HET LUCHTVERKEER OVER DEN OCEAAN. KABOUTER Tweede Kamer en de reisbelasting. PONDERDAG 7 MEI 19% DIERENMISHANDELING BIJ VEE- VERVOER. ROTTERDAMSCH PHILPH. ORKEST. KAMPIOENSCHAP VAN R'DAM. NIET ERG HANDIG. GEROLD. DIEFSTAL VAN KISTJES ROZIJNEN. DREIGEND CONFLICT BIJ HOEVELS. RECTIFICATIE. ERNSTIGE AANRIJDING. Veel voorstanders maar talrijke bezwaren en wensehen. HOE ZAL DE WET WORDEN UITGEVOERD Van „Daily Graphic" tot Deutsche Zeppêlin- Reederei. De eerste pogingen den grooten plas met het „lichter dan lucht" te overbruggen. EERHERSTEL VOOR WATERSTAAT. MISSIEWERK VAN DE VROUW VOOR DE VROUW. FRAAIE HARMONIEUZE PARTIJEN. De kantonrechter mr. F. de Jong heeft gis teren schriftelijk vonnis gewezen in de zaken van de beide vee-expediteurs, die zich te ver antwoorden hebben gehad dat zij vee op noo- deloos pijnlijke of kwellende wijze hebben doen vervoeren door een te groot aantal koeien samen te persen in een spoorwagon van 19 M2. grondoppervlakte. De kantonrechter heeft het ten laste gelegde niet bewezen geacht, wijf van een op noodeloos pijnlijke of kwellende wijze niet genoegzaam gebleken is, ook al zou aan de dieren minder ruimte zijn toebedeeld dan in de reglementen van de Nederlandsche spoorwegen op het ver voer van dieren per spoorwegen is voorge schreven. De verdachten worden vrijgesproken. De kantonrechter overweegt, in zijn vonnis, dat de koeien te Rotterdam zijn ingeladen onder toezicht van een inspecteur van.de Nederlandsche vereeniging voor dierenbescher ming, die aan de wijze van inlading geen aan stoot heeft genomen. Bij aankomst te Am sterdam is door een andere vereeniging op het gebied der dierenbescherming wel aanmerking gemaakt op de wijze van vervoer, doch het geen toen.is geconstateerd, biedt geen voldoen den objectieven grondslag om op grond daarvan tot de conclusie te komen, dat het vervoer noo deloos pijnlijk of kwellend moet zijn geweest. In zijn vonnis overweegt de kantonrechter nog, dat' het hem is voorgekomen, dat eenig meerder contact tusSchen de zich met het vee- vervoer en de bescherming van dieren onledig houdende organisaties niet ongewenscht is. Het laatste abonnementsconcert van 't Rot terdamsch Philharmonisch Orkest zal niet plaats hebben op 11 Mei, doch op Woensdag 20 Mei. Uitgevoerd wordt een Beethoven-pro gramma: ouverture Leonore 3, het vijfde piano-concert (soliste Coba Rijneke) en de ne gende symphonie. Medewerkenden: Het Rot- terdamsch Philharmonisch Koor, Sophie Both Haas, sopraan, Jo van de Meent-Walter alt, Johan van den Ploeg, tenor, Bas de Groot, bas. De laatste ronde van bovenstaand kampioen schap bracht de volgende uitslagen: C. JannemanPh. J.. Ham 11; E. La Ron- delleH. M. Levie 11; J. Coster—H. F. Kin- negin 20; H. M. LevieJ. v. d. Doe 11; D. H. MöllenkampG. v. d. Waals 11; N. de HaasA. M. Olsen 11; C. Janneman— G. v. d. Waals 11. Er resten nu nog eenige hangpartijen, welke van grooten invloed kunnen zijn op den eind uitslag, voornamelijk de partij Janneman Olsen, welke 7 om 7 staat. Bovendien zijn nog af te spelen JannemanKinnegin welke re mise staat en de Haanv. d. Doe. De stand der deelnemers is nu: gesp. gew. gel. verl. pnt. Coster 11 4 6 1 14 Olsen 10 4 5 1 13 v. d. Waals 11 4 5 2 13 La Rondelle 11 2 7 2 11 Levie 11 3 5 3 11 Möllenkamp 11 2 6 3 10 de Haas 11 1 8 2 10 Janneman 9 17 1 9 de Haan 10 2 5 3 9 Ham 11 3 3 5 9 v. d. Doe 10 2 5 3 9 Kinnegin10 2 4 4 8 Cöster, v. d. Waals en Olsen leggen waar schijnlijk beslag op de drie prijzen, alleen Jan neman kan ook nog 13 punten behalen. De titel zal gewonnen worden door Coster of Olsen. Donderdag wordt de hangpartij OlsenJanneman uitgespeeld. Merkwaardig is dat tusschen 12 spelers het verschil in be haalde punten hoogstens 5 is, hetgeen op het geringe krachtsverschil der deelnemers wijst. Gistermiddag had mej. A. L. wonende te Etten boodschappen gedaan in een magazijn hier ter stede. Alvorens den winkel te verla ten ging zij even naar een der toiletten en zette haar koffer voor de deur neer. Toen de juffrouw weer in den winkel kwam, was haar koffer, inhoudende een paar handschoenen plus vijf gulden aan geld verdwenen. Ten nadeele van mevr. A. v. d. P. uit Baren- drecht is in een magazijn in de binnenstad een portemonnaie met 