van Bruckner, maar ook
Mahler en Tschaikowsky zou een sterke uit
breiding van het K.R.O.-orkest noodig zijn ge
weest, die financiëel niet te verantwoorden was.
Door de overeenkomst met het U.S.O. krijgt de
K.R.O. thans 50 concerten per jaar in eigen be
heer, daarmede is het U.S.O., hetwelk het water
reeds tot de lippen gestegen was, behouden en
konden 60 musici-gezinnen worden geholpen.
Het klein-orkest, dat over blijft, zal het genre
kamer-orkest verzorgen en tevens het semi-
klassieke genre. Het U.S.O. zal als regel voor
den K.R.O. musiceeren onder leiding van Henri
van Goudoever, den eigen dirigent, doch daar
naast blijft er gelegenheid over, gastdirigenten
te laten leiden.
Ook met het Maastrichtsch Stedelijk Orkest,
welks dirigent, de heer Hermans, steeds op de
meest aangename wijze met den K.R.O. samen
werkte, is een overeenkomst aangegaan.
Deze cultureele uitgroei, omgeschakeld op den
wereldzender met zijn zuiver idealistischen
grondslag, opent een perspectief vol van de
zonnigste beloften voor den grooten Katholie
ken omroep van het kleine land.
Naar de mate de omroep hier kan groeien,
zal de eenzaamheid verlicht worden aan de
luisterposten van evenaar en poolgebied. Zal
het isolement verbroken worden van hen, die
afstand deden van alles om het groot gebod
van den Eersten Missionaris: „Gaat en onder
wijst alle Volken."
De zeereerw. heer Joh. van Rooyen, missio
naris van het H. Hart van Jezus, is dezer aagen
met de „Orania" van den Kon. Holl. Lloyd uit
Zuid-Brazilië in Holland teruggekeerd en heeft
tijdelijk zijn intrek genomen bij zijn familie
te Delft.
De retraite der R. K. vrouwelijke afgestu
deerden van universiteiten en hoogescnolen,
wordt dit jaar gehouden in het retraitenhuis
van den H. Geest te Uden van Maandagnvond
27 Augustus pl.m. 7 uur, tot Vrijdagmorgen
31 Augustus pl.m. 9 uur. Daarna is er een reünie.
De antwoordkaarten worden gaarne voor 1
Juli ingewacht bij de retraitecommissie: J. Hil-
len, Oosterpark 7311 Amsterdam, L. Vuylsteke,
Schiedamscheweg 5, Rotterdam, Fr. Eversmann,
Bowlepark 14, Wageningen, secr.
Na in het Paleis Noordeinde te den Haag het
noenmaal te hebben gebruikt waarbij ook de
Belgische gezant aanzat, is de Belgische mio
sie, die aan H. M. de Koningin de troonsbestij
ging van Koning Leopold III komt aankondi
gen, gisterenmiddag om 4.10 uur per rijtuig
naar het Staatspoor gereden, vanwaar zij met
den trein van 4.29 naar Apeldoorn is vertrok
ken, ten einde zich na aankomst aldaar ten
Paleize Het Loo van haar taak te kwijten.
Om 18.31 is de missie te Apeldoorn aangeko
men in een salonrijtuig, dat achter den gewonen
trein was gehaakt. De minister van Buitenland-
sche Zaken, jhr. de Graeff kwam met denzelf
den trein aan. Hij werd opgewacht door jhr.
C. Verheijen, ordonnans-officier van H.M. de
Koningin en naar een gereedstaande hofauto
geleid, waarin hij terstond naar het paleis ver
trok nog vóór het Belgische gezelschap daar
heen op weg ging.
Vóór het station hadden zich in front honderd
huzaren te paard met getrokken sabels opge
steld onder commando van ritmeester J. L. D.
Sirtema van Grovestins.
Met groot ceremonieel werd de missie naar
het Loo geleid.
Om zeven uur reed de stoet den cour voor
het paleis op. Hier was het aantal belangstel
lenden heel groot. De huzaren stelden zich ter
weerszijden van den cour op.
