ONDERWIJS IN EERSTE KAMER. WATERSTAAT DOOR EERSTE KAMER GOEDGEKEURD. Sté trtetü woa/yorgp cfósi unAoud VRIJDAG IS MAART 1537 BEGROOTING VAN HET VERKEERSFONDS. De begrooting aangenomen "AMM E kke r- Vergadering van Donderdag 18 Maart ANTENNE-MASTEN OPGEBLAZEN. 'N& Mg Éi' t '*ar>i -• DE LANDBOUWCRISIS MAATREGELEN. Groote belangstelling voor een niet ongevaarlijk werk te Huizen. NATURALISATIES. De spellingkwestie weer in het debat. Avondvergadering van Woensdag 17 Maart. RUBBERFABRIEK UITGERAND. Secretaris van A.B.T.B. wil monopolie heffingen zien afgeschaft. J&rafiEKIliSS) CACHETS) MEISJESSTAKING TE BORNE. WIJZIGING CRISISPACHTWET. EXAMENCOMMISSIE ACADEMIE yOOR LICHAMELIJKE OPVOEDING. HONI.0''^B-P'ÜIL1Q-N'BtOKJ tS thans 6 voor 8 ct. en 25/ zWaarder dan de meeste andere ,j.. Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch van JAY GELZER. (AD INTERIM.) Minister Van Lidth de Jeude heeft geen reden tot klagen over gebrek aan waardecring voor zijn beleid en voor den arbeid van zijn departement. Zoowel bij de behande ling van de begrooting van Water staat als bij het debat over dé be grooting van het Verkcersfonds heb ben verschillende sprekers hein en zijn ambtenaren hulde gebracht. De Waterstaatsbegrooting geeft den afge vaardigden gelegenheid plaatselijke en gewes telijke belangen onder de aandacht van de Re geering te brengen. Wanneer de minister dan antwoordt, dat hij de geuite wenschen in ern stige overweging zal nemen, beteekent dat nog niet, dat ze in den loop van hetzelfde jaar ook zullen vervuld worden. Het gevolg daar van is, dat ze het volgend jaar weer op het verlanglijstje der Kamerleden paradeeren en vaak zelfs eenige jaren achtereen. Tot die oude bekenden behooren o.a. maat regelen tegen de water-verontreiniging der Zuid-Limburgache beken, afwateringswerken in West-Brabant en dichting van de Beersche Maas. Deze laatste wensch schijnt nu wel zijn langsten tijd op het lijstje gestaan te hebben, nu door de voortvarendheid van den rijkswa terstaat de Beersche Overlaat spoedig voor goed buiten dienst zal kunnen worden gesteld. Maar iedere medaille heeft haar keerzijde, zoo ooR de dichting van de Beersche Maas. Daardoor zullen de uiterwaarden niet meer kunnen profiteeren van de natuurlijke be mesting door de bevloeiing met Maaswater, wat de vruchtbaarheid dier landerijen zal ver minderen. De heer van Lanschot vroeg nu in verband daarmede verlaging van de water schapslasten voor de Maaskanters, bij welk verzoek de heer van Sasse van Ysselt zich aansloot. De minister beloofde de belangen van het waterschap ,,De Maaskant" niet uit het oog te zullen verliezen, maar hfl wilde nu alvast opmerken, dat tegenover het nadeel van het gemis aan natuurlijke bemesting reeds het voordeel staat, dat de overstroomingsrampen een einde zullen nemen. Tegen verkorting van den arbeidstijd voor de mijnwerkers, waarvoor de heer De la Bella had gepleit, had de minister op het oogenblik overwegende bezwaren. Vergeleken met het buitenland zijn de werktijden in de Nederland- sche mijnen niet bovenmatig lang, verzeker de hij. Zonder hoofdelijke stemming verwierf de Waterstaatsbegrooting de goedkeuring van den Senaat. Vervolgens werd de begrooting voor het Verkeersfonds 1937 aan de orde gesteld. Daarbij ontmoetten elkaar Rotterdam en Amsterdam en wel in de personen van de heeren Nivard en Kropman, die beiden een meer frequente dienstregeling bepleitten op de spoorlijn Rotterdam-Amsterdam via Gouda- Woerden. Wanneer de minister zegt, dat er geen behoefte bestaat aan meer treinen op die lijn dan twee per dag heen en terug, dan is dat niet Juist, verklaarde de heer Kropman. Er wordt van deze lijn thans door het publiek weinig gebruik gemaakt, omdat er slechts tweemaal per dag een trein gaat en de ver binding over den Haag-Haarlem meer geriefe lijkheden biedt. Wanneer de spoorwegen op de lijn over Gouda eens DieseltreAnen