INDISCHE BEGROOTING IN DE
TWEEDE KAMER.
TT
V
Uitoefening van de
geneeskunst.
li
„PSYCHIANA", DE NIEUWSTE SOORT
VRIJDENKERIJ.
Het wapen van Prinses
Beatrix.
A
.1
MINISTER WELTER OVER
SURINAME.
Vergadering van Woensdag
23 Februari.
MGR. DR. POELS EN PROF.
VAN DER HEYDEN
ONDERSCHEIDEN.
Benoemd tot Commandeur
in de Kroonorde van
België.
PLECHTIGE HUWELIJKS
VOLTREKKING IN D'
HOOFDSTAD.
BRANDEN.
H. M. DE KONINGIN.
DE TOESTAND IN HET TAXIBEDRIJF
Nauwkeurige afpaling van de
wettelijke grenzen.
DE ACTIE IN HET METAALBEDRIJF.
DE PEELONTGINNING BIJ
SEVENUM.
Een „godsdienst" voor de
society, maar van een
bedenkelijk karakter.
INBREKERS AAN HET WERK.
NATIONALE RECLASSEERINGSDAG.
Aan minister Weiter zal het niet liggen, als
de eerstvolgende jaren niet alle aandacht aan
de economisch-sociale belangen van Suri
name wordt gewijd. Niet dat vorige ministers
geen belangstelling hadden: Suriname is
steeds een zorgenkind geweest, maar om
standigheden, die niet alleen door politieke
factoren beheerscht werden, hebben dit ge
biedsdeel altijd veel somberder doen bezien
dan Indië. Daar is ten deele het Nederland-
sche kapitaal schuld aan, dat in Suriname
weinig belang stelde, en ten deele ook het
pessimisme van de ambtenaren, bij wie wel
eens frisch bloed komen mocht, meende de
heer Van Poll, die ook hier van geen wan
hopig „wij kunen niet" wil weten.
De minister, die in de Oost thuis is, bleek
ook de zaken van de West door en door te
kennen. Geen aspect van beteekenis in de
gedachtenwisseling over Suriname was hem
ontgaan en van product na product somde
de heer Weiter de mogelijkheden op. Het
probleem van Suriname is het bevolkings
probleem. Suriname bezit alles, behalve vol
doende menschen, een lot, dat het met heel
Zuid-Amerika deelt. Dit vraagstuk probeert
de minister op te lossen door steun aan im-
migreerende Javanen. In de ontwikkeling
van het land heeft de minister vertrouwen.
Hij zond een deskundige op irrigatiegebied
naar Suriname en als er een beschikbaar
is, volgt een rijst-deskundige. „Desespereert
niet!", riep de heer Welter met Coen de
Kamer toe. Denk bij Suriname niet te zeer
in te groote lijnen, doch aan de verwerkelij
king van de beperkte, maar voor verwezen
lijking vatbare mogelijkheden, die er zijn.
Aan mevrouw De Vries, die over den ge
zondheidstoestand klaagde, zei de minister
dat in Suriname een klein millioen aan ge
zondheidszorg wordt besteed, dat is zes gul
den per hoofd, hetgeen men niet gering
noemen kan.
Intrekking van pensioenkorting, zooals de
heer Joekes vroeg, kon de minister niet toe
zeggen, Men weet, dat de heer Wel ter voor
Indië deze intrekking wel goedkeurde, maar
over het van de Nederlandsche schatkist af
hankelijke Suriname spreekt de Nederland
sche minister van Financiën een woordje
mee en deze is met het oog op de ge
volgen hier, vermoedelijk niet zoo toe
schietelijk.
De begrooting is z. h. s. aanvaard.
