HET LUCHTVERKEER OVER
DEN OCEAAN.
KABOUTER
Tweede Kamer en de
reisbelasting.
PONDERDAG 7 MEI 19%
DIERENMISHANDELING BIJ VEE-
VERVOER.
ROTTERDAMSCH PHILPH. ORKEST.
KAMPIOENSCHAP VAN R'DAM.
NIET ERG HANDIG.
GEROLD.
DIEFSTAL VAN KISTJES
ROZIJNEN.
DREIGEND CONFLICT BIJ HOEVELS.
RECTIFICATIE.
ERNSTIGE AANRIJDING.
Veel voorstanders maar
talrijke bezwaren
en wensehen.
HOE ZAL DE WET WORDEN
UITGEVOERD
Van „Daily Graphic" tot
Deutsche Zeppêlin-
Reederei.
De eerste pogingen den grooten plas
met het „lichter dan lucht" te
overbruggen.
EERHERSTEL VOOR
WATERSTAAT.
MISSIEWERK VAN DE VROUW
VOOR DE VROUW.
FRAAIE HARMONIEUZE
PARTIJEN.
De kantonrechter mr. F. de Jong heeft gis
teren schriftelijk vonnis gewezen in de zaken
van de beide vee-expediteurs, die zich te ver
antwoorden hebben gehad dat zij vee op noo-
deloos pijnlijke of kwellende wijze hebben doen
vervoeren door een te groot aantal koeien
samen te persen in een spoorwagon van 19
M2. grondoppervlakte.
De kantonrechter heeft het ten laste gelegde
niet bewezen geacht, wijf van een op noodeloos
pijnlijke of kwellende wijze niet genoegzaam
gebleken is, ook al zou aan de dieren minder
ruimte zijn toebedeeld dan in de reglementen
van de Nederlandsche spoorwegen op het ver
voer van dieren per spoorwegen is voorge
schreven. De verdachten worden vrijgesproken.
De kantonrechter overweegt, in zijn vonnis,
dat de koeien te Rotterdam zijn ingeladen
onder toezicht van een inspecteur van.de
Nederlandsche vereeniging voor dierenbescher
ming, die aan de wijze van inlading geen aan
stoot heeft genomen. Bij aankomst te Am
sterdam is door een andere vereeniging op het
gebied der dierenbescherming wel aanmerking
gemaakt op de wijze van vervoer, doch het
geen toen.is geconstateerd, biedt geen voldoen
den objectieven grondslag om op grond daarvan
tot de conclusie te komen, dat het vervoer noo
deloos pijnlijk of kwellend moet zijn geweest.
In zijn vonnis overweegt de kantonrechter
nog, dat' het hem is voorgekomen, dat eenig
meerder contact tusSchen de zich met het vee-
vervoer en de bescherming van dieren onledig
houdende organisaties niet ongewenscht is.
Het laatste abonnementsconcert van 't Rot
terdamsch Philharmonisch Orkest zal niet
plaats hebben op 11 Mei, doch op Woensdag
20 Mei. Uitgevoerd wordt een Beethoven-pro
gramma: ouverture Leonore 3, het vijfde
piano-concert (soliste Coba Rijneke) en de ne
gende symphonie. Medewerkenden: Het Rot-
terdamsch Philharmonisch Koor, Sophie Both
Haas, sopraan, Jo van de Meent-Walter alt,
Johan van den Ploeg, tenor, Bas de Groot, bas.
De laatste ronde van bovenstaand kampioen
schap bracht de volgende uitslagen:
C. JannemanPh. J.. Ham 11; E. La Ron-
delleH. M. Levie 11; J. Coster—H. F. Kin-
negin 20; H. M. LevieJ. v. d. Doe 11;
D. H. MöllenkampG. v. d. Waals 11; N.
de HaasA. M. Olsen 11; C. Janneman—
G. v. d. Waals 11.
Er resten nu nog eenige hangpartijen, welke
van grooten invloed kunnen zijn op den eind
uitslag, voornamelijk de partij Janneman
Olsen, welke 7 om 7 staat. Bovendien zijn nog
af te spelen JannemanKinnegin welke re
mise staat en de Haanv. d. Doe.
De stand der deelnemers is nu:
gesp. gew. gel. verl. pnt.
Coster 11 4 6 1 14
Olsen 10 4 5 1 13
v. d. Waals 11 4 5 2 13
La Rondelle 11 2 7 2 11
Levie 11 3 5 3 11
Möllenkamp 11 2 6 3 10
de Haas 11 1 8 2 10
Janneman 9 17 1 9
de Haan 10 2 5 3 9
Ham 11 3 3 5 9
v. d. Doe 10 2 5 3 9
Kinnegin10 2 4 4 8
Cöster, v. d. Waals en Olsen leggen waar
schijnlijk beslag op de drie prijzen, alleen Jan
neman kan ook nog 13 punten behalen.