inlegdén en er een meer frequente dienstregeling invoerden, zou men eens ziien, hoe druk deze lijn zou wor den, want het traject is 13 K.M. korter dan dat over Den HaagHaarlem, hetgeen bjj een even groote rijsnelheid een niet onbelangrijke tijd- en geldibespraing voor het reizend pu bliek zou beteekenen Ook de tussohenlig- gende gemeenten zouden er mee gebaat zijn en de Noord- en Zuid-Hollandsche kaascen tra, Alkmaar en Gouda, zouden er een rech-t- streeksche verbinding door krijgen, waaraan blijkens adressen van de betrokken Kamers van Koophandel behoefte bestaat. In de Memorie van Antwoord bleek de Mi nister «van Waterstaat voor een meer fre quente dienstregeling op deze lijn niet veea te gevoelen; misschien dat hij nu door het klemmend betoog van den heer Kropman, dat door den heer Nivard nog eens werd onder streept, een eenigszlns anderen kijk op deze zaak heeft gekregen. Ook zijn we benieuwd naar hetgeen de minister heden zal antwoorden op het pleidooi van den heer van Rappard voor verlaging van de belasting Op de motorrijtuigen. Deze afgevaardigde betoogde, dat het aantal mo torrijtuigen in ons land is afgenomen, doordat de belasting te hoog is. Volgens hem zou bij verlaging van de belasting het aantal mo torrijtuigen zoodanig toenemen, dat de belas tingopbrengst er door zou stijgen. De heer Moltmaker bracht het vraagstuk van de coördinatie van het verkeer ter sprake. Hij zag alleen heil in het onderbrengen van alle middelen van vervoer in een onderneming, welke dan volgens zijn soclalisatie-begrip na- turlijk een staatsbedrijf zou moeten zjjn. Met den heer Nivard vroeg hij voorts een regeling voor het aanzienlijk tekort van 350 millioen gulden in het Pensioenfonds voor het Spoorwegpersoneel Weliswaar is dit be drag het wiskundig tekort, maar een pen sioenfonds, waar ieder jaar 3 Va millioen meer uitgaat dan er in komt, kan het óp den duur niet volhouden. Er zal dus iets moeten gebeuren. De twee ongeveer 60 M. hooge zendmasten van de H.D.O. te Huizen, welke nog als herin nering aan den glorietijd van dezen omroep nabij het IJsselmeer stonden, zijn gistermid dag door de Genie uit Utrecht opgeblazen. De belangstelling voor dit niet ongevaar lijke werk was bijzonder groot niet alleen van de zflde der Huizer bevolking, doch ook uit de omliggende plaatsen. De nieuwsgierigen werden echter op be hoorlijken afstand gehouden. Op het terrein waren o.m. aanwezig Over ste D. v. 'd. Berg, commandant eerste batal jon der Genietroepen, kolonel W. N. Becking, Majoor C. Mattem en luitenant van Heerden. Reeds gistermorgen was de springstof in de masten aangebracht, doch het was reeds middag eer tot opblazing kon worden over gegaan. Toen om ongeveer kwart voor één de lont ontstoken was en de talrijke toeschouwers in spanning op den hevigen knal wachtten, bleek er aanvankelijk niets te gebeuren. Luitenant van Heerden ging daarop, na den voorgeschreven wachttijd te hebben laten passeeren, eens kijken wat de oorzaak was. Bij de lont gekomen zag hij echter dat het omhulsel van de lont nog brandde en nog slechts 10 c.M. van de gevaarlijke lading af was. Veiligheidshalve sneed hg de verbinding door en snelde weg. Eenige oogenblikken later werd een nieuwe lont aangebracht en nu had men meer succes. Er klonk een donderende slag, welke den grond deed trillen, men zag eenige vuurstra len en met een daverenden slag sloeg een der masten tegen den grond. Met den mast bleken tevens eenige beton nen voeten waarop hij steunde uit den grond te zfln gerukt. Van 'n woning aan de Haven straat braken eenige ruiten. In den middag werd de tweede mast opge blazen terwijl men heden de andere betonnen voeten en de bokken in de lucht zal laten vlie gen. Hoe de communisten tijdens de onlusten te Clichy te keer gingen komt op deze opname goed tot uiting. Een politie-auto werd door de opgewonden menigte ernstig beschadigd. Voor naturalisatie