f3*
m tij
ll!llllll!IIIIIIIIIIIIi
m
l!!lll!IIIEIIII!!!lllini!lll!l!lllll!l9!
llfllll II IIIIUIIIIIIIIIIIIIUUIUIUIII IfllilllllifllllIllS
GEORGE CRANE.
de nieuwe bisschop van
WOENSDAG 10 JULI 1935
MAASSLUIS.
4:
N. S. B.'ER MISHANDELD.
Twee communisten staan terecht.
KETHEL.
TEGEN BEIDEN EEN JAAR
GEEISCHT.
ROTTERDAM.
EEN
GRAANPAKHU1S
INGESTORT.
Onder den druk van 1 millioen k g.
regeerings-erwten.
MINIMUMPRIJZEN VOOR GROENTE.
BERKEL EN RODENRIJS.
JONGEN OVERREDEN EN GEDOOD.
HOUDT DEN GOEDEN KOERS
lii:.
Y
TRAGISCHE BALANS VAN
DEN CHACO-OORLOG.
Twee landen geruïneerd.
ARMOEDE EN WERKLOOSHEID HET
EENIG RESULTAAT.
ENGELANDS STRIJD TEGEN DF
WERKLOOSHEID.
GROOTSCH PROGRAM. VAN DE
DUITSCHE SPOORWEGEN-
Aanschaffing van 2200 nieuwe
voertuigen.
BERLIJN.
NAAR MOEDERS PAPPOT.
Om half 11 uur gisteravond is in het hout
gewas in het Sterrebosch een 20-jarige jon
geman aangetroffen, die voorgaf te heeten
J. van O. Bij fouilleering bleek zijn naam J.
van M. te zijn, woonachtig te 's-Hertogen-
bosch. Hij zei, handel te drijven in galante-
riën en reeds met toestemming van zijn va
der een driétal maanden zwervende te zijn.
DE BURGERWACHT.
In de vergadering van de Burgerwacht was
een flinke opkomst.
Na afhandeling van de huishoudelijke zaken
kwam een bespreking over den Nat. Burger
wachtsdag, welke op 10 Sept. a.s. te 's-Graj
venhage gehouden zal worden; de leden be-
Thans logeerde hij in het logement Spelt aan I 3j0ten bijna eenparig dien dag mede te ma
de Schie. Aangezien hij minderjarig is, is hij
vanmorgen op transport naar Den Bosch ge
steld.
BURGERLIJKE STAND.
Aangiften van 79 Juli.
GEBOREN: Hendricus A., zoon van W.
van Akkeren en P. C. van Wezenberg, Laan
ons Genoegen 7. Geertje, dochter van A.
van den Berg en H. van Dommele, F. v. Bour-
gondiëstraat 6. Gijsbertus, zoon van W. M.
Brokken en B. van den Heuvel, Nieuwe Maas
straat 4.
OVERLEDEN: J. van Selm, 36 j. echtge-
noote van A. van Ruiven, Jan Vermeerstraat
26. M. C. van Oeveren 29 j. Nassaulaan
75. a. M. Geul 86 j. Nic. Beetsstraat 58.
ken. Voorts werden door de leden een vier
tal sectie-commandanten gekozen; eveneens
werd een vaandrig aangewezen. Besloten*
werd dat alle leden voorzien zullen worden
van een uniformpet, alsmede verdere aan
duidingen betreffende den dienst..
SCHEEPVAART.
SCHIEDAM, 19 Juli. Vertrokken Grieksch
s.s. Hydroussa, ledig naar Dordrecht.
SCHIEDAM, 9 Juli. Aangekomen Noorsch
s.s. Lese, ledig van Rotterdam om te dokken
in de Wilhelminahaven.
SCHIEDAM, 10 Juli. Aangekomen Duitsch
s.s. Olga Siemers, met papierhout, van Le
ningrad; Duitsch s.s. Lasbek met papierhout
van Libau in de Wilhelminahaven; Spaanech
s.s. Biskaya ledig van Rotterdam; Zweedsch
s.s. Arete, ledig van Rotterdam beide om te
dokken in de Wiltonhaven; Zweedsch s.s. Flan-
dria, met keisteenen voor de Gemeente in de
Voorhaven.
SCHIETWEDSTRIJD.
Bij de op Zaterdag 20 Juli te Delft te hou
den schietwedstrijden van Burgerwachten uit
de Kring Westland, zal'de Kethelsche Bur
gerwacht in de volgende klasse met de vol
gende personen deelnemen:
Klasse B I: P. Peters, F. v. d. Wildt, Jac.
Verspeek, Q. v. Lindt, H. de Lange.