10 gulden gerold. Van een sleeperswagen staande op den Terwenakker zijn ten nadeele van A. B. uit de Boezemstraat elf kistjes rozijnen gestolen. Naar de R. K. Fabrieksarbeidersbond ons mededeeld, dreigt er een conflict bij de Kon. Ned. Stoomververij en Chemische Wasscheiij J. Hoevels, alhier. Zulks in verband met het feit, dat inzake een collectief contract en een betere loonre geling geen overeenstemming tuschen de di rectie van genoemd bedrijf en de arbeiders organisatie werd bereikt. Men verzoekt ons te willen mededeelen, dat de petroleum-toestellen, die Zondagavond respectievelijk in de Reepstraat en op het Lunapark uit elkaar gesprongen zijn, geen apparaten zijn van het bekende fabrieksmerk „Primus", derhalve geen origineele Pri mus-apparaten. Gistermiddag is de 60-jarige mejuffrouw M. B. uit de Jonkerfransstraat toen ze voor haar woning de rijstraat overstak, door een fietser aangereden. Met een hersenschudding heeft de G.G.D. haar naar het St. Franciscusgasthuis ge bracht, waar ze is opgenomen. rrrv- ~wo£e«£«|>'" j Dikt a dUAUtn „Schrap maar weer door nieuw ruzie gehad!" Verschenen is het voorloopig verslag over het wetsontwerp tot heffing van een reis belasting. Blijkens dit verslag waren vele leden van meening, dat het heffen van een belasting op buitenlandsche pleizierreizen in dezen tijd in beginsel aanbeveling verdient. Deze leden zouden zich dan ook met het wetsontwerp gaarne aanstonds vereenigen, ware het niet, dat zij tegen de uitwerking van de grondge dachte, zooals die in het ontwerp is vervat, ernstige bezwaren hadden. Die bezwaren be treffen in hoofdzaak het belasten van veel rei zen, die geen pleizierreizen zijn, den last, door de wijze van heffing te veroorzaken en den ongelijken druk, waartoe de heffing in den vorm, waarin die is voorgesteld, zal leiden. Van de mate, waarin de regeering zal mee- nen aan deze bezwaren te kunnen tegemoet komen, zouden zij het moeten doen afhangen, of zij uiteindelijk hun stem al dan niet aan het ontwerp zullen geven. Bij andere leden bestond ook tegen de grond gedachte van het ontwerp ernstige bedenking. Het vrije reizigérsverkeer aldus deze leden is ongeveer het eenige, dat ons van de vroe gere algeheele verkeersvrijheid nog rest. Den meermalen voor deze belasting aange- voerden grond, dat zij verbetering zou kunnen brengen in den toestand van het Nederland sche hotelbedrijf meenden de leden, hier aan het woord te moeten verwerpen. Naar hun meening is over het algemeen voor de Neder landsche hotels en pensions van de vooi'ge stelde heffing weinig te verwachten. Tegenover deze beschouwingen werd opge merkt, dat elke nieuwe belasting onder de tegenwoordige omstandigheden schadelijk is en nieuwe bezwaren met zich brengt. In het meerendeel der gevallen kan het maken van een buitenlandsche reis als een zekere luxe worden beschouwd. Die luxe door een bijzon dere belasting te treffen, schijnt niet onrecht vaardig. Verschillende leden verklaarden, al achtten ook zij enkele wijzigingen gewenseht, dit ont werp zeer toe te juichen. Deze leden waar schuwden er tegen, het maken van buitenland sche reizen voor te stellen als een levens behoefte. De eenige werkelijk ernstige moei lijkheid, welke deze leden zagen, was gelegen in de controle. Belasting naar draagkracht Vele leden achtten het een groot bezwaar, dat bij de ontworpen regeling .het beginsel „belasting naar draagkracht" niet voldoende in acht wordt genomen. Deze heffing zal in strijd met den opzet ten deele een prohibitief karakter krijgen. Sommige-leden meenden in dit verband de toepassing van een stelsel te moeten aanbevelen, waarbij het verschuldigde bedrag voor ieder individueel naar mate van zijn inkomen zou worden vastgesteld. De ont vanger der directe belastingen doet den reizi ger naar gelang van zijn inkomen reisbelas ting betalen. Wie geen belastbaar inkomen heeft, wordt aldus autmatisch van het betalen van reisbelasting vrijgesteld. Andere leden verklaarden tegen de uitvoe ring van dit denkbeeld bezwaar te moeten maken. Onder deze leden waren er, die de oplossing zouden willen zoeken in een wijzigmg van het voorgestelde tarief, dat geheel uniform ware te maken en tot bijv. 25 cent per dag terug te brengen. Indien