nieuwen waterweg. HET GROOTSCHE WERK VAN DEN MAANDAG 5 NOVEMBER 1938 Resultaat van uiterste krachtsinspanning en zelfvertrouwen. REDE VAN DEN HEER W. A. ENGELBRECHT TEN STADHUIZE. ttJI ERASMUS RECHT EN ORDE". OFFICIEELE ONTVANGST TEN STADHUIZE. VEREENIGING „HET WESTEN". De jaarvergadering. Lustrumspel van de Rotterdamsche Studentenlooneelvereeniging. BRUCKNER'S REOU1EM De eerste uitvoering in Nederland op liet concert van het R. K. Gemengd Koor te Rotterdam. Propaganda-vergadering afd. O. L. Vrouw Onbevlekt ontvangen, KAMER VAN KOOPHANDEL. ROTTER D. STUDENTENCORPS EXAMENS ZIEKENVERPLEEGSTER R'DAMSCH CRISIS-COMITÉ. OP een wel zeer imponeerende wijze heeft Rotterdam gisteren het feit herdacht van het graven van den Nieuwen Waterweg Na een gran- diosen intocht met „De Batavier II", gevolgd door een vloot-eskader, werd een bezoek gebracht aan de tentoon stelling, welke een beeld geeft van de geschiedenis rond den Waterweg. Dan begaven de gasten zich naar het stadhuis, waar de heer W- A. Engel- brecht, voorzitter van de K. van K., een rede hield over het grootsche Werk van den Nieuwen Waterweg, dat "iet de uiterste krachtsinspanning en zelfvertrouwen is tot stand kunnen komen. Grauwgrijs hingen de wolken, zwaar gela den, laag over de wateren, toen de Batavier II zich Zaterdag losmaakte van den stei ger te Hoek van Holland. Het ranke vaartuig, dat ongeveer een honderd gasten herbergde o.w. Hunne Excellenties Jhr. van Kamebeek en Jhr. van Lidth de Jeude, was getooid met onze nationale driekleur, welk doek breed uit waaide door den stevlgen bries. Hoog in top droeg zij het rood-wit-blauw met drie sterren, de vlag van den Schout bij Nacht Fürstner, chef van den Marinestaf, die zich mede onder de gasten aan boord bevond. Langzaam trok men het zeegat uit, nage wuifd door eenlge honderden Hoekenaars, die nu weer eens getuige konden zijn van een big en gedenkwaardig gebeuren. Het duurt niet lang of de Batavier is met haar bekende snelheid buiten de pieren en in de verte wor den we reeds gewaar de silhouetten van Hr. Ma. kruiser „De Ruyter", de twee Z-booten en de drie onderzeebooten, die in de vroege vroegte van Den Helder zijn vertrokken, om de Batavierboot op haar herdenkingstocht over den Nieuwen Waterweg te vergezellen. Nauwelijks zijn we het eskader in volle zee P^seera of de terugtocht wordt aanvaard en nu gaat het in triomf naar de plaats, waar zeventig jaren geleden door Z. K. H. den Prins van Oranje de eerste spade in den grond werd geBtoken. De B-vlag seint en het schot van de kruisen- valt. We zijn op de plaats van den eersten spadesteek. Jhr. de Beaufort roept den gasten het welkom toe en staande op het promonade-dek houdt Minister van Lidth dö Jeude voor den uucrafoan eon. herdenkings rede. Een driewerf hoera stijgt op, ais de Minister is uitgesproken, gevolgd döor het spontaan door allen gezongen „Wilhelmus". Overal waar men passeert zfln de vlaggen uitgestoken, behalve in Schiedam, welke ge meente door een zoo ontzettende catastrophe is getroffen Te twee uur ligt de Batavier aan de St. Jobskade en per R.E.T.-autobussen begeeft hetgezelschap zich dan naar het Gebouw van den Rotterdamschen Kunstkring, waar de tentoonstelling is ingericht, gewijd aan de verschillende verbindingen van Rotterdam met de zee. De tentoonstelling. In onze artikelenreeks Is reeds overduide lijk naaf voren gekoüïèn hoe vele malen Rot terdam en het achterland, door verzandingen zijn gehandicapt, zoodat telkens de zeeweg moest worden gewijzigd, zuidelijker diende te worden gelegd, totdat eindelijk de Nieuwe .Waterweg de verlossing bracht. Ge expositie brengt duidelijk dezen eeuwen- langen strijd in beeld. De hoogtepunten laten zich als volgt verdeelen gat (tot p^bli%.d00r het BrielSChe zee" Maas, L^rdtsc"/eirKi]1&1>fS Nieuwe Maas- °ude zeegat (pl.m. 1740—i8"tM4ngvliet' öoereeache 3. De verbinding dor 'w T naai en het Goereesche Zeegat ^sao iémT 4. De verbinding door Voonlh Haringvliet, Volkerak, Brouwersnave^rhé zeegat (pl.m. 1835-1885). «mvensche 5. De Nieuwe Waterweg (1872—hedP In de bovengenoemde volgorde zal men i zaal van den Rotterdamschen Kunstkring rondgaande (rechts beginnende) een aantal kaarten, prenten en schilderijen