zijn voorgedragen op wetsontwerp 374: J. Angenendt, M. Anspach, E. Bos, E. A. Bosheek, R. P. van Brugghen, F. R. H. A. Burckhardt, C. C. H. Duffhaus, W. A. Eich, H. E. Flesch, R. P. Gutmann, A. V. d. List, R. L. J. Meyer, J. W. Nelson, K. V. d Ploeg, J. Behilsel, F. Smaalders, M. F. Videc, M. Wlademiroff, A. W. Hoekstra, Ch. Janssen. (Ad Interim). Wanneer de mededeeling van den voorzitter, gistermiddag in de Eerste Kamer gedaan, dat in de avondzitting de on- derwjjsbegrooting tot het einde toe zou wor den afgehandeld, bedoeld was als een aanspo ring tot de leden om debatten te bekorten, dan heeft ze niet veel geholpen, want in de avonduren werden verschillende redevoerin gen afgestoken, die heel wat wijdlooplger wa ren dan strikt noodig. Het gevolg hiervan was, dat toen de presidentieele hamer einde lijk over het besluit tot goedkeuring der be grooting viel, het middernachtelijk uur reeds lang had geslagen. Wel ongewoon laat voor onzen senaat, hetgeen uit enkele halfonder- drukte geeuwgeluiden op den laten avond niet onduidelijk viel te constateëren. Minister Slotemaker had heel wat vragen en opmerkingen te beantwoorden. De beschuldiging van achterstelling van katholieken bij de benoeming van inspecteurs bij het M. O. wees de minister met veront waardiging van de hand. Hoe kan men zoo iets van hem denken, die 10 jaar geleden als minister van Arbeid in het Zuiden nog een katholiek had benoemd niettegenstaande snio ambtenaren aanvankelijk een niet katholiek hadden voorgedragen I Erg overtuigend kunnen we zoo'n op zich zelf staand geval van 10 jaar geleden niet noemen. Meer bevredigend vonden we het ver- houdingserjfer van het corps inspecteurs, dat de minister gaf en waaruit bleek, dat zich op de 76 jersonen 25 katholieken bevinden. Voorts had de minister zich te verdedigen tegen aan vallen op de Rijmprent, aan de schooljeugd verstrekt ter gelegenheid van het Vorstelijk huwelijk, 't Was wel merkwaardig, dat zoo wel vóór- als tegenstanders en ook de minis ter zelf, zich tot staving van hun meening op het oordeel van de Maasbode beriepen. Hoe dat mogelijk was? Och, met een op de helft afgebroken citaat kan men gemakkelijk iemand juist het omgekeerde laten zeggen van wat hij bedoelt. Die taktiek nu pasten ook de Mussert-paladijnen toe om de Rijmprent af te breken. De spellingkwestie vormde snel den hoofd schotel van het vrjj uitvoerige debat. De heeren Serrarens en de Jong hadden be toogd, dat de minister niet beter kon doen om uit den spellingchaos te geraken, dan de spel- ling-Marchant met kracht te handhaven, ter wijl o.a. de heeren Droogleever Fortuyn en van Citters voor een nadere regeling van de schrijfwijze der taal op een wettelijke rege ling aandrongen. Ofschoon de minister het vorig jaar nog afwijzend had gestaan tegenover een wette lijke regeling; thans bleek hij er anders over te denken; hij meepde zelfs, dat er geen an dere manier te vinden zou zijn om een nieuwe spelling algemeen ingevoerd te krij gen, dan dat de wet bepaalt, hoe we de Ne- derlandsche taal moeten schrijven. Wat betreft de kwestie van de geslachten, van een „geslachtloos" maken van de taal, wilde de bewindsman niets weten; dat zou taalverarming beteekenen, meende hij. Uitgaande van de gedachte, dat de geslach ten niet mogen vervallen, heeft de minister thans met de Koninklijke Akademie van We tenschappen overleg gepleegd over de benoe ming van een commissie, welke regels zal hebben te ontwerpen, volgens welke voor de hedendaagsehe Nederlandsche schrijftaal de voornaamwoordelijke aanduiding dient te worden bepaald. De Koninklijke Akademie heeft zich met dezen opzet vereenigd en reeds vijf van haar leden voorgedragen om in de door den minister gewenschte commissie zit ting te nemen. Voorts zuilen er in overleg met de Vlaamsche Akademie ook uit die krin gen eenige personen worden benoemd. Zoo zullen we dus binnen