HET WRAK WERD IN DE WOESTIJN GEVONDEN.
DAGBLAD VOOR SCHIEDAM EN OMSTREKEN.
ËS
57sfe .T A A "PC ANG.
VRIJDAG 21 DECEMBER 1934
No. 17133
BUREAU: KOEMARKT 4, SCHIEDAM' SBW TELEFOON INTERCOMM. No. 68085
V ERBRAND EN VERPLETTERD
Het wrak van de „Uiver"
gevonden.
ONTSTELTENIS OP SCHIPHOL
Onmiddellijk de vlaggen
halfstok.
OOK OP WAALHAVEN KOUW-
STEMMING.
n
INDRUKKEN BIJ DE K. L. M.
ONDERHOUD MET DEN HEER
PLESMAN.
tegengestelde
DE ABONNEMENTSPRIJS van de NIEUWE
SCH1EDAMSCHE COURANT bedraagt, franco
bü vooruitbetaling:
Per drie maanden f3,25; per maand ƒ1,10:
per week 25 cents.
Bij bezorging franco per post bedraagt de
abonnementsprijs per drie maanden f3,75, bi)
vooruitbetaling.
LOSSE EXEMPLAREN zijn steeds aan ons
bureau Koemarkt 4 verkrijgbaar a 5 cents
per stuk.
Postchèque- en Girodienst No. 81440.
Uitgave van de N.V. de Courant De Maasbode
te Rotterdam.
NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt:
Voor 16 regels 1.55, elke regel meer 25 ets.
Bij contract aanzienlijke reductie.
Geen prijsverhooging voor den Zaterdagavond.
Reclames tusschen den tekst dubbel adv.tarieL
Liefdadigheidsadv. half tarief. Voor Liefdadig-
heidsadv. worden geen contracten afgesloten.
Kabouter-advertenties; 5 regels 0.50; 10
regels f 1.15 regels 1.50, bij vooruit
betaling. Porto voor opzending van brieven
gelieve men bij te voegen.
DE „UIVER" MET INZITTENDEN VERGAAN.
De luitenant-vlieger Stone van de Royal-Air-Force heeft hedenmor
gen om half elf (plaatselijken tijd) het wrak van de „Uiver" ten
Zuiden van Rutbah gevonden. De „Uiver" had blijkbaar een nood
landing moeten maken en is daarna in brand gevlogen. Alleen een
verbrand wrak werd waargenomen. De zeven inzittenden in het
vliegtuig de passagiers: prof. Walch, de heeren Beretti en Kort,'de
gezagvoerder Beekman, de tweede piloot Steenbergen, de werktuig
kundige Waalewijn, en de marconist van Zadelhoff moeten gedood
zijn; er viel niet het minste teeken van leven te bespeuren. Een
dokter en vertegenwoordigers van de K. L. M. zijn naar de plaats
van de ramp vertrokken; vliegtuigen konden niet in de buurt landen.
Agn de angstige, schier ondragelijke span
ning is een schokkend einde gekomen.
Bemanning en passagiers van de nog pas
zoo bejubelde „Uiver" hebben, met hun ma
chine, den trots van onze natie, een diep-
tragischen ondergang gevonden.
Hoe rijzen ze thans nog eenmaal voor onze
oogen, de jubel-dagen van de „Uiver"-race
en de „Uiver"-victorie.
Heel de wereld stond in bewondering voor
de kloeke, echt-Nederlandsche prestatie.
Echt-Nederlandsch, door gedurfde maar
meteen weloverwogen koenheid, die niets
onnoodigs riskeerde, maar alles aanpakte,
wat voor een zeker succes onmisbaar was.
En ons Nederlandscbe volk leefde op de
innigste wijze mede, haast uitbundig, zoodat
bedenkelijk hoofden aan het schudden raak
ten over zooveel „opwinding".
Wij hebben dit soort voorname degelijk
heid met geen mogelijkheid kunnen waar-
deeren.
Ons anders zoo kalme en nuchtere volk
toonde zich daardoor veeleer op z'n best: het
nationale gevoel, dat aan ons, Nederlanders,
wel eens wordt ontzegd, spatte uit met een
echte, spontane geestdrift, die ieder vader
lander goed deed.
