DE APOTHEOSE VAN HET PRAAGSCHE CONGRES. EDEN BRENGT RAPPORT UIT OVER ZIJN JONGSTE REIZEN. 350.000 ABESSYNIERS ONDER DE WAPENEN. WEER RUST ROND PEKING WÊÊm Abessynië-debatten in het Lagerhuis. DINSDAG 2 JULI 1935 EEN VOLKSMENIGTE VAN 300000 WOONT DE VOLKENMIS BIJ. DE MOORD OP HUGHES' NEEF. De dader, een recidivist, gearresteerd. WATER-CATASTROFE IN HOEPEI. WEER ZES DOODVONNISSEN IN SOVJET-RUSLAND. De vier voornaamste rivieren meer dan zes meter gestegen, Indien Italië hoopt een mandaat te krijgen, dan vergist het zich" SUEZ-KANAAL IN GEVAL VAN OORLOG. ZEVENTIG MUITERS GEVANGEN. POOLSCH STADJE DOOR BRAND VERNIELD. HULDE AAN WIJLEN KARD. MERCIER. Plechtige onthulling van standbeeld m te Eigenbrakel. NIEUWE ITALIAANSCHE GEZANT BIJ DEN H. STOEL. WAT DE BRITSCHE MINISTER DEN DUCE VOORSTELDE. De regeerings-liberale Dickie wenschte, dat het Lagerhuis de Abessynische kwestie zou kunnen bespreken, voordat Britsch gebied aan Abessynië of onverschillig welk ander land zou worden afgestaan. DE WATERSNOOD IN JAPAN. 72 dooden, 68 gewonden, 12 vermisten, 20 millioen yen schade. BRITSCH VLIEGTUIG NEER GESTORT. DE MIJN-EXPLOSIE IN BRITSCH- INDIE. 22 dooden en 25 gewonden. KINGSFORD SMITH'S „SOUTHERN CROSS". Het glorierijk succes van den Katholieken dag is een triomf op de vrij denkersgedachte. (Van onzen correspondent). Praag, 30 Juni 1935. Op dezen zonnigen Zondagmorgen, waarop het grootsche katholieke congres der zes vol ken uit Tsjecho-Slowakye zijn rijke apotheose beleeft, ademt alles het geweldige, het weid- sche, het giganteske. De machtige groote tribunes zqn tot de laatste plaats bezet, in de vele loges zetelen al de autoriteiten en de diplomaten uit tal rijke landen, de Tsjechische ministers en volksvertegenwoordigers met hun dames, vrijwel de geheele Boheemsche adel, de dele gaties der verschillende landen, de honder den officieele personen, het is een menge ling van deftig zwart en van rrjk gescha keerde uniformen, waarover de glans van het vroege zonlicht strijkt. Een groot carré en een breede middengang zijn tegenover de hoofdtribune opengelaten. In dit vak stellen zich de afvaardigingen de* honderden verschillende volksgroepen, alle in hun eigen volksche kleederdracht op en steeds weer opnieuw ondergaat men de be koring van deze lichte, fleurige en wonder lik gevarieerde costuums. De zon is warm en weelderig, maar er staat een zoele wind, die frisch door de haren woelt en er heerscht een voor een massale open luchtplechtigheid ideale temperatuur. Achter de volksmassa's, die op 300.000 personen geschat worden, naderen auto's paarden, rijtuigen: de Pauselijke Legaat Z. H. Em. kardinaal Verdler, voorafgegaan door hoornblazers te paard en een eerewacht van cavalerie, houdt, door daverende toejuichin gen begroet, zijn intocht in de gouden karos der vroegere Boheemsche Kerkvorsten, door een vurig zesspan getrokken; en gaat op de middengang gekomen te voet door de dubbele haag van soldaten naar het machtige altaar, dat aan de overzjjde der tribunes is opge slagen. Hi wordt gevolgd door de aartsbisschop pen van Praag en Olmlltz, die bi de kardi naalsmis als troondiakens fungeeren en dan, wanneer de Kardinaal het altaar bereikt en de dichte rijen van Bisschoppen, Abten en Prelaten, die achter dit altaar op een witte troontribune gezeten zin, zin opgestaan om Hem te begroeten, neemt „de volkenmis", die het grandiooze besluit van het congres vormt, een aanvang. ken zeldzaam ontroerende plechtigheid, deze Mis van Christus-Koning, die door de perfect werkende luidsprekersinstallatie tot ver in het Boheemsche land wordt gedragen, door de honderdduizenden meegezongen, een plechtigheid, die haar hoogtepunt bereikt bi de consecratie, wanneer een machtig klok kengebeier weerklinkt en een helder fanfa- regeschal het hoogtepunt der heilige plech tigheid aankondigt, wanneer de honderddui zenden knieën zich buigen op het groene veld en zes volken