afzienbaren tijd weer een nieuwe spellingregeling hebben en waarschijnlijk weer eene, die wederom nie mand volkomen bevredigt. Verschillende sprekers hadden tenslotte de wenschelijkhedd betoogd, dat de onderwijzer in de school de beschikking krijgt over tucht maatregelen. Deze aangelegenheid zou dan wettelijk geregeld moeten worden, meenden zij- De minister, die weliswaar van'oordeel was, dat het op de eerste plaats de taak van de ouders is, om den kinderen orde en tucht te Ieeren, verwierp het denkbeeld van een wette lijke regeling toch niet geheel en al. Hij zou er met zijn ambtgenoot van Justitie eens over spreken. Zal dan de plak in een of anderen vorm, wettelijk gesanctioneerd, weer in de school terugkeeren? DJOCJA, 18 Maart. (ANETA). De rubberfabriek Tjikoekoer van de firma Geo Wehry en co. is geheel uitgebrand. Het vuur werd in de droogkamer ontdekt. De oor zaak van den brand is onvoorzichtigheid van den stoker. De schade is belangrijk, doch wordt door verzekering gedekt. In verband met den veelvuldig geuiten wensch, een aantal agrarische crisismaat regelen op te ruimen, verdient aandacht de rede, welke de heer H. Ruyter, secretaris van den A.B.T.B., heeft gehouden in een hoofd- bestuursvengadering van den Aartsdiocesa- nen Boeren- en Tuindersbond. Hij ging uit van de vraag „of nu de graanprijzen zijn ge stegen, een groot deel van de landbouw crisismaatregelen kan worden afgeschaft, wanneer de regeering honderd millioen gul den uit de schatkist beschikbaar stelt voor land- en tuinbouw?" De heer Ruyter wil voor de granen glij dende schaalrechten invoeren. „De monopolierechten, aldus spr., zijn niet rechtvaardig meer. Is de stijging van de prij zen der granen op zich zelf toe te juichen, omdat dit ons brengt naar meer normale verhoudingen, daarnaast moet onmiddellijk worden erkend, dat deze stijging der prijzen voor de veehouderij in den ruimsten zin ruï neus moet worden geacht. In het bijzonder de monopolierechten, die op de granen geheven worden, maken, dat door de veehouderij in derdaad zeer hooge prijzen moet worden be steed, welke niet terugkomen uit den eind- prijs van de producten. Men kon in het verleden zeggen: de mono polierechten bevorderen, dat de verbouw van granen in ons land niet verliesgevend is, en daarom moet de Regeering zulks doen, ook al was het gevolg, dat zij, die deze duurdere granen kochten, verliezen leden, omdat zjj deze verhoogde productiekosten niet terug ontvingen in den prijs der veredelde produc ten, thans gaat deze redeneering naar onze meening niet meer op. De monopolierechten van 2 per 100 K.G. zijn niet meer noodig om den graanverbouw loonend te maken uitgezonderd de tarwe, zijn met de geldende prijzen voor gerst en rogge toch de gestelde richtprijzen bereikt doch het landbouw crisisfonds kan deze inkomsten niet missen, ten einde uitkeeringen ten behoeve van de tuinders en anderen te kunnen doen. Dit beteekent dus, dat op een groep van boeren een belasting wordt gelegd, ten be hoeve van andere producenten, welke hun verliezen vergroot. Ik ben van meenlhg, dat zoodanige heffingen op den duur niet te ver dedigen zijn en onrechtvaardig moeten wor den geacht. De zedelijke grondslag voor deze overheidsdaad is naar mijn meening aan de regeling ontvallen. Maar al3 dan de monopolierechten worden afgeschaft, waar moet dan het geld vandaan komen, om de uitkeeringen aan veehouders van te betalen? Door de toeneming der melk productie met ruim 10 moet met de be schikbare middelen 10 méér melk worden „gesteund", terwijl aan den anderen kant door de prijsstijging van oliën en vetten, de margarine steeds minder aan heffing op brengt". Voortgaande betoogde spr., dat wanneer in 1938 de reserve der zuivelcentrale, die tien millioen groot is, zal zijn opgeteerd, zal de toeslag aanzienlijk moeten worden vermin derd; de melkproductie echter zal niet dalen, omdat de boeren het melkvee