SAMUEL HOARE OVER ENGELANDS VREDESPOLITIEK. 'n Migraine op komst? AKKERTJES VOOR VOLKENBOND EN COLLECTIEVE VEILIGHEID. MUSSOLINI ZEGT HET NOGMAALS. VRIJDAG 12 JULI 1923 EEN BEROEP OP HITLER. Een Donau-pact van non-agressie en niet-inmenging onverwijld noodzakelijk. ENGELANDS BEZORGDHEID INZAKE HET ETHIOPISCH CONFLICT. Italië zal conflict met Abessynië regelen volgens eigen prestige en belang. DE „NATIONALE FEESTDAG' TE PARIJS. SUCCES VOOR ROOSEVELT. Aanvullingswet inzake de electriciteils- werken in hel Tennesseedal aangenomen. DE AARDBEVING IN JAPAN. Vele dooden en gewonden in Sjisoeoka. JOEGO-SLAVIE EN HET VATIC A AN Laval trof laatste toebereidselen met militaire en politie-autoriteiten. DE MARTELKAMER VAN IWAN DEN VERSCHRIKKELIJKE. Door tunnelgravers voor Moskou's ondergrondschen spoorweg gevonden. VLAMMENZEE TE CHORON IN OPPER-SILEZIE. AKKER. CACHETS AVENOL'S BESPREKINGEN TE LONDEN Overeenstemming tusschen Londen en Parijs? DE DEMONSTRATIE DER DEENSCHE BOEREN. Zal, ondanks het verbod, toeh doorgaan. REIZEN NAAR BELGIE. Welke papieren men noodig heeft. OOK ZUERICH GAAT LAWAAI BESTRIJDEN. De eerste ervaringen. DE KERKSTRIJD IN MEXICO. LONDEN, 11 Juli. (D.N.B.) De Engelsche minister van buitenlandsehe zaken, sir Sa muel Hoare, heeft hedenmiddag de groote debatten over de buitenlandsehe politiek in het lagerhuis geopend. De aanhangers der regeering zoowel als de leden vgn de oppositie waren voltallig aanwezig. Voor het begin der debatten werd gele genheid gegeven tot het stellen van vragen, waarvan de afgevaardigde Perkins gebruik maakte om te vragen, of reeds maatregelen getroffen waren tot ontruiming van Abes synië door de Britsche staatsonderdanen. De minister voor volkenbondsaangelegen heden, Eden, antwoordde, dat de kwestie zorgvuldig onderzocht zou worden. De afgevaardigde Mander vroeg, of de Franschen tevoren onderricht waren over het Britsche voorstel inzake Abessynië. Eden antwoordde, dat dit niet het geval was en verklaarde, dat een dergelijk optre den geheel in overeenstemming was met de overeenkomsten van Stresa. Om precies 15.42 uur verhief sir Samuel Hoare zich van zijn zetel, om zijn lagerhuis rede, de eerste sinds zijn benoeming tot En- gelsch minister van buitenlandsehe zaken, te houden. In zijn inleiding zeide Sir Samuel, dat zijn verklaringen uitvoeriger dan gewoonlijk zouden zijn. Hij wilde niet alleen de actueele kwesties van den dag bespreken, doch ook pogen, de algemeene vraagstukken op den achtergrond der Britsche buitenlandsehe politiek, in zijn rede in te lasschen. „De wereldoorlog", aldus ving Sir Samuel na deze inleidende woorden aan, „heeft een verarmde, opgewonden en wantrouwende wereld nagelaten. De wereldoorlog heeft ook de meeste menschen er van overtuigd, dat de oorlog iets is, wat de heele wereld aan gaat en deze opvatting heeft geleid tot de oprichting van den volkenbond. Velen, en hierbij denk ik niet aan een bepaald land in het bijzonder, schenen een buitengewoon ge noegen te vinden in opwinding en avontu ren, in de psychologie van de vrees en meer- "ftsfïen zelfs in brutaliteit." Hoare wenschte in dit verband niet alleen het lagerhuis, doch ook het Engelsche volk ölft^het algemeen en de andere landen aan te Sporen, iets meer gemoedelijkheid, gezond verstand en vriendelijke verdraagzaamheid in hun levenshouding en de betrekkingen op buitenlandsch politiek gebied te brengen. In dezen geest wilde hij ook de gegeven moeilijkheden benaderen. Het Londemehe vlootaccoord. Allereerst besprak de minister dan het Britsch-Duitsch vlootaccoord. Met dat ac- coord had Engeland geenszins bedoeld, eigen egoisme te dienen. Een dergelijke overeen komst zou Engeland niet geteekend hebben, ware het niet overtuigd, dat ze ook in het voordeel der andere zeemogendheden was. En er waren thans uitstekende gronden voor een dergelijke overtuiging. Zoovele