DE APOTHEOSE VAN HET
PRAAGSCHE CONGRES.
EDEN BRENGT RAPPORT UIT OVER
ZIJN JONGSTE REIZEN.
350.000 ABESSYNIERS
ONDER DE WAPENEN.
WEER RUST ROND PEKING
WÊÊm
Abessynië-debatten in het Lagerhuis.
DINSDAG 2 JULI 1935
EEN VOLKSMENIGTE VAN
300000 WOONT DE
VOLKENMIS BIJ.
DE MOORD OP HUGHES' NEEF.
De dader, een recidivist, gearresteerd.
WATER-CATASTROFE IN
HOEPEI.
WEER ZES DOODVONNISSEN IN
SOVJET-RUSLAND.
De vier voornaamste rivieren meer
dan zes meter gestegen,
Indien Italië hoopt een mandaat
te krijgen, dan vergist
het zich"
SUEZ-KANAAL IN GEVAL VAN
OORLOG.
ZEVENTIG MUITERS GEVANGEN.
POOLSCH STADJE DOOR BRAND
VERNIELD.
HULDE AAN WIJLEN KARD.
MERCIER.
Plechtige onthulling van standbeeld
m te Eigenbrakel.
NIEUWE ITALIAANSCHE GEZANT
BIJ DEN H. STOEL.
WAT DE BRITSCHE MINISTER
DEN DUCE VOORSTELDE.
De regeerings-liberale Dickie wenschte, dat
het Lagerhuis de Abessynische kwestie zou
kunnen bespreken, voordat Britsch gebied
aan Abessynië of onverschillig welk ander
land zou worden afgestaan.
DE WATERSNOOD IN JAPAN.
72 dooden, 68 gewonden, 12 vermisten,
20 millioen yen schade.
BRITSCH VLIEGTUIG NEER
GESTORT.
DE MIJN-EXPLOSIE IN BRITSCH-
INDIE.
22 dooden en 25 gewonden.
KINGSFORD SMITH'S „SOUTHERN
CROSS".
Het glorierijk succes van den Katholieken
dag is een triomf op de vrij
denkersgedachte.
(Van onzen correspondent).
Praag, 30 Juni 1935.
Op dezen zonnigen Zondagmorgen, waarop
het grootsche katholieke congres der zes vol
ken uit Tsjecho-Slowakye zijn rijke apotheose
beleeft, ademt alles het geweldige, het weid-
sche, het giganteske.
De machtige groote tribunes zqn tot de
laatste plaats bezet, in de vele loges zetelen
al de autoriteiten en de diplomaten uit tal
rijke landen, de Tsjechische ministers en
volksvertegenwoordigers met hun dames,
vrijwel de geheele Boheemsche adel, de dele
gaties der verschillende landen, de honder
den officieele personen, het is een menge
ling van deftig zwart en van rrjk gescha
keerde uniformen, waarover de glans van het
vroege zonlicht strijkt.
Een groot carré en een breede middengang
zijn tegenover de hoofdtribune opengelaten.
In dit vak stellen zich de afvaardigingen de*
honderden verschillende volksgroepen, alle
in hun eigen volksche kleederdracht op en
steeds weer opnieuw ondergaat men de be
koring van deze lichte, fleurige en wonder
lik gevarieerde costuums.
De zon is warm en weelderig, maar er staat
een zoele wind, die frisch door de haren woelt
en er heerscht een voor een massale open
luchtplechtigheid ideale temperatuur.
Achter de volksmassa's, die op 300.000
personen geschat worden, naderen auto's
paarden, rijtuigen: de Pauselijke Legaat Z.
H. Em. kardinaal Verdler, voorafgegaan door
hoornblazers te paard en een eerewacht van
cavalerie, houdt, door daverende toejuichin
gen begroet, zijn intocht in de gouden karos
der vroegere Boheemsche Kerkvorsten, door
een vurig zesspan getrokken; en gaat op de
middengang gekomen te voet door de dubbele
haag van soldaten naar het machtige altaar,
dat aan de overzjjde der tribunes is opge
slagen.