kunnen be'- zichtigen. Eik tijdvak is als een box ing-e. Heeid Allereerst worden vertoond eenige kaarten, welke betrekking hebben op den toestand van de Rijn- en Maas-Delta voor en na den St. EUzabethsvloed, welke ramp van .overwegen den invloed is geweest op het verzanden van den Maasmond of het Brielsche volgens zijn te zien een aantal nÓ^6"1 waai'uit op te maken valt dat Noordelijke vaargeul in den Brielschen Maas- O, „erft 4; tegenwoordige Nieuwe Waterweg. Het daarop zS ingtdeelte is gewijrJ aan het Brielsche het fi-m Ön geheel Hierin is opgenomen het schilderij van A. Wiliaerts van 1633, zijn- en gezicht op den Briel en de beide ba- ns. Dit stuk wordt geflankeerd door een zeer fraai gekleurde Maaskaart van Quack en door de interessante zgn. Postkaart met de daarbij behoorende prenten van denzelfden, °P welke laatste kaart de in 1663 tusschen Rotterdam en Hoek van Holland ingestelde Post- en zeetijdingen-dienst is afgebeeld. Ver schillende teksten verduidelijken deze uitge beelde diensten. Voortgaande aanschouwt men enkele schetskaarten, welke blijken? recente onder zoekingen van den Gemeente-Archivaris Mr. H- C. Hazewinkel, gemaakt zijn in 1695 door «enige door de Stad Rotterdam naar het eiland Voome gezonden landmeters, die tus schen Zwartewaal en Hellevoetsluis opme tingen hebben gedaan met het oog op het reeds in dien tijd opgekomen plan een kanaal te graven. Daarop volgen de kaarten uit de eerste helft der 18e eeuw, waarop verschillende ver beteringsplannen voorkomen o.a. liet plan tot doorgraving van den Hoek van Holland vari .Cruquius. De overheid begint in dien tijd meer aan dacht te besteden aan den toestand der .rtvia-. ren. In dit kader moet men ook het doorgra- vingsplan van Cruquius beschouwen, hoewel het de bedoeling was ook de scheepvaart daarvan te laten profiteeren. Teruggaande langs den linkerwand, ziet men de verbeteringsplannen voor de Nieuwe en de Oude Maas uit de tweede helft der 18e eeuw,. De volgende afdeelingen zijn gewijd aan de plannen en 't totstandkomen van het Voorn- sche Kanaal en tot het graven van een kanaal door Goeree, alle uit ongeveer het midden der 19e eeuw. Het overige gedeelte der tentoonstelling bevat kaarten en foto's, waaruit het voort schrijden van de werken aan den Nieuwen Waterweg is te zien en tenslotte eenige gra fieken, gewijd aan de kosten en den diepgang van den Nieuwen Waterweg en de daarin bin nengekomen tonnage. Het hoofdmonument aan het einde van de zaal vertoont o.a. de portretten van Caland, Thorbecke en van Rflckevorsel, pre sident der Kamer van Koophandel 1838-1864; één der beide oorspronkelijke oorkonden, te Hobk van Holland in 1866 geteekend; een aquarel van het feestgebouw en den in het bezit van H. M. de Koningin ztjnden kruiwa gen en spade, welke op 31 October 1866 heb ben dienstgedaan. Er is zooveel mogelijk naar gestreefd ori- gineele kaarten en teekeningen te verkrijgen. Voorts zijn enkele portretten opgenomen, n.l. van den Inspecteur-Generaal over 's Lands rivieren C. Briinings, Koning Willem I, Schout bij Nacht I. S. May en Ir. W. F. Leemans. Midden in de zaal zijn opgesteld een aantal modellen van o.m. een baggermolen, zandzui gers, onderlo3ser, zeesleepbooten (ook dat van de Zwarte Zee), lichtschip. Bij het inrichten van de tentoonstelling is uitgegaan van de gedachte, dat naast een, zij het friet volledige, dan toch historisch zooveel mogelijk verantwoorde verzameling van de verbindingen met de zee, moest worden ge geven. Nadat deze tentoonstelling door den bur gemeester mr. P. Droogleever Fortuyn voor geopend was verklaard en de gasten een rondgang hadden gemaakt, begaf het gezel schap zich naar het stadhuis. In de groote burgerzaal, waar zich nog vele andere genoodigden hadden vereenigd, heeft'de voorzitter van de Kamer van Koop handel en Fabrieken voor Rotterdam de heer W. A. Engelbrecht een rede uitgesproken, waaraan wjj het navolgende hebben ontleend. De langverwachte wet. Op 24 Januari 1863, aldus spreker kwam de wet tot stand, die aan Amsterdam het Noord- Zeekanaal en aan Rotterdam den Nieuwen zou geven. Voor de aanneming van het betreffende wetsontwerp hadden Amster dam en Rotterdam elkaar krachtig gesteund. Voor