Bij de Indische begrooting nam de commu
nistische heer Effendi den mond vol over de
Japansche penetratie en de nationaal-socia-
listische propaganda. Dat op dit terrein in
Indië alles rozegeur en maneschijn is, zou
den wij niet durven zeggen. Maar sinds de
heer Stalin zoo pas weer zijn vrienden in alle
landen opriep tot den strijd, kunnen wij de
communistische, beschermers van Indonesia,
zooals zij bij voorkeur Nederl.-Indië noe
men, op dit punt nog minder objectief noe
men dan voorheen. Zoolang de heer Stalin
rustig diplomaten naar Berlijn en Rome
zendt, zoolang hij credieten aanvaardt van
Hitier, credieten geeft aan Mussolini en met
beiden verdragen sluit, zoolang hij Japan,
waar de sovjet-ambassadeur resideert, door
bolschewistische propaganda in China het
voorwendsel aan de hand doet om daden te
stellen, waarvoor de heer Roestam geen
woorden'kan vinden, die zijn afkeuring sterk
genoeg uitspreken, dienen de communisten,
die ook in Indië onrust probeerden te sto
ken, bescheidener te zijn. Zij zelf verdedigen
de politiek van Rusland en lokken de be
wegingen uit, die op haar beurt propaganda
middelen bezigen, welke Moskou zelf het
eerst heeft aangewend, ook buiten Rusland.
"Dit spelletje doen de andere dictaturen na;
zij trekken zich aan elkander op.
Professor Van Gelderen, die mede namens
zijn zieken partijgenoot den heer Stokvis
het woord voerde, heeft vooral de economi
sche politiek besproken. Hij legde den na
druk op het gebrek aan koopkracht bij de
inheemsche bevolking en op het naar zijn
meening te dure Nederlandsche gezagsappa-
raat. Dat de hoogleeraar de inkomsten van
de ambtenaren en van ander overheidsper
soneel in Indië geheel onttrekt aan de wel
vaart van Indië, schijnt ons te sterk. De be
volking profiteert toch mee van de salaris
sen, die aan deze categorie worden uitbe
taald. Eveneens is het een feit, dat, zooals
minister Weitor in zijn M. v. A. constateer
de en prof. Van Gelderen zelf ook toegeeft,
dat met het kabinet-Kuyper in 1901 de wel-
vaartspolitiek krachtig is ingezet. Het is
niet de schuld van Nederland geweest, dat
oorlog en crisis hier stagnatie brachten, en
de waarheid blijft, dat ons koloniaal beheer
groote dingen tot stand bracht, ook voor de
bevolking en dat het zeer de vraag is, of de
algemeene welvaart in Indië grooter zou
zijn, als het Nederlandsche gezag niet in
Indië geweest was.
Sterk stond de soc .dem. afgevaardigde
met zijn betoog, dat de oude muntpolitiek
vooral voor Indië funesf is geweest. Wij ge-
looven niet, dat iemand dit feit loochent.
Ieder weet, dat de heer Weiter, al sprak hij
zeiden openlijk, deze muntpolitiek, juist met
het oog op Indië, vroeger heeft afgekeurd,
iets anders is of men daarom de sinds 1925
bestaande munteenheid tusschen de gebieds-
deelen weer verbreken moet.
Belangwekkend was. wat de heer Van
Gelderen in 't midden bracht over de econo-
sche samenwerking. Hij wees aan, wat op dit
gebied kan en wat niet. Hij erkende, dat de
contingenteeringspolitiek beschermend had
gewerkt, óók voor de inheemsche klein- en
middenstandsbedrijven, die in de schaduw
van dez e bescherming konden leven. Deze
bedrijven bieden echter niet veel ruimte
voor groote kapitalen, maar met de
agrarisatie van Java zijn zij het belangrijkst
om dit eiland te geven, wat het vooral bij
een groeiende industrialisatie, behoeft, n.l.
meer koopkracht, die ook aan Nederland-
schen export naar Indië ten goede kan ko
men.
Met een verzoek om inwiliging van de pe
titie van den Volksraad om ruimer zelf
standigheid voor Indië, besloot de heer Van
Gelderen zijn betoog, dat, zooals men van
den oud-adviseur van het ministerie van
Koloniën verwachten kon, de moeite van het
aanhooren waard was, ook al zal een bezien
van cijfers en vergelijkingen andere afge
vaardigden vermoedelijk niet steeds de
zelfde conclusies doen trekken.
De heer Wijnkoop mag op een nader te
bepalen dag den minister van Buitenland-
sche Zaken interpelleeren over de erken
ning van den Koning van Italië als „keizer
van Abessynië". Dat wordt dus een reprise
van de interpelatie-Vorrink in de Eerste Ka
mer, want alleen op dit punt mag de inter-
pellant vragen stellen. Hij had het heele
buitenlandsche beleid wel willen bespreken,
doch dit achtte de voorzitter onnoodig en
daar legde de heer Wijnkoop zich bij neer.