De titel zal gewonnen worden door Coster
of Olsen. Donderdag wordt de hangpartij
OlsenJanneman uitgespeeld. Merkwaardig is
dat tusschen 12 spelers het verschil in be
haalde punten hoogstens 5 is, hetgeen op het
geringe krachtsverschil der deelnemers wijst.
Gistermiddag had mej. A. L. wonende te
Etten boodschappen gedaan in een magazijn
hier ter stede. Alvorens den winkel te verla
ten ging zij even naar een der toiletten en
zette haar koffer voor de deur neer. Toen de
juffrouw weer in den winkel kwam, was haar
koffer, inhoudende een paar handschoenen
plus vijf gulden aan geld verdwenen.
Ten nadeele van mevr. A. v. d. P. uit Baren-
drecht is in een magazijn in de binnenstad een
portemonnaie met 10 gulden gerold.
Van een sleeperswagen staande op den
Terwenakker zijn ten nadeele van A. B. uit de
Boezemstraat elf kistjes rozijnen gestolen.
Naar de R. K. Fabrieksarbeidersbond ons
mededeeld, dreigt er een conflict bij de Kon.
Ned. Stoomververij en Chemische Wasscheiij
J. Hoevels, alhier.
Zulks in verband met het feit, dat inzake
een collectief contract en een betere loonre
geling geen overeenstemming tuschen de di
rectie van genoemd bedrijf en de arbeiders
organisatie werd bereikt.
Men verzoekt ons te willen mededeelen, dat
de petroleum-toestellen, die Zondagavond
respectievelijk in de Reepstraat en op het
Lunapark uit elkaar gesprongen zijn, geen
apparaten zijn van het bekende fabrieksmerk
„Primus", derhalve geen origineele Pri
mus-apparaten.
Gistermiddag is de 60-jarige mejuffrouw
M. B. uit de Jonkerfransstraat toen ze voor
haar woning de rijstraat overstak, door een
fietser aangereden.
Met een hersenschudding heeft de G.G.D.
haar naar het St. Franciscusgasthuis ge
bracht, waar ze is opgenomen.
rrrv- ~wo£e«£«|>'"
j Dikt a dUAUtn
„Schrap maar weer door
nieuw ruzie gehad!"
Verschenen is het voorloopig verslag over
het wetsontwerp tot heffing van een reis
belasting. Blijkens dit verslag waren vele leden
van meening, dat het heffen van een belasting
op buitenlandsche pleizierreizen in dezen tijd
in beginsel aanbeveling verdient. Deze leden
zouden zich dan ook met het wetsontwerp
gaarne aanstonds vereenigen, ware het niet,
dat zij tegen de uitwerking van de grondge
dachte, zooals die in het ontwerp is vervat,
ernstige bezwaren hadden. Die bezwaren be
treffen in hoofdzaak het belasten van veel rei
zen, die geen pleizierreizen zijn, den last,
door de wijze van heffing te veroorzaken en
den ongelijken druk, waartoe de heffing in den
vorm, waarin die is voorgesteld, zal leiden.
Van de mate, waarin de regeering zal mee-
nen aan deze bezwaren te kunnen tegemoet
komen, zouden zij het moeten doen afhangen,
of zij uiteindelijk hun stem al dan niet aan het
ontwerp zullen geven.
Bij andere leden bestond ook tegen de grond
gedachte van het ontwerp ernstige bedenking.
Het vrije reizigérsverkeer aldus deze leden
is ongeveer het eenige, dat ons van de vroe
gere algeheele verkeersvrijheid nog rest.
Den meermalen voor deze belasting aange-
voerden grond, dat zij verbetering zou kunnen
brengen in den toestand van het Nederland
sche hotelbedrijf meenden de leden, hier aan
het woord te moeten verwerpen. Naar hun
meening is over het algemeen voor de Neder
landsche hotels en pensions van de vooi'ge
stelde heffing weinig te verwachten.
Tegenover deze beschouwingen werd opge
merkt, dat elke nieuwe belasting onder de
tegenwoordige omstandigheden schadelijk is
en nieuwe bezwaren met zich brengt. In het
meerendeel der gevallen kan het maken van
een buitenlandsche reis als een zekere luxe
worden beschouwd. Die luxe door een bijzon
dere belasting te treffen, schijnt niet onrecht
vaardig.
Verschillende leden verklaarden, al achtten
ook zij enkele wijzigingen gewenseht, dit ont
werp zeer toe te juichen. Deze leden waar
schuwden er tegen, het maken van buitenland
sche reizen voor te stellen als een levens
behoefte. De eenige werkelijk ernstige moei
lijkheid, welke deze leden zagen, was gelegen
in de controle.
Belasting naar draagkracht
Vele leden achtten het een groot bezwaar,
dat bij de ontworpen regeling .het beginsel
„belasting naar draagkracht" niet voldoende
in acht wordt genomen. Deze heffing zal in
strijd met den opzet ten deele een prohibitief
karakter krijgen. Sommige-leden meenden in
dit verband de toepassing van een stelsel te
moeten aanbevelen, waarbij het verschuldigde
bedrag voor ieder individueel naar mate van
zijn inkomen zou worden vastgesteld. De ont
vanger der directe belastingen doet den reizi
ger naar gelang van zijn inkomen reisbelas
ting betalen. Wie geen belastbaar inkomen
heeft, wordt aldus autmatisch van het betalen
van reisbelasting vrijgesteld.
