1 PLECHTIGE BEGRAFENIS VAN Z. EX. MGR. L. SCHIOPPiC]
laatste HULDE AAN 'S pausen nobelen
VERTEGENWOORDIGER.
DAGBLAD VOOR SCHIEDAM EN OMSTREKEN
INDRUKWEKKENDE PONTIFICALE H. MIS
VAN REQUIEM.
5Sst> J\"AT>n'AVO.
VRIJDAG 26 APRIL 1935
No. 17237
BUREAU: KOEMARKT 4, SCHIEDAM' TELEFOON INTERCOMM. No. 68085
OVERWELDIGENDE BELANG-
STELLING IN DE KERK EN
OP TIET KERKHOF.
DE LAV DES.
DE PONTIFICALE REQUIEMMIS.
DE BEGRAFENIS.
DE ABONNEMENTSPRIJS van de NIEUWE
SCHIEDAMSCHE COURANT bedraagt, franco
bij vooruitbetaling:
Per drie maanden 3.25; per maand ƒ1.10;
per week 25 cent
Bij bezorging franco per post bedraagt de
abonnementsprijs per drie maanden ƒ3.75, bij
vooruitbetaling.
LOSSE EXEMPLAREN zijn steeds aan ons
bureau Koemartk 4 verkrijgbaar 4 5 cent
per stuk.
Postchéque- en Girodienst No. 81440.
Uitgave van de N.V. de Courant De Maasbode
te Rotterdam.
N
EUWE SCHIEDAMSCHE COURANT
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt:
Voor 1—6 regels 1.55, elke regel meer 25 ct
Bij contract aanzienlijke reductie.
Geen prijsverhooging voor den Zaterdagavond.
Reclames tusscben den tekst dubbel adv.tarlef.
Liefdadigheids adv. half tarief. Voor Liefdadig'
heidsadv. worden geen contracten afgesloten.
Kabouter-advertenties: 5 regels 0.50; 10
regels 1.15 regels 1.50, bij vooruit
betaling. Porto voor opzending van brieven
gelieve men bij te voegen.
■Op buitengewoon indrukwekkende wijze is
vandaag het stoffelijk overschot van den Pau
selijken Internuntius Mgr. L. Schioppa te
's Gravenhage ten grave gedragen en treffen
de eerbewijzen, die een laatste hulde zijn ge
weest voor deze, in ons land, zoo algemeen
gewaardeerde persoonlijkheid, hebben nog
meer nadruk gekregen door de vertegenwoor
diging van vele officieele personen, die zoo
wel de kerkelijke plechtigheden als het ten
grave dragen hebben bijgewoond.
Dit vooral wijst erop, hoezeer de overledene
tot in de hoogste kringen toe een geziene per
soonlijkheid was.
Wij hebben op den. dag, waarop het bericht
van zijn overlijden, ons bereikte, gewezen op
de taak van mgr. Schioppa als Pauselijk gezant
hier te lande en op de omstandigheden, die
deze taak in den aanvang vooral zoo uiter
mate delicaat en moeilijk maakten.
De katafalk van Zijne Excellentie Mgr.
Schioppa in het priesterkoor van de St.
Jacobuskerk. De onderscheidingen en de
mijter van den overleden Internuntius zijn
er op geplaatst.
De buitengewone eer en. de enorme belang
stelling, waarmede regeeringspersonen, diplo
maten en volk ^an ®derland heden hun col
lega en hOOggev> aar eeiden priester ten grave
hebben gedragen, waser het beste bewijs, dat
deze levenstaak van °r' Schioppa <joor
derland begrepen Is cn °ewaardeerd.
De grootsche manifestatie, waartoe deze
begrafenis is uitgegroeid bewijst tevens, dat
de overledene erin geslaagd is de waardeering
niet alleen, maar ook de harten van het Ned!
■Volk te winnen.
In de Jacobuskerk in de Parkstraat te s-Gra-
venhage heeft hedenmorgen de plee i ige uit
vaart plaats gevonden van den overleden
Pauselijk Internuntius bij het Neder andsche
•Hof, Z. Exc. mgr. L. Schioppa.
Deze plechtigheid heeft natuurlijk zeer
groote belangstelling getrokken. Reeds ang
voor den aanvang der kerkelijke plechtigheden
was er in dat gedeelte van de kerk, dat niet
bestemd was voor de autoriteiten en genoodig-
e"' Plaats meer onbezet.
r'f,"® negen uur en half tien vulden zich
geleidelijk de twee zijbeuken van het pres-
iAh !A'aar aatl beide zijde de geestelijk-
!.01 tiiHV -etl HaaS Plaats nam voor het ge-
zame j v zingen van de Lauden, welke te half
tien een aanvang namen.