in eenheid hun Heer aan bidden. Treffend was ook de voorlezing van het Evangelie in de zes talen, die binnen de gren zen der Tsjecho-Slowaaksche republiek ge sproken worden. Treffender nog was de toespraak van Kar dinaal Verdier aan het eind van de H. Mis, waarin Hij volken en autoriteiten op harte lijke wijze dankte voor hun indrukwekkende trouwbetuiging aan Z. H. den Paus, een toe spraak die, toen zij in het Tsjechisch vertaald werd, vrijwel na iederen zin een geestdriftig en oorverdoovend gejuich van de massa's verwekte. Het allertreffendste was misschien nog de boodschap der Tsjecho-Slowaaksche Bisschop pen, die wederom in zes talen naar het volk werd uitgedragen en die de diepe christe lijke grondgedachte, waarvan het Congres uitdrukking wilde zijn, samenvattend, de glo rievolste apotheose vormde uit deze rijke dagen. De boodschap van het voltallig Episcopaat richtte zich afzonderlijk tot alle categorieën der volken, tot de geestelijke en intellectueele leiders, tot de dragers van het openbaar ge zag, tot de leeraren en opvoeders, tot het ar- beiderdom, tot het landvolk, tot den midden stand en tenslotte tot het fundament van iedere toekomst voor een volk, dat de fami lie is. Zoo namen alle standen en levensstaten van deze indrukwekkende congresdagen een hernieuwd besef mede, dat slechts een her stel der grondbeginselen van het Evangelie in het openbare en in het particuliere leven uit den nood van deze tijden redding kan brengen. Slotgedachten. Nu zijn de zware beierende klokkentonen boven de drukke straten van het nieuwe Praag verklonken en langs de droomerige Moldau is weer een sfeer van stilte rond de middeleeuwsche burcht gedaald. Langs alle lijnen voeren de extra-treinen de volken van dit mooie land naar hun ste den en dorpen terug, terug in de bewogen heid van het gewone leven, terug in de eigen nationale soms al te nationale sfeer. Het is de groote beteekenis van dit con gres, dat het aan land en wereld ondubbel zinnig heeft getoond, welk een diep gefun deerde macht hier het katholicisme nog altijd is. In Tsjecho-Slowakije, waar de onafhan kelijkheid veroverd werd op een van ouds katholieke dynastie zooals dat bij ons geschiedde in den tachtigjarigen oorlog was de positie van het katholicisme in het openbare leven in de eerste periode van den na-oorlogstijd van hevige nationale reactie uitermate moeilijk. Dat het zich desondanks heeft hersteld en zijn geestelijken greep op het volk blijkt te herinnen, dat het glansrijk uit het graf door de oude tot op den draad versleten vrtj- denkerstheorieën gedolven, omhoog stijgt als een levende phenix, mag de Fortschritt- kring, wier „vooruitgang er een is naar de dorste perioden der negentiende eeuw, tot een diep nadenken stemmen. De organisatoren van het congres stonden voor geweldige technische moeilijkheden: men kan immers bijna zeggen, dat hier zes ver schillende congressen voor de zes nationali teiten plaats vonden, welke hun rellgieuse uitingen gemeenschappelijk vierden. Deze technische moeilijkheden zijn op meer dan voldoening-gevende wijze overwonnen. Grootere moeilijkheden dan de technische waren voor zeker de politieke. In dit land van nog immer hevige tegenstellingen, van een bewogenheid en een roerigheid, welker gol ven zich nog steeds niet door den kalmeeren den invloed der jaren tot rustig bewegen hebben uitgedijd, moest in een groote mani festatie, als die van den Praagschen katho liekendag noodzakelijk de politiek betrokken worden. Niet allereerst geschiedde dit door de ka tholieken. De tegenstand van sommige Fort- schritt-sferen tegen het congres was groo- tendeels van een partij-politiek karakter. Toen mede door de loyale medewerking der regeering deze tegenstand glansrijk overwonnen was, bleef men het verwijt van een katholiek politieken ondergrond aan het congres richten. In eerste instantie is dit verwijt zeer zeker volkomen ongegrond: de eerste