Andere leden verklaarden tegen de uitvoe
ring van dit denkbeeld bezwaar te moeten
maken. Onder deze leden waren er, die de
oplossing zouden willen zoeken in een wijzigmg
van het voorgestelde tarief, dat geheel uniform
ware te maken en tot bijv. 25 cent per dag
terug te brengen. Indien dan nog zij, die op de
allergoedkoopste wijse reizen, geheel zouden
worden vrijgesteld, zou toch zeker niet langer
van een prohibitief karakter van deze heffing
kunnen worden gesproken.
De bepaling, dat het aantal dagen, tijdens
een reis aan boord van een Nederlandsch zee
schip doorgebracht, op den duur van die reis
in mindering zal worden gebracht, werd door
verscheidene leden niet zonder bedenking ge
acht.
Ernstige bedenking bestond bij een groot
aantal leden tegen de omstandigheid, dat ook
zakenreizen ónder de voorgestelde regeling
zullen vallen.
Wat reizen betreft, welke om gezondheids
redenen wor'den gemaakt, meenden verschei
dene leden, dat met betrekking tot de vrij
stelling van belasting een positieve bepaling
in de wet behoort te worden opgenomen.
Vrij algemeen werd het onjuist geacht, dat
ook reizen voor studie-doeleinden en reizen
van kunstenaars en geleerden door de voor
gestelde heffing zullen worden getroffen-
Hef grensverkeer.
Vele leden achtten het een fout, dat ook een
reis naar een der overzeesche gebiedsdeelen
als een buitenlandsche reis wordt belast.
Uitvoerige beschouwingen werden gewijd
aan het .grensverkeer.
De leden, die deze beschouwingen hielden,
kwamen tot de conclusie, dat het gewenseht
is, dat aan de bewoners van een groot deel
der grensstreken volledige vrijstelling wordt
verleend. Bijzondere aandacht werd in dit
verband geschonken aan de uitzonderlijke
positie, waarin de bewoners van Zeeuwsch-
Vlaanderen zich bevinden.
De uitvoering van de wet.
Ernstig werd gevreesd, dat de ontworpen
uitvoering van de wet op groote bezwaren
zal stuiten. De allergrootste moeilijkheid zag
men wel in de controle. Wil men niet bloot
staan aan een ontduiking op groote schaal
van deze belasting, dan zal een intensieve
contröle op het verkeer over de grenzen moe
ten worden geoefend.
Een tweede moeilijkheid achtte men gele
gen in de bepaling, dat de reiziger vóór het
verlaten van het rijk in zijn paspoort d.en
datum van zijn vertrek op een bepaalde wijze
moet doen vastleggen.
De reisbelasting zal moeten worden vol
daan door middel van zegels, welke in het
paspoort worden geplakt. Naar werd opge-
mêrkt, is deze bepaling niet in alle gevallen
uitvoerbaar, omdat een aantal personen, die
naar het buitenland gaan, geen paspoort be
zit. Men denke bijv. aan de velen, die zich
tot het bijwonen van voetbalwedstrijden naar
Antwerpen of Brussel begeven.
Ernstige bedenking bestond bij vele leden
tegen de bepaling, dat men, in het rijk terug-
Het feit dat zich onder de passagiers van het
Duitsche luchtschip „Hindenburg" op zijn eer
ste vaart naar Noord-Amerika ook de Brit-
sche marine-commandant b.d, Murray Simon
zal bevinden, die in 1910 deel uitmaakte van
de bemanning van 't Amerikaansche luchtschip
„America", waarmede Walter Wellman een
mislukte poging waagde om over den grooten
plas te varen, dat feit mag op zich van heeJ
bescheiden beteekenis zijn, het roept toch her
inneringen wakker aan het verleden van de
Oceaan-luchtvaart, de heroieke tijden waarin
men van luchtreizen over „the big pond" te
midden van de somptueuse behagelijkheid van
een L.Z. 129, niet eens durfde droomen.
Te denken dat de prille jeugd van het
Oceaanluchtverkeer bij Read, Alcock Brown,
mitsgaders Charles Liijdbergh ligt, is alleen
juist in zoover het 't „zwaarder dan lucht",
het vliegtuig betreft, 'n Passagiersverkeer
over den Oceaan met vliegtuigen bestaat ech
ter nog niet, wèl met luchtschepen. Waar de
gas-luchtvaart ten eenenmale de oudste brie
ven heeft, is het bijna vanzelf sprekend, dat
met dezen vorm van luchtbevaren ook met be
trekking tot de pogingen de nieuwe en Oude
Wereld dichter tot elkaar te brengen, het eer
ste pionierswerk is verricht.