ge legenheden tot beperking der bewapeningen waren de laatste jaren ongebruikt voorbij gegaan. Hier deed zich nu een geval voor, waarvan de marine-experten, op grond van technische redenen, voorzagen, dat het tot een accoord leiden kon. Hier bood zich een wellicht nimmer terugkeerende gelegenheid, om een der hoofdoorzaken van de verslech tering der betrekkingen tusschen de beide landen vóór den oorlog, namelijk een bewa- peningswedstrjjd ter zee, uit den weg te ruimen. Ook heeft de thans getroffen overeen komst, zooals men weet, den onbeperkten duikbootoorlog voor de toekomst uitgescha keld. Kortom, wij hebben de gelegenheid gehad en ervan gebruik gemaakt, om een verdrag te sluiten, dat óók in het voordeel is der an dere zeemogendheden, Frankrijk niet uitge zonderd. Van logisch en juridisch standpunt beke ken, zien deze dingen er wellicht anders uit, dan van practisch standpunt. Maar de En gelsche regeering behoeft geen verontschul digingen aan te bieden, wanneer zij een practische bijdrage levert voor den vrede. Indien men de zaken kalm overschouwt, zal men moeten toegeven, dat de Britsche re geering niet alleen verstandig handelde, maar óók, dat zij den éénigen begaanbaren weg betreden heeft, die voor haar openstond. Het luchtpact Hoare kwam vervolgens te spreken over het luchtpact en wees er daarbij op, dat de Brit sche regeering nog steeds een dergelijk pact, dat van een beperking der lucht be wapening gepaard zou moeten gaan, nastreeft. De moeilijkheid is echter vooralsnog, de meeningen op een basis te brengen, waarop de onderhandelingen gevoerd kunnen worden. In dien men dat wil, moet men ook de aarzel'n- gen en de moeilijkheden der buren, d.i. van de 'vijf Locamo-mogendheden verstaan. Het is bekend, dat dezen het luchtpact niet van de andere voorwaarden willen scheiden. Men heeft gevreesd, dat Engeland zulks wèi wilde doen. Daartegenover verklaar ik, dat ook voor ons de vrede 'n „eenheid" is. Het voorgaande leidt rechtstreeks naar de kwestie van de veiligheidspacten in Oost- Europa en aan den Donau. Ik ben van meening dat een oorlog in Midden- of Oost-Europa tot een algemeen conflict leiden kan. Dat is de reden, waarom de Britsche regeering de afslui ting van een Oostelijk- en Donau-pact zoo spoedig mogelijk tot stand wenscht te bren gen. Hoare betoogde verder, dat de Duitsche rijkskanselier een bepaald voorstel inzake de kwestie van het Oost-pact heeft gedaan. Vol gens hem hebben de Franschen dit voorstel aanvaard, als basis voor onderhandelingen en ook het Donaupact kan naar dit voorbei ld behandeld worden. „Het ligt in de macht van de Duitsche re geering", aldus Hoare, een werkelijke bijdra ge tot de zaak van den vrede te leveren en wel gemakkelijk te leveren; een bijdrage, wel ke bij vele regeeringen niet alleen in Midden- en Oost-Europa, een oorzaak van veel be zorgdheid zou wegnemen. Ik moge mjj veroorloven den Duitschen rijkskanselier dringend te verzoeken, deze bij drage te leveren. Ik geloof inderdaad, dat hjj met deze bijdrage zijn eigen zaak dienen zal. Hijzelf sprak zeer openhartig in zijn rede van 21 Mei en ik weet, dat hg het niet onvriendelijk zal opvatten, als ik eveneens openhartig spreek. Wij, in Engeland en feitelijk de geheele wereld zijn niet alleen door het Duitsche herbewapeningsprogram, doch ook door zeke re andere verschijnselen in het tegenwoordige Duitschland verontrust. Niettemin hebben wij den kanselier bij zijn woord genomen en nog de laatste weken hebben wij daarvan een prac tisch bewijs geleverd, door met hem de vloot- overeenkomst te sluiten. Wij hebben daard-.or, naar wfl hopen, een stap voorwaarts op den weg naar verzoening gedaan." „Verzoening is evenwel, evenals de vrede, een eenheid en een veelheid tegelijk en alle wegen, welke wij zouden willen bewandelen, leiden naar vele hoofdsteden. Laat de Duit sche rijkskanselier