Rotterdam kwam het plan van deh ingenieur Caland, sedert 1858 eenigszins ge wijzigd in uitvoering. Gemeentebestuur en Kamer van Koophandel onzer stad hadden herhaaldelijk in onderling overleg hierop aangedrongen. De Gemeente, aangezocht door Gedepu teerde Staten op verzoek van den Minister van Bimienlandsche Zaken, ora in de kosten van het werk bij te dragen, wees erop, dat, evenals de spoorwegen, verbetering van den waterweg een kwestie van Rijkszorg behoor de te zijn. Op dien grond verzocht zij aan Ge deputeerde Staten, den Ministér In overwe ging te geven om van het vragen eener bij drage af te zien. Mocht echter het maken der werken afhankelijk Worden gesteld van het verleenen der bijdrage, dan zou nader worden bezien, hoe aan het geld te komen. Het uitbrengen van de hoofden In zee,, waarin de ingenieurs van dien tfld de groot ste moeilijkheid zagen, vorderde boven ver wachting bevredigend, Een commissie van Amerikaansche ingenieurs ,die omstreeks 1870 dit werk bezocht, rapporteerde daaromtrent: „The history of the jetty construction at the Hook.has been one of complete success". Anders liep het na de doorgraving van den Hoek van Holland met den vaarweg zelf. Krachtige uitschuring tot grootere diepte door de getij-beweging en het afstroomde ri vierwater vond niet plaats Op 25 Maart 1874 adresseerden B. en W. en Voorzitter der Kamer van Koophandel gemeenschappelijk tot den Minister van Bin nenlandsche Zaken, erop aandringende, de verbetering van den Waterweg binnen een bepaalden niet al te verwijderden tijd te wil- len verzekeren. Vertrouwen wordt uitgespro ken in het werk van den bekwamen ontwer- P.cr- Het denkbeeld der Kamer, om met krach je6 '^ggermachines de natuur te hulp te ko- yy6n'. v*n6t in het adres ook steun van B. en wordt '11 er de overtuiging in uitgesproken meent'e o?1' wanneer medewerking der ge- van zooda Van den handelsstand tot bereiking het Rijkswet beSp0ediSing der voltooiinS van dewerking te V verel8chte ware' de me' Op advies van net,'Clam r**et Z0U ontbreken' ter op 15 April a a v antwoordt de Mims- de hoofden in zee m" Öat bij Menging van lengte bereikt hadden niet de °ntworPen Meter onder gewoon A-A ff" diepte van 5 zou worden bereikt. Buitel vermoedeIijk JU ftcilt h, v«, 1876 ,",?SÏÏk™,r'8C- De achteruitgang Van dipplp in 1876 wordt merkelijke achteruitgang var, diepte geconstateerd; afzonderlijke vloed, en ebgeulen hebben zich voor den mond gevormd; de OD- en afgaande getflbewegmg schuurde f„ver hetzelfde bodemvlak. "Jen1 nieuw vertoog der Kamer wordt na besprekingen met het Gemeentebestuur tot de Regeertng gericht; waarin zij zonder zich de Regeetmg ge nordeel uit te spreken over aan te matigen een ooi ucci r de methode, volgens welke het plan van den Waterweg moest worden uitgevoerd toch meende te moeten wijzen op de mogehjkh id dat het noodig zou zijn de natuur te hulp té komén door te baggerèn. In Mei 1877 kwam toen een wet tot op- ruiming van ruim 5 millioen. M3 grond ge- durende 4 jaren-tot stand, terwijl in De cember van dat jaar een staatscommissie werd benoemd. Op 10 Juli 1880 bracht de Staatscommissie haar eindrapport uit met een plan, uit te voe ren. ijl S. jaren, dat 30 millioen gulden kosten Brandweerautoriteiten beraadslagen met de directieleden van Wïlton-Fijenoord en den burgemeester van Schiedam over de mogelijkheid tot blussching van den brand op het Grieksche tankschip „Petrakis NomikosLinks burgemeester Van Haar en. zou. De open vaarweg zou gehandhaafd blij ven: meerdere diepte zou door baggeren en normaliseeringswerken verkregen worden; de getijbeweging en afstroomend rivierwater zou den de verkregen diepte onderhouden. Het verlangde offer werd gebracht. De regeering richtte begin 1881 tot onze gemeente het verzoek om een bijdrage in de kosten van 10% of 3 millioen gulden. De vorige jaren hadden Rotterdam groote slagen toegebracht door den val van groote ondernemingeA; de draagkracht der burgerij was zeer sterk achteruitgegaan. Overleg tusschen Gemeentebestuur en Ka mer van Koophandel leidde tot de gemeen schappelijke overtuiging, dat het verlangde offer gebracht moest worden. De Gemeenteraad nam op 28 April 1881 met algemeene stemmen het besluitt aan om