DE VERMELDE MACHINE. VRIJDAG 21 DECEMBER 1933 REGEERING jlN i ...^lEMENT DIEP GETROFFEN. Piëteitvolle ivoorden van den Voorzitter der Tweede Kamer en van Minister Kalff. DEELNEMING VAN H. M. 1 KONINGIN. BETUIGINGEN VAN DEELNEMING. RADIOUITZENDINGEN ANVANKELIJK GESTAAKT. Na den middag hervat met gewijzigde programmal. PASSAGIERS EN BEMANNING. Enkele levensbijzonderheden. - - mm, EEN DER SNELSTE EN MEEST COMFORTABELE TOESTELLEN TER WERELD. UIVER-LEVEN IN DATA. TOEN DE STEMMING NOG HOOPVOL WAS. Om half acht reed de Leeuwerik weg in den mist DE MEENING VAN DEN HEER MOLL. - De voorzitter van de Tweede Kamer heeft in de hedenmiddag gehouden zitting de vol gende rede gehouden: De vrees, sinds gisteren het gansche land beroerend is helaas gegrond. De „Uiver" tot symbool geworden haast van Neerlands durf en kunnen, is neergevallen en verwoest. Zeven levens vloden heen, der dappere be manning en van hen, die het vliegtuig kozen voor hun reis. Deernis allereerst is hetgeen wij voelen met hen, die diep in rouw geslagen zijn. Droefheid daarna voor den slag, die onze nationale lucht vaart trof. Zij zal dien slag te boven komen, maar hij trof haar hard. Volharding, kennis, energie en durf, zij leidden tot iets groots. Toch bleek het menschenwerk opnieuw te klein. De eeuwige waarheid spreekt ook hier. dat God alleen beschikt. Die waarheid schenke allen, die verloren, kracht om te berusten. Rede van Minister Kalff De minister van Waterstaat, ir. Kalff, zeide hierna ongeveer het volgende: Namens de regeering gevoel ik behoefte uiting te geven, hoezeer.wij onder den indruk zijn. De schrijnende tegenstelling tusschen den zoo kort geleden gemaakten triomftocht van ae „Uiver" en den ondergang thans, heeft allen diep getroffen. Bovenal gaan onze gedachten uit naar de bemanning, die het leven liet, en de passagiers, die bij deze ramp zijn omgeko men. In het groote leed, dat over hun nabe staanden is gekomen wordt door de regeering van harte gedeeld. De ordonnance-officier van H. M. de Konin gin, eerste luitenant Römer stelde zich op de hoogte van de toedracht van de ramp om H. M. daaromtrent in te lichten. Een stroom bezoekers kwam in den loop van den ochtend ten kantore der K.L.M. om hun deelneming te betuigen met den droeven af loop van den tocht van de „Uiver". Minister Kalff bracht al spoedig directeur Plesman een bezoek en vutte zijn diep mede gevoel met het gebeurde. De Minister vond het zeer rampzalig en zeide, dat hij, evenals ieder ander, diep beseft den grooten slag welke heden ons land en de nationale luchtvaart heeft getroffen. Voorts kwamen nog de president-commissaris der K.L.M., de waarnemende directeur van den luchtvaartdienst. De secretaris-generaal van de I.A.T.A. de Oostenrijksche zaakgelastig de, de voorzitter van de Kon. Ned. Ver. voor de Luchtvaart en vele anderen. Nadere bijzonderheden uit Bagdad en Rutbah ontbreken tot op dit oogenblik nog steeds. Wel kunnen elk oogenblik telegrammen in komen, welke een nader licht werpen op het gebeurde. De „Leeuwerik" zal zijn tocht in elk geval volgens het vastgestelde programma voortzet ten. x De Zeeuwsche Vereeniging voor luchtvaart heeft het volgende telegram aan den heer Plesman gezonden: De Zeeuwsche Vereeniging voor luchtvaart betuigt u oprechte deelneming met de ramp, die onze nationale luchtvaart trof. Van Woelderen, voorzitter; Smeding, vice- voorzitter; Holleman, secretaris. Deelneming te Haarlem. Alvorens met de behandeling van de begroo ting zou worden voortgegaan heeft de burge meester van Haarlem vanmiddag in de verga dering van den gemeenteraad een rede gehou den, -waarin hij uiting gaf aan het groote leedwezen, dat allen bezielt, wegens de ramp door het vergaan van de Uiver, die onze natio nale trots was. De vergadering werd daarna ten teeken van rouw tot vier uur geschorst. Van den toren van het stadhuis was de vlag halfstok geheschen. Verschillende