HET KONINKLIJK BEZOEK AAN DE
MAASSTAD
N
Rotterdam uit op enthousiaste wijs
zijn
Geestdriftige massa*
ovatie voor Prinses
en
ZATERDAG 10 OCTOBER 1936
de spontane, dagenlange bejubeling van het verloofde
prinselijke paar in de Koninklijke residentie, na de
indrukwekkende buide, welke de Koninklijke Familie in de hoofd
stad des lands ten deel viel, kwam gisteren voor Neerlands eerste
havenstad de dag van het reeds kort na de verloving in uitzicht
gestelde koninklijke bezoek. Over de breede rivier maakte de
Koninklijke Familie een boottocht langs de feestelijk gepavoiseerde
havens, besloten door een minutenlang sirene-geloei der honderden
schepen, welke een eere-escorte vormden tijdens de vaart. Onder
broken door 'n ontvangst ten stadhuize, werd 'n urenlange rondrit
gemaakt door Noord- en Z'uiderstad, gedurende welken honderddui
zenden de Koninklijke Familie een geestdriftige massale ovatie
hebben gebracht.
Imposante scheepvaart^
revue op de rivier.
Ten stadhuize wemscht de
Burgemeester 't verloofde
paar geluk.
PLECHTIGE ONTVANGST TEN
ST ADHUIZE.
NIEUWE VOGELS IN DE K.L.M.
VOLIèRE.
De „Ibis" op Waalhaven.
„TEATRO DEI PICCOLI".
Tivoli-schoxiwburg>
WADDINXVEEN.
DE WIJZIG'NG VAJ\ ut ZEGELWEI
BOSKOOP
II AAST HECHT.
De aankomst van de Koninklijke Gasten in de Maasstad. Het hooge gezelschap begeeft zich naar de „Stail R'dam'
Rechts H. M. de Koningin, links H. K. H, Prinses Juliana en Prins Bernhard.
Rotterdam heeft een heerlijken, mooien dag
beleefd, een dag, dien men niet licht zal ver
geten. De morgen ontwaakte in de feestelijke
stemming van een lachende najaarszon. Een
hooge strak-blauwe hemel koepelt zich boven
de met blijheid overtogen stad. We kennen
echter de grillen van het najaar, maar de
hoop, die wij dagenlang in ons rondgedragen
hebben, dat geen dissonant met betrekking
tot de weersgesteldheid onze jubelstemming
zou verstoren, is gelukkig niet ijdel geweest.
Ofschoon een ieder nog druk aan den arbeid
was, want eerst tegen klokke twaalf uur zou
men vrijheid van beweging krijgen, had de
stad in de eerste morgen-uren toch reeds iets
van een vrije gelukkige feeststemming. Vanaf
het stadhuis, dat zich te koesteren staat in de
glanzende zon waaien d^ vlaggen breed en
helder uit en de frissche bries speelt met alle
andere vlaggedoeken, die ter eere van dezen
dag zijn uitgestoken. Het is opvallend, maar
een ieder schijnt zich een dundoek te hebben
aangeschaft, want er hangen veel en veel meer
vlaggen, dan op een gewonen nationalen feest
dag.
Hoe kan dit ook anders?
Gisteren immers was het de beurt aan de
Maasstad om het jonge Vorstelijke Paar voor
het eerst binnen haar muren te ontvangen.
Het was echter niet alleen de Rotterdam-
sehe bevolking, die de straten tot berstens
toe vol maakte, doch duizenden belangstellen
den waren afkomstig uit de randgemeenten
Schiedam, Hillegersberg, Overschie en Schie-
broek, verder uit het Westland, de omstreken
van Dordrecht en Gouda en in het bijzonder
ook van de Zuid-Hollandsche eilanden.
De koninklijke, trein over Am
sterdam geleid.
Tengevolge van het opruimingswerk bij
Woerden op de plaats waar het treinongeluk
heeft plaats gehad, kon de Koningin geen
gevolg geven aan Haar voornemen, heden via
Amersfoort, Utrecht en Gouda, naar Rotter
dam te reizen.
Thans heeft het Hooge Gezelschap de reis
moeten maken over Amsterdam, waartoe op
het laatste moment besloten werd een extra
trein in te leggen. Deze trein bestond, zooals
gewoonlijk, uit een locomotief, een goederen
wagen en twee hofrijtuigen.