dan nog zij, die op de allergoedkoopste wijse reizen, geheel zouden worden vrijgesteld, zou toch zeker niet langer van een prohibitief karakter van deze heffing kunnen worden gesproken. De bepaling, dat het aantal dagen, tijdens een reis aan boord van een Nederlandsch zee schip doorgebracht, op den duur van die reis in mindering zal worden gebracht, werd door verscheidene leden niet zonder bedenking ge acht. Ernstige bedenking bestond bij een groot aantal leden tegen de omstandigheid, dat ook zakenreizen ónder de voorgestelde regeling zullen vallen. Wat reizen betreft, welke om gezondheids redenen wor'den gemaakt, meenden verschei dene leden, dat met betrekking tot de vrij stelling van belasting een positieve bepaling in de wet behoort te worden opgenomen. Vrij algemeen werd het onjuist geacht, dat ook reizen voor studie-doeleinden en reizen van kunstenaars en geleerden door de voor gestelde heffing zullen worden getroffen- Hef grensverkeer. Vele leden achtten het een fout, dat ook een reis naar een der overzeesche gebiedsdeelen als een buitenlandsche reis wordt belast. Uitvoerige beschouwingen werden gewijd aan het .grensverkeer. De leden, die deze beschouwingen hielden, kwamen tot de conclusie, dat het gewenseht is, dat aan de bewoners van een groot deel der grensstreken volledige vrijstelling wordt verleend. Bijzondere aandacht werd in dit verband geschonken aan de uitzonderlijke positie, waarin de bewoners van Zeeuwsch- Vlaanderen zich bevinden. De uitvoering van de wet. Ernstig werd gevreesd, dat de ontworpen uitvoering van de wet op groote bezwaren zal stuiten. De allergrootste moeilijkheid zag men wel in de controle. Wil men niet bloot staan aan een ontduiking op groote schaal van deze belasting, dan zal een intensieve contröle op het verkeer over de grenzen moe ten worden geoefend. Een tweede moeilijkheid achtte men gele gen in de bepaling, dat de reiziger vóór het verlaten van het rijk in zijn paspoort d.en datum van zijn vertrek op een bepaalde wijze moet doen vastleggen. De reisbelasting zal moeten worden vol daan door middel van zegels, welke in het paspoort worden geplakt. Naar werd opge- mêrkt, is deze bepaling niet in alle gevallen uitvoerbaar, omdat een aantal personen, die naar het buitenland gaan, geen paspoort be zit. Men denke bijv. aan de velen, die zich tot het bijwonen van voetbalwedstrijden naar Antwerpen of Brussel begeven. Ernstige bedenking bestond bij vele leden tegen de bepaling, dat men, in het rijk terug- Het feit dat zich onder de passagiers van het Duitsche luchtschip „Hindenburg" op zijn eer ste vaart naar Noord-Amerika ook de Brit- sche marine-commandant b.d, Murray Simon zal bevinden, die in 1910 deel uitmaakte van de bemanning van 't Amerikaansche luchtschip „America", waarmede Walter Wellman een mislukte poging waagde om over den grooten plas te varen, dat feit mag op zich van heeJ bescheiden beteekenis zijn, het roept toch her inneringen wakker aan het verleden van de Oceaan-luchtvaart, de heroieke tijden waarin men van luchtreizen over „the big pond" te midden van de somptueuse behagelijkheid van een L.Z. 129, niet eens durfde droomen. Te denken dat de prille jeugd van het Oceaanluchtverkeer bij Read, Alcock Brown, mitsgaders Charles Liijdbergh ligt, is alleen juist in zoover het 't „zwaarder dan lucht", het vliegtuig betreft, 'n Passagiersverkeer over den Oceaan met vliegtuigen bestaat ech ter nog niet, wèl met luchtschepen. Waar de gas-luchtvaart ten eenenmale de oudste brie ven heeft, is het bijna vanzelf sprekend, dat met dezen vorm van luchtbevaren ook met be trekking tot de pogingen de nieuwe en Oude Wereld dichter tot elkaar te brengen, het eer ste pionierswerk is verricht. 