DE K. R. O.-ROEP LANGS DEN WERELDBOL Hm MISSIEJUBILEUM FONDS. DR. F. M. WIBAUT. (Ceta-Bever) MAANDAG 25 JUNI 1934 EEN PERSPECTIEF VOL VAN DE ZONNIGSTE BELOFTEN VOOR DEN K. R. O. Nieuwe plannen voor den uitbouw. EEN JAAR APOSTOLAATSWERK OP DEN WERELDZENDER. ff - iyL, WILLY THUNIS IN ONS LAND. JPP DE TROONSBESTIJGING VAN KONING LEOPOLD III. TERUG UIT DE MISSIE. RETRAITE R.K. VROUWELIJKE AFGESTUURDEERDEN. De Belgische missie op het Loo. DE KAAP BEREIKT. r DE BESTUURSMACHT DER KERKELIJKE OVERHEID. De moeilijke taak der Bisschoppen. MIN. STEENBERGHE BEEEDIGD. VERANTWOORDING DER GIFTEN. POLITIEKE EENHEID DER KATHOLIEKEN. WIJZIGING CRISIS-HARING- BESCHIKKING 1934 I. AAN DE4 GEVOLGEN OVERLEDEN. H. M. DE KONINGIN NAAR ZWITSERLAND VERTROKKEN. Groote belangstelling op het station te Utrecht. Zaterdag werd dr. F. M. Wibaut vijf en zeventig jaar. Zijn vrienden hebben ons voor dit feest vergast op een geschenk: „Uit het werk van dr. F. M. Wibaut" heet de bundei opstellen, die dezer dagen is verschenen. Wij hebben het gróótste deel van het boek aandachtig gelezen. Indien het titelblad ten opschrift droeg: „Apostata", ware de inhoud uitstekend gedekt, want wij kunnen het niet loochenen en 't zou thans zelfs oneerlijk zijn het te verzwijgen, uit dit boek spreekt de apostaat, het is op tallooze bladzijden in derdaad het getuigenis van den afvallige. Jaren geleden gaf professoi Mainage col leges, die verzameld werden en gedrukt als: „Le témoignage des Apostats". Wibaut zou een persoon van beteekenis zijn in soortge lijke Nederlandsche serie. Hij, evenals Bol land, behoort tot degenen, die niet verzwij gen, dat zij eens kind waren van de Katho lieke Kerk en dat zij deze Kerk den rug hebben toegekeerd. Het zou van belang zijn, eens na te gaan, hoe Bolland tenslotte een verbitterd vijand werd van de Kerk, die hij al jong verliet. Wibaut, die marxist is geworden, al was hij in de practische politiek een onverbeterlijk reformist, heeft ons over de oorzaak van zijn afval niet in het duis ter gelaten. In zijn nu verzamelde opstellen hebben wij minstens tienmaal den naam van Mul- tatuli aangestreept. Het is, voor een jongere van heden, schier een mysterie, hoe een op pervlakkige sofist als Multatuli den jongen Wibaut niet alleen heeft overweldigd dit is, Multatuli's stijl en Wibaut's gebrekkige opleiding in acht genomen, niet verwonder lijk maar ook den opgroeienden en vol wassen, ja ervaring-rijpen man blijvend in zijn greep heeft gehouden. Wibaut moet kennis hebben genomen van de vernietigen de critiek, die Multatuli in latere jaren heeft getroffen. Hem kunnen geen boeken zijn ontgaan als de karakterstudie, welke J. B. Meerkerk reeds in 1900 aan Douwes Dekker wijdde en waaruit onomstootelijk is komen vast te staan, dat Multatuli, heel zacht ge zegd, een zedelooze zwakkeling, een karak terloos individu en een hartelooze egoïst is geweest. Het mysterieuse is, dat deze man, die heden ten dage door den rechter zeker uit de ouderlijke macht ontzet en mogelijk tegelijk in een psychopatenasyl zou zijn op gesloten, voor dr. Wibaut nog altijd een soort profeet is gebleven. Het meest mysterieuse is daarbij, dat hij Wibaut niet alleen in jonge jaren den zelfmoord liet verheerlijken, (bl. 60 v.v.) maar in oude dagen nog een huwelijksmoraal deed verkondigen, die elke weldenkende met afgrijzen heeft betreurd. Wibaut vertelt zelf, dat hij drie jaar op „Rolduc" was; op zijn veertiende jaar kwam hij te Amsterdam, met zijn zeventiende jaar, in 1876, was zijn schoolopvoeding voltooid! Toen behoorde hij al ras tot de „vereerders" van Multatuli en „heel zeker hebben Mul tatuli's werken op mijn latere geestesleven grooten invloed gehad", (bl. 41 v.v.) Wibaut schreef dit in 1930. Het is niet onbegrijpelijk, dat een jongen het hoofd op hol wordt gebracht door een auteur. Maar het is minder goed verklaar baar, dat dezelfde jongen, grooter geworden en niet van verstand ontbloot, zich niet aan dien verderfelijken invloed wist te onttrek- Zelf erkende Wibaut in 1910, dat „het mü' heel ordelijk was in de hoofden van die toen (rond de tachtiger jaren) sterk on der Multatuli's invloed stonden". Zelf weet hij, dat