Op den doortocht naar Rotterdam heeft de
qpedale trein van 12.09 tot 12.13 op het
gtationsemplacement te Schiedam stilgehou
den. Op het perron waren aanwezig de com
missaris van politie met enkele inspecteurs
en agenten, alsmede de ataUowhef, de heer
Baars.
De aankomst, aan het Maa.sslat.ion.
In groote drommen was het publiek reeds
in den voormiddag opgetrokken naar 't Maas
station, waar te half één de Koninklijke be
zoekers zouden arriveeren. Tot binnen de hek
ken van het voorplein was het publiek toe
gelaten. Door een flinke politie-afzetting wa3
echter het terrein tusschen het stationsgebouw
en de rivier vrij gehouden. Slechts een vier
honderdtal genqodigden werd hier toegelaten.
Recht tegenover het stationsgebouw stonci
de eerewacht van de Mariniers opgesteld met
de Marinekapel uit Den Helder, onder leiding
van kapitein J. P. van Gijn. Hooge vlagge-
masten, waaraan het rood-wit-blauw en het
oranje dundoek vroolijk wapperden in den
gullen zonneschijn, gaven het geheel een bij
zonder feestelijk aanzien. De uitgang van de
stationsgebouw-wachtkamer was met groen
versierd en met een baldakijn getooid.
Te 12.29 liep de speciale trein het station
binnen en stopte precies voor de wachtkamer
le klasse.
Hier werden de hooge bezoekers door de
wachtende autoriteiten begroet. Nadat H. M.
de Koningin, gevolgd door Prinses Juliana en
Prins Bernhard de trein hadden verlaten en
de autoriteiten aan hen waren voorgesteld, be
trad het gezelschap de wachtkamer.
Deze wachtkamer was voor deze gejegeu-
heid op een smaakvolle wijze versierd door de
firma Hartlieb met veel groen en Perzisch*
tapijten. Boven de schouw prijkte het groote
portret der vorstelijke verloofden, terwijl tegen
een anderen wand het portret van H. M. de
Koningin was aangebracht.
Hier werden aan H. M. de Koningin en
Prinses Juliana bloemen aangeboden door twee
Rotterdamsche meisjes, dochtertjes van leden
van den gemeenteraad: Charlotte Baars en
Anna Stemerding. Voor welke attentie H. M.
en de Prinses minzaam bedankten.
Korten tijd na aankomst van den trein ver
scheen het hooge gezelschap door de wacht
kamer buiten het station. Een luid gejuich
van de hier toegelaten genoodigden en van
het publiek bij de hekken ging op. Een
geroffel van de tamboers der marine weer
klonk en terwjjl de Koningin en haar gevolg
over den looper het plein in de richting van
de eerewacht overstak, zette de Koninklijke
Marinekapel uit Den Helder, die rechts van
de eerewacht stond opgesteld, het Wilhel
mus in.
H. M. de Koningin was in paarigrijs costuum
gekleed, terwijl H. K. H. de Prinses een terra
cotta-kleurig costuum droeg met witten her
melijnen bontjas. Terwijl het oude volkslied
weerklonk, naderde de Koningin de eerewacht,
die Zij, na het vaandel te hebben gegroet met
een lichte buiging, inspecteerde. De wacht be
stond uit 120 man mariniers met tamboers en
pijpers van het garnizoen te Rotterdam.
Aan den aanlegsteiger van den veerboot
OosterkadeAntwerpsche hoofd, lag het door
de gemeente Rotterdam dikwijls voor represen
tatieve doeleinden gebruikte vaartuig „Stad
Rotterdam", echter nog nauwelijks herken
baar door de veranderingen en verfraaiingen
die de boot had ondergaan. Aan boord van de
„Stad Rotterdam" scheepten de Koningin en
het vorstelijke verloofde paar zich in, alsook
de aanwezige Rotterdamsche autoriteiten, de
commissaris der Koningin en de leden van het
gevolg, onder wie de grootmeesteres van
H. M. gravin van Lynden van Sandenburg en
de grootmeester van H. M. graaf du Monceau
de dienstdoende grootmeester van de prinses,
de heer Juckema van Burmania baron Rengers
van Warmenhuizen, de eerste hofdame van
de Koningin jonkvrouw van Tets, de beide
I hofdames van de Prinses baronesse van Heem
stra en freule De Brauw, de eerste stalmeestei
der Koningin jhr. Verheyen, de particuliere
secretaris der Koningin C. S. Sixma baron
van Heemstra, de kamerheer der Koningin,
jhr. mr. Dedel, de kamerheer der Prinses inr.
baron Baud, de adjudant van H. M. kapitein
Phaff en de ordonnans-officier jhr. Van Kin
schot.
