INDISCHE BEGROOTING IN DE TWEEDE KAMER. TT V Uitoefening van de geneeskunst. li „PSYCHIANA", DE NIEUWSTE SOORT VRIJDENKERIJ. Het wapen van Prinses Beatrix. A .1 MINISTER WELTER OVER SURINAME. Vergadering van Woensdag 23 Februari. MGR. DR. POELS EN PROF. VAN DER HEYDEN ONDERSCHEIDEN. Benoemd tot Commandeur in de Kroonorde van België. PLECHTIGE HUWELIJKS VOLTREKKING IN D' HOOFDSTAD. BRANDEN. H. M. DE KONINGIN. DE TOESTAND IN HET TAXIBEDRIJF Nauwkeurige afpaling van de wettelijke grenzen. DE ACTIE IN HET METAALBEDRIJF. DE PEELONTGINNING BIJ SEVENUM. Een „godsdienst" voor de society, maar van een bedenkelijk karakter. INBREKERS AAN HET WERK. NATIONALE RECLASSEERINGSDAG. Aan minister Weiter zal het niet liggen, als de eerstvolgende jaren niet alle aandacht aan de economisch-sociale belangen van Suri name wordt gewijd. Niet dat vorige ministers geen belangstelling hadden: Suriname is steeds een zorgenkind geweest, maar om standigheden, die niet alleen door politieke factoren beheerscht werden, hebben dit ge biedsdeel altijd veel somberder doen bezien dan Indië. Daar is ten deele het Nederland- sche kapitaal schuld aan, dat in Suriname weinig belang stelde, en ten deele ook het pessimisme van de ambtenaren, bij wie wel eens frisch bloed komen mocht, meende de heer Van Poll, die ook hier van geen wan hopig „wij kunen niet" wil weten. De minister, die in de Oost thuis is, bleek ook de zaken van de West door en door te kennen. Geen aspect van beteekenis in de gedachtenwisseling over Suriname was hem ontgaan en van product na product somde de heer Weiter de mogelijkheden op. Het probleem van Suriname is het bevolkings probleem. Suriname bezit alles, behalve vol doende menschen, een lot, dat het met heel Zuid-Amerika deelt. Dit vraagstuk probeert de minister op te lossen door steun aan im- migreerende Javanen. In de ontwikkeling van het land heeft de minister vertrouwen. Hij zond een deskundige op irrigatiegebied naar Suriname en als er een beschikbaar is, volgt een rijst-deskundige. „Desespereert niet!", riep de heer Welter met Coen de Kamer toe. Denk bij Suriname niet te zeer in te groote lijnen, doch aan de verwerkelij king van de beperkte, maar voor verwezen lijking vatbare mogelijkheden, die er zijn. Aan mevrouw De Vries, die over den ge zondheidstoestand klaagde, zei de minister dat in Suriname een klein millioen aan ge zondheidszorg wordt besteed, dat is zes gul den per hoofd, hetgeen men niet gering noemen kan. Intrekking van pensioenkorting, zooals de heer Joekes vroeg, kon de minister niet toe zeggen, Men weet, dat de heer Wel ter voor Indië deze intrekking wel goedkeurde, maar over het van de Nederlandsche schatkist af hankelijke Suriname spreekt de Nederland sche minister van Financiën een woordje mee en deze is met het oog op de ge volgen hier, vermoedelijk niet zoo toe schietelijk. De begrooting is z. h. s. aanvaard. Bij de Indische begrooting nam de commu nistische heer Effendi den mond vol over de Japansche penetratie en de nationaal-socia- listische propaganda. Dat op dit terrein in Indië alles rozegeur en maneschijn is, zou den wij niet durven zeggen. Maar sinds de heer Stalin zoo pas weer zijn vrienden in alle landen opriep tot den strijd, kunnen wij de communistische, beschermers van Indonesia, zooals zij bij voorkeur Nederl.