ROTTERDAMSCHE HAVENDAG. m a „De toekomstige vooruitzichten van den wereldhandel". 82 REDE VAN DR. FENTENER VAN VLISSINGEN. m OVERSCHIE. VRIJDAG 24 SEPTEMBER 1937 t ROEIB O OT-AY ONTÜUR. Nog bijtijds opgepikt. PROF. DR P. GEYL. Benoemd tot buitengew. hoogleeraar aan de Ned. handelshoogeschool. LUSTRUMVIERING BIJ VERKENNERS ONGEVALLEN. „HOE TEEKENT HET KIND IN INDIË" BURCERLIJKE STAND. J: VAN AUTO GEVALLEN- ONDER steeds stijgende belang stelling, ook uit buitenlandsche handels- en scheepvaartkringen, is heden de derde Rotterdamsche Haven dag gehouden- Als spreker trad dit maal hierbij op de eere-voorzitter van de Internationale Kamer 'van Koop handel, dr- F- H- Fentener v- Vlissingen die in de Engelsche taal een rede hield over „De toekomstige vooruit zichten van den wereldhandel"- Onder de talrijke aanwezigen, niet min der den 375 deelnemers telde deze derde Rotterd. Havendag, merkten wij, buiten het dagelijksch bestuur van Rotterdam, van de Kamer van Koophandel, van de Haven diensten, buiten vele Kamerleden en verte genwoordigers van Kamers van Koophandel, o.m. de navolgende personen op: De genoodigden. Z. Exc. Mr. Dr. H. A. Van Kamebeek, minister van Staat, Commissaris der Ko ningin in Zuid-Holland; dr. H. M. Hirsch- feld, directeur-generaal van Handel en Nij verheid, vertegenwoordiger van Z.Exc. den minister van Economische Zaken; Z. Exc. ir. M. C. E. Bongaerts, oud-minister van Wa terstaat; Z. Exc. jhr. ir. O. C. A. Van Lidth de Jeude, oud-Minister van Waterstaat; Z. Exc. mr. T. J. Verschuur, oud-minister van Economische Zaken, contact-commissaris voor de Rijnvaart; mr. P. Droogleever For- tuyn, burgemeester van Rotterdam; dr. F. H. Fentener van Vlissingen, eere-voorzitter der Internationale Kamer van Koophandel; F. C. baron van Aerssen Beyeren van Vos hol, consul-generaal der Nederlanden te Hamburg; direktor Aldag, direktor der Ham- burg-Amerika Linie; N. Arkema, adjunct directeur der vereeniging van Nederlandsche gemeenten; Henry Asselin, voorzitter der buitenlandsche Persvereeniging in Neder land; dr. Jur. Paul Baelde, schepen van han del en scheepvaart van Antwerpen; H. L. Baron, consul der Nederlanden te Bremen; jhr. F. W. L. De Beaufort, oud-voorzitter der stichting „Havenbelangen", 's-Gravenhage; Beliard, vice-président des Ateliers de re parations maritimes béliard Crighton et Cie, Paris; R. Binet, consul van Frankrijk, Rot terdam; Boecker, havendirektor der Stadt Köln; G. Paul-Boncour, Attaché Commercial prés la légation de France aux Pays-Bas, 's-Gravenhage; Joachim de la Camp, Prases der Industrie- und Handelskammer, Ham burg; Z. W. Dekkers, voorzitter der vereeni ging van Rotterdamsche cargadoors, Rotter damsche Cargadoors, Rotterdam; Z. W. Dek kers, lid der firma Ruys Co., lid van het bestuur der Fédération Maritime d'Anvers, Antwerpen; J. K. Franke, voorzitter der Duitsche Kamer van Koophandel voor Ne derland, Amsterdam; H. P. Gelderman CMzn.; algemeen voorzitter van het verbond van Nederl. werkgevers; F. J. H. Geraets, referendaris bij het departement van Eco nomische Zaken, 's-Gravenhage; mr. R. A. H. M. Gielen, directeur van het economisch technologisch instituut in Limburg, Maas tricht; ir. F. H. E. Guljé, voorzitter van de algemeene R.K. werkgeversvereeniging en van het R.K. verbond van wefhgeversvak- vereenigingen; P. S. van 't Haaff, vice-ad- miraal, inspecteur-generaal voor de scheep vaart; C. Haessig, consul der Nederlanden te Basel; Hafenbaudirektor Hoffbauer, Di rektor der Duisburger Hafenverwaltung, Duisburg; F. K. Th. van Iterson, directeur van de Staatsmijnen in Limburg; mr. A. Jon ker, directeur van de vereeniging van Ne derlandsche gemeenten; mr. A. van Kleffens, adjunct-directeur van de handelsaccoorden; dr. A. G. Kröller, Nederlandsch Rijnvaart commissaris; A. Th. Lamping, directeur van de Handelsaccoorden; ir. S. L. Louwes, regee- ringscommissaris voor den Akkerbouw en de Veehouderij; Oberbürgermeister prof. dr. O. Most, Hautpgeschaftsführer der Nieder- rheinischen Industrie- und Handelskamer Duisburg-Wesel, Vorsitzender des Standigen Ausschusses für Binnenschiffahrt der inter nationalen