Hi wordt gevolgd door de aartsbisschop
pen van Praag en Olmlltz, die bi de kardi
naalsmis als troondiakens fungeeren en dan,
wanneer de Kardinaal het altaar bereikt en
de dichte rijen van Bisschoppen, Abten en
Prelaten, die achter dit altaar op een witte
troontribune gezeten zin, zin opgestaan om
Hem te begroeten, neemt „de volkenmis",
die het grandiooze besluit van het congres
vormt, een aanvang.
ken zeldzaam ontroerende plechtigheid,
deze Mis van Christus-Koning, die door de
perfect werkende luidsprekersinstallatie tot
ver in het Boheemsche land wordt gedragen,
door de honderdduizenden meegezongen, een
plechtigheid, die haar hoogtepunt bereikt bi
de consecratie, wanneer een machtig klok
kengebeier weerklinkt en een helder fanfa-
regeschal het hoogtepunt der heilige plech
tigheid aankondigt, wanneer de honderddui
zenden knieën zich buigen op het groene
veld en zes volken in eenheid hun Heer aan
bidden.
Treffend was ook de voorlezing van het
Evangelie in de zes talen, die binnen de gren
zen der Tsjecho-Slowaaksche republiek ge
sproken worden.
Treffender nog was de toespraak van Kar
dinaal Verdier aan het eind van de H. Mis,
waarin Hij volken en autoriteiten op harte
lijke wijze dankte voor hun indrukwekkende
trouwbetuiging aan Z. H. den Paus, een toe
spraak die, toen zij in het Tsjechisch vertaald
werd, vrijwel na iederen zin een geestdriftig
en oorverdoovend gejuich van de massa's
verwekte.
Het allertreffendste was misschien nog de
boodschap der Tsjecho-Slowaaksche Bisschop
pen, die wederom in zes talen naar het volk
werd uitgedragen en die de diepe christe
lijke grondgedachte, waarvan het Congres
uitdrukking wilde zijn, samenvattend, de glo
rievolste apotheose vormde uit deze rijke
dagen.
De boodschap van het voltallig Episcopaat
richtte zich afzonderlijk tot alle categorieën
der volken, tot de geestelijke en intellectueele
leiders, tot de dragers van het openbaar ge
zag, tot de leeraren en opvoeders, tot het ar-
beiderdom, tot het landvolk, tot den midden
stand en tenslotte tot het fundament van
iedere toekomst voor een volk, dat de fami
lie is.
Zoo namen alle standen en levensstaten
van deze indrukwekkende congresdagen een
hernieuwd besef mede, dat slechts een her
stel der grondbeginselen van het Evangelie
in het openbare en in het particuliere leven
uit den nood van deze tijden redding kan
brengen.
Slotgedachten.
Nu zijn de zware beierende klokkentonen
boven de drukke straten van het nieuwe
Praag verklonken en langs de droomerige
Moldau is weer een sfeer van stilte rond de
middeleeuwsche burcht gedaald.
Langs alle lijnen voeren de extra-treinen
de volken van dit mooie land naar hun ste
den en dorpen terug, terug in de bewogen
heid van het gewone leven, terug in de
eigen nationale soms al te nationale
sfeer.
Het is de groote beteekenis van dit con
gres, dat het aan land en wereld ondubbel
zinnig heeft getoond, welk een diep gefun
deerde macht hier het katholicisme nog altijd
is. In Tsjecho-Slowakije, waar de onafhan
kelijkheid veroverd werd op een van ouds
katholieke dynastie zooals dat bij ons
geschiedde in den tachtigjarigen oorlog
was de positie van het katholicisme in het
openbare leven in de eerste periode van den
na-oorlogstijd van hevige nationale reactie
uitermate moeilijk.
Dat het zich desondanks heeft hersteld en
zijn geestelijken greep op het volk blijkt te
herinnen, dat het glansrijk uit het graf
door de oude tot op den draad versleten vrtj-
denkerstheorieën gedolven, omhoog stijgt als
een levende phenix, mag de Fortschritt-
kring, wier „vooruitgang er een is naar de
dorste perioden der negentiende eeuw, tot
een diep nadenken stemmen.
