OPVOEDING EN ONDERWIJS
ZONDER GOD.
De „Vredenburg" in
een orkaan.
VRIJDAG 11 MAART 1933
Twee man door een stortzee over
boord geslagen en verdronken.
Groote verwoestingen werden op
liet schip aangericht.
BEDRIEGER BEDROGEN.
Zakenman ivilde groot bedrag over
de grens smokkelen.
.Verstopt geld uit den trein Berlijn-
Amsterdam gestolen.
NEDERLANDSCHE SCHOOLREIZEN
IN 1938.
POSTVERZENDINGEN NAAR
Hr. Ms. „NAUTILUS".
UITGEBREIDE SMOKKEL
HANDEL ONTDEKT.
Vertakkingen over de geheele
Noordkust van Java.
VERSCHELLENDE PERSONEN REEDS
GEARRESTEERD.
PERSDELICT.
Uitgever in preventieve hechtenis
genomen.
DE OPBRENGST DER LANDS-
MIDDELEN.
Januari bracht 4 millioen meer dan
in 1937.
DE „LAMME CONSUL"
STAAT TERECHT.
Een postwisselvervalscher
op groote schaal.
De rechtbank houdt zitting in het
huis van beivaring.
BRANDSTICHTING UIT WRAAK. 1
Een ontstellende balans.
HET 8.s. „Vredenburg" van de
Halcyonlijn, dat zooals gemeld,
Zaterdagavond op 200 mijl van de
Westfjord met hevig stormweer te
kampen heeft gehad, waarbij twee
opvarenden over boord sloegen en ver
dronken, is hedenmorgen tegen twaalf
uur de Vulcaanhaven te Vlaardingen
binnengeloopen.
In een onderhoud dat wij met den kapi
tein hadden, vertelde deze, in den nacht van
2 op 3 Maart van Narvik te zijn vertrokken
met een lading erts en al dadelijk toen het
schip op zee was, begon het te spoken. He
vige sneeuwstormen woedden en na drie da
gen kwam er een radiobericht, dat een or
kaan werd verwacht. Zaterdagmorgen om
vijf uur was de orkaan zoo hevig, dat twee
van de drie sloepen, welke zich aan boord
bevonden, werden weggeslagen. De schoor
steen sloeg om en een luik op het sloependek
werd ingeslagen. Hierdoor moest het ge-
heele dekpersoneel, bestaande uit negen
man, en den eersten stuurman, aan 't werk,
daar het schip water maakte.
Om half 8 kwam een tweede stortzee over,
die het dekpersoneel opnam en gedeeltelijk
tegen de verschansing wierp. Drie matrozen
kwamen buiten boord terecht waarvan een
zich nog tijdig aan het sloependek kon vast
klampen en aan boord kon worden gehaald.
Onmiddellijk werden reddingsboeien en
„Holmes"-lichten buiten boord geworpen. De
bootsman M. Stolk wist nog een uitgeworpen
lijn te grijpen, doch het schip werd zoo
danig heen en weer geslingerd, dat de dren
keling met het hoofd tegen den romp van het
schip sloeg en vervolgens in de diepte ver
dween.
Van den matroos M. Spanjesberg heeft men
niets meer gezien. Twee andere matrozen,
Snel en v. d. Hoek werden tijdens de stort
zee vrij ernstig gewond.
De antenne van het schip was weggesla
gen, zoodat seinen onmogelijk was. Eerst den
volgenden morgen heeft men met een nieu
we antenne de zich in de nabijheid bevinden
de schepen kunnen verzoeken uit te zien naar
de drenkelingen. De derde sloep welke later
ook was losgeslagen, heeft men binnen boord
kunnen houden, hoewel deze ongeschikt was
geworden om nog dienst te doen.
's Nachts om drie uur werden ook de trap
pen weggeslagen. De orkaan bleef woeden tot
den volgenden morgen.
Eerst Zondagmorgen om twaalf uur kon
het schip haar reis naar Vlaardingen ver
volgen, waar het vandaag met drie en een
halven dag vertraging is aangekomen.
Tijdens het voorbereiden van de voorjaarstentoonstelling van de Onafhan-
kelijken in het Stedelijk Museum te A'dam welke morgen geopend wordt.
Een zakenman is dezer dagen de dupe ge
worden van een merkwaardigen diefstal, ge
pleegd in den internationalen sneltrein Ber
lijnAmsterdam. Hoewel de diefstal eerst in
ons land ontdekt werd, is de mogelijkheid
groot, dat hij reeds in Duitschland ge
pleegd is.