„Doe ik het of doe ik het niet schijnt de
zon te willen zeggen als we achter de „Stad
Rotterdam" liggen, wachtend op de aankomst
van de Koninklijke Familie. Voorloopig doet
zij het dan toch maar en met de paar drup
peltjes regen wordt het geen ernst. Want de
bolle wind schuift de wolken weg en zg blijft
het nu doen dat het een lieve lust is, zij schijnt
over de stad, over het water, over de sche
pen en over ons.
Zoo is het als de commando's klinken, als
alles aan den wal stil wordt en gespannen
en de tonen van het Wilhelmus klinken.
- Dan komt spoedig onder daverend gejuich
de Koninklijke familie aan boord van de „Stad
Rotterdam", die den standaard hijscht.
Nog een oongeblik en de kabels worden
losgesmeten en onder het wuiven en jubelen
van de menigte aan den wal vaart de witte
boot af.
De „Jolles" van den Rijkshavenmeester
gaat aan den kop, de „Havendienst V" met
den havenmeester aan boord vaart langszij
en vrijwel alles wat aan politiebooten van rijk
en gemeente de orde pleegt te handhaven op
de rivier sluit zich aan bij het escorte. En
zoo vangt de grandiose vloot-revue aan.
Een paar woorden in het latijn dringen zich
opeens op. „Benedicite omnia quae moventur
in aquis, Domino!" zongen de jongelingen in
den vuurover. Alles wat wemelt óp het water
zingt vandaag den lof van ons dierbaar Huis
van Oranje.
Snel gaat het nu de richting van de Wil
lemsbrug "uit, zoo snel dat de volgboot van
de pers, die zich niet tijdig van den wal heeft
weten los te maken, al dadelijk een heel eind
achterop raakt. Maar met stampenden motor
zwoegt ons bootje om den achterstand in te
halen. En intusschen neemt de Koninklijke
Familie van deze bonte thuis-vloot de revue
af. Vlak achter de Willemsbrug liggen twee
der grootste brugkranen, die samen een ran-
tastische eere-poort vormen. Dan volgen m
een lijn, circa 150 M. uit den stadswal de op
leidingsschepen, de „Nederlander" met de
leerlingen in masten en raas, de „Prinses Ju
liana" met de bemanning in haar donkere
uniformen keurig opgesteld. Aan de eene zijde
is het dan de walkant vol juichende menschen.
aan de andere zijde de feestelijke linie van
ontelbare luxe-jachten en zeilbooten, bont ge-
pavoiseerd en met ellenlange oranje-wimpels
die traag deinen op den wind. Overal zien we
de clubvlag van de Kon. Roei- en Zeilvereeni-
ging „De Maas", die met vele schepen aan
de revue deelneemt, en een enkele maal wap
pert ook het oranje-blanje-bleu van de Prince-
vlag.
We Komen langs de Holland-Amerika-Liijn,
daarvan de reusachtige „Statendam" (huis ls,
langs het Park, waar vele kijkers zich in drom
men hebben opgesteld, langs de Jobshaven met
het uitzicht op den Rotterdamschen wolken
krabber, langs de schepen van de Batavier-
lijn en langs de Lloyd, waar aan boord van
de „Slamat" Inlandsche schepelingen met hun
kleurige hoofdbedekking op dezen tocht ons
Indië representeerden.
En aan de andere zijde lagen in eer einde-
looze reeks de booten van ons gerenommeerde
sleepbedrijf, we lezen namen met bekenden
klank, booten die machtige sleepen over verre
zeeën trekken en schepen bergen overal ter
wereld. Dan wordt het uitzicht nog meer in
ternationaal; we zien de vlaggen van alle
naties: Engelsche, Fransche, Belgische. Zweed-
sche, Amerikaansche, en veel rood met het
zwarte hakenkruis. We zien tallooze directie
booten van onze groote ondernemingen en dan
vangt de indrukwekkende rij aan van zuigers
en hyschbokken en grijpkranen, het monster
achtig insectarium van een moderne wereld
haven. Wanneer we langs een baggermolen
varen spuit hij bij wjjze van attentie uit een
log waterkanon een donkeren stortvloed naar
omlaag, waar het bruisend in de rivier valt.