't Was in 1836, dus precies een eeuw gele den, dat in het brein van den Britschen bal- lonvaarder Charles Green het plan rijpte: om met een luchtballon van Amerika naar Europa te varen. Aij was geen charletan, deze zoon van het oude Albion, doch een serieus, weten schappelijk man. Lang en diep dacht hij-over het plan na, totdat hij in 1840 het tijdstip daèr achtte, ermee voor den dag té komen. Hatton Turner's lijvig Astra Castra" bevat den voL- ledigen tekst van Green's exposé. En daarin vertelt hij, dat, onder welke omstandigheden hij zijn vele ballonvaarten ook uitvoerde, hij binnen de eerste 10.000 voet boven het aard oppervlak steeds de aanwezigheid van een uit het Westen of Noord-Westen komenden wind constateerde. Green meende dus, dat een bal ionvaart van Amerika naar het oude Europa 'n heel groote kans van slagen moest heb ben. Op zijn tocht wilde hij gebruik maken van een evenwichtskabel, voorzien van een aantal koperen drijvers, met aan het vrije einde van den kabel een door het water sle pende, met de concave zjjde naar de vaart- richting gemonteerde parachute-vormige me talen constructie. Tegen den balloh dacht de Brit zich een zeil, aan te brengen tusschen equator van het baltónhulsel' en een op den netring gelegen horizontalen boom. Door de resultante van den weerstand van den door het water trekkenden evenwichtskabel en de werking van den wind in het zeil, hoopte Greèn een bescheiden mate van bestuurbaarheid te verkrijgen, althans nèt genoeg om zijn lucht bol 'n graadje of wat te kunnen opsturen. Het denkbeeld van den evenwichtskabel, is later toegepast o.a. door Lhoste, alsmede door An- drée op diens noodlottige pool vaart, maar het beoogde doel werd niet bereikt. Verder dan „op papier" kwamen Green's plannen niet. In den zomer van 1843 was het de Ameri kaansche ballonvaarder John Wise, die be langstelling voor het plan van een Oceaan- tocht per luchtballon kwam vragen. Als vol bloed-Yankee begon Wise aanstonds met het noodige reclame geschetter. Hij richtte een manifest „Aan alle dagbladuitgevers van de geheele wereld". De aanhef luidde: „Aangezien ik het voornemen heb in den zomer $an 1844 met een luchtballon een tocht over den Atlan- tischen Oceaan te maken, en aangezien de er varing mij geleerd heeft, dat het opstijgen of het landen van een ballon bij vele menschen steeds onnoodig onrust en angst verwekt, deel ik hierbij aan alle zeevarenden van de geheele wereld mede, dat mocht mijn ballon in hün na bijheid komen, er geen aanleiding tot vree? behoeft te bestaan. Zij worden verzocht om, zoo noodig, aan de opvarenden bijstand te ver- leenen". Wise besloot zijn manifest met de gegon- fleerde phrase: „Daarom zullen de zeevarende volkeren van Europa, Afrika, Azië en "de overige werelddeelen, die nooit een luchtbal lon mochten hebben gezien, indachtig moeten zijn, dat een groote stoffen luchtbol, omgeven door een netwerk en dragende een sloep, het laatste nieuws uit de Vereenigde Staten zal bevatten en met zich voeren een bemanning die zich beschouwt te zijn de nederige dienaren der wereld". Maar ook Wise kwam niet boven den Oceaan. Op een request aan het Congres, waarin hij 15.000 dollar subsidie vroeg, were afwijzend beschikt. Zeven jaren na zijn eerste plan, kwam Green opnieuw metkeen Oceaanproject voor den dag. maar ook deze poging leidde niet tot ver wezenlijking. Eerst in 1859 komen we een plan tegen, dat een begin van uitvoering be leefde. De Amerikaansche ballonvaarder T. Carlincourt Lowe was erin geslaagd om bij enkele groote dagbladen flnancieelen steun te vinden voor het doen vervaardigen van een grooten Oceaan-ballon, 'n gevaarte van 21.000 kubieke meter inhoud, de „City of New-York" geheeten. Het vertrek zou plaats vinden in November. Reeds de vulling ging niet van harte, tenminste na eerst een paar dagen lang gas in het immense omhulsel te hebben ge voerd, begon „De stad New-York" eindelijk te zwellen. Toen kwam er echter een ruk wind, die de „City" tegen een obstakel smeet, zoodat hij scheurde. Begin September van 1860 probeerde Lowe het nogmaals, nu te Philadel phia. Toen de ballon bijna geheel gevuld was, kon het omhulsel aan het machtige gasvolume niet langer weerstand bieden en scheurde, van boven tot beneden. Alleen het gas steeg op, zóndep Lowe, zónder ballon. De tragi-comedie van „The Daily Graphic". Dan breekt het jaar 1873 aan. Eindelijk zal dan een luchtballon in het wijde zwerk op stijgen om, gedragen door den Noord-Westen wind, naar de Oude Wereld te varen. Achter het plan zat ook nu weer John Wise. In samenwerking met den jongen acteur Henry grooten scheur den eenigen en laatsten adem uitblies, van dat soort grappen moest de des kundige man niets hebben. De dagbladuit gevers