voorstellingen in schouwbur gen en concertzalen zijn afgelast. Na het binnenkomen van de telegrammen omtrent het noodlottige einde van de „Uiver" heeft de radioraad de radio-uitzendingen via Huizen en Hilversum ten teeken van rouw onmiddellijk doen staken. De uitzendingen zijn hedenmiddag om 12 uur weer hervat en in overeenstemming met het vreeselijke gebeuren eenigszins gewijzigd. Omtrent de radio-programma's van de eerst volgende dagen zijn nog geen beslissingen genomen. Omtrent de passagiers en de bemanning van de „Uiver', die met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid bij deze ontzettende ramp om het leven zijn gekomen, kunnen wij de volgende bijzonderheden meiden. Prof. ir. E. W. Walch is geboren op 9 Augus tus 1890 te Schiedam. Hij is gehuwd. Op 8 Sep tember 1925 is hij ter beschikking gesteld van den gouverneur-generaal van Nederlandsch- Indië om daar te lande voor den tijd van vijf jaar werkzaam te worden gesteld als gouver nementsarts eerste klasse bij den dienst der volksgezondheid. Op 28 September 1925 werd hij in deze functie belast met de waarneming der betrekking van gouvernementsarts. in 192? werd hem de waarneming opgedragen van de supervisie over de malariabestrijding tijdens den duur van het verlof van prof. dr. Roden- wald. in -'29 is hij definitief met deze su pervisie over de malariabestrijding beiast. In 1929 volgde ook zijn benoeming tot buitenge woon hoogleeraar in de gezondheidsleer, bac- tereologie en serologie aan de geneeskundige hoogeschool van Batavia. In 1930 werd hij be- i last met de irneming van de betrekking van directeur van het centraal geneeskundig laboratorium t den duur van het verlot van S. L. Brug. in 1931 werd hij benoemd tol hoogleeraar in de gezondheidsleer bactereo- logie en seralogie aan de geneeskundige hoo geschool te Batavia. DOMINIQUE WILLEM BERETTI werd ge boren te Djokjakarta op 20 November 1890. Zijn vader hieru daar een school voor de kinderen uit de families der zelfbestuurders in de Vor stenlanden. Na zijn schoolopleiding trad hij in dienst van de gouvernements P.T.T. Hij begaf zich vervuigens in de journalistiek en was o.a. redacteur van de Javabode. Als jong journalist onderna mhij verschillende reizen, o.a. naar Japan. Hij onderscheidde zich reeds op jeug digen leeitijd door zij nsnelle en vakkundige berichtgeving. In het voorjaar 1917 werd door hem het persbureau „Aneta" opgericht. Hij bracht op een van zijn reizen naar Europa het huldeblijk van Nederlandsch Indië aan H.M. de Koningin over. Op 4 December 1920 werd het huidige Anetagebouw te Batavia in ge bruik genomen. In 1924 werden de reclamebe langen van Aneta afgesplitst in een reclame bedrijf, cat sedertdien in andere handen is overgegaan terwijl tezelfder tijd het persbureau in een naamlooze vennootschap werd omgezet. Begin 19.it werd het agentschap te Den Haag omgezet in een N.V. de N.V. Aneta Holland, waarvan de aandeelhouders aanvankelijk wa ren de heer Beretti zelf, alsmede de firmanten van het persbureau Vaz Dias en het Neder landsch Correspondentie bureau voor dag bladen. Ssdertdien zijn de belangen van den heer Beretti in deze Nederlandsche vennoot schap eveneens in andere handen overgegaan. Ook op de buitenl. persagentschappen, met welke Aneta samenwerkt, genoot de heer Be retti als expert en als grondig kenner van de pers en de parsbelangen in het Verre Oosten, een zeer hoog aanzien. De waardeering, die de heer Berretti in binnen- en buitenland genoot vond uitdrukking in de volgende onderschei dingen die hem werden verleend: Ridder in de orde van Oranje Nassau, commandeur in de orde van de kroon van Italië, ridder van het legioen van eer, ridder in de orde v. d. witten Olifant van Siam, ridder der Wazaorde van Zweden eerste klasse, commandeur der orde van den draak van Annam, drager van het eereteeken van het Duitsche Roode Kruis, offi cier de rinstroction