De organisatoren van het congres stonden
voor geweldige technische moeilijkheden: men
kan immers bijna zeggen, dat hier zes ver
schillende congressen voor de zes nationali
teiten plaats vonden, welke hun rellgieuse
uitingen gemeenschappelijk vierden. Deze
technische moeilijkheden zijn op meer dan
voldoening-gevende wijze overwonnen.
Grootere moeilijkheden dan de technische
waren voor zeker de politieke. In dit land van
nog immer hevige tegenstellingen, van een
bewogenheid en een roerigheid, welker gol
ven zich nog steeds niet door den kalmeeren
den invloed der jaren tot rustig bewegen
hebben uitgedijd, moest in een groote mani
festatie, als die van den Praagschen katho
liekendag noodzakelijk de politiek betrokken
worden.
Niet allereerst geschiedde dit door de ka
tholieken. De tegenstand van sommige Fort-
schritt-sferen tegen het congres was groo-
tendeels van een partij-politiek karakter.
Toen mede door de loyale medewerking
der regeering deze tegenstand glansrijk
overwonnen was, bleef men het verwijt van
een katholiek politieken ondergrond aan
het congres richten. In eerste instantie is
dit verwijt zeer zeker volkomen ongegrond:
de eerste en voornaamste bedoeling van het
congres was zonder twijfel de religieuse po
sitie van het katholicisme in alle volks- in
alle standsdeelen te versterken en te beves
tigen.
Dat in tweede instantie een hechtere een
heid tusschen de katholieke staatsdeelen, een
verzoening van de ook daar heerschende na
tionale en politieke tegenstellingen werd na
gestreefd, is waarschijnlijk, al kan men hier
van als buitenlander de dessous niet achter
halen, maar dit streven kan voor de rust van
den staat toch alleen van het hoogste en
grootste belang zijn. De bedoelde verzoening
kan vanzelfsprekend door het congres niet
tot stand gebracht worden: zij zal het werk
van decennia moeten zijn, doch waarvoor
thans echter een eerste bouwsteen werd ge
legd. Als de beteekenis van het congres op
dit gebied in de eerstkomende geschiedspe-
riode naar buiten nog niet merkbaar zou
blijken, is dat nog geen bewijs voor de totale
afwezigheid dezer beteekenis. Want de ge
schiedenis schrijdt langzaam voort, maar
gestadig.
Gods molens malen langzaam en hier is
pas het eerste zaad gestrooid, waaruit de
tarwe der eenheid moet ontkiemen, die aan
de gelukkigste volken slechts na een lange
ontwikkeling en veel strijd ten deel valt.
Z.Em. kard. Verdier.
Zijne Eminentie Kardinaal Verdier zal, ver
gezeld van zijn staf en van buitenlandsche
persvertegenwoordigers, een reis naar ver
schillende steden en streken van Tsjecho-
Slowakije maken, die vjjf dagen zal duren.
Deze reis vindt plaats op uitnoodiging van
de Tsjecho-Slowaaksche regeering.
DETROIT, 30 Juni. (R.O.) In café „In
diana" alhier is gisteren de recidivist, Lee
Ferris, gearresteerd, die bekende den moord
op den New Yorkschen advocaat Dickinson,
neef van den voorzitter van het hooggerechts
hof, Hughes, te hebben gepleegd.
Zooals men zich zal herinneren, werd het
stoffelijk overschot van Dickinson in een
park te Detroit gevonden op 27 Juni, met
twee schotwonden.
De moordenaar verklaarde, dat hij Dickin
son uit wettige zelfverdediging had gedood,
tijdens een autorif'met drie ballet-meisjes. De
drie meisjes zijn eveneens gearresteerd.
MOSKOU, 1 Juli. (D.N.B.) Het militair
college van het hooggerechtshof van Nisjni-
Tagil in het Oeralgebied heeft zes personen
ter ctood veroordeeld, waaronder de instruc
teur van de stadsovjets van Nisjni-Tagil.