Klasse B 2: G. Sauer Sr., J. Korpel, L.
Bijl Sr., C. Lansbergen, A. Vlaardingerbroek.
Klasse C: S. Bijl Lz., Jac. Poot, Jac. Kool,
C. v. d. Drift, A. H. U. de Bruijn.
Men meldt ons Uit Amsterdam:
De vacantiekamer der rechtbank behan
delde gisteren de strafzaak tegen den sui
kerbakker J. L en den scheepstimmerman
F. H. S.
Bij een relletje tusschen N.S.B.'ers en
communisten, op 18 Maart j.l. zouden deze
verdachten Geert de Jonge ernstig hebbtn
mishandeld. Toen de Jonge op zijn fiets den
hoek van de Kanaalstraat en de J. P. Heye-
straat passeerde zou het tweetal op hem tot
zijn gesprongen en hem van de fiets hebban
getrokken. Het regende slagen en stompen
op zijn hoofd: de omstanders bemoeiden er
zich mee en vielen de Jonge eveneens aan
Met een drievoudige kaakfractuur moest het
slachtoffer naar een ziekenhuis worden ver
voerd.
Een zwaar gehavend lestoestel van de Nat. Luchtvaartschool, de P.H.F.K.C.,
nadat het vanmorgen door het afslaan van den motor kort na den start in een
greppel van het vliegveld Waalhaven terecht was gekomen.
PREDIKATIE VERSTOORD.
Het Gerechtshof te 's Hertogenbosch deed
in hooger beroep uitspraak in de strafzaak
tegen A. J. M. te Oisterwgk, door de recht
bank te Breda veroordeeld tot 100 boete of
50 dagen, wegens het verstoren van de gods
dienstoefening in de R. K. kerk te Lepel
straat, gem. Halsteren, waar verdachte onder
de preek, terwijl de kapelaan vermaande tot
het niet bezoeken van fascisten-bijeenkom
sten, dezen heeft geïnterrumpeerd.
Het gerechtshof vernietigde het vonnis en,
opnieuw recht doende, veroordeelde 't verdach
te tot 25 boete of 10 dagen hechtenis met
vrijspraak van wat méér is ten laste gelegd.
suikerbakker en de
het bankje der ver-
Gistermiddag te kwart over 3 is van het
pakhuis en kantoorpand Haringvliet no. 9 het
bovenste gedeelte ingestort, onder den druk
van 10.000 zakken regeeringserwten, die hier
xfoor den factor, de Firma Visser Co. eenige
dagen geleden waren opgeslagen.
Op het oogenblik van de instorting bevon
den zich in de benedenverdieping twee leden
van het personeel van het Vereenigde Olie- en
Teerbedrgf, de heeren Willebrand en Grund,
alsmede de directeur van deze firma, de heer
P. v. d. Ree. Deze laatste wist zich door een
achteruitgang aan de zgde van de Nieuwv Ha
ven, in veiligheid te stellen.
De twee genoemde employé's konden het
pand eerst verlaten, nadat de gevel met het
grootste gedeelte van den voorraad voor het
neergestort
Gisteren zaten de
scheepstimmerman in
dachten.
Ter gelegenheid van deze zitting waren
uitgebreide politiemaatregelen genomen.
Rjjks- en gemeentepolitie hadden de Prin
sengracht en de Lange Leidschedwarsstraat
afgezet. Enkele malen moest de politie han
delend optreden, om de orde rond het paleis
van Justitie te handhaven. Op de publieks
tribune had slechts een twintigtal personen
plaats genomen.
De verdachten werden verdedigd door Mr.
S. de Jong en Mr. P. van 't Hoff Stolk.
Nadat mr. Van Arkel de dagvaarding
had voorgedragen, ondervroeg de president
de verdachten: Wat heeft u op deze be
schuldiging te zeggen
We weten van nietswas alles wat
het tweetal te antwoorden had.
De arts, die het slachtoffer heeft behar.
deld, verklaart, dat er geen levensgevaar
bestaan heeft; wel was zwaar lichamelijk
letsel toegebracht.
Dan verschijnt de de J. voor het hekje. lu
de Kanaalstraat, zoo vertelt hij, waren twee
personen op hem afgekomen. Na een korte
woordenwisseling werd getuige aangevallen;
het regende slagen en stompen. Ten slofte
vluchtte ik een kaaswinkel binnen en kroop
achter de toonbank weg.
Mr. van Royen: U herkent verdachte I
Getuige: Ja, hem wel.
De volgende getuige, J. Berendsen, die het
geheele relletje heeft bijgewoond, verklaa: t
pertinent, dat de beide verdachten op de
Jonge zijn afgekomen en hem hebben gesla
gen. Van alle kanten kwamen menschen
aanloopen
Pres.: Mishandelden die anderen de Jonge
ook
Getuige: Dat kon ik niet zien.