en voornaamste bedoeling van het congres was zonder twijfel de religieuse po sitie van het katholicisme in alle volks- in alle standsdeelen te versterken en te beves tigen. Dat in tweede instantie een hechtere een heid tusschen de katholieke staatsdeelen, een verzoening van de ook daar heerschende na tionale en politieke tegenstellingen werd na gestreefd, is waarschijnlijk, al kan men hier van als buitenlander de dessous niet achter halen, maar dit streven kan voor de rust van den staat toch alleen van het hoogste en grootste belang zijn. De bedoelde verzoening kan vanzelfsprekend door het congres niet tot stand gebracht worden: zij zal het werk van decennia moeten zijn, doch waarvoor thans echter een eerste bouwsteen werd ge legd. Als de beteekenis van het congres op dit gebied in de eerstkomende geschiedspe- riode naar buiten nog niet merkbaar zou blijken, is dat nog geen bewijs voor de totale afwezigheid dezer beteekenis. Want de ge schiedenis schrijdt langzaam voort, maar gestadig. Gods molens malen langzaam en hier is pas het eerste zaad gestrooid, waaruit de tarwe der eenheid moet ontkiemen, die aan de gelukkigste volken slechts na een lange ontwikkeling en veel strijd ten deel valt. Z.Em. kard. Verdier. Zijne Eminentie Kardinaal Verdier zal, ver gezeld van zijn staf en van buitenlandsche persvertegenwoordigers, een reis naar ver schillende steden en streken van Tsjecho- Slowakije maken, die vjjf dagen zal duren. Deze reis vindt plaats op uitnoodiging van de Tsjecho-Slowaaksche regeering. DETROIT, 30 Juni. (R.O.) In café „In diana" alhier is gisteren de recidivist, Lee Ferris, gearresteerd, die bekende den moord op den New Yorkschen advocaat Dickinson, neef van den voorzitter van het hooggerechts hof, Hughes, te hebben gepleegd. Zooals men zich zal herinneren, werd het stoffelijk overschot van Dickinson in een park te Detroit gevonden op 27 Juni, met twee schotwonden. De moordenaar verklaarde, dat hij Dickin son uit wettige zelfverdediging had gedood, tijdens een autorif'met drie ballet-meisjes. De drie meisjes zijn eveneens gearresteerd. MOSKOU, 1 Juli. (D.N.B.) Het militair college van het hooggerechtshof van Nisjni- Tagil in het Oeralgebied heeft zes personen ter ctood veroordeeld, waaronder de instruc teur van de stadsovjets van Nisjni-Tagil. De veroordeelden worden ervan beschul digd, twee z.g. Orfker, dorpscorrespondenten, wier taak het is, in den geest van het regime over de verhoudingen op h3t land te rappor teeren, te hebben gedood. SHANGHAI, 1 Juli. (R.O.) Nabij Hangkou hebben de wateren van de Jangtse Kiang een nog niet voltooiden dijk vernield, waardoor meer dan 300.000 morgen land werden over stroomd en duizenden huizen onder water werden gezet. Omtrent het aantal dooden is nog niets bekend. Een brug in een der voorsteden van Han- kou is weggesleurd. In Oost-Hoepel is het auto- en treinverkeer gestremd. Nabij Woehoe bereikte het water zijn hoog- sten stand sedert drie jaar en de toestand is hier zeer precair. De vier voornaamste rivieren van de pro vincie Hoepei zijn meer dan zes meter geste gen. Ook in Kwantoeng en Tsjing Kai Kiang zijn door den sterken regenval de rivieren ge wassen en buiten haar oevers getreden. ..Het Wenzelplein te Praag tijdens de plechtigheden van den Katholiekendag bij het groote kruis onder leiding van den pauselijken legaat, Z. Em. Kardinaal Verdier. PARIJS, 30 Juni. (R.O.) In een interview met de correspondent van de „Matin" ,te Addis Abeba verklaarde Ras Moeloeguetta, de Ethiopische minister van oorlog, dat Ethiopië 350.000 man onder de wapenen heeft en dat in 15 dertig dagen zonder moeite nog 8 900.000 man gemobiliseerd kunnen wor den. De negus verklaarde: „Indien Italië hoopt een mandaat over Ethiopië te krijgen, dan vergist het zich. Zelfs al zou Ethiopië eens onder mandaat komen, dan zal het nog niet onder Italië ko men te staan." Volgens den correspondent van de „Matin" te Addis Abeba heerscht in het geheele land orde en rust. Alleen in de provincie Gojam, waar soldaten van den vroegeren Ras Hallu aan het muiten zijn geslagen, is het even roe rig geweest. De muiterij had evenwel niets te maken met den huidigen toestand en kon gemakkelijk worden onderdrukt. Een vertegenwoordiger van de „United Press" heeft een onderhoud gehad met een hoofdambtenaar van de Suez-kanaal-maat- schappij over de kwestie, of ingeval van een oorlog tusschen Italië en Abessynië het Suez- kanaal voor Italiaansche oorlogs- en handels schepen zou open blijven. Tevens vroeg hij hem zijn meening over het bericht, volgens hetwelk Engeland voorne mens zou zijn, het Suezkanaal in een dergelijk geval voor Italiaansche schepen te sluiten. De betrokken ambtenaar verklaarde, dat dit bericht inderdaad juist was, doch dat het op een onjuiste opvatting ten aanzien van het juridische karakter van het kanaal, dat het eigendom is van een particuliere maat schappij, berustte. De Britsche regeering bezit 46 pet. der aandeelen, terwijl de rest zich voornamelijk in Fransche handen bevindt. Een Britsch besluit behoeft dan ook van generlei invloed te zijn op de beslissingen der Fransche leden van den raad van beheer der Suezkanaal-maatschappij. Frankrijk is gekant tegen elke poging, een embargo te leggen op de Italiaansche scheep vaart door het Suezkanaal. „Het zal derhalve Italië mogelijk zijn", al dus de ambtenaar, „ingeval van een oorlog zijn troepen ongestoord naar het terrein van den strijd te vervoeren. 'WARSCHAU, 1 Juli. (R.O.) In het district Stolpce, in Oost-Polen, is het stadje Maliboki door brand vrijwel geheel vernield. Een prijs op het hoofd van Pai Tsjen Woe, leider van den aanval. PEKING, 30 Juni. (R.O.) In het gebied van Peking en Tientsin is thans alles rustig, doch de staat van oorlog is nog niet opgeheven Volgens de Chineesche pers zouden de ban dieten naar het gebied Miyoean, zijn gevlucht, 45 K.M. benoorden Peking. Dat kan moeilijkheden opleveren in ver band met de kwestie van het handhaven van de orde in de gedemilitariseerde zóne. Nabij Toeng Tsjou zijn 70 opstandelingen gevangen genomen en ontwapend. Zij zullen te Toeng Tsjou terechtstaan. On der hen bevindt zich ook Toean Tsjung Tsji, die den pantsertrein commandeerde, welke de stad gebombardeerd heeft. Hij zal vermoedelijk ter dood worden ver oordeeld. De Chineesche autoriteiten hebben een be looning van 20.000 Chineesche dollar uitge loofd voor dengene, die zich meester maakt van Pai Tsjen Woe, de leider van den jong sten aanval op Peking. Voor zijn lijk is een belooning van 10.000 Chineesche dollar uitgeloofd. De president van den politieken Raad van Peking heeft 20.000 dollar geschonken voor de politie en de mili tairen, die den aanval hebben afgeslagen. TOKIO, 30 Juni. (R.O.) Rengo bericht uit Hsinking, dat de autoriteiten van Buiten- Mongolie de Japansche autoriteiten hebben medegedeeld, dat zij bereid zijn, de Japansche ingenieurs ,die 27 Junie zijn gearresteerd, vrij te laten. Onze Brussélsche correspondent meldt ons: Te Eigenbrakel, geboorteplaats van wijlen kardinaal Mercier, is Zondag met veel plech tigheid een standbeeld onthuld, gewijd aan de nagedachtenis van wijlen kardinaal Mer cier. Dit geschiedde in tegenwoordigheid van tal van burgerlijke en geestelijke overheden, waaronder: koning Leopold en koningin Astrid, kardinaal van Roeij, den pauseiyken nuntius mgr. Micara, leden van het Belgisch episcopaat, ministers, parlementsleden en ge zanten. Dit standbeeld werd, bij nationale inschrij ving, opgericht op de speelplaats van het kardinaal Mercier-college, dat eveneens door giften van het Belgische volk is totstand ge komen. Het werd vervaardigd door den Pool- schen Franciskaner pater Ephrem-Marie, die eveneens het monumentale graf van den kar dinaal in de kathedraal van Mechelen heeft ontworpen. De plechtigheid begon met het opdragen, door