In een guttapercha waschzakje had hij op
listige wijze een bedrag van 3500 gulden
verstopt, teneinde dit aan de deviezencontrole
te onttrekken. De bankbiljetten had hij te
dien einde opgerold en verpakt, alsof het een
shaving-stick was. Op deze wijze leek ont
dekking welhaast uitgesloten. Ten overvloede
was het waschzakje in het nachtkastje in den
slaapwagen, waarmee hij naar de hoofdstad
reisde, gelegd.
Kort na het passeeren van de grens, toen
de zakenman zich al verheugde over de uit
nemend geslaagde truc, wilde hij de kostbare
„shaving-stick" bij zich steken, doch wie
schetst zijn verbazing en teleurstelling, toen
deze verdwenen bleek te zijn.
Aan een der groote stations waarschuwde
hij den stationschef, die op zijn beurt de
Amsterdamsche politie van den diefstal ver
wittigde. Aan het Centraal Station aldaar
werd de trein door eenige rechercheurs op
gewacht, die de medereizigers van den zaken
man verzochten hen te volgen In het post
huis van het Centraal Station werden zij ge
fouilleerd, doch dit leverde geen enkel resul
taat op. Ook een onderzoek in den betrokken
coupé van den trein bleef vruchteloos.
De Nederlandsche commissie voor school
reizen, waarvan prof. dr. G. A. van Poelje
voorzitter is en waarin zijn vertegenwoor
digd, organiseert dit jaar wederom drie ex
cursies naar het buitenland waarvan er twee
in den vacantietijd vallen. Leerlingen van
derde, vierde en vijfde klassen van kweek
scholen kunnen eraan deelnemen. Alleen de
Engelsche reis is niet voor derde-klassers
bestemd.
Nadere inlichtingen verstrekt de secreta-
resse-penningmeesteresse dr. A. J. Porten
gen, Danckertstraat 9, 's Gravenhage.
In het tijdvak van 23 Maart tot en met
25 Mei a.s. zal iederen Woensdag een brie
venmaal worden verzonden voor Hr. Ms.
politiekruiser „Nautilus" te Gibraltar.
Correspondentie, voor bedoelde zendingen
bestemd, dient tijdig ter post bezorgd te
worden, om met de treinen, die resp. te 19.15
van Amsterdam C. S., te 20.56 van 's-Graven-
hage en te 2126 van Rotterdam vertrek
ken, te kunnen worden medegegeven.
De stukken moeten gefrankeerd worden
volgens internationaal tarief en voorzien zijn
van twee elkander snijdende lijnen over het
geheele adres.
SOERABAJA, 11 Maart 1938 (ANETA)
De politie is op het spoor gekomen van
een wijdvertakte smokkelorganisatie. Op
verschilende plaatsen in de stad zijn reeds
huiszoekingen gedaan. Deze smokkelorgani
satie legde zich voornamelijk toe op het
ontduiken van de contingenteering-maatre-
gelen en smokkelde manufacturen, aan deze
maatregelen onderworpen, op clandestiene
wijze binnen. De smokkelhandel is blijkbaar
opgericht door een Arabier te Soerabaja en
heeft vertakkingen over de geheele Noord
kust van Java. Een groote partij manufac
turen, afkomstig uit Singapore, is reeds in
beslag genomen. Gisteren zijn te Grissee
drie leden van deze bende gearresteerd. Het
totaal aantal aangehoudenen, onder wie
Arabieren, Chineezen en Inheemschen, be
draagt thans tien. Verdere arrestaties kun
nen nog worden tegemoet gezien. De bende
had agentschappen te Batavia, Cheribon en
Semarang. De smokkelwaar werd met groote
prauwen naar Indië overgebracht.
SOERABAJA, .11 Maart (ANETA).
De heer Van C., uitgever van de „Soera
baja Post", is in preventieve hechtenis ge
nomen op last van het parket, in verband
met het publiceeren van buitenlandsche be
schouwingen, welke naar het oordeel der
justitie over de schreef gingen. Hij was te
voren herhaaldelijk door het parket gewaar
schuwd.
BATAVIA, 11 Maart. (ANETA.)