Volgens getuige had de aangevallene toen
hij werd besprongen, geroepen: „Ik ben van
De minister van Economische Zaken heeft
met wijziging van zijn beschikking van 19
Juni j.l. voor andijvie, sla en spinazie, de
volgende periode-ophoudprijzen resp. ver-
goedingsprijzen vastgesteld: andijvie 0 50 en
0.25 per 100 stuks, andijvie 2 en 1 per
100 kg., sla 0.50 en 0.25 per 100 krop, sla
2 en 1 per 100 kg., spinazie 2 en 1 per
100 kg.
pand aan het Haringvliet was
Dit geschiedde met een geweldig lawaai en
groote stofwolken bij het neervallen van pum.| de politie". Daarbij had hij zijn hand in zijn
en het dak. Ook bevond zich nog in het pand
een kantoorjuffrouw van de fa. Visser, die
ook wonder boven wonder veilig het pand
wi3t te verlaten.
De oorzaak van de ramp ligt ongetwijfeld in
de te zware belasting van het oude pakhuis-
pand.
Reeds dagen geleden was door het perso
neel op het gevaar gewezen,
Dagelijks regende het reeds door de zolders
en de balken en de z.g. standvinken vertoon
den teekenen van doorbuiging en door de
bouwpolitie was ook reeds een onderzoek toe
gezegd.
De ramp is dus niet onverwacht gekomen.
Zij is mogelijk veroorzaakt door het niet
tijdig ingrijpen van de inspectie,
DE BUSVERBINDING MET PERNIS.
Van R.T.M. naar R.E.T.
Op 15 Juli a.s. zet de R. T. M. in verband,
gelijk bekend, met het afloopen der conces
sie, de busverbinding Rotterdam-Pemis stop.J
Voor het verzorgen van deze door de an
nexatie locaal geworden verbinding zal de
R. E. T. waarschijnlijk worden aangewezen.
Echter het college van B. en W. heeft daar
omtrent nog geen definitieve beslissing ge
nomen.
Krijgt de R. E. T. dezen tak van dienst dan
staan we vermoedelijk voor een verlenging
van buslijn F, d. w. z. op bepaalde uren. Lijn
2 en bus F zouden dan tevens de nieuwe vei
binding vormen.
Het onderhoud zou geschieden met de be
kende R. E. T. bussen, die nu regelmatig
althans een 10-tal van de aangekondigde
Kromhout-motoren worden voorzien.
Gelijk we onlangs reeds meldden zijn ook,
ter vervanging van oud geworden materiaal,
nieuwe groote en kleine bussen in de maak.
Met de afwerking daarvan zijn echter nog
wel enkele maanden gemoeid.
binnenzak gestoken. Dit klopt met de ver-
klaring van de Jonge; hij had gedaan of hij
een revolver had en geroepen: „ga je weg,
of ik schiet".
Pres.: Droeg hij een revolver
Getuige de Jonge komt naar voren «n
ontkent in het bezit te zijn geweest van een
wapen.
Na een vraag van mr. de Jong, geeft ga
tuige toe, dat zjjn eerste verklaring anders
was: ,,ik wilde er buiten blijven uit angst
voor de jongens", voegde hij er aan toe.
De officier van justitie mr. C. J. v. Arkcl,
gaat uitvoerig de getuigenverklaringen ni.
Spr. acht de openlijke geweldpleging, licha
melijk letsel tengevolge hebbende, bewezen
Subsidiair is zeer zeker de zware mishande
ling bewezen.
De feiten zijn z.i. hoogst ernstig en spr.
requireert tegen beide verdachten een ge
vangenisstraf van een jaar.
Beide verdedigers drongen met klem op
vrijspraak aan, zeer subsidiair clementie
der rechtbank inroepend. Voorts verzoekei
zij onmiddellijk invrijheidstelling hunner
cliënten. Dit verzoek werd door de rechf
bank afgewezen.
Vonnis 16 Juli.
n
ter
AANRIJDING.
ÖRstermorgen reden op den Noordsinsche
weg, nabij de Roode Brug twee vrachtauto's,
een groentenauto van O. en een melkauto van
L., tegen elkaar.
Gelukkig kwamen geen persoonlijke onge
lukken voor. Beide wagens werden zwaar
beschadigd, terwijl een gedeelte van de groen
ten verloren ging.
De auto's moesten worden weggesleept.
DRIE GEBROEDERS Op HET
DIEVENPAD.
