DE PATRIA-AFFAIRE HOOGER BEROEP. IN WAAR BLEVEN DE GELDEN DINSDAG 12 APRIL 1938 Strafzaak tegen de twee directeuren. Het getuigen-verhoor. HET ROTTERDAMS CH KAMER ORKEST. Le miroir de Jésus van Caplet. KANTONGERECHT. UITBREIDINGSPLAN DIJKZIGT. SPREEKUUR WETHOUDER VOOR ONDERWIJS. UITVAART J. P. M. MARCELIS. DOOR DUIZELING BEVANGEN. SLUITING BEURS OP GOEDEN VRIJDAG. Gisteren behandelde het Haagsche Gerechts hof in hooger beroep de z.g. „Patria-affaire", de strafzaak tegen de beide directeuren van de Rotterdamsche Verzekeringmaatschappij „Patria", den 60-jarig'en J. H. en den 35-ja- rigen dr. R. L, die wegens bedrieglijke bank breuk en valschheid in geschrifte tot ge vangenisstraffen van resp. acht maanden en een maand zijn veroordeeld. Uit de voorgeschiedenis van deze gerucht makende zaak halen wij o.a. het volgende aan. De „Patria" was een verzekeringsmaat schappij, die langen tijd den naam had een zeer solide onderneming te zijn. Ingewijden in het verzekeringsvak wisten evenwel, dat de N. V. sinds geruimen tijd met moeilijk heden te kampen had en dat het, hoewel de zaken uiterlijk goed gingen, steeds verder bergafwaarts ging. Op de aandeelen was 50 procent volgestort en de aandeelhouders za gen den tijd naderen, dat zij de resteerende 50 procent zouden moeten bijstorten, zonder dat zij daar veel van terug zouden zien. Ve len hadden er dan ook een belangrijk be drag voor over om van hun verplichtingen tot bijstorting ontslagen te worden en toen een Fransch-Engelsche groep zich voor de Patria-aandeelen ging interesseeren, zagen de oorspronkelijke aandeelhouders daarin de kans om van hun verplichtingen af te komen. In de aandeelhoudersvergadering van 23 September 1935 werd medegedeeld, dat 85 van het aandeelenkapitaal in buitenlandsche handen was overgegaan. Met het overnemen van de aandeelen had de Fransch-Engelsche groep de verplichting op zich genomen tot volstorting over te gaan. Dit betrof 137 van de 182 aandeelen, zoodat voor die volstorting een kapitaal van 137 X 2500 of 342.500 noodig was. Op 30 October 1935 werd het faillissement van de Patria uitgesproken en de curator, Mr. W. M. E. van Rossem stelde onmiddel lijk een onderzoek naar het kapitaal van die 342.500 in, daar de 137 aandeelen een stem pel droegen ten teeken, dat zij volgestort waren. Dit was met een handteekening van de directie gewaarmerkt. Van het kapitaal was evenwel niets te vinden. Het bleek toen, dat de volstorting nimmer in contanten heeft plaats gehad, doch dat men gemeend had, zijn verplichtin gen te kunnen voldoen door den inbreng van aandeelen van de Anglo-Marine Insurance Cy. Ltd., een Engelsche verzekeringsmaat schappij van zeer twijfelachtig kaliber. Voor de Rotterdamsche rechtbank heeft het eerst terecht gestaan, de oud-directeur van de Patria, de heer Van der L., die de tijdige liquidatie van de Patria heeft verhin derd door het vervalschen van balansen, waardoor de toestand gunstiger werd voorge steld dan hij was De rechtbank heeft Van der L. tot een voorwaardelijke gevangenisstraf .van één jaar veroordeeld en een geldboete van 2.000 subs, zes maanden hechtenis. Hij heeft in dit vonnis berust. Na deze uitspraak werd de zaak tegen de beide directeuren behandeld, waar het om geheel andere, later gepleegde feiten ging, n.l. de geschiedenis met de Anglo-Marine In- surance-aandeelen. De dagvaardingen. Aan J. H. is ten laste gelegd, dat hij als directeur van de Patria de niet vol-gestorte aandeelen van de vennootschap, waarop in strijd met de waarheid een stempel was ge zet „dit aandeel is volgestort", onder die verklaring zijn handteekening heeft gezet, wetende, dat die volstorting niet plaats heeft gehad. Voorts is hem ten laste gelegd, dat hij ter bedrieglijke korting van de rechten van de schuldeischers der N. V., die op 30 October 1935 in staat van faillissement is verklaard, een chèque aan den boedel heeft onttrokken ten bedrage van 342.500, uitgeschreven door notaris P. Butaye, te Antwerpen aan de order van de Patria op de Westminster Fo reign Bank Ltd. H. endosseerde deze cheque aan zijn medeverdachte, dr. R. L., die haar op zijn beurt endosseerde 'en ter hand stelde aan den Engelschman dr. Arthur Fester ter betaling van 36.948 volgestorte aandeelen van de Anglo Marine Insurance Cy. Ltd. van