Te half acht is de missie door H. M. de Ko
ningin in plechtige audiëntie ontvangen. Hierbij
waren ook tegenwoordig de minister van bui-
tenlandsche Zaken jhr. de Graeff en de Bel
gische gezant de heer Ch. Maskens.
Bij de ontvangst door H. M. de Koningin
heeft burggraaf van de Vijvere, die aan het
hoofd staat van de missie, de volgende rede
tot H. M. de Koningin gehouden:
Mevrouw,
Ik heb de eer aan Uwe Majesteit de brie
ven aan te bieden waarbij de Koning, mijn
Doorluchtige Vorst, mij bij Haar accrediteer:
als Buitengewoon Ambassadeur met bijzondere
zending.
Het heeft Uwer Majesteit behaagd recht
streeks in den rouw van de Koninklijke Fa
milie en van het Belgische volk deel te nemen
door Z. K. H. Mgr. den Prins der Nederlanden
te gelasten Haar op de begrafenisplechtigheden
van Koning Albert te vertegenwoordigen. Dit
kostbaar blijk der genegenheid van Uwe Maje
steit voor het Koninklijk Huis van België en
voor de Belgische Natie heeft mijn Doorluch
tig Vorst ten zeerste ontroerd.
De Koning heeft mij verzocht aan Uwe Ma
jesteit Zijn diepe erkentelijkheid te betuigen.
Sedertdien werd Uwe Majesteit door een
smartelijker] rouw getroffen; de Koning en
de Koninklijke Familie werden er pijnlijk door
ontroerd en hebben innig deelgenomen in de
droefheid Uwer Majesteit.
België en Nederland zijn evenzeer genecht
aan hun onafhankelijkheid en hun vrijheidsge
zinde instellingen. In de OVerzeesche landen
verrichten zij hetzelfde beschavingswerk. Tij
dens hun reizen in Nederlandsch-Indië hebben
de Koning en de Koningin de gelegenheid ge
had het volbrachte werk naar waarde te schat
ten en vurig te bewonderen.
Mijn Doorluchtige Vorst heeft mij gelast aan
Uwe Majesteit Zijn Troonsbestijging aan te
kondigen en heeft mij tevens opgedragen U de
bevestiging te brengen van Zijn vurigsten
wensch om de goede betrekkingen die tusschen
beide landen bestaan te behouden en te ver
sterken.
Zijne Majesteit heeft mij verzocht aan Uwe
Majesteit zijn innige wenschen van geluk en
voorspoed voor Haar zelf en Haar Volk aan
te bieden.
Uwe Majesteit veroorlove mij Haar te zeggen,
hoezeer ik het als een eer beschouw bij Haar
de tolk der gevoelens van Zijne Majesteit Ko
ning Leopold III te mogen zijn.
Met deze gevoelens bezield, leg ik, Mevrouw,
aan de voeten van Uwe Majesteit de betuiging
van mijn diepsten eerbied.
Antivoord van II. M.
H. M. de Koningin heeft met de volgende
rede op de woorden van den ambassadeur ge
antwoord:
Het is Mij aangenaam uit Uwe handen de
geloofsbrieven te ontvangen, waarbij Ziine Ma
jesteit de Koning der Belgen U bii Mii accre
diteert in de hoedanigheid van Zijn Buitenge
woon Ambassadeur in bijzondere zendintr..
De keuze van Uwe persoon als Hoofd der
Missie, die het Zijner Majesteit behaagd heeft
hierheen af te vaardigen, teneinde Mij aankon
diging te doen van Zijne troonsbestijging, is Mij
zeer welgevallig geweest.
Ik moge U en de andere leden der zending
welkom heeten in Mijn land.