langer aanhou den en de gevolgen van de kalverenbeper- king paa na 1941 ln den vorm van veestapel- Inkrimping tot uiting zullen komen. Het langer aanhouden van de dieren heeft per koe een grooter productiegemiddelde ten ge volge. Spr. wil echter de productie niet ver minderd zien doch haar integendeel per koe zoo hoog mogelijk opvoeren, om op die wijze de productiekosten te drukken. Daarnaast wil de heer Ruyter den melk- toeslag vervangen door een uitkeering per melk-en kalfkoe, gebaseerd op het aantal in 1936 en bedragende 60 per beest, hetgeen 90.000.000 zou kosten. Hij wil daarvan ech ter aftrekken hetgeen de veehouderij in 1935 heeft opgebracht aan veevoederheffingen, n.l. 9.000.000, zoodat resteert 81.000.000 of 54 per koe. De heffingen op boter, margarine, vet en olie wil hij alle afschaffen; alléén wil hij den roargarinefabrikanten verbieden, hun pro duct geel te kleuren. De teeltregelingen wil hij alle afschaffen; voor steun aan verschil lende producten komt ter beschikking de rest van de 100 millioen. en op den Inhoud komt het immers aan en als Ge "AKKERTJES" in neemt, zijt Ge zeker dat ze goed en «nel helpen tegen allerlei pijnen. "AKKERTJES" worden geheel machinaal vervaardigd. Daar komt geen menschen- fA hand aan. Hygiënisch, zuiver en onscha- X delük. Weiger daarom elke naamlooze na- KKERS maak. Daarmede bedriegt men U door U c voor "AKKERTJES" wat anders, dat er veel op gelijkt, in de handen te futselen, Nederlandsch Product - Recept van Apotheker Dumont Koker met 12 stuks 62 ct. Zakdoosje, 3 g uks 20 ct. Reel. 915-5 26 Ze wenschen hooger loon. De middagploeg bestaande uit een 80-tal meisjes werkzaam in de spinnerij van de firma Spanjaard te Borne heeft gistermiddag het werk neergelegd. De meisjes vragen hooger loon. Ze hebben gestaakt buiten goedkeuring der organisaties. Voor het meerendeel zijn ze ongeorganiseerd. Voorzoover bekend is, zal de morgenploeg, welke hedenmorgen om 5 uur begint, aan deze staking niet deelnemen. Deze meisjes zyn voo.r het meerendeel wel geor ganiseerd. De heer Droesen heeft op art. 1 een amen dement Ingediend waarvan de bedoeling is de crisispachtwet alsnog toepasselijk te doen zijn voor na 1 Januari 1936 vervallen ter mijnen. Voorts heeft de heer Droesen voorgesteld om een nieuw art. lbds in te voegen luidende: Voor de termijnen van pachtovereenkomsten, waarop de Cristepaohitwet 1932 toepasselijk wordt door de onderhavige wet en welke reeds zijn vervallen vóór den dag van het m werking treden dezer wet, moet het verzoek schrift om geheele of gedeeltelijke ontheffing van betailing uiterlijk 'binnen een maana na dien dag zyn ingediend. De Minister van Onderwijs, K. en W. heeft in de bijzondere commissie, in 1937 belast met het examineeren van de leerlingen der Acade mie voor Lichamelijke Opvoeding te Amster dam, die een akte van bekwaamheid wenschen te verkrijgen tot het geven van middelbaar on derwijs in de lichamelijke oefening, benoemd: tot lid en voorzitter: prof. dr. M. W. Woerde man, te Amsterdam; tot lid en ondervoorzitter: prof. dr. K. Gaulhofer te Amsterdam; tot leden; dr. H. Berkelbach van der Sprenkel, te Biltho- ven; W. Dooljers, te Amsterdam; G. Eysker, te Amsterdam; J. C. Goudriaan, te Amsterdam; dr. S. Hoogerwerf, te Leiden; J. M. J. Korpers- hoek, te Rotterdam; mej. G. H. Los, te Amster dam; H Th. Manger, te Amsterdam; F. Paoll, te Amsterdam; dr. H. Peeters, te Amsterdam; P. J. Rippe, te Amsterdam; W. Rob, te Naarden; dr, K. H. van Schagen, le Amsterdam; prof. dr. P. Stegenga A.zn., te Amsterdam; P M. C. Toe poel. te Laren (N.