't Was in 1836, dus precies een eeuw gele
den, dat in het brein van den Britschen bal-
lonvaarder Charles Green het plan rijpte: om
met een luchtballon van Amerika naar Europa
te varen. Aij was geen charletan, deze zoon
van het oude Albion, doch een serieus, weten
schappelijk man. Lang en diep dacht hij-over
het plan na, totdat hij in 1840 het tijdstip daèr
achtte, ermee voor den dag té komen. Hatton
Turner's lijvig Astra Castra" bevat den voL-
ledigen tekst van Green's exposé. En daarin
vertelt hij, dat, onder welke omstandigheden
hij zijn vele ballonvaarten ook uitvoerde, hij
binnen de eerste 10.000 voet boven het aard
oppervlak steeds de aanwezigheid van een uit
het Westen of Noord-Westen komenden wind
constateerde. Green meende dus, dat een bal
ionvaart van Amerika naar het oude Europa
'n heel groote kans van slagen moest heb
ben. Op zijn tocht wilde hij gebruik maken
van een evenwichtskabel, voorzien van een
aantal koperen drijvers, met aan het vrije
einde van den kabel een door het water sle
pende, met de concave zjjde naar de vaart-
richting gemonteerde parachute-vormige me
talen constructie. Tegen den balloh dacht de
Brit zich een zeil, aan te brengen tusschen
equator van het baltónhulsel' en een op den
netring gelegen horizontalen boom. Door de
resultante van den weerstand van den door
het water trekkenden evenwichtskabel en de
werking van den wind in het zeil, hoopte Greèn
een bescheiden mate van bestuurbaarheid te
verkrijgen, althans nèt genoeg om zijn lucht
bol 'n graadje of wat te kunnen opsturen. Het
denkbeeld van den evenwichtskabel, is later
toegepast o.a. door Lhoste, alsmede door An-
drée op diens noodlottige pool vaart, maar het
beoogde doel werd niet bereikt. Verder dan
„op papier" kwamen Green's plannen niet.
In den zomer van 1843 was het de Ameri
kaansche ballonvaarder John Wise, die be
langstelling voor het plan van een Oceaan-
tocht per luchtballon kwam vragen. Als vol
bloed-Yankee begon Wise aanstonds met het
noodige reclame geschetter. Hij richtte een
manifest „Aan alle dagbladuitgevers van de
geheele wereld". De aanhef luidde: „Aangezien
ik het voornemen heb in den zomer $an 1844
met een luchtballon een tocht over den Atlan-
tischen Oceaan te maken, en aangezien de er
varing mij geleerd heeft, dat het opstijgen of
het landen van een ballon bij vele menschen
steeds onnoodig onrust en angst verwekt, deel
ik hierbij aan alle zeevarenden van de geheele
wereld mede, dat mocht mijn ballon in hün na
bijheid komen, er geen aanleiding tot vree?
behoeft te bestaan. Zij worden verzocht om,
zoo noodig, aan de opvarenden bijstand te ver-
leenen".
Wise besloot zijn manifest met de gegon-
fleerde phrase: „Daarom zullen de zeevarende
volkeren van Europa, Afrika, Azië en "de
overige werelddeelen, die nooit een luchtbal
lon mochten hebben gezien, indachtig moeten
zijn, dat een groote stoffen luchtbol, omgeven
door een netwerk en dragende een sloep, het
laatste nieuws uit de Vereenigde Staten zal
bevatten en met zich voeren een bemanning
die zich beschouwt te zijn de nederige dienaren
der wereld".
Maar ook Wise kwam niet boven den
Oceaan. Op een request aan het Congres,
waarin hij 15.000 dollar subsidie vroeg, were
afwijzend beschikt.
Zeven jaren na zijn eerste plan, kwam Green
opnieuw metkeen Oceaanproject voor den dag.
maar ook deze poging leidde niet tot ver
wezenlijking. Eerst in 1859 komen we een
plan tegen, dat een begin van uitvoering be
leefde. De Amerikaansche ballonvaarder T.
Carlincourt Lowe was erin geslaagd om bij
enkele groote dagbladen flnancieelen steun te
vinden voor het doen vervaardigen van een
grooten Oceaan-ballon, 'n gevaarte van 21.000
kubieke meter inhoud, de „City of New-York"
geheeten. Het vertrek zou plaats vinden in
November. Reeds de vulling ging niet van
harte, tenminste na eerst een paar dagen lang
gas in het immense omhulsel te hebben ge
voerd, begon „De stad New-York" eindelijk
te zwellen. Toen kwam er echter een ruk
wind, die de „City" tegen een obstakel smeet,
zoodat hij scheurde. Begin September van 1860
probeerde Lowe het nogmaals, nu te Philadel
phia. Toen de ballon bijna geheel gevuld was,
kon het omhulsel aan het machtige gasvolume
niet langer weerstand bieden en scheurde, van
boven tot beneden. Alleen het gas steeg op,
zóndep Lowe, zónder ballon.
De tragi-comedie van „The
Daily Graphic".