derhalve de volgende noodzakelijke schrede voorwaarts doen en de afsluiting van het Oost- en Donau-pact vooruit helpen, waarmee de tot stand koming van een luchtpact ten zeerste gebaat zou zijn". Oostenrijks onafhankelijkheid. Onder luiden bijval verklaarde vervolgens de minister van buitenlandsehe zaken, dat hfl in het bijzonder ook de kwestie van de Oostenrijksche onafhankelijkheid en integri teit wenschte te bespreken. „Steeds weder hebben wij", aldus Hoare, „als onze weloverwogen meening uitgespro ken, dat Oostenrijk strategisch en econo misch een sleutelpositie in Europa inneemt en dat_ een wijziging in zijn status de funda menten van den Europeeschen vrede zou schokken. Wij zullen ook in de toekomst de moedige pogingen, welke de Oostenrijksche regeering en het volk tot handhaving en versterking van hun onafhankelijk bestaan aanwenden, met de nauwste en meest sym pathieke belangstelling volgen. Dat is een der redenen, waarom de Brit sche regeering gaarne thans zou zien, dat onverwijld aan den Donau een niet-aanvals- pact en een niet-inmengingspact gesloten wordt. Volkenbond en collectieve veilig heid. Vervolgens besprak de minister de kwestie der collectieve veiligheid in het kader van den volkenbond. Er kan geen onderlinge veiligheid bestaan, zonder een proportioneels bijdrage van allen voor die veiligheid. De sleutel der collectieve veiligheid is eehter de volkenbond. Zoolang een krachtige volken bond bestaat met een effeetief systeem van collectieve veiligheid is Engeland bereid en willens, zijn aandeel in de collectieve verant woordelijkheid bij te dragen (toejuichingen). Om die redenen toont Engeland een zoo ernstige bezorgdheid voor het Italiaansch- Abessynisch conflict. Om die redenen is het bereid geweest, een constructief voorstel te doen, om een oorlog te voorkomen, die, hoe hij ook moge afloopen, een emstigen terug slag zou hebben op het geheele volkenbonds systeem toejuichingen Spreker wil niet in bijzonderheden ingaan op de woeste uitvallen en insinuaties over de motieven en het streven van Engeland, waaraan de Italiaansche pers zich is te bui ten gegaan. „Wij koesteren geen nevengedachten, doch wenschen slechts een vredelievende regeling tot stand te brengen. De beweringen, dat wij aan onze kolQniale belangen zouden denken en dat wij in de naburige Britsche koloniën troepen roncen- treeren, zijn van iederen grond ontbloot. Ik hoop, dat mijn démenti in alle Italiaan sche bladen, welke verantwoordelijk zijn voor deze ongegronde beschuldigingen, ten volle gepubliceerd zal worden. Italic?? expansie-dranc, Na de besprekingen tusschen Eden en Mus solini in herinnering te hebben gebracht, ver klaarde Hoare: „Ik moge het hier openlijk zeggen, dat wij steeds begrip hebben getoond en zullen too- nen voor Italië's wensch naar expansie over zee. Wij erkennen de noodzakelijkheid eener Italiaansche expansie en wij geven opnieuw toe, dat Italië met eenig recht critiek oefent op.de Abessynische regeering. Maar zijn die Italiaansche expansiedrang en die redenen tot klagen over de Abessijnsche regeering voldoende motief, om zich in een oorlog te storten? (toejuichingen). Spreker hoopt nog steeds, dat het mogelijk zal zijn, deze ramp te verhinderen, hetzij door toepassing van het verdrag van 1906, hetzij door bemiddeling van den volkenbond. Engelands verhouding tot andere mogendheden. Vervolgens kwam de minister te spreken over Engelands verhouding tot de andere mo gendheden; „Frankrijk en Engeland zijn de mogendhe den van West-Europa, die vooral verantwoor delijk zijn vftor de regeling van 1919. Beide zijn dus ook vooral belanghebbenden bij even- tueele wijzigingen van die regeling. Het is geen Britsche eigenschap, oude vriendschappen prijs te geven om nieuwe na te loopen. Indien wij nieuwe vriendschaps banden zoeken, zullen wij dat doen op een wijze, die onze oude