publique en groot-officier der orde van Nicham tftikhar. De heer JACOBUS TIJMEN KORT, die als derde passagier de reis meemaakte, werd 21 Augustus 1886 te Leiden geboren, waar zijn va der in de Haarlemmerstraat een winkel had. in bedden en manufacturen. Hij werd opgeleid voor stuoiman op de groote vaart. Na zijn diploma als zoodanig te hebben verworven werd hij bij de Kon. Holl. Lloyd aangesteld en bracht het daar tot eersten stuurman. Als zoodanig heeft hij vele jaren de zee bevaren. Na zijn ontslag genomen te hebben werd hij directeur van een pannenfabriek Karang Pilang bij Soe- rabaja. Vandaar was hij kort geleden gere patrieerd om zijn moeder, die in te Wilhel- winapark te Oegstgeest woont, te bezoeken. Ge durende oen tijd, dien hij in Nederland ver bleef, heeft hij daar verblijf gehouden. De heer Kort was gehuwd en vader van twee kinaeren. Gezagvoerder WILHELM MARIE OKKO ANNE BEEKMAN werd op 15 Maart 1895 te Brouwershaven geboren. Hij kwam in Februari 1922 als leerling-vlieger aan de luchtvaartaf- deeling te Soesterberg in dienst. Na 50 vlieguren is hij op 15 April 1922 in dienst van de K.L.M. gekomen. Op het oogenblik had hij niet minder dan 10.000 vlieguren op zijn naam. Hij volbracht 17 retourvluchten naar Indië, waarvan 16 als gezagvoerder en 1 als tweede bestuurder met Smirnoff als gezagvoerder. In Mei 1931 maakte hij met de Fokker PH-AFR zijn bekende retour vlucht Bandoeng-Amsterdam in 7 dagen en 93 vlieguren. Hij is een van de oudste gezagvoer ders van de K.L.M. en behoort tot de „lucht- millionnairs" dat wil zeggen dat Beekman twee milUoen vliegmijlen achter den rug heeft. De heer JOHANNES VAN STEENBERGEN is 15 April 1898 te Leiden geboren waar zijn vader procuratiehouder was van de textielfa briek Klos en van Leembruggen. Hij bezocht de lagere school te Leiden en ook gedurende eenige jaren de H.B.S.. Vervolgens werd hij bankbediende bij de Nationale Bank te Leiden, waar hij wegens inkrimping van personeel werd ontslagen. Hij ging toen in militairen dienst en werd ingedeeld bij de motorbrigade. Vervolgens ging hij naar Soesterberg om opgeleid te wor den als vliegenier en hij heeft het daar tot ser geant-vliegenier gebracht. Op 16 April 1928 ging hij over naar de K.L.M. als vliegtuigkundige en op 1 October 1931 als vliegenier. Hij heeft reeds dertien retourvluchten naar Indië gedaan. Hij heeft geen kinderen. HENDRIK ABRAHAM WAALEWIJN, werd op 12 Februari 1908 te Rotterdam geboren. Hij bezat het diploma M.U.L.O. en ambachtsschool, vijfjarige machine teekenschool en het diplo ma machinist. Hij heeft gevaren bij de Stoom vaart Mij. „Nederland" en bij de fa. Drijfhout en Zoon. Hij werd werktuigkundige eerste klas bij de K. L. M. en maakte zes retourvluchten naar Indië, namelijk een in 1929, een in 1930, een in 1932 en twee in 1933. Hij is hoofdwerk- meester op Schiphol en werd ieder jaar inge deeld bij de werktuigkundigen op de Indië- route om op de hoogte te blijven van de ont wikkeling op deze route. Waalewijn was in het bijzonder bekend met de Douglas-vliegtuigen. Hij monteerde de „Uiver" na aankomst te Rot terdam en ook de twee Douglas-vliegtuigen van hetzelfde type, die voor Oostenrijk en voor Zwitserland waren bestemd. Op Schiphol hield hij toezicht op de vliegtuigen voor de Indië-route. Hij is verschillende malen langer of korter werkzaam geweest op de stations, die door de K. L. M. in Europa worden aange daan. Waalewijn was een der bekwaamste werktuigkundigen van de K. L. M. De marconist G. VAN ZADELHOFF werd op 3 Mei 1908 te Baarn geboren. Hij heeft lager onderwijs en H. B. S.