Z. Em. den kardinaal-aartsbisschop van Mechelen, van een pontificale H. Mis in open lucht. Hierna had de onthullingsplechtigheid van het standbeeld plaats, dat kardinaal Mercier voorstelt met een jong student, symbool van de vaderlijke bezorgdheid, welke Z. Em. altijd voor de jeugd en vooral voor de studeerende jeugd, waaruit de leiders voor de toekomst moesten groeien, heeft aan den dag gelegd. Oud-minister mr. Carton de Wiart, die de feestrede hield, schetste de figuur van kar dinaal Mercier als wijsgeer en opvoeder, zier lenleider en bezieler, die zich in alles spiegel de aan zijn grooten „leermeester", Thomas van Aquine. Na deze rede werd het standbeeld onthuld en trad kardinaal van Roeij naar voren, om op zijn beurt over den grooten kerkvorst te spreken. „Hoe men de figuur van kard. Mer cier ook beschouwt", aldus de huidige pri maat van België, „steeds en in alles was hij in waarheid de beleving van de spreuk in zijn bisschoppelijk wapenschild: „Apostolus Jesu Christi". Geheel zijn leven was één schit tering. In zijn actie als hoogleeraar en als bisschop, drukte hij vooral zijn stempel op de ziel van de jeugd. Hij was een opvoeder bij uitnemendheid. Zijn herderlijke brieven ge tuigen dat eveneens. Moge het God behagen, dat de stem van dezen onvergelijkelijken meester, nog lang moge naklinken. De jeugd moet haar blikken gericht houden op de on vergankelijke figuur van den grooten kardi naal. Na de rede van kardinaal van Roeij begaven de koning en de koningin zich naar het stand beeld, om er een bloemenhulde neer te leggen. Vervolgens had een défilé langs het stand beeld plaats, waarvan tal van katholieke ver- eenigingen uit Eigenbrakel en omgeving deel namen. ROME, 1 Juli. (A.N.P.) De Italiaansche ambassadeur te Parijs, graaf Pignatti Mo- rano di Custozza, zal worden benoemd tot Italiaansch vertegenwoordiger bij den Heili gen Stoel. Tot ambassadeur te Parijs zal benoemd worden de tegenwoordige Italiaansche am bassadeur in Berlijn, Vittoria Cerruti, Om territoriale en economische concessies van Abessynië aan Italië te ver gemakkelijken, zou Engeland aan Abessynië een strook grondgebied afstaan. LONDEN, 1 Juli. (D.N.B.). De minister voor volkenbondsaangelegenheden, Eden, heeft heden in het Lagerhuis de reeds aan gekondigde verklaring afgelegd over zijn di plomatieke reizen naar Parijs en Rome. Eden zeide o.a.: Mijn reis naar Parijs had een tweevoudig doel. De Britsche regeering wilde in de eerste plaats de eerste de beste gelegenheid benutten, om de Fransche re geering een volledige en openhartige uiteen zetting te geven over het Duitsch-Britsche vlootverdrag. Zij wenschte ook, in overleg met de Fran sche regeering de middelen en wegen te onderzoeken, om zoo spoedig mogelijk met de onderhandelingen over alle punten van het Londensche protocol van 3 Februari j.l. voortgang te kunnen maken. Ik heb den Franschen minister-president verslag uitgebracht over den inhoud van het Britsch-Duitsche vlootaccoord en hem de omstandigheden beschreven, waaronder het gesloten werd, alsmede de motieven, die de Engelsche regeering ertoe gebracht hebben, deze overeenkomst te sluiten. Minister-president Laval zette met ge lijke openhartigheid de opvatting der Fran sche regeering ten opzichte van deze over eenkomst uiteen. Hij gaf ook zyn meening te kennen omtrent de uitwerking van het Londensche accoord op de verschillende Europeesche vraagstukken, met welker op lossing beide regeeringen zich bezig houden. In het verloop van deze besprekingen werd erkend, dat voor de regeling van deze kwes ties zooals byv. die van het Luchtpact, van het Oostpact, het Midden-Europeesche pact en de overeenstemming inzake landbewape- ning een nauwe samenwerking tusschen Frankrijk en Groot-Brittannië noodzakelijk is. Dit zijn evenwel kwesties, die niet alleen Frankrijk en Groot-Brittannië interesseeren. Wij bieden daarom met de Fransche regee ring een vorm van