De veroordeelden worden ervan beschul
digd, twee z.g. Orfker, dorpscorrespondenten,
wier taak het is, in den geest van het regime
over de verhoudingen op h3t land te rappor
teeren, te hebben gedood.
SHANGHAI, 1 Juli. (R.O.) Nabij Hangkou
hebben de wateren van de Jangtse Kiang een
nog niet voltooiden dijk vernield, waardoor
meer dan 300.000 morgen land werden over
stroomd en duizenden huizen onder water
werden gezet. Omtrent het aantal dooden is
nog niets bekend.
Een brug in een der voorsteden van Han-
kou is weggesleurd. In Oost-Hoepel is het
auto- en treinverkeer gestremd.
Nabij Woehoe bereikte het water zijn hoog-
sten stand sedert drie jaar en de toestand is
hier zeer precair.
De vier voornaamste rivieren van de pro
vincie Hoepei zijn meer dan zes meter geste
gen.
Ook in Kwantoeng en Tsjing Kai Kiang
zijn door den sterken regenval de rivieren ge
wassen en buiten haar oevers getreden.
..Het Wenzelplein te Praag tijdens de plechtigheden van den Katholiekendag
bij het groote kruis onder leiding van den pauselijken legaat,
Z. Em. Kardinaal Verdier.
PARIJS, 30 Juni. (R.O.) In een interview
met de correspondent van de „Matin" ,te
Addis Abeba verklaarde Ras Moeloeguetta,
de Ethiopische minister van oorlog, dat
Ethiopië 350.000 man onder de wapenen heeft
en dat in 15 dertig dagen zonder moeite nog
8 900.000 man gemobiliseerd kunnen wor
den.
De negus verklaarde: „Indien Italië hoopt
een mandaat over Ethiopië te krijgen, dan
vergist het zich.
Zelfs al zou Ethiopië eens onder mandaat
komen, dan zal het nog niet onder Italië ko
men te staan."
Volgens den correspondent van de „Matin"
te Addis Abeba heerscht in het geheele land
orde en rust. Alleen in de provincie Gojam,
waar soldaten van den vroegeren Ras Hallu
aan het muiten zijn geslagen, is het even roe
rig geweest.
De muiterij had evenwel niets te maken met
den huidigen toestand en kon gemakkelijk
worden onderdrukt.
Een vertegenwoordiger van de „United
Press" heeft een onderhoud gehad met een
hoofdambtenaar van de Suez-kanaal-maat-
schappij over de kwestie, of ingeval van een
oorlog tusschen Italië en Abessynië het Suez-
kanaal voor Italiaansche oorlogs- en handels
schepen zou open blijven.
Tevens vroeg hij hem zijn meening over het
bericht, volgens hetwelk Engeland voorne
mens zou zijn, het Suezkanaal in een dergelijk
geval voor Italiaansche schepen te sluiten.
De betrokken ambtenaar verklaarde,
dat dit bericht inderdaad juist was, doch dat
het op een onjuiste opvatting ten aanzien
van het juridische karakter van het kanaal,
dat het eigendom is van een particuliere maat
schappij, berustte.
De Britsche regeering bezit 46 pet. der
aandeelen, terwijl de rest zich voornamelijk
in Fransche handen bevindt.
Een Britsch besluit behoeft dan ook van
generlei invloed te zijn op de beslissingen der
Fransche leden van den raad van beheer der
Suezkanaal-maatschappij.
Frankrijk is gekant tegen elke poging, een
embargo te leggen op de Italiaansche scheep
vaart door het Suezkanaal.
„Het zal derhalve Italië mogelijk zijn", al
dus de ambtenaar, „ingeval van een oorlog
zijn troepen ongestoord naar het terrein van
den strijd te vervoeren.
'WARSCHAU, 1 Juli. (R.O.) In het district
Stolpce, in Oost-Polen, is het stadje Maliboki
door brand vrijwel geheel vernield.
Een prijs op het hoofd van Pai Tsjen
Woe, leider van den aanval.