aan het verzoek om de bijdrage als boven omschreven te voldoen. De werken aan den Waterweg, die in 1880 waren stilgelegd, werden opgevat en verdere verbetering vond plaats. In 1880, 20 jaren na den aanvang van de doorgraving, kon vastgesteld worden, dat de toestand in hooge mate bevredigend was. Voor diepgaande schepen was de Waterweg geregeld bevaarbaar; steeds meer binnenkom sten in één tij. Er behoeft practisch niet meer gelicht te worden. Steeds heeft voortgaande verdieping van het vaarwater van Roterdam naar zee plaats gehad. De wetten van 1908 en 1917 brachten de diepte successievelijk op 8 M. en '11 M. onder laag water. Zoowel In 1908 als in 1917 was de gemeente bereid In de verdere kosten bij te dragen, respectievelijk met maximaal 800.000, en met 1 2/3 millioen gulden, ter wijl in 1917 de handel van de bijdrage der gemeente een derde voor zijn rekening nam. De grootte der zeeschepen nam tot heden steeds toe en zoolang de uiterste grens daarin niet bereikt is, kan de Waterweg nog niet ge acht worden voltooid te Zfln. De open vaar weg van Caland zal echter gehandhaafd blij ven; hij wordt door geen andere in de scha duw gesteld. De economische betcekenis. De laatste vijftig jaren hebben wel aange toond, welke economische beteekenis een wa terweg, die in bevaarbaarheid voor geen an dere behoeft onder te doen, voor stad en land bezit. Voor -de scheepvaart bestond steeds gele genheid tot ontplooiing, daartoe ook In staat gesteld door uitbreiding van havengebied en handelsinrichtingen, waarbij het gemeente- stuur van voofuitzlenden blik blijk gaf. Gedurende de vier oorlogsjaren stond de scheepvaart vrijwel stil, terwijl daarna na opleving sedert 1930 opnieuw achteruitgang ln zeer sterke mate heeft plaats gehad in verband met de belemmeringen van het we reldverkeer als gevolg van de economische verdediging van eigen voortbrengst, waar toe successievelijk alle landen (noodgedron gen ook het onze) hun toevlucht meenden te moeten nemen. Niet alleen voor in- en uitvoeren van ons eigen land, waardoor handel en Industrie ook in onze stad en haar omgeving ontwikkeling konden vinden, heeft Roterdam open gestaan. Een belangrijke handel van goederen, die na invoer in Rotterdam weder voor uitvoer naar andere landen verhandeld konden wor den, kwam tot groote uitbreiding. De ontwikkeling van het Rijngebied na 1870 deed het directe doorvoerverkeer zoowel uit dit gebied naar overzeesche landen als in omgekeerde richting sterk over Rotterdam toenemen. Reeds werden in 1884 door de koopsteden aan den Rijn gelegen pogingen aangewend om te verkrijgen, dat gesubsidieerde stoomvaart lijnen ook Rotterdam als aanloophaven in haar vaarplan zouden opnemen. Het best blijkt hieruit wel, hoe gunstig tusschen den Rfln en de zee onze havenstad gelegen is. Voordeelen van het doorvoer- Verkeer. In het jaarverslag der Kamer van Koophan del over 1888 wordt de opmerking gemaakt, dat men op de voordeelen van het doorvoer verkeer „niet uit de hoogte moet neêrzien, zooals dikwijls geschiedt". In de eerste plaats werd verder op de belangen der losse werklie den gewezen en op de loonen, die zij met het overladen van goederen verdienen, dan op dat van alle anderen, die met handel en scheepvaart direct of indirect in betrekking staan. „Als er veel schepen komen", vervolgt genoemd verslag, profiteeren zij, die levens behoeften verkoopen aan schepelingen. Ver diensten ,die vroeger geconcentreerd waren hij export- en importhuizen, verdeelen zich nu over eeii groot aantal personen" ?er zeker ls geheel eenzijdige orienteering «n JL°0,fVOerverkeer niet jui8t te achten en ont- ,enf van eigen handel en industrie van m,J18, waar°P m het zittingsjaar 26/27 Tl*?