De zoo oprechte deelneming, welke Ik bij het
smartelijk verlies van Mijne onvergetelijke
Moeder, kort na het zoo betreurd verscheiden
van Koning Albert, van de zijde van Uwen
Doorluchtigen Vorst mocht ondervinden, wel
ke deelneming zich heeft kenbaar gemaakt door
de aanwezigheid van Zijne Koninklijke Hoog
heid Prins Karei, Graaf van Vlaanderen, bij
de begrafenisplechtigheid, heeft Mij ten zeer
ste getroffen.
Terecht hebt. Gij gewaagd van den drang
naar onafhankelijkheid en van de vrijheids
liefde, die het Nederlandsche en het Belgische
Volk gemeen zijn, alsook van de hooge taak,
die elk der beide landen in zijn overzeesche
gebieden te vervullen heeft. Het grootsche werk
door België in den Congo verricht, vervult Mij
met levendige bewondering. Ik heb op hoogen
prijs gesteld de vereerende hulde door hunne
Majesteiten den Koning en de Koningin be
wezen aan hetgeen in Nederlandsch-Indië is
tot stand gebracht, eene hulde, die tot uiting
kwam in de herhaling van Hoogst Derzelver
bezoek aan dat gebiedsdeel.
Gezien de vele banden, die Mijn volk met
het Belgische verbinden, kan ik met overtui
ging den wensch van Zijne Majesteit beamen,
de goede betrekkingen, die tusschen beide lan
den bestaan, te onderhouden en te versterken
Zeer gevoelig voor de wenschen voor geluk
en voorspoed, die U Mij en Mijn volk namens
Uw verheven Souverein heeft aangenoden,
moge ik U verzoeken Zijner Majesteit Mijnen
diep gevoelden dank, alsmede Mijne oprechte
wenschen voor een lange en zegenrijke Kegee-
ring over te brengen.
Z. K. H. Prins Hendrik ontving de missie
hierna in audiëntie.
Te acht uur werd een gala-diner aange
boden, opgeluisterd door de muziek van de
Kon. militaire kapel in kleine bezetting onder
leiding van kapitein W. Boer.
Het detachement huzaren uit Deventer was
van gisteren tot heden ingekwartierd in
Noord-Apeldoom en het Loo.
De missie werd hedenmiddag te 12,27 uur
aan het Staatsspoorstation te den Kaag terug
verwacht.
De „Goede Hoop", het vliegtuig, waarmede
de heer Van der Leeuw een vlucht maakt naar
Zuid-Afrika is Vrijdag om 1ÏJ!0 uur van Port
Elizabeth vertrokken en om 16.40 uur te Kaap
stad geland, zoodat het doel van da pais ie toe
Dat is één van m'n werkgevers!
Ja, ik doe ook nog gewichtiger
werk dan stoelpooten vast
zetten, tafels repareeren, kortom
houten voorwerpen lijmen. Ik
help ook bij den bouw van vlieg
machines. Omdat ik „Velpa
de Sterke", sterk genoeg ben
om menschenlevens te dragen.
Dus voor knutsel- of reparatie-
werk kan ik U zeker helpen
Daar sta ik met m'n heelen naam
voor in! Vanaf 31 ets. per bus.
DE BRAND TE VELDDRIEL.
Gift van H. M. de Koningin.
H. M. de Koningin heeft een gift doen toe
komen aan den voorzitter van het plaatselijk
steuncomité te Velddriel .gemeente Driel,
waar een felle brand heeft gewoed, waardoor
15 woningen in asch werden gelegd.
H. M. de Koningin heeft Zterdagmiddag ten
Paleize Het Loo den nieuwbenoemden mnuster
van Economische Zaken, mr. M. P. L. Steea-
ber£hq, loc bccedi^ing ontvangen»
Voor het Missie jubileumfonds werden nog
de navolgende giften ontvangen:
Vorig bedrag 707 50
A- N„ Oudenbosch - 500.
Ph. P-, Amsterdam 10.
J. S-, uit liefde, Tilburg - 1.
J. W., Oisterwijk - io
L. M. B. Tilburg - 2.50
J- U., Rotterdam - 5.