Handelskammer, Duisburg Ruhrort; E. van de Pitte, consul van België te Rotterdam; ir. A. Plate, Algemeen voor zitter der scheepvaart vereeniging „Zuid"; A. Plesman, directeur der koninklijke lucht vaart maatschappij voor Nederland en kolo niën; prof. dr. N. J. Polak, rector magnifi cus van de Nederlandsche handels-hooge- school; S. van Ramshorst, directeur van het loodswezen; J. Roelofs Azn., voorzitter van de vereeniging van Reeders der binnenvaart; mr. C. J. M. Schaepman, referendaris, plaats vervangend chef van de afdeeling consu- sulaire- en handelszaken van het dep. van Buitenlandsche Zaken; ir. F .L. Schlinge- mann, Nederlandsch Rijnvaartcommissaris, hoofdingenieur-directeur van den Rijkswa terstaat; C. Stahl, consul-generaal van Est land, voorzitter van de vereeniging voor den katoenhandel te Rotterdam; A. Vanderstegen burgemeester van Gent, lid van den senaat, voorzitter van de vereeniging van Belgische gemeenten, Gent; dr. ing. Enrico Vanni, direttore dell' Ufizzio Ferrovie dello Stato, Essen; dr. A. Windecker, Deutscher konsul, Rotterdam; C. J. Ph. Zaalberg, directeur der N.V. Maatschappij ter behartiging van natio nale scheepvaartbelangen (B.E.N.A.S.), voor- zitter van den nijverheidsraad, 's-Graven hage. f: Openingswoord Namens het departement Rotterdam van de Nederlandsche Maatschappij voor Nijver heid en Handel en de Stichting Havenbelan gen werd door den heer C. van Stolk het be groetingswoord gesproken. Het is mij een groot voorrecht u hier wel kom te mogen heeten bij de opening van onzen havendag. Vooral ook, dat U, Excellenties, en vele hoofdambtenaren en ambtenaren van de de partementen wederom door aanwezigheid blijk hebben gegeven, belang te stellen in hetgeen in onze havenstad omgaat, is voor ons een groote vreugde. Zeer dankbaar zijn wij eveneens gestemd, dat zoovelen uit het Nederlandsche bedrijfs leven aan onze uitnoodiging gehoor gegeven hebben, daar hieruit blijkt, dat ook in deze moeilijke jaren Nederland in al zijn geledin gen het groote belang beseft van zijn tradi- tioneele wereldtaak van handel en vervoer, waarvoor de havens uitgangspunt zijn. Dit stemt te meer tot groote voldoening, nu ook zoovele buitenlandsche gasten onzen haven dag met hun komst vereerd hebben. Ik besef, dat over onze haven reeds veel geschreven en gerequestreerd is, doch ik ben steeds geneigd, dezen havendag te vergelijken met het persoonlijk bezoek aan een groot be drijf. De bezoeker zal daardoor, zooals ons allen persoonlijk zoo vaak overkomt, toch meer de werkelijke grootte en belangrijkheid van deze onderneming zien en begrijpen, dan ooit door lezing daarover r.jgelijk is. Wanneer u ons vraagt, waarom deze haven dag werd ingesteld, dan kan ik als mijn mee ning mededeelen, dat niet alleen direct zui ver zakelijke argumenten hieraan ten grond slag lagen, om naast de taak, onze haven- outillage voor water, land en thans ook lucht verkeer te perfectionneeren, waarvoor wij ge lukkig de grootste medewerking ontvangen, en ook te zorgen, dat de onmisbare verbin dingen met ons achterland, die hiervan ge bruik kunnen maken, aan de gestelde eischen voldoen, doch dat tevens diepere redenen ons hiertoe aanleiding gaven. Het bedrijfsleven toch is zich bewust een belangrijk onderdeel van een grootere ge meenschap te vormen, met haar rechten, doch ook met haar verplichtingen. Met vreugde heeft zij o.a. deze gelegenheid aangegrepen, om te trachten, door hechtere banden aan te knoopen met het buitenland, waardoor men elkaar beter leert begrijpen, de oplossing van de ingewikkelde, internationale, economische verhoudingen te helpen bevorderen. Het contact met de dingen zelf is, meenen wij, de eenige basis, waaruit een juist inzight in het werkelijk gebeuren geboren kan wor den. Nogmaals zeg ik u hartelijk dank voor uwe trouwe opkomst. Ik spreek den wensch uit, dat u aan dezen dag een aangename herin nering moogt bewaren. Vervolgens heeft spr. de buitenlandsche gasten in hun eigen taal welkom geheeten. Hierna was het woord aan den heer Dr. F. H. Fentener van Vlissingen, voorzitter der Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Utrecht, eere-voorzitter