De opbrengst van de landsmiddelen over
Januari bedroeg 36.000.000.— tegenover
ƒ32.100.000.in Januari 1937, als volgt ge-
pecificeerd belastingen resp. 19.800.000.
en 16.500.000.monopolies 2.800.000.
en 2.500.000.producenten 2.700.000.en
2.000.000.bedrijven 7.700.000.en
ƒ8.100.000.—, diversen ƒ3.000.000.— en
3.000.000.—.
Een zeldzame gebeurtenis in de annalen
van de strafrechtspleging heeft zich vandaag
afgespeeld achter de sombere muren van het
hoofdstedelijke huis van bewaring.
De verdachte in een geruchtmakende straf
zaak is niet per celwagen naar het paleis van
justitie gebracht om zich daar voor zijn rech
ters te verantwoorden, doch rechter en of
ficier van justitie begaven zich vanmorgen
naar het celhuis, om daar, in de regenten
kamer, recht te doen over hem, den zwaar
zieken postwisselvervalscher A. de V., bijge
naamd „de lamme consul".
Deze vervalscher van professie toonde zich
meer dan eens een eerste klas simulant, die
er geen been in zag ziekenhuis- en gevange
nisdoktoren een rad voor de oogen te draaien
en hun wijs te maken, dat hij volkomen ver
lamd was. Wanneer het hem goed dacht,
verdween „de lamme" echter spoorloos om
de recherche dan handen vol werk te geven
om hem weer op te sporen.
Toch was zijn ziekte niet geheel gesimu
leerd. Toen hij eindelijk veilig en wel in het
huis van bewaring te Amsterdam was opge
borgen, moest hij op de ziekenzaal ter ver
pleging worden opgenomen. Dr. S. P. Tam-
menons Bakker en een in consult geroepen
arts achten zijn gezondheidstoestand z°°
slecht, dat hij onmogelijk naar het paleis van
justitie kan worden gebracht. Ten slotte -
de man zit in totaal al bijna twee jaar in
voorarrest besloot de rechtbank dan maar
zitting te houden in het huis van bewaring.
Het is nu twee jaar geleden, dat de politik'
een kleine, doch „hardwerkende" bende post-
wisselvervalschers onschadelijk wist te ma
ken. De 45-jarige Alb. de Vr., die in donker
Amsterdam bekend stond als „de consul",
de 51-jarige handelsreiziger P. P. en de 45-
jarige koopman J. B. werden ingerekend. De
„consul" resideerde tijdens zijn arrestatie te
Parijs, de handelsreiziger te Brussel en „der
Dritte im Bunde" werd in de Amstelstad op
gepakt.
Aan de posterijen was een zeer belangrijke
schade toegebracht, in het geheel hadden de
knoeiers ruim 150 valsche postwissels van
kleinebedragen geind; de schade liep tegen
de 3000.
Bij de huiszoeking in de woning van den
man, die later als „lamme consul" in deze ge
schiedenis zou optreden, vond men een vol
ledige installatie om valsche postwissels te
maken en bovendien niet minder dan zes
valsche passen en identiteitsbewijzen. Het
bleek al gauw, dat men in den Parijzenaar
het hoofd van de bende te pakken had; de
twee andere gearresteerden hadden zich
voornamelijk met het incasseeren belast. Er
lag weer een flinke partij falsificaten klaar,
voor deze zaak „klaar" was voor de open
bare terechtzitting. De lamme consul wist
met een ijzeren volharding steeds weer een
spaak in het wiel te steken. Bij zijn arresta
tie hield hij zich lam, hij werd in een zieken
huis opgenomen en onder bewaking gesteld
Die bewaking bleek niet te zijn berekend op
'smans slimheid. Op zekeren dag was zijn
bed leeg; de „lamme" was gaan loopen, over
muren en schuttingen had hij zijn vrijheid
herkregen.
De Amsterdamsche recherche wist hem te
Brussel weer op te sporen, hij had zich als
patient in een ziekenhuis laten opnemen,
totaal verlamd. Toen de rechercheurs De
Boer en Van Dijk tot zijn groo.ten schrik
naast zijn bed stonden, kwamen de Belgische
doktoren vertellen, dat de patient absoluut
niet kon loopen. De „lamme consul" hield
vol en moest per ziekenauto naar het huis
van bewaring te Amsterdam getransporteerd
worden.
Intusschen had de rechtbank te Amster
dam de strafzaak tegen den lammen consul
bij verstek behandeld; hij werd tot vijf jaar
gevangenisstraf veroordeeld. De officier van
justitie had zes jaar gevorderd.