een pond sterling en 41.025 aandeelen van dezelfde maatschappij van een shilling per stuk. Deze stukken waren, naar H. wist, waardeloos, hadden althans een veel gerin gere waarde dan de cheque. Meer subsidiair wordt hem ten laste ge legd, dat hij aan den faillieten boedel ont trokken of vervreemd heeft de vorderingen van de Patria op de houders der niet-vol- gestorte, doch wel als volgestort gewaar merkte aandeelen, door die aandeelen „op te koopen" en een daarvan over te dragen aan H Harris en de overigen aan Henri Tail leur, waarvoor hij niets anders ontving dan bovengenoemde cheque van notaris Butaye. althans de reeds genoemde Engelsche aan deelen, welke beide vrijwel waardeloos wa ren. Deze bedriegelijke bankbreuk acht de dagvaarding niet voltooid door de van den wil van verdachte onafhankelijke omstandig heid, dat de curator in het faillissement vol storting op de Patria-aandeelen heeft ge eischt. Aan de verdachte R. L. wordt mededader- schao aan deze handelingen ten laste gelegd en voorts, dat hij een geldsbedrag van 11.750, toebehoorende aan de Patria, heeft verduisterd en overhandigd aan Dr. Fester. De zitting. Het Gerechtshof werd gepresideerd door mr. D. Lodder, raadsheeren waren mr. Th. C. van Berckel en mr. S. N. B. Halbertsma. Het O. M. was vertegenwoordigd door den advocaat-generaal mr. A. Rombach. Verdachte J. H. werd bijgestaan cioor mr. F. A. Kokosky te Amsterdam, verdachte dr. R. L. door mr. G. C. A. Oskam te Rotterdam. Als getuigen in deze zaak waren door het O.M. gedagvaard, mr. W. M. S. van Rossem, de curator in het faillissement van de „Patria", de accountants W. Westra en A. L. Brok te Rotterdam, mr. G. Nauta, notaris en advocaat te. Rotterdam, A. K. Korpers- hoek, accountant te Amsterdam,S. Beeke procuratiehouder te Rotterdam en W. S. F. Verheem, assuradeur te Hilligersberg. De verdediging had twee getuigen opge roepen en wel mr. Schadee, juridisch advi seur van de „Patria" en den heer Koch, in dertijd president-commissaris. De belangstelling voor deze zaak was niet buitengewoon groot. Alleen waren en kele advocaten aanwezig om de terechtzit ting bij te wonen. De beide getuige-deskundigen, de accoun tants Westra en Brok verklaarden aller eerst, dat zij bleven volharden bij de rappor ten, waarna beiden in de getuigenbank bank plaats namen om den loop van het ge ding te volgen en eventueel voor nadere verklaring gehoord te worden. Het verhoor der verdachten. De president ging met verdachte H. al lereerst den loop der gebeurtenissen na. In 1934 stond de „Patria" er slecht voor. Er gingen stemmen op om de zaak maar te li quideeren, doch de directie voelde er meer voor gehoor te geven aan het aanbod van de buitenlandsche groep, die de aandeelen wilde overnemen. Op een conferentie ten kantore van mr. Nauta, juridisch adviseur der commissaris sen, werd voorgesteld, dat de aandeelen zou den overgenomen worden door de groep van den Engelschman, dr. Tester en van den Franschman, mr. Sourdis. De aandeelen moesten worden volgestort, want de buitenlanders wilden geen aandee len overnemen, waar verplichtingen op rustten. Volstorting met aandeelen „Anglo Marine" was echter volgens de Nederland- sche wet verboden, daar deze volstorting in Nederlandsche valuta eischt. De buitenlanders, aldus werd op een daar opvolgende aandeelhouders-vergadering mee gedeeld, waren bereid 500.000, in Neder- landsch betaalmiddel bij de Nederlandsche Handel maatschappij te storten. Tegen be taling van 250 zouden dan alle aandeel houders van hun verplichting tot bijstorting van het obligo 2500) ontslagen worden. Dat was echter te mooi om waar te zijn en een wantrouwende aandeelhouder kreeg argwaan Het bleek, dat Tester voor het gestorte geld onmiddellijk de aandeelen Anglo Ma rine wilde koopen en hoe deze manipulatie in haar werk is gegaan, daarover ging het nu juist, De aaneelen Anglo Marine behoorden toe aan de Curzon Shipping Company, een maat schappij waarvanTester alle aandeelen had. Inmiddels was ook de andere verdachte, dr. L., op het tooneel van de „Patria" ver schenen. Dr. L. verrichtte de transactie met de An glo Marine-aandeelen voor Tester. Hij wist toen niet, dat Tester en de Curzon Cy. één waren. Men moest haast maken met den aankoop van de aandeelen, zeide Tester, an ders verkoopen