PEKING, 30 Juni. (R.O.) In het gebied
van Peking en Tientsin is thans alles rustig,
doch de staat van oorlog is nog niet opgeheven
Volgens de Chineesche pers zouden de ban
dieten naar het gebied Miyoean, zijn gevlucht,
45 K.M. benoorden Peking.
Dat kan moeilijkheden opleveren in ver
band met de kwestie van het handhaven van
de orde in de gedemilitariseerde zóne.
Nabij Toeng Tsjou zijn 70 opstandelingen
gevangen genomen en ontwapend.
Zij zullen te Toeng Tsjou terechtstaan. On
der hen bevindt zich ook Toean Tsjung Tsji,
die den pantsertrein commandeerde, welke
de stad gebombardeerd heeft.
Hij zal vermoedelijk ter dood worden ver
oordeeld.
De Chineesche autoriteiten hebben een be
looning van 20.000 Chineesche dollar uitge
loofd voor dengene, die zich meester maakt
van Pai Tsjen Woe, de leider van den jong
sten aanval op Peking.
Voor zijn lijk is een belooning van 10.000
Chineesche dollar uitgeloofd. De president van
den politieken Raad van Peking heeft 20.000
dollar geschonken voor de politie en de mili
tairen, die den aanval hebben afgeslagen.
TOKIO, 30 Juni. (R.O.) Rengo bericht uit
Hsinking, dat de autoriteiten van Buiten-
Mongolie de Japansche autoriteiten hebben
medegedeeld, dat zij bereid zijn, de Japansche
ingenieurs ,die 27 Junie zijn gearresteerd, vrij
te laten.
Onze Brussélsche correspondent meldt ons:
Te Eigenbrakel, geboorteplaats van wijlen
kardinaal Mercier, is Zondag met veel plech
tigheid een standbeeld onthuld, gewijd aan
de nagedachtenis van wijlen kardinaal Mer
cier.
Dit geschiedde in tegenwoordigheid van tal
van burgerlijke en geestelijke overheden,
waaronder: koning Leopold en koningin
Astrid, kardinaal van Roeij, den pauseiyken
nuntius mgr. Micara, leden van het Belgisch
episcopaat, ministers, parlementsleden en ge
zanten.
Dit standbeeld werd, bij nationale inschrij
ving, opgericht op de speelplaats van het
kardinaal Mercier-college, dat eveneens door
giften van het Belgische volk is totstand ge
komen. Het werd vervaardigd door den Pool-
schen Franciskaner pater Ephrem-Marie, die
eveneens het monumentale graf van den kar
dinaal in de kathedraal van Mechelen heeft
ontworpen.
De plechtigheid begon met het opdragen,
door Z. Em. den kardinaal-aartsbisschop van
Mechelen, van een pontificale H. Mis in open
lucht.
Hierna had de onthullingsplechtigheid van
het standbeeld plaats, dat kardinaal Mercier
voorstelt met een jong student, symbool van
de vaderlijke bezorgdheid, welke Z. Em. altijd
voor de jeugd en vooral voor de studeerende
jeugd, waaruit de leiders voor de toekomst
moesten groeien, heeft aan den dag gelegd.
Oud-minister mr. Carton de Wiart, die de
feestrede hield, schetste de figuur van kar
dinaal Mercier als wijsgeer en opvoeder, zier
lenleider en bezieler, die zich in alles spiegel
de aan zijn grooten „leermeester", Thomas
van Aquine.
Na deze rede werd het standbeeld onthuld
en trad kardinaal van Roeij naar voren, om
op zijn beurt over den grooten kerkvorst te
spreken. „Hoe men de figuur van kard. Mer
cier ook beschouwt", aldus de huidige pri
maat van België, „steeds en in alles was hij
in waarheid de beleving van de spreuk in
zijn bisschoppelijk wapenschild: „Apostolus
Jesu Christi". Geheel zijn leven was één schit
tering. In zijn actie als hoogleeraar en als
bisschop, drukte hij vooral zijn stempel op
de ziel van de jeugd. Hij was een opvoeder
bij uitnemendheid. Zijn herderlijke brieven ge
tuigen dat eveneens. Moge het God behagen,
dat de stem van dezen onvergelijkelijken
meester, nog lang moge naklinken. De jeugd
moet haar blikken gericht houden op de on
vergankelijke figuur van den grooten kardi
naal.