De gemeentepolitie van Helmond is er
geslaagd de daders van een 4-tal daar
stede den laatsten tijd gepleegde inbraken,
te arresteeren. Na nachtelijke bezoeken aan
de meubelmakerswerkplaats der fa. Hegeman
aan de houtfabriek der fa. Bezemer en bij een
particulier aan don Brouwhuizerdijk werden
een aantal gereedschappen en andere voor
werpen vermist. Vorige week werd ingebro
ken bij den smid v. d. B. op het naburige
Brouwhuis onder de gemeente Bakel en weer
was een partij gereedschap als voornaamste
buit meegenomen. Thans zijn de drie gebroe
ders v. d. K., wonende op den Oliemolen
Helmond, als de vermoedelijke daders gear
resteerd, waarvan een in samenwerking met
de Kon. marechaussee wegens den diefstal op
Brouwhuis. In den tuin van de ouderlijke wo
ning hadden de jongens den buit verstopt.
Nagenoeg al het ontvreemde werd door
politie opgegraven. De daders zijn naar Roer
mond overgebracht.
DE INDISCHE POSTVLUCHTEN.
De „Nachtegaal" is gisterenavond op fechip
hol geland.
De „Lijster" (heenreis) vloog gisteren van
Karachi naar Calcutta.
De „Rietvink" (thuisreis) is gisteren uit
Jodhpur te Bagdad gearriveerd.
Gistermiddag te ongeveer twee uur is de
16-jarige wielrijder M. uit Heerlen, die uit
wilde wijken voor een paar stoeiende jongens,
in het Molenbergpark door een vrachtauto van
de firma S., te Heerlen, aangereden. De
knaap was op slag dood.-Het stoffelijk over
schot van het slachtoffer is naar het St. Jo
sef Ziekenhuis te Heerlen vervoerd.
Gistermorgen liep het 5-jarig zoontje van
de familie Herk op den weg HedelZalt-
bommel achter een bakkerskar. Toen het
plotseling achter de kar vandaan liep werd
het ventje door een juist passeerende auto
gegrepen. Ret hoofdje werd geheel verplet
terd, zoodat de dood onmiddellijk moet zijn
ingetreden. Het lijkje is naar de ouderlijke
woning vervoerd.
PLAATST REGKLMAT1G
UW KABOUTERTJEII
te
.George Crane wil met u samenwerken
stop met vacantie te Kinnegar stop van uw
komst verwittigd stop ga er heen Maguire".
Aldus het telegram, dat Scrymgcour bij
zjjn thuiskomst gevonden had,
„George Crane wil samenwerken!"
George Crane was beroemd. Hij was het
eerst sinds weinige maanden, maar dat boek
Het kind van Dromore" had niet alleen Du
blin, maar ook Londen stormenderhand ver
overd. Het was het meesterstuk geweest van
een beginneling.
Scrymgcour zelf was al iets meer dan een
beginneling. Maguire Brothers had al twee
romans van hem uitgegeven. Voor het eerste
had hij dik betaald hg schreef niet voor
den broode! van het tweede had hg de
helft der kosten gedragen. Het succes was
heel groot geweest, maar toch was geen ver
lies geleden, en Maquire had de uitgave van
een derden roman, waarvan Scrymgcour hem
het schema voorgelegd had, geheel voor zijn
rekening willen nemen. Het was voor den
jongen schrijver geen kwestie van geld, maar
van eer.
Het was voor de lokale kleur van Donogal
en voor het eigenaardig dialekt dier streek,
dat de uitgevers hem in verbinding hadden
willen stellen met een schrijver, in dat graaf
schap geboren en opgegroeid. Scrymgcour was
een zoon van Cork, een typische Ier. Maar Do
nogal en het volk van Donogal speelden een
belangrijke rol in de middenhoofdstukken van
zijn roman, en hij voelde, dat hij niet in staat
zou zijn de juiste atmosfeer te schetsen. Het
aanbod der uitgevers hem met een plaatselijk
schrijver in betrekking te brengen, had hij
dus dankbaar aanvaard, maar, toen hem be
richt werd, dat die schrijver niemand meer
of minder was dan de plotseling beroemd ge
worden George Crane, was hij zoo opgetogen,
dat hij onmiddellijk een handkoffer pakte en
den trein nam naar Kinnegar, het kleine ro
mantische plaatsje aan de kust van Donogal.
Onderweg waren zijn gedachten bijna
voortdurend bij den hem onbekenden George
Crane. Hij begon zich ervan bewust te wor
den, dat hij van dezen auteur eigenlijk niets
afwist. De bladen hadden met veel geheimzin
nigheid van hem gesproken. Hij was een
„mystery writer", die „in afzondering leefde"
en dien slechts weinigen persoonlijk kenden.