Het huwelijk van den dag. Te Amster
dam trad gisteren de heer C. F. J. M. van
Spaendonck in het huwelijk met mej. Pia
Dreesmann. De bruidsstoet verlaat de kerk
van O. L. Vrouw Van den H. Rozenkrans.
Onder buitengewoon groote belangstelling
Is gistermorgen in de kerk van O. L. Vrouw
van den Heiligen Rozenkrans aan de Jacob
Obrechtstraat te Amsterdam het huwelijk in
gezegend van mej. Pia Dreesmann, dochter
van den heer W. J. R. Dreesmann, en den
heer Ch. T. J. M. van Spaendonck uit Tilburg.
De huwelijksinzegening geschiedde voor
het fraai versierde hoogaltaar der kerk door
den pastoor der parochie, den zeereerw. heer
H. Hoosemans. Een groot aantal genoodigden
en andere belangstellenden woonde de plech
tigheid bij. Onder hen bevond zich ook de
Pauselijke Internuntius te Den Haag, mgr.
Paolo Giobbe. Het knapenkoor van de „Schola
Cantorum" onder leiding van Hubert Cuy-
pers voerde de verschillende kerkelijke ge
zangen uit.
Na de plechtigheid heeft het bruidspaar
gerecipiëerd ten huize van den heer Drees
mann in de Joh. Vermeerstraat.
Vermeld zij nog, dat zich onder de inge
komen schriftelijke en telegrafische geluk-
wenschen, er een bevond welke door Z. Em.
kardinaal Pacelli namens Z. H. den Paus
aan het bruidspaar was gericht.
Te Zelhem is gisternacht een groote land-
bouwschuur van den landbouwer Tjoonk
een prooi der vlammen geworden. Alleen
het vee werd gered.
Te Didam is gisteren de woning van
den heer Ruyling geheel afgebrand. Het zoo
goed als nieuwe huis was tegen brand ver
zekerd. De oorzaak is onbekend.
GEZANT BARON HERRY REIKT DE
VERSIERSELEN UIT.
ZIJNE Majesteit Koning Leopold
III der Belgen heeft mgr. prof.
dr. mag. H. A. Poels te Heerlen be
noemd tot commandeur in de Kroon
orde van België en prof. mr. dr.
E. J. J. van der Heyden, hoogleeraar
te Nijmegen, tot commandeur in de
Orde van Leopold II. Gistermiddag
heeft de nieuwe gezant van Z. M. bij
ons Hof, Z. Exc. J. baron Herry, aan
beide heeren met een hartelijke toe
spraak de versierselen uitgereikt.
De gezant had ten zijnen huize een lunch
aangeboden aan de heeren mgr. Poels, prof.
van der Heijden, mr. dr. L. N. Deckers en
prof. dr. H. Gelissen. Mede aanwezig waren
de heeren E. baron Ruzette, gezantschaps-
raad; R. Baert, gezantschapssecretaris, en E
v. d. Putte, consul van België te Rotterdam.
Na de lunch keerde de gezant zich tot mgr.
Poels om er zijn vreugde over uit te spre
ken, dat hij dezen de versierselen van de
hem verleende onderscheiding mocht over
handigen. De koning, aldus de gezant, heeft
deze onderscheiding toegekend als blijk van
persoonlijke achting en van erkentelijkheid
voor de gevoelens van vriendschap, die dr.
Poels België toedraagt.
„In België, monseigneur, aan de Katho
lieke Universiteit van Leuven, hebt gij uw
theologische studiën voltooid, nadat gij er
de cursussen gevolgd hadt in de sociale en
politieke wetenschappen.
Tijdens uw studietijd te Leuven waart gij
de geliefde discipel van den betreurden ka
nunnik Van Hoonacker en vele Belgische
geleerden hebben steeds vol bewondering
de herinnering bewaard aan uw doctorale
thesis over het „Heiligdom van de Heilige
Ark".
Omtrent het werk dat gij gedurende zoo
vele jaren als aalmoezenier van den arbeid
en als hoofdaalmoezenier der sociale wer
ken te Heerlen hebt volbracht, zou ik aan
geen enkel van de aanwezige personen iets
niéuws kunnen mededeelen.