vriendschappen niet in gevaar brengt. Ook met Italië zijn wij verbonden door een oude en waardevolle vriendschap en ik koester geen inniger wensch, dan die vriendschap te handhaven." Wat sovjet-Rusland betreft, zijn thans de economische en politieke betrekkingen beter dan ze ooit geweest zijn. Wat onze verhoi/feng tot Duitschland atui' De onderofficieren in de Marinekazerne te Amsterdam luisteren bij den luidspreker naar het gesprek tusschen minister Deckers en den commandant van de K XVIII, luit. Hetterschy. gaat, heb ik het huis reeds in bijzonderheden ingelicht en ik behoef hier slechts als net voornaamste daarvan, te herhalen, dat „onze houding gekenmerkt wordt door een prac tisch en begrijpend realisme." Hoare ging dan nog in op de betrekkingen van Engeland tot Japan en China, waarbij hij er op wees, dat Engeland bijzonder be lang hechtte aan vriendschappelijke bétrek kingen met Japan. Spr. neemt echter de vrijheid, zijn Japan- schen vrienden te zeggen, dat men in Enge land bezorgd is in verband met zekere ge beurtenissen in Noord-China. Hij gelooft echter, dat dit hoofdstuk van bezorgdheid naar het einde loopt en dat de Engelsche verlangens inzake zoo vriendschappelijk mo gelijke betrekkingen in de toekomst zich meer zullen verwerkelijken. Wat China betreft verklaarde spreker, dat Engeland door de benoeming van een am bassadeur getoond had, welken prijs het stel de op de betrekkingen met dit land. De betrekkingen met de Vereenigde Sta ten van Noord-Amerika zijn uitstekend. Hoare besloot zijn groots redevoering met de verklaring, dat hij weet, welke groote verantwoordelijkheid het Britsche rijk heeft. Engeland is voornemens zijn verplichtingen na te komen, welke voortvloeien uit de ver dragen en uit het volkenbondsstatuut en het is bereid met Europa, op den grondslag van een collectieve veiligheid, samen te werken. WASHINGTON, 11 JUll (UN. PRESS). De bondsregeering heeft vandaag een beslissende overwinning behaald bij de stemming over de aanvullingswet inzake de electrictteitswerken in het Tejmessee-dal, waardoor haar ernstige nederlaag bij de stemming over de wet in zake de utilities eenigermate werd goedge maakt. Het huis van afgevaardigden nam de aan vullingswet inzake het Tennessee-dal met 277 tegen 100 stemmen aan. Deze wet voorziet in de verlenging van de volmachten voor de autoriteiten, welke belast zijn met de leiding van den bouw en later met het beheer van het electriciteitabedrijf in het Tennessee-dal, Gelijktijdig werd het republikeinsche voor stel, den verkoop van den door het krachtvverk opgewekten overtolligen stroom beneden den kostprijs te verbieden, verworpen. De groote meerderheid, waarmede de wet aangenomen werd, is des te merkwaardiger, daar de republikeinen er storm tegen gelon- pen hebben en gepoogd hebben, voor hun op positie ook die democraten te winnen, die eenige dagen geleden ook tegen de wet inzake de utilities hebben gestemd. Politieke kringen zien daarom in de hui dige overwinning der bondsregeering het be wijs, dat Roosevelt wederom de controle over het huis van afgevaardigden, welke hij een tijdlang dreigde te verliezen, herwonnen heeft. TOKIO, 11 Juli. (UN. PRESS). Omtrent de aardbeving in Japan, wordt officieel medege deeld, dat het aantal dooden in de stad Sji soeoka tot dusver vier en twintig bedraagt, terwijl acht en vijftig personen werden ge wond waarvan drie levensgevaarlijk. In totaal Zijn in deze stad vijf en dertig hui zen volkomen verwoest, terwijl dertien pereve- len ernstige schade hebben opgeloopen. Onder de gewonden bevinden zich dertig meisjes, die werkzaam waren in een mouseli- ne-fabriek, welke door de aardbeving voor een deel verwoest werd. Tengevolge van de beving had in een apo theek een explosie plaats, waardoor de zaak geheel in vlammen opging. Op het oogenhiik zjjn alle andere door de beving veroorzaakte