-Indië noe men, op dit punt nog minder objectief noe men dan voorheen. Zoolang de heer Stalin rustig diplomaten naar Berlijn en Rome zendt, zoolang hij credieten aanvaardt van Hitier, credieten geeft aan Mussolini en met beiden verdragen sluit, zoolang hij Japan, waar de sovjet-ambassadeur resideert, door bolschewistische propaganda in China het voorwendsel aan de hand doet om daden te stellen, waarvoor de heer Roestam geen woorden'kan vinden, die zijn afkeuring sterk genoeg uitspreken, dienen de communisten, die ook in Indië onrust probeerden te sto ken, bescheidener te zijn. Zij zelf verdedigen de politiek van Rusland en lokken de be wegingen uit, die op haar beurt propaganda middelen bezigen, welke Moskou zelf het eerst heeft aangewend, ook buiten Rusland. "Dit spelletje doen de andere dictaturen na; zij trekken zich aan elkander op. Professor Van Gelderen, die mede namens zijn zieken partijgenoot den heer Stokvis het woord voerde, heeft vooral de economi sche politiek besproken. Hij legde den na druk op het gebrek aan koopkracht bij de inheemsche bevolking en op het naar zijn meening te dure Nederlandsche gezagsappa- raat. Dat de hoogleeraar de inkomsten van de ambtenaren en van ander overheidsper soneel in Indië geheel onttrekt aan de wel vaart van Indië, schijnt ons te sterk. De be volking profiteert toch mee van de salaris sen, die aan deze categorie worden uitbe taald. Eveneens is het een feit, dat, zooals minister Weitor in zijn M. v. A. constateer de en prof. Van Gelderen zelf ook toegeeft, dat met het kabinet-Kuyper in 1901 de wel- vaartspolitiek krachtig is ingezet. Het is niet de schuld van Nederland geweest, dat oorlog en crisis hier stagnatie brachten, en de waarheid blijft, dat ons koloniaal beheer groote dingen tot stand bracht, ook voor de bevolking en dat het zeer de vraag is, of de algemeene welvaart in Indië grooter zou zijn, als het Nederlandsche gezag niet in Indië geweest was. Sterk stond de soc .dem. afgevaardigde met zijn betoog, dat de oude muntpolitiek vooral voor Indië funesf is geweest. Wij ge- looven niet, dat iemand dit feit loochent. Ieder weet, dat de heer Weiter, al sprak hij zeiden openlijk, deze muntpolitiek, juist met het oog op Indië, vroeger heeft afgekeurd, iets anders is of men daarom de sinds 1925 bestaande munteenheid tusschen de gebieds- deelen weer verbreken moet. Belangwekkend was. wat de heer Van Gelderen in 't midden bracht over de econo- sche samenwerking. Hij wees aan, wat op dit gebied kan en wat niet. Hij erkende, dat de contingenteeringspolitiek beschermend had gewerkt, óók voor de inheemsche klein- en middenstandsbedrijven, die in de schaduw van dez e bescherming konden leven. Deze bedrijven bieden echter niet veel ruimte voor groote kapitalen, maar met de agrarisatie van Java zijn zij het belangrijkst om dit eiland te geven, wat het vooral bij een groeiende industrialisatie, behoeft, n.l. meer koopkracht, die ook aan Nederland- schen export naar Indië ten goede kan ko men. Met een verzoek om inwiliging van de pe titie van den Volksraad om ruimer zelf standigheid voor Indië, besloot de heer Van Gelderen zijn betoog, dat, zooals men van den oud-adviseur van het ministerie van Koloniën verwachten kon, de moeite van het aanhooren waard was, ook al zal een bezien van cijfers en vergelijkingen andere afge vaardigden vermoedelijk niet steeds de zelfde conclusies doen trekken. De heer Wijnkoop mag op een nader te bepalen dag den minister van Buitenland- sche Zaken interpelleeren over de erken ning van den Koning van Italië als „keizer van Abessynië". Dat wordt dus een reprise van de interpelatie-Vorrink in de Eerste Ka mer, want alleen op dit punt mag de inter- pellant vragen stellen. Hij had het heele buitenlandsche beleid wel willen bespreken, doch dit achtte de voorzitter onnoodig en daar legde de heer Wijnkoop zich bij neer. Het huwelijk van den dag. Te Amster dam trad gisteren de heer C. F. J. M. van Spaendonck in het huwelijk met mej. Pia Dreesmann. De