Ik meen te mogen volstaan met te zeggen,
dat uw edelmoedig sociaal apostolaat het
voorwerp blijft van eerbied en bewondering
van mijn landgenooten zonder onderscheid
van politieke of sociale opinie en dat ook in
Nederland, bij gelegenheid van uw jongsten
verjaardag ook uw tegenstrevers den lof
hebben gezongen van uw persoon en van
uw edelmoedige actie ten bate van de werk
lieden en de sociaal zwakkeren.
In naam van den koning der Belgen heb
ik de eer, monseigneur, u deze onderschei
ding te overhandigen".
Mgr. Poels, die, zooals wij in ons blad van
8 Augustus 1930 schreven, tijdens den oorlog
zelfs met gevaar voor eigen leven, Belgisch:
onderdanen te hulp schoot en na den oorlsg
als dank van de franskiljonsche pers ver
nam, dat hij germanofiel was en de opperste
der germanofielen, alleen omdat hij ook oo,
had voor rechtvaardige Duitsche verlangens
stond op en dankte denx gezant voor diens
woorden en de onderscheiding. De doctor
beschouwde deze als uitdrukking van de
cultureele verbondenheid, die hij altijd me
België voelde en nog voelt en als een be
wijs, dat hij, hoewel hij tijdens den oorlog
neutraal was, zooals het belang van zijn
land dit vorderde, zijn genegenheid voor
België met daden had getoond. Dat de koning
dit feit had willen erkennen, stemde dr
Poels dankbaar.
Baron Herry wendde zich daarop tot pro
fessor van der Heijden, tot wien hij zeide:
„De vreugde die ik ondervind, is niet min
der groot en oprecht bij het uitreiken van
de versierselen van het Commandeurkruis
in de Leopold II Orde, aan u, professor van
der Heijden, deken der rechtsgeleerde facul
teit aan de Katholieke Universiteit te Nijme
gen.
Mijn doorluchtige vorst heeft hierdoor een
welverdiende eer willen brengen aan den
jUrist met internationale reputatie, die voor
het Belgische volk zooveel vriendschap
heeft betuigd en zooveel belangstelling heeft
getoond, door zoo ijverig mede te wprifen
aan de bevordering van deciiltufëeré bëfrëlU
kingen tusschen Nederland en België".
„De „munificentia", mijnheer de gezant",
aldus de Nijmeegsche hoogleeraar, „is een
eigenschap der koningen. Zij kunnen en
mogen ruim beloonen, ook als de verdiensten
gering zijn". Herinnerend aan betrekkingen
en vrienden in België en herhaalde gast
vrijheid, die hij daar genoot, besloot prof.
v. d. Heijden met den wensch, dat in de toe
komst de cultureele banden tusschen België
en Nederland versterkt zouden worden.
Het zal velen voldoen, als wij vermelden,
dat tijdens dit samenzijn alleen Nederlandsch
gesproken werd. De gezant zelf, die eerder
een Nederlandsche verschijning dan iets
anders lijkt, gaf daarbij een voorbeeld, dat
zeer is gewaardeerd.
H. M. de Koningin is gistermiddag om vijf
uur van haar bezoek aan het paleis Het Loo
per auto naar het paleis Soestdijk terugge
keerd.
Bevoegdheden van opticiens, masseurs
en heilgymnasten.
INGEDIEND is een ontwerp tot
wijziging van de wet op de uit
oefening van de Geneeskunst. Daarbij
worden de grenzen van het wettelijk-
ongeoorloofde op dit gebied met
grooter nauwkeurigheid afgepaald en
voor opticiens, masseurs en heilgym
nasten een terrein aangegeven, waar
op zij zich ongestraft kunnen be.
wegen.
Het ingediende wetsontwerp houdt een
aanvulling in van artikel 1 van de wet van
1 Juni 1865, zooals die wet bij latere wetten
is gewijzigd, regelende de uitoefening der
geneeskunst.
In de memorie van toelichting zegt de
minister van Sociale Zaken, dat dit wetsont
werp een noodzakelijk gevolg is van de ont
wikkeling der omstandigheden. Op de
grensgebieden van de uitoefening der ge
neeskunst zijn zich eenige groepen van per
sonen gaan bewegen, zóó, dat een meer
nauwkeurige afpaling van de wettelijke
grenzen van het terrein, dat wordt bestre
ken door het verleenen van genees-, heel
of verloskundigen raad of bijstand als be
drijf, geboden is.
De practijk der opticiens.