Dan breekt het jaar 1873 aan. Eindelijk zal
dan een luchtballon in het wijde zwerk op
stijgen om, gedragen door den Noord-Westen
wind, naar de Oude Wereld te varen. Achter
het plan zat ook nu weer John Wise. In
samenwerking met den jongen acteur Henry
grooten scheur den eenigen en laatsten adem
uitblies, van dat soort grappen moest de des
kundige man niets hebben. De dagbladuit
gevers wilden echter van een oponthoud niets
weten; door dat uitstel, zou de juist zoo ge
zellig stijgende oplaag van hun krant weer
terugloopen, en iets akeligers is voor een
krantenbezitter niet denkbaar. Dies werd
doorgezet.
Op 10 September had te Brooklyn, ten over
staan van een enorme menigte, de vulling
plaats; Wise had zich toen al definitief terug
getrokken. Toen de gaszak voor een kwart
gevuld was, ging de wind zóó hevig met hem
jonassen, dat men fluks de gasklep opentrok,
en zelfs een scheur in het omhulsel aanbracht,
om het leegloopen te bespoedigen. Twee dagen
later werd het vullen hervat. Doch opnieuw
was de pechduivel spelbreker. Toen ze voor
twee derde gevuld was, ging „The Daily Gra
phic", zonder een zucht te slaken, eensklaps
tegen den vloer. Het omhulsel was bezweken,
precies zooals 14 jaar tevoren met de „City
of New-York" was gebeurd. Alleen Wise lach
te! De ballon werd gerepareerd, tevens iets
kleiner gemaakt en drie weken later was alles
weer voor de groote reis gereed.
De bemanning bestond uit drie personen,
Donaldson als commandant en twee passa
giers, Lunt en Ford geheeten. Begin October
1873 nam de groote reis een aanvang. Na een
snellen' klim, voer de ballon met eeri stevig
vaartje in O. N. O. richting. Op 5000 voet
hoogte lieten de Oceaanvaarders èen postduif
uit met blijde berichten en ontkurkten een
flesch champagne om te drinken op de
„prachtigste onderneming die de wereld ooit
te en gasdichtheid van het ballonomhulsel;
van 'n ballon die in de lucht gas transpireerde
of die boven den Oceaan bruusk door een
te bedienen, over daken en boomen, sloeg een
gat in een steenen muur en trok bij Litchfield
een boerderij danig uit zijn verband.
Nadat de ballon in een zware regenbui
was geraakt, dreigde een botsing met een berg.
Donaldson brulde zijn makkers toe alles over
boord te werpen. Ford, die juist doende was
een heel mooi verhaal over het begin van den
tocht te schrijven, droogde het geschrevene
gauw met een vloeipapiertje af, klapte zijn
dagboek dicht en gooide het toen overboord.
Vervolgens werden in bizarre volgorde pakken
biscuit, doozen caramels, drinkwater, een
beenham, een rol closetpapier, twee flesschen
Eau de Cologne, blikken geconserveerde oes
ters en vele andere etenswaren en genotmid
delen in de diepte gedeponeerd. De ballon
schoot op het bekende nippertje over den berg
rand en steeg tot 1500 meter. De „Daily Gra
phic" kon zich echter, den hoogen oplaag van
het blad ten spijt, niet lang op dit niveau
handhaven, want opnieuw kwam zij weer uit
den hemel gezakt.
Toen gaf Donaldson zijn makkers, bevel, om,
zgodra de gaszak vlak boven terra-firma zou
zweven, en bloc overboord te springen. Op
10 meter boven den grond schreeuwde de
commandant „d'r uit" en glipten Donaldson
en Ford omlaag. Geen van beiden kreeg eenig
letsel. Lunt, klaarblijkelijk minder vastbera
den, had den sprong niet durven wagen. Zijn
beide metgezellen moesten toezien hoe de
arme jongen, onstuimig gesticuleerend, met
den wild-springenden ballon verdween. Geluk
kig voor Lunt, dat de „Daily Graphic^' spoedig
aan 't einde van haar krachten was, want reeds
eenige mijlen verder duikelde ze in een groep
boomen, waarna ook het- derde lid der beman
ning, via enkele boomtakken, den solieden
grond bereikte. Dat was het droeve slot van
de eerste poging om met een luchtballon over
den grooten haringvijver te zweven. De tocht
had vier uur geduurd, in welken tijd hemels
breed een afstand was afgelegd van slechts
180 kilometer.
In de redactioneele beschouwingen die den
volgenden dag aan het avontuur werden ge
wijd, waren die van „Daily Graphic" het eenige
blijde geluid in een koor van meedoogenloozen
spot: De andere bladen hoonden naar harte
lust, maar de „Daily Graphic"-redactie deed
alsof haar neus bloedde en trachtte haar
figuur te redden door uit het fiasco heel wijs-
geerlg het quasi goede te trekken. En aan te
dikken! Die wilde tocht zoo jubelde het
blad haa duidelijk het bewijs geleverd voor
de weergalooze sterkte van den ballon; dat
het ding gelekt had als een vergiet, vertelde
(je redactie natuurlijk niet. Bewezen was ook,
dat het mogelijk was aan een ballon een vol
ledig uitgeruste reddingboot mee te voeren.