bruidsstoet verlaat de kerk van O. L. Vrouw Van den H. Rozenkrans. Onder buitengewoon groote belangstelling Is gistermorgen in de kerk van O. L. Vrouw van den Heiligen Rozenkrans aan de Jacob Obrechtstraat te Amsterdam het huwelijk in gezegend van mej. Pia Dreesmann, dochter van den heer W. J. R. Dreesmann, en den heer Ch. T. J. M. van Spaendonck uit Tilburg. De huwelijksinzegening geschiedde voor het fraai versierde hoogaltaar der kerk door den pastoor der parochie, den zeereerw. heer H. Hoosemans. Een groot aantal genoodigden en andere belangstellenden woonde de plech tigheid bij. Onder hen bevond zich ook de Pauselijke Internuntius te Den Haag, mgr. Paolo Giobbe. Het knapenkoor van de „Schola Cantorum" onder leiding van Hubert Cuy- pers voerde de verschillende kerkelijke ge zangen uit. Na de plechtigheid heeft het bruidspaar gerecipiëerd ten huize van den heer Drees mann in de Joh. Vermeerstraat. Vermeld zij nog, dat zich onder de inge komen schriftelijke en telegrafische geluk- wenschen, er een bevond welke door Z. Em. kardinaal Pacelli namens Z. H. den Paus aan het bruidspaar was gericht. Te Zelhem is gisternacht een groote land- bouwschuur van den landbouwer Tjoonk een prooi der vlammen geworden. Alleen het vee werd gered. Te Didam is gisteren de woning van den heer Ruyling geheel afgebrand. Het zoo goed als nieuwe huis was tegen brand ver zekerd. De oorzaak is onbekend. GEZANT BARON HERRY REIKT DE VERSIERSELEN UIT. ZIJNE Majesteit Koning Leopold III der Belgen heeft mgr. prof. dr. mag. H. A. Poels te Heerlen be noemd tot commandeur in de Kroon orde van België en prof. mr. dr. E. J. J. van der Heyden, hoogleeraar te Nijmegen, tot commandeur in de Orde van Leopold II. Gistermiddag heeft de nieuwe gezant van Z. M. bij ons Hof, Z. Exc. J. baron Herry, aan beide heeren met een hartelijke toe spraak de versierselen uitgereikt. De gezant had ten zijnen huize een lunch aangeboden aan de heeren mgr. Poels, prof. van der Heijden, mr. dr. L. N. Deckers en prof. dr. H. Gelissen. Mede aanwezig waren de heeren E. baron Ruzette, gezantschaps- raad; R. Baert, gezantschapssecretaris, en E v. d. Putte, consul van België te Rotterdam. Na de lunch keerde de gezant zich tot mgr. Poels om er zijn vreugde over uit te spre ken, dat hij dezen de versierselen van de hem verleende onderscheiding mocht over handigen. De koning, aldus de gezant, heeft deze onderscheiding toegekend als blijk van persoonlijke achting en van erkentelijkheid voor de gevoelens van vriendschap, die dr. Poels België toedraagt. „In België, monseigneur, aan de Katho lieke Universiteit van Leuven, hebt gij uw theologische studiën voltooid, nadat gij er de cursussen gevolgd hadt in de sociale en politieke wetenschappen. Tijdens uw studietijd te Leuven waart gij de geliefde discipel van den betreurden ka nunnik Van Hoonacker en vele Belgische geleerden hebben steeds vol bewondering de herinnering bewaard aan uw doctorale thesis over het „Heiligdom van de Heilige Ark". Omtrent het werk dat gij gedurende zoo vele jaren als aalmoezenier van den arbeid en als hoofdaalmoezenier der sociale wer ken te Heerlen hebt volbracht, zou ik aan geen enkel van de aanwezige personen iets niéuws kunnen mededeelen. Ik meen te mogen volstaan met te zeggen, dat uw edelmoedig sociaal apostolaat het voorwerp blijft van eerbied en bewondering van mijn landgenooten zonder onderscheid van politieke of sociale opinie en dat ook in Nederland, bij gelegenheid van uw jongsten verjaardag ook uw tegenstrevers den lof hebben gezongen van uw persoon en van uw edelmoedige actie ten bate van de werk lieden en de sociaal zwakkeren. In naam van den koning der