-H.), en R. Verwers, te Haar lem; tot plaatsvervangende leden: dr. E. H. la Chapelle, te Amsterdam: dr. S, van Creveia, te Amsterdam: E. van Praag, w Amsterdam, en J. van der Reyden, te Amsterdam. „Je moet heelemaal niet bang zijn. Je kijkt maar niet naar het water en springt zoo!" Reel. 1285—5 9 22.) Maar ik had graag, dat je nu alleen maar aan het huis, waarin ik geboren ben, zou denken, riep Raoul onstuimig en met een niet te miskennen bedoeling in den klank van zijn stem. Malincourt, zoo vertelde hij haar met stralende oogen, was op zijn mooist in het voorjaar, wanneer een overvloed van bloei ende seringenboomen een verrukkende om lijsting vormden voor de grijze verweerde muren van het oude kasteel. Jenny dacht te rug aan den avond, toen zij op het kasteel van madame Savigny was aangekomen en aan de boschjes bloeiende seringenboomen, die toen zoo'n diepen indruk op haar hadden ge maakt. Die seringenboomen spraken 't sterkst tot haar in het beeld, dat zij zich destijds van Frankrijk had gevormd tezamen met de grauwe onduidelijke massa, die aan den hori zon voor haar was opgedoemd, toen Henri Duval aan boord van het schip haar verteld had, dat zij Frankrijk naderden. Seringeneen onduidelijke grauwe mas sa aan den verren horizon... op dit oogenblik werd aan deze herinneringen een nieuwe toe gevoegd. Toen zij hun Inspectietocht beëindigd had den, voegden zij zich bij de anderen in een vertrek met hooge, vergulde spiegels, waarin stoelen stonden met versleten bekleeding. Het verguldsel der spiegels en kabinetten miste reeds lang den oorspronkeljjken glans. Zorgt U goed voor mijn kleine demoi selle, dan ga ik me nu vlug verkleeden, ver zocht Raoul met een beminnelijken glimlach. De gravin en Madeleine De Malincourt ont vingen haar met groote hoffelijkheid en, ter wijl het gesprek, dat door haar binnenkomst enkele oogenblikken onderbroken was, werd voortgezet, luisterde Jenny zwijgend toe en liet zij haar oogen nieuwsgierig door het ver trek dwalen. Deze kamer waarin zij zich thans bevond was lang niet zoo rijk en overdadig gemeu bileerd als de kamers op het kasteel van madame. De meeste spiegels vertoonden dui delijk zichtbaar vlekken, waar het weer in gevreten was en ook de stoelen zagen er arm zalig uit, doch zij herinnerde zich tegelijker tijd, dat Raoul de armoede van zijn familie niet onder stoelen of banken gestoken had Dit was dus wat hjj onder armoede verstond. Niet zoozeer een tekort aan bezittingen, dan wel het verval van die bezittingen. De gravin zag, dat Jenny haar blik liet rusten op een kale plek ln het tapijt, dat toen het nieuw was een klein kapitaal ge kost moest hebben. Even verscheen er eeD sarcastische lach om haar lippen. Tegenwoordig is het niet erg deftig brj ons op Malincourt, mademoiselle, zei ze toen op koelen, hooghartigen toon. Wij hebben daarom ai onze hoop op Raouil gevestigd om daarin een gunstige verandering te brengen. Er lag in haar woorden een duidelijke toe speling, die Jenny echter scheen te ontgaan Alle aanwezigen keken haar plotseling met groote nieuwsgierigheid aan en het meisje vroeg zich zenuwachtig af, waaraan zij die plotselinge intense belangstelling te danken had. Op dat oogenblik trad Yvonne d'Orsay het vertrek binnen, gekleed in een zwart zijden japon met een vroolijk gekleurde sjaal om haar schouders Het glanzende zwarte haar was zorgvuldig achterover gekamd, waarte gen haar blanke voorhoofd opvallend afstak Yvonne was buitengewoon mooi, net een sprookje, dacht Jenny met een gevoel van onbehagen waarvoor zij geen verklaring wist. Opnieuw glimlachte zij tegen Yvonne in een schuchtere poging om vriendschap met haar te sluiten, doch ook thans weer negeerde Yvonne haar volkomen. Het was haar heel duidelijk dat Yvonne het land aan haar had en verdrietig vroeg Jenny zich daarom af, wat zij in dien korten ttjó sedert haar komst op Malincourt toch we! gedaan kon hebben om zich het misnoegen van dat zwartharige meisje op den hals te halen. Misschien kwam het wel, omdat Yvon ne een hekel had aan Amerikanen? Madame had haar eens verteld, dat er heel wat Frail- schen waren, die een afkeer hadden van Ame rikanen en van alles wat uit Amerika kwam Blijkbaar was dit eveneens