Multatuli's geschriften vooral in vloed verkregen in de kringen „niet tot klassieke opleiding uitverkorenen", (blz. 5758). Heeft hij dan nooit getwijfeld aan de juistheid der uitspraken van dezen quasi- profeet? Is hij nooit geschokt geweest door de biografieën van Multatuli? Heeft hjj nooit begrepen, dat een samenleving, ingericht volgens de grillen van dezen aartsindivi dualist, in flagranten strijd was met eigen idealen om een toekomstige, gelukkiger levende menschheid 7 Het schijnt van niet. Dit is het tragische in dezen begaafden man. Multatuli, die een even oppervlakkig vrij metselaar als katholiek is geweest, is er in geslaagd heel het geloof in de bovennatuur, dat Wibaut als kind ontving, totaal te ver woesten. Wibaut is het type geworden van den apostaat, niet alleen in dezen zin, dat hij inderdaad een tijdperk van vurig geloof moet hebben gehad heeft hij niet eens verteld, priester te hebben willen worden? maar dat hij in later leven zich den volke vertoonde als iemand, die totaal had afge rekend met allen bovennatuurlijken gods dienst. In hoeverre hier persoonlijke schuld Is, weet God alleen. Wij, die het psalmwoord kennen: „Perditio tua ex te Israël, Het ver derf komt van u zelf, Israël", moeten reke ning houden met omstandigheden, die wij niet kennen, maar die misschien invloed hebben uitgeoefend op dezen, in onze oogen droeven levensgang. Afval echter en zeker afval die met zooveel emfase wordt verkon- kondigd als Wibaut bij herhaling deed, blijft een verschikkelijke ergernis, welke wij niet mogen vergoelijken of verdoezelen. Velen zullen Wibaut gelukwenschen. Zij zullen gewagen van zijn arbeid op politiek en sociaal terrein. „Maar wat baat het een mensch, als hij de wereld wint en scha lijdt aan zijn ziel? Of wat zal een mensch geven in ruil voor zijn ziel Voor ons kan deze man geen voorbeeld zijn en zijn publicaties, voor zoover zij prin- cipieele vragen aanraken, zijn eenvoudig verboden lectuur. Zijn leven is eerder een waarschuwing: „Waakt en bidt opdat gij niet valt in bekoring" en „Wie sta, zie toe niet te vallen". Zijn verjaardag moest voor ons, wiens broeder hij blijft door den Doop, en uit wiens midden hij althans iets meenam van het vuur der naastenliefde, een gelegen heid zijn tot een oprecht gebed. „Bij God is alles mogelijk", ook de herschepping van een hart, dat even als het onze immers slechts rusten zal, als het rust in Hem. Niemand kan meer dan wij den levens gang van den begaafden Zeeuw betreuren; niemand ook kan inniger dan wij wenschen, dat nog eens in den levensavond van dezen grijsaard de klokken weerklinken mogen, die zijn jeugd moeten hebben verblijd met hun gewijden klank. 24 Juni. Merkwaardige verjaardag van een instituut, dat tot nu toe te weinig werd gekend en gewaardeerd. 24 Juni 1933 heeft de eerste K.R.O.-Phohi- utzending plaats gehad en bij die gelegenheid heeft o.m. Z.H.Exc. de Aartsbisschop de luiste raars in Oost en West toegesproken. Sindsdien wordt iederen Zondag van 2 tot 3 uur een door den K.R.O. verzorgd programma uitgezonden op een ultra-korte golflengte en deze uitzendingen zijn niet alleen bestemd voor Oost- en West- Indië, maar ook voor Afrika, China, Japan en Britsch-Indië, waar zij uitmuntend ontvangen worden. Het klinkt zoo nuchter van zakelijkheid, maar weet u, wat het eigenlijk zeggen wil? Weet u, wat het eigenlijk beteekent, dat telegram, op 12 Maart 1927 uit Bandoeng ver zonden aan den Philips experimenteelen zen der P.C.I.I.: „Wij hooren U!" Verstaat U den juichkreet uit deze drie simpele woorden, in nuchter morse-schrift over drie continenten ge- kabeld? Wij hooren U! Er is een verlaten missionaris, die vecht met heimwee en eenzaamheid, wanneer het witte zand van de savanna paars wordt van den val lenden avond. Zijn hart is jong en het schreit wanneer de vreemde vogel van zijn verlangen zwerven gaat naar een ander continent, waar zijn vaderland ligt. Want ook deze eenzame is nog een mensch. Tot opeens de stem van zijn land klinkt uit het sobere apparaat, dat goede vrienden hem zonden, de taal van zijn land- genooten en geloofsbroeders, die nu spreken en zingen om zijn eenzaamheid en het heimwee van zijn