In liet midden van het priesterkoor stond de
lijkbaar va mgrSchioppa opgesteld. Op de
met het louwk eed behangen kist prijkten
de myter, de kelk en hebissch J de
kenteekenen van de kerkelijke beteekenis van
den overledene, een, die bekleed was met de
volle waardigheid van het priesterschap een
bisschop der H. Kerk. Tegen het voeteinde van
de catafalk waren op een kussen al de ver
sierselen gespeld van de wereldlijke orden en
onderscheidingen, welke de overledene als
Pauselijke diplomaat van de onderscheidene
regeeringen ontvangen had.
Tegen het ijzeren koorhek, dat het presbyte
rium van de kerk der geloovigen afsluit, lagen
aan weerszijden de talrijke kransen en bloem
stukken, welke namens de hoofden der ver
schillende regeeringen bij het stoffelijk over
schot van den overleden diplomaat waren
neergelegd als een hulde voor zijn verdienst-
vollen arbeid. De linten, welke de bloemen
doorstrengelden, verrieden al van verre de
nationaliteit. Het rood wit rood van Oostenrijk,
het groen wit rood van Hongarije, het rood
wit blauw van Nederland, het rood wit groen
van Italië, het rood wit van Polen om slechts
de sprekendste te noemen. Bij nader treden zien
wij op de eere-plaats het wit moiree-zijden
lint gespreid, waarop de gouden W. bekroond
met koningskroon niemand in twijfel laat of
dit is een hulde van onzen eigen Landsvrouwe,
H. M. Koningin Wilhelmina.
Het geheele middenschip van de kerk onder
het transept was gereserveerd voor de autori
teiten, welke aan den ingang van. de kerk wer
den ontvangen door de vertegenwoordigers
van het departement van Buitenlandsche
Zaken, welke met het protocol zijn belast.
De eerste van de hooge autoriteiten, die nog
voor den aanvang van de Lauden de kerk bin
nentreedt, is de Minister van Staat, Z. Exc.
dr. Colijn, die op de eere-plaats van de Regee-
ringsvertegenwoordigers plaats neemt.
Naast Minister dr. H. Colijn namen plaats de
Minister van Justitie mr. J. van Schaik, de
Minister van Financiën mr. P. Oud en de
Minister van Defensie mr. dr. L. Deckers, ver
gezeld van hunne echtgenooten.
In de tweede bank waren gezeten de minis
ter van Economische Zaken mr. M. P. L. Steen-
berghe, vergezeld van mevrouw Steenberghe,
de minister van Sociale Zaken, prof. dr. J. R.
Slotemaker de Bruine en de commissaris der
Koningin in Zuid-Holland, jhr. mr. dr. van
Karnebeek.
Te half tien namen de Lauden een aanvang.
Agens was hierbij de pastoor van de kerk van
het Bezuidenhout, mgr. Jos. Postma. Verder
assisteerden de pastoor van de kerk aan den
Boschkant, de zeereerw. pater C. A. Bulters
O.F.M. en de pastoor van de Marthakerk,
pastoor J. Th. van Galen. Als cantores fun
geerden kapelaan J. Duyves en J. Groen.
Toen de vertegenwoordigers van H. M. de
Koningin graaf Dumonceau, opper-ceremonie-
meester en grootmeester van het civiele huis
van Hare Majesteit de Koningin en kapitein
Phaff, adjudant van H. M. de Koningin aan
het kerkgebouw arriveerden, werden zij aan
den ingang ontvangen door den nuntius te
Brussel, mgr. Micara cn den auditeur van de
Brussclsche nuntiatuur, mgr. Arrigoni. Zij
traden door het open koorhek het priesterkoor
binnen en namen plaats aan weerszijden van
de katafalk. De Brusselsche nuntius, mgr.
Micara nam met zijn secretaris plaats aan de
Epistelzijde, de vertegenwoordigers van H. M.
de Koningin aan de Evangeliezijde.