Na de rede van kardinaal van Roeij begaven
de koning en de koningin zich naar het stand
beeld, om er een bloemenhulde neer te leggen.
Vervolgens had een défilé langs het stand
beeld plaats, waarvan tal van katholieke ver-
eenigingen uit Eigenbrakel en omgeving deel
namen.
ROME, 1 Juli. (A.N.P.) De Italiaansche
ambassadeur te Parijs, graaf Pignatti Mo-
rano di Custozza, zal worden benoemd tot
Italiaansch vertegenwoordiger bij den Heili
gen Stoel.
Tot ambassadeur te Parijs zal benoemd
worden de tegenwoordige Italiaansche am
bassadeur in Berlijn, Vittoria Cerruti,
Om territoriale en economische concessies
van Abessynië aan Italië te ver
gemakkelijken, zou Engeland
aan Abessynië een strook
grondgebied afstaan.
LONDEN, 1 Juli. (D.N.B.). De minister
voor volkenbondsaangelegenheden, Eden,
heeft heden in het Lagerhuis de reeds aan
gekondigde verklaring afgelegd over zijn di
plomatieke reizen naar Parijs en Rome.
Eden zeide o.a.: Mijn reis naar Parijs had
een tweevoudig doel. De Britsche regeering
wilde in de eerste plaats de eerste de beste
gelegenheid benutten, om de Fransche re
geering een volledige en openhartige uiteen
zetting te geven over het Duitsch-Britsche
vlootverdrag.
Zij wenschte ook, in overleg met de Fran
sche regeering de middelen en wegen te
onderzoeken, om zoo spoedig mogelijk met
de onderhandelingen over alle punten van
het Londensche protocol van 3 Februari j.l.
voortgang te kunnen maken.
Ik heb den Franschen minister-president
verslag uitgebracht over den inhoud van het
Britsch-Duitsche vlootaccoord en hem de
omstandigheden beschreven, waaronder het
gesloten werd, alsmede de motieven, die de
Engelsche regeering ertoe gebracht hebben,
deze overeenkomst te sluiten.
Minister-president Laval zette met ge
lijke openhartigheid de opvatting der Fran
sche regeering ten opzichte van deze over
eenkomst uiteen. Hij gaf ook zyn meening
te kennen omtrent de uitwerking van het
Londensche accoord op de verschillende
Europeesche vraagstukken, met welker op
lossing beide regeeringen zich bezig houden.
In het verloop van deze besprekingen werd
erkend, dat voor de regeling van deze kwes
ties zooals byv. die van het Luchtpact, van
het Oostpact, het Midden-Europeesche pact
en de overeenstemming inzake landbewape-
ning een nauwe samenwerking tusschen
Frankrijk en Groot-Brittannië noodzakelijk
is.
Dit zijn evenwel kwesties, die niet alleen
Frankrijk en Groot-Brittannië interesseeren.
Wij bieden daarom met de Fransche regee
ring een vorm van samenwerking, die het
best geëigend is, om zoo snel en zoo volledig
mogelijk de verwezenlijking van het pro
gram, dat in het Londensche protocol van
3 Februari is vervat, te verwezenlijken.
Aan het einde van de bespreking over
dezelfde problemen, die ik daarop met Mus
solini in Rome had, konden wij tot onze
vreugde onze eensgezindheid vaststellen in
zake de mogelijkheid, om ook in de toekomst
voor de Europeesche pacificatie in overeen
stemming met de in het Londensche proto
col en in de resolutie van Stresa vastgelegde
richtlijnen te werken.
Er bestaat thans reden om te hopen, dat
de beste onderhandelingsmethode binnen
kort zal worden gevonden.
Bovendien kan ik niet eraan twijfelen,
hoewel drie regeeringen mogelijkerwijze
aan een of ander punt van het program niet
dezelfde beteekenis of dezelfde urgentie toe
kennen of het moet mogelijk zijn, het
eens te worden over een methode, waardoor
zij zich in vrijwillige en gelijke onderhande
lingen met andere regeeringen vereenigen,
om tot een oplossing van deze vraagstukken
bij te dragen.