branden gebluscht, Niet alleen in de stad Sjisoeoka werd ernsti ge schade aangericht, doch ook in de omge ving zijn talrijke huizen ingestort, Nabij Sji- misoe werd de express-trein Kobe-Tokio tot stilstand gebracht, doordat een spoorbrug was ingestort. Het verkeer in het gebied van de aardbeving welker centrum naar alle waarschijnlijkheid iets ten Zuid-WeBten van Sjisoeoka is gelegen, wordt ernstig gestremd. Talrijke telefoonverbindingen zijn verbroken, terwijl ook het spoorwegverkeer op verschil lende lijnen is gestremd. Men meldt ons uit Rome: Uit de feeste bron vernemen wij, dat de Joego-Slavische minister van justitie dr. Auer tusschen 20 en 22 dezer te Rome wordt ver wacht, teneinde ten Vaticane het concordaat te onderteekenen, dat eenigen tijd geleden tus schen den H. Stoel en den Joego-Slavischen PARIJS, 11 Juli (R.O.) Minister-president Laval heeft de laatste besprekingen gevoerd met den minister van binnenlandsche zaken, den minister van oorlog, den politie-prefeet van Parijs, den militairen gouverneur van Parijs en den commandant van de stelling Parijs en andere militaire en politie-autoritei- ten, inzake het handhaven van orde op 14 Juli. In de „Petit Journal" schrijft de leider van de Jongpatriotten, Paupier: „Wij beschouwen den 14en Juli besmet door de demonstratie van de linksche partijen en willen dezen dag niet meer erkennen als na- tionalen feestdag. Wij willen een nieuwen nationalen feestdag scheppen op den dag, dat Frankrijk door het wonder van zijn genie aan de Marne werd gered. Wij zullen dus den achtsten September vie ren met een demonstratie te Meaux. Het socialistische blad „Le Populaire" be richtte, dat in de nationaal-socialistische be weging „Croix de Feu" een scheuring dreigde door het aftreden van verscheidene leiders, o.a. de Maudhay. De vertegenwoordiger van Havas heeft thans een onderhoud gehad met kolonel de la Rocque, waarin deze verklaarde: „Geen van de bestuursleden van de partij is afgetreden, het incident zal geen gevolgen hebben voor de „Croix de Feu" beweging". Cot over het roode front De afgevaardigde Pierre Cot, de vroegere minister van luchtvaart, die beschouwd wordt als een van de kopstukken van de „Volks frontbeweging", heeft tegenover een ver tegenwoordiger van den „Petit Parisien" ver klaard, dat de eenheid der partijen van de linkerzijde als zeker kan worden beschouwd, „Het Volksfront heeft reeds de meerderheid ip het land", zeide hij, en zal bij de a.s. verkie zingen minstens 350, wellicht zelfs 400 zetels in de kamer veroveren. staat is tot stand gekomen. De geheime onderaardsche martelkamer van Iwan den Verschrikkelijke, welke bijna vier eeuwen lang verloren is geweest, is kort ge leden door werklieden, die bezig waren met het graven van tunnels voor den Moskouschen ondergrondschen spoorweg, teruggevonden. Het ondergrondsche hol ligt niet ver van een niet minder gruwelijke, doch veel moder ner plaats van verschrikking: de cellen van de centrale Komintern. Het was in deze „kamer", dat de ware stichter van het Russische keizerrijk zijn politieke verdachten aan een verhoor liet onderwerpen, hen op de meest afgrijselijke wijzen liet ombrengen, of hen, louter uit zucht naar wreede sensatie, met beren liet vechten. Toen de tunnelgravers, aldus meldt de „Daily Telegraph", stieten op de afbrokkelen de muren van wat eens een lage, doch reus achtige kelder was geweest, Werd niets ge vonden, dat de plaats kon doen kennen als Iwan's „Kamer der Verschrikkingen". De Mos- k'ousche geologen hebben evenwel kunnen be wijzen, dat hier de beruchte „kamer" geweest moet zijn door het witte zand, dat er gevon den is. Een geschiedschrijver uit den tijd van Iwan den Verschrikkelijken meldt dat de tsaar, aangezien zijn martelkamer zeer vochtig was, over een grooten afstand wit zand had laten aanvoeren, om den vloer te bedekken. De onderaardsche