wilden echter van een oponthoud niets weten; door dat uitstel, zou de juist zoo ge zellig stijgende oplaag van hun krant weer terugloopen, en iets akeligers is voor een krantenbezitter niet denkbaar. Dies werd doorgezet. Op 10 September had te Brooklyn, ten over staan van een enorme menigte, de vulling plaats; Wise had zich toen al definitief terug getrokken. Toen de gaszak voor een kwart gevuld was, ging de wind zóó hevig met hem jonassen, dat men fluks de gasklep opentrok, en zelfs een scheur in het omhulsel aanbracht, om het leegloopen te bespoedigen. Twee dagen later werd het vullen hervat. Doch opnieuw was de pechduivel spelbreker. Toen ze voor twee derde gevuld was, ging „The Daily Gra phic", zonder een zucht te slaken, eensklaps tegen den vloer. Het omhulsel was bezweken, precies zooals 14 jaar tevoren met de „City of New-York" was gebeurd. Alleen Wise lach te! De ballon werd gerepareerd, tevens iets kleiner gemaakt en drie weken later was alles weer voor de groote reis gereed. De bemanning bestond uit drie personen, Donaldson als commandant en twee passa giers, Lunt en Ford geheeten. Begin October 1873 nam de groote reis een aanvang. Na een snellen' klim, voer de ballon met eeri stevig vaartje in O. N. O. richting. Op 5000 voet hoogte lieten de Oceaanvaarders èen postduif uit met blijde berichten en ontkurkten een flesch champagne om te drinken op de „prachtigste onderneming die de wereld ooit te en gasdichtheid van het ballonomhulsel; van 'n ballon die in de lucht gas transpireerde of die boven den Oceaan bruusk door een te bedienen, over daken en boomen, sloeg een gat in een steenen muur en trok bij Litchfield een boerderij danig uit zijn verband. Nadat de ballon in een zware regenbui was geraakt, dreigde een botsing met een berg. Donaldson brulde zijn makkers toe alles over boord te werpen. Ford, die juist doende was een heel mooi verhaal over het begin van den tocht te schrijven, droogde het geschrevene gauw met een vloeipapiertje af, klapte zijn dagboek dicht en gooide het toen overboord. Vervolgens werden in bizarre volgorde pakken biscuit, doozen caramels, drinkwater, een beenham, een rol closetpapier, twee flesschen Eau de Cologne, blikken geconserveerde oes ters en vele andere etenswaren en genotmid delen in de diepte gedeponeerd. De ballon schoot op het bekende nippertje over den berg rand en steeg tot 1500 meter. De „Daily Gra phic" kon zich echter, den hoogen oplaag van het blad ten spijt, niet lang op dit niveau handhaven, want opnieuw kwam zij weer uit den hemel gezakt. Toen gaf Donaldson zijn makkers, bevel, om, zgodra de gaszak vlak boven terra-firma zou zweven, en bloc overboord te springen. Op 10 meter boven den grond schreeuwde de commandant „d'r uit" en glipten Donaldson en Ford omlaag. Geen van beiden kreeg eenig letsel. Lunt, klaarblijkelijk minder vastbera den, had den sprong niet durven wagen. Zijn beide metgezellen moesten toezien hoe de arme jongen, onstuimig gesticuleerend, met den wild-springenden ballon verdween. Geluk kig voor Lunt, dat de „Daily Graphic^' spoedig aan 't einde van haar krachten was, want reeds eenige mijlen verder duikelde ze in een groep boomen, waarna ook het- derde lid der beman ning, via enkele boomtakken, den solieden grond bereikte. Dat was het droeve slot van de eerste poging om met een luchtballon over den grooten haringvijver te zweven. De tocht had vier uur geduurd, in welken tijd hemels breed een afstand was afgelegd van slechts 180 kilometer. In de redactioneele beschouwingen die den volgenden dag aan het avontuur werden ge wijd, waren die van „Daily Graphic" het eenige blijde geluid in een koor van meedoogenloozen spot: De andere bladen hoonden naar harte lust, maar de „Daily Graphic"-redactie deed alsof haar neus bloedde en trachtte haar figuur te redden door uit het fiasco heel wijs- geerlg het quasi goede te trekken. En aan te dikken! Die wilde tocht zoo jubelde het blad haa duidelijk het bewijs geleverd voor de weergalooze sterkte van den ballon; dat het ding gelekt had als een vergiet, vertelde (je redactie natuurlijk niet. Bewezen was ook, dat het mogelijk was aan een ballon een vol ledig uitgeruste reddingboot mee te voeren. En bewezen had de