J. L„ Amsterdam - 10
H. H. W. S-, Dieren - 5.
X., Venlo - 50.—
P. v. d- A., St. Mich. Gestel - io
E. v. J.. Hulst - 25.
S. A v. E„ Haarlem - 2.50
J. M. G-, Amsterdam - 10
R. K. Ziekenhuis, Groningen - 10.
M. H.D., Rotterdam io
A. C. v. d. B-, Nieuw Vennep - io.
Father K. R- 10.
N.N., Rotterdam - 1.
M. W., - 5.50
N. W- 2.50
Wed. H., Dordrecht - 0.25
M. H. A. P, S-, Dordrecht- 5.
G. H. M-, Oisterwijk - 5.
Totaal 1407.75
Sprekend over de bestuursmacht der kerke
lijke overheid heeft mr. dr. G. C. v. Noort,
deken van Amsterdam, in de Zaterdagmiddag
vergadering van den Katholiekendag te den
Bosch eenige uitlatingen gedaan over het be-
stuursgezag der Bisschoppen en over de houding
dep kerkelijke overheid inzake de politieke
eenheid der katholieken, waarvan velen mis
schien gaarne in extenso zullen willen kennis
nemen.
Daartoe welwillend door den spreker in de
gelegenheid gesteld, laten wij de betrokken
passages hier volgen.
Over de uitoefening van het bestuursgezag
door de kerkelijke overheid zeide mgr. van
Noort
,Wie geen vreemdeling is in Jerusalem kan
beseffen, dat het somwijlen voor den Bisschop
of voor de Bisschoppen een eisch van voorzich
tigheid wezen kan een eisch van voorzichtig
heid in het belang der geheele katholieke
gemeenschap om slechts bij uiterste noodzaak
in strikt gebiedenden of verbiedenden vorm op
te treden. Het is immers prijzenswaardige voor
zichtigheid, zoo lang rhogelijk rekening te hou
den met de gevóeligneaën vancmaerlaenxenlfe
landgenooten, die al te spoedig van aanmatiging
of van ongepaste inmenging spreken en het
is ook voorzichtig katholieken, die min of meer
te goeder trouw verkeerde paden zijn ingesla
gen, door mildheid van optreden de terecht
wijzing minder pijnlijk te maken. Waar de
ernstige katholiek beseft of vermoedt, dat om
andere of dergelijke overwegingen aan den
vorm van raad of vermaan de voorkeur is
gegeven, zal hij dubbel reden hebben om den
wensch der overheid te aanvaarden, ofschoon
het ook dan nog waar blijft, waar geen echt
gebod is,, mag van ongehoorzaamheid in den
strikten zin niet worden gesproken.
Daarnaast dient echter met nadruk gezegd te
worden wat geloof ik ieder katholiek zal
aanvoelen dat het alle grenzen van voeg
zaamheid te buiten gaat een openlijke actie te
voeren, die lijnrecht tegen een dujdelijken
wensch der kerkelijke overheid indruischt".
De politieke eenheid.
Over de politieke eenheid zeide mgr. van
Noort
„Indien in een land twee of meer staatkundige
partijen zijn, alle bereid om de rechten van
godsdienst en Kerk zoo noodig te verdedigen,
heeft de Kerk niet het recht te vorderen dat
haar kinderen zich bij een bepaalde partij zullen
aansluiten. Maar indien de omstandigheden in
eenig land van dien aard zijn, dat staatkundige
eenheid noodig is om de onbelemmerde werk
zaamheid in dat land duurzaam te waarborgen,
heeft zij wel het recht om de katholieken zeer
ernstig aan te sporen en ook te verplichten, die
eenheid te bewaren. Ik zeg„ook te verplich
ten", want ik zie geen enkelen grond, waarom
het recht der Kerk hier enkel tot vermaan of
leiding zou beperkt worden. Het recht der Kerk:
want vooral bij dergelijke dingen zal de ov®1"
heid altijd te overwegen hebben niet enkel
hoe ver zij krachtens haar recht gaan kan, maar
ook wat in de concrete omstandigheden voor
de belangen, die zij te behartigen heeft, het
meest vruchtbaar belooft te wezen. Zij is immers
gehouden evenals alle overheid om haar macht
te gebruiken tot nut en voordeel der gemeen
schap, die zij beschermt".