In de eerste plaats wordt hierbij gelet op
de praktijk der opticiens, zooals deze zich
in de laatste jaren heeft ontwikkeld. Een
steeds aangroeiend aantal van hen, die zich
opticien noemen, bepaalt zich niet tot hel
vervaardigen en verkoopen van brillen,
maar strekt zijn bemoeiingen uit tot het on
derzoek van de oogen met refracto- of
ophthalmometers zelfs wel met oogspie
gels en adviseert op grond van dit onder
zoek tot het nemen van éen bepaalden bril.
Een dergelijk geval is in 1930 en 1931 be
handeld door de rechterlijke macht, toen
een strafvervolging was ingesteld wegens
onbevoegde uitoefening der geneeskunst
buiten noodzaak tegen een opticien, die
oogen had onderzocht door middel van een
oogspiegel en een refracto-meter en vervol
gens het dragen van een bril had aangera
den en een bril had verkocht. De Hooge
Raad heeft toen bij arrest van 9 November
1931 (W. v. h. R. 12419) beslist, dat de op
ticien, die met een optisch instrument een
oogonderzoek verricht, een bril aanraadt en
verkoopt, niet een geneeskundigen raad
geeft, welke krachtens artikel 436 Sr. straf
baar is. Dit arrest heeft voor de opticiens
den weg vrijgemaakt om zonder voorlichting
van een geneeskundige een terrein te be
treden, dat, zoo al niet geheel, dan toch ten
deele ligt op het gebied van de uitoefening
der geneeskunst.
Een tekort in de werking der oogen is
maar al te dikwijls het gevolg van een zie
kelijke aandoening, van welke uitsluitend
door een geneeskundige behoorlijk de diag
nose kan worden gesteld en de behandeling
ondernomen. Het alleen-optreden van den
opticien kan dan schadelijk voor de gezond
heid zijn.
Masseurs en heilgymnastiek.
Een dergelijk verschijnsel doet zich voor
bij de praktijk van masseurs en heilgym
nasten. Gelukkig zijn er verscheidene van
Vergadering van ontslagen chauffeurs.
Men meldt ons uit Amsterdam:
Gisteravond hebben de ontslagen taxi
chauffeurs van de „Entam" onder leiding
van de chauffeursvereeniging „Willen is
Kunnen" in Handwerkersvriendenkring een
openbare vergadering gehouden ter bespre
king van den thans ontstanen toestand.
De vergadering sprak in een motie als
haar oordeel uit, dat de taxi-ordening geen
werkverruiming maar een belangrijke ver
meerdering van werkloosheid van de taxi
chauffeurs heeft teweeg gebracht en dat de
inkrimping van het garagetaxibedrijf op het
stationneerende blokbandbedrijf een na-
deeligen invloed heeft uitgeoefend, zoodat
de „Entam" het bedrijf heeft moeten sluiten
Verzocht werd aan te dringen op reorga
nisatie van het stationneerende bedrijf door
het invoeren van een lager tarief, waardoor
ruimte kan geschapen worden voor vijfhon
derd blokbandauto's en arbeid voor de vele
werklooze taxichauffeurs. Bij gebreke hier
van meent genoemde chauffeursorganisatie
zeker minstens honderd taxi's voor maxi
mum drie passagiers te kunnen exploiteeren.
mits tegen een laag tarief en met recht oo
den openbaren weg passagiers tegen beta
ling op te nemen.
De motie geeft ten slotte uiting aan de
verwachting, dat het gemeentebestuur net
verzoek tot het verleenen van honderd st.a-
tionneer-of garagevergunningen op genoem
de basis zal inwilligen.
Men meldt ons uit Amsterdam:
Gistermiddag is een bespreking gehouden
tusschen het bestuur van den Metaalbond
en de leiders der samenwerkende vakor^a
nisaties ten einde tot overeenstemming te
komen over de loon- en arbeidsvoorwaar
den van het personeel der Amsterdamsche
Droogdok Maatschappij.
Het resultaat der conferentie zal den be
trokken arbeiders in een Zaterdag te houder
vergadering worden voorgelegd.