mede-missionarissen te verlichten. Wij hóóren U! Er woont een jonge zuster in een stil huis, aan den rand van de sawah. De zoete geuren van het land waaien voorbij aan de witte huif van haar kap. Zij bespeurt die niet. Want juist bepeinsde zij aandachtig, op een middag van zwaarmoedigheid, wat nut er nog stak in haar groote, matelooze offer, omdat de zichtbare vrucht zoo uiterst gering was. Omdat de ont houding van alles wat het leven had kunnen bieden, nog niet één heiden naar de doopvont heeft gebracht. En op dagen, dat zij haar jeugd nadrukkelijker weet, valt de teleurstelling zwaarder te dragen. Dan klinkt ook door haar stille huis, ver waaid tusschen cultuur en oerwoud, de ver trouwde stem van haar land. Die vertelt, hoe veel priesters en zusters en broeders weer zijn scheep gegaan, om de gelederen in de voorhoede van het missiewerk te komen versterken. Wat het verre vaderland in de afgeloopen week heeft doorgemaakt, hoe de wereld-barometer schommelde op politieke en economische de pressies. Nu weet zij opeens weer den bloemen geur, die bedwelmend aandrijft uit het woud, haar blijmoedigheid keert terug als een lach op het gelaat van een kind, dat ontwaakt en zijn moeder hervindt! Wij hóóren U! Onze landgenoot, de zanger Willy Thunis, anveerde Vrijdagavond om negen uur op Sc! .ph met het avondvliegfuig uit Parijs, waar hij in 800 opvoeringen van Léhar's „Land des Lachelns" de hoofdrol heeft gezongen. Thunis' bezoek aan ons land, dat slechts enkele dagen zal duren, geldt de rol, die hij vervult In de film: „N'aimer que toi", waarvoor in Amsterdam enkele exterieur-opnamen gemaakt rullen worden. mm Het zendgebouiv van de Phohi te Huizen. Er is een jeugdige bisschop, die mgr. Bouter heet en misschien de eenzaamste bisschop op de wereld is. Goede menschen in zijn vaderland zonden hem een radio-toestel en sindsdien ver zet hij in het verre Nellore het uur van den maaltijd op Zondagavond, om de stem te be luisteren van zijn land, waar de vrienden wonen. Er zwerft een verdoolde Nederlander in het land van Rabindranath Tagore, waar de paria's zijn, of ergens verloren langs den evenaar, waar de schaduwen der koningspalmen in de middag uren loodrecht vallen. De moedertaal is hij ver leerd, tot op een middag de luidspreker een taal sprak, die herinneringen aan zijn jeugd wakker riep. Sindsdien meet hij het rhythme van zijn eenzaamheid naar den regelmatigen terugkeer van de vertrouwde Nederlandsche klanken uit de K.R.O.-studio. Wij hóóren U! Zij allen, aan den equator of aan de Poolzee, in de zandvlakten van Perzië en in de scha duw der waringins, in de prairie van Mexico of bij de watervallen ner Niagara, zij hooren de stem uit het vaderhuis en weten zich ontko men aan een benauwend isolement. Is dit niet de jongste paraphrase op het Pinkster-evan gelie? En moest er dan geen dankbaarheid zijn, die op de knieën dwingt, omdat er Eén is, Die vruchtbaarheid gaf aan het denken van Mar coni, Die door alle stormen heen in een der kleinste landen van de wereld den grootsten Katholieken radiö-omroep deed groeien, Die dit moderne apparaat hanteert ter vervulling van Zijn oud gebod: „Gaat en onderwijst alle volkoor Henri Er ens als hoorspel-leider in het regie-hokje. Het beroep op katholiek Nederland. „Het is ons bekend, welk een pioniersarbeid de K.R.O. met deze wekelijksche uitzendingen op den wereldzender verricht en welke hooge kosten daaraan verbonden zijn. Ofschoon meer in het bijzonder bestemd voor de missionarissen, heeft de K.R.O. de uitgave voor deze radio-uren zelf willen dragen, ten einde daardoor niet de financiëele actie tot steun aan het missiewerk te bemoeilijken. Toch willen wij Katholiek Nederland gelegen heid geven eens per jaar een offertje te bren gen voor dit radio-missie-werk door het koopen van een door den K.R.O. te verstrekken in signe." Dit o.m. schreef Z. H. Exc. de Aartsbisschop van Utrecht in een brief aan den K.R.O., waar in verlof werd gegeven jaarlijks omtrent 24 Juni aan alle kerken van Nederland een insigne verkoop te houden. „Pioniersarbeid" en er is geen sterker bewijs voor deze uitdrukking van den Aartsbisschop, dan de stroom van dankbare brieven, van