Belgen heb ik de eer, monseigneur, u deze onderschei ding te overhandigen". Mgr. Poels, die, zooals wij in ons blad van 8 Augustus 1930 schreven, tijdens den oorlog zelfs met gevaar voor eigen leven, Belgisch: onderdanen te hulp schoot en na den oorlsg als dank van de franskiljonsche pers ver nam, dat hij germanofiel was en de opperste der germanofielen, alleen omdat hij ook oo, had voor rechtvaardige Duitsche verlangens stond op en dankte denx gezant voor diens woorden en de onderscheiding. De doctor beschouwde deze als uitdrukking van de cultureele verbondenheid, die hij altijd me België voelde en nog voelt en als een be wijs, dat hij, hoewel hij tijdens den oorlog neutraal was, zooals het belang van zijn land dit vorderde, zijn genegenheid voor België met daden had getoond. Dat de koning dit feit had willen erkennen, stemde dr Poels dankbaar. Baron Herry wendde zich daarop tot pro fessor van der Heijden, tot wien hij zeide: „De vreugde die ik ondervind, is niet min der groot en oprecht bij het uitreiken van de versierselen van het Commandeurkruis in de Leopold II Orde, aan u, professor van der Heijden, deken der rechtsgeleerde facul teit aan de Katholieke Universiteit te Nijme gen. Mijn doorluchtige vorst heeft hierdoor een welverdiende eer willen brengen aan den jUrist met internationale reputatie, die voor het Belgische volk zooveel vriendschap heeft betuigd en zooveel belangstelling heeft getoond, door zoo ijverig mede te wprifen aan de bevordering van deciiltufëeré bëfrëlU kingen tusschen Nederland en België". „De „munificentia", mijnheer de gezant", aldus de Nijmeegsche hoogleeraar, „is een eigenschap der koningen. Zij kunnen en mogen ruim beloonen, ook als de verdiensten gering zijn". Herinnerend aan betrekkingen en vrienden in België en herhaalde gast vrijheid, die hij daar genoot, besloot prof. v. d. Heijden met den wensch, dat in de toe komst de cultureele banden tusschen België en Nederland versterkt zouden worden. Het zal velen voldoen, als wij vermelden, dat tijdens dit samenzijn alleen Nederlandsch gesproken werd. De gezant zelf, die eerder een Nederlandsche verschijning dan iets anders lijkt, gaf daarbij een voorbeeld, dat zeer is gewaardeerd. H. M. de Koningin is gistermiddag om vijf uur van haar bezoek aan het paleis Het Loo per auto naar het paleis Soestdijk terugge keerd. Bevoegdheden van opticiens, masseurs en heilgymnasten. INGEDIEND is een ontwerp tot wijziging van de wet op de uit oefening van de Geneeskunst. Daarbij worden de grenzen van het wettelijk- ongeoorloofde op dit gebied met grooter nauwkeurigheid afgepaald en voor opticiens, masseurs en heilgym nasten een terrein aangegeven, waar op zij zich ongestraft kunnen be. wegen. Het ingediende wetsontwerp houdt een aanvulling in van artikel 1 van de wet van 1 Juni 1865, zooals die wet bij latere wetten is gewijzigd, regelende de uitoefening der geneeskunst. In de memorie van toelichting zegt de minister van Sociale Zaken, dat dit wetsont werp een noodzakelijk gevolg is van de ont wikkeling der omstandigheden. Op de grensgebieden van de uitoefening der ge neeskunst zijn zich eenige groepen van per sonen gaan bewegen, zóó, dat een meer nauwkeurige afpaling van de wettelijke grenzen van het terrein, dat wordt bestre ken door het verleenen van genees-, heel of verloskundigen raad of bijstand als be drijf, geboden is. De practijk der opticiens. In de eerste plaats wordt hierbij gelet op de praktijk der opticiens, zooals deze zich in de laatste jaren heeft ontwikkeld. Een steeds aangroeiend aantal van hen, die zich opticien noemen, bepaalt zich niet tot hel vervaardigen en verkoopen van brillen, maar