EEN ONGEWENSCHTE GAST. Voor de bewoners van een perceel aan den
Katendrechtschen Lage Dijk te Rotterdam was het gisteren een onaangename
gewaarwording, toen een heistelling voor dit huis omviel en tijdens den val een
aantal ramen vernielde. Wonder boven wonder deden zich geen persoonlijke
ongevallen voor.
dezen, die alleen op medisch advies iemand
willen behandelen, maar velen onderzoeken
zelfstandig lijders aan een gebrek in eenig
bewegingsorgaan of lichaamsdeel en gaan
vervolgens over tot een behandeling. Ook
deze gebreken kunnen het gevolg zijn van
ziekelijke aandoeningen en afwijkingen.
Daarom is onderzoek en behandeling bui
ten medisch advies en toezicht om in zulke
gevallen gevaarlijk.
Het is in het belang van de volksgezond
heid noodig deze ontwikkeling binnen
bepaalde grenzen terug te dringen.
Strekking van het ontwerp.
Het aangeboden ontwerp is tweeledig. In
de eerste plaats beoogt het de grenzen van
het wettelijk-ongeoorloofde op het gebied
van de uitoefening der geneeskunst met
grooter nauwkeurigheid af te palen dan
door het tegenwoordig artikel 1 der wet
geschiedt. Evenwel zouden*door deze bepa
ling de heilgymnasten en de masseurs zoowel
als de opticiens in een te onzekeren toestand
komen te verkeeren. Daarom bedoelt het
ontwerp in de tweede plaats voor deze groe
pen een terrein aan te géven waarop zij
zich ongestraft kunnen bewegen, door vast
te stellen, welke praktijken niet geacht wor
den tot de uitoefening van de geneeskunst te
behooren.
Wordt dit ontwerp tot wet verheven, dan
zullen de opticiens het recht behoulen
brillen en brilleglazen te verkoopen nan
degenen, die zulks wenschen, hetzij op re
cept van een arts, hetzij door dezen uitslui
tend metobehulp van letterproeven en bril-
ledoos in het bezit te stellen van de door
hen gewenschte brilleglazen. Het zal den
opticien evenwel niet geoorloofd zijn met
instrumenten de oogen van den cliënt te
onderzoeken; zij zullen zelfs den schijn moe-
'ten vërtnijden' alsof dbór hen' een onaërzoèk
wordt verricht.
Voorts zullen de masseurs en heilgymnas
ten het recht behouden, op aanwijzing van
en in geregeld overleg met een arts patiën
ten een behandeling te doen ondergaan.
Zelfstandig zullen zij dit echter evenmin als
ingevolge het bepaalde in het tegenwoordig
artikel 1 der wet mogen doen. Evenmin zul
len zij in hel vervolg een onderzoek aan het
te behandelen lichaamsdeel mogen verrich
ten of richtlijnen voor een behandeling mo
gen aangeven.
De minister vertrouwt, dat door de ont
worpen aanvulling van artikel 1 der wet,
regelende de uitoefening der geneeskunst,
het beoogde doel kan worden bereikt, zon
der dat de nuttige praktijk van de opticiens,
masseurs, heilgymnasten, enz. onnoodig
strak wordt ingebonden.
i>e officieele aanvang van de Peelontgin-
ning onder Sevenum is vastgesteld op 10
Maart a.s. Men is echter reeds thans met de
eerste werkzaamheden begonnen.
Het Katholiek Comité van Actie „Voor
God" schrijft ons:
Er is weer eens een nieuwe „godsdienst"
uit Amerika komen overwaaien. Dezen keer
is de nieuwigheid nu eens niet voor de massa,
zooals bijv. de beweging van „de Getuigen
van Jehova" van rechter Rutherford, maar
voor de „society". De propagandisten van
„Psychiana", dit is de naam van de be
weging colporteeren niet met apocalyp
tische Bijbel-commentaartjes, maar houden
voordrachten en cursussen voor een uitgele
zen publiek, dat in staat is de „levenbrengen
de leer" van „Psychiana" in zich op te
nemen.
De Bijbel heeft trouwens voor „Psychiana"
afgedaan. Dr. Frank Robinson, de zoon van
een Amerikaansch predikant, die als Mes
sias van de nieuwe heilsleer fungeert, heeft
gedecreteerd, dat de Bijbel „een Satanisch
sprookje" is. De Christelijke godsdiensten be
rusten dientengevolge zonder uitzondering °P
een „heidensch bijgeloof" en eerst Frank B.
Robinson heeft geopenbaard, wat nu eigen
lijk de ware godsdienst is.