Bij beschikking Yan ,c'en Minister van Staat,
Minister van Ecoriomisciie Zaken, a.i., is de
Crisis-Haringbeschikking 1934 j gewijzigd.
Voor de toepassing van deze beschikking
worden thans de haringdrijfnetvisschersvaar-
tuigen onderscheiden in drie groepen, n.l.:
groep A. de vaartuigen met een normale be
manning van 14 koppen; groep B. de vaartui
gen met een^ normale bemanning van 15 kop
pen; groep C. de vaartuigen met een normale
bemanning van 17 koppen.
Van 26 Juni 1934 af zullen ter haringvangst
meegenomen mogen worden:
door de vaartuigen, behoorende tot groep A.:
een Schotsche vleet, waarvan de totale boven-
spèetTeeplengte 2983 M. of een Hollandsche,
dan wel een Standaardvleet, waarvan de bo-
speerreeplengt.e 3566 M. niet te boven gaat;
door de vaartuigen behoorende tot groep B.:
een Schotsche vleet, waarvan de totale boven-
speerreeplengte 3301 M. of een Hollandsche,
dan wel een Standaardvleet, waarvan de bo-
venspeerreeplengte 3948 M. niet te boven gaat:
door de vaartuigen behoorende tot groep C.:
een Schotsche vleet, waarvan de totale boven-
speerreeplengte 3301 M. of een Hollandsche,
dan wel een Standaardvleet waarvan de boven-
speerreeplengte 4065 M. niet te boven gaat.
Van 10 JOU a.s. af zal voorloopig tot een
nadere beschikking zijn genomen, een vleet
mogen worden meegenomen welke aan de bo
venstaande ëischen voldoet.
Zaterdagmorgen is in 't gasthuis te Delft over
leden'de 73 jarige koetsier F. Flippo, die j.l.
Woensdag bij een botsing tusschen de tram
en een rouwrijtuig van den bok werd geslingerd
«a ernstig werd gewond.
Met D-trein 108, die te 19.48 van het station
Utrecht naar Basel vertrekt, is Zaterdagavond
H.M. de Koningin, die per auto van het Loo
naar Utrecht was gekomen, naar Zwitserland
afgereisd, II. M. was slechts vergezeld van haar
hofdame freule Schimmelpenninck en den ad
judant van dienst, kapitein Phaff. H. M. reist
incognito als Gravin van Buren.
Ondanks het feit, dat er geen bekendheid aan
dit vertrek was gegven, had zich reeds gerui-
men tijd te voren een groote groep nieuwsgie
rigen opgesteld voor de eerste klas wachtkamer
van het station, opmerkzaam geworden door het
reserveeren van deze wachtkamer en het uit
leggen van den „officieelen Looper".
De groote politie-afzetting had bovendien de
aandacht ook reeds getrokken.
Omstreeks half acht reden de hofauto's voor,
voorafgegaan door de motorpolitie van Utrecht,
die den kleinen stoet aan de grens der stad had
afgehaald.
In de gereserveerde wachtkamer van het sta
tion wachtten de burgemeester der stad, mr. dr.
G. Ter Pelkwijk en de stationschef, de heer J.
S. Admiraal, de komst van II. M. af en zij be
groetten de Koningin aan het buitenperron.
H. VI heeft den tijd van wachten gekort in een.
geanimeerd onderhoud fnet aezê Mae neerenr
Twee minuten over tijd stopte D-trein 108
voor de wachtkamer. Het rijtuig waarmede
H. M. de lange reis maakt, was een gereserveer
de Mitropa-slaapwagen die zich in niets van de
gewone onderscheidde.