strekt zijn bemoeiingen uit tot het on derzoek van de oogen met refracto- of ophthalmometers zelfs wel met oogspie gels en adviseert op grond van dit onder zoek tot het nemen van éen bepaalden bril. Een dergelijk geval is in 1930 en 1931 be handeld door de rechterlijke macht, toen een strafvervolging was ingesteld wegens onbevoegde uitoefening der geneeskunst buiten noodzaak tegen een opticien, die oogen had onderzocht door middel van een oogspiegel en een refracto-meter en vervol gens het dragen van een bril had aangera den en een bril had verkocht. De Hooge Raad heeft toen bij arrest van 9 November 1931 (W. v. h. R. 12419) beslist, dat de op ticien, die met een optisch instrument een oogonderzoek verricht, een bril aanraadt en verkoopt, niet een geneeskundigen raad geeft, welke krachtens artikel 436 Sr. straf baar is. Dit arrest heeft voor de opticiens den weg vrijgemaakt om zonder voorlichting van een geneeskundige een terrein te be treden, dat, zoo al niet geheel, dan toch ten deele ligt op het gebied van de uitoefening der geneeskunst. Een tekort in de werking der oogen is maar al te dikwijls het gevolg van een zie kelijke aandoening, van welke uitsluitend door een geneeskundige behoorlijk de diag nose kan worden gesteld en de behandeling ondernomen. Het alleen-optreden van den opticien kan dan schadelijk voor de gezond heid zijn. Masseurs en heilgymnastiek. Een dergelijk verschijnsel doet zich voor bij de praktijk van masseurs en heilgym nasten. Gelukkig zijn er verscheidene van Vergadering van ontslagen chauffeurs. Men meldt ons uit Amsterdam: Gisteravond hebben de ontslagen taxi chauffeurs van de „Entam" onder leiding van de chauffeursvereeniging „Willen is Kunnen" in Handwerkersvriendenkring een openbare vergadering gehouden ter bespre king van den thans ontstanen toestand. De vergadering sprak in een motie als haar oordeel uit, dat de taxi-ordening geen werkverruiming maar een belangrijke ver meerdering van werkloosheid van de taxi chauffeurs heeft teweeg gebracht en dat de inkrimping van het garagetaxibedrijf op het stationneerende blokbandbedrijf een na- deeligen invloed heeft uitgeoefend, zoodat de „Entam" het bedrijf heeft moeten sluiten Verzocht werd aan te dringen op reorga nisatie van het stationneerende bedrijf door het invoeren van een lager tarief, waardoor ruimte kan geschapen worden voor vijfhon derd blokbandauto's en arbeid voor de vele werklooze taxichauffeurs. Bij gebreke hier van meent genoemde chauffeursorganisatie zeker minstens honderd taxi's voor maxi mum drie passagiers te kunnen exploiteeren. mits tegen een laag tarief en met recht oo den openbaren weg passagiers tegen beta ling op te nemen. De motie geeft ten slotte uiting aan de verwachting, dat het gemeentebestuur net verzoek tot het verleenen van honderd st.a- tionneer-of garagevergunningen op genoem de basis zal inwilligen. Men meldt ons uit Amsterdam: Gistermiddag is een bespreking gehouden tusschen het bestuur van den Metaalbond en de leiders der samenwerkende vakor^a nisaties ten einde tot overeenstemming te komen over de loon- en arbeidsvoorwaar den van het personeel der Amsterdamsche Droogdok Maatschappij. Het resultaat der conferentie zal den be trokken arbeiders in een Zaterdag te houder vergadering worden voorgelegd. EEN ONGEWENSCHTE GAST. Voor de bewoners van een perceel aan den Katendrechtschen Lage Dijk te Rotterdam was het gisteren een onaangename gewaarwording, toen een heistelling voor dit huis omviel en tijdens den val een aantal ramen vernielde. Wonder boven wonder deden zich geen persoonlijke ongevallen voor. dezen, die alleen op medisch advies iemand willen