En bewezen had de tocht nog héél veel meer.
„Uit het gebeurde van gisteren zoo besloot
de „Daily Graphic" haar smeuige editorial
hebben we slechts frisschen moed geput. Die
wilde tocht was slechts het voorspel van het
heerlijk succes dat ons wacht"
1873. Het einde van de Oceaanvlucht
poging van The Daily Graphic",
Donaldson en Ford springen overboord.
had aanschouwd". Europa was toen echter
nog lang niet in zicht
Maar alias zou de blijde stemming wreede-
lijk worden verstoord. In de buurt van Long
Island Sound gekomen, niet ver dus van de
plaats van opstijging, kreeg „The Daily Gra
phic" ineens een zwaren aanval van heimwee.
Ze wilde terug naar den grond. Donaldson
trachtte haar te kalmeeren door ballast over
boord tegooien, eerst bij scheutjes, toen bij
heele quantiteiten. De ballon bleef echter zak
ken. Maar ook wat de richting betreft, liep
het heelemaai mis, wat met den Oceaan zóó
dichtbij, feitelijk een zege was. Na Sanders-
field in Berkshire County te zjjn gepasseerd,
dreef de „Daily Graphic" in Z. O. richting,
terwijl al spoedig anker en ankertouw door
de lieve trekken van moeder Aarde's gelaat
ploegden. Zoo gleed het lange hennepreptiel
met aan zijn staart het anker, waar anno
dazumal de ballonvaarder zich nog van placht
Donaldson, die de planken met het vloeitje
van de balionmand had verwisseld, was Wise
erin geslaagd het blad „The Daily Graphic"
voor het plan van een Oceaanballonvaart te
winnen. De ballon, 18.000 kubieke meter groot
droeg den naam van het blad, terwijl de redac
tioneele kolommen het publiek dag-in-dag-uit
op de hoogte hielden van den stand der zaken.
Zoo kregen de lezers te hooren, dat onder aan
den ballon als mand een soort torenkamer zou
worden bevestigd, met observatiebaleon. als
verblijfplaats voor de koene ïuöhtvaarders.
Onder het balcon werd een reddingboot aan
gebracht, in geval de aantrekkingskrac.it van
de woelende baren onweerstaanbaar mocht
blijken.
Door het blad werden in verschillende Euro-
peesche landen vast de noodige voorbereidin
gen getroffen, om den^ Oceaanluchtvaarders
een waardige ontvangst te doen bereiden. Voor
het publiek werd de gelegenheid opengesteld
poststukken mee te geven, raison van 1 dol
lar per biief. Wise deed zijn naam eer aan,
door wijselijk te verlangen dat eerst proeven
zouden worden genomen aangaande de sterk-
keerend, de noodige zegels in zijn paspoort
geplakt moet hebben, bij gebreke waarvan
het dubbele moet worden betaald van de
waarde der te* weinig geplakte zegels met een
minimum van 10. Dit voorschrift is onnoo
dig streng en daardoor onredelijk.
In verband met deze opmerkingen verklaar
den vele leden het zeer op prijs te zullen
stellen, indien de regeering een gedetailleerd
overzicht zal willen geven van de wijze, waar
op zij de contröle bij heenreis en terugkeer
denkt te regelen. In elk geval zal meende
men de te treffen regeling zeer soepel
moeten zijn en het den reizigers zoo gemak
kelijk mogelijk moeten maken. Deze belasting
zal, als zij wordt ingevoerd, wel nimmer, zóó
populair worden, dat men daarvoor gaarne
wat moeite over heeft.
Van verschillende zijden werd er de aan
dacht op gevestigd, dat aan een aantal van
de hierboven weergegeven bezwaren althans
ten deele zou worden tegemoet gekomen,
indien, gelijk in een voorontwerp schijnt te
zijn geschied, een maximum werd vastgesteld,
waarboven geen belasting verschuldigd zal
zijn.
Andere leden meenden, dat reeds een groot
gedeelte der bezwaren, vooral voor zoover
die de grensbewoners betreffen, zouden kun
nen worden ondervangen door reizen van
korten duur, bijv. 2 maal 24 uur, buiten de
.belasting te doen vallen.
Het Sint Melania-blad tien jaar oud.
Tien jaar lang heeft thans het sympathieke
igaan der vereeniging „Sint Melaniawerk"
ider de stuwende leiding van de redactrice
techtilde Hüisken den edelmoedigen arbeid
oor de inheemsche vrouw en het inheemsche
eisje in onze koloniën gepropageerd en daad-
erkelijk gesteund. Zonder het Sint Melania-
erk zouden de resultaten van dit missiewerk
..van de vrouw voor de vrouw" ongetwijfeld
niet tot zulke verheugende en verrassende re
sultaten geleid hebben als thans het geval is
Een goede gedachte is het dan ook geweest
om dit verdienstelijk werk gedurende het
eerste decennium in een lustrumnummer te
herdenken.