De gloed van den brandenden „Pander
jager" kon dit echt-nationale sentiment niet
dood-schijnen.
Hartelijke blijheid om het behoud der kra
nige bemanning deed het leed spoedig ver
geten.
Maar thans deze nieuwe, zooveel ernstiger
ramp.
De ondergang van de „Uiver", die als een
soort nationaal bezit werd gekoesterd met
een genegenheid, die aan vereering grensde.
En met de „Uiver" ging ook haar beman
ning verloren, haar passagiers, haar heil
brengende Kerstwenschen en Kerstbeden
naar het verre Insulinde.
Zwaar is Nederland getroffen en te mid
den van dit echt-nationale leed gaat onze
oprechte en innige deelneming uit naar de
zoo onnoemlijk hard getroffen naastbestaan-
den van de diep betreurde slachtoffers.
Maar vooral naar de bemanning zelf, die
viel op haar veld van eer.
De moderne vooruitging, de steeds inten
ser internationale verbinding en vereeniging
der volkeien, die ook zooveel hoogere dan
louter materieele voordeelen brengt, eischt
haar tol van het worstelend menschdom.
Deze tol wordt betaald, met bloedend hart.
Maar ons taaie Nederlandsche volk laat
zich niet neerdrukken.
Als één man schaart het zich om de, nog
pas zoo hartelijk gevierde, thans z00 zwaar
getroffen K.L.M.
Maar Plesman en de zijnen, die reeds zoo
verheffende voorbeelden gaven van onze
echt-nationale eigenschappen: rustige durf,
organisatie - vermogen, doorzettingskracht
zullen thans toonen, dat zij vooral beschik
ken over deze laatste door-en-door vader-
landsche deugd.
Ongebroken door dezen onnoemlijk har
den slag zullen zij de tanden op elkaar zet
ten en de nationale leuze: „Ik zal hand
haven" omzetten in de kloeke daad. Worste
lend zullen zij telkens weer omhoog rijzen:
„Luctor et Emergo", gesteund en gestuwd
door heel ons meelevend volk.
Geschraagd ook door de gevoelens van
ons christelijk volk, dat zich voor den Al
machtige vernedert, en in zijn gebeden ook
de slachtoffers niet vergeten zal.
Mogen wij dit laatste vooral ook van
Nederland's katholieken vragen
Vooral in dagen van nationalen rouw
moeten onze gedachten opstijgen tot Hem,
in Wiens almachtige hand het lot rust van
de volkeren en zonder Wiens zegen niets
gedijt.
Moge Nederlands volk bij al zijn onder
nemingen steeds zijn bede richten naar den
hooge, in nederig erkennen van nietig-
menschelijk onvermogen, maar met rotsvast
vei ti ouwen op Hem, Wiens almachtige wil
het al geleidt.
CAIRO, 21 Dec. (R.O.) vliegtuigen van de
Royal Air Force hebben ten Westen van Rutbah
de Uiver gevonden. Verdere berichten ont
breken nog.
LONDEN, 21 December (R.O.) Uit Bagdad
wordt gemeld, dat het K.L.M.-vliegtuig Uiver
om half elf plaatselijken tijd is gevonden, ver
brand en verpletterd. Britsche vliegtuigen zul
len trachten in de nabijheid te landen.
CAIRO 21 December (R.O.) Volgens een niet
officieel bericht is de „Uiver" door vuur ver
teerd. De militaire Britsche vliegtuigen kunnen
niet landen in de nabijheid van het vliegtuig.
Zij berichten evenwel, dat het toestel omlaag is
gestort. Omtrent het lot van de inzittenden kan
nog niets worden medegedeeld.
Bij de directie van de K.L.M. te 's-Graven-
hage is in den loop van den ochtend een tele
gram ontvangen van den vertegenwoordiger
van de K. L. M. te Bagdad, den heer Peters,
waarmede een einde gemaakt wordt aan de
angstige onzekerheid omtrent het lot van de
„Uiver".