der Internationale Kamer van Koophandel en voorzitter van den Raad van Beheer der Kon. Nederl. Jaarbeurs te Utrecht, die zich bereid had verklaard de zen dag een rede te houden over de toe komstige vooruitzichten van den wereldhan del. Wie uitvaart op de wijde zee, wie woont en werkt in groote havensteden of aan interna tionale verkeerswe gen, is van huis uit doordrongen van de groote beteekenis die een intensieve en goed functioneerende wereldhandel heeft voor de welvaart en de toekomstige ont wikkeling van de menschelijke SE.men- leving. Hij weet uit ervaring dat niet slechts zijn eigen be lang gediend wordt door een bloeienden wereldhandel, maar ook, dat opgelegde schepen, verlaten ha vens en internationa le verkeerswegen zon der verkeer een onmiskenbaar teeken zijn van een algemeene economische depressie en dat drukte in de vaart, havens vol bedrijvigheid en verkeerswegen vol vertier, alleen voorko men in tfjden van algemeenen voorspoed en toenemende welvaart. De meest gerechtvaardigde critiek, die op het bestel van onze tegenwoordige wereld huishouding kan worden uitgeoefend, is on getwijfeld dat wij, ondanks de phenomenale mogelijkheden die de moderne techniek ons zoowel op het gebied van de' productie als van het verkeer biedt, aan den eenen kant millioenen werkloozen moeten registreeren en aan den anderen kant millioenen mede- menschen die gebrek hebben aan de primi tiefste levensbehoeften. De hoogst gebrekkige samenwerking tus- schen de volkshuishoudingen is wel 't meest debet aan dezen voor het menschelijk vernuft werkelijk beschamenden toestand. In de laatste jaren is men meer en meer tot het inzicht gekomen, dat wij zonder een verbetering der internationale economische Dr. Fentener van Vlissingen' betrekkingen op de wereld niet tot een be vredigender toestand, zoowel wat de econo mie als de politiek betreft, kunnen geraken. Het bedenkelijkste is echter, dat men, hoewel het blijkbaar eens zijnde over de dringende noodzakelijkheid van de verbeteringen die in dit opzicht noodig zijn, in de practijk slechts hier en daar iets tastbaars in de goede rich ting kan verwezenlijken, terwijl men daar tegenover weer veel kan stellen, dat 'n nieuwe bedreiging voor een vreedzame samenwerking der volkeren beteekent. Zulks heeft in de eerste plaats aanleiding gegeven tot moedeloosheid en defaitisme. Wat heeft het voor nut, vragen velen zich af, te gen den stroom in te roeien? Terugkeer naar een vrijer ruilverkeer is een utopie, zeggen zij. In de tweede plaats zijn tijden, zooals wij doormaken, bijzonder geschikt om de theorie ingang te doen vinden, dat tengevolge van bepaalde veranderingen, die in de economi sche structuur hebben plaats gevonden, een gedeelte van den wereldhandel niet langer onmisbaar is. Niemand, die voor de gerechte zaak van de uitbreiding van den wereldhandel in het strijdperk wil treden, mag zich laten weer houden door de inderdaad zeer groote moei lijkheden, die daarbij te overwinnen zijn. Hij moge desnoods pessimistisch zijn ten aanzien van de naaste toekomst van den wereldhan del, hij zal optimistisch moeten zijn ten op zichte van zijn uiteindelijke toekomst. Streven naar vrijer ruilverkeer geen utopie- De economische geschiedenis leert ons, dat perioden van meer liberalistische en meer autarkische handelspolitiek elkaar steeds heb ben opgevolgd en dat zij de hausse en baisse beweging van de economische conjunctuur vrijwel getrouwelijk hebben gevolgd. Met het stijgen der prijzen aan het einde der 18de eeuw treden in Engeland, Frankrijk en de Vereenigde Staten 'vrijere handelsten- denzen naar voren, terwijl tijdens de Napo leontische oorlogen en in de daarop gevolg de depressiejaren deze landen weer protec tionistisch werden. Vrijhandel werd allengs weer troef nadat in 1840 de industrieele pro ductie sterk gestegen was en ook de prijzen omhoog gegaan waren. De invoerrechten in Groot-Brittannië en Frankrijk werden in deze periode door Sir Robert Peel en Napo leon Hl verlaagd. De economische malaise van de 70-ger jaren bracht weer excessieve tarieven in de Vereenigde Staten en ook in Rusland. Duitschland volgde dit