In aansluiting hierop trok de assisteerende
geestelijkheid naar den ingang van de kerk om
den celebrant van de Pontificale Requiemmis,
Z. H. Exc. mgr. J. D. j. Aengenent binnen te
halen. De overige bisschoppen betraden hierop
via de sacristie het priesterkoor en namen op
de voor hen bestemde zetels plaats. In volgorde
waren gezeten Z. H. Exc. mgr. J. Biermans,
oud-algemeen overste van de congregatie van
Mill-Hill, Z. H. Exc. mgr. P. Hopmans, bisschop
van Breda, Z. H. Exc. mgr. J. H. G. Lemmens,
bisschop van Roermond en Z. H. Exc. mgr. dr.
Buckx, oud-apostolisch vicaris van Finland.
Hierachter sloten zich aan de aanwezige prela
ten en monsignori, mgr. Huurdeman, vicaris-
generaal van het Aartsbisdom Utrecht, ver
tegenwoordiger van Z. H. Exe. mgr. J. H. G.
Jansen, aartsbisschop van Utrecht, mgr. F. Hen-
drikx, vicaris-generaal van het bisdom Den
Bosch, vertegenwoordiger van Z. H. Exc. mgr.
A. F. Diepen, die op het oogenblik met de
J. V.-bedevaart in Rome vertoeft, de Hoog-
^eiw. pater F. M. Janssens, generaal-abt der
déf !5Ciënsers' mgr- W. van Dinter, generaal van
iuisheeren van St. Agatha, Dom. J. de
Puniet O.S.B. van de St. Paulus Abdij te Oos
terhout, de hoogeerw. paters Esser, provinciaal
der Jesuieten, Caminada O.F.M., provinciaal der
Minderbroeders, Bouman, vertegenwoordiger
van den generaal der Carmelieten, mgr. F.
Evers, oud-hoofdaalmoezenier, kolonel J. J. J.
Noordman, de tegenwoordige hoofd-aalmoeze-
nier mgr. dr. Th. Verhoeven, mgr. C. A. W. de
Gruyter, mgr. dr. H. A. Poels en vertegenwoor
digers van diverse orden en congregaties. Ook
merkten wij nog op. mr. baron van Lijnden,
opperkamerheer van H. M. de Koningin met
eenige dames du palais.
Te 10 uur ving de Pontificale Requiemmis aan,
welke werd opgedragen door Z. H. Exc. mgr.
J. D. J. Aengenent. Als presbyter-assistens
fungeerde de vicaris-generaal van het bisdom
Haarlem, mgr. M. P. J. Möllmann, terwijl troon-
diakens waren mgr. D. Huurdeman, vicaris-
generaal van het Aartsbisdom Utrecht en mgr.
F. J. Hendrikx, vicaris-generaal van het bis
dom Den Bosch. Als diaken en sub-diaken
assisteerden de hoogeerw. heer J. M. v. d. Tuyn.
deken van Den Haag en de zeereerw. heer W.
van Adrichem, pastoor van de Jacobuskerk aan
de Parkstraat.
Voor de officieele personen, die de plechtig
heden in de kerk bijwoonden, was het voorste
gedeelte van het middenschip gereserveerd-
Links waren de leden van het corps diploma
tique gezeten met in de eerste bank de deken
van het corps, baron von Adlercreutz, gezant
van Zweden met de gezanten van Zwitserland,
België en Duitschland. Daarachter volgden dan
de overige leden van het corps diplomatique.
Naast dezen waren plaatsen gereserveerd voor
de leden van het Permanente Hof van Inter
nationale Justitie, van wie er ook verschillen
den aanwezig waren. In 't rechter voorgedeelie
van het middenschip hadden de Nederlandsche
autoriteiten plaats genomen.
Daar zaten op de eerste rij de Minister van
Staat, Minister-president dr. H. Colijn, Minis
ter J. R. H. van Schaik, Minister dr. L. N.
Deckers, en Minister mr. P. Oud. Op de twee
de rij waren gezeten Minister prof. dr. Slote
maker de Bruine en Minister M. p. L. Steen
berghe en verder de Minister van staat, jhr.
mr. H. A. van Karnebeek, commissaris dei-
Koningin in de provincie Zuid-Holland, de
waarnemend burgemeester van Den Haag, mr.
S. de Vries, jhr. van Tets, directeur van het
Kabinet van H. M. de Koningin, p. Zuyderhoff
voorzitter van de Aigemeene Rekenkamer, de
Minister van Staat Z. Exc. prof. mr. P. Aal-
berse, Staatsraad mr. dr. D. A. P. N. Kooien,
jhr. L. von Fisenne, lid van Ged. Staten van
Zuid-Holland, generaal jhr. Röell, gouverneur
van de residentie, W. C. J. J. Baron van Voorst
tot Voorst, jhr. mr. F. Beelaerts van Blokland,
vice-president van den Raad van State, jhr.
mr. Snouck Hurgronje, secretaris-generaal van
het departement van Buitenlandsche Zaken. De
meesten dezer autoriteiten waren evenals de
leden van het corps diplomatique in ambtsge
waad, wat den luister van de plechtigheid nog
verhoogde.