Helaas is zooals reeds in andere telegram
men gemeld deze onzekerheid thans tot de
ergste zekerheid geworden. Men weet thans,
dat de „Uiver" verongelukt is.
Het toestel heeft een noodlanding moeten
maken en voor zoover door de Royal Air Force
geconstateerd kon worden, is het daarna in
brand gevlogen. Er is. geen hoop meer, dat de
inzittenden nog in leven zijn. Naar men weet,
waren er zeven personen aan boord.
Geen kans op overlevenden.
CAIRO, 21 December (R.O.) Vliegtuigen van
de „Royal Air Force" hebben de „Uiver" 10
mijlen ten Westen van Rutbah ontdekt.
De vliegers konden ter plaatse niet landen,
maar heoben kunnen waarnemen, dat het toe
stel te pletter is geslagen en verbrand. Er be
staat geen kans, dat er overlevenden zijn.
Door den bliksem getroffen.
CAIRO, 21 December (R.O.) Meer dan een
bericht meldt, dat de „Uiver" is verbrand en
men heeft zeer weinig hoop meer de inzitten
den vier leden van de bemanning en drie
passagiers nog levend te vinden.
Zooals bekend was een van de passagiers
Beretti, de directeur van het Nieuwsbureau
Aneta.
Men veronderstelt, dat het vliegtuig door den
bliksem is getroffen De plek, waar het over
schot van bet toestel is gevonden, ligt onge
veer 16 K.M. ten Zuiden van Rutbah in een
woeste streek met puntige rotsen, waar een
landing een zekeren dood beteekent. Kort na
het vertrek van het toestel uit Cairo werd een
zwaar onweer gemeld. 24 Militaire vliegtui
gen namen deel aan het zoeken naar de
„Uiver". De piloten kennen de verschrikkingen
van deze streek met zijn plotseling opkomende
onweders, welker wervelwinden kolommen
zand doen ontstaan, van groote hoogte. De
plaats des onheils ligt binnen het bereik van
de pantserauto's welke te Rutbah gestation-
neerd zijn, doch tengevolge van de hevige
regens kan geen automobiel-conivooi in do
woestijn doordringen.
Van deskundige zijde wordt het in hooge
mate onwaarschijnlijk geacht, dat het vlieg
tuig door de bliksem getroffen zou zijn. Eerder-
wordt gedacht aan een wervelstorm Red.
Maasb.
Toch nog hoop op overlevenden?
BAGDAD, 21 December. (UN. PRESS). Het
Douglas-vliegtuig „Uiver" is door den Engel-
sohen luitenant-vlieger Stone gevonden.
De vliegenier was niet in staat in de nabij
heid van het wrak te landen, waarom hij er
zich toe bepaalde, herhaalde malen over de
eens zoo trotsche „Uiver" heen te vliegen,
waarvan thans nog slechts een verkoolde massa
is overgebleven.
De Engelsch vlieger zag geen spoor meer
van eenig menschelijk leven en hij gelooft ook
niet, dat een der inzittende het leven er af
gebracht zal hebben.
Tooh is hij niet in staat geweest imet abso
lute zekerheid vast te stellen, of zijn veronder
stelling juist is. In verband hiermede zijn am-
buances uitgezonden, om eventueel hulp te
verl-eenen en de gewonden bij te staan, als
toch nog een der leden van de bemanning of
passagiers in leven mocht zijn gebleven.
Doktoren naar de plaats van de
ramp
Uit Bagdad wordt verder aan de K.L.M, ge
seind: een toestel van de Royal Air Force heeft
de „Uiver" verongelukt gezien op 10 mijl (16
kilometer) ten Zuiden van Rutbah. Het toestel
werd gezien door den luitenant-vlieger Stone.
Het was uitgebrand en er is geen hoop op
het nog levend aantreffen van de inzittenden.
Een dokter is per politieauto naar de op 400
kilometer afstand gelegen plaats van het onge
luk vertrokken. Ook de vertegenwoordiger van
de K.L.M. te Bagdad, de heer Peters, is er
met een toestel van de Imperial Airways heen,
terwijl de medicus van de Royal Air Force
eveneens derwaarts is vertrokken.