gang, welke Iwan in 1565 van het Kremlin naar zijn martelkamer heeft laten aanleggen, is eveneens aan het licht ge bracht. De ontdekking van de martelkamer, ontdaan zelfs van de instrumenten, welke dienden voor de pijniging van de ongelukkige slachtoffers van den tsaar, maakt voor goed een einde aan de legende over Iwan's geweldige schat ten in goud en edelsteenen, welke daar ver borgen zouden zijn. KATTOWITZ, 10 Juli (R.O.) In het plaatsje Choron is een brand uitgebroken, die zich door den sterken wind zeer snel uitbreidde. Vóór de brandweer kon ingrijpen stond reeds een vierde van het dorp in lichterlaaie. Vijf en twintig woonhuizen, twee en dertig schuren en veertig stallen werden door het vuur vernield, terwijl een groot gedeelte van het vee in de vlammen omkwam. Bij de blussehingawerkzaamheden liepen twee vrouwen en vier brandweerlieden ten deele ernstige verwondingen op. Als 's morgens dat onbehaaglijke gevoel weer zoo'n ellendige aanval van migraine aankondigt, voorkom dan die misère met 1 oi 2 Volgens recept van Apotheker Dumont Reel. 858-5 1 ROME, 11 Juli (R.O.) In een rede tot 120 generaals en lagere officieren, die op het punt staan naar Afrika te vertrekken, zeide Mus solini, dat Italië besloten is, het Itaiiaansch- Abessynisch conflict te regelen volgens het ïtaliaansch naCionaal prestige en het Ita- liaansch nationaal belang. „Italië kan niet overgeleverd blijven aan de genade van een ongeregelden staat als Abes synië en aan diens woeste uitdagingen". BOEKAREST, 11 Juli (R.O.) De Italiaan sche gezant te Boekarest heeft den Roemeen- schen minister van handel en industrie mede gedeeld, dat de Italiaansche regeering besloten heeft, een groote hoeveelheid graan voor de Italiaansche troepen in Ethiope in Roemenië te koopen. Reeds eenigen tijd geleden is te Constanza een aantal scheepsladingen graan gekocht. LONDEN, 11 Juli (R.O.) De Britsche regee ring heeft den uitvoer van wapenen naar Ethiopië verboden. Een nader Reuter-telegram uit Londen meldt, dat de uitvoer van wapens en munitie naar Abessynië slechts tijdelijk is stopgezet, totdat deze kwestie door de regeering zal zijn bestudeerd. De onlangs gevraagde uitvoerver gunningen zijn niet verleend. De brief van prof Jèze GENèVE, 11 Juli (VAN ONZEN COR RESPONDENT). Het voktenbondssecretariaat heeft vandaag den brief met bijlagen van pro fessor Jèze advocaat der Abessynische regee ring bij de te Scheveningen vergaderd hebben de Italiaansch-Abessynische verzoeningscom missie, openbaar gemaakt. Ofschoon Jèze in dezen brief tot Avenol het verzoek richt, uitdrukkelijk de aandacht van de leden van den volkenbondsraad te vestigen op het uiterst dringende van een tusschen- komst van den raad, heeft Avenol zich, bij de toezending van Jèze's brief aan de raads leden, van iederen commentaar onthouden. De eerste bijlage van Jèze's schrijven is de verklaring van de twee Italiaansche leden der verzoeningscommissie, die er op wijzen, dat het tusschen de Italiaansche en Abessynische regeeringen overeengekomen compromis tot onderwerp heeft de feitelijke omstandigheden van het incident van Oeal-Oeal en de daaruit voortspruitende verantwoordelijkheid, onder uitsluiting van de grenskwestie. Zij herinneren er aan, dat de advocaat der Abessynische re geering in de bijeenkomst van de commissie van 6 Juli de grenskwestie ten opzichte van Oeal-Oeal reeds wilde ter sprake brengen en dat de advocaat der Italiaansche regeering zich uitdrukkelijk hiertegen verzette, onder herinnering aan den overeengekomen opivang van het compromis. De italiaansche leden ver klaren, dat het niet tot de bevoegdheid van de commissie behoort, kwesties te behandelen, die buiten het duidelijk door de regeeringen geformuleerde compromis vallen, aangezien de commissie, indien zij dit zou toelaten, haar wil voor die van de regeeringen in de plaats zou