Zijn twee medeplichtigen P. P., die een
bekentenis aflegde, en J. P., die bleef ont
kennen, hoorden zich in eerste instantie resp.
tot vier jaar en drie jaar veroordeelen. Dit
tweetal ging in hooger beroep en begin
Januari j.l. stonden zij voor het hof terecht.
Gezien de langdurige voorarresten vermin
derde het hof hun straffen tot twee jaar met
aftrek van de voorloopige hechtenis, zoodat
deze medeplichtigen van den lammen consul
weldra in vrijheid zullen worden gesteld.
De hoofdverdachte vond zijn straf van vijf
jaar wel wat erg zwaar en hij kwam tegen
het verstekvonnis in verzet, zoodat de recht
bank vandaag zijn zaak opnieuw behandelt.
Een zaak, die, naar men meende, met die
tegen den lammen consul nauw verband
hield, is intusschen ook reeds in revisie door
het hof behandeld. Dit betreft n.l. het proces
tegen den Haagschen scheikundige H., die
ook wegens postwisselvervalsching vijf jaar
kreeg. Deze man werd ruim twee jaar gele
den door de Haagsche rechtbank veroordeeld,
hij bleef ontkennen en toen men den lam
men consul knipte, meenden politie en justi
tie aanvankelijk, dat H. zat voor wat ook door
den consul was misdreven. De revisie liep
echter op niets uit en H. moest zijn eigen
straf uitzitten.
Zoo heeft deze postwisselvervalsching op
groote schaal een reeks processen ten ge
volge gehad, dien afgesloten wordt met de
berechting van den consul in „eigen omge
ving", het huis van bewaring.
De man wordt verdedigd door mr. J. M. K.
Mathuisen en mr. A. R. W. Dunselman.
De rechtbank wordt gepresideerd door mr
J. Boon, officier van justitie is mr. L. de
Blécourt. Als deskundige is opgeroepen dr.
C. J. van Ledden Hulsebosch. Voorts zijn 17
getuigen gedagvaard onder wie de mede
plichtige van verdachte, de handelsreiziger
P. P., die indertijd voor rechtbank en hof een
bekentenis aflegde.
Het verhoor van verdachte.
In de regentenkamer van het huis van be
waring, die betrekkelijk klein is, staat tegen
den zijwand een bed, waarop de verdachte
rust. Naast hem zit een verpleger in witte
jas. De verdachte ligt stil op zijn. bed, staart
voor zich uit. Zoo nu en dan wisselt hij een
enkel woord met den verpleger of met zijn
verdediger.
Het is half elf als de rechtbank binnen
komt.
De president stelt de gewone vragen be
treffende naam en woonplaats. De verdachte
knikt en fluistert.
Wat is de reden dat u tegen de straf van
vijf jaar in verzet bent gekomen?
Verd. stoot onverstaanbare geluiden uit,
hij laat het antwoorden maar liever aan zijn
verdedigers over. Het blijkt, dat hij de straf
te zwaar vindt.
De officier mr. De Blécourt draagt de dag
vaarding voor. In de eerste plaats is hem ten
laste gelegd, dat hij te Amsterdam, althans
in Nederland, althans in Frankrijk of België,
15 valsche postwissels valschelijk heeft in
gevuld; voorts is hem aanbieden van valsche
postwissels ten laste gelegd.
Geeft u de feiten toe, vraagt de president.
Verd.: Bijna heelemaal, maar ik heb ze
niet gemaakt.
Pres.: Wie deed het dan?
Verd. (aarzelend): Ik had het iemand ge
leerd en die deed het.
Wie was dat, wil de president weten.
Verd.: Dat was mijn vroegere medever
dachte.
Na dit inleidend verhoor van verdachte is
het getuigenverhoor aan de orde.
Dr. Sp. Tammenons Bakker verklaart, dat
hij verd. met dr. De Jong heeft onderzocht.
Er is geen bezwaar hem op deze wijze voor
zijn rechters te doen verschijnen. Wel is
verdachtes algemeene toestand niet gunstig;
hij lijdt aan een chronische ruggemergziekte,
die progressief is.
Officier: is er meer bewegelijkheid moge
lijk dan hij voorgeeft?
Desk.: ja, dat is mogelijk.
Officier: kunt u zich indenken, dat men
in Frankrijk tot de conclusie kwam dat hij
absoluut verlamd was en zijn uitlevering
weigerde. De rechercheurs De Boer en Van
Dijk hebben hem zien loopen.