Wjj hebben inmiddels de „Stad Rotterdam"
een heel eind ingehaald. Zij mindert vaart en
zij het hoofd van Schiedam gaat het roer naar
bakboord om. Dan krijgen we onze kans en
we zien hoe Prins Bernhard de beschutte plek
voor de Koninklijke Familie verliet en naar
voren gekomen is. Hij staat op de voorplecht
in den wind en kijkt en kijkt, opdat niets nem
zal ontgaan van dit onvergetelijk tafereel
Dan gaat de vaart kalm langs de terreinen
van de Droogdok Maatschappij en langs de
nieuwe „Statendam" in aanbouw, nog niet
meer dan een roode romp. Even verder staal
heel Heijplaat opgesteld, vereenigingsvaandetó
gaan omhoog, de muziek zet in en het is een
aardig gezicht als honderden kinderen
zwaaiend met hun vlaggetjes de hooge gasten
toejuichen en niet tot bedaren kunnen komen.
„Bang zullen zij leven", klinkt het jubelend
over het water. Maar als dan de boot met de
Vorstelijke Gasten den walkant nadert, dan
wordt alles overstemd door het loeiend concert
van de scheepsignalen, een dreunen en brom
men dat aanzwelt en aanzwelt tot het overal
de lucht vervult met deze doordringende stem
van de zeevaart.
Hier zal de Koninklijke Familie van boom
gaan. We hebben de „Stad Rotterdam' reedt-
welhaast uit het gezicht verloren. We draaien
ijlings af en full speed gaat het terug naai
de stad. En nog eenmaal zien we de haven aan,
nu in de ontspanning van de voorbije gebeui
tenis, nog eenmaal zien we die grillige lijn
langs den blauwen hemel, met overal waai
maar een vlag kan staan de felle kleuren tril
lend in den wind.
Het is goed geweest. Het zal onvergetelijk
blijven voor de Prinses en Haar toekomstigen
gemaal, deze Vorstelijke vaart door de haven.
„Heeft u het gezien, meneer?" zegt de
chauffeur als we ijlings in een taxi onze bu
reaux weer opzoeken om dit verslag te schrij
ven. Zeker, we hebben het gezien. En dan op
eens de man achter het stuur, na een lange
pauze, zonder inleiding of overgang:
„Het is hier beter dan in Spanje. We moe
ten ze maar in eere houden".
Neen, het klinkt niet oneerbiedig, dit „ze"
Het klinkt diep en hartelijk als uit de stoere
overtuiging van een trouw volk.
Het feest van den intocht in
Rotterdam-Zuid.
Te ongeveer half twee naderde de „Stad
Rotterdam" met de Koninklijke Gasten aan
boord den met vele vlaggen versierden Titan
steiger aan de Waalhaven. Lang vóór het of-
ficieele uur van aankomst hadden duizenden
zich reeds genesteld langs het water en de
omgeving, om getuige te zijn van de blijde
„incomste" van het Jonge Paar.
De auto's, waarmede de Koninklijke rijtoer
door Rotterdam zal worden gemaakt, staan
reeds te wachten. Nauwelijks hebben de Ko
ningin, Prinses Juliana en Prins Bernhard
voet aan wal gezet of een schier eindeloos ge
jubel barst los. By den aankomststeiger zijn
het vooral de bewoners van Barendrecht en
van Oud-Charlois, die zich hier een plaatsje
hebben weten te veroveren. Men houdt zich
zoo goed mogelijk aan de afzetting, maar
t kost reuze moeite. H. M. de Koningin wuift
de menigte toe, terwijl de Prinses in haar ech
te menschelijke bewogenheid over zooveel
liefde, trouw en aanhankelijkheid, ietwat
overbluft met een glimlach op het gelaat langs
de juichende en jubelende menigte schrijdt.
En de Prinsmet een jovialen groet neemt
hij de hartelijke hulde in ontvangst.
Nu begint pas het feest van den intocht!
De politie-motorrijders openen den stoet.
Dan volgen de auto's van den hoofd-commis-
saris en van den burgemeester. Dan komt de
auto met het gelukkige Koninklijke Gezin.
Onder daverend en langdurig gejuich zet
de stoet zich eindelijk in beweging en bijna
gedragen door de menigte maken de Konink
lijke Gasten hun joyeuse entree in het Rot
terdam, gelegen aan den Linker-Maasoever
Het is een aaneenschakeling van feeste
lijke begroetingen en hartelijke ontvangsten.