Daarna overgaande tot een bespreking
van het Italiaansch-Abessynisch conflict,
zeide Eden:
Ik heb Mussolini in kennis gesteld van de
ernstige bezorgdheid van de Engelsche re
geering over de wending van het conflict
tusschen Italië en Abessynië.
Ik heb hem erop gewezen, dat de Britsche
buitenlandsche politiek zich op den volken
bond baseert en dat dientengevolge de Brit
sche regeering tegenover gebeurtenissen, die
een verregaanden invloed zouden kunnen
hebben op de toekomst van den volkenbond,
niet onverschillig kan bleven. Bovendien
heeft de openbare opinie in Engeland een
zeer geprononceerde meening ten aanzien
van deze kwestie.
De Engelsche regeering is daarom in haar
bezorgdheid nagegaan, of zij soms op een
of andere wijze een constructieve bijdrage
tot een oplossing zou kunnen doen.
Daarop heb ik Mussolini den aard van de
door Engeland overwogen bijdrage, die ik
hem als provisorisch voorstel wilde voor
leggen, geschetst.
Dit voorstel kwam in het algemeen hierop
neer:
Ten gunste van een definitieve regeling van
het Italiaansch-Abessynisch geschil zou de
Britsche regeering bereid zijn, Abessynië een
strook grondgebied in Britsch-Somaliland aan
te bieden, om daarmee Abessynië een toe
gang tot de zee te verschaffen.
Dit voorstel moest eventueele territoriale
en economische concessies van Abessynië aan
Italië vergemakkelijken, die dan mogelijk in
het kader van een overeenkomst hadden
kunnen worden opgenomen.
De Britsche regeering zou voor deze ge
biedsoverdracht geen enkele tegenprestatie
verlangen, met uitzondering van de handha
ving van het recht der stammen in de gebie
den, die aan Italië zouden worden afgestaan,
om daar hun vee te laten grazen.
Dit voorstel werd niet zonder een bezwaard
hart gedaan en alleen de ernst van den toe
stand kon het afstaan van Britsch grondge
bied zonder een gelijkwaardige tegenprestatie
rechtvaardigen.
Ik betreur het ten zeerste, dat Mussolini
niet in staat was, dit voorstel als basis voor
de oplossing van het geschil te aanvaarden.
Na mijn terugkeer naar Parijs heb ik Laval
verslag uitgebracht over mijn besprekingen
met Mussolini.
Toen Eden zijn verklaring beëindigd had,
vroeg Lansbury (oppositie) wanneer de re
geering zou kunnen mededeelen, wat voor
verdere stappen zij zou kunnen doen „om op
de Italiaansche regeering ln de aangelegen
heid van het geschil met Abessynië druk uit
te oefenen, zooals de publieke opinie In Euro
pa dien kan uitoefenen".
Niemand in het Lagerhuis immers, aldus
Lansbury, wenscht een politiek van dralen,
zooals de regeering die ten opzichte van de
gedeeltelijke verovering van China door
Japan gevoerd heeft.
De minister van buitenlandsche zaken,
Hoare, antwoordde hierop, dat h(j de buiten
gewone urgentie van deze kwestie volkomen
inzag. Hij kon evenwel niet met beslistheid
zeggen, wanneer de regeering het Lagerhuis
verdere bijzonderheden zou kunnen mededee
len. Zij wil namelijk niets doen, wat op de
door haar gewenschte ontwikkeling der din
gen een nadeeligen invloed zou kunnen heb
ben.
Lansbury verklaarde toen, dat men welis
waar alles in ruime mate aan de regeering
moet overlaten, maar dat tenslotte toch het
Britsche parlement verantwoordelijk is. Hij
wenschte daarom niet, dat een nieuw fait
accompli in de Abessynische kwestie zou wor
den geschapen zonder dat tevoren het Lager
huis, der volkenbond of andere personen ge
raadpleegd zouden zijn.