™ °ok een gea«ht afgevaar digde uit Rotterdam, de heer Brautigam wees, maar steeds zal Rotterdam's handelen erop gericht moeten blflven een rechtmatig aandeel in dit verkeer tegenover mededingende buitenlandsche havens te verkrijgen, waar toe een vastberaden havenpolitiek, overeen stemming zoekend met West-Europ. havens op grondslag van wederkeerigheid noodzake lijk is. De toekomst. Met uiterste krachtsinspanning en zelfver trouwen is de Nieuwe Waterweg tot stand kunnen komen. Ook voor de toekomst mag niets ongedaan blflven om ln alle richtingen over onze haven verkeer te behouden en te ontwikkelen, naarmate internationale arbeids- verdeellng weder uitbreiding van wereldhan del bevorderen zal. In een wereld, die thans nog verstikt is in stelsels van economisch nationalisme, ver ward ln internationaal wantrouwen, is het Voor ons, Rotterdammers, onafhankelijk van de in het maatschapelflk leven ingenomen plaats, van het grootste belang in onderling vertrouwen gemeenschappelijk vast te hou den aan de grondvoorwaarden, waarop Rot terdam's leven is opgebouwd en ontwikkeling te verwachten is. Moge de ervaring, opgedaan bij 't grootsche werk van den Waterweg langs Rotterdam naar zee, steeds in dien zin naar voren wfl- Zen. Na deze rede, die met applaus werd be groet, werden den gasten éenige ververschln- gen aangeboden, terwfll desavonds door het Comité van Belangstelling, dat zich uit de burgerij heeft gevormd aan den commandant en de officieren van het eskader een maal- tfld is aangeboden. Onder meer zaten mede aan tafel aan. Z.Ex. de Minister van Water staat Jhr. van Lidth de Jeude. Z.Ex de Com missaris van de Koningin in Zuid-Holland, Jhr. van Karnebeek, de chef van den Marine staf, Schout bij Nacht Filrstner, de comman dant van de marine te Willemsoord, de vice- admiraal Kruys, de burgemeester van Rotter dam. Onder voorzitterschap vair nataris F. L. Hartong heeft de vereeniging „Het Westen" Vrijdagavond in café „De Heemiaad" aan den Nieuwe Binnenweg een algemeene vergade ring gehouden. In zfln openingswoord deelde de voorzitter mede, dat pogingen in het werk zfln gesteld om te komen tot betere verlichting van het kruispunt 's-Gravendflkwal-Nleuwe Binnenweg welk verzoek nog bij de directie van electri city 1 en openbare werken in behandeling is. r—- door den secretaris, den heer J. C. Binkhorst Maaldrink uitgebrachte jaarver slag, dat onveranderd werd goedgekeurd, maakte allereerst melding van het voor liet Westelijk stadsdeel zoo belangrijke feit van de opening van het nieuwe museum Boymans Door het schenken van een monumentale bank gaf de vereeniging uiting aan haar be langstelling ln het «nieuwe gebouw cn zij mocht zich door haar voorzitter en secretaris Verte' genwoordigd zien bfl de officieele opening. De stadsarchitect, de heer ir. A. van der Steur gaf in „Ons Huis" een belangwekken de beschouwing over de wijze, waarop dit nieuwe museum tot stand kwam. Met voldoening werd gewag gemaakt van de medewerking, ondervonden van de ge meentelijke autoriteiten bij de verzoeken om verbeteringen, welke de vereeniging noodig oordeelde. O.m. werd eindelijk een verkeersregeling ontworpen voor liet Mathenesserplein, welke een groote verbetering genoemd mag worden. Thans wordt nog gewacht op een dergelijke regeling- voor het Burg Meineszpleln, waar op reeds in 1933 werd aangedrongen. Bij een bezoek aan den hoofdcommissaris van politie Werd diens medewerking verzocht voor een betere regeling van het verkeer voor wielrijders, waarbij zoowel deze wegge bruikers als het snelverkeer gebaat zouden zfln. In overleg met de vereeniging „Het Noor den" werd een nieuwe grens voor het terrein van werkzaamheden vastgesteld. Door de Rot- terdamsche Schie als grens aan te nemen, werd het gebied der vereeniging „Het Westen" uitgebreid met Blfldorp en de Proveniersbuurt Vervolgens deed de penningmeester, de heer B. A. J. Mes, rekening en verantwoording. Bij een kassaldo van 478.04 sloot déze ln inkomsten en uitgaven met een totaal van 1699.22. Met voldoening werd gewag gemaakt, dat de directeur van het museum Boymans, de heer D. Hannema, toezegging deed tot een uitnoodiging aan de leden voor een bezoek aan het museum, waarbfl de heer Hannema speciaal artistieke voorlichting zal geven. Ook een bezichtiging van het Sportfondsenbad is in uitzicht gesteld. Bij acclamatie werden de aftredende be stuursleden, de heeren R. Maathuis en J. C. Binkhorst Maaldrink herkozen, terwijl de voorziening in de vacature A. J. ten Hope werd aangehouden. De voorzitter bracht een hartelflk dank woord aan den heer ten Hope, die wegens ves tiging in Noordwflk, de vereeniging moest ver laten en herinnerde vooral aan zfln grooten strfld tegen de tram. Veel