Die geheimzinnigheid had het succes van „Het
kind van Dromore" nog meer in de hand ge
werkt. Tot drie maal toe hadden kranten por
tretten van George Crane afgedrukt, waar
van den volgenden dag verklaard werd, dat ze
heel iemand anders voorstelden.
„Doorgestoken kaart!" had Scrymgcour met
veel wijsheid gedacht, en hij had een geweldi
gen hekel aan dien George Crane gekregen, tot
hij „Het kind van Dromore" gelezen had, en
voor zichzelf erkennen moest, dat die schrijver
zijn plotselingen roem ten volle verdiende, en
hem verre de baas was.
Want Scrymgcour was altijd eerlijk tegen
over zichzelf.
Wat voor man zou die George Crane eigenlijk
zijn? Hij stelde zich hem voor als iemand van
goed middelbaren leeftijd misschien wel
omdat het streelender voor zijn eigenliefde
was indien een rijpe man dan een jong begin
ner hem in talent en faam zoo ver overtrof.
Een man van goed-middelbaren leeftijd dus
iemand die ambtenaar, of koopman of advo
caat geweest was, en eerst nu hij zich uit het
actieve leven teruggetrokken had, den vrijen
teugel liet aan zijn litteraire talenten.
Eenige stations vóór Kinnegar kreeg hij
gezelschap. Een jongevrouw stapte in en nam
plaats tegenover hem. Zij was één dier meisjes,
wier uiterlijk Scrymgcour steeds bijzonder
aantif''-; sportief en toch door-en-door vrou-
welijk, en bovendien met die matblonde haren
en donkere oogen, welke in Ierland vaker
samengaan dan ergens anders ter wereld. Maar
wat hem meer dan iets anders in haar aantrok
was, dat «ij, zoodra zij gezéten was, een boek
opensloeg en er met klaarblijkelijke belang
stelling in begon te lezen. Het heette: „De
wethouder van Kildore", door Cathal
Scrymgcour.
Maar na eenige minuten scheen haar belang
stelling te verminderen. Zij begon te bladeren
steeds 'n bedenkelijk teeken las daarna
weer verder, bladerde opnieuw, sloeg het boek
dicht, keek eens het raampje uit, deed opnieuw
een poging
,Kan het u niet boeien?" vroeg hij eindelijk
beleefd, als een reiziger, die om een praatje
verlegen is.
„O, ik ben er pas in begonnen, en mijn ge
dachten waren er niet geheel bij. Ik had den
vorigen trein gemist, en ben bang, dat ik nu
wat laat te Kinnegar zal aankomen. Kent u
dat boek?" vroeg ze, maar zonder blijk te ge
ven werkelijk belang te stellen in zijn oordeel.
„Ik heb het gelezen", antwoordde hij afwe
rend „Ik ga ook naar Kinnegar."
„Zoo," zei ze, in 't minst niet gëinteres-
seerd.
„Ik heb daar een vriend. Misschien kent
u hem wel als u daar woont. George Crane, de
schrijver.'
„O," antwoordde ze, 'n beetje onthutst. Het
maakte blijkbaar eenigen indruk op haar, dat
de beroemde George Crane zijn vriend was
„Ik zelf heb mij ook wel eens op het gebied
der fictie gewaagd," glimlachte bij bescheiden.
En tot plotselinge vertrouwelijkheid over
slaande: „Om de waarheid te zeggen ik
ben Cathal Scrymgcour
„De schrijver van dat boek?" vroeg ze met
'n verbazing, welke hem ervan overtuigde, dat
hij diepen indruk op haar gemaakt had.
„Ja," antwoordde hij eenvoudig. „George
Crane en ik zullen samenwerken aan een
nieuw boek -
„En daarvoor zoekt u hem op. Kent
u hem goed?"
Er was iets in haar toon, dat hem trof. Zou
dat meisje George Crane misschien zelf ken
nen? Dat was niet onmogelijk in zoo'n klein
plaatsje. Zou z(j misschien zijn dochter
zijn?
„Goed?" zei hij, voorzichtig naar een ant
woord zoekend, „goed U begrijpt hij woont
te Kinnegar, en ik te Dublin, en 't is (hij sprak
de strikte waarheid) de eerste maal, dat ik
hem opzoek." En op zijn beurt vroeg hij aar
zelend: „Kentu hem goed?"
Zij antwoordde niet direct, maar scheen zich
te bedenken.
„Mr. Scrymgcour", zei ze tenslotte, „ik haat
pijnlijke situaties."
„Z'n dochter!" dacht hij in groote verlegen
heid.
„Kortom, mr. Scrymgcour, ik ken George
Crane heel goed; ik ken hem intiem."