Langs Hoofdsteeg, Goudschesingel, Hofplein
nadert de stoet den Coolsingel. Bij bijzondere
gebeurtenissen kan het daar druk zijn, maar
zoo vol als vandaag hebben wij onzen uitbun-
digen vlaggen-boulevard nog nimmer gezien.
Achter de touwen, die de afzetting vormden
stond de menigte dicht opeen gedrongen. De
café-terrassen en de ramen voor de hooge hui
zen, waarvan ook de daken zelfs bezet waren,
bergden een ontelbaar aantal kijkers, die de
drie lachende wuivende Koninklijke Gasten
met vlaggetjes, zakdoeken .en handgewuif be
groeten. Voor den Doelen was ruimte openge
houden voor een groot aantal invaliden, die
hier met hun wagentjes een rustige en goede
plaats hadden gekregen om alles van dichtbij
gade te kunnen slaan. Aan het gejuich uit de
menigte kwam echter geen einde op het mo
ment, dat de Koninklijke auto's stilhielden
voor den ingang van het Raadhuis.
De rijtoer door de stad werd te half drie
onderbroken voor een korte ontvangst ten
stadhuize
Op het vrijgehouden gedeelte van den Cool
singel voor het Stadhuis stond het Rotter
damsche Aubade-koor opgesteld, versterkt
met een 20-tal zangvereenigingen. Voor de be
geleiding zorgde de Rotterdamsche Harmonie
voor deze gelegenheid met vele krachten ver
sterkt.
De zangers werden geflankeerd aan de eene
zijde door de leden van B. V. L. en aan de
andere zijde door de Rotterdamsche Burger
wacht, waarvan verscheidene afdeelingen, o.a,
de Vie divisie, er bijzonder feestelijk uitzag.
Op het trottoir voor het Raadhuis, voor zoo
ver niet opengehouden, hadden de reserve-offi
cieren, de leden van de Militaire Willemsorde
oud-strijders e.d. een plaats gekregen.
Nadat H. M, de Koningin, Prinses Juliana
en Prins Bernhard op de eere-zetels hadden
plaats genomen hun gevolg schaarde zich
daarachter trad Burgemeester Doorglee-
ver Fortuyn naar voren en hield een toe
spraak.
Na deze rede zette het orgel van de burger
zaal, bespeeld door den heer van Doom,
eenige malen het Wilhelmus in, waarna het
Kralingsch Vrouwenkoor onder leiding van
Otto Glastra van Loon op meerstemmige
wijze het officieele volkslied van Lippe „Wie
schön bist du, geliebtes Heimatland" ten ge.
hoore bracht.
Vervolgens noodigde de Burgemeester de
Koninklijke bezoekers uit zich naar het balkon
van het Raadhuis te begeven.
De aubade.
Een daverend gejuich ging uit de wachten
de duizendkoppige menigte op toen de vor
stelijke personen op het balcon verschenen,
een gejuich, dat verheugd en hartelijk door
de Koningin zoowel als door Prinses Juliana
en Prins Bernard werd beantwoord. Het werd
pas stil toen de zanghulde 'n aanvang nam en
de verzamelde zangers 't door Gr Leenheer ge
dichte en J. C. Andreae getoonzette welkoms
lied inzette. Hierop volgde een speciaal Prin
ses Juliana en Prins Bernhard opgedragen
lied met tekst van dr. K. H. de Raaf op het
bekende Lippische wijsje van den eenen sol
daat van „Lippe-Detmold" eine wunderschoene
stadt". En toen de zanghulde besloten werd
met het Wilhelmus werd dit uit duizenden
kelen meegezongen en was het of er een
oranje golving' over den Coolsingel voer toen
duizenden met hun oranje gekleurd program
ma der zanghulde naar de leden van het vor
stelijk gezin wuifden.
Nadat de aubade beëindigd was en de bei
de vorstelijke verloofden op het bordes het
middelpunt waren van een geestdriftige
ovatie, betrad H. M. de Koningin het eerst de
burgerzaal waar een driewerf „hoezee" op
H. M. werd aangeheven. Hetzelfde geschied
de, toen eenige oogenblikken later de Prin
ses en de Prins van het balcon in de zaal
terugkeerden en blij verrast opkeken, toen
het enthousiasme van de menigte buiten zich
voortzette ook onder de officieele genoodig
den in de zaal.