De streek biedt een troostcloozen
aanblik.
BAGDAD, 21 December (Un. Press.) Naar
eerst thans bekend wordt, is het Nederlandsche
vliegtuig „Uiver" ongeveer zestien kilometer
ten Zuiden van RuthabWells neergestort.
RutbahWells is een versterkt blokhuis dat
door soldaten bewaakt wordt. Het is het eenige
gebouw in een omtrek van 260 kilometer.
De streek is geheel onbewoond en biedt een
troostcloozen aanblik.
Het toestel moet onmiddellijk na het uit
zenden van het S.O.S.-berlcht, waarin de
„Uiver" melding maakte van het buitengewoon
slechte weer, omlaag gestort zijn.
Volgens mededeelingen van personen, die zich
op de plaats des onheils bevinden, is het toe
stel volkomen verbrand, terwijl de lijken der
inzittenden geheel verkoold zijn.
ik'j A Ua v EU
tl II foto van de bemanning met de echtgenooten, genomen even voor het vertrek op den tocht die een zoo noodlottig einde
tom un l, r. marconist G. van Zadelhoff, tweede piloot J. van Steenbergen, commandant W. Beekman en mecan. Waalewijn
Ofschoon men op het ergste was voorbereid
op Schiphvl bracht het treurige nieuws, dat de
„Uiver" geheel uitgebrand was teruggevonden,
toch zeer groote ontsteltenis teweeg. Na de
ontvangst van het telegram, dat de „Uiver" bo
ven station no. 3 was gehoord, was men de toe
komst minder donker gaan inzien. Toen echter
alle hoop den bodem ingeslagen was, heerschle
er de diepste verslagenheid. De heer Thompson
nam onmiddellijk maatregelen voor het op de
hoogte brengen der familieleden van het ont
zettende gebeuren en ofschoon dit met veel tact
en zorg geschiedde, was de smart der vrouwen
en familieleden ontzettend.
Nog levendig herinneren we ons dien maan
nacht, toen de „Uiver" naar de Oost startte.
Wat Hondong niet gedaan heeft, deed Beekman.
Hij stuurde de „Uiver" nog eenmaal laag over
At vliegtuig en de toeschouwers, alsof hij nog
eenmaal Schiphol wilde zien. Niemand zal wel
vermoed hebben, dat het met de „Uiver" zoo
zou afloopen en niemand op Schiphol had dit
ook maar vermoed. Sedert het ongeluk met
de „Ooievaar" was er niets meer voorgevallen
dat men ernstig kan noemen en de K.L.M. had
een reputatie gekregen als wellicht geen an
dere maatschappij in Europa.
Op Schiphol gingen onmiddellijk de vlag
gen, welke op de hekken waren geplaatst half
stok, terwijl de dienst normaal werd voortgezet.
Tragisjh vindt men het van Zadelhoff, die
bij het ongeluk met de „Ooievaar" aan den
dood ontsnapte en nu bij de tweede Ooievaar
het slachtoffer is geworden. Ook in Amsterdam
heeft het droeve bericht groote ontsteltenis
teweeg gebracht.
Reeds den geheelen morgen hadden zich
mensehen om het kantoor van de K.L.M. en de
courantenbureaux verdrongen, doch toen het
eerste Reufertelegram, dat het ontstellend ge
beuren berichtte, bekend werd, stroomden de
mensehen toe en weldra stond het zwart op het
Leidschepiein, zoodat de politie regelend moest
optreden. Het treurige nieuws werd overal druk
in groepjes besproken.
Het. blijft onze plicht moedig
voorwaarts te zien.
Een vertegenwoordiger van V.D. sprak nog
even met den chef van de K.L.M. op Schiphol
den heer Thompson, die evenals alle andere
officials diep onder den indruk van het ge
beurde was, maar onder alle leed werkte weel
de energie om niet bij de pakken te gaan neer
zitten. Het ergste is geschied en er valt niets
aan te doen, aldus zeide de heer Thompson,
maar het blijft onze plicht om moedig voor
waarts te zien.