de verste hoeken van den wereldbol verzonden aan den K.R.O. Juichende brieven, ontroerde betui gingen, om het hervonden contact met het va derland, waarvan men alleen wat dierbare foto's en een reeks mooie herinneringen meer heeft. En zou Katholiek Nederland de hoop bescha men, die de K.R.O. daarop gesteld heeft? Zou de nagedachtenis aan den voortrekker der Propa ganda Fide, onzen grooten Wilhelmus Kardinaal van Rossum thans nog niet vermogen, wat zijn bezielend woord zeker zou hebben bewerkt, wanneer wij dezen grootsten zoon van Katho liek Nederland niet naar zijn laatste rustplaats hadden moeten dragen? In een persconferentie, Woensdag j.l. te Hil versum gehouden, is weer eens een welkome gelegenheid geboden, nader inzicht te krijgen in den groei van den Katholieken Radio-omroep. Er is wel geen instelling, die we zóó vaak van „hooren zeggen" (of zingen?) leerden kennen. En dan in persoonlijk contact dubbel welkom. Een geanimeerde ouverture van de K.R.O.-boys begeleidde den Einzug der Gaste op dezen Wartburg. Paul de Waart zorgde voor een krui dige explicatie van allerlei geheimzinnige ver trekken, waar men je gefluisterde gedachten ge noeglijk vastlegt op een gramofoonplaat, om die even later keihard te reproduceeren enz. Pater Dito besprak uitvoerig het program van den Radio-Missiedag en de muziek-adviseur Willy d'Ablaing heeft eenige bijzonderheden vermeld over den muzikalen uitgroei van den omroep. Destijds vermeldden wij het verband, dat er gelegd werd tusschen het U.S.O. en den K.R.O. Om een grooter repertoire te kunnen bestrijken vooral de werken van Bruckner, maar ook Mahler en Tschaikowsky zou een sterke uit breiding van het K.R.O.-orkest noodig zijn ge weest, die financiëel niet te verantwoorden was. Door de overeenkomst met het U.S.O. krijgt de K.R.O. thans 50 concerten per jaar in eigen be heer, daarmede is het U.S.O., hetwelk het water reeds tot de lippen gestegen was, behouden en konden 60 musici-gezinnen worden geholpen. Het klein-orkest, dat over blijft, zal het genre kamer-orkest verzorgen en tevens het semi- klassieke genre. Het U.S.O. zal als regel voor den K.R.O. musiceeren onder leiding van Henri van Goudoever, den eigen dirigent, doch daar naast blijft er gelegenheid over, gastdirigenten te laten leiden. Ook met het Maastrichtsch Stedelijk Orkest, welks dirigent, de heer Hermans, steeds op de meest aangename wijze met den K.R.O. samen werkte, is een overeenkomst aangegaan. Deze cultureele uitgroei, omgeschakeld op den wereldzender met zijn zuiver idealistischen grondslag, opent een perspectief vol van de zonnigste beloften voor den grooten Katholie ken omroep van het kleine land. Naar de mate de omroep hier kan groeien, zal de eenzaamheid verlicht worden aan de luisterposten van evenaar en poolgebied. Zal het isolement verbroken worden van hen, die afstand deden van alles om het groot gebod van den Eersten Missionaris: „Gaat en onder wijst alle Volken." De zeereerw. heer Joh. van Rooyen, missio naris van het H. Hart van Jezus, is dezer aagen met de „Orania" van den Kon. Holl. Lloyd uit Zuid-Brazilië in Holland teruggekeerd en heeft tijdelijk zijn intrek genomen bij zijn familie te Delft. De retraite der R. K. vrouwelijke afgestu deerden van universiteiten en hoogescnolen, wordt dit jaar gehouden in het retraitenhuis van den H. Geest te Uden van Maandagnvond 27 Augustus pl.m. 7 uur, tot Vrijdagmorgen 31 Augustus pl.m. 9 uur. Daarna is er een reünie. De antwoordkaarten worden gaarne voor 1 Juli ingewacht bij de retraitecommissie: J. Hil- len, Oosterpark 7311 Amsterdam, L. Vuylsteke, Schiedamscheweg 5, Rotterdam, Fr. Eversmann, Bowlepark 14, Wageningen, secr. Na in het Paleis Noordeinde te den Haag het noenmaal te hebben gebruikt waarbij ook de Belgische gezant aanzat, is de Belgische mio sie, die aan H. M. de Koningin de troonsbestij ging van Koning Leopold III komt aankondi gen, gisterenmiddag om 4.10 uur per rijtuig naar het Staatspoor gereden, vanwaar zij met den trein van 4.29 naar Apeldoorn is vertrok ken, ten einde zich na aankomst aldaar ten Paleize Het Loo van haar taak te kwijten. Om 18.31 is de missie te Apeldoorn aangeko men in