samenwerking, die het best geëigend is, om zoo snel en zoo volledig mogelijk de verwezenlijking van het pro gram, dat in het Londensche protocol van 3 Februari is vervat, te verwezenlijken. Aan het einde van de bespreking over dezelfde problemen, die ik daarop met Mus solini in Rome had, konden wij tot onze vreugde onze eensgezindheid vaststellen in zake de mogelijkheid, om ook in de toekomst voor de Europeesche pacificatie in overeen stemming met de in het Londensche proto col en in de resolutie van Stresa vastgelegde richtlijnen te werken. Er bestaat thans reden om te hopen, dat de beste onderhandelingsmethode binnen kort zal worden gevonden. Bovendien kan ik niet eraan twijfelen, hoewel drie regeeringen mogelijkerwijze aan een of ander punt van het program niet dezelfde beteekenis of dezelfde urgentie toe kennen of het moet mogelijk zijn, het eens te worden over een methode, waardoor zij zich in vrijwillige en gelijke onderhande lingen met andere regeeringen vereenigen, om tot een oplossing van deze vraagstukken bij te dragen. Daarna overgaande tot een bespreking van het Italiaansch-Abessynisch conflict, zeide Eden: Ik heb Mussolini in kennis gesteld van de ernstige bezorgdheid van de Engelsche re geering over de wending van het conflict tusschen Italië en Abessynië. Ik heb hem erop gewezen, dat de Britsche buitenlandsche politiek zich op den volken bond baseert en dat dientengevolge de Brit sche regeering tegenover gebeurtenissen, die een verregaanden invloed zouden kunnen hebben op de toekomst van den volkenbond, niet onverschillig kan bleven. Bovendien heeft de openbare opinie in Engeland een zeer geprononceerde meening ten aanzien van deze kwestie. De Engelsche regeering is daarom in haar bezorgdheid nagegaan, of zij soms op een of andere wijze een constructieve bijdrage tot een oplossing zou kunnen doen. Daarop heb ik Mussolini den aard van de door Engeland overwogen bijdrage, die ik hem als provisorisch voorstel wilde voor leggen, geschetst. Dit voorstel kwam in het algemeen hierop neer: Ten gunste van een definitieve regeling van het Italiaansch-Abessynisch geschil zou de Britsche regeering bereid zijn, Abessynië een strook grondgebied in Britsch-Somaliland aan te bieden, om daarmee Abessynië een toe gang tot de zee te verschaffen. Dit voorstel moest eventueele territoriale en economische concessies van Abessynië aan Italië vergemakkelijken, die dan mogelijk in het kader van een overeenkomst hadden kunnen worden opgenomen. De Britsche regeering zou voor deze ge biedsoverdracht geen enkele tegenprestatie verlangen, met uitzondering van de handha ving van het recht der stammen in de gebie den, die aan Italië zouden worden afgestaan, om daar hun vee te laten grazen. Dit voorstel werd niet zonder een bezwaard hart gedaan en alleen de ernst van den toe stand kon het afstaan van Britsch grondge bied zonder een gelijkwaardige tegenprestatie rechtvaardigen. Ik betreur het ten zeerste, dat Mussolini niet in staat was, dit voorstel als basis voor de oplossing van het geschil te aanvaarden. Na mijn terugkeer naar Parijs heb ik Laval verslag uitgebracht over mijn besprekingen met Mussolini. Toen Eden zijn verklaring beëindigd had, vroeg Lansbury (oppositie) wanneer de re geering zou kunnen mededeelen, wat voor verdere stappen zij zou kunnen doen „om op de Italiaansche regeering ln de aangelegen heid van het geschil met Abessynië druk uit te oefenen, zooals de publieke opinie In Euro pa dien kan uitoefenen". Niemand in het Lagerhuis immers, aldus Lansbury, wenscht een politiek van dralen, zooals de regeering die ten opzichte van de gedeeltelijke verovering van China door Japan gevoerd heeft. De minister van buitenlandsche zaken, Hoare, antwoordde hierop, dat h(j de buiten gewone urgentie van deze kwestie volkomen inzag. Hij kon evenwel niet met beslistheid zeggen, wanneer de regeering het Lagerhuis verdere bijzonderheden zou