het geval met de moeder en zuster van Raoul, want, ofschoon zij haar onophoudelijk aankeken, kon zij tocb niet zeggen, dat zij haar best deden om har telijk voor haar te zijn. In den loop van het gesprek hoorde zij, dat de zuster van Raoul op het punt stond in het huwelijk te treden. Met den eigenaar van een kantfabriek in Lyon, vertelde de gravin mét onverschillige openhartigheid. Hij was wel niet van adel en eigenlijk heel ver beneden den stand van een De Malincourt. maar daar stond tegenover dat hij schatrijk was en omdat mademoiselle Madeleine nier zoo heel jong meer was en in het geheel geen bruidschat meebracht, had zij niet veel keus In ieder geval zou het haar In het vervolg aan niets meer ontbreken, zij zou in een prachtig huis wonen, tallooze bedienden tot haar be schikking hebben, terwijl bovendien de kant fabrikant een in alle opzichten aangenaam man was. Hij had Madeleine al een kostbare kanten bruidssluier geschonken, werkelijk een kunstwerk. Na het diner zou de gravin haar gasten den sluier laten zien Hjj wil dat zijn kinderen een hoogere plaats in de maatschappij zullen innemen dan hij zelf gedaan heeft, besloot de oude dame haar nuchter, zakelijk relaas. Als Raoul zijn 'plichten beter nageko men was, zou ik een behoorlijken bruidschat hebben gehad en had ik een veel beter hu welijk kunnen doen, verklaarde Madeleine, die zich door de cynische openhartigheid van haar moeder gekwetst gevoelde, op bitteren toon. Het gelaat van Yvonne werd by deze woor den vuurrood. Gelukkig trad op dat oogenblik Raoul het vertrek binnen, waardoor de spanning ver broken werd. Niettegenstaande het slechts een diner in den familiekring gold, was de jonge man gekleed in een onberispelijk rok- costuum. Jenny kon haar oogen niet van hem afwenden. Hoe knap zag hij er uit en hoe zelfbewust was zijn manier van optreden. Eigenlijk was hij te knap voor een man en het meisje was dan ook blij dat Raoul onmiddellijk madame Savigny zijn arm aanbood, waarop het ge zelschap zich aan tafel begaf. De gravin had den arm van Beppo genomen Jenny, Yvonne en Madeleine volgden. De eet zaal van Malincourt was kleiner dan die op het kasteel; de tafel was beduidend kleiner Ook waren er slechts twee bedienden, een oude, zeer oude man in zwart livrei en een veel jongere man, die zich opvallend onhan dig gedroeg. Pierre voelt zich veel beter thuis bij zijn werk in den tuin dan bij het bedienen aan ta fel, lachte Raoul vroolijk, toen de jongere be diende een schotel Uit zijn handen op den grond liet vallen. Pierre werd rood van verlegenheid en de gravin froriste afkeurend haar wenkbrauwen. Ach kom, waarom zouden wij doen als of, merkte Raoul kalm op. Het is veel beter, dat we rond voor onze armoede uitkomen dan dat we probeeren onzen gasten zand in de oogen te strooien, ze hebben immers hun oogen niet in hun zak! Jenny keek hem met glanzende oogen aan. Zij bewonderde hem om zijn eerlijke open hartigheid en voelde een groot verlangen in zich opkomen om hem te helpen en de zor gen, die over zijn voorvaderlijk huis geko men waren, te verlichten. Niemand zou kunnen gelooven, dat ons huis eens beroemd was om zijn onbeperkte gast vrijheid, verzuchtte de gravin droevig. Het eenige, dat ons nog is overgebleven, zijn de gobelins. Die zal ik nooit verkoopen wat er ook moge gebeuren, doch al het andere van eenige waarde hebben wij reeds lang gele den moeten verkoopen. Niet alles! merkte Madeleine scherp op, terwijl zij haar oogen op Raoul vestigde. Op nieuw verscheen er een donkeren blos op het gelaat van Yvonne. Tja, ik ben nu eenmaal een gevoels- mensch, beste zus, spotte Raoul, en gevoel laat zich niet dwingen, zooals je zelf heel goed weet. En ik dan? vroeg Madeleine heftig. Is er iemand hier in huis, die zich ook maar iets van mtjn gevoelens aantrekt? De gravin haastte zdch tusschen bedden te komen; Yvonne was lijkbleek geworden en staarde