-onderwijs geno ten. In 1927 behaalde hij het certificaat eerste klasse radio-telegrafist. Op 6 October 1927 kwam hij bij de Radio Holland. Op 16 October werd hij bevorderd tot telegrafist tweede klasse. Hij heeft gevaren op de „Slamat", de „Op den Noord" en schepen van de Java- China-Japanlijn. In Augustus 1931 kwam hij bij de K. L. M. Zijn eerste luchtreis maakte hij met Beekman in dat jaar. Hij heeft tien retourvluchten naar Indië gemaakt. Op 19 No vember 1931 is hij met de „Ooievaar" te Ban- kok verongelukt. Hij was de eenige overle vende bij dat ongeluk. In April 1934 maakte hij met Frijns als gezagvoerder de bekende extra-vlucht naar Perzië .Hij was een van de oudste en bekwaamste telegrafisten van de K. L. M. Fort Rutbah met het landingsterrein voor vliegtuigen, ten Zuiden waarvan het ver brande „Uiver"-wrak werd gevonden. De Uiver de Douglas D. C.-2-machine, was een der nieuwste en beste toestellen van de K. L. M., dat in vervoercapaciteit alles over trof wat er op het gebied van verkeersvlieg tuigen tot dusver werd gebouwd Het was in gericht voor het vervoer van veertien passa giers, twee piloten, een radiotelegrafist en een steward. Het comfort voor de passagiers was bij de constructie van alle voorname onder- deelen voortdurend in het oog gehouden, zoo dat een ongeëvenaard weelderige en ruime cabine ontstond. De geluiddemping werd tot het maximum bereikbare opgevoerd en de uit rusting voorzag in alle wenschen van den ver wenden luchtreiziger. Met recht verkreeg de Douglas in de befaamde Engéïand-Melbourne- race dan ook den naam van „het vliegend hotel". Volgens de beschrijving van de machine door den heer E. Smit der Ned. Vliegtuigenfabriek, welke bij de Harris Uitgeverij te Amsterdam is verschenen, heeft de Douglas D. C.-2 het peil der prestaties van groote verkeersvliegtuigen met een ruk omhoog gebracht. Waren tot voor kort kruissnelheden van om en nabij 200 K.M. per uur normaal, de Uiver met zijn twee lucht- gekoelde motoren van 700 P.K. voerde een nieuwen standaard in, die ongeveer 100 K.M. per uur hooger lag. Terwijl de maximum snel heid op 2450 M. hoogte 338 K.M. per uur be droeg, was de landingssnelheid door gebruik making van de Douglas landingsklappen terug gebracht tot slechts 96 K.M. per uur. Toen het prototype, de Qouglas D. C.-l in opdracht van de. Transcontinental en Western Air volgens voorschriften dezer maatschappij zou worden gebouwd, geloofden slechts weini gen in de vliegtuigindustrie, dat de daarin ver vatte bijzonder hooge eischen verwezenlijkt zouden worden. Zij werden echter met niet minder dan 30 pet. overtroffen. Een voorbeeld hiervan waren de eischen, wat betreft het vliegen op één motor. Er zijn maar weinig twee-motorige vliegtuigen, die daartoe in staat zijn en dan nog slechts onder bepaalde gunstige omstandigheden. De eischen voor de Douglas waren, dat het toestel moest starten van een op 1500 M. hoogte gelegen vliegveld en dat onmiddellijk na den start een motor stopgezet moest worden, waarna het tot 2100 M. moest kunnen stijgen. De Douglas voldeed niet alleen hieraan, maar klom met gemak door tot 3100 M. en had toen nog genoeg motorvermogen in reserve om naar 3400 M. door te stijgen. Natuurlijk had dit prototype diverse kinder ziekten door te maken en de D. C.-2 werd zoo doende een der snelste, veiligste en meest com fortabele verkeermachines ter wereld. De Douglas was uitgerust met twee lucht- gekoelde motoren van elk 700 P.K. Deze zijn voorzien van een radio-afscherming van z.g. Baffle platen (leiplaten, die de lucht op be paalde wijze langs de cylinders leiden) en ver der van de noodige aansluitingen e.d. voor het hydraulisch verstelmechanisme der verstel bare Hamilton-schroeven. De uitlaatpijp is onder den vleugel gemon teerd ten einde 't lawaai zooveel mogelijk uit de cabine te houden en het onaangename ver blinden bij nachtvliegen te voorkomen. De vier benzine-reservoirs, twee van 680 liter en twee van 285 liter, dus totaal 1930 liter, waren in den vleugel ongebracht. De twee hoofdtanks waren voorzien van gelijktijdig werkende Storckleppen, die door een der piloten bediend worden. Nadat de piloot de Storckleppen had geopend, behoefde hij slechts op zijn benzine