Toen II. M. naar buiten kwam ging er een
gejuich op, aanvankelijk schuchter, maar spon
taner wordend, vooral toen de Koningin vrien
delijk wuivend aan het raampje verscheen.
Terwijl de trein wegrolde zongen de honderden,
belangstellenden, die zich op het eerste perron
hadden verzameld het „Wilhelmus". H. M., die
in eenvoudig zwart met een grijzen mantel ge
kleed was, bleef wuiven zoolang de trein langs
het perron gleed.
In Zwitserland zal H. M. verblijven te Brieg.
BETEELDE OPPERVLAKTE LAND
BOUWGEWASSEN.
Geringe ivijziginëen in het bouwplan.
Bouwland met ruim 11.000 H.A.
vermeerderd.
Stct. no. Hg bevat een overzicht van de op
pervlakten, met verschillende gewassen beteeld.
In een tabel zijn, naast de voorloopige cijfers
voor het jaar 1934, vermeld de definitieve cij
fers, aangevend de oppervlakten, in 1933 met
de onderscheidene gewassen beteeld, terwijl
ter vergelijking zijn opgenomen de overeen
komstige gemiddelden in het tijdvak 1923—1932.
De wijzigingen, welke dit jaar in het bouw
plan zijn opgetreden, kunnen, de omstandighe
den in aanmerking genomen, betrekkelijk ge
ring worden genoemd. De oppervlakte, met
tarwe beteeld, is, in vergelijking met die in
1933, met 6 pet. toegenomen. De uitbreiding
van de roggeteelt bedraagt nauwelijks meer
dan 10 pet. De met gerst bezette oppervlakte
is naar verhouding sterker toegenomen dan die
van de rogge, doch in totaal was de opper
vlakte, met eerstgenoemd gewas bezet, slechts
ruim 14000 H.A. grooter dan in het vorige jaar.
De teelt van haver is nog eenigszins achter
uitgegaan. In totaal is de oppervlakte, met
granen beteeld, 7 pet. grooter dan in 1933 en
12 pet. grooter dan gemiddeld in het tienjaar-
lljksche tijdvak 1923—1932. Laatstgenoemd ver
schil komt voornamelijk voor rekening van
de tarwe, daar de teelt der overige granen óf
slechts weinig uitgebreider óf zelfs geringer i»
omvang was dan gemiddeld in deze tiënjaar"
lijksche periode.
De teelt van peulvruchten ging met 5 pet.
achteruit; slechts bij de stamboonen vicI ceu
geringe uitbreiding te constateeren.
Bij de teelt der verschillende handelsge
wassen kwamen weder betrekkelijk belangrijke
verschuivingen voor. In totaal nemen deze ge
wassen echter niet meer dan Pcl- van het
bouwland in, zoodat deze verschuivingen voor
het bouwland in zijn gelf?1 xjGt van groote
beteekenis zijn. De opperviflKte koolzaad is met
ruim 70 pet. vermeerdert!, net karwijzaad met
53 pet. De teelt van geel mosterdzaad en die
van blauwmaanzaad ZIJn ingekromnen tot on
geveer van de oppervlakte in 1933. Het vlas
breidde zich uit tot de oppervlakte, welker be
reiking met de steunverleening wordt beoogd.
De andere handelsgewassen, voornamelijk
groenten, welke in landbouwbedrijven geteeld
worden, zijn met ongeveer 20 pet. ingekrompen.
De oppervlakte, met consumptie-aardappelen
beteeld, bedraagt 91 pet. van die in het vorig
jaar; die met fabrieksaardappelen 98 pot. van
de oppervlakte in 1933 en 66 pet. van dia i»
1929.
De suikerbietenteelt is met 12 pet. ingekrw»
pen.
De totale oppervlakte bouwland la met rubS
11.000 H.A. vermeerderd en thans weder oni®
veer gelijk aan de gemiddelde oppervlak* wft
het tijdvak 1923—1932.
1 1 .mi"
Jab
ÖP1