behandelen, maar velen onderzoeken zelfstandig lijders aan een gebrek in eenig bewegingsorgaan of lichaamsdeel en gaan vervolgens over tot een behandeling. Ook deze gebreken kunnen het gevolg zijn van ziekelijke aandoeningen en afwijkingen. Daarom is onderzoek en behandeling bui ten medisch advies en toezicht om in zulke gevallen gevaarlijk. Het is in het belang van de volksgezond heid noodig deze ontwikkeling binnen bepaalde grenzen terug te dringen. Strekking van het ontwerp. Het aangeboden ontwerp is tweeledig. In de eerste plaats beoogt het de grenzen van het wettelijk-ongeoorloofde op het gebied van de uitoefening der geneeskunst met grooter nauwkeurigheid af te palen dan door het tegenwoordig artikel 1 der wet geschiedt. Evenwel zouden*door deze bepa ling de heilgymnasten en de masseurs zoowel als de opticiens in een te onzekeren toestand komen te verkeeren. Daarom bedoelt het ontwerp in de tweede plaats voor deze groe pen een terrein aan te géven waarop zij zich ongestraft kunnen bewegen, door vast te stellen, welke praktijken niet geacht wor den tot de uitoefening van de geneeskunst te behooren. Wordt dit ontwerp tot wet verheven, dan zullen de opticiens het recht behoulen brillen en brilleglazen te verkoopen nan degenen, die zulks wenschen, hetzij op re cept van een arts, hetzij door dezen uitslui tend metobehulp van letterproeven en bril- ledoos in het bezit te stellen van de door hen gewenschte brilleglazen. Het zal den opticien evenwel niet geoorloofd zijn met instrumenten de oogen van den cliënt te onderzoeken; zij zullen zelfs den schijn moe- 'ten vërtnijden' alsof dbór hen' een onaërzoèk wordt verricht. Voorts zullen de masseurs en heilgymnas ten het recht behouden, op aanwijzing van en in geregeld overleg met een arts patiën ten een behandeling te doen ondergaan. Zelfstandig zullen zij dit echter evenmin als ingevolge het bepaalde in het tegenwoordig artikel 1 der wet mogen doen. Evenmin zul len zij in hel vervolg een onderzoek aan het te behandelen lichaamsdeel mogen verrich ten of richtlijnen voor een behandeling mo gen aangeven. De minister vertrouwt, dat door de ont worpen aanvulling van artikel 1 der wet, regelende de uitoefening der geneeskunst, het beoogde doel kan worden bereikt, zon der dat de nuttige praktijk van de opticiens, masseurs, heilgymnasten, enz. onnoodig strak wordt ingebonden. i>e officieele aanvang van de Peelontgin- ning onder Sevenum is vastgesteld op 10 Maart a.s. Men is echter reeds thans met de eerste werkzaamheden begonnen. Het Katholiek Comité van Actie „Voor God" schrijft ons: Er is weer eens een nieuwe „godsdienst" uit Amerika komen overwaaien. Dezen keer is de nieuwigheid nu eens niet voor de massa, zooals bijv. de beweging van „de Getuigen van Jehova" van rechter Rutherford, maar voor de „society". De propagandisten van „Psychiana", dit is de naam van de be weging colporteeren niet met apocalyp tische Bijbel-commentaartjes, maar houden voordrachten en cursussen voor een uitgele zen publiek, dat in staat is de „levenbrengen de leer" van „Psychiana" in zich op te nemen. De Bijbel heeft trouwens voor „Psychiana" afgedaan. Dr. Frank Robinson, de zoon van een Amerikaansch predikant, die als Mes sias van de nieuwe heilsleer fungeert, heeft gedecreteerd, dat de Bijbel „een Satanisch sprookje" is. De Christelijke godsdiensten be rusten dientengevolge zonder uitzondering °P een „heidensch bijgeloof" en eerst Frank B. Robinson heeft geopenbaard, wat nu eigen lijk de ware godsdienst is. In het afgeloopen jaar werden d°or de „Psychiana"-studie-groep voor Nederland en Koloniën in verschillende plaatsen voordrach ten georganiseerd. Bbjkens de bij die gele genheden ruim verspreide circulaires berust de leiding van de studie-groep bij V. A. J, van Meurs en A. C. Plagge, terwijl als plaats vervangende leiders en adviseurs o.m. jhr H. P. Coortzen en Koek, mevr. J. B. Ver- spyckBosch, en industrieel JL. Buitendijk ikvr. M. E. de Jonge en de kunstenaar Tom Mostard werden genoemd. Als ass. leider voor Ned. O.