een salonrijtuig, dat achter den gewonen trein was gehaakt. De minister van Buitenland- sche Zaken, jhr. de Graeff kwam met denzelf den trein aan. Hij werd opgewacht door jhr. C. Verheijen, ordonnans-officier van H.M. de Koningin en naar een gereedstaande hofauto geleid, waarin hij terstond naar het paleis ver trok nog vóór het Belgische gezelschap daar heen op weg ging. Vóór het station hadden zich in front honderd huzaren te paard met getrokken sabels opge steld onder commando van ritmeester J. L. D. Sirtema van Grovestins. Met groot ceremonieel werd de missie naar het Loo geleid. Om zeven uur reed de stoet den cour voor het paleis op. Hier was het aantal belangstel lenden heel groot. De huzaren stelden zich ter weerszijden van den cour op. Te half acht is de missie door H. M. de Ko ningin in plechtige audiëntie ontvangen. Hierbij waren ook tegenwoordig de minister van bui- tenlandsche Zaken jhr. de Graeff en de Bel gische gezant de heer Ch. Maskens. Bij de ontvangst door H. M. de Koningin heeft burggraaf van de Vijvere, die aan het hoofd staat van de missie, de volgende rede tot H. M. de Koningin gehouden: Mevrouw, Ik heb de eer aan Uwe Majesteit de brie ven aan te bieden waarbij de Koning, mijn Doorluchtige Vorst, mij bij Haar accrediteer: als Buitengewoon Ambassadeur met bijzondere zending. Het heeft Uwer Majesteit behaagd recht streeks in den rouw van de Koninklijke Fa milie en van het Belgische volk deel te nemen door Z. K. H. Mgr. den Prins der Nederlanden te gelasten Haar op de begrafenisplechtigheden van Koning Albert te vertegenwoordigen. Dit kostbaar blijk der genegenheid van Uwe Maje steit voor het Koninklijk Huis van België en voor de Belgische Natie heeft mijn Doorluch tig Vorst ten zeerste ontroerd. De Koning heeft mij verzocht aan Uwe Ma jesteit Zijn diepe erkentelijkheid te betuigen. Sedertdien werd Uwe Majesteit door een smartelijker] rouw getroffen; de Koning en de Koninklijke Familie werden er pijnlijk door ontroerd en hebben innig deelgenomen in de droefheid Uwer Majesteit. België en Nederland zijn evenzeer genecht aan hun onafhankelijkheid en hun vrijheidsge zinde instellingen. In de OVerzeesche landen verrichten zij hetzelfde beschavingswerk. Tij dens hun reizen in Nederlandsch-Indië hebben de Koning en de Koningin de gelegenheid ge had het volbrachte werk naar waarde te schat ten en vurig te bewonderen. Mijn Doorluchtige Vorst heeft mij gelast aan Uwe Majesteit Zijn Troonsbestijging aan te kondigen en heeft mij tevens opgedragen U de bevestiging te brengen van Zijn vurigsten wensch om de goede betrekkingen die tusschen beide landen bestaan te behouden en te ver sterken. Zijne Majesteit heeft mij verzocht aan Uwe Majesteit zijn innige wenschen van geluk en voorspoed voor Haar zelf en Haar Volk aan te bieden. Uwe Majesteit veroorlove mij Haar te zeggen, hoezeer ik het als een eer beschouw bij Haar de tolk der gevoelens van Zijne Majesteit Ko ning Leopold III te mogen zijn. Met deze gevoelens bezield, leg ik, Mevrouw, aan de voeten van Uwe Majesteit de betuiging van mijn diepsten eerbied. Antivoord van II. M. H. M. de Koningin heeft met de volgende rede op de woorden van den ambassadeur ge antwoord: Het is Mij aangenaam uit Uwe handen de geloofsbrieven te ontvangen, waarbij Ziine Ma jesteit de Koning der Belgen U bii Mii accre diteert in de hoedanigheid van Zijn Buitenge woon Ambassadeur in bijzondere zendintr.. De keuze van Uwe persoon als Hoofd der Missie, die het Zijner Majesteit behaagd heeft hierheen af te vaardigen, teneinde Mij aankon diging te doen van Zijne troonsbestijging, is Mij zeer welgevallig geweest. Ik moge U en de andere leden der zending welkom heeten in Mijn land. De zoo oprechte deelneming, welke Ik bij het smartelijk verlies van Mijne onvergetelijke Moeder, kort na het zoo betreurd verscheiden van Koning Albert, van de zijde van Uwen Doorluchtigen Vorst mocht ondervinden, wel ke deelneming zich heeft kenbaar gemaakt door de aanwezigheid van Zijne Koninklijke Hoog heid Prins Karei, Graaf van Vlaanderen, bij de begrafenisplechtigheid, heeft Mij ten zeer ste getroffen. Terecht hebt. Gij gewaagd van den drang naar onafhankelijkheid