zwijgend op haar bord. Het gesprek kwam thans op meer alge- meene dingen, zonder dat Jenny er aan deel nam. De menschen, in wier gezelschap zij zich hier beVond, waren zoo heel anders dan die zij tot nu toe ontmoet had, hetgeen haar ver legen en onhandig maakte. Zij meende op te merken, dat er tusschen Yvonne en Raoul een zekere geheime verstandhouding bestond. VVag dit meisje, zoo vroeg zij zich af, misschien de oorzaak, dat Raoul nog steeds niet had kunnen besluiten in het huwelijk te treden? Gedurende den heelen verderen avond voelde zij zich verdrietig. Hardnekkig vermeed zij het om naar Raoul te köKen'bang als zij was, dat zij die twee opnieuw blikken van ver standhouding zou zien wisselen. Volgens de boeken, dle gelezen had, was liefde een groot, heerlijk geluk, maar als dit wat zij thans gevoelde, dat martelende gevoel van twijfel, dat zicb steeds van haar meester maakte, wanneer zij aan Raoul dacht, liefde moet voorstellen' dah beteekende het meer Pijn dan geluk en gelijk zoo menig ander hoopte Jenny vurig er van verlost te zullen worden. Het verdere gedeelte van den avond ver liep voor haar in een ware kwelling. Zij voel de zicl1 niet thuis in deze omgeving te mid den van die koele, berekende, aristocrati sche menschen. Zij las in de blikken van de gravin, van Madeleine en van Yvonne, dat die drie als het ware een bondgenootschap hadden gesloten tegen haar, het onbeschaafde "lédsje uit Blue Mountains. Die gedachte deed haar pijn, temeer daar zij zich er niet te gen wist te verdedigen. Je bent zoo stil, verweet Raoul haar zacht, waarna hy iets luider vervolgde: Voelt u zich bij ons niet op uw gemak, mademoiselle. Ik had nog wel gehoopt, dat... Het was Jenny beslist onmogelijk hierop iets te antwoorden, het was alsof haar keel werd dichtgeknepen. Zij wist niets beters te doen dan een smeekenden blik op Beppo te werpen, omdat deze haar altijd zoo goed be greep. Ook thans weer bleek dit het geval te zijn en kwam hij haar onmiddellijk te hulp. Onze kleine Jenny ziet er erg vermoeid uit, zei hij als terloops tegen madame Sa vigny, Misschien heb ik haar vanmorgen wel te hard laten studeeren want het ls haar dui delijk aan te zien, dat ze dringend behoefte heeft aan rust. Zonder 2ich een oogenblik te bedenken, gtond Savigny op om afscheid te nemen en, toen zij even later Veilig en wel in de auto wegreden, slaakte de oude dame een zuchtj van verlichting. Oef, klaagde zij, het lijkt wel, of ik twin tig jaar ouder geworden ben. Die avonden op Mallnoourt zijn altijd zoo criant saai en ver velend. Als ik niet zoo op Raoul gesteld was, geloof ik, dat Ik er nooit heen zou gaan! Jenny bewaarde een somber stilzwijgen. Beppo zat voorin naast den chauffeur, zoo dat madame en zij ongestoord konden praten. Dat meisjebegon zjj moeilijk, is zij een nichtje van Raoul? ja, zij zjjn nicht en neef en Yvonne is reeds jaren verliefd op Raoul, antwoordde Sa vigny zonder eenige aarzeling. Gaan ze samen trouwen? informeerde Jenny naief. Neen, lieve, dat zullen ze beslist niet, ant woordde de oude dame. Raoul kan zich de weelde niet veroorlooven een meisje te trou wen, dat niet een aanzienlijken bruidschat meebrengt. Maar ik dan riep Jenny in kinder lijke verbazing uit. Savigny moest glimlachen bij die onbe wuste bekentenis van Jenny, dat Raoul er in geslaagd was het meisje zijn onuitgesproken bedoelingen te doen begrijpen. Ik geloof, ohéne, zei ze onschuldig, dat je er nog geen flauw idee van hebt, hoeveel geld je later met je stem zult verdienen. Maar Raoul, die veeJ meer verstand heeft van dergelijke dingen, begrijpt dat heel goed en houdt er terdege rekening mee. Denkt U dan, dat Raoul het goed zal vinden, dat ik zangeres zal blijven, als als wjj stamelde Jenny zenuwach tig. Savigny meende haar ooresn niet te kunnen gelooven, (Wordt vervolgd)*

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1937 | | pagina 2