Onder de talrijke geloovigen die het kerk
gebouw tot in de uiterste hoeken vulden waren
o.a. nog aanwezig een deputatie van de Eerw.
Zusters van de St. Anna-stichting en van de
Eerw. Zusters van Diert-stichting, de unie-
praeses van de R. K. Studentenvereeniging, een
afvaardiging van de Nijmeegsche Studenten
vereeniging „Carolus Magnus", benevens tal
van andere vertegenwoordigers van katholieke
corporaties, vereenigingen en instellingen.
Aan het einde van de indrukwekkende Re
quiemmis volgde, de bij de uitvaart van Prin
sen der Kerk gebruikelijke vijfvoudige absoute.
Na het zingen van het „Libera me Domine"
trad allereerst de bisscfeop van Breda naar
voren om de absolutie over het stoffelijk over
schot te verrichten. Dan volgde de bisschop
van Roermond, mgr. dr. Lemmens, dan mgr.
Biermans en mgr. Buckx, waarna de eindab-
soute werd verricht door den celebrant van
de Requiemmis mgr. J. D. J. Aengenent.
Door het zangkoor der Jacobuskerk versterkt
met de leden van verschillende kerkkoren, het
geheel onder leiding van den heer P. v. d.
Oever, werd de driestemmige Requiemmis van
Perosi uitgevoerd, terwijl het Gregoriaansche
Dies irae werd gezongen met orgelbegeleiding
van Dom Desrocquettes en Henri Potizon.
Terwijl de plechtigheid een aanvang nam
met het zachte orgelspel van de Prelude
funèbre van Mailly werden na de absoutes
onder het uitdragen van het stoffelijk over
schot, treurmarschen van Mendelssohn ge
speeld door den organist van de St. Jacobus
kerk, den heer J. Kapteyn.
Nadat pastoor van Adrighem vanaf den
Kansel een korte mededeeling had gedaan om
trent de orderegeling in het Kerkgebouw kwa
men de lijkdragers naar voren, om toebereid
selen te maken, voor het plechtig uitdragen
van den doode.
Het was inmiddels half 12 geworden eer de
rouwdienst ten einde was.
Onder zacht orgelspel, schreden de vijf bis
schoppen met hun gevolg door het middenpad
het Kerkgebouw uit.
Inmiddels had zich het militaire escorte dat
de eerbewijzen bij de overbrenging van het
stoffelijk hulsel zou brengen, onder bevel van
den garnizoenscommandant Kol. Sillevis in de
Parkstraat en omgeving opgesteld.
Op het voorplein der kerk stond de Kon.
Militaire Kapel met omfloerste trommels en
instrumenten terwijl daar ook een detachement
van de Grenadiers met het regimentsvaandel
was opgesteld. De detachements cavalerie,
infanterie en militaire politie stonden in de
Pakstraat met het front naar de kerk: de ar
tillerie was in de Alexanderstraat opgesteld.
De vijf bisschoppen namen in de voor hen
bestemde rijtuigen plaats, ze volgden onmid
dellijk achter het eerste gedeelte van het
militair escorte.
De bisschop van Haarlem nam in het eerste
rijtuig plaats, de Bisschop van Breda in. het
tweede, de Bisschop van Roermond in het
derde, allen vergezeld van hun secretarissen,
'de beide missiebisschoppen in het vierde en
de vicarissen-generaal mr. Huurdeman en mgr.
K drikx met den deken van 's-Gravenhage
en den hoofdaalmoezenier Kolonel Noordman
in het vijfde rijtuig.
Daarna volgde de eigenlijke lijkstatie. Onder
klokgelui en terwijl het orgel het „In Para-
disum" deed hooren, schaarde de geestelijk
heid zich voor de katafalk en werd de kist,
voorafgegaan door de geestelijkheid en door
een aantal dragers met bloemstukken door het
middenpad naar het voorportaal gedragen.
Voor de kist uit werd door den knecht van
wijlen mgr. Schioppa het kussen met de wereld
lijke ordeteekenen gedragen, terwijl alle bloem
stukken een voor een door dragers in optocht
naar buiten werden gebracht. Zij stelden zich
op het voorplein op en vormden daar een haag
van bloemen. Als de vier slippendragers bij
het uitdragen van het stoffelijk overschot uit
de kerk fungeerden minister-president dr. II.