voorbeeld in 1897, Frankrijk in 1885. Indien ook hier de geschiedenis zich her haalt, behoeft het slechte heden een betere toekomst volstrekt niet uit te sluiten. Streven om onafhankelijk van anderen te staan Van meer gewicht is de vraag, of de we- derzijdsche afhankelijkheid der volkeren, wel ke het natuurlijk gevolg is van een ver door gevoerde internationale arbeidsverdeeling, niet hoe langer hoe meer als een drukkende last zal worden ondervonden, waaraan men tot eiken prijs wil ontkomen. Zonder twijfel hebben de wereldoorlog en de politieke span ningen, die hierop gevolgd zijn, de vrees voor deze afhankelijkheid van anderen en de daar uit voortspruitende autarkische neigingen sterk aangewakkerd. Maar hier moet tegen over gesteld worden, dat indien autarkie economische onafhankelijkheid tot doel heeft, haar doel 'nooit kan worden bereikt, omdat er steeds essentieele punten open blijven, waarop een bepaalde volksgemeenschap zich toch niet onafhankelijk van anderen kan spa ken. Zij kan dus slechts een vermindering der afhankelijkheid brengen en deze moet duur gekocht worden. Tegen het betalen van een hoogen prijs voor iets, dat voorloopig niets tastbaars oplevert, verzet zich de drang naar meerderen welstand en hoogeren levens standaard, die nog steeds in sterke mate het menschelijke doen en laten beheerscht. Een vermeerderingder welvaart, een verhooging van den levensstandaard wil zeggen, dat meer goederen per caput ter beschikking worden gesteld. Dit vereischt zoolang de wereldbe volking stijgt, verhooging der productie, ver laging der kostprijzen, verbetering der pro ductie- en verkeersmiddelen en van het distri butie-apparaat. Een expansie dus der econo mische betrekkingen en geen contractie. Dit zal niet mogelijk zijn zonder de toepassing eener rationeele en steeds verder doorgevoer de arbeidsverdeeling, waarbij in het woord „rationeele" reeds besloten ligt, dat wij dit systeem, dat voor elk bedrijf onmisbaar ge worden is, niet kunnen onderbreken door po litieke grenzen. Zoolang de drang naar materieele welvaart den belangrijksten prikkel vormt voor het productievermogen en de scheppingskracht van den mensch, lijkt het onwaarschijnlijk en onlogisch, dat een economisch stelsel zou kun nen standhouden, dat de belooning voor ge- presteerden arbeid ver onder het mogelijk bereikbare maximum moet doen blijven. Hier bij komt, ,dat het menschelijk vernuft juist in onze eeuw heel wat heeft voortgebracht, dat aan het wereldverkeer tot dusver onbe kende mogelijkheden gaf en dat intensievere economische betrekkingen tusschen de vol keren als het ware uitlokt. De draadlooze, de radio, de auto en de vliegmachine hebben gelegenheden geschapen om de verste af standen zoowel voor het verplaatsen van ge dachten als van menschen tot een minimum te reduceeren. De logische consequentie van deze ontwikkeling kan op den duur door geen verstarrende en kortzichtige handelspolitiek worden tegengehouden. De zucht naar grootere onafhankelijkheid heeft weliswaar den menschelijken geest aan het werk gezet om te trachten goederen, wel ke men tot dusverre uit den vreemde moest betrekken, te vervangen door andere, die men zelf kan vervaardigen. Hierbij speelt de ver vanging van natuurlijke door synthetische producten een groote rol en menigeen gelooft, dat dit op den duur tot een belangrijke ver mindering van den wereldhandel moet leiden. Deze conclusie mag echter niet zonder meer getrokken worden, omdat het synthetische product vaak geheel nieuwe afzetgebieden opent en nieuwe consumptiemogelijkheden creëert. Een sprekend voorbeeld hiervan vormt bijv. de synthetische stikstof, maar ook op liet gebied van synthetischen textieldraad liggen dergelijke voorbeelden voor het grij pen. Prof. E. Boehler, welke van dit onder werp een speciale stadie heeft gemaakt, is daarbij tot de conclusie gekomen, dat de thans bekende feiten volstrekt geen aanleiding kun nen geven aan te nemen, dat de wereldhandel op den duur niet evenals dit in het verleden het geval was, de vermeerdering van de we reldproductie op den voet blijft volgen. Verandefingen in de economische structuur