-Indië fungeert jhr. H. J. C. de Jonge. Een maand geleden verscheen het eerste nummer van „Psychiana", het nieuwe tijd schrift, dat door de studiegroep wordt uitge geven. Reeds dit eerste nummer laat niet den minsten twijfel aan het eigenlijk streven van de beweging, welke zonder meer tegen het Christendom is gericht. Het verward ge schriftje, dat ongehinderd aan de stations kiosken wordt verkocht, staat vol invectieven tegen de Kerken en tegen de leerstelling6" van het Christendom. De leiding van chiana" schrijft o.m. in het inleidend artikel. „De hoofden der gemeenschappen, de hooge- priesters der Kerk zijn wanhopend en trach ten door vernieuwde acties van kerkopbouw en kerkherstel haar vermolmde leerstellingen stand te doen houden, terwijl ook Van Roomsch-Katholieke zijde een oj. -iilijke actie gevoerd wordt om de kudde bij elkaar te houden en te trachten deze te versterken door een algemeene verspreiding van pam fletten, circulaires enz- waarin de visie van de R. K. Kerk niet aüeen op godsdienstig, maar ook op sociaal- economisch en politiek gebied nog eens extra onderstreept wordt" Het artikel culmineert in een weerzinwek kend groven aanval op de „groote afgoden van de zoogenaamde Kerk, zoowel van de Protestantsche als van de Roomsch Katho- lieke". De godslasteringen met betrekking tot de geioofsgehelyen als het Onbevlekte Moeder schap van Maria en de H. Eucharistie willen we den lezers besparen. Uit het artikel „De evolutie: van de God-idee" nemen we slechts een bijzonder duidelijken regel: „Wij hebben het leeds vroeger gezegd en wij zeggen het XT* dat voor dit land de sluiting van elke kerk en eiken winkel van religieuse voorwerpen de grootste zegen zou zijn" De Christenen van Nederland zijn „Psychiana" dankbaar, dat zij ons zoo duidelijk zegt, waar wij aan toe zijn. Herhaaldelijk protesteeren de medewerkers van „Psychiana" tegen het verwijt, dat zij godloochenaars zouden zijn. Zij zeggen God te zoeken, maar niet den God, die het kwade straft; want dit is volgens hen wel het af schuwelijkste, dat het Christendom ooit heeft uitgevonden. „Psychiana" zoekt naar het eeuwigheidsgeloof in de denkende, scheppen de, energetische intelligentie, welke zich uit in de Godwet. „Psychiana" brengt een geheel nieuwe visie, een psychologischen godsdienst De kennis van dezen godsdienst wordt aan belangstellende (kan het meer Amerikaansch) in twintig schriftelijke lessen thuisgestuurd Als premie worden de adepten van „Psy chiana" onthaald op een cursus in de Sana- tologie. In het eerste nummer van het tijd schrift wordt o.m. met klem gewaarschuwd tegen het gebruik van witte suiker en alu minium kookgereedschap. BIJ Kon. besluit van 18 Februari 1938 (Staatsblad no. 1) is vast gesteld het wapen van de mannelijke en vrouwelijke nakomelingen in de mannelijke lijn uit het huwelijk van Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Juliana der Nederlanden met Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard der Nederlanden. We laten hieronder het Kon. besluit, dat gepubliceerd is in de Staats courant van Woensdag 23 Februari 1938, volgen: Wij Wilhelmina, bij de gratie Gods, Ko ningin der Nederlanden, Prinses van Oran- je-Nassau, enz., enz. enz. Hebben goedgevonden en verstaan: aan de mannelijke en vrouwelijke nako