Colijn (de minister van Buitenlandsche Zaken
was door een lichte ongesteldheid verhinderd
de plechtigheid bij te wonen), de heer Adler
creutz, gezant van Zweden, deken van het con
sulaire Corps, die beiden voorop gingen, als
mede de gezanten van België en Zwitserland,
die zich achter de lijkkist voegden. Hierna
kwam allereerst de Pauselijke nuntius mgr.
Micara, vergezeld van zijn secretaris, daar
achter zich aansluitend de vertegenwoordigers
der buitenlandsche mogendheden en vervol
gens de hooge Nederlandsche autoriteiten. Door
het militair eerbetoon op het voorplein van de
kerk, droeg het uitdragen van het stoffelijk
overschot een zeer imponeerend karakter.
De Kon. Militaire Kapel onder leiding van
kapitein Walter Cor. Boer, speelde een treur-
marsch van Chopin, terwijl de eere-compagnie
van de Grenadiers en Jagers het geweer pre
senteerde. De kerkklokken luidden op dit
plechtig moment, terwijl de overtalrijke
menigte, welke zich A de Parkstraat verdrong
of vanuit de ramen en zelfs vanaf de daken der
omliggende panden de plechtigheid gadesloeg,
eerbiedig het hoofd ontblootte.
Nadat men de kist in den rouwwagen had
geplaatst, waarvan de lantaarns brandden en
met paars omfloerst waren, werden de kransen
en bloemstukken ter weerszijden van den wagen
opgehangen.
De kransen van H. M. de Koningin, van de
Nederlandsche regeering, van het corps diplo
matique en van de Hongaarsche regeering, wer-
Het inwendige van de Sint Jacobuskerk
gezien van
den aan de rouwkoets .gehecht, terwijl de
overige kransen en bloemstukken overtalrijk
in aantal, op een speciale bloemenkoets wer
den geladen, welke dadelijk achter den rouw.
wagen volgde.
De detachementen der Grenadiers en Jagers
en van de vierde Infanterie-brigade uit Amers
foort, stelden zich dan aan het hoofd van den
rouwstoet op.
Hierbij sloot zich aan een batterij velartille-
rie en het eerste escorte cavalerie.
Dadelijk achter den lijkwagen volgde de
koets waarin de Brusselsehe nuntius mgr. Mi-
cara met zijn secretaris mgr. Arrigoni waren
gezeten. Bij hun vertrek uit de kerk presen
teerde het detachement grenadiers het geweer,
evenzoo geschiedde het bij het passeeren van
de vertegenwoordigers van H. M. de Koningin,
van minister Colijn en de buitenlandsche ge
zanten en vertegenwoordigers.
In een speciaal hof rij tuig, geëscorteerd, door
lakeien in livrei, namen d£ vertegenwoordigers
van H. M. de Koningin plaats. Dit rijtuig volg
de op dat van den nuntius te Brussel, mgr.
Micara. Hierna kwam minister Colijn met den
secretaris-generaal van buitenlandsche zaken
en verder een lange hij van koetsen voor de
autoriteiten, die meereden in den stoet. Deze
was verder als volgt samengesteld: de gezan
ten van Zweden en Zwitserland, de gezant van
België en de heer Baert, de gezant van Duitsch
land en de heer Boltze, de gezant van Portugal
en de heeren de Magalhaes en Do Carmo da
Camara, de gezant van Venezuela, de gezant
van Polen en de heer Trebicki, de gdzant van
Frankrijk en de heeren de Blesson, Katiptein
T'ales en Beehet, de gezant van Italië, de gezant
van Roemenië en de heer Geblesco, de gezant
van China, de gezant van Groot Brittannië en
de heeren Bromwell en Laming, de gezant van
Japan, de gezant der Vereenigde Staten van
Amerika en de heer Shimoda, de gezant van
Spanje, de gezant van Brazilië en de heeren
Agelet y Carriga en Ri'bira Canto, de gezant
van Hongarije, de zaakgelastigde van Turkije
en de heer Memman, de zaakgelastigde van
Noorwegen, de zaakgelastigde van Peru, de
zaakgelastigde van Cuba en de zaakgelastigde
van Griekenland.