meter te kijken en de kleppen te sluiten, zoo dra het gewenschte peil bereikt was. De romp. De romp was, evenals de vleugel, geheel uit duraluminium vervaardigd als monocoque con structie met eenvoudige profielen, waarop de huidplaten geklonken waren. Op deze wijze was een licht en zeer stijf trilling-vrij geheel bereikt, zonder dwarsschotten, waardoor de passagiers konden beschikken over een zeer ruime en geriefelijke cabine. Dit comfort werd nog verhoogd door het feit, dat de lange schot ten van den vleugel onder den cabinevloer doorliepen. De geheele romp was van neus tot staart toegankelijk. Een deur gaf toegang tot den neus, waardoor de achterkant van het instru mentenbord, de cylinders voor de hydraulische remmen enz. gemakkelijk gecontroleerd kon den worden. In den wand van het achterste bagageruim was een deur aangebracht, die toe gang gaf tot het staartgedeelte. De romp was ingedeeld als volgt: piloten- cockpit in den neus, ruimte voor post en vracht, cabine met buffet en toilet, bagageruim. De piloten-cockpit lag voor in den rompneus vóór den vleugel en voor het vlak van de schroeven. Beide piloten hadden een ruim uit zicht én konden ook de wielen van het onder stel in neergelaten toestand zien. Ruiten van enslpinterbaar glas sloten de cockpit geheel af. Passagierscabine. De lengte van de ruime en gerieflijke cabine bedroeg 8.03 M„ de breedte 1.68 M., de hoogte 1.91 Meter. De 14 ruime zitplaatsen waren in twee rijen geplaatst en iedere passagier had een eigen venster met ruiten van onsplinterbaar glas en voorzien van gordijnen. Daar de vensters hoog boven den vleugel geplaatst waren, had iedere passagier een goed uitzicht. Ieder beschikte over een leeslampje, dat de andere passagiers niet stoorde en door hemzelf ontstoken of gedoofd kon worden. Voor alge- meene verlichting waren plafondlichten aan gebracht. Verder beschikte iedere reiziger over een aschbakje, lunchplankje, sïgnaalknop voor de bediening, ventilatieregeling, houder voor i uchtziektezakj es enz. Aan iedere zijde was over de geheele cabine breedte een bagagenet gemonteerd. Deze net ten waren zoo geplaatst, dat zij de passagiers bij 't loopen door de cabine niet hinderen en dat de stang als handgreep gebruikt kon wor den. Bovendien waren jashaken aangebracht. De ruime toegangsdeur tot de cabine bevond j zich in den zijwand van den romp. Bij het openen van deze deur werd de ingang automa tisch electrisch verlicht. De zeer comfortabele stoelen, waarvan de leuningen verstelbaar waren en tevens geheel omkeerbaar, zoodat twee passagiers desge- wenscht vis a vis konden zitten, waren met kussens bekleed, terwijl iedere passagier be schikte over een los hoofdkussen. Achter in de cabine was een buffet uitge bouwd. De cabine, het toilet, de bagageruimte en de cockpit ontvingen voortdurend voldoenden toevoer van frissche lucht, terwijl de cabine, de cockpit en het toilet eveneens door warme lucht behoorlijk verwarmd kon worden. Vleugelconstructie. Voordat het Douglas-verkeersvliegtuig ont worpen wérd, is een zeer uitgebreide studie ge maakt van het type der vleugelconstructie, waarbij men zich niet ontveinsde dat een vrij- dragende vleugel voor een vliegtuig van derge lijke afmetingen en vooral voor de hooge snel heid een geheel nieuw probleem opwierp. In de eerste plaats was 't noodig een con structie uit te werken die bij een maximum sterkte en stijfheid zoo licht mogelijk was. Het materiaal moest zoo verdeeld worden dat de spanningen in de verschillende deelen niet te veel uiteen liepen. In het bijzonder moest de vleugel een groote torsie-stijfheid en een zeo gering mogelijke verticale doorbuiging hebben. Men kwam zoodoende op de multicel-con- structie met dragende huid. In de Douglas mul- ticelvleugels worden de lasten door een groot aantal constructiedeelen opgenomen en niet op enkele deelen geconcentreerd. De spanningen zijn