Dr. Bakker kan zich de conclusie van de
Fransche doktoren wel verklaren.
Officier: wanneer hij nu werd vrijgelaten,
zou het u dan verwonderen, wanneer u hem
zag loopen?
Ja, dat zou dokter Bakker wel verwon
deren.
Bode valt flauw.
De zitting moest hier een oogenblik wor
den onderbroken, daar de bode flauw viel.
Dr. Bakker en de verpleger brengen hem
weg. Hij is weldra hersteld.
Dan worden enkele gevallen van ver-
valschte postwissels afzonderlijk behandeld.
De deurwaarder toont verdachte de ver-
valschte stukken. Met een enkel woord geeft
deze toe, dat ze op zijn initiatief zijn ge
maakt en door hem zijn geïnd.
Verdachte geeft ook toe de valsche passen
te hebben gemaakt om te gebruiken bij het
innen van de vervalsche postwissels.
Een der hoofdgetuigen is de medeplichtige
van den lammen consul, de handelsreiziger
P. Deze komt dan voor het hekje. Hij ont
kent met klem valsche postwissels gemaakt
te hebben, wel heeft hij ze geïnd.
Verd.: P. weet heej goed, dat ik ze niet
gemaakt heb. Hij weet best dat hij er spe-
cialen blauwen inkt voor gebruikte. Ik heb
hem alles geleerd
Getuige P.: Ik zou het niet kunnen, onmo
gelijk.
Verdachte houdt vol, haast onverstaanbaar
maar met klem houdt hij vol.
Requisitoir.
Wanneer alle getuigen zijn verhoord, is
het woord aan den officier van justitie, mr.
L. de Blécourt voor het houden van zijn
requisitoir.
Spr. schetst de voorgeschiedenis van deze
strafzaak en de houding, die verdachte heeft
aangenomen.
Uitlevering uit België is alleen toegestaan
voor het feit van het innen van de postwis
sels in Nederland en niet voor de vervaar
diging, die in Parijs plaats had.
Verdachte is inderdaad reeds geruimen tijd
lijdende, doch wanneer wij vandaag' tegen
hem zouden zeggen „De V., we laten je vrij,'
wanneer je zelf binnen tien minuten het
huis van bewaring uit wandelt", dan zou
hij hoogstwaarschijnlijk opstaan en weg
gaan. Zoo gauw hij weer in vrijheid komt,
zal hij ongetwijfeld weer met vervalschin-
gen beginnen.
Spr. requireerde bekrachtiging van de bij
verstek opgelegde straf (vijf jaar gevangenis
straf).
De verdediger mr. Joh. K. M. Mathuisen
zeide in zijn pleidooi, dat hier een zielig
hoopje mensch ligt die op zijn ziekbed wordt
berecht en die uitdrukkelijk tegen zijn ver
dedigers heeft gezegd, dat de zaak hem niets
meer interesseerde. Dat is kenmerkend voor
den toestand van verdachte, die in normale
omstandigheden een vechter is. Ruim twee
jaar bevindt deze man zich reeds in voor
arrest en daarmede dient de rechtbank bij
de bepaling van de strafmaat rekening te
houden, te meer daar verdachtes medeplich
tigen slechts tot twee jaar met aftrek van
voorarrest werden veroordeeld. Met klem
drong pl. op de uiterste clementie aan.
Mr. Dunselman schetste in zijn pleidooi
de persoon van den verdachte en ook deze
verdediger deed een beroep op de rechtbank
om de meest mogelijke clementie te betrach
ten.
De rechtbank zal 25 Maart vonnis wijzen.
Voor de rechtbank te 's-Hertogenbosch
i heeft terecht gestaan een 23-jarige land-
I bouwersknecht C. K. uit St. Oedenrode, die
zich te verantwoorden had ter zake van het
feit dat hij in den nacht van 3 op 4 Juni
van het vorige jaar te St. Oedenrode opzet
telijk brand had gesticht in het stroodak van
den paardenstal van de Wed. Oppers-van
Aalsvoort. Verdachte, die een volledige be-
kentenis aflegde zeide uit wraak gehandeld
t« hebben. De officier van Justitie beeft tw««
jaar gevangenisstraf geëischt. De rechtbank -
heeft Donderdag uitspraak gedaan efl verd.
veroordeeld tot een gevangenisstraf voor
den tijd van twee jaren met aftrek van het
voorarrest.