Hedenmiddag om tien voor half één werd op
he K.L.M.-huisje onder doodsche stilte de vlag
halfstok geheschen. De menigte, welke zich op
het Leidscheplein«had verzameld, ontblootte bij
het hijschen van de Nederlandsche driekleur
het hoofd.
Elders in de stad zijn ook de vlaggen halfstok
geheschen.
Ons Rotterdamsche vliegveld ligt in een
heiige afsluiting. Op het platform staan drie
groote Fokkervogels. Van een draaien de mo
toren in snelle vaart.
Enkelingen en groepjes menschen van de on
derscheiden K.L.M.-diensten, die der journa
listen herkennen hebben maar een woord.
Verschrikkelijk.
Allen, in het bijzonder bij den technischen
dienst, die de Uiver voor de Melboume-race
in elkaar zette, zijn geweldig onder den in
druk.
We ontmoeten den heer Tolk chef van het
vliegveld. Hij heeft natuurlijk een enkele mi
nuut voor ons, ofschoon de dienst hem uiter
aard op momenten als dezen morgen dubbel
in beslag neemt.
De heer Tolk is nog optimistisch. Officieel
van de K.L.M. weet hij alleen, dat het vlieg
tuig gevonden is. Hij kan nog niet de meening
deelen, dat de catastrofe dien omvang heeft
aangenomen.
Er kan brand zijn ontstaan door verschillen
de oorzaken. Doch een dergelijke catastrofe
behoeft nog niet het gevolg te zijn.
De radio heeft plotseling stop gestaan en
geen enkel S.O.S..
De „Uiver" in de dagen van zijn glorie. Het vliegtuig eens de nationale trots, boven
de Maas te Rotterdam, (foto K.L.M.)
We kunnen natuurlijk nog meer vragen stel
len en mogelijkheden lanceeren, doch alles
moet afstuiten op het feit, dat de juiste toe
dracht der zaken nog niet bekend is.
Overigens is er uiteraard ontzaglijk mede
lijden met de arme kerels, wien vermoedelijk
toch wel een vreeselijke dood in de woestijn
is overkomen.
Het Aero-club gebouw ligt verlaten. Rouw-
stemming? In elk geval hebben we geen
nieuwe bron omtrent inlichtingen of het be
spreken van mogelijkheden.
We belanden bij Koolhoven vliegtulgenfa-
briek. Deze Nederlandsche vliegtuigbouwer,
bekend met alle mogelijke machines en een
kwarteeuw ervaring zal waarschijnlijk als
technicus wel iets meer weten te vertellen
omtrent mogelijke oorzaken.
Ook hij echter heeft nog maar een enkel be
richt ontvangen en opgevangen en kan zich
derhalve niet permitteeren om in een of an
deren vorm een reconstructie van de vlieg
ramp te geven. Hij moet zich een definitief
oordeel voorbehouden.
Overigens treffen we bij hem en zijn perso
neel ook weer diepe deernis met de bekwame
resolute manschappen maar ook met de na
bestaanden.
Om twaalf uur ging de vlag van de K.L.M.
gebouwen halfstok
Niet alleen op Waalhaven maar over de ge-
heele stad viel na het bekend worden van de
ramp een beklemming die den geheelen dag
niet week.
Voor de krantenbureaux en voor de winkels
waar de bulletins hingen stonden de Rotter
dammers, verslagen en met een warm-men-
schelijk, diep medegevoel voor de nagelaten
betrekkingen van de verongelukte Uiver-be-
manning.
Op het kantoortje van de K.L.M. aan den
Coolsingel, van waar de K.L.M.-vlag vooral
in den laatsten tijd dikwijls zoo fier en glo
rieus had gewapperd, hing het dundoek troos
teloos in den grauwen dag halfstok. Ook daar
was de onheilstijding het onderwerp van het
gesprek.
Men kan zich over het algemeen eigenlijk
nog niet indenken dat het bericht waarheid
en niets dan de vreeselijke waarheid bevat....