Op de vraag van den Labourafgevaardigde,
Tinklr, of Mussolini zijn voorwaarden had
medegedeeld, werd geantwoord, dat de regee
ring, thans geen verdere mededeelingen kon
doen.
Hoare antwoordde hierop: „Het Lagerhuis
moet de regeering in deze aangelegenheid
vertrouwen. Als 't dit niet wil, dan gaat de
heele basis van ons werk verloren. Het Brit
sche voorstel was, zooals reeds gezegd, in zijn
soort een poging. Het vormde een onderdeel
van een algemeene poging, om tot de rege
ling van een zeer kritieke situatie te geraken,
die overal catastrofale gevolgen zou kunnen
hebben, wanneer ze niet juist behandeld
wordt. Het provisorische voorstel van Enge
land was niet aanneembaar en ik geloof
daarom, dat het vervalt".
Hiermede waren de debatten beëindigd.
Laval heeft Londen een hartig
woordje gezegd.
PARIJS, 1 Juli. (A.N.P.) Op zijn reis door
Auvergne heeft minister-president Laval een
overzicht van zijn diplomatieken arbeid ge
geven. HU herinnerde aan de liquidatie van
het Saarvraagstuk, de besprekingen te Rome
en te Londen en het Verdrag met Sovjet-
Rusland.
Sprekend over het jongste Engelsch-Duit-
sche vlootaccoord en over de gereserveerd
heid, waarmede dit door Frankrijk is ontvan
gen verklaarde hij: „Ik heb tot Engeland
klare taal gesproken en zelfs degenen, die mU
te gematigd vinden, zouden misschien van
oordeel zijn, dat ik te ver ben gegaan, indien
zy de nauwkeurige termen, welke ik gebruikt
heb, zouden kennen".
Wat den binnenlandschen toestand van
Frankrijk betreft besloot Laval: „Ik richt
mg tot allen. Ik ga voor niets op zy. Indien
impopulariteit mU'n deel moet zyn, zy het my'n
belooning. Ik vertegenwoordig de wet, het
regime en Frankrijk. Geen enkele bedreiging,
vanwaar zij komt in welken vorm ook, zal my
van den rechten weg afhouden".
Z. Em. Kardinaal Innitzer zegent de
menigte in den Baumgarten te Praag.
TOKIO, 30 Juni. (R.O.) Volgens de offi
cieele rapporten hebben de overstroomingen,
welke het Oosten van Kioesjoe en het district
Kwansei teisterden, 72 dooden geëischt en 68
gewonden, terwijl 12 personen nog worden
vermiste te Kioto.
De materieele schade bedraagt 20 mil
lioen yen.
Militairen zyn gezonden, om te helpen de
dyken te versterken en aan het bergingswerk
mee te werken.
LONDEN, 1 Juli. (R.O.) Op het vliegveld
Ronaldsay op het eiland Man is een vliegtuig
vlak na den start omlaag gestort. Het toestel,
dat bestemd was voor Liverpool en Manches
ter, vatte vlam, doch geen van de passagiers
werd gedood, wel werden eenige gewond,
doch slechts licht. Ook de piloot liep kneuzin
gen en brandwonden op.
CALCUTTA, 1 Juli. (R.O.) Het aantal per
sonen, dat by de ontploffing in de myn in de
provincie Bihar om het leven gekomen is, be
draagt volgens de jongste opgave 22, terwyi
25 personen gewond werden.
De adjunct-directeur van de mijn werd
by na 100 meter ver weg geslingerd en was
op slag dood. Alle dooden zyn inlanders.
De brand is de myn is nog niet gebluscht.
Het treinverkeer in de omgeving is stopgezet
uit vrees voor verdere ontploffingen en ver
zakking van het terrein.
CANBERRA, 1 Juli. (A.N.P.) De Australi
sche regeering heeft het beroemde vliegtuig
van Sir Charles Kingsford Smith, waarmede
hy verscheidene groote vluchten en Oceaan-
vluchten heeft ondernomen, de „Southern
Cross", voor den staat aangekocht voor eea
bedrag van 3000 pond sterling.