Met een joviaal dankgebaar verlieten de
vorstelijke verloofden de Burgerzaal.
Beneden in de fraai met tapijten en bloem
stukken versierde hal werden door den Bur
gemeester de leden van het dagelijksch be
stuur van 't Comité voor Nationale Belangen
met hunne dames, benevens de organist van
Doorn, de dirigente mevr. Grimberg-Huyser
en de directeur van 't Vrouwenkoor aan de
Koninklijke Gasten voorgesteld. Zoowel H. M.
de Koningin als de Prinses onderhielden zich
persoonlijk met ieder hunner en spraken hun
waardeering uit voor de wijze van ontvangst.
Dan was de tijd aangebroken om de route
door de stad te- vervolgen.
Bij het verlaten van het Raadhuis brak het
enthousiasme onder de menigte weer uit en
langs een dichte haag wuivende en juichende
menschen zette de stoet zich in beweging.
De „Ibis", de eerste Douglas D. C. 3 voor
de K. L. M. is thans naar het vliegveld
Waalhaven vervoerd, alwaar de technische
staf van de K. L. M. het toestel thans mon
teert.
Zondag a.s. zal het reeds voor het publiek
te bezichtigen zijn, in één van de loodsen op
Waalhaven.
De zeven Douglas D. C. 3-toestellen, welke
in 1937 zullen worden afgeleverd, dragen de
volgende registratieteekens en namen: PH
ALH („Hop"), PH—ALN („Nandoe"), PH—
ALO („Oehoe"), PH—AL? („Pluvier"), PH—
ALR („Reiger"), PH—ALS („Specht") en
BH— ALT („Torenvalk").
De „Nandoe" is een Australische struis
vogel, de Hop een kleurige gekuifde vogel, die
vrij zeldzaam in Brabant en den Achterhoek
voorkomt. Van de pluvierenfamilie is de
Strandpluvier de bekendste in ons land voor
komende waadvogel. De Specht, de Reiger en
de Oehoe hebben al eerder in de K. L. M.-
volière vertoefd. De eerste twee hadden hun
naam verleend aan Fokker F 7B-toestellen;
de Oehoe, een Fokker F 18. werd in „Oriol"
herdoopt bij zijn indienststelling op de West-
Indische Iyn van de K. l. M.
In het programma van het Italiaansch ma
rionetten-theater onder leiding van Vittorio
Podrecca, dat thans zijn voorstellingen geeft
in den Tivoli-schouwburg aan den Coolsingel
en waaraan wij dezer dagen in ons blad zoo
vele woorden van volkomen verdiende lof
wijdde, is sinds gisteravond iets nieuws in-
gelascht, namelijk een sprookjes-opera voor
jong en oud van Gian Bistolfi, „De schoone
slaapster", met muziek van O. Respighi.
De rijtoer door de stad.
Na het officieele bezoek aan het stadhuis,
reden de koninklijke auto's weer voor. Het
langste gedeelte van den rijtoer móest nu nog
volgen, waarbij zoowel het oosten als het noor
den en het westen der stad werden bezocht.
Neen, geen wijk van Rotterdam kon klagen,
dat zjj bij deze koninklijke rijtoer was achter
gesteld, want met onvermoeibare minzaam
heid bleef de Koningin langs de geheele zeer
lange route het enthousiast juichende publiek
zijn geestdriftig huldebetoon beantwoorden,
bleven Prinses Juliana en Prins Bernhard met
onverstoorbare opgewektheid de luide toe
juichingen in ontvangst nemen, steeds weer
vriendelijk terugwuivend.
Het afscheid aan het Maas
station.
Bloemenhulde.
Tijdens den rijtoer nibchten geen bloemen
worden aangeboden. De gelegenheid was
opengesteld om in het Stadhuis de Ko
ninklijke bezoekers een bloemenhulde te
brengen. Ruim vijftig fraaie bloemwerken wer
den in den loop van den morgen ten Stadhuize
bezorgd. Een viertal groote stukken kreeg een
plaats in de hal van het Raadhuis, de overige
werden tot een smaakvol geheel gearrangeerd
rond de vorstelijke zetels, welke voor de
schouw in de 'Burgerzaal stonden opgesteld.
Aankomst voor het stadhuis.
Na den rijtoer door de Zuiderstad en den
terugkeer over de bruggen naar de oude bin
nenstad. arriveerde de koninklijke stoet te on
geveer half drie voor het Raadhuis op den
Coolsingel.