tocht nog héél veel meer. „Uit het gebeurde van gisteren zoo besloot de „Daily Graphic" haar smeuige editorial hebben we slechts frisschen moed geput. Die wilde tocht was slechts het voorspel van het heerlijk succes dat ons wacht" 1873. Het einde van de Oceaanvlucht poging van The Daily Graphic", Donaldson en Ford springen overboord. had aanschouwd". Europa was toen echter nog lang niet in zicht Maar alias zou de blijde stemming wreede- lijk worden verstoord. In de buurt van Long Island Sound gekomen, niet ver dus van de plaats van opstijging, kreeg „The Daily Gra phic" ineens een zwaren aanval van heimwee. Ze wilde terug naar den grond. Donaldson trachtte haar te kalmeeren door ballast over boord tegooien, eerst bij scheutjes, toen bij heele quantiteiten. De ballon bleef echter zak ken. Maar ook wat de richting betreft, liep het heelemaai mis, wat met den Oceaan zóó dichtbij, feitelijk een zege was. Na Sanders- field in Berkshire County te zjjn gepasseerd, dreef de „Daily Graphic" in Z. O. richting, terwijl al spoedig anker en ankertouw door de lieve trekken van moeder Aarde's gelaat ploegden. Zoo gleed het lange hennepreptiel met aan zijn staart het anker, waar anno dazumal de ballonvaarder zich nog van placht Donaldson, die de planken met het vloeitje van de balionmand had verwisseld, was Wise erin geslaagd het blad „The Daily Graphic" voor het plan van een Oceaanballonvaart te winnen. De ballon, 18.000 kubieke meter groot droeg den naam van het blad, terwijl de redac tioneele kolommen het publiek dag-in-dag-uit op de hoogte hielden van den stand der zaken. Zoo kregen de lezers te hooren, dat onder aan den ballon als mand een soort torenkamer zou worden bevestigd, met observatiebaleon. als verblijfplaats voor de koene ïuöhtvaarders. Onder het balcon werd een reddingboot aan gebracht, in geval de aantrekkingskrac.it van de woelende baren onweerstaanbaar mocht blijken. Door het blad werden in verschillende Euro- peesche landen vast de noodige voorbereidin gen getroffen, om den^ Oceaanluchtvaarders een waardige ontvangst te doen bereiden. Voor het publiek werd de gelegenheid opengesteld poststukken mee te geven, raison van 1 dol lar per biief. Wise deed zijn naam eer aan, door wijselijk te verlangen dat eerst proeven zouden worden genomen aangaande de sterk- keerend, de noodige zegels in zijn paspoort geplakt moet hebben, bij gebreke waarvan het dubbele moet worden betaald van de waarde der te* weinig geplakte zegels met een minimum van 10. Dit voorschrift is onnoo dig streng en daardoor onredelijk. In verband met deze opmerkingen verklaar den vele leden het zeer op prijs te zullen stellen, indien de regeering een gedetailleerd overzicht zal willen geven van de wijze, waar op zij de contröle bij heenreis en terugkeer denkt te regelen. In elk geval zal meende men de te treffen regeling zeer soepel moeten zijn en het den reizigers zoo gemak kelijk mogelijk moeten maken. Deze belasting zal, als zij wordt ingevoerd, wel nimmer, zóó populair worden, dat men daarvoor gaarne wat moeite over heeft. Van verschillende zijden werd er de aan dacht op gevestigd, dat aan een aantal van de hierboven weergegeven bezwaren althans ten deele zou worden tegemoet gekomen, indien, gelijk in een voorontwerp schijnt te zijn geschied, een maximum werd vastgesteld, waarboven geen belasting verschuldigd zal zijn. Andere leden meenden, dat reeds een groot gedeelte der bezwaren, vooral voor zoover die de grensbewoners betreffen, zouden kun nen worden ondervangen door reizen van korten duur, bijv. 2 maal 24 uur, buiten de .belasting te doen vallen. Het Sint Melania-blad tien jaar oud. Tien jaar lang heeft thans het sympathieke igaan der vereeniging „Sint Melaniawerk" ider de stuwende leiding van de redactrice techtilde Hüisken den edelmoedigen arbeid oor de inheemsche vrouw en het inheemsche eisje in onze koloniën gepropageerd en daad- erkelijk gesteund. Zonder het Sint Melania- erk zouden de resultaten van dit missiewerk ..van de vrouw voor de vrouw" ongetwijfeld niet tot zulke verheugende en verrassende re sultaten geleid hebben als thans het geval is Een goede gedachte is het dan ook geweest om dit verdienstelijk werk gedurende het eerste decennium