van zfln voorspel lingen ten aanzien van dit vervoermiddel zfln thans ln vervulling gegaan. Bfl de rondvraag bracht de heer A. van Waart den tegenwoordigen toestand van het Piet Heinstandbeeld en diens omgeving ter sprake. Het Bestuur zal de huidige situatie in oogenschouw gaan nemen. Nadat de voorzitter nog zijn voldoening had uitgesproken over de verbetering aan het Mathenesserplein, maar zijn spijt had uitge drukt over de situatie van de tram aldaar, werd de vergadering gesloten. V) Ter gelegenheid van het derde lustrum van het Rotterdamsche Studenten Gezelschap is in den Grooten Schouwburg door de leden van de Rotterdamsche Stu denten Tooneelvereeniging tie première gegeven van het dezer dagen uitgekomen tooneelwerk van dr. Garmt Stuiveling „Eras mus", spel van het humanisme in 6 tafereelen. Met dit lustrumspel hebben de R'damsche studenten, wellicht onbedoeld, een alleszins waardig en merkwaardige afsluiting gegeven aan de Erasmus-herdenking van dit jaar in Erasmus' geboortestad Rotterdam. Deze daad getuigde van moed, evenals niemand zal ontkennen, dat er moed toe be hoorde voor den auteur om de zooveel om streden figuur, die voor tfldgenooten en na geslacht nog zoo duistere persoonlijkheid, dien subtielen individualistischen geest, welke Erasmus was, tot een tooneelfiguur te maken. Dr. Stuiveling's werk werd alreeds in ons blad besproken door Vincent Cleerdih. Wfl kunnen ons daaraan refereeren en volgaarne na de opvoering van het werk nu te hebben gezien, 't Is wat grof van behandeling, te sterk gekleurd, te nadrukkelijk, te gechar geerd, ja te caricaturaal in menige passage. Nu wfl het stuk op de planken hebben gezien, kunnen we begrflpen, hoe de auteur er toe gekomen is er die kleur aan te geven. In den bflna uitsluitenden dialoogvorm, waarin het stuk werd gegoten, zocht dr. Stuiveling naar middelen om wat leven in het spel te brengen, eenige verve, eenig contrast in de voor den gewonen toeschouwer wel wat al te monetone dialectiek. In vflf tafereelen het laatste tafereel, de sterfscène valt hier eigenlijk buiten worden ons in dit spel vflf markante episoden uit het leven van Erasmus geschilderd, die ons in groote lflnen den tragischen ondergang van dezen langzaamaan door ieder verlaten geest voor oogen moeten stellen. In zooverre loopt er door deze tafereelen een sterke, strak volgehouden lijn, waardoor dit tooneelwerk zonder dramatische intrige toch van 'n sterke spanning is geworden. De boeiende wijze, waarop sommige tafereelen zfln behandeld, draagt daartoe niet weinig bfl. Rflkelflk puttend uit de werken, vooral uit de brieven van Erasmus, heeft Stuiveling daarbij getracht, tegelijk zoo historisch moge lijk te blflven. Heel veel van hetgeen wfl Erasmus op het tooneel hooren spreken, zfln de eigen woorden van Erasmus geweest. Dit garandeert evenwel nog geenszins, dat met deze Erasmiaansche bloemlezing een even wichtige indruk wordt gegeven van Erasmus' houding tegenover verschillende problemen, welke in het tooneelwerk aan de orde worden gesteld. Wanneer wfl zoo het geheel overzien, kun nen wfl niet zeggen, dat Stuiveling zich bij zonder heeft beflverd om ln het rond Erasmus opgebouwde tijdbeeld het katholieke denken met een zekere objectiviteit te behandelen. Ging Erasmus met het wapen van de spot te keer tegen de misbruiken, welke in de kerk van dien tfld bestonden, men krflgt na zooveel eeuwen wel 'n heel caricatureel beeld van de katholieke kerk van die dagen, Indien men niet anders van die kerk laat zien, dan den zelfkant. Zonder onjuist te zfln, kan men door deze eenzijdigheid een groote onwaarheid debiteeren. Dr. Stuiveling heeft ons inziens wei wat al te gul gewerkt met rollen te creëeren voor de „stultl monachi", welke Erasinus dwars, zaten, 'n Ontwikkeld katho liek zal dit wellicht nog nilhdef sterk opvallen dan een niet-katholiek. gelijk ons dan ook na afloop der voorstelling is gebleken. De eerste weet, dat zij er ook waren, de tweede gaat onwillekeurig generaliseeren omdat hij van de katholieke kerk uit dien tfld niet veel meer te zien krflgt. Maar deze eenzfldigheid, welke bij de voor stelling sterk sprak, is natuurlflk niet den spelers, maar den auteur euvel te duiden. De