leiden niet tot inkrim ping van den wereldhandel. Spreker kwam dan tot de vraag, of de fun- damenteele veranderingen, welke zich in de economische structuur der wereldhuishouding schijnen te voltrekken, tot een inkrimping van den wereldhandel zullen voeren, dat wil dus zeggen, het economisch hut van dien we reldhandel verminderen. De industrialisatie van de agrarische landen schijnt op den eersten blik een vermindering van den wereldhandel ten gevolge te moeten hebben. Ook hier heeft men echter leeren inzien, dat een dergelijke conclusie op sijn minst geno men voorbarig is. Het industrieele apparaat, dat in de 1 andbouwlanden geschapen wordt, dient slechts voor een betrekkelijk klein ge deelte voor het vervaardigen van goederen, welke vroeger uit den vreemde betrokken werden. Het tot stand brengen van moderne verkeersmiddelen, van werken van voorzie ning van licht, kracht en water vermindert niet de behoefte aan Import van een land, doch vermeerdert deze. Buitendien weten wij, dat in het verleden de sterke industrieele ontwikkeling van bepaalde landen gepaard ging met een uitbreiding van hun handels betrekkingen. De industrialisatie van nieuwe en agrarische landen vormt op zichzelf dus volstrekt geen bedreiging voor den wereld handel. Het streven naar agrari sche autarkie schijnt nog wel de grootste bedreiging voor den wereldhandel te vormen. In de Europeesche importlanden verminderde bijv. de invoer van tarwe en tarwemeel in 1934 met pl.m. 30 pet. vergele ken met het gemiddelde van 1926-1930, ter wijl de binnenlandsche productie van de be treffende laftden tegelijkertijd met 23 pet. steeg. Dit is dus inderdaad een sterk voor beeld van 'n vervanging van 'n buitenlandsch door een binnenlandsch product. Da vermeer dering van de kosten, welke dit voor den ver bruiker medebrengt, kan echter niet nalaten op den duur sterke reacties te voorschijn te roepei). Er bestaat geen grond om in de structureele veranderingen, welke zich in de economie vol trekken, een ernstige bedreiging voor de toe komst van den wereldhandel te zien. De statistiek geeft grond voor optimisme. Vervolgens toonde spreker aan, dat de sta tistische cijfers betreffende in- en uitvoer, die een tijdlang de pessimisten in het gelijk schenen te stellen, hen in den laatsten tijd in den steek hebben gelaten. In 1937 zien wij voor het eerst weer, dat de wereldhandel een sterker stijging vertoont dan de wereldproductie. Het eerste kwartaal 1937 geeft ten opzichte van het eerste kwar taal 1936 een stijging van 12 pet. naar het gewicht en van 20 pet. naar de waarde te zien, In de maand Juni bedraagt de stijging naar de waarde zelfs 26 pet. Ook in de haven, waar wij ons bevinden en die de bewegin gen van de wereldmarkt zeer getrouwelijk weerspiegelt, zijn de opgelegde schepen ver dwenen. Slapte en stilte hebben voor een le vendige bedrijvigheid plaats gemaakt Het 10.000ste schip loopt in 1937 op 22 Augustus den Nieuwen Waterweg binnen, dat is dus 5 weken eerder dan in het jaar 1936. In de eerste 7 maanden van 1937 bedraagt 't aantal geloste en geladen tonnen 24.256.678 tegen 19.122.878 in de overeenkomstige pe riode van 1936. Is er beter bewijs van de vol komen onmisbaarheid van den wereldhandel te vinden dan het feit, dat hij zich op zoo opmerkelijke wijze weet te herstellen nog vóór men zijn boeien goed en wel geslaakt heeft Neen, er bestaat inderdaad geen reden om pessimistisch te zijn aangaande de uiteinde lijke toekomst van .den wereldhandel. Wie voor hem strijden, strijden geen strijd tegen windmolens Bevredigend is de tegenwoordige toestand geenszins. Het verschiet, dat zich voor ons opent, staat nog niet in het teeken van „Meeresstelle und glückliche Fahrt", integen deel, voor zoover het oog reikt, zien wij niets dan onrust, onzekerheid, Ontredderde interna tionale economische betrekkingen, gevaarlijke politieke spanningen en ondanks de zoo in de mode gekomen „Planwirtschaft" een chaos van tegen elkaar inbotsende economische stelsels. Erger nog misschien is het, dat wij in zoovele gevallen moeten constateeren, dat vele van de factoren, welke in den laatsten tijd een verbetering