in een lustrumnummer te herdenken. Van allen kant wordt aan redactie en admi nistratie hulde gebracht. In dit feestnummer, dat met interessante foto's is verlucht, wordt allereerst het gebed van de Melania-leden ge vraagd voor den beschermheer van het Sint Melaniawêrk, mgr. J. H. G. Jansen, dpdat God zijn lijden moge /erlichten. Mgr. P. Willekens S.J., apostolisch vicaris van Batavia, opent de reeks van bijdragen met een opwekkend woord voor het St. Mela niawerk, aan het slot waarvan Z. H. Exc. ver klaart, dat de Kerkvoogden van Nederlandsch- Indië vurig wensehen het aantal af deeling en en leden van het St. Melaniawerk te zien toe" nemen opdat in steeds talrijker steden de Mis- sie den steun moge ondervinden va'1 Üver en ondernemingslust der St. Melanift-dames. Met dankbaarheid en vreugde wordt voorts in dit lustrumnummer aan het Melaniawerk hulde gebracht o.m. door den apostolisch vica ris van Celebes, door de apostolische prefecten van Soerabaja, van Bandoeng en van Benkoe- len, door de provinciaals der paters Jesuieten, Franciscanen en der priesters van het H. Hart, door den magu>ter-g»ueiaal der Krulsheeren, door mgr- F- groenen, secretaris der S.M.V., door prof- dr. J. Schmutzer, door dr. Jos. M Drehmanns C.ss.R., door pater Desiderius Fran- ses O.F.M., algemeen geestelijk adviseur en pastoor H. Koch S.J., algemeen geestelijk adviseur voor Java. Het feit, dat een zoo illuster gezelschap, dat zich hier bijeen vindt, zich genoopt voelt, een spontaan eerbetoon te brengen, is alleen reeds een bewijs, welk een gewichtig onderdeel van de missie-actie in onze koloniën het Sint Mela niawerk uitmaakt. Over den verscheiden en belangwekkenden inhoud van het Sint Melaniablad schrijft mevr. Ch. Steins BisschopHerckenrath, alge meen voorzitstei S.M.W. voor Nederland. „Het (Melaniablad) vertelt van de verrich tingen der afdeelingen in Nederland, het doet ons zien den eigen-aard van de Javaansche vrouw in Oost- en West- en Midden-Java, en in de Javanen-Kolonisatie op Zuid-Sumatra het vertelt van 'alembang, van Benkoelen en i andjong Karang.... het spreekt van de vrou wen en meisjes op Zuid-Celebes. Wij lezen over scholen en schooltjes, waar den kienen Inlandschen meisjes de elementaire wetenschappen worden bijgebracht door lm landsehe onderwijzeressen.... wij zien, hoe zij overgaan naar verder onderwijs, tot onderwij zeres-opleiding toe.... dan de huishoudscholen, handwerk-, weef-, en batik-cursussen. Op medisch gebied beweegt het Sint Mela- nia Werk zich ook, en niet op de laatste plaats! Sla het blad maar eens op en lees over de klinieken voor kraam- en baby-verzorging; lees het werken der Inlandsche vroedvrouwen en verpleegsters in de kampongs!" Het lustrumnummer, biedt nog veel meer lezenswaardigs. wij bezien gebouwen als de St. Catharinakerk met een heel iva milder oog dan de generatie, die bij Cuypers is opge groeid In zijn boek over de herleving van de kerke lijke kunst in Nederland heeft Gerard Brom reeds gewezen op een zekere kentering in. het oordeel over de kerkelijke bouwkunst in de eerste helft van de negentiende eeuw. Naarmate we bij den grooter wordenden af stand in tijd critischer komen te staan tegen- over de scheppingen van de eertijds alleen zaligmakende neo-gothiek, neemt ook de waardeering voor hetgeen in het klasaicisme aan goeds werd bereikt, geleidelijk toe. J Het is Jan Engelman die zich van tijd tot tijd tot tolk maakt van dit betrekkelijke eer herstel voor den z.g. watérstaat-stijl, eenmaal wat al te ijverig gesmaad. In de jongste aflevering van het Gildeboek neemt hij weemoedig afscheid van de voor malige St. Catharina-kerk te Amsterdam, aan den Singel bij het Koningsplein. Hij voelt wel, dat het onvermijdelijk is oude kerken prijs te geven in de ontvolkte binnenstad. Het is nu eenmaal niet mogelijk tegen den stroom op te roeien. Nadat hij dit heeft geconstateerd, gaat Jan Engelman voort: „En zoo stijgen niet langer de wierook wolken omhoog in de oude, vertrouwde kerk met den gelen gevel. Er klinkt geen orgelspel meer en geen gezang, er gaat geen stoet van witte bruidjes meer om. De inventaris is geveild, waarbij heel wat goede spullen het Venetiaansche glas! ondanks den ijver van het Kerkbestuur. voor