Von Ribbentrop begroet lord Halifax en diens echtgenoote tijdens de af
scheidsreceptie, welke eerstgenoemde bij zijn afscheid als gezant te Londen
gisteren in het Duitsche legatiegebouw gaf.
VAN BRANDSTICHTING VERDACHT.
Voor de Groningsche rechtbank stond gis
teren terecht mej. J. van Z., verdacht van
brandstichting in haar woning te Wester
broek in November van het vorig jaar. Hoe
wel de vrouw hardnekkig ontkende, waren
de getuigenverklaringen tegen haar zooda
nig, vooral van den kant van marechaussee
en deskundigen, dat de officier van Justitie
een gevangenisstraf van een jaar en zes
maanden vroeg, rekening houdend met de
geringe schade, welke de brand, die twee
keer op één dag was uitgebroken, had ver
oorzaakt en met de omstandigheden.
De vrouw weet de oorzaak van den brand
aar. een petroleumvergasser.
Uitspraak 17 Maart.
,,'t Kwaad schUnt den sterv'llng gelijk
aan het goede,
Als hij de leiding der godheid ontbeert".
SOPHOCLES.
Opnieuw volgt de wereld dezer dagen met
bijna ademlooze spanning de jongste ge
beurtenissen in Sovjet-Rusland, dat ons voor
den zooveelsten keer het schouwspel biedt,
dat elke revolutie altijd haar eigen kinderen
verslindt. Een geweldig volk, dat er groot
op gaat Gods' juk te hebben afgeschud, en
nu een volk dreigt te worden van verraders
en moordenaars, menschen, die elkaar als
wilde beesten naar het leven staan.
Wij herinneren ons een uitspraak van
Charles Boissevain, die na in 1904 een studie
reis te hebben gemaakt door Rusland in zijn
dagboek schreef: „Het is een mystiek volk,
en het is te hopen, dat hun het geloof in het
groote mysterie nooit zal ontnomen worden.
Geen volk kan ik mij voorstellen, zoo hulpe
loos en tevens zoo gevaarlijk, indien men
zijn geloof verbrijzelt en sloopt, als het
Russische
Nu schrijven we 1938, vier-en-dertig jaren
later, en iedereen kan op den dag van heden
constateeren, wat er waar is gebleken in
deze bijna profetische woorden van den
ouden Boissevain. Ware hij nog in leven,
ongeveer gelijke woorden zou hij kunnen doen
gelden van het Frankrijk onzer dagen.
Uit dezelfde jaren van het begin dezer
eeuw is ons ook altijd nog een zin bijgeble
ven uit een tijdschriftartikel van Prof. Jhr.
van der Wijck, die de opkomende mentali
teit van Frankrijk uit die dagen teekende
met de volgende woorden: „Er is maar één
rechtvaardige, één bezonnen krijg volgens
Gustave Hervé, bestuurder van de let
wel „Revue de l'Enseignement primaire"
een tijdschrift, dat, zooals prof. v. d. Wijck
toen mededeelde, onder zijn abonné's 14000
onderwijzers telde. En welke is die krijg
Die van de proletariërs tegen de bezitters.
Welberaden eigenbelang noopt ons niet het
leven voor het vaderland veil te hebben,
maar zich liever van het goud der kapita
listen meester te maken".
Als wij ons niet vergissen, dan is deze
Gustave Hervé na den oorlog van de dwa
lingen zijns weegs teruggekeerd, wat echter
niet belet heeft, dat zijn ondermijnende
arbeid door anderen in verhaast tempo werd
overgenomen.
De actie van Gustave Hervé dateerde uit
de dagen ,van Combes, toen de kloosterlin
gen en religieuzen het land werden uitge
zet, en het onderwijs der jeugd voor goed
gelaïseerd werd. Maar de opzet tot laïseering
van het onderwijs dateert reeds van veel
vroeger, en liet reeds in de dagen van Com
bes en Hervé zijn eerste wrange vruchten
zien 't Was in de dagen na den oorlog /an
1870, toen het gezegde opgang deed, dat de
Pruisische schoolmeester den Fransch-Duit-
schen oorlog had gewonnen, dat Frankrijk
meende ook zijn eigen onderwijs te moeten
gaan reorganiseeren. Aan de wetenschap
moest de eerste plaats worden ingeruimd,
zij toch zou aan het land de knappe koppen
geven en de echte patriotten, waaraan het
zoo'n behoefte had, de wetenschap zou de
groote moreele weldoenster worden.