Het ellendige einde van wat zoo
mooi begonnen ivas
Om ongeveer tien uur vanmorgen kwam het
eerste bericht op het Hoofdkantoor van de
K.L.M. binnen, dat te 6.30 G. T. M. het eskader
van de Royal Air Force, dat uitgevlogen was
om te zoeken, het toestel geheel vernield had.
gevonden.
Zooals te begrijpen is, bracht het telegram
groote verslagenheid. Ofschoon er nog geen bij
zonderheden gemeld werden, vreesde men toch
het ergste omtrent het lot van de inzittenden.
Die vrees werd een half uur later bevestigd
door het bericht, dat de vlieger-luitenant Stone
van de R.A.F. de Douglas gezien had 15 K.M.
ten Zuiden van Ruthab, geheel verbrand, en dat
er geen hoop was op overlevenden. Dit bracht
een zeer gedrukte stemming op het kantoor.
De eerste, dien wij spraken was de heer
Martin, die zeer onder den indruk was. „Dat
is het ellendige einde", zeide hij, „van wat zoo
mooi begonnen was. Maar er is niets aan te
doen.
Beekman was een onzer bekwaamste piloten;
aan zijn beleid zal het niet hebben gelegen".
Buiten stond het publiek in dichte drommen.
Ofschoon nog geen berichten door de K.L.M.
over de catastrofe werden gepubliceerd, bleken,
toch reeds de geruchten naar buiten te zijn
doorgedrongen. Deze geruchten brachten een
groote verslagenheid onder het publiek te weeg,
dat eenige weken geleden nog zoo enthousiast
uiting gaf aan zijn vreugde over het succes
in de Melbourne-race.
Om half 11 kwam de president-commissaris
van de K.L.M., de heer Wurfbain, zichtbaar on
der den indruk, het kantoor van de K.L.M.
binnen. Ook de inspecteur van den rijksstudie
dienst voor de luchtvaart kwam zijn deel
neming betuigen. Op het kantoor werden alle
herinneringen aan de Kerstvlucht en aan de
„Uiver" uit de etalage weggenomen.
„Mijn meerling, dal er geen reden was
voor optimisme, is helaas
bewaarheid"
Wij hebben hedenmiddag den heer Plesman,
die met allerlei regelingen op het oogenblik
overbelast is, toch nog even te spreken kunnen
krijgen.
„Wat ik gisterenavond gezegd heb, aldus de
heer Plesman, dat er geen reden is om de zaak
optimistisch op te nemen, is helaas bewaar
heid. Vooral van belang is het bericht, dat de
„Uiver" om tien minuten over drie plaatse
lijken tijd nog radioseinen gaf, daarna nog niet
heeft opgehouden te vliegen. Want 35 minuten
later is hij door het pompstation H 3 op 50
kilometer Westelijk van Rutbah' gehoord. Hij
was toen nog op den goeden koers. Tien mijlen
ten Zuiden van Rutbah is de Uiver gevonden.
Hij was dus blijkbaar in de buurt aan het
zoeken naar het vliegveld. Het abnormaal slech
te weer zal hem belet hebben om Rutbah te
vinden.
Er zijn telegrammen aan de vertegenwoor
digers van de K.L.M. in Cairo en Bagdad ge
zonden om niets aan de situatie van de „Uiver"
te veranderen, om het onderzoek zoo volledig
mogelijk te doen plaats hebben Dit zal geschie
den door de Engelsche autoriteiten. De beman
ning van de „Leeuwerik" zal zich ook in
een commissie vereenigen om een onderzoek
in te stellen. De heer Plesman hoopt dat door
het onderzoek een beeld zal kunnen verkre
gen worden van de oorzaak van het ongeluk.
Uit den stand van de kranen en contacten en
van de onderdeden van het vliegtuig zullen
waarschijnlijk belangrijke conclusies zijn te
trekken. Aan dr. v. d. Maas van den rijksstudie
dienst voor de luchtvaart is do»r den Minister
van Waterstaat opgedragen ook een onderzoek
in Rutbah in te stellen.
Verder wees de heer Plesman er op, dat de
opsporing vrij gemakkelijk is geweest, doordat
het vliegtuig dicht bij Rutbah is neergekomen.