van de wereldconjunctuur in het leven hebben geroepen, niet zullen na laten, in de toekomst een bedreiging van onze welvaart te vormen. Maar wjj kunnen in den tegenwoordigen toestand niet berusten en moeten blijven strij den voor een betere toekomst. Dat daarbij vele en haast onoverkomelijke bezwaren te overwinnen zullen zijn, mag en kan ons niet weerhouden met al de ons ter beschikking staande krachten den strijd aan te binden. Zelfs het feit, dat wij niet weten of in afzien- baren tfld ons doel bereikt kan worden, mag ons niet doen aarzelen. Het moet ons genoeg zijn te weten, dat het bereikt kan worden. De inzet waarom het gaat is wereldvrede en wereldwelvaart. In 1929 was het verschil van drie lan den, welke agrarische autarkie toepassen, tusschen den prijs op de binnenlandsche markt en op de buitenlandsche markt voor graan 635 pet., in 1934 was dit verschil gestegen tot 168200 pet. Gisteravond om circa kwart vóór negen zag men in de Persoonshaven een roeiboot dobberen, welke half vol .water stond en waarin zich twee menschen bevonden. Schip pers uit de omgeving gingen erop af en 't ge lukte hun de boot langs den wal te krijgen. In de boot zaten de machinebankwerker J. v. d. Ploeg uit Dordrecht en diens 12-jarig zoontje. Zij waren met de roeiboot, terwijl zij den stroom mee hadden van Slikkerveer naar Rotterdam- gekomen met de bedoeling om zich vanaf Rotterdam door een motorboot te laten sleepen naar Dordrecht. De roeiboot had echter veel water geschept en tot over maat van ramp was het sleeptouw gebroken en zoo dobberde men rond, totdat het bootje eindelijk werd opgemerkt. Toen de machinebankwerker v. d. Ploeg aan wal kwam, was uq er echter zoodanig aan toe, dat hij moest worden vervoerd naar het ziekennuis aan den Bergweg, alwaar hij ter observatie werd opgenomen. Zijn 12-jarige zoontje is bij familie ondergebracht. De politie heeft het roeibootje voorloopig in beslag genomen. „HAVENDAG'' TE ROTTERDAM- In de Doelenzaal werd hedenmorgen de Rotterdamsche Havendag geopendTijdens de openingsrede door den heer C- van Stolkvoorzitter van het departement Rotterdam van de Mij. v- Nijverheid en Handel' Tot buitengewoon hoogleeraar in de alge meene geschiedenis van den nieuwsten tijd aan de Nederlandsche Handelshoogeschool te Rotterdam is benoemd prof. dr. P. Geyl, hoog leeraar te Utrecht. Prof. Geyl werd 15 December 1887 te Dor drecht geboren en promoveerde in 1913 aan de Leidsche universiteit cum laude tot doctor in de Nederlandsche letteren op het proef schrift, getiteld: Christofforo Suriano, resi dent van de Serenissime republiek van Ven- netië in Den Haag 16161623". Na een jaar als leeraar aan het gymna sium te Schiedam verbonden te zijn geweest, ging prof. Geyl als buitenlandsch correspon dent van de „N.R.Crt." naar Londen. In 1919 volgde zijn benoeming tot hoogleeraar voor Nederlandsche studiën aan de universiteit te Londen en in 1924 die tot hoogleeraar in de Nederlandsche geschiedenis. In 1936 werd hij tot hoogleeraar in de algemeene geschiede nis en de vaderlandsche geschiedenis aan de Utrechtsche universiteit benoemd. Van zijn hand verschenen o.a. verschillende beschouwingen over „De groot-Nederlandsche gedachte", terwijl van zijn groote werk „Ge schiedenis van den Nederlandschen 3ta™ twee deelen verschenen en een derde dee Pp".'S..r Geyl 1. bevend,e» v.» d. Koninklijke Aeed.»» ^ZZ' Z' schappen en lid van de Royal ciety. De St. Franclscusgroep der R. K. Verken ners, een keurkorps der Afrikaanderpleln- parochie gaat de volgende week haar 2e lus trum vieren, t Is geen menschenleeftijd, maar tien jaar ouderdom wil in de R. K. verken- nersbeweging zeggen, dat we hier met een groep te doen hebben, waarvan de leiding reeds jaren geleden haar tijd goed heeft be grepen. Voor de lustrumviering is een pro gram in elkaar gezet, dat we in zijn voor naamste onderdeelen hier laten voLgen. Woensdag a.s. is er in het R. K. Vereeni- gingsgebouw Afrikaanderplein een reünie ge organiseerd van oud-leden, ouders donateurs en leden. Verkenners en oud-verkenners zul len dien avond hun recreatie-varieteiten voor het voetlicht brengen. Donderdagavond „ver gaderen" de welpen in eigen huis. Zondagmorgen half zeven zal een H. Mis worden opgedragen tot intentie van de Ver- kennersbeweging met gemeenschappelijke H. Communie. Verkenners zullen respondee- ren, terwijl het St. Louis de gregoriaansche gezangen zal uitvoeren, 's Middags van 12 uur is er in het hoofdkwartier offlcieele re ceptie. Van 24 is er receptie voor a*Ue pa rochianen in het gebouw Putschestraat 20. Om half vijf heeft een openbare aanbidding plaats, waaronder het jongenskoor onder lei ding van den heer J. M. van Breugel zal zin gen. Tot slot volgt des avonds een gezellige bjjeenkomst voor verkenners en voortrekkers. Gisteren is de 16-jarige A. Oudheusden, wonende Disselstraat, op den Strevelsweg door de voorvork van zijn fiets gezakt. Met schaafwonden en een hersenschudding is hij iri het ziekenhuis aan den Coolsingel opge nomen. Op den Oudedijk is gisteren de 13-jarige C. Vermeulen, wonende Meubelstraat, door een slangenwagen aangerden. Met ernstige vleeschwonden aan beide beenen is hij op genomen in het ziekenhuis aan den Cool singel. De tentoonstelling: „Hoe teekent het kind in Indië", welke groote belangstelling heeft getrokken, wordt thans gehouden in het Kra- lingsche Volkshuis van Zaterdag 25 Septem ber t/m Maandag 27 September van 10—5 uur v.m. en 7.309.30 uur n.m. Aangiften van 23 September 1937. ONDERTROUWD: K. Sperling jm. 32 en G. F. Robers ges. 25 j., Schooneb.weg. 69a H. Maris jm. 26 j. en A. A. van Dort jd. 22 j., Pr. Alexan- derstr. 21c J. Slikboer jm. 24 j. en G. L. Berg werf jd. 23. j., Utrecht A. P Bal jm. 28 j. en B. J. Kuipers jd. 25 j., Groenendaal 27b J. J. Baris jm. 23 j. en A. H. v. Krimpen jd .24 Hekelingenstraat 14b M. G. Bosman jm. 36 en F. C. C. v. Dijk jd. 31 j., W. de Withstr. 80b A. G. Boxman jm. 25 j. en E. Wijntjes jd. 26 j., v. Reqnstr. 10e J. C. Broekhuizen jm. 29 J. en W. F. Timmerman jd. 25 j. v. Maanenstr. 2b H. J. Bronlchorst jm. 22 j. en J. J. Mosmans Jd. 23 J. Oranjeboomstr. 273a H. H. Brussen jm 23 j. en W. de Waal Jd. 20 J. 2e Klefhoekstr. 48 G. Deunhouwer Jm. 34 j. en A. v. Zeist jd. 32 j., Weenaplein 4a K. v. Duinen Jm. 27 j. en B. S M. Laman jd. 21 j., Portlandstr. 3Gc D. v. Eek wed. 60 j. en J. Cats ges. 49 j., Ruilstr. 52a H. M. Fabrle jm. 33 j. en J. P. M. v. der Geest jd. 34 J., Voorhaven 15b J. G. Goedhart Jm. 33 j. en J. Beelman jd. 27 j., St. Agathastr. 20b A. J. den Hartog Jm. 26 j. en C. Vliem Jd. 29 J. w. Buitew. str. 199b CA. van 't Hoen jm. 21 en M. de Groot Jd. 20 J., Bloem- str. 56b T. Jonkers jm. 30 j. e nG. Stevens Jd. 20 J., Akeleistr. 3b Koenderman wed. 46 en H. Vuijk jd. 48, Provenlerspi. 6; t. J. Kool jm. 25 en L. v. de Groenendaal jd. 25 j., gm. Slaak 12/5bN. F. Koot) jm. 38 J. en A, E. F. Ameling jd. 36 j., Messchertstr. 15b R. F. Krab benbos jm. 28 j. en P. Groeneweg jd. 23 j., Schied.singel lb W. E. Kroon Jm .23 J. en M. Tessers jd. 22 j. Dordtschestr.weg 456c N. v. der Leeden jm. 28 J. en P. Verstraaten Jd. 27 j., Marinestr. 31b P. Leeuwangh jm. 31 J. en R. H. Scheenjes jd. 27, Bloemstr. 58a P. Leklter- kerker jm .32 j. en A. S. Baas jd. 32 J., Volma- rjjnstr. 137b M. Lems jm. 34 J. en C. T. Euser ges. 34 j., IJsselmonde H. v. Loon jm. 26 j. en C. C. Cleef Jd. 24 j., Gr. Florisstr .28b J, Muusz jm. 28 J, en W. H. A. v. Luln Jd. 26 j., Zijdewindestr. 95a J. J. van Oers Jm. 29 j. en C. G. E. M. Kraan Jd. 26 J. Rozemarq'nstr. 5b P. J. Schouten Jm. 23 J. en W. Hillebregt jd. 24 J. Putschebocht 59a H. J. Voormolen jm. 26 j. en N. G. Kooiman Jd. 29 j. Gr. Florisstr. 43 C. de Vries wed. 24 en F. Klavers jd. 20 Br. HU- iedtjk 17b H. v. den Akker jm. 25 J. en L. v. Kent Jd. 27 j.. Utrecht L. v. Heelsbergen jm. 26 J. en M. M. v. Gumster Jd. 25" J., v. der Poel- str. 28b W. Korenhof Jm. 20 en T. W. Baris jd. 19 J., Zw. Paardenstr. 24b M. Kreuze jm. 29 j. en W. F. Krugers jd. 29 j„ Hoogeveen W. H. v. der Veer jm. 26 j. en J. M. H. v. Steel jd. 26 J. Zuiddorpe H. A. N. Peters jm. 27 ep M. A. Franke jd. 26 J., Hillegersberg C. D. Tim mermans jm. 29 j. en N. Weima jd. 33 j., Ros Faassenstr. 34b H. v. den Berge jm. 27 S. Klaassen jd. 20 J. w! Kruiskade 37c M. Das berg wed. 59 j. A. J. W. Spruyt jd. 48 j., Delft- schestr. 