stellen. De Italiaansche leden der com missie,' van oordeel, dat het tusschen de advo caten der Abessynische en der Italiaansche regeeringen gebleken geschil alleen door de regeeringen zelf kan worden beslecht, verkla ren zich bereid, het werk der commissie bin nen de perken van het overeengekomen com promis voort te zetten en stellen voor, indien dit denkbeeld door de andere leden der com missie niet zal worden aanvaard, het werk der commissie voor het oogenblik te schorsen en 20 Juli opnieuw bijeen te komen in een nader aan te wijzen stad, opdat de twee regee ringen tot dien datum tijd zullen hebben, het aan den dag gekomen meeningsverschil uit den weg te ruimen. De twee andere bijlagen van Jèze's brief zijn verklaringen van de vertrouwensmannen van de Abessynische regeering, den Fransehen professor de la Pradelle en den Amerikaan- schen professor Potter. Dezen hebben twee ge meenschappelijke verklaringen afgegeven, In de eerste verklaring betoogen zij, dat de commissie op het oogenblik nog alleen te be slissen beeft over het recht van den advocaat van Abessynië, om vrijuit te mogen spreken, zooals de advocaat der Italiaansche regeering had gedaan. Zij meenen, dat de commissie het recht heeft, haar eigen bevoegdheid vast te stellen door interpretatie van het compromis, 4at haar in het leven heeft geroepen. Met het oog hierop verklaren zij, dat de commissie haar onafhankelijkheid en de vrijheid van ver dediging zou prijsgeven, indien zij aan den advocaat van Abessynië zou verbieden, de redenen te ontwikkelen, op grond waarvan hij meent, dat de commissie bij de beoordeeling van de omstandigheden van het incident van Oeal-Oeal ook rekening kan houden met de kwestie tot welken staat Oeal-Oeal behoort. In de tweede verklaring stellen professor de la Pradelle en Potter vast, dat oneenigheid tusschen de vier arbiters bestaat over een zoo ernstige kwestie als de interpretatie van de teksten zelf, waaraan de commissie haar ont staan te danken heeft. Met het oog hierop verklaren zij, dat het oogenhiik thans gekomen is, waarop de vier arbiters tot de keuze van een vijfde lid moeten overgaan. Amerika en het Abessynisch ge schil WASHINGTON, 11 Juli. (Un. Press). Van bevoegde zijde verneemt de „United Press", dal de regeering der Vereenigde Staten aan een officieele Italiaansche instantie heeft medegedeeld, dat zij eventueele stappen van Italië in Abessynië, welke zouden kunnen leiden tot het uitbreken van een oorlog, met het uiterste misnoegen zou beschouwen. ROME, 11 Juli. (R.O.) De Parijsche cor respondent der „Tribuna" meent te weten, dat een overeenstemming tusschen het En gelsche ministerie van buitenlandsehe zaken en" de Fransehe Quai d'Orsay tot stand is gekomen over de verdere behandeling van het Abessynisch conflict. Volgens het door de „Tribuna" gepubli ceerde plan zou: 1. Getracht worden den volkenbond zoo veel als maar eenigszins mogelijk is, een openlijke uitspraak over het Abessynisch geschil te besparen, 2. Een militair optreden in Abessynië voor komen worden door de Italiaansche regee ring een verstandige genoegdoening te geven. 3. Gepoogd worden een vertrouwensvolle en hartelijke samenwerking tusschen Londen, Parijs en Rome weder in te stellen, om het vraagstuk tot organiseering van den vr*'ie tot een oplossing te brengen, daar een ver dere opschorting daarvan te gevaarlijk zou worden KOPENHAGEN, 10 Juli (R.O.) De pers dienst van de vereeniging van boeren deelt thans mede, dat de optocht van boeren, die, zooals men weet, door den hoofdcommissaris van politie was verboden, overeenkomstig net plan toch zal doorgaan. De deelnemers zullen zich op een plein te Kopenhagen verzamelen, en naar het konink lijk paleis marcheeren, om, overeenkomstig de ontvangen toezegging door den koning te wor den ontvangen. Zou de minister van justitie den optocht onderweg willen tegenhouden, dan