en van de vrijheids liefde, die het Nederlandsche en het Belgische Volk gemeen zijn, alsook van de hooge taak, die elk der beide landen in zijn overzeesche gebieden te vervullen heeft. Het grootsche werk door België in den Congo verricht, vervult Mij met levendige bewondering. Ik heb op hoogen prijs gesteld de vereerende hulde door hunne Majesteiten den Koning en de Koningin be wezen aan hetgeen in Nederlandsch-Indië is tot stand gebracht, eene hulde, die tot uiting kwam in de herhaling van Hoogst Derzelver bezoek aan dat gebiedsdeel. Gezien de vele banden, die Mijn volk met het Belgische verbinden, kan ik met overtui ging den wensch van Zijne Majesteit beamen, de goede betrekkingen, die tusschen beide lan den bestaan, te onderhouden en te versterken Zeer gevoelig voor de wenschen voor geluk en voorspoed, die U Mij en Mijn volk namens Uw verheven Souverein heeft aangenoden, moge ik U verzoeken Zijner Majesteit Mijnen diep gevoelden dank, alsmede Mijne oprechte wenschen voor een lange en zegenrijke Kegee- ring over te brengen. Z. K. H. Prins Hendrik ontving de missie hierna in audiëntie. Te acht uur werd een gala-diner aange boden, opgeluisterd door de muziek van de Kon. militaire kapel in kleine bezetting onder leiding van kapitein W. Boer. Het detachement huzaren uit Deventer was van gisteren tot heden ingekwartierd in Noord-Apeldoom en het Loo. De missie werd hedenmiddag te 12,27 uur aan het Staatsspoorstation te den Kaag terug verwacht. De „Goede Hoop", het vliegtuig, waarmede de heer Van der Leeuw een vlucht maakt naar Zuid-Afrika is Vrijdag om 1ÏJ!0 uur van Port Elizabeth vertrokken en om 16.40 uur te Kaap stad geland, zoodat het doel van da pais ie toe Dat is één van m'n werkgevers! Ja, ik doe ook nog gewichtiger werk dan stoelpooten vast zetten, tafels repareeren, kortom houten voorwerpen lijmen. Ik help ook bij den bouw van vlieg machines. Omdat ik „Velpa de Sterke", sterk genoeg ben om menschenlevens te dragen. Dus voor knutsel- of reparatie- werk kan ik U zeker helpen Daar sta ik met m'n heelen naam voor in! Vanaf 31 ets. per bus. DE BRAND TE VELDDRIEL. Gift van H. M. de Koningin. H. M. de Koningin heeft een gift doen toe komen aan den voorzitter van het plaatselijk steuncomité te Velddriel .gemeente Driel, waar een felle brand heeft gewoed, waardoor 15 woningen in asch werden gelegd. H. M. de Koningin heeft Zterdagmiddag ten Paleize Het Loo den nieuwbenoemden mnuster van Economische Zaken, mr. M. P. L. Steea- ber£hq, loc bccedi^ing ontvangen» Voor het Missie jubileumfonds werden nog de navolgende giften ontvangen: Vorig bedrag 707 50 A- N„ Oudenbosch - 500. Ph. P-, Amsterdam 10. J. S-, uit liefde, Tilburg - 1. J. W., Oisterwijk - io L. M. B. Tilburg - 2.50 J- U., Rotterdam - 5. J. L„ Amsterdam - 10 H. H. W. S-, Dieren - 5. X., Venlo - 50.— P. v. d- A., St. Mich. Gestel - io E. v. J.. Hulst - 25. S. A v. E„ Haarlem - 2.50 J. M. G-, Amsterdam - 10 R. K. Ziekenhuis, Groningen - 10. M. H.D., Rotterdam io A. C. v. d. B-, Nieuw Vennep - io. Father K. R- 10. N.N., Rotterdam - 1. M. W., - 5.50 N. W- 2.50 Wed. H., Dordrecht - 0.25 M. H. A. P, S-, Dordrecht- 5. G. H. M-, Oisterwijk - 5. Totaal 1407.75 Sprekend over de bestuursmacht der kerke lijke overheid heeft mr. dr. G. C. v. Noort, deken van Amsterdam, in de Zaterdagmiddag vergadering van den Katholiekendag te den Bosch eenige uitlatingen gedaan over het be- stuursgezag der Bisschoppen en over de houding dep kerkelijke overheid inzake de politieke eenheid der katholieken, waarvan velen mis schien gaarne in extenso zullen willen kennis nemen. Daartoe welwillend door den spreker in de gelegenheid gesteld, laten wij de betrokken passages hier volgen. Over de uitoefening van het bestuursgezag door de kerkelijke overheid zeide mgr. van Noort ,Wie geen vreemdeling is in Jerusalem kan beseffen, dat het somwijlen voor den Bisschop of voor de Bisschoppen een eisch van voorzich tigheid wezen kan een eisch van voorzichtig heid in het belang der geheele katholieke gemeenschap om slechts bij uiterste noodzaak in strikt gebiedenden of verbiedenden vorm op te treden. Het is immers prijzenswaardige voor zichtigheid, zoo