Maar tegelijkertijd wilden de nieuwe her
vormers allen godsdienst buiten het onder
wijs en de opvoeding bannen, en stelden zij
het beginsel voorop van de godsdienstige
neutraliteit.
Dit veelbeteekenend feit kon nu niet langer
stilzwijgend voorbij worden gegaan. „Ce
fut un grand malheur", dit is een groote
ramp geworden, zegt de bekende Fransche
generaal Weygand, lid van de Académie
Frangaise, in een pas door hem uitgegeven
publicatie, dat een ontstellende balans is
geworden van wat er van het Fransche
onderwijs en de opvoeding is geworden.
Den godsdienst buiten het onderwijs te
sluiten, dat beteekent een van de voornaamste
grondslagen te miskennen van de waarlijk
christelijke beschaving van Frankrijk, dat
beteekent zich berooven van zijn licht, zijn
tucht en zijn geest van liefde. Minstens had
men nog mogen elschen, dat het heilig recht
der ouders om hun kinderen op te voeden
naaf eigen inzicht en opvatting, zou geëerbie
digd worden, en dat de godsdienstige neutra
liteit strenger zou moeten worden nageleefd
in de officieele schooi dan het ooit werd
gedaan.
Maar afgezien nog hiervan hoe moeilijk en
onmogelijk is de taak geworden van hen die
onderwijs en opvoeding hebben te verzorgen,
en daarbij den moreelen steun van den gods
dienst moeien missen. Zelfs de vaders van de
moderne Fransche school Paul Bert en Jules
Ferrey hebben nooit kunnen bevroeden dat
hun school ooit zou worden, waarop ze is
uitgeloopen, een durende ondermijning van
den staat en het gezag, welke thans den
troosieloozen aanblik geeft van een onder
alle opzichten ontredderd Frankrijk.
Gezien nu dat alle onderwijs ir. Frankrijk
gedurende de laatste halve eeuw gescheiden
is van alle nationale en moreele opvoeding,
mag men dus zeggen dat het onderwijs op
zichzelf beter geworden is, en dat onze kin
deren dus beter uitgerust zijn en voorbereid
voor de verschillende betrekkingen, welke
hen in het leven wachten, generaal Wey
gand erkent dat men deze bewering moeilijk
zou kunnen volhouden. Onder de recruten
die voor 't eerst onder de wapenen worden
geroepen,» blijkt een beduidend percentage
van de meest elementaire kennis gespeend
te zijn. Sedert Jean Jaurès in de Kamer in
1912 verklaarde, dat 36 pet. van de Fransche
jeugd onder het peil bleef van een minimum
van gewoon lager onderwijs, en wal zoo dat
de eene helft niet kon lezen noch schrijven,
en de andere helft eèfci onzekere kennis ver
toonde, die nog erger was dan onwetendheid,
is er nog niets veranderd. Nog in onze dagen
blijkt een soldaat, die straks toch kiezci
wordt in een zoogenaamd democratischen
staat, nog niet eens te weten, hoe een ge
meenteraad wordt samengesteld.
Met het hoogere onderwijs staat het al niet
beter. Zakenlui klagen over afgestudeerde
jongelieden, die amper een fatsoenlijken briet
kunnen schrijven of een rapport opmaken.
De professoren der Faculteit laten zich in
een zelfden geest uit. Een van hen bekende,
dat 't de beschaming uitmaakt van de exami
natoren, dat zij aan het eind van het jaar
tot de ontdekking komen, dat zij het ondank
baar ambt hebben uitgeoefend van deur
waarder bij een faillieten boedel.
Maar het ergerlijkste, dat generaal Wey
gand signaleert, is het bestaan en de houding
van een onwettig syndicaat van functiona
rissen, die door den staat worden onderhou
den en door hem bekleed zijn met de hooge
opdracht van de jeugd te onderrichten en
te vormen.
Deelde prof. jhr. van der Wijck in bo
vengenoemd artikel van een dertig jaar ge
leden ons mee, dat Gustave Hervé 14000
onderwijzers onder zijn abonné's mocht tel
len, thans bestaat het Syndicat National des
Instituteurs nationaal alleen voor zoover
het de Algemeene Bond van Onderwijzers
betreft - uit 81.000 leden op 135.000 Franscne
onderwijzers. Op het congres van 193a nam
dit Syndicat een motie aan, waarin he ver"
klaarde met geweld een greep uaar„. „„_c.
te zullen doen, vervolgens binnen ne
banken te zullen bezetten, en s
slag te zullen leggen op de gro - Pers en
de hoogerj administratie en Ser met
één slag te zullen zuiveren, p congres
van 1930 daaropvolgende et 'voord
gelanceerd „liever slavernij da. een oorlog"
zonder dat daartegen p erd. uitge
bracht.