„Z'n vrouw!" dacht hij jammerend.
„George Crane is, zooals u weten zult, een
nom de plume
„Dat is ook zoo!" riep hij in gedachten uit,
„maar hoe heet die George dan toch weer in
werkelijkheid.
„Ik ben Mary O'Doone
„Ja, ja, O'Doone", bevestigde hij stamelend,
„U bent de vrouw van George Crane, van mr,
O'Doone. Een zeer gelukkig toeval 't Is m(
bijzonder aangenaam u te leeren kennen."
„Neen, neen, mr. Scrymgcour, de vrouw
van George Crane ben ik eigenlijk niet
„Z'n verloofde!" dacht hij.
„Z'n vrouw ben ik eigenlijk niet. Ik ben
George Crane zelf."
B.
i
BUENOS AIRES, 9 Juli. (UN. PRESS).
Op den 14en Juni 1.1., om twaalf u-ir rles
middags, is, zooals men weet, het oorlogs
rumoer aan het Chaco-front verstomd. De
drie jarige oorlog tusschen Bolivia en Para
guay, de eenige, welke sedert het s'uiten
van den vrede van Versailles is gevoerd,
werd toen door een wapenstilstandsw.rdrag
beëindigd.
Wie, zoo kan men zich op het ootenbtik
de vraag stellen, is nu als overwinnaar uit
het strijdperk te voorschijn getreden
Het antwoord op deze vraag kan kert en
bondig zijn: Niemand.
Beide tegenstanders, zoowel Paraguay als
Bolivia, zijn geheel uitgeput en hebben alle
him ten dienste staande hulpmiddelen aan
den oorlog opgeofferd. In beide la .den is
bovendien de industrie en de landbouw ver
nietigd en aan beide zijden zijn ten plotte
duizenden en nog eens duizenden me.,sehen-
levens als slachtoffers in den strijd gebleven.
Geen van beide landen heeft ook maar eenig
practisch succes kunnen boeken.
Reeds toen de vijandelijkheden in Juni 1932
een aanvang namen, had het spook van de
wereldcrisis de economische positie van
Paraguay en Bolivia sterk aangetast. Boven
dien had de sterke daling van de tir.prijzen,
welk product de voornaamste bron ven in
komsten voor Bolivia vormt, voor n t land
catastrofale gevolgen gehad. Ook Paraguey,
welks staatsinkomsten toch al niet te hoog
waren, had zwaar geleden onder 3e ver-
bruiksvermindering en de aanzienlijk daling
in prijs van zijn vleeschconserven en andere
belangrijke uitvoerproducten.
Beide destijds reeds economisch verzwakte
tegenstanders moesten dus noodzakelijker
wijze ter financiering van den oorlog lee
ningen sluiten. De aflossing der buitenland-
sche leeningen in Bolivia en de rente-beta
ling werden bovendien geschorst, zoo dat het
mogelijk werd een leger uit te rusten en te
onderhouden.
Paraguay had bij het uitbreken van den
oorlog geen buitenlandsche schulden, doch
staat thans tengevolge van de wapen- en
munitiecredieten diep in het krijt.
De financiering van den strijd z?tte de
valuta van beide staten op losse schroeven.
Paraguay verbruikte het grootste deel zoo
niet de geheele gouddekking van zij.i bank
biljetten en Bolivia de reserves van zijn
Nationale Bank, om de buitenlandsche cre
diteuren te kunnen bevredigen.
De bevolking van belde oorlogvoerende
staten offerde daaienboven haar ringen,
armbanden en andere kostbare goud? 1 vo in
werpen, teneinde aan de soldaten g,*anai>n
en patronen te kunnen verschaffen. Zelfs
klokken en uurwerken werden voor dit doel
verzameld en verkocht.
In Paraguay werden den boeren de zwaar
ste economische lasten opgelegd en ze zijn
daaronder vrijwel bezweken. Hun veestapel
werd, ten gevolge van het aanhoudend op-
eischen van runderen voor de troepen aan
het front dusdanig gedecimeerd, dat de ver
koop der dieren geen voldoende inkomsten
meer bood.
Bij het begin van den oorlog namen beide
belligerenten hun toevlucht tot het opeischen
van allerlei producten, om het leger te kun
nen instandhouden, want het geld, verkregen
uit binnenlandsche oorlogsleeningen was
hiervoor lang niet voldoende. De verliezen
zijn dus wel buitengewoon groot, terwijl
daartegenover geen enkel resultaat valt te
noemen.
Paraguay heeft weliswaar de Bolivianen
uit den Chaco verdreven, doch het veroverde
gebied is slechts van zeer twijfelachtige
waarde.
