OPVOEDING EN ONDERWIJS ZONDER GOD. De „Vredenburg" in een orkaan. VRIJDAG 11 MAART 1933 Twee man door een stortzee over boord geslagen en verdronken. Groote verwoestingen werden op liet schip aangericht. BEDRIEGER BEDROGEN. Zakenman ivilde groot bedrag over de grens smokkelen. .Verstopt geld uit den trein Berlijn- Amsterdam gestolen. NEDERLANDSCHE SCHOOLREIZEN IN 1938. POSTVERZENDINGEN NAAR Hr. Ms. „NAUTILUS". UITGEBREIDE SMOKKEL HANDEL ONTDEKT. Vertakkingen over de geheele Noordkust van Java. VERSCHELLENDE PERSONEN REEDS GEARRESTEERD. PERSDELICT. Uitgever in preventieve hechtenis genomen. DE OPBRENGST DER LANDS- MIDDELEN. Januari bracht 4 millioen meer dan in 1937. DE „LAMME CONSUL" STAAT TERECHT. Een postwisselvervalscher op groote schaal. De rechtbank houdt zitting in het huis van beivaring. BRANDSTICHTING UIT WRAAK. 1 Een ontstellende balans. HET 8.s. „Vredenburg" van de Halcyonlijn, dat zooals gemeld, Zaterdagavond op 200 mijl van de Westfjord met hevig stormweer te kampen heeft gehad, waarbij twee opvarenden over boord sloegen en ver dronken, is hedenmorgen tegen twaalf uur de Vulcaanhaven te Vlaardingen binnengeloopen. In een onderhoud dat wij met den kapi tein hadden, vertelde deze, in den nacht van 2 op 3 Maart van Narvik te zijn vertrokken met een lading erts en al dadelijk toen het schip op zee was, begon het te spoken. He vige sneeuwstormen woedden en na drie da gen kwam er een radiobericht, dat een or kaan werd verwacht. Zaterdagmorgen om vijf uur was de orkaan zoo hevig, dat twee van de drie sloepen, welke zich aan boord bevonden, werden weggeslagen. De schoor steen sloeg om en een luik op het sloependek werd ingeslagen. Hierdoor moest het ge- heele dekpersoneel, bestaande uit negen man, en den eersten stuurman, aan 't werk, daar het schip water maakte. Om half 8 kwam een tweede stortzee over, die het dekpersoneel opnam en gedeeltelijk tegen de verschansing wierp. Drie matrozen kwamen buiten boord terecht waarvan een zich nog tijdig aan het sloependek kon vast klampen en aan boord kon worden gehaald. Onmiddellijk werden reddingsboeien en „Holmes"-lichten buiten boord geworpen. De bootsman M. Stolk wist nog een uitgeworpen lijn te grijpen, doch het schip werd zoo danig heen en weer geslingerd, dat de dren keling met het hoofd tegen den romp van het schip sloeg en vervolgens in de diepte ver dween. Van den matroos M. Spanjesberg heeft men niets meer gezien. Twee andere matrozen, Snel en v. d. Hoek werden tijdens de stort zee vrij ernstig gewond. De antenne van het schip was weggesla gen, zoodat seinen onmogelijk was. Eerst den volgenden morgen heeft men met een nieu we antenne de zich in de nabijheid bevinden de schepen kunnen verzoeken uit te zien naar de drenkelingen. De derde sloep welke later ook was losgeslagen, heeft men binnen boord kunnen houden, hoewel deze ongeschikt was geworden om nog dienst te doen. 's Nachts om drie uur werden ook de trap pen weggeslagen. De orkaan bleef woeden tot den volgenden morgen. Eerst Zondagmorgen om twaalf uur kon het schip haar reis naar Vlaardingen ver volgen, waar het vandaag met drie en een halven dag vertraging is aangekomen. Tijdens het voorbereiden van de voorjaarstentoonstelling van de Onafhan- kelijken in het Stedelijk Museum te A'dam welke morgen geopend wordt. Een zakenman is dezer dagen de dupe ge worden van een merkwaardigen diefstal, ge pleegd in den internationalen sneltrein Ber lijnAmsterdam. Hoewel de diefstal eerst in ons land ontdekt werd, is de mogelijkheid groot, dat hij reeds in Duitschland ge pleegd is. In een guttapercha waschzakje had hij op listige wijze een bedrag van 3500 gulden verstopt, teneinde dit aan de deviezencontrole te onttrekken. De bankbiljetten had hij te dien