De heeren zeggen wel, verklaart Generaal
Weygand, dat dit politieke ideeën zijn, die
vóór de poort van de school worden gelaten,
en dat hun onderwijs verder volkomen cor
rect is, maar wie kan gelooven, dat zulk een
voorbeeld van anarchie gegeven door den
onderwijzer niet moordend is voor elk gevoel
van tucht bij den leerling, en dit de geest
waarin het onderwijs wordt gegeven niet
machtiger is dan de letter. ,,Er zijn duizend
manieren snhreef Louis Madelin, die den
moed heeft gehad dit kwaad bloot U. leg
gen, om langzamerhand Vaderland en Mo
raal te ondermijnen: een enkele toevallige
zin goed berekend en dikwijls herhaald kan
met meer zekerheid de verwarring en dwa
ling in een kinderziel verwekken dan een
lange uitweiding en verklaring, en als het
om het vaderland gaat, het opzettelijk weg
laten bij het orderwijs van alles wat in onze
geschiedenis voor groot en als een offer
heeft gegolden, doodt wreeder alle vader
landsliefde dan de ontbindende theorieën van
een grooten filosocf, die vijandig staat tegen
over de vaderland-idee. En dit is het, wa
alle dag gebeurt."
Een oud-minister van onderwijs heeft kun
nen schrijven, dat hij niet alles aan het lie
zou durven brengen van wat hij heelt ge
zien, maar „het gaat om de toekomst van de
openbare school, die hier op het spel staat.
Het gaat om de toekomst van onze kinderen,
heel hun mentaliteit en hun zedelijke ont
wikkeling zijn er mee gemoeid".
Zeker, erkent generaal Weygand, bestaan
er in Frankrijk nog tal van onderwijzers,
die gaarne anders zouden willen, die nog
voorstander zijn van eerbied voor het va
derland, die de geloofsopvattingen willen
ontzien en de noodzakelijkheid bepleiten
van een zedelijke opvoeding. Maar deze
worden met onmacht geslagen door het alles
beheerschende Syndicat National, dat van
geen accoord wil weten.
In de zoo belangrijke aangelegenheid Van
oe keuze der leerboeken hebben de onder
wijsgroepen, die niet bij het Syndicat Na
tional zijn aangesloten geen stem in het
kapittel. Waar die Syndicat de meerderheid
heeft, heeft zij ook alleen het zeggenschap
over de keuze der leerboeken. De anderen
mogen deze keuze van boeken betreuren,
waaruit alle vaderlandsliefde wordt geban
nen, waarin ook alle onderwijs in de moraal
onmogelijk wordt gemaakt, en zelfs een
keuze van stukken uit de groote nationale
schrijvers opzettelijk .vordt nagelaten. Zij
dus, die een nationaal onderwijs zouden
willen geven, worden Jp alle manieren ge
handicapt.
In stede dat het kind wordt opgevoed in
eerbied voor het gezag, in gevoel van
plichtsbetrachting, in liefde voor het vader
land, wordt het vol gepompt met haat en
nijd ten bate van den klassenstrijd. Over de
heldendaden en grootsche gebeurtenissen
uit de geschiedenis wordt gezwegen, terwijl
Je bandietenstreken van groote oplichters
en misdadigers in een gunstig licht worden
De gevolgen van zulK een opvoeding zon
der godsdienst en moraal worden dan ook
met den dag sehrikbarender.
Het leven van alledag, openbaar en privé,
geeft ons een schouwspel van steeds stijgen
de brutaliteit, een aaneenschakeling van af
schuwelijke misdaden en opeenvolgende
schandalen. De altest opstandige aanslagen
worden gepleegd tegen de rechtvaardigheid
en de waardigheid van den mensch.
Een eenigermate stabiele regeering is
voor Frankrijk onmogelijk geworden, de
beste bedoelingen, die de eer en de waardig
heid van het land nog willen redden, wor
den moedwillig gesaboteerd.
De toestand is hopeloos en reddeloos ge
worden. De onbezonnen daad van blinde
regeerders, dit een opvoeding voorstonden
zonder God, gaat zich wel bloedig wreke*.
P. HYACINTH HERMAHft.