Thans staan belde landen voor een reeks
van na-oorlogproblemen, die om een spoedige
oplossing vragen.
De strijd is gevoerd ver buiten de bevol
kingscentra van beide landen. De soldaten
kregen misschien wel voldoende te eten, doch
werden zeer slecht betaald.
De manschappen ontvingen maandelijks
ongeveer twintig Amerikaansche dollarcenten
soldi), de officieren ongeveer eenzelfde be
drag als Amerikaansche korporaals en ser
geanten verdienen. Veelal moesten de solda
ten hun onderhoud gedeeltelijk zelf bekosti-
Voor de verdere uitbreiding van den dienst
zullen 106 motorwagens en bijwagens met
krachtbron van de verschillende modellen wer
den gebouwd.
De voorraad passagierswagens zal met 268
D-treinenwagens en 142 andere passagiers-
wagens, de voorraad goederenwagens met 849
goederenwagens van verschillenden aard wor
den aangevuld.
Verder zullen 68 bagagewagens voor D- trei-
nen en 9 dienstwagens worden gebouwd
Ook de voorraad tramwagens zal worden
uitgebreid.
(Nadruk verboden.)
Baldwin over de daden der
nationale regeering.
LONDEN, 9 Juli. (D.N.B.). De la bout
oppositie heeft vandaag in het lagerhuis een
motie van wantrouwen ingediend tegen de
regeering-Baldwin, welke motie als volgt
luidde:
„Het lagerhuis betreurt, dat het de regee
ring niet gelukt is, een uitgewerkt plan tot
bestrijding der werkloosheid in te dienen en
het probleem der noodlijdende gebieden met
succes aan te pakken".
De afgevaardigde Greenwood, die de mo
tie van wantrouwen motiveerde, schilderde
den toestand van de Engelsche werkloozen
in de zwartste kleuren en verklaarde met
name, dat het aantal van twee millioen werk
loozen in Engeland nog steeds veel te hoog
is. Het aantal personen, dat onder de armen
wet valt, is zelfs gedurende de zittingsperio
de van de nationale regeering van 950.000
tot 1.620.000 gestegen.
In antwoord op deze verklaringen van
Greenwood zeide minister-president Bald
win, dat Greenwood den toestand volkomen
eenzijdig had voorgesteld.
Onder algemeene hilariteit van de regee-
ringspartijen verklaarde hij, dat niet da
nationale regeering door een vloedgolf aan
de macht gekomen was, doch dat de labour-
partij weggespoeld is en dat het vier jaren
heeft geduurd, om den door haar achterge
laten rommel op te ruimen. Baldwin zeide
nooit te hebben beloofd, de werkloosheid „to
genezen", doch hg heeft veel gedaan om ze
te verzachten.
Vervolgens gaf de minister-president een
uitvoerig overzicht over de economische eu
financieele saneeringsmaatregelen der na
tionale regeering sedert haar ambtsaanvaar
ding in 1931, waarbij hij in het bijzonder wees
op de conversie van leeningen, de douane-
politiek en de verdragen van Ottawa.
Baldwin wees hierna de labourpartg te
recht in verband met haar beweringen over
verwaarloozing der Engelsche werkloozen.
De werkloosheid is sedert de ambtsaanvaar
ding der nationale regeering met 1 millioen
verminderd en sinds de indiening van de
laatste motie van wantrouwen zgn 308.000
menschen meer tewerkgesteld. De huidige
wankele toestand in alle landen is te wijten
aan internationale oorzaken, zooals o.a. aan
valuta-kwesties, enz.
Baldwin bracht vervolgens de kwestie der
werkverschaffing ter sprake. De uitvoering
van groote openbare werken is in de oogen
der Engelsche regeering slechts dan' gerecht
vaardigd, indien daardoor de industrie ëen
voldoenden stoot wordt gegeven, om het
land dienovereenkomstig te ontlasten en
indien de werkgelegenheid ook na -de stop
zetting der betalingen behouden blijft. De
Engelsche regeering is evenwel niet tegen
iedere uitgave voor openbare werken en
heeft in dit opzicht reeds verscheidene
prestaties geleverd, zooals bijvoorbeeld het
electrificatieplan voor Londen.
Ten slotte besprak Baldwin het probleem,
der noodigdende industriegebieden en gaf
toe, dat de werkloosheid daar bijzonder
hoóge cgfers bereikt. Hg hoopte evenwel
door het Londensche electrificatieplan en
door de uitbreiding van de Engelsche lucht
vloot, ook voor de werkloozen van deze ge
bieden werk te vinden. Tot dit doel waren,
naar hg mededeelde, speciale uitwisselings-
bureaux ingesteld, om werkloozen van hst
eene gebied naar het andere over te plaat
sen.