Van allen kant wordt aan redactie en admi
nistratie hulde gebracht. In dit feestnummer,
dat met interessante foto's is verlucht, wordt
allereerst het gebed van de Melania-leden ge
vraagd voor den beschermheer van het Sint
Melaniawêrk, mgr. J. H. G. Jansen, dpdat God
zijn lijden moge /erlichten.
Mgr. P. Willekens S.J., apostolisch vicaris
van Batavia, opent de reeks van bijdragen
met een opwekkend woord voor het St. Mela
niawerk, aan het slot waarvan Z. H. Exc. ver
klaart, dat de Kerkvoogden van Nederlandsch-
Indië vurig wensehen het aantal af deeling en
en leden van het St. Melaniawerk te zien toe"
nemen opdat in steeds talrijker steden de Mis-
sie den steun moge ondervinden va'1 Üver
en ondernemingslust der St. Melanift-dames.
Met dankbaarheid en vreugde wordt voorts
in dit lustrumnummer aan het Melaniawerk
hulde gebracht o.m. door den apostolisch vica
ris van Celebes, door de apostolische prefecten
van Soerabaja, van Bandoeng en van Benkoe-
len, door de provinciaals der paters Jesuieten,
Franciscanen en der priesters van het H. Hart,
door den magu>ter-g»ueiaal der Krulsheeren,
door mgr- F- groenen, secretaris der S.M.V.,
door prof- dr. J. Schmutzer, door dr. Jos. M
Drehmanns C.ss.R., door pater Desiderius Fran-
ses O.F.M., algemeen geestelijk adviseur en
pastoor H. Koch S.J., algemeen geestelijk
adviseur voor Java.
Het feit, dat een zoo illuster gezelschap, dat
zich hier bijeen vindt, zich genoopt voelt, een
spontaan eerbetoon te brengen, is alleen reeds
een bewijs, welk een gewichtig onderdeel van
de missie-actie in onze koloniën het Sint Mela
niawerk uitmaakt.
Over den verscheiden en belangwekkenden
inhoud van het Sint Melaniablad schrijft
mevr. Ch. Steins BisschopHerckenrath, alge
meen voorzitstei S.M.W. voor Nederland.
„Het (Melaniablad) vertelt van de verrich
tingen der afdeelingen in Nederland, het doet
ons zien den eigen-aard van de Javaansche
vrouw in Oost- en West- en Midden-Java, en
in de Javanen-Kolonisatie op Zuid-Sumatra
het vertelt van 'alembang, van Benkoelen en
i andjong Karang.... het spreekt van de vrou
wen en meisjes op Zuid-Celebes.
Wij lezen over scholen en schooltjes, waar
den kienen Inlandschen meisjes de elementaire
wetenschappen worden bijgebracht door lm
landsehe onderwijzeressen.... wij zien, hoe zij
overgaan naar verder onderwijs, tot onderwij
zeres-opleiding toe.... dan de huishoudscholen,
handwerk-, weef-, en batik-cursussen.
Op medisch gebied beweegt het Sint Mela-
nia Werk zich ook, en niet op de laatste
plaats! Sla het blad maar eens op en lees over
de klinieken voor kraam- en baby-verzorging;
lees het werken der Inlandsche vroedvrouwen
en verpleegsters in de kampongs!"
Het lustrumnummer, biedt nog veel meer
lezenswaardigs.
wij bezien gebouwen als de St.
Catharinakerk met een heel iva
milder oog dan de generatie,
die bij Cuypers is opge
groeid
In zijn boek over de herleving van de kerke
lijke kunst in Nederland heeft Gerard Brom
reeds gewezen op een zekere kentering in.
het oordeel over de kerkelijke bouwkunst in
de eerste helft van de negentiende eeuw.
Naarmate we bij den grooter wordenden af
stand in tijd critischer komen te staan tegen-
over de scheppingen van de eertijds alleen
zaligmakende neo-gothiek, neemt ook de
waardeering voor hetgeen in het klasaicisme
aan goeds werd bereikt, geleidelijk toe. J
Het is Jan Engelman die zich van tijd tot
tijd tot tolk maakt van dit betrekkelijke eer
herstel voor den z.g. watérstaat-stijl, eenmaal
wat al te ijverig gesmaad.
In de jongste aflevering van het Gildeboek
neemt hij weemoedig afscheid van de voor
malige St. Catharina-kerk te Amsterdam,
aan den Singel bij het Koningsplein. Hij voelt
wel, dat het onvermijdelijk is oude kerken
prijs te geven in de ontvolkte binnenstad. Het
is nu eenmaal niet mogelijk tegen den stroom
op te roeien.
Nadat hij dit heeft geconstateerd, gaat Jan
Engelman voort:
„En zoo stijgen niet langer de wierook
wolken omhoog in de oude, vertrouwde
kerk met den gelen gevel. Er klinkt geen
orgelspel meer en geen gezang, er gaat
geen stoet van witte bruidjes meer om. De
inventaris is geveild, waarbij heel wat
goede spullen het Venetiaansche glas!
ondanks den ijver van het Kerkbestuur.
voor een appel en een ei vertrokken. Het
gebouw is klaar om in een bioscoop of een
bank te worden veranderd, zoodra het com-
pas der tijdsomstandigheden een beetje
omloopt.