Prachtig was de aanblik van de geweldige
menschenmenigte, die in blijde jubelkreten
uitbarste bij het passeeren van den stoet en
het betreden van het breede troittoir voor het
Raadhuis door de Koninklijke Bezoekers. Zoo
wel H. M. de Koningin als Prinses Juliana en
Prins Bernard beantwoordden deze toejuichin
gen op de meest hartelijke wijze.
Bij aankomst ten stadhuize werd de konin
gin ontvangen door burgemeester Droogle
ver Fortuyn, die beneden in de hall de overige
leden van het gemeentebestuur voorstelde, na
melijk de wethouders A. B. de Zeeuw, J, B. j
Ratté, R. J. Dijk en den Gemeente-secretaris
mr. M. Smeding.
In de burgerzaal hadden zich aan de lange
zijde van de zaal de leden van den gemeente
raad, geplaatst naar aucienniteit, opgesteld,
benevens de dames der Raadsleden. De ruimte
onder de orgelbalustrade was bezet dooi de
genoodigden.
Aan de eene zijde begeleid door den Burge
meester, aan de andere zijde door Wethouder
A B. de Zeeuw trad H. M. de Koningin het
eerst de Burgerzaal binnen, waar allen in
plechtig stilzwijgen de bezoekers opwachtten.
Vervolgens verscheen Prinses Juliana in den
ingang, begeleid door haar verloofde Prins
Bernhard en Wethouder Ratté. De leden vani
het gevolg sloten zich hierbij aan.
Tienduizenden enthousiaste menschen, die
in eindelooze ovaties steeds weer opnieuw los
barsten hebben tenslotte de Koninklijke Fami
lie uitgeleide gedaan. In de tot ontVangsalon
ingerichte wachtkamer van het Maasstation,
namen de Koningin en de beide Verloofden af
scheid van de Rotterdamsche autoriteiten, die
het Koninklijk Gezelschap den geheelen dag
hadden vergezeld en zoowel de Koningin als
Prinses Juliana en Prins Bernhard spraken
tegenover burgemeester Droogleever Fortuyn
hun voldoening uit over het schitterend ge
slaagde bezoek.
Even voor half vijf. stapte het Koninklijk
Gezelschap, voor zoover dat althans met H.
M. de Koningin en H. K. H. Prinses Juliana
en Z. K. H. Prins Bernhard naar ,,Het Lo°
terugkeerde, In het voor de wachtkarneI ksn
het eerste perron staande salonrijtufë en on
der het hoera-geschal der reizigers, die van
de andere perrons het vertrek konden gade
slaan, zette te half vijf de trein zich in bewe
ring-
Hiermede was net einde gekomen aan dit
Koninklijk bezoek, dat de Maasstad zich nog
lang zal blijven heugen als een festijn van
spontaan medeleven met Iedere gebeurtenis
in de Koninklijke Familie.
Het bestuur der Rotterdamsche Vereem-
ging van Makelaara in Assurantiën maakt in
een adres aan de Tweede Kamer ernstige
oezwaren kenbaat tegen twee meuwigneden.
die net ontwerp tot wijziging der Zegelwet-
1917, met betrekking tot net pohszegei be
oogt in te voeren.
Deze bezwaren betreften de 2 slotalinea's
van art. 44 t.w.;
.,Aan een vast reent van tien cents zQi<
mede onderworpen de door assuraiiLe-make
laars, assuranueuezorgera 01 verzekerden at
gegeven assuranueceruticaten en soortgelijk'
verklaringen, onverschillig in weiken vorm
opgemaakt, waarby dé onderteesenaai vei
klaart, dat een daann omschreven risico
wordl gedekt dooi een polis ais in net vytcu
of in net achtste ud is bedoeld.
De rechten van alle in dit artikel bedoelde
dooi oi namens den verzekeraai onüerieeken
de stukken worden verdubbeld, indien de vei
zekeraar niet binnen net Rijk woont ot ge
vestigd is en de stukken met namens den
verzekeraar dooi een binnen net Kyk wonen
den of gevestiguen vertegenwoordiger worden
onderteekend".
Op grond van de in net adres aangevoerde
bezwaren verzoekt adr. de Kamer, deze be
palingen niet goed te keuren.
PRIJSOPDRIJVING.
Wegens prijsopdrijving is door de gemeente
politie in beslag genomen 7770 k.g. graan.