80b L. v. Dijk jm. 21 c. C. den Hartog Jd. 19 j., Püperstr. 46b H. M. Kuil wed. 51 j. en J. M. L. Braak jd. 49 j., L. Warande 90a A. v. Maaren Jm. 30 j. en B. W. Kopmels jd. 22 j., Stamploenstr. 50b D. Manhave jm, 29 j. en W. H. Molenaar jd. 27 j, Sehied.weg 314b",^ K. Fettersson jm. 24 j. en J. Blokland Jd. Nozemanstr. 2«a A. de Reus Jm. 3a 1 «n J KuUpers Ja. 24" Ebënhaëzérstr. 60a jr.JC Roodkerk jm. 24 j. en H, Mulder jd. 23 J. gersberg C. Rook jm. 27 J. en W. Hoogendijtf Jd. 20 j., Adrianastr. 87a M. Roskam Jm. '28 J. en La Grouw P. jd. 28 J. Gaffelstraat 62b J, J. de Ruiter Jm. 2ö J. en P. Schoonhoven Jd .Jt J. v. Maisenstr. 102a O. Schepers Jm. 21 J. en M. v. Rossum jd. 20 j., Siondw.str. 37a J. P. Snoek jm, 27 j. en M. de Bruin jd. 29 J„ Zflde- windestr. 32b W. H. Struijk jm. 22 J. en M. C. de Kam jd. 21 j„ H. Sorchstr. 7b H. Strijk Jm. 30 j. en J. J. Pool jd. 27 J., Oppert 81 M. A. Velthutjzen jm. 24 j. en J. Putting Jd. 21 j. Jaffa 49b. - A. Verhagen jm. 23 j. en F. Vink Jd. 21 j., Slotboomstr. 18a A. Verweij jm. 25 J. en E. M. Torenvlied Jd. 23 Zlnkerstr. 35b A. Werkman jm. 26 J. en M. E. Koppenol Jd. 29 J., Brederodestr. 70a H. J. Westerhof jm. 31 J„ en W. T .H. v. Amstel Jd. 26 J., Oranjeboom str. 305b H. Westerlaken jm. 23 J. en M. T. Westbroek jd. 23 j., Bingleystr. 81b B. Wolff Jm. 31 J. en A. Davids jd. 26 j., Treubstr. 12a H. v. Wijk Jm. 33 en G. M. Klatten jd. 31 J« 's Gravenhage D. J. Wijmans jm. 21 j. en G. M. Hofman jd. 24 j. L. Zeeman Jm. 23 j. en N. C. Molendijk Jd. 24 J.. Slonstr. 53a. Aangiften van 23 September 1937. BEVALLEN: M. M. TImmers geb. Prins z. G. Verschuren geb. Verhulst z. A. C. Verha gen geb. Martens d. a. P. v. As geb. Ver spoor d. P. C. Verbaken geb. Weqts z. J. v. Dongen geb. de Man d. M. C. Jansen geb. Grootens d. J. M. Landsbergen geb. Zeg- waart z. J. I. v. Son geb. v. d. Windt d. C. H. v. d. Zijde geb. Peek d. E. v. Os geb. Leezer d. J- P. Koemans geb. v. Houte z. C. M. V. Caldenborgh geb. Vogel d. J. S. Bot- terman geb. Loekhorst z. J. T. Twigt geb. Vuijk z. W. E. Zuidmeer geb. de. Klerk d. A. de Beijer geb. v. d. Hurk z. K. de Rid der geb. Happe d. P. J. Douw geb. Schaap z. L. H. E. Boenders geb. Hageman z. H. Westdijk geb. Graaf z. - C. Huijssen geb. den Breejen d. W. J- v. Eunen geb. Surber d. M. J H v. d. Wagt geb. Keereweer d G T. Fransen geb. Bogaerts z. GEHUWDC. van ^Waning jm, 30 j en W. de Heer Jd. 28_J- H. C de Boer 32 j. en C. A. Mook 30 J. H. J. Woltjer 26 j. en A. C. Stokdijk 4i A. H. Wervers wed. 40 j. J' Cohen wede. van D. da m' r Schwab wede. van G. Flegen- heimer 79 J. Vons, man van J. de Roo 4 T-» Sobering man van R. Brandei 59 F, G. Peterich wedr. van G. Rose-» boom 72 J. j. h. W. v. Reijswoud, dochter 14 d. g. M. Groenenboom, vrouw van J. Brandwijk 50 j. A- PatUn, ongeh. man 28 J. J. B. Krtkke, wedr. van J. J. v. Hoff 79 J. A. J. E. V. Hertum, wedr. van A. C. F. M. Lodder 80 K. Schot, man van K. da Korte 71 J- C. Mullie, wedr. van C. M. Ge braad 62 j- R- Jongeneel ongeh. man 47 J. j H. Heeres, man van W. J. Dekker 63 j. a. Rleff. man van J. M. J. Stobbaerts 56 j. H. A. de Ruiter, man van A. v. d. Heerilt 45 j. A. Botterman, man van E. Garrltsen 65 j. A. Meijer, vrouw van D. J. A. Baars 49 j. Gisteravond omstreeks zes uur is de 38- j^rige R. B. wonende te Amsterdam op den Abraham van Stolkweg in de bocht tegen over de fabriek van Van Nellen van een vrachtauto gevallen. De man was zonder medeweten van den chauffeur op het voertuig geklommen. Deze heeft van het ongeval niets bemerkt en is doorgereden. Het slachtoffer, dat blijkbaar onder den invloed van sterken drank verkeerde, bleef met een gapende hoofdwonde op den weg liggen. Dokter van Batenburg uit Delft, die juist passeerde heeft de eerste hulp ver leend, waarna de man per Roode Kruis- auto naar het ziekenhuis aan den Coolsingel te Rotterdam is vervoerd. Behalve de nieuwste verkeers- vooijpchriften moet u óók nog de oudste ongevallenoorzaken (roe keloosheid en drankmisbruik!) kennen!

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1937 | | pagina 2