Vervolgens de tijdelijke zaakgelastigden van
Finland, van Cliili en die van Denemarken, de
Üe aankomst van de autoriteiten voor de II. Mts van Requiem in de St. Jacobuskerk aan de Parkstraat te Den Haag. Va
j,. genenI, Z. Exc- proj'5 m/> Aalberse, Z. Exc, minister, van Schaik, Z^.Exn, minister Deckers cn Z. Exc.
Exc Mgr. Aen-
tijdens de plechtige II Mis van Requiem,
het koor af
tijdelijke zaakgelastigde van Zuid-Afrika_ van
Argentinië en de heei Jordaan de tijdelijke
zaakgelastigde van Tsjecho Slowakije, de heer
Roestem, de heer Erban en de heer Luzny. Dan
kwamen de ministers van justitie en financiën,,
de ministers van defensie en van economische
zake, de minister van sociale zaken, de com
missaris der Koningin in Zuid-Holland Z. Exc.
de Gouverneur der residentie en tenslotte de
waarnemend burgemeester van Den Haag. Hier
na volgde het tweede gedeelte van het militair
escorte, leveneens bestaande uit infanterie, ca
valerie en artillerie, terwijl vier marechaus
sees te paard, zooals ook aan den kop van den
stoet reden, den rouwstoet slotien.
Het was half een, toen de laatste rijtuigen
bezet waren en de stoet zich in beweging zette.
Overal langs den weg, welke de prachtvolle
rouwstaatsie nam, was de belangstelling zeer
groot. Duizenden en duizenden waren uitgeloo-
pen om van deze bijzondere gebeurtenis ge
tuige te zijn, terwijl ook overal langs den weg
opviel de groote eerbied, waarmede de stoet
werd ontvangen. Ook de Haagsche bevolking
heeft bij het uitdragen van den Pauselijken
diplomaat naar zijn laatste rustplaats in Neder-
landschen bodem op waardige wijze van zijn
eerbied blijk gegeven.
Op de slepende tonen van de koraaimuziek
van de militaire kapel bewoog de stoet zich
langzaam door de Parkstraat, Alexanderstraat,
Plein 1813, Alexanderstraat 2e ged., Javastraat,
Scheveningscheweg en Kerkhoflaan naar de
R.K. begraafplaats. Alle verkeer in deze straten,
benevens op de kruisingen was stopgezet, zoo
dat o.a. in de Javastraat aan beide zijden een
lange file trams stond te wachten.
Overal langs den weg waren de belangstel
lenden in breede hagen opgesteld. Ook op de
Kerkhoflaan en het kerkhof zelf was de belang
stelling zeer groot.
De politie, onder leiding van wn. hoofdcom
missaris Th. Besseling, had voor uitgebreide
afzettingsmaatregelen gezorgd.
Om 1 uur kwam de stoet op het kerkhof aan.
Indrukwekkend was de aankomst van het mili
tair escorte op de begraafplaats, terwijl de
militaire kapel den treurmarsch van den kapel
meester A. C. v. Leeuwen speelde.
Het detachement Grenadiers en Jagers stelde
zich als eerewacht op ter weerszijden van de
laan, die naar de kapel voert.
Toen de lijkstoet te ongeveer 1 uur aan het
kerkhof arriveerde, stond Z. H. Exc. mgr.
Aengenent, met de pastoors W. Goll S.J.
en A. Vermeulen S.J. aan den ingang van de
kapel den lijkstoet op te wachten. Voorop liepen
dragers met een twintigtal kransen en bloem
stukken. dan volgde de huisbediende van de
internuntiatuur, die een kussen droeg, waarop
de onderscheidingsteekens van mgr. Schioppa
waren gehecht- De lijkbaar werd door een acht
tal dragers gedragen, terwijl wederom minister
Colijn en de gezanten baron Adlercreutz,
Maskens en de Pury als slippendragers fun
geerden.
Terwijl het stoffelijk overschot naar de
kapel werd gedragen, speelde de Kon. Militaire
Kapel de Marche Funèbre van Beethoven.
De absoute in de kapel werd door mgr. Aen
genent verricht, terwijl de Schola Cantoruni
„Subvenite libera" zong en bij het uitdragen
In Paradisum". Daarna had de voorloopige
bijzetting van het stoffelijk overschot plaat»
onder de arcade. Ook deze begrafenisplechtig
heid werd door mgr. Aengenent verricht, waar
bij wederom alle geestelijke en wereldlijke
autoriteiten aanwezig waren.
Zoo werd aan mgr. Schioppa als prins va*
staat en kerk een waardige en solemneels uit
vaart bezorgd.