een appel en een ei vertrokken. Het gebouw is klaar om in een bioscoop of een bank te worden veranderd, zoodra het com- pas der tijdsomstandigheden een beetje omloopt. Het is, tenslotte, toch wel zeer te be treuren. Want wjj bezien gebouwen als de St. Catharinakerk met een heel wat milder oog dan de generatie, die bij Cuypers is opgegroeid en door Alberdingk Thijm, Van Heukelum en De Stuers aesthetisch werd opgevoed. Wel heeft Thij m den gevel van de St. Catharinakerkgenoemd „een van de draaglijkste geveltjens, waarmee men in de laatste halve eeuw de Roomsche kerk gebouwen heeft voorzien", maar hij toomde in De Spektator van 1850 geweldig tegen den 'Waterstaatsstijl, in dezer voege: „Men ga niet voort den liefdepenning der geloo- vigen in de klok der Heidensehe Kunst te werpen; maar plante hem in een Christe- lijken grond en hij zal met de bloeikracht der steenën Gothische rozen, Gode-welge- vallige kunstvruchten voortbrengen. O, dat ik het nog eens beleven mocht in mijn va derstad eene schoone Katholieke kerk te zien oprijzen, die niet releveerde van de koude schoollessen der Heidensehe traditie, maar van liet warm gevoelend hart en van den logïsctien geest eeris waardiger! kunste naars". Wrj, vijf-en-tachtig jaar later, denlten over die „gotische rozen", ontbloeid op Thijm's vurig verlangen, het onze en vinden minder aanleiding om den „Vignole de poche" kort weg voor een vrucht van het koude heiden dom te verklaren. Er zijn nog altijd Hollan ders, die, in Vlaanderen, i" Beieren, in Oostenrijk, in Italië, niet weten hoe ze zich zelf uit de knoop zuilen halen, wanneer ze zijn aangeland voor de vleezige heiligen en bolle engelen, de pilasters en consoles, de voluten en lunetten van barok en rococo. Op zijn zachtst spreken ze van uiterlijk en op pervlakkig, gelijk Just Havelaar, die alleen uit Domineesland weg ging om „wijze les sen" op te doen. Maar hun getal vermindert. En zoo vermindert ook het getal van hen, voor wie de neo-gothiek taboe en de stijl van den Waterstaat wansmaak Is. Laten wij trachten het beetje maat te houden a la Vignola dat aan Thijm in 1850 ont brak. De waterstaatsstijl, anders gezegd het neo-klasslcisme, heeft met rare constructies en vreemde coulisses gebouwd. De begrip pen over waarheid en zuiverheid zyn ge groeid sinds het optreden van CuyperS- Maar ontegenzeggelijk zijn er in de Neder landsche interpretaties van barok en rococo, die wij in de waterstaatskerken zien, ook fraaie, harmonieuze partijen te vinden, maten die bevredigen door het ik-en-weet- niet-wat van het juist uitwegen; zuivere bouworden in muurtjes, zuilen, pilasters en raamverdeelingen, beminnelijke ornamenten, mooie dramatische beelden aan altaren en orgelgalerijen. Het hartelijke klasslcisme van de St. Ca tharinakerk was ons lief. Het altaar, min der majestueus van opbouw dan dat ih de M-or.es en Aaron, slanker en eenvoudiger, vulde den rondboog met een architectuur, waarover men, ondanks de tirelantijnen, toch niet te gering moet denken. Behalve een paar beelden was er geen stukje steen aan, maar deert dat nu zoo verschrikke lijk? Het had statie en het had kleur, het had allerlei charmante dingen, die men te genwoordig nog pijnlijk mist. Het St. Ca- tharinabeeld onder het kruis, maar vooral de marmeren groep van de H. Maagd, met engelen en wolken, behooren tot een soort van beeldhouwkunst, die het in behande ling der materie en in expressie van bijna al het hedendaagsche kerkelijke werk wint, In het pompeuze ontbreekt hier niet de vastheid van overtuiging en het innige. En het intieme witte galerijtje met zijn zui lengang, kijkt men daar niet met waarach tig plezier naar? Nu de kerk ontluisterd is, schijnt men pas goed te zien, welk een mooie lichte ruimte het eigenlijk is. Er is geen reden om dezen stijl nog eens te imiteeren, maar wel zou men wensehen dat iets van den geest dezer maten bij moderne architec ten en vrije kunstenaars leven ging". Deze beschouwingen van Jan Engelman zijn de inleiding op een notitie over het werk van den schilder Ben Meddens, dat in de Cathari nakerk werd geëxposeerd. VOORZIET U VAN GOEDE HULP, HOUDT STEEDS EEN BIJ DE HAND.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1936 | | pagina 2