Het is, tenslotte, toch wel zeer te be
treuren. Want wjj bezien gebouwen als de
St. Catharinakerk met een heel wat milder
oog dan de generatie, die bij Cuypers is
opgegroeid en door Alberdingk Thijm, Van
Heukelum en De Stuers aesthetisch werd
opgevoed. Wel heeft Thij m den gevel van
de St. Catharinakerkgenoemd „een van
de draaglijkste geveltjens, waarmee men in
de laatste halve eeuw de Roomsche kerk
gebouwen heeft voorzien", maar hij toomde
in De Spektator van 1850 geweldig tegen
den 'Waterstaatsstijl, in dezer voege: „Men
ga niet voort den liefdepenning der geloo-
vigen in de klok der Heidensehe Kunst te
werpen; maar plante hem in een Christe-
lijken grond en hij zal met de bloeikracht
der steenën Gothische rozen, Gode-welge-
vallige kunstvruchten voortbrengen. O, dat
ik het nog eens beleven mocht in mijn va
derstad eene schoone Katholieke kerk te
zien oprijzen, die niet releveerde van de
koude schoollessen der Heidensehe traditie,
maar van liet warm gevoelend hart en van
den logïsctien geest eeris waardiger! kunste
naars".
Wrj, vijf-en-tachtig jaar later, denlten over
die „gotische rozen", ontbloeid op Thijm's
vurig verlangen, het onze en vinden minder
aanleiding om den „Vignole de poche" kort
weg voor een vrucht van het koude heiden
dom te verklaren. Er zijn nog altijd Hollan
ders, die, in Vlaanderen, i" Beieren, in
Oostenrijk, in Italië, niet weten hoe ze zich
zelf uit de knoop zuilen halen, wanneer ze
zijn aangeland voor de vleezige heiligen en
bolle engelen, de pilasters en consoles, de
voluten en lunetten van barok en rococo. Op
zijn zachtst spreken ze van uiterlijk en op
pervlakkig, gelijk Just Havelaar, die alleen
uit Domineesland weg ging om „wijze les
sen" op te doen. Maar hun getal vermindert.
En zoo vermindert ook het getal van hen,
voor wie de neo-gothiek taboe en de stijl
van den Waterstaat wansmaak Is. Laten
wij trachten het beetje maat te houden a
la Vignola dat aan Thijm in 1850 ont
brak. De waterstaatsstijl, anders gezegd het
neo-klasslcisme, heeft met rare constructies
en vreemde coulisses gebouwd. De begrip
pen over waarheid en zuiverheid zyn ge
groeid sinds het optreden van CuyperS-
Maar ontegenzeggelijk zijn er in de Neder
landsche interpretaties van barok en rococo,
die wij in de waterstaatskerken zien, ook
fraaie, harmonieuze partijen te vinden,
maten die bevredigen door het ik-en-weet-
niet-wat van het juist uitwegen; zuivere
bouworden in muurtjes, zuilen, pilasters en
raamverdeelingen, beminnelijke ornamenten,
mooie dramatische beelden aan altaren en
orgelgalerijen.
Het hartelijke klasslcisme van de St. Ca
tharinakerk was ons lief. Het altaar, min
der majestueus van opbouw dan dat ih de
M-or.es en Aaron, slanker en eenvoudiger,
vulde den rondboog met een architectuur,
waarover men, ondanks de tirelantijnen,
toch niet te gering moet denken. Behalve
een paar beelden was er geen stukje steen
aan, maar deert dat nu zoo verschrikke
lijk? Het had statie en het had kleur, het
had allerlei charmante dingen, die men te
genwoordig nog pijnlijk mist. Het St. Ca-
tharinabeeld onder het kruis, maar vooral
de marmeren groep van de H. Maagd, met
engelen en wolken, behooren tot een soort
van beeldhouwkunst, die het in behande
ling der materie en in expressie van bijna
al het hedendaagsche kerkelijke werk wint,
In het pompeuze ontbreekt hier niet de
vastheid van overtuiging en het innige. En
het intieme witte galerijtje met zijn zui
lengang, kijkt men daar niet met waarach
tig plezier naar? Nu de kerk ontluisterd is,
schijnt men pas goed te zien, welk een mooie
lichte ruimte het eigenlijk is. Er is geen
reden om dezen stijl nog eens te imiteeren,
maar wel zou men wensehen dat iets van
den geest dezer maten bij moderne architec
ten en vrije kunstenaars leven ging".
Deze beschouwingen van Jan Engelman zijn
de inleiding op een notitie over het werk van
den schilder Ben Meddens, dat in de Cathari
nakerk werd geëxposeerd.
VOORZIET U
VAN GOEDE
HULP, HOUDT
STEEDS EEN
BIJ DE HAND.