gelijkelijk verdeeld en de doorbuiging is voor verschillende deelen even groot, waar door de vleugel een hoogere belasting kan ver dragen. De torsie-stijfheid van den Douglas-vleugel is bijzonder groot. Deze factor is van vitaal belang om het fladderen der vleuge-leinden (wing flutter) bij hooge snelheden te verhin deren. Door de groote stijfheid van den multi- cel-vleugel met dragende huid is ook de verti cale doorbuiging miniem waardoor het gevaar van vermoeiing van het materiaal met alle ge volgen van dien, zooals vleugelbreuk, het vast klemmen der airlons enz, dat bij slappe me talen vleugels nog al eens voorkomt, ten eenen- male uitgesloten is. De gladde huid van den multicel-vleugel is door 'n groot aantal duraluminium langs- profielen die op ongeveer 10 c.M. van elkaar aan den binnenkant van de huid zijn geklonken, en verder door een aantal ribben versterkt. Door deze combinatie van talrijke versterkingen wordt de buiging opgenomen. Drie eenvoudige langsschotten op wanden uit plaatmateriaal, die met zware flenzen aan de huidplaten geklonken zijn, nemen de verti cale schuilkrachten op. De torsie wordt door de huid opgenomen en de talrijke ribben hou den den -vleugel in zijn vorm en verdeelen de constructie in een aantal kleine en zeer stijve doozen of cellen. Aangezien de voornaamste lasten door den buitenkant van den vleugel worden gedragen, kon de aansluiting van den romp eenvoudig worden uitgevoerd. Verder geeft een inspectie van den buitenkant onmid- De Uiver heeft in Nederlandschen dienst een korte maar sensationeele levensgeschiede nis gehad. Met evenveel sensatie als zij begon zij thans helaas ook geëindigd. Op de Indië-route werd grooter snelheid ge- wenscht en Sir Mac Pherson Robertson schreef de Melbourne-race uit. De K.L.M. zou mee dingen. Met welk toestel of met welke? Ein delijk kwam de mededeeling dat voorloopig was ingeschreven met de in December reeds in Amerika bestelde Douglas-machine, waar van wonderen verteld werden. Toch werd het nog knoopen tellen. Zal het toestel op tijd worden afgeleverd of niet? 't Kwam op tijd! Den avond van 13 Septem ber bracht Parmentier het met de Statendam naar Rotterdam. Heel luchtvaartdeskundig Ne derland liep uit, heel leeken-Nederland was enthousiast. Parmentier, die het type enkele maanden in Amerika had bestudeerd had er zoo'n goeden indruk van, dat hij er overal mee heen wilde vliegen! Toen kwam een periode van hard werken. Het toestel moest worden gemonteerd, op nieuw ingevlogen en beproefd. 14 September. Medegedeeld wordt, dat de Uiver definitief is ingeschreven voor de Mei- boume-race. Zij zal zoowel aan den handi cap- als aan den snelheidswedstrijd deelne men. De F 36, die niet op tijd klaar kwam, blijft thuis. 19 September. De Douglas gaat op Waalha ven voor het eerst de lucht in. De machine doet het prachtig. 22 September. In 9 minuten van Waalhaven naar Amsterdam. Vandaar rondvlucht over Nederland. Nu volgt de tijd van invliegen en van voor bereiding voor de groote race. 16 October. Parmentier en zijn gezellen vlie gen met de Douglas naar Mildenhall, de start plaats voor LondenMelbourne. 20 October. 6.35 uur vertrek naar Australië. Om 11.29 is men in Rome om 15.32 in Athene, om 20.00 uur in Aleppo. Het gaat prachtig! Bijna alle verdere mededingers zijn achter! Nederland is in de wolken. 22 October. 10.34 uur Glorieuze aankomst in Batavia. Publiek is niet te houden van ent housiasme. Maar voort gaat het! 22 op 23 October. De nacht van Albury. Om- weersstormen dreigen alles te verijdelen. Dreigen zelfs met ondergang. Maar dank zij de vliegkunst van de bemanning en de hulp der bevolking veilige landing in Alburyin de modder. 23 October. Alle angst is voorbij. Om 0.52 uur landt de zilveren vogel in Melbourne en wint de handicaprace. De terugtocht volgt. Hulde langs heel den weg. Overweldigehd. 