lang rhogelijk rekening te hou den met de gevóeligneaën vancmaerlaenxenlfe landgenooten, die al te spoedig van aanmatiging of van ongepaste inmenging spreken en het is ook voorzichtig katholieken, die min of meer te goeder trouw verkeerde paden zijn ingesla gen, door mildheid van optreden de terecht wijzing minder pijnlijk te maken. Waar de ernstige katholiek beseft of vermoedt, dat om andere of dergelijke overwegingen aan den vorm van raad of vermaan de voorkeur is gegeven, zal hij dubbel reden hebben om den wensch der overheid te aanvaarden, ofschoon het ook dan nog waar blijft, waar geen echt gebod is,, mag van ongehoorzaamheid in den strikten zin niet worden gesproken. Daarnaast dient echter met nadruk gezegd te worden wat geloof ik ieder katholiek zal aanvoelen dat het alle grenzen van voeg zaamheid te buiten gaat een openlijke actie te voeren, die lijnrecht tegen een dujdelijken wensch der kerkelijke overheid indruischt". De politieke eenheid. Over de politieke eenheid zeide mgr. van Noort „Indien in een land twee of meer staatkundige partijen zijn, alle bereid om de rechten van godsdienst en Kerk zoo noodig te verdedigen, heeft de Kerk niet het recht te vorderen dat haar kinderen zich bij een bepaalde partij zullen aansluiten. Maar indien de omstandigheden in eenig land van dien aard zijn, dat staatkundige eenheid noodig is om de onbelemmerde werk zaamheid in dat land duurzaam te waarborgen, heeft zij wel het recht om de katholieken zeer ernstig aan te sporen en ook te verplichten, die eenheid te bewaren. Ik zeg„ook te verplich ten", want ik zie geen enkelen grond, waarom het recht der Kerk hier enkel tot vermaan of leiding zou beperkt worden. Het recht der Kerk: want vooral bij dergelijke dingen zal de ov®1" heid altijd te overwegen hebben niet enkel hoe ver zij krachtens haar recht gaan kan, maar ook wat in de concrete omstandigheden voor de belangen, die zij te behartigen heeft, het meest vruchtbaar belooft te wezen. Zij is immers gehouden evenals alle overheid om haar macht te gebruiken tot nut en voordeel der gemeen schap, die zij beschermt". Bij beschikking Yan ,c'en Minister van Staat, Minister van Ecoriomisciie Zaken, a.i., is de Crisis-Haringbeschikking 1934 j gewijzigd. Voor de toepassing van deze beschikking worden thans de haringdrijfnetvisschersvaar- tuigen onderscheiden in drie groepen, n.l.: groep A. de vaartuigen met een normale be manning van 14 koppen; groep B. de vaartui gen met een^ normale bemanning van 15 kop pen; groep C. de vaartuigen met een normale bemanning van 17 koppen. Van 26 Juni 1934 af zullen ter haringvangst meegenomen mogen worden: door de vaartuigen, behoorende tot groep A.: een Schotsche vleet, waarvan de totale boven- spèetTeeplengte 2983 M. of een Hollandsche, dan wel een Standaardvleet, waarvan de bo- speerreeplengt.e 3566 M. niet te boven gaat; door de vaartuigen behoorende tot groep B.: een Schotsche vleet, waarvan de totale boven- speerreeplengte 3301 M. of een Hollandsche, dan wel een Standaardvleet, waarvan de bo- venspeerreeplengte 3948 M. niet te boven gaat: door de vaartuigen behoorende tot groep C.: een Schotsche vleet, waarvan de totale boven- speerreeplengte 3301 M. of een Hollandsche, dan wel een Standaardvleet waarvan de boven- speerreeplengte 4065 M. niet te boven gaat. Van 10 JOU a.s. af zal voorloopig tot een nadere beschikking zijn genomen, een vleet mogen worden meegenomen welke aan de bo venstaande ëischen voldoet. Zaterdagmorgen is in 't gasthuis te Delft over leden'de 73 jarige koetsier F. Flippo, die j.l. Woensdag bij een botsing tusschen de tram en een rouwrijtuig van den bok werd geslingerd «a ernstig werd gewond. Met D-trein 108, die te 19.48 van het station Utrecht naar Basel vertrekt, is Zaterdagavond H.M. de Koningin, die per auto van het Loo naar Utrecht was gekomen, naar Zwitserland afgereisd, II. M. was slechts vergezeld van haar hofdame freule Schimmelpenninck en den ad judant van dienst, kapitein Phaff. H. M. reist incognito als Gravin van Buren. Ondanks het feit, dat er geen bekendheid aan dit vertrek was gegven, had zich reeds gerui- men tijd te voren een groote groep nieuwsgie rigen