In het afgeloopen jaar werden d°or de
„Psychiana"-studie-groep voor Nederland en
Koloniën in verschillende plaatsen voordrach
ten georganiseerd. Bbjkens de bij die gele
genheden ruim verspreide circulaires berust
de leiding van de studie-groep bij V. A. J,
van Meurs en A. C. Plagge, terwijl als plaats
vervangende leiders en adviseurs o.m. jhr
H. P. Coortzen en Koek, mevr. J. B. Ver-
spyckBosch, en industrieel JL. Buitendijk
ikvr. M. E. de Jonge en de kunstenaar Tom
Mostard werden genoemd. Als ass. leider
voor Ned. O.-Indië fungeert jhr. H. J. C. de
Jonge.
Een maand geleden verscheen het eerste
nummer van „Psychiana", het nieuwe tijd
schrift, dat door de studiegroep wordt uitge
geven. Reeds dit eerste nummer laat niet den
minsten twijfel aan het eigenlijk streven van
de beweging, welke zonder meer tegen het
Christendom is gericht. Het verward ge
schriftje, dat ongehinderd aan de stations
kiosken wordt verkocht, staat vol invectieven
tegen de Kerken en tegen de leerstelling6"
van het Christendom. De leiding van
chiana" schrijft o.m. in het inleidend artikel.
„De hoofden der gemeenschappen, de hooge-
priesters der Kerk zijn wanhopend en trach
ten door vernieuwde acties van kerkopbouw
en kerkherstel haar vermolmde leerstellingen
stand te doen houden, terwijl ook Van
Roomsch-Katholieke zijde een oj. -iilijke actie
gevoerd wordt om de kudde bij elkaar te
houden en te trachten deze te versterken
door een algemeene verspreiding van pam
fletten, circulaires enz- waarin de visie van
de R. K. Kerk niet aüeen op godsdienstig,
maar ook op sociaal- economisch en politiek
gebied nog eens extra onderstreept wordt"
Het artikel culmineert in een weerzinwek
kend groven aanval op de „groote afgoden
van de zoogenaamde Kerk, zoowel van de
Protestantsche als van de Roomsch Katho-
lieke".
De godslasteringen met betrekking tot de
geioofsgehelyen als het Onbevlekte Moeder
schap van Maria en de H. Eucharistie willen
we den lezers besparen. Uit het artikel „De
evolutie: van de God-idee" nemen we slechts
een bijzonder duidelijken regel: „Wij hebben
het leeds vroeger gezegd en wij zeggen het
XT* dat voor dit land de sluiting van
elke kerk en eiken winkel van religieuse
voorwerpen de grootste zegen zou zijn" De
Christenen van Nederland zijn „Psychiana"
dankbaar, dat zij ons zoo duidelijk zegt, waar
wij aan toe zijn.
Herhaaldelijk protesteeren de medewerkers
van „Psychiana" tegen het verwijt, dat zij
godloochenaars zouden zijn. Zij zeggen God
te zoeken, maar niet den God, die het kwade
straft; want dit is volgens hen wel het af
schuwelijkste, dat het Christendom ooit heeft
uitgevonden. „Psychiana" zoekt naar het
eeuwigheidsgeloof in de denkende, scheppen
de, energetische intelligentie, welke zich uit
in de Godwet. „Psychiana" brengt een geheel
nieuwe visie, een psychologischen godsdienst
De kennis van dezen godsdienst wordt aan
belangstellende (kan het meer Amerikaansch)
in twintig schriftelijke lessen thuisgestuurd
Als premie worden de adepten van „Psy
chiana" onthaald op een cursus in de Sana-
tologie. In het eerste nummer van het tijd
schrift wordt o.m. met klem gewaarschuwd
tegen het gebruik van witte suiker en alu
minium kookgereedschap.
BIJ Kon. besluit van 18 Februari
1938 (Staatsblad no. 1) is vast
gesteld het wapen van de mannelijke
en vrouwelijke nakomelingen in de
mannelijke lijn uit het huwelijk van
Hare Koninklijke Hoogheid Prinses
Juliana der Nederlanden met Zijne
Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard
der Nederlanden.
We laten hieronder het Kon. besluit,
dat gepubliceerd is in de Staats
courant van Woensdag 23 Februari
1938, volgen:
Wij Wilhelmina, bij de gratie Gods, Ko
ningin der Nederlanden, Prinses van Oran-
je-Nassau, enz., enz. enz.