21 November. Grandioos besluit. Aankomst op Schiphol, waar tienduizenden de Uiver en haar mannen vieren. 24 November. Rotterdam en den Haag doen de huldiging voor zich nog eens over. Nieuwe periode van rust. De Kerstvlucht wordt voorbereid. In 'acht dagen zal de post heen en terug naar Indië worden gebracht. Om meer speling te hebben komt er later nog een dag bij. 19 December. 3.30 uur vertrek van Schip hol. 20 December. 0.25 Gaza gepasseerd. Peiling wordt gevraagd en dan het vreeselijke einde. dellijk aanrwijzingen omtrent den toestand van de geheele constructie. Tenslotte nog enkele cijfers. De vlucht der machine bedroeg 25.90 M., de lengte 18.90 M. de hoogte 5 M., het dragend oppervlak 87.5 M2., de spoorbreedte 5.5 M. Het gewicht der machine bedroeg leeg (met uitrusting) 5495 K.G., de nuttige last 2670 K.G., totaal 8165 K.G. Vanmorgen vroeg, om zes uur, hing over Schiphol een zware mist. Tegen dien tijd was het vertrek van de Leeuwerik naar Caïr° vast gesteld, van welke plaats uit dit toestel assis tentie hoopt te kunnen verleenen aan de „Uiver". Op Schiphol zijn ook enkele tien a en men- schen aanwezig, die dit vertrek wil en bijwonen doch het vertrek wordt uitgeste? Om zes uur werd in de weer eric tenkamer van Schiphol krijgsraad gehouc en tusschen de piloten van de Leeuwerik, alsmede de aan wezige autoriteiten. De weerberichten melden mist tusschen Parijs en Amsterdam. Dit behoefde geen reden tot uitstel te zijn, maar el' was nog een groote factor, welke uitstel rechtvaardigde. De Engel- sche vliegtuigen zouden omtrent dit uur starten, om het terrein af ?e gaan zoeken, waarop de Uiver neergestreken zou kunnen zijn, zoodat men kans had, spoedig een bericht omtrent het K.L.M.-toestel binnen te krijgen, waardoor het program van de Leeuwerik gewijzigd zou kunnen worden. Inmiddels had men de Leeuwerik uit den hangar gesleept voor het stationsgebouw, waar de belangstellenden samengekomen waren. Tot kwart over zeven hebben zij moeten wachten, alvorens de motoren werden aangeslagen. De nevel was intusschen opgetrokken, zoodat het eerste morgenlicht kans kreeg tot op den grond door te dringen. Een kwartier lang ronkten de motoren en spuwden de uitlaten blauwe vlammen. Toen steeg de bemanning, alsmede de heeren Moes en Behage in, en precies om half acht reed de Leeuwerik weg in den mist. Geijsendorffer nog niet bezorgd. Kort voor het vertrek spraken wij nog even met piloot Gijsendorffer en vroegen hem. wat hij ervan dacht. Geysendorffer maakte zich niet erg bezorgd omtrent het lot van zijn collega's. „Wij hopen, dat wij nog iets voor de Uiver kunnen doen, maar het kan best zijn. dat het toestel, wanneer wij nog onderweg zijn naar Cairo, reeds is gestart naar Bagdad. Verder weet ik ook niets. Niets meer, dan iedereen reeds weet." De stemming op Schiphol is wat hoopvoller geworden, na de ontvangst van het telegram uit Gaza, waarin vermeld staat, dat de Uiver om 01.05 A.T. boven het station H. 3 van de Irak Petroleum Companie, welk station op 50 K.M. voor Ruthbah ligt, is gehoord. Aan deze mededeeling koppelt men op Schiphol voor de Uiver zeer gunstige conclusies. Want ten eerste is deze mededeeling een bewijs, dat de radio niet defect raakte, omdat men ergens tegenop was gevlogen, want het defect raken van de radio was reeds een uur eerder geconstateerd. Beekman is dus doorgevlogen langs de enorme pijpleiding van de Iracq Petroleum Companie, welke 's nachts, wanneer de maan schijnt, zeer duidelijk is te volgen, omdat zij erg afsteekt tegen het woeste, een troosteloozen aanblik bliedende, landschap. Waarschijnlijk hebben de vliegers bij het licht van den bliksem hun richting lnngs de pijpleiding naar Bagdad nog kunnen behouden. Een zeer ongunstig terrein. Toen radio-storing verbroken werd, vloog Beekman over een zeer ongunstig terrein, zoo als wij reeds meldden, bedekt met steenen en heuvels, welke 'n landing riskant zouden hebben gemaakt. De piloot zal