einde opgerold en verpakt, alsof het een shaving-stick was. Op deze wijze leek ont dekking welhaast uitgesloten. Ten overvloede was het waschzakje in het nachtkastje in den slaapwagen, waarmee hij naar de hoofdstad reisde, gelegd. Kort na het passeeren van de grens, toen de zakenman zich al verheugde over de uit nemend geslaagde truc, wilde hij de kostbare „shaving-stick" bij zich steken, doch wie schetst zijn verbazing en teleurstelling, toen deze verdwenen bleek te zijn. Aan een der groote stations waarschuwde hij den stationschef, die op zijn beurt de Amsterdamsche politie van den diefstal ver wittigde. Aan het Centraal Station aldaar werd de trein door eenige rechercheurs op gewacht, die de medereizigers van den zaken man verzochten hen te volgen In het post huis van het Centraal Station werden zij ge fouilleerd, doch dit leverde geen enkel resul taat op. Ook een onderzoek in den betrokken coupé van den trein bleef vruchteloos. De Nederlandsche commissie voor school reizen, waarvan prof. dr. G. A. van Poelje voorzitter is en waarin zijn vertegenwoor digd, organiseert dit jaar wederom drie ex cursies naar het buitenland waarvan er twee in den vacantietijd vallen. Leerlingen van derde, vierde en vijfde klassen van kweek scholen kunnen eraan deelnemen. Alleen de Engelsche reis is niet voor derde-klassers bestemd. Nadere inlichtingen verstrekt de secreta- resse-penningmeesteresse dr. A. J. Porten gen, Danckertstraat 9, 's Gravenhage. In het tijdvak van 23 Maart tot en met 25 Mei a.s. zal iederen Woensdag een brie venmaal worden verzonden voor Hr. Ms. politiekruiser „Nautilus" te Gibraltar. Correspondentie, voor bedoelde zendingen bestemd, dient tijdig ter post bezorgd te worden, om met de treinen, die resp. te 19.15 van Amsterdam C. S., te 20.56 van 's-Graven- hage en te 2126 van Rotterdam vertrek ken, te kunnen worden medegegeven. De stukken moeten gefrankeerd worden volgens internationaal tarief en voorzien zijn van twee elkander snijdende lijnen over het geheele adres. SOERABAJA, 11 Maart 1938 (ANETA) De politie is op het spoor gekomen van een wijdvertakte smokkelorganisatie. Op verschilende plaatsen in de stad zijn reeds huiszoekingen gedaan. Deze smokkelorgani satie legde zich voornamelijk toe op het ontduiken van de contingenteering-maatre- gelen en smokkelde manufacturen, aan deze maatregelen onderworpen, op clandestiene wijze binnen. De smokkelhandel is blijkbaar opgericht door een Arabier te Soerabaja en heeft vertakkingen over de geheele Noord kust van Java. Een groote partij manufac turen, afkomstig uit Singapore, is reeds in beslag genomen. Gisteren zijn te Grissee drie leden van deze bende gearresteerd. Het totaal aantal aangehoudenen, onder wie Arabieren, Chineezen en Inheemschen, be draagt thans tien. Verdere arrestaties kun nen nog worden tegemoet gezien. De bende had agentschappen te Batavia, Cheribon en Semarang. De smokkelwaar werd met groote prauwen naar Indië overgebracht. SOERABAJA, .11 Maart (ANETA). De heer Van C., uitgever van de „Soera baja Post", is in preventieve hechtenis ge nomen op last van het parket, in verband met het publiceeren van buitenlandsche be schouwingen, welke naar het oordeel der justitie over de schreef gingen. Hij was te voren herhaaldelijk door het parket gewaar schuwd. BATAVIA, 11 Maart. (ANETA.) De opbrengst van de landsmiddelen over Januari bedroeg 36.000.000.— tegenover ƒ32.100.000.in Januari 1937, als volgt ge- pecificeerd belastingen resp. 19.800.000. en 16.500.000.monopolies 2.800.000. en 2.500.000.producenten 2.700.000.en 2.000.000.bedrijven 7.700.000.en ƒ8.100.000.—, diversen ƒ3.000.000.— en 3.000.000.