voorstelling zelve getuigde van zeer groote toewflding, van zorgvuldige voorberei ding. De zeer moeilijke rol van Erasmus vooral, vertolkt door R. van Duiken, werd in sommige tafereelen zeer mooi gespeeld in een zeer nadrukkelflken zin om deze figuur uit te beelden als den fijnen humanist. Bflzonder geslaagd leek ons ook de Oeco- lampadlus van J. A. Apon. Overigens bestond er voor maar weinig medespelers gelegenheid om bflzonder op den voorgrond te treden, gezien de schematische behandeling van hun rollen door den auteur. Tot 't welslagen van dit lustrumspel droeg niet weinig bfl de verzorging der decors door architect Aad Niergever, die voor elk tafereel een milieu had ontworpen, dat de sfeer van de handeling zfeer suggestief aangaf Aan het einde van de voorstelling, welke door talrflke autoriteiten, o.a. door den bur gemeester werd bijgewoond, volgden natuur lijk de gebruikelflke toespraken onder aanbie ding van de gebruikelflke kransen Voor Eras mus, den regisseur Gerard Waas, den decor ontwerper en voor den auteur Stuiveling. Het publiek toonde zich bfl de voorstelling zeer geïnteresseerd en beloonde de spelers met ruimen bijval. Onder leiding van Nico Verhoeff zal het R. K. Gemengd Koor te Rotterdam op Vrfldag 13 November a.s. des avonds om kwart oVer acht in de Döelezaal een concert geven Op het programma staan de missa „Papae Marcelli" voor 6-stemmlg gemengd a-cappella- koor van Palestrina en de „Requiem" in d-moll van Ant. Bruckner voor 4 st. gem. koor, aolisten, strijkkwartet, 3 blaasinstru menten en orgel. Laatstgenoemd werk, dat in 1849 voltooid werd, doch eerst 25 jaar geleden voor 't eerst ln concertvorm werd uitgevoerd, is hier in Nederland nog niet bekend, zoodat het R. K Gemengd Kooi ei thans de eerste uitvoering van zal brengen, zulks ter gelegenheid van de 40ste herdenking van Bruckner's sterfdag. Solistische medewerking wordt verleend door José Candel, sopraan, Jo Immlnk, alt. Corn. v. Munster, tenor en Luciën Lauman, bas. terwijl de instrumentale begeleiding wordt verzorgd door leden van het Rott. Philh. Ge nootschap. Het koor-ensemble, dét deze uitvoering zal verzorgen, bestaat uit ruim 250 dames en heeren. De heer J. Wilbrink, die in het muziektijd schrift Cecilia en De Muziek" (var. Aug.: Sept. 1936) een uitvoerige inleiding In eft ge schreven op Bruckner'6 „liequlem'; heeft van den K.R.O. ceh uitnoodiging ontvangen om op Vrijdag 13 November voor de microfoon een bespreking van genoemd werk te geven. si In de zaal van het gebouw „Atlantic" aan de We3terstraat heeft de parochieele Kiesver- eeniging van „Recht en Orde" der parochie van O. L. Vrouw Onbevlekt Ontvangen, hare eerste propaganda-vergadering gehouden. Te circa kwart voor negen opende de voorzitter, de heer J. A. Dessing, de goed bezochte verga dering en heette verschillende Eerw. Heeren der parochie hartelflk welkom, en speciaal den spreker van dezen avond, den heer H. E. v. d. Brule ,Lid van de 2e Kamer der Staten-Gene- raal. De heer v. d. Brule zeide zeer gaarne aan de uitnoodiging te hebben gevolg gegeven. Het was spr. een genoegen te kunnen zeg gen. dat het bestuur der kiesvereenlglng van stonde af aan een groote activiteit aan den dag heeft gelegd, Die actie heeft spr. gaarne willen steunen en zal pogen de vergadering iets voor te leggen van de inzichten, die onze Ka tholieke Staatspartij tracht tot werkelijkheid te brengen. In een uitvoerig betoog sprak de heer v. d. Brule over de houding van de R. K. Staatspar tij ten opzichte van het kabinet. Spr. zegt dat 't bflna niet doenlflk was voor de kath. fractie het aanpassingsstelsel te volgen. Komende op de monetaire politiek zegt spr. dat alle partflen zich hebben afgevraagd, wat hun standpunt ten deze is. Bfl monde van den heer Mr. Goseling, den voorzitter der R. K. Staatspartij is uitdrukking gegeven van hare zienswflze. De Staatspartij vraagt zich af of zij in de regeertng voldoende stimulans zal vinden. De Kamer gaat aanstonds behandelen de begrooting, daarbij zal blijken, in hoeverre samenwerking met het kabinet mogelflk is. In de komende periode zal er gestreefd moe ten worden naar wat er van te maken valt. De Staatspartij wil streven naar concreti seering naar