Bij besluit van den burgemeester van 8
Oct. j.l. is deze hoeveelheid ter beschikking
gesteld van de bevolking van Waddinxveen
voor den prijs van 6.60 per 100 k.g., exclu
sief zak. Aan kleinhandelaren wordt voor ar
beid, verpakking enz. 0.60 per 100 k.g.
vergoed.
AFSCHEID KAPELAAN.
Op hartelijke wijze is in het Bondsgebouw
afscheid genomen van kapelaan J. de Wit,
benoemd te Amsterdam. De heer Nieuwen-
huizen, voorzitter van den centralen raad,
opende de bijeenkomst. In zijn openingswoord
zette spr. uiteen hoe de kapelaan zich m de
li^j jaar dat hij hier werkzaam was, heeft
getoond een waar priester en uitnemend pre
dikant. Hij feliciteerde hem met zijn benóe-
mlng" en wen ach te hem een pret Lig «trjaeicts-
veld in zijn nieuwen werkkring. Vervolgens
deelde hij nog mede dat burgemeester Troost
en baron Sloet tot Everio bericht van ver-
hondering hadden gezonden.
Vervolgens zong men „Roomsche blijd
schap", waarna mej. Dyns, prefecte van de
Mariacongregatie, den kapelaan dank bracht
voor zijn arbeid, zjjn conferenties en zijn zorg
voor het zieleiieil. Zij wenschte hem Gods bes
ten zegen.
Nu klonk het „Vaandellied" van de Maria
congregatie. De heer A. Th. Zoethoutmaar
sprak vervolgens namens de St. Jozefgezellen
(wegens ongesteldheid van den senior) en
dankte den kapelaan voor zijn werkzaamheden
teneinde de gezellen het Kolpingsprogram te
doen beleven, voor zijn vermanend priester
lijk woord, waarin hü wees °P de vele drei
gende gevaren. Hü schetste hoe zijn omgang
zfln eenvoud en liefde voor de gezellen bewees.
De heer J. c- Ro°ymans, hoofd der R. K.
School bracht dank voor al hetgeen de kape
laan gedaan had voor de schoolkinderen. Hij
wenschte hem toe dg rust des harten om daar
door °°k in staat gesteld te worden aan an
deren rust te geschenken.
Namens de K. J. C. sprak A. Janmaat een
dankwoord en wenschte den kapelaan een
zegenrijke werkkring.
De voorzitter bood vervolgens een gave on
der couvert aan, bijeengebracht door alle
vereenigingen en organisaties in Waddinxveen
en sprak de hoop uit dat de kapelaan hierin
een bewijs mocht zien van de erkentelijkheid
der leden.
Ontroerd dankte de scheidende kapelaan
allen, op de eerste plaats den zeereerw. heer
Pastoor, met wien hij aangenaam had samen
gewerkt; vervolgens allen, die hem hadden
bijgestaan in zijn priesterlijken arbeid.
Met het zingen van „Aan U, o Koning der
Eeuwen" werd deze door groote hartelijk
heid gekenmerkte bijeenkomst gesloten.
Van de gelegenheid om persoonlijk afscheid
te nemen door den kapelaan de hand te druk
ken, werd een druk gebruik gemaakt.
De
hield
R. K. PROPAGANDA-CLUB.
r. K. Propagandaclub „St. Michael"
een algemeene ledenvergadering in
het R. K. Vereenigingsgebouw.
De voorzitter, de heer Th. Pannenbakker,
wekte de leden op waakzaam te zyn en e'ke
actie van de tegenpartij te beantwoorden met
een tegenactie in brochurevorm of anderszins.
Betreffende de Opmarschcolportage werd
het volgende besloten. Te beginnen Zondag I
Nov. a.s. zullen 3 4 Pr°Pa£andisten uit de
H.H Missen op het Kerkplein colporteeren.
zal een proef worden genomen met 100
stuks. Alle leden zegden hun medewerking
toe. Omtrent een te houden Propaganda-
avond met spreker, werd het bestuur vrij
mandaat verleend. Tijdens de rondvraag werd
er nog °P aanffedrongen de vlugschriften
enz. in den korst mogeiyken tijd te bezorgen,
hetsr^e" 'ie voorzitter onderstreepte.
SCHOUW.
Vanwege het gemeentebestuur zal a.t.
Dinsdag 14 October, schouw worden gedre
ven over de slooten en wateren binnen de Uoon
der gemeente