LONDEN, 9 Juli. (R.O.) Het lagerhuis
heeft met 450 tegen 76 stemmen de door de
labour-oppositie tegen de regeering inge
diende motie van wantrouwen verworpen.
gen.
Thans kunnen ze naar hun steden en dor
pen terugkeeren, arm en niet in staat den
kost voor zichzelf en hun gezinnen te ver
dienen.
De terugkeer van deze duizenden, die er
aan gewoon geraakt zgn, dat het onderhoud
van hun gezinnen door den staat wordt be
kostigd, zal echter ernstige moeilgkheden
met zich brengen, omdat hun inschakeling
in het verstoorde bedrijfsleven zoo goed als
uitgesloten is.
Paraguay wil den oud-strijders de gelegen
heid bieden den Chaco te koloniseeren, doch
hiervoor is eveneens geld, zeer veel geld
noodig. Bolivia heeft nog geen plannen te
dezen opzichte.
De toestand kan dus als uitermate kritiek
worden beschouwd. De Chaco-oorlog heeft
aan geen van beide partijen eenig voordeel
opgeleverd en over beide is momenteel groote
ellende gekomen, het noodlot van overwon
nen naties.
BERLIJN, 9 Juli (A.N.F.) Het door den
raad van beheer der Duitsche rgksspoovwegen
in de laatste zitting te Saarbrucken goedge
keurde program voor het bouwen van voer
tuigen voor het eerste half jaar van 1936 voor
ziet in het aanschaffen van 2200 voertuigen
van allerlei aard.
Zes en tachtig locomotieven (stoommachines
voor het sneltrein- en zijlijnenverkeer, 27
electrische locomotieven voor het omvangrgk
geworden geëlectrificeerde net en 48 kleine
locomotieven voor het rangeeren op kleine
stations moeten den voorraad locomotieven
aanvullen.
Van de 53 motor- en bg wagens voor de ge
ëlectrificeerde lgnen zgn 48 wagens bestemd
als uitbreiding van de Berlgnsche S-baan.
In verband met de benoeming van Konrad
Graf von Preysing-Lichtenegg-Mooa tot bis
schop van Berlijn vallen nog de volgende bij
zonderheden te melden:
De nieuwe bisschop van Berlijn werd op 30
Augustus 1880 geboren en is het vierde van de
elf kinderen van Graf Kaspar von Preysing en
Gravin Hedwig von Walterskirchen zu Wolf-
stal. Dit oud adellijk geslacht welks stamboom
tot het jaar 1100 reikt is verre familie van
het vroeger regeerend vorstenhuis van Beieren.
Na zijn studies in de rechtswetenschappen
voltooid te hebben aan de universiteiten van
München en Wurzburg was hg drie jaar als
advocaat werkzaam en werd later aan het
ministerie van buitenlandsche zaken te werk
gesteld. Zoo voerde zgn weg naar Rome, waar
hg als attaché aan de Beiersche legatie bg het
Quirinaal verbonden was.
In Mei 1908 vroeg hij ontslag uit den staats
dienst en begaf zich naar Innsbruck om daar
godgeleerdheid te studeeren en zich op het
priesterschap voor te bereiden.
Vier jaar later werd de begaafde student
priester gewijd en benoemd tot secretaris van
mgr. Bettinger, (de voorganger van kardinaal
Faulhaber). Als particulier secretaris van mgr.
Bettinger assisteerde hij dezen kerkvorst bg
het conclaaf voor de Pauskeuze van Bencdictus
XV en hg vergezelde ook zgn bisschop op diens
reizen naar het Wéstfront tgdens den oorlog,
waar een onderzoek werd ingesteld naar de
wgze waarop de geesteigke belangen der sol
daten werden behartigd.
In 1921 volgde zijn benoeming tot Dornpre-
diker aan de Lieve Vrouwekerk in München.
Op 20 Juni 1932 werd Graf Konrad von Presy-
sing tot bisschop van Eichstatt benoemd.
De nieuw-benoemde bisschop is een van de
krachtigste figuren van het Duitsche Episco
paat. Hg is een man die leiding weet te geven,
een echte volksman, die een open oog neeft
voor de sociale nooden van zijn onderdanen.
Ondanks zijn adellgke afkomst voelt mgr.
Preysing zeer democratisch en is hg bg het
volk buitengewoon bemind.
Van het kleinste bisdom verhuist deze kerk
vorst thans in deze moeiigke periode naar het
grootste bisdom van het nieuwe Rgk, waar
den energieken bisschop een buitengewoon
zware taak te wachten staat.