kunnen mededee len. Zij wil namelijk niets doen, wat op de door haar gewenschte ontwikkeling der din gen een nadeeligen invloed zou kunnen heb ben. Lansbury verklaarde toen, dat men welis waar alles in ruime mate aan de regeering moet overlaten, maar dat tenslotte toch het Britsche parlement verantwoordelijk is. Hij wenschte daarom niet, dat een nieuw fait accompli in de Abessynische kwestie zou wor den geschapen zonder dat tevoren het Lager huis, der volkenbond of andere personen ge raadpleegd zouden zijn. Op de vraag van den Labourafgevaardigde, Tinklr, of Mussolini zijn voorwaarden had medegedeeld, werd geantwoord, dat de regee ring, thans geen verdere mededeelingen kon doen. Hoare antwoordde hierop: „Het Lagerhuis moet de regeering in deze aangelegenheid vertrouwen. Als 't dit niet wil, dan gaat de heele basis van ons werk verloren. Het Brit sche voorstel was, zooals reeds gezegd, in zijn soort een poging. Het vormde een onderdeel van een algemeene poging, om tot de rege ling van een zeer kritieke situatie te geraken, die overal catastrofale gevolgen zou kunnen hebben, wanneer ze niet juist behandeld wordt. Het provisorische voorstel van Enge land was niet aanneembaar en ik geloof daarom, dat het vervalt". Hiermede waren de debatten beëindigd. Laval heeft Londen een hartig woordje gezegd. PARIJS, 1 Juli. (A.N.P.) Op zijn reis door Auvergne heeft minister-president Laval een overzicht van zijn diplomatieken arbeid ge geven. HU herinnerde aan de liquidatie van het Saarvraagstuk, de besprekingen te Rome en te Londen en het Verdrag met Sovjet- Rusland. Sprekend over het jongste Engelsch-Duit- sche vlootaccoord en over de gereserveerd heid, waarmede dit door Frankrijk is ontvan gen verklaarde hij: „Ik heb tot Engeland klare taal gesproken en zelfs degenen, die mU te gematigd vinden, zouden misschien van oordeel zijn, dat ik te ver ben gegaan, indien zy de nauwkeurige termen, welke ik gebruikt heb, zouden kennen". Wat den binnenlandschen toestand van Frankrijk betreft besloot Laval: „Ik richt mg tot allen. Ik ga voor niets op zy. Indien impopulariteit mU'n deel moet zyn, zy het my'n belooning. Ik vertegenwoordig de wet, het regime en Frankrijk. Geen enkele bedreiging, vanwaar zij komt in welken vorm ook, zal my van den rechten weg afhouden". Z. Em. Kardinaal Innitzer zegent de menigte in den Baumgarten te Praag. TOKIO, 30 Juni. (R.O.) Volgens de offi cieele rapporten hebben de overstroomingen, welke het Oosten van Kioesjoe en het district Kwansei teisterden, 72 dooden geëischt en 68 gewonden, terwijl 12 personen nog worden vermiste te Kioto. De materieele schade bedraagt 20 mil lioen yen. Militairen zyn gezonden, om te helpen de dyken te versterken en aan het bergingswerk mee te werken. LONDEN, 1 Juli. (R.O.) Op het vliegveld Ronaldsay op het eiland Man is een vliegtuig vlak na den start omlaag gestort. Het toestel, dat bestemd was voor Liverpool en Manches ter, vatte vlam, doch geen van de passagiers werd gedood, wel werden eenige gewond, doch slechts licht. Ook de piloot liep kneuzin gen en brandwonden op. CALCUTTA, 1 Juli. (R.O.) Het aantal per sonen, dat by de ontploffing in de myn in de provincie Bihar om het leven gekomen is, be draagt volgens de jongste opgave 22, terwyi 25 personen gewond werden. De adjunct-directeur van de mijn werd by na 100 meter ver weg geslingerd en was op slag dood. Alle dooden zyn inlanders. De brand is de myn is nog niet gebluscht. Het treinverkeer in de omgeving is stopgezet uit vrees voor verdere ontploffingen en ver zakking van het terrein. CANBERRA, 1 Juli. (A.N.P.) De Australi sche regeering heeft het beroemde vliegtuig van Sir Charles Kingsford Smith, waarmede hy verscheidene groote vluchten en Oceaan- vluchten heeft ondernomen, de „Southern Cross", voor den staat aangekocht voor eea bedrag van 3000 pond sterling.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1935 | | pagina 2