zullen de deelnemers zich ieder op eigen gelegenheid voor het koninklijk palels verzamelen, om den koning te huldigen. Nu België, zoowel negens den goedkoopen frank, als dank zij de Wereldtentoonstelling te Brussel, zoovele bezoekers uit ons land trekt, is het wel nuttig aldus schrijft ons de Kon. Ned. Toeristenbond A. N. W. B. nog eens te resumeeren, welke papieren een Ne derlander by een bezoek aan Belgiè noodig heeft. De verschillende vereenvoudigingen, welke België den laatsten tijd in dit opzicht heeft gemaakt, hebben blijkbaar velen in de on juiste meening gebracht, dat men thans, hetzij per trein, auto, motorrijwiel of fiets reizend, in het geheel geen papieren meer noodig heeft. Dit is echter niet juist. Om naar België te gaan, heeft men in leder geval een pas noodig welke echter desnoods 5 jaren vervallen mag zijn, of een geldig bewijs van Nederlander schap, of een toeristenkaart. Deze laatste is een nieuw document, dat speciaal is ingesteld om het toeristenverkeer naar België te bevor deren; het wordt uitgereikt door de Belgische diplomatieke en consulaire ambtenaren en kost èèn Belga. Verder wordt, indien men per motorrijtuig naar België gaat, verschil gemaakt, of men voor toeristische doeleinden reist, dan wel uit zakelijk oogpunt. Id bet eerste geval heeft men tot 15 November a.s. geen internationaal rijbewijs en geen internationaal bewijs voor het motorrijtuig noodig, mits men zijn geldig Nedsrlandsch rijbewijs kan toonen. Deze vrijstelling geldt ook voor bestuur ders van autocars en taxi's. Een triptiek of een carnet de passages en douanes blijft echter noodig voor alle motor' rijtuigen. Vervolgens is er voor den wielrijder nog n be langrijke vereenvoudiging gekomen, aangezien deze, indien hij met een gebruikt rijwiel naar België gaat, voorloopig tot 15 November a.s. geen douanekaart noodig neeft, noch invoer rechten behoeft te deponeeren, zoodat hij aan zijn pas, bewijs van Nederlanderschap of toe ristenkaart voldoende heeft. Ten slotte nog deze raad: Het getal bezoe kers, niet alleen aan Brussel, maar ook aan overig België, is zóó groot, dat men niet op goed geluk naar België moet reizen, denkende daar wel gemakkelijk onderdak te zullen be komen. Men bestelle van tevoren kamers ;n vrage bevestiging dat deze gereserveerd zijn. ZURICH, 11 Juli (A.N.P.) Evenals in an dere groote steden van Europa is ook te Zürich de strijd tegen het lawaai aangebonden. De eerste week van Juli heeft in het teeken van de anti-lawaai-campagne gestaan. De politie-rapporten daaromtrent wijzen uit, dat de vermindering van geluidgevende seinen in het centrum van de stad wel aantoont, dat deze seinen onnoodig waren en dat een alge meene vermindering zeker wel beproefd mag worden. De beste weggebruikers waren de motor rijders en vervolgens de wielrijders, uitgeno men de bestelfietsen. De moeilijkst op te voe den categorie vormden de voetgangers, en meer in het bijzonder de vrouwen. Vooral door de zakenlieden werd deze anti-lawaai-cam pagne zeer gewaardeerd. Vergeleken bij de voorafgaande week be droeg het aantal ongelukken 61 tegen 101 en dat waarbij personen werden gekwetst 25 tegen 38. Het ligt in het voornemen, om deze anti- lawaai-campagne over een heel jaar uit te strekken, waarbij dan ook aandacht moet wor den besteed aan andere bronnen van lawaai: kleeden kloppen en radio. MEXICO CITY, 11 Juli (R.O.) De krant „El Correo de Chihuahua", bericht uit Caiia- can, de hoofdstad van den staat Sinaloa, dat de nieuwe Mexicaansche minister van binnen landsche zaken, Silvano Barba Gonzales, de regeering van den staat het strenge bevel heeft gegeven, die katholieke kerken weer ter beschikking te stellen, welke alleen op last van den gouverneur van den staat en niet op last van de bondsregeering zijn gesloten.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1935 | | pagina 2