dus verder gevlogen zijn, omdat hij wist, dat hij zich boven een beter gedeelte van de woestijn bevond, daarna een landingsfakkel hebben uitgegooid en vervol gens vlot zijn geland. Want van Rutbah tot kort voor Bagdad is de woestijn uitstekend ge schikt om te landen, aldus vertelde men ons. De piloten kunnen dus op dit gedeelte fiun toestel aan den grond hebben gezet in plaats van door te vliegen, met het risico Bagdad niet te vinden. Wel heeft men natuurlijk een compas aan boord en dit kan wel een goede vliegrichting aangeven, maar het garandeert niet, dat men op een bepaald punt uitkomt. Beekman zal dit risico, ervaren vlieger als hij is, niet hebben willen loopen. Hij had nog ben- zine-voorraad voor vier uur aan boord en lie ver zou hij dus vrijwillig gedaald zijn met brandstof aan boord, voldoende om Bagdad te bereiken, dan een gedwongen landing te maken ergens in de buurt van deze stad zonder ben zine. Toen de dag aanbrak, is hij niet onmiddellijk kunnen opstijgen, omdat de woestijn doorweekt was, waardoor ook de auto's, die op onderzoek zouden uitgaan, gedwongen waren terug te keeren. Gezagvoerder Beekman zal dus rustig afwachten, totdat de woestijn weer is opge droogd en indien zijn toestel bij de landing onbeschadigd is gebleven, starten naar Bagdad. Wat de radio betreft, dat men deze niet meer ZOU kunnen gebruiken, ook al heeft men op den "grond een antenne kunnen uitzetten, is ook verklaarbaar. Vermoedelijk is tijdens de vlucht de bliksëm in de antenne geslagen en daardoor het geheele radioapparaat onbruikbaar gewor den, zoodat men ook op den grond niet meer zal kunnen uitzenden. De chef van den vliegdienst, de heer Aler, ontrolt voor ons een routekaart en wijst daarop een driehoek aan, Haditha-Ramadin-Rutbah met de basis tuschen de eerste twee routeplaatsen van circa 100 K.M. en een hoogte van circa 250 K.M. Dit terrein zal door de Royal Air- force systematisch worden afgezocht, evenals het traject Haifa-Rutbah. Nu men van het sta tion no. 3 van de Iracq Petroleum Companie hedennacht het waardevolle telegram gekregen heeft, zal het zoeken naar de Uiver wel ge makkelijker zijn. Men hoopt op Schiphol spoedig een bericht omtrent de Uiver te ontvangen. AMSTERDAM, 21 December. (V. D.) Wij hebben nog een kort onderhoud gehad met den heer Moll die op de historische vlucht van de „Uiver" van Londen naar Melbourne als tweede piloot heeft gefungeerd. De heer Moll was diep ender den indruk van de ramp, welke het vlieg tuig en de inzittenden getroffen heeft. Gisteren, zeide hij, ben ik met Parmentier en de anderen aan boord van een der booten der maatschappij Zeeland uit Londen teruggekeerd. Wij hoorden op het schip, dat er iets met de „Uiver" aan de hand moest zijn, doch wij dachten dat er slechts een radio-defect was opgetreden en alles wel terecht zou komen. U begrijpt hoe wij van het bericht van de ramp geschrokken zijn. Wat is uw indruk? Daarover valt feitelijk heel weinig te zeggen, ofschoon wel vast staat, dat de „Uiver" in een ontzettend noodweer heeft gezeten. Beekman was een zeer voorzichtig en uiterst bekwaam piloot, die in alle omstandigheden wist te handelen. Er kan natuurlijk van alles gebeurd zijn en ook mij lijkt het waarschijn lijk, dat de machine waarin ik steeds het volste vertrouwen heb gehad door den blik sem is getroffen, waardoor vitale deelen in het ongereede zijn geraakt en men het vliegtuig niet meer in de hand heeft gehad. Er valt op het oogenblik niet anders te doen dan de offi- cieele berichten af te wachten, vooral ook van de menschen van de „Leeuwerik Slachtoffers van de „Uiver-ramp". Van links naar rechts da gezagi 'rder W. Beekmande tweede bestuurder J. van Steelt* bergen de directeur van het persbureau Aneta D. W. Berretti (een der passagiersde marconist G. van Zadelhof en d« mecanicien Waalewijnf

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1934 | | pagina 2