melingen in de mannelijke lijn uit het hu welijk van Onze beminde Dochter met Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard der Nederlanden, Prins van Lippe-Biesterfeid te verleenen het navolgende wapen: Gevierendeeld: I en IV in azuur, bezaaid met staande blokjes van goud, een klimmende rechrs- gewende leeuw van goud, gekroond met een kroon van drie bladen en twee parelpunten van hetzelfde, getongd en genageld van keel, in den rechtervoorklauw opgeheven houdende ixx schuinlinkachen stond een orxt— bloot Romeinsch zwaard van zilver, rret gevest van goud, en in den linker een bun del van zeven pijlen van zilver, met punten van goud, de punten omhoog, en de pijlen te zamen gebonden met een lint van goud; II en III in goud een jachthoorn van azuur, gesnoerd en geopend van keel, besla gen van zilver; een hartschild van zilver met een roos van keel, geknopt en gepunt van goud. Het schild gedekt, voor de mannelijke afstammelingen, met twee helmen: de eerste getralied en gesierd van goud, gevoerd van keel, met dekldeeden van goud en azuur, en gekroond met een kroon van drie bladen en twee parelpunten van goud; helmteeken: een vlucht van sabel, beladen met een ge welf den schuinbalk van zilver, waarop drie lindebladen van sinopel, met de stelen omhoog; de tweede getralied en gesierd van goud, gevoerd van keel, met dekkleeden van zil ver en keel, en gekroond met een kroon van drie bladen en twee parelpunten van goud; helmteeken: een roos van keel, geknopt en gepunt van goud, tusschen een vlucht van zilver* voor de vrouwelijke afstammelingen, ge dekt met de Koninklijke kroon, gelijkvor mig aan die, bedoeld in artikel 4, sub a van Ons besluit van 10 Juli 1907 (Staatsblad no. 181), zooals dit is gewijzigd bij Ons besluit van 13 Juli 1909 (Staatsblad no. 271). Schildhouders: twee leeuwen van goud, ge tongd en genageld van keel. Alles geplaatst op een mantel van pur per, geboord van goud, gevoerd met her melijn, opgebonden met koorden, eindigen de in kwasten, beide van goud, en gedekt met de bovengenoemde Koninklijke kroon. Onze Minister van Algemeene Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in de Staatscourant en in het Staatsblad zal worden geplaatst. Soestdijk, den 18den Februari 1938. WILHELMINA. In den nacht van Dinsdag op Woensdag is ingebroken in de woning van den land bouwer F. Schurer te Harbaium en- van het hoofd der school te Midlum (Fr.). Tot de woning van den heer Schurer verschaften de inbrekers zich toegang door het raampje van de W.C. en tot de woning van het hoofd der school door opschuiving van een raam m de woonkamer. Bij den heer Schurer werd de telefoon onbruikbaar gemaakt en hier is een vrij aanzienlijk bedrag aan geid buit gemaakt. Naar wij vernemen wordt te Midlum alleen zilverwerk vermist. De bewoners zijn in hun nachtrust niet gestoord. Onder leiding van den burgemeester van Franekeradeel wordt door de politie naar de onbekende daders een onderzoek inge steld. In 1935 is op intiatief van het bestuur der vereeniging van reclasseerings-instellingen door de samenwerkende vereenigingen een nationale reclasseeringsdag georganiseerd tot het bijeenbrengen van gelden, benoodigd voor de instandhouding van den reclasseeringsar- beid. Ook dit jaar zal een dergelijke dag ge organiseerd worden vermoedelijk omstreeks Mei. Met het oog op het groote belang van het werk dezer vereenigingen heeft de minister van Binnenlandsche Zaken aan de gemeente besturen verzocht, tot het welslagen der in zameling, medewerking wanneer daarop een beroep wordt gedaan, zoo eenigszins mogelijk tg verleenen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1938 | | pagina 2