Hebben goedgevonden en verstaan:
aan de mannelijke en vrouwelijke nako
melingen in de mannelijke lijn uit het hu
welijk van Onze beminde Dochter met Zijne
Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard der
Nederlanden, Prins van Lippe-Biesterfeid
te verleenen het navolgende wapen:
Gevierendeeld:
I en IV in azuur, bezaaid met staande
blokjes van goud, een klimmende rechrs-
gewende leeuw van goud, gekroond met een
kroon van drie bladen en twee parelpunten
van hetzelfde, getongd en genageld van
keel, in den rechtervoorklauw opgeheven
houdende ixx schuinlinkachen stond een orxt—
bloot Romeinsch zwaard van zilver, rret
gevest van goud, en in den linker een bun
del van zeven pijlen van zilver, met punten
van goud, de punten omhoog, en de pijlen
te zamen gebonden met een lint van goud;
II en III in goud een jachthoorn van
azuur, gesnoerd en geopend van keel, besla
gen van zilver;
een hartschild van zilver met een roos van
keel, geknopt en gepunt van goud.
Het schild gedekt, voor de mannelijke
afstammelingen, met twee helmen:
de eerste getralied en gesierd van goud,
gevoerd van keel, met dekldeeden van goud
en azuur, en gekroond met een kroon van
drie bladen en twee parelpunten van goud;
helmteeken: een vlucht van sabel, beladen
met een ge welf den schuinbalk van zilver,
waarop drie lindebladen van sinopel, met de
stelen omhoog;
de tweede getralied en gesierd van goud,
gevoerd van keel, met dekkleeden van zil
ver en keel, en gekroond met een kroon van
drie bladen en twee parelpunten van goud;
helmteeken: een roos van keel, geknopt en
gepunt van goud, tusschen een vlucht van
zilver*
voor de vrouwelijke afstammelingen, ge
dekt met de Koninklijke kroon, gelijkvor
mig aan die, bedoeld in artikel 4, sub a van
Ons besluit van 10 Juli 1907 (Staatsblad no.
181), zooals dit is gewijzigd bij Ons besluit
van 13 Juli 1909 (Staatsblad no. 271).
Schildhouders: twee leeuwen van goud, ge
tongd en genageld van keel.
Alles geplaatst op een mantel van pur
per, geboord van goud, gevoerd met her
melijn, opgebonden met koorden, eindigen
de in kwasten, beide van goud, en gedekt
met de bovengenoemde Koninklijke kroon.
Onze Minister van Algemeene Zaken is
belast met de uitvoering van dit besluit, dat
in de Staatscourant en in het Staatsblad
zal worden geplaatst.
Soestdijk, den 18den Februari 1938.
WILHELMINA.
In den nacht van Dinsdag op Woensdag
is ingebroken in de woning van den land
bouwer F. Schurer te Harbaium en- van het
hoofd der school te Midlum (Fr.). Tot de
woning van den heer Schurer verschaften de
inbrekers zich toegang door het raampje van
de W.C. en tot de woning van het hoofd der
school door opschuiving van een raam m
de woonkamer. Bij den heer Schurer werd
de telefoon onbruikbaar gemaakt en hier is
een vrij aanzienlijk bedrag aan geid buit
gemaakt.
Naar wij vernemen wordt te Midlum
alleen zilverwerk vermist. De bewoners zijn
in hun nachtrust niet gestoord.
Onder leiding van den burgemeester van
Franekeradeel wordt door de politie naar
de onbekende daders een onderzoek inge
steld.
In 1935 is op intiatief van het bestuur der
vereeniging van reclasseerings-instellingen
door de samenwerkende vereenigingen een
nationale reclasseeringsdag georganiseerd tot
het bijeenbrengen van gelden, benoodigd voor
de instandhouding van den reclasseeringsar-
beid. Ook dit jaar zal een dergelijke dag ge
organiseerd worden vermoedelijk omstreeks
Mei.
Met het oog op het groote belang van het
werk dezer vereenigingen heeft de minister
van Binnenlandsche Zaken aan de gemeente
besturen verzocht, tot het welslagen der in
zameling, medewerking wanneer daarop een
beroep wordt gedaan, zoo eenigszins mogelijk
tg verleenen.