wat „Quadragesimo Anno" van ons vraagt. Zij wil en zal pogen om in de wet geving van Nederland de richtlijnen, neerge legd in Q. A. in praktijk te brengen. Daar onze Staatsparty doet wat zij kan om de katholieke beginselen uit te dragen en zoo veel mogelflk tot gelding te brengen, ver dient zij, dat alle katholieke mannen en vrou wen krachtig medewerken haren invloed sterk te maken. Hebben wfl katholieken in Nederland van anders denkenden iets cadeau gekregen? Heb ben wfl niet steeds daarvoor moeten werken en vechten. Met de N. S. B. zouden wfl veer tig, vijftig jaar terug zijn. Wfl Katholieken kunnen van de N. S. B. niets verwachten. Ondermflnt de politieke eenheid en het is gedaan met onze sociale beweging. Mgr. Hop mans heeft nog op N. G. B. vergadering te den Bosch aangedrongen, onze eenheid te bewaren. Achter de Staatspartij als één man. De heer Dessing zelde den heer v. d. Brule voor zijn uitvoerige rede dank. Spr. herinnerde de vergadering vervolgens aan het parool der kiesvereenigingleden wer ven voor de Staatspartij, 't Heeft spr. getrof fen dat 600.000 katholieken nog geen lid zfln van de R. K. Staatspartij. Spr. wekte de ver gadering krachtig op, voor zoover zij nog geen lid zfln zich op te geven. Hfl herinnerde ver volgens nog eens aan de verklaring van Kar dinaal Pacelli aan Katholieke journalisten, waarin hij aanspoorde volgzaam te blflven jegens de Kerkelijke Overheid, opdat het Ne- derlandsche volk het droeve lot van zooveel landen om ons heen, bespaard blijve. De heer Deesing deelde ten Slotte mede, dat het bestuur plannen overweegt, te komen tot oprichting van de jongeren-afdeeling. Na de pauze was er gelegenheid om naar aanleiding van het behandelde vragen te Stel len .waarvan door eenigen gebruik gemaakt werd. Aan het slot van deze welgeslaagde eerste vergadering heeft de heer Dessing een woord van dank gesproken tot de leden van de Propaganda-club en hun dankgezegd, voor hunne activiteit, 't Was spr. een genoegen te kunnen mededeelen, dat door de propaganda- club tot op heden reeds 54 leden werden ge worven door de Katholieke Staatsparty in de West-Zeedflksche parochie en 53 abonnemen ten voor het propaganda-blad „De Opmarsch'' werden genoteerd. Met het zingen van „Aan U, O Koning der eeuwen" ging de vergadering uiteen. De Kamer van koophandel en fabrieken voor Rotterdam houdt een openbare vergadering op Dinsdag, 3 November a.s. des namiddags te 2.15 uur in de Raadszaal van het Stadhuis. De agenda luidt: 1. Concept-adres aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal inzake het wets ontwerp tot verleging van den werkingsduur van de Tarief machtigingswet. (D. 191). 2. Concept-adres aan den Gemeenteraad van Rotterdam inzake het nieuwe Hofpleinplan. (D. 180). 3. Concept-adres aan B. en W. van Rotter dam in zake vermijding van lasten op de scheepvaart bfl de Bergsluls (D 180). 4. Vaststelling van een datum voor de ver kiezing van een nieuw lid in de vacature-A. Brandei (D. 123). De senaat van het Rotterdamsch Studenten corps heeft zich als volgt samengesteld: R. A. Thiadens, president; J. P. Crommelin, secre taris; B G. Cromhoff, penningmeester; R. P. Mees, vice-president; S. J. van Limburg SU- rum, 2de secretaris. Op 27 en 29 October is in het St. Franciscus Gasthuis ten overs.aan van de rflksgedele- geerden drs. J. Hekman Jr., H. L. W. van Beuntngen van Helsdingen, B. C. van der Nagel en R. J. Wolvius het examen van zie kenverpleegster afgenomen. Aan de eerw. zusters Augustinessen M. Magdalena (mej. W. J. Timmerman) en M. Protasia (mej. C. A. Borst) en aan de dames M. H. L. Borsten, Ph. J. G. M. van Enschot, J. M. A. A. van den Broek, C. J. M. Goeflenbier, M. J. F. Goossens, A. M. Hammerstein, H. C. J. Melis, E. M. M. de Vries en Ilonka Zsiska kon het diploma uitgereikt worden. Nog werd ontvangen: M. U. 100; werkl. S.H.V. N.H.B. 12.50, idem 12.62, idem 12.70, leerl. Nwe. Middelb. H.sch. 18.16; autogiro bet. maand October 656.05. Giften kan men overmaken onder duidelijke vermelding „Rott. Crisis-Comité", op rekening 680 van het Rotterdamsch Crisiscomité van de fa. Mees Zn. No. 6400, of op gironum mer 40.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1936 | | pagina 3