opgesteld voor de eerste klas wachtkamer van het station, opmerkzaam geworden door het reserveeren van deze wachtkamer en het uit leggen van den „officieelen Looper". De groote politie-afzetting had bovendien de aandacht ook reeds getrokken. Omstreeks half acht reden de hofauto's voor, voorafgegaan door de motorpolitie van Utrecht, die den kleinen stoet aan de grens der stad had afgehaald. In de gereserveerde wachtkamer van het sta tion wachtten de burgemeester der stad, mr. dr. G. Ter Pelkwijk en de stationschef, de heer J. S. Admiraal, de komst van II. M. af en zij be groetten de Koningin aan het buitenperron. H. VI heeft den tijd van wachten gekort in een. geanimeerd onderhoud fnet aezê Mae neerenr Twee minuten over tijd stopte D-trein 108 voor de wachtkamer. Het rijtuig waarmede H. M. de lange reis maakt, was een gereserveer de Mitropa-slaapwagen die zich in niets van de gewone onderscheidde. Toen II. M. naar buiten kwam ging er een gejuich op, aanvankelijk schuchter, maar spon taner wordend, vooral toen de Koningin vrien delijk wuivend aan het raampje verscheen. Terwijl de trein wegrolde zongen de honderden, belangstellenden, die zich op het eerste perron hadden verzameld het „Wilhelmus". H. M., die in eenvoudig zwart met een grijzen mantel ge kleed was, bleef wuiven zoolang de trein langs het perron gleed. In Zwitserland zal H. M. verblijven te Brieg. BETEELDE OPPERVLAKTE LAND BOUWGEWASSEN. Geringe ivijziginëen in het bouwplan. Bouwland met ruim 11.000 H.A. vermeerderd. Stct. no. Hg bevat een overzicht van de op pervlakten, met verschillende gewassen beteeld. In een tabel zijn, naast de voorloopige cijfers voor het jaar 1934, vermeld de definitieve cij fers, aangevend de oppervlakten, in 1933 met de onderscheidene gewassen beteeld, terwijl ter vergelijking zijn opgenomen de overeen komstige gemiddelden in het tijdvak 1923—1932. De wijzigingen, welke dit jaar in het bouw plan zijn opgetreden, kunnen, de omstandighe den in aanmerking genomen, betrekkelijk ge ring worden genoemd. De oppervlakte, met tarwe beteeld, is, in vergelijking met die in 1933, met 6 pet. toegenomen. De uitbreiding van de roggeteelt bedraagt nauwelijks meer dan 10 pet. De met gerst bezette oppervlakte is naar verhouding sterker toegenomen dan die van de rogge, doch in totaal was de opper vlakte, met eerstgenoemd gewas bezet, slechts ruim 14000 H.A. grooter dan in het vorige jaar. De teelt van haver is nog eenigszins achter uitgegaan. In totaal is de oppervlakte, met granen beteeld, 7 pet. grooter dan in 1933 en 12 pet. grooter dan gemiddeld in het tienjaar- lljksche tijdvak 1923—1932. Laatstgenoemd ver schil komt voornamelijk voor rekening van de tarwe, daar de teelt der overige granen óf slechts weinig uitgebreider óf zelfs geringer i» omvang was dan gemiddeld in deze tiënjaar" lijksche periode. De teelt van peulvruchten ging met 5 pet. achteruit; slechts bij de stamboonen vicI ceu geringe uitbreiding te constateeren. Bij de teelt der verschillende handelsge wassen kwamen weder betrekkelijk belangrijke verschuivingen voor. In totaal nemen deze ge wassen echter niet meer dan Pcl- van het bouwland in, zoodat deze verschuivingen voor het bouwland in zijn gelf?1 xjGt van groote beteekenis zijn. De opperviflKte koolzaad is met ruim 70 pet. vermeerdert!, net karwijzaad met 53 pet. De teelt van geel mosterdzaad en die van blauwmaanzaad ZIJn ingekromnen tot on geveer van de oppervlakte in 1933. Het vlas breidde zich uit tot de oppervlakte, welker be reiking met de steunverleening wordt beoogd. De andere handelsgewassen, voornamelijk groenten, welke in landbouwbedrijven geteeld worden, zijn met ongeveer 20 pet. ingekrompen. De oppervlakte, met consumptie-aardappelen beteeld, bedraagt 91 pet. van die in het vorig jaar; die met fabrieksaardappelen 98 pot. van de oppervlakte in 1933 en 66 pet. van dia i» 1929. De suikerbietenteelt is met 12 pet. ingekrw» pen. De totale oppervlakte bouwland la met rubS 11.000 H.A. vermeerderd en thans weder oni® veer gelijk aan de gemiddelde oppervlak* wft het tijdvak 1923—1932. 1 1 .mi" Jab ÖP1

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1934 | | pagina 2