—. Een zeldzame gebeurtenis in de annalen van de strafrechtspleging heeft zich vandaag afgespeeld achter de sombere muren van het hoofdstedelijke huis van bewaring. De verdachte in een geruchtmakende straf zaak is niet per celwagen naar het paleis van justitie gebracht om zich daar voor zijn rech ters te verantwoorden, doch rechter en of ficier van justitie begaven zich vanmorgen naar het celhuis, om daar, in de regenten kamer, recht te doen over hem, den zwaar zieken postwisselvervalscher A. de V., bijge naamd „de lamme consul". Deze vervalscher van professie toonde zich meer dan eens een eerste klas simulant, die er geen been in zag ziekenhuis- en gevange nisdoktoren een rad voor de oogen te draaien en hun wijs te maken, dat hij volkomen ver lamd was. Wanneer het hem goed dacht, verdween „de lamme" echter spoorloos om de recherche dan handen vol werk te geven om hem weer op te sporen. Toch was zijn ziekte niet geheel gesimu leerd. Toen hij eindelijk veilig en wel in het huis van bewaring te Amsterdam was opge borgen, moest hij op de ziekenzaal ter ver pleging worden opgenomen. Dr. S. P. Tam- menons Bakker en een in consult geroepen arts achten zijn gezondheidstoestand z°° slecht, dat hij onmogelijk naar het paleis van justitie kan worden gebracht. Ten slotte - de man zit in totaal al bijna twee jaar in voorarrest besloot de rechtbank dan maar zitting te houden in het huis van bewaring. Het is nu twee jaar geleden, dat de politik' een kleine, doch „hardwerkende" bende post- wisselvervalschers onschadelijk wist te ma ken. De 45-jarige Alb. de Vr., die in donker Amsterdam bekend stond als „de consul", de 51-jarige handelsreiziger P. P. en de 45- jarige koopman J. B. werden ingerekend. De „consul" resideerde tijdens zijn arrestatie te Parijs, de handelsreiziger te Brussel en „der Dritte im Bunde" werd in de Amstelstad op gepakt. Aan de posterijen was een zeer belangrijke schade toegebracht, in het geheel hadden de knoeiers ruim 150 valsche postwissels van kleinebedragen geind; de schade liep tegen de 3000. Bij de huiszoeking in de woning van den man, die later als „lamme consul" in deze ge schiedenis zou optreden, vond men een vol ledige installatie om valsche postwissels te maken en bovendien niet minder dan zes valsche passen en identiteitsbewijzen. Het bleek al gauw, dat men in den Parijzenaar het hoofd van de bende te pakken had; de twee andere gearresteerden hadden zich voornamelijk met het incasseeren belast. Er lag weer een flinke partij falsificaten klaar, voor deze zaak „klaar" was voor de open bare terechtzitting. De lamme consul wist met een ijzeren volharding steeds weer een spaak in het wiel te steken. Bij zijn arresta tie hield hij zich lam, hij werd in een zieken huis opgenomen en onder bewaking gesteld Die bewaking bleek niet te zijn berekend op 'smans slimheid. Op zekeren dag was zijn bed leeg; de „lamme" was gaan loopen, over muren en schuttingen had hij zijn vrijheid herkregen. De Amsterdamsche recherche wist hem te Brussel weer op te sporen, hij had zich als patient in een ziekenhuis laten opnemen, totaal verlamd. Toen de rechercheurs De Boer en Van Dijk tot zijn groo.ten schrik naast zijn bed stonden, kwamen de Belgische doktoren vertellen, dat de patient absoluut niet kon loopen. De „lamme consul" hield vol en moest per ziekenauto naar het huis van bewaring te Amsterdam getransporteerd worden. Intusschen had de rechtbank te Amster dam de strafzaak tegen den lammen consul bij verstek behandeld; hij werd tot vijf jaar gevangenisstraf veroordeeld. De officier van justitie had zes jaar gevorderd. Zijn twee medeplichtigen P. P., die een bekentenis aflegde, en J. P., die bleef ont kennen, hoorden zich in eerste instantie resp. tot vier jaar en drie jaar veroordeelen. Dit tweetal ging in hooger beroep en begin Januari j.l. stonden zij voor het hof terecht. Gezien de langdurige voorarresten vermin derde het hof hun straffen tot twee jaar met aftrek van de voorloopige hechtenis, zoodat deze medeplichtigen van den lammen consul weldra in vrijheid zullen worden gesteld. De hoofdverdachte vond zijn straf van vijf jaar wel wat erg zwaar en hij kwam tegen het verstekvonnis in verzet, zoodat de recht bank vandaag zijn zaak opnieuw behandelt. Een zaak, die, naar men meende, met die tegen den lammen consul nauw verband hield, is intusschen ook reeds in revisie door het hof behandeld. Dit betreft n.l. het proces tegen den Haagschen scheikundige H., die ook wegens postwisselvervalsching vijf jaar kreeg. Deze man werd ruim twee jaar gele den door de Haagsche rechtbank veroordeeld, hij bleef ontkennen en toen men den lam men consul knipte, meenden politie en justi tie aanvankelijk, dat H. zat voor wat ook door den consul was misdreven. De revisie liep echter op niets uit en H. moest zijn eigen straf uitzitten. Zoo heeft deze postwisselvervalsching op groote schaal een reeks processen ten ge volge gehad, dien afgesloten wordt met de berechting van den consul in „eigen omge ving", het huis van bewaring. De man wordt verdedigd door mr. J. M. K. Mathuisen en mr. A. R. W. Dunselman. De rechtbank wordt gepresideerd door mr J. Boon, officier van justitie is mr. L. de Blécourt. Als deskundige is opgeroepen dr. C. J. van Ledden Hulsebosch. Voorts zijn 17 getuigen gedagvaard onder wie de mede plichtige van verdachte, de handelsreiziger P. P., die indertijd voor rechtbank en hof een bekentenis aflegde. Het verhoor van verdachte. In de regentenkamer van het huis van be waring, die betrekkelijk klein is, staat tegen den zijwand een bed, waarop de verdachte rust. Naast hem zit een verpleger in witte jas. De verdachte ligt stil op zijn. bed, staart voor zich uit. Zoo nu en dan wisselt hij een enkel woord met den verpleger of met zijn verdediger. Het is half elf als de rechtbank binnen komt. De president stelt de gewone vragen be treffende naam en woonplaats. De verdachte knikt en fluistert. Wat is de reden dat u tegen de straf van vijf jaar in verzet bent gekomen? Verd. stoot onverstaanbare geluiden uit, hij laat het antwoorden maar liever aan zijn verdedigers over. Het blijkt, dat hij de straf te zwaar vindt. De officier mr. De Blécourt draagt de dag vaarding voor. In de eerste plaats is hem ten laste gelegd, dat hij te Amsterdam, althans in Nederland, althans in Frankrijk of België, 15 valsche postwissels valschelijk heeft in gevuld; voorts is hem aanbieden van valsche postwissels ten laste gelegd. Geeft u de feiten toe, vraagt de president. Verd.: Bijna heelemaal, maar ik heb ze niet gemaakt. Pres.: Wie deed het dan? Verd. (aarzelend): Ik had het iemand ge leerd en die deed het. Wie was dat, wil de president weten. Verd.: Dat was mijn vroegere medever dachte. Na dit inleidend verhoor van verdachte is het getuigenverhoor aan de orde. Dr. Sp. Tammenons Bakker verklaart, dat hij verd. met dr. De Jong heeft onderzocht. Er is geen bezwaar hem op deze wijze voor zijn rechters te doen verschijnen. Wel is verdachtes algemeene toestand niet gunstig; hij lijdt aan een chronische ruggemergziekte, die progressief is. Officier: is er meer bewegelijkheid moge lijk dan hij voorgeeft? Desk.: ja, dat is mogelijk. Officier: kunt u zich indenken, dat men in Frankrijk tot de conclusie kwam dat hij absoluut verlamd was en zijn uitlevering weigerde. De rechercheurs De Boer en Van Dijk hebben hem zien loopen. Dr. Bakker kan zich de conclusie van de Fransche doktoren wel verklaren. Officier: wanneer hij nu werd vrijgelaten, zou het u dan verwonderen, wanneer u hem zag loopen? Ja, dat zou dokter Bakker wel verwon deren. Bode valt flauw. De zitting moest hier een oogenblik wor den onderbroken, daar de bode flauw viel. Dr. Bakker en de verpleger brengen hem weg. Hij is weldra hersteld. Dan worden enkele gevallen van ver- valschte postwissels afzonderlijk behandeld. De deurwaarder toont verdachte de ver- valschte stukken. Met een enkel woord geeft deze toe, dat ze op zijn initiatief zijn ge maakt en door hem zijn geïnd. Verdachte geeft ook toe de valsche passen te hebben gemaakt om te gebruiken bij het innen van de vervalsche postwissels. Een der hoofdgetuigen is de medeplichtige van den lammen consul, de handelsreiziger P. Deze komt dan voor het hekje. Hij ont kent met klem valsche postwissels gemaakt te hebben, wel heeft hij ze geïnd. Verd.: P. weet heej goed, dat ik ze niet gemaakt heb. Hij weet best dat hij er spe- cialen blauwen inkt voor gebruikte. Ik heb hem alles geleerd Getuige P.: Ik zou het niet kunnen, onmo gelijk. Verdachte houdt vol, haast onverstaanbaar maar met klem houdt hij vol. Requisitoir. Wanneer alle getuigen zijn verhoord, is het woord aan den officier van justitie, mr. L. de Blécourt voor het houden van zijn requisitoir. Spr. schetst de voorgeschiedenis van deze strafzaak en de houding, die verdachte heeft aangenomen. Uitlevering uit België is alleen toegestaan voor het feit van het innen van de postwis sels in Nederland en niet voor de vervaar diging, die in Parijs plaats had. Verdachte is inderdaad reeds geruimen tijd lijdende, doch wanneer wij vandaag' tegen hem zouden zeggen „De V., we laten je vrij,' wanneer je zelf binnen tien minuten het huis van bewaring uit wandelt", dan zou hij hoogstwaarschijnlijk opstaan en weg gaan. Zoo gauw hij weer in vrijheid komt, zal hij ongetwijfeld weer met vervalschin- gen beginnen. Spr. requireerde bekrachtiging van de bij verstek opgelegde straf (vijf jaar gevangenis straf). De verdediger mr. Joh. K. M. Mathuisen zeide in zijn pleidooi, dat hier een zielig hoopje mensch ligt die op zijn ziekbed wordt berecht en die uitdrukkelijk tegen zijn ver dedigers heeft gezegd, dat de zaak hem niets meer interesseerde. Dat is kenmerkend voor den toestand van verdachte, die in normale omstandigheden een vechter is. Ruim twee jaar bevindt deze man zich reeds in voor arrest en daarmede dient de rechtbank bij de bepaling van de strafmaat rekening te houden, te meer daar verdachtes medeplich tigen slechts tot twee jaar met aftrek van voorarrest werden veroordeeld. Met klem drong pl. op de uiterste clementie aan. Mr. Dunselman schetste in zijn pleidooi de persoon van den verdachte en ook deze verdediger deed een beroep op de rechtbank om de meest mogelijke clementie te betrach ten. De rechtbank zal 25 Maart vonnis wijzen. Voor de rechtbank te 's-Hertogenbosch i heeft terecht gestaan een 23-jarige land- I bouwersknecht C. K. uit St. Oedenrode, die zich te verantwoorden had ter zake van het feit dat hij in den nacht van 3 op 4 Juni van het vorige jaar te St. Oedenrode opzet telijk brand had gesticht in het stroodak van den paardenstal van de Wed. Oppers-van Aalsvoort. Verdachte, die een volledige be- kentenis aflegde zeide uit wraak gehandeld t« hebben. De officier van Justitie beeft tw«« jaar gevangenisstraf geëischt. De rechtbank - heeft Donderdag uitspraak gedaan efl verd. veroordeeld tot een gevangenisstraf voor den tijd van twee jaren met aftrek van het voorarrest. Von Ribbentrop begroet lord Halifax en diens echtgenoote tijdens de af scheidsreceptie, welke eerstgenoemde bij zijn afscheid als gezant te Londen gisteren in het Duitsche legatiegebouw gaf. VAN BRANDSTICHTING VERDACHT. Voor de Groningsche rechtbank stond gis teren terecht mej. J. van Z., verdacht van brandstichting in haar woning te Wester broek in November van het vorig jaar. Hoe wel de vrouw hardnekkig ontkende, waren de getuigenverklaringen tegen haar zooda nig, vooral van den kant van marechaussee en deskundigen, dat de officier van Justitie een gevangenisstraf van een jaar en zes maanden vroeg, rekening houdend met de geringe schade, welke de brand, die twee keer op één dag was uitgebroken, had ver oorzaakt en met de omstandigheden. De vrouw weet de oorzaak van den brand aar. een petroleumvergasser. Uitspraak 17 Maart. ,,'t Kwaad schUnt den sterv'llng gelijk aan het goede, Als hij de leiding der godheid ontbeert". SOPHOCLES. Opnieuw volgt de wereld dezer dagen met bijna ademlooze spanning de jongste ge beurtenissen in Sovjet-Rusland, dat ons voor den zooveelsten keer het schouwspel biedt, dat elke revolutie altijd haar eigen kinderen verslindt. Een geweldig volk, dat er groot op gaat Gods' juk te hebben afgeschud, en nu een volk dreigt te worden van verraders en moordenaars, menschen, die elkaar als wilde beesten naar het leven staan. Wij herinneren ons een uitspraak van Charles Boissevain, die na in 1904 een studie reis te hebben gemaakt door Rusland in zijn dagboek schreef: „Het is een mystiek volk, en het is te hopen, dat hun het geloof in het groote mysterie nooit zal ontnomen worden. Geen volk kan ik mij voorstellen, zoo hulpe loos en tevens zoo gevaarlijk, indien men zijn geloof verbrijzelt en sloopt, als het Russische Nu schrijven we 1938, vier-en-dertig jaren later, en iedereen kan op den dag van heden constateeren, wat er waar is gebleken in deze bijna profetische woorden van den ouden Boissevain. Ware hij nog in leven, ongeveer gelijke woorden zou hij kunnen doen gelden van het Frankrijk onzer dagen. Uit dezelfde jaren van het begin dezer eeuw is ons ook altijd nog een zin bijgeble ven uit een tijdschriftartikel van Prof. Jhr. van der Wijck, die de opkomende mentali teit van Frankrijk uit die dagen teekende met de volgende woorden: „Er is maar één rechtvaardige, één bezonnen krijg volgens Gustave Hervé, bestuurder van de let wel „Revue de l'Enseignement primaire" een tijdschrift, dat, zooals prof. v. d. Wijck toen mededeelde, onder zijn abonné's 14000 onderwijzers telde. En welke is die krijg Die van de proletariërs tegen de bezitters. Welberaden eigenbelang noopt ons niet het leven voor het vaderland veil te hebben, maar zich liever van het goud der kapita listen meester te maken". Als wij ons niet vergissen, dan is deze Gustave Hervé na den oorlog van de dwa lingen zijns weegs teruggekeerd, wat echter niet belet heeft, dat zijn ondermijnende arbeid door anderen in verhaast tempo werd overgenomen. De actie van Gustave Hervé dateerde uit de dagen ,van Combes, toen de kloosterlin gen en religieuzen het land werden uitge zet, en het onderwijs der jeugd voor goed gelaïseerd werd. Maar de opzet tot laïseering van het onderwijs dateert reeds van veel vroeger, en liet reeds in de dagen van Com bes en Hervé zijn eerste wrange vruchten zien 't Was in de dagen na den oorlog /an 1870, toen het gezegde opgang deed, dat de Pruisische schoolmeester den Fransch-Duit- schen oorlog had gewonnen, dat Frankrijk meende ook zijn eigen onderwijs te moeten gaan reorganiseeren. Aan de wetenschap moest de eerste plaats worden ingeruimd, zij toch zou aan het land de knappe koppen geven en de echte patriotten, waaraan het zoo'n behoefte had, de wetenschap zou de groote moreele weldoenster worden. Maar tegelijkertijd wilden de nieuwe her vormers allen godsdienst buiten het onder wijs en de opvoeding bannen, en stelden zij het beginsel voorop van de godsdienstige neutraliteit. Dit veelbeteekenend feit kon nu niet langer stilzwijgend voorbij worden gegaan. „Ce fut un grand malheur", dit is een groote ramp geworden, zegt de bekende Fransche generaal Weygand, lid van de Académie Frangaise, in een pas door hem uitgegeven publicatie, dat een ontstellende balans is geworden van wat er van het Fransche onderwijs en de opvoeding is geworden. Den godsdienst buiten het onderwijs te sluiten, dat beteekent een van de voornaamste grondslagen te miskennen van de waarlijk christelijke beschaving van Frankrijk, dat beteekent zich berooven van zijn licht, zijn tucht en zijn geest van liefde. Minstens had men nog mogen elschen, dat het heilig recht der ouders om hun kinderen op te voeden naaf eigen inzicht en opvatting, zou geëerbie digd worden, en dat de godsdienstige neutra liteit strenger zou moeten worden nageleefd in de officieele schooi dan het ooit werd gedaan. Maar afgezien nog hiervan hoe moeilijk en onmogelijk is de taak geworden van hen die onderwijs en opvoeding hebben te verzorgen, en daarbij den moreelen steun van den gods dienst moeien missen. Zelfs de vaders van de moderne Fransche school Paul Bert en Jules Ferrey hebben nooit kunnen bevroeden dat hun school ooit zou worden, waarop ze is uitgeloopen, een durende ondermijning van den staat en het gezag, welke thans den troosieloozen aanblik geeft van een onder alle opzichten ontredderd Frankrijk. Gezien nu dat alle onderwijs ir. Frankrijk gedurende de laatste halve eeuw gescheiden is van alle nationale en moreele opvoeding, mag men dus zeggen dat het onderwijs op zichzelf beter geworden is, en dat onze kin deren dus beter uitgerust zijn en voorbereid voor de verschillende betrekkingen, welke hen in het leven wachten, generaal Wey gand erkent dat men deze bewering moeilijk zou kunnen volhouden. Onder de recruten die voor 't eerst onder de wapenen worden geroepen,» blijkt een beduidend percentage van de meest elementaire kennis gespeend te zijn. Sedert Jean Jaurès in de Kamer in 1912 verklaarde, dat 36 pet. van de Fransche jeugd onder het peil bleef van een minimum van gewoon lager onderwijs, en wal zoo dat de eene helft niet kon lezen noch schrijven, en de andere helft eèfci onzekere kennis ver toonde, die nog erger was dan onwetendheid, is er nog niets veranderd. Nog in onze dagen blijkt een soldaat, die straks toch kiezci wordt in een zoogenaamd democratischen staat, nog niet eens te weten, hoe een ge meenteraad wordt samengesteld. Met het hoogere onderwijs staat het al niet beter. Zakenlui klagen over afgestudeerde jongelieden, die amper een fatsoenlijken briet kunnen schrijven of een rapport opmaken. De professoren der Faculteit laten zich in een zelfden geest uit. Een van hen bekende, dat 't de beschaming uitmaakt van de exami natoren, dat zij aan het eind van het jaar tot de ontdekking komen, dat zij het ondank baar ambt hebben uitgeoefend van deur waarder bij een faillieten boedel. Maar het ergerlijkste, dat generaal Wey gand signaleert, is het bestaan en de houding van een onwettig syndicaat van functiona rissen, die door den staat worden onderhou den en door hem bekleed zijn met de hooge opdracht van de jeugd te onderrichten en te vormen. Deelde prof. jhr. van der Wijck in bo vengenoemd artikel van een dertig jaar ge leden ons mee, dat Gustave Hervé 14000 onderwijzers onder zijn abonné's mocht tel len, thans bestaat het Syndicat National des Instituteurs nationaal alleen voor zoover het de Algemeene Bond van Onderwijzers betreft - uit 81.000 leden op 135.000 Franscne onderwijzers. Op het congres van 193a nam dit Syndicat een motie aan, waarin he ver" klaarde met geweld een greep uaar„. „„_c. te zullen doen, vervolgens binnen ne banken te zullen bezetten, en s slag te zullen leggen op de gro - Pers en de hoogerj administratie en Ser met één slag te zullen zuiveren, p congres van 1930 daaropvolgende et 'voord gelanceerd „liever slavernij da. een oorlog" zonder dat daartegen p erd. uitge bracht. De heeren zeggen wel, verklaart Generaal Weygand, dat dit politieke ideeën zijn, die vóór de poort van de school worden gelaten, en dat hun onderwijs verder volkomen cor rect is, maar wie kan gelooven, dat zulk een voorbeeld van anarchie gegeven door den onderwijzer niet moordend is voor elk gevoel van tucht bij den leerling, en dit de geest waarin het onderwijs wordt gegeven niet machtiger is dan de letter. ,,Er zijn duizend manieren snhreef Louis Madelin, die den moed heeft gehad dit kwaad bloot U. leg gen, om langzamerhand Vaderland en Mo raal te ondermijnen: een enkele toevallige zin goed berekend en dikwijls herhaald kan met meer zekerheid de verwarring en dwa ling in een kinderziel verwekken dan een lange uitweiding en verklaring, en als het om het vaderland gaat, het opzettelijk weg laten bij het orderwijs van alles wat in onze geschiedenis voor groot en als een offer heeft gegolden, doodt wreeder alle vader landsliefde dan de ontbindende theorieën van een grooten filosocf, die vijandig staat tegen over de vaderland-idee. En dit is het, wa alle dag gebeurt." Een oud-minister van onderwijs heeft kun nen schrijven, dat hij niet alles aan het lie zou durven brengen van wat hij heelt ge zien, maar „het gaat om de toekomst van de openbare school, die hier op het spel staat. Het gaat om de toekomst van onze kinderen, heel hun mentaliteit en hun zedelijke ont wikkeling zijn er mee gemoeid". Zeker, erkent generaal Weygand, bestaan er in Frankrijk nog tal van onderwijzers, die gaarne anders zouden willen, die nog voorstander zijn van eerbied voor het va derland, die de geloofsopvattingen willen ontzien en de noodzakelijkheid bepleiten van een zedelijke opvoeding. Maar deze worden met onmacht geslagen door het alles beheerschende Syndicat National, dat van geen accoord wil weten. In de zoo belangrijke aangelegenheid Van oe keuze der leerboeken hebben de onder wijsgroepen, die niet bij het Syndicat Na tional zijn aangesloten geen stem in het kapittel. Waar die Syndicat de meerderheid heeft, heeft zij ook alleen het zeggenschap over de keuze der leerboeken. De anderen mogen deze keuze van boeken betreuren, waaruit alle vaderlandsliefde wordt geban nen, waarin ook alle onderwijs in de moraal onmogelijk wordt gemaakt, en zelfs een keuze van stukken uit de groote nationale schrijvers opzettelijk .vordt nagelaten. Zij dus, die een nationaal onderwijs zouden willen geven, worden Jp alle manieren ge handicapt. In stede dat het kind wordt opgevoed in eerbied voor het gezag, in gevoel van plichtsbetrachting, in liefde voor het vader land, wordt het vol gepompt met haat en nijd ten bate van den klassenstrijd. Over de heldendaden en grootsche gebeurtenissen uit de geschiedenis wordt gezwegen, terwijl Je bandietenstreken van groote oplichters en misdadigers in een gunstig licht worden De gevolgen van zulK een opvoeding zon der godsdienst en moraal worden dan ook met den dag sehrikbarender. Het leven van alledag, openbaar en privé, geeft ons een schouwspel van steeds stijgen de brutaliteit, een aaneenschakeling van af schuwelijke misdaden en opeenvolgende schandalen. De altest opstandige aanslagen worden gepleegd tegen de rechtvaardigheid en de waardigheid van den mensch. Een eenigermate stabiele regeering is voor Frankrijk onmogelijk geworden, de beste bedoelingen, die de eer en de waardig heid van het land nog willen redden, wor den moedwillig gesaboteerd. De toestand is hopeloos en reddeloos ge worden. De onbezonnen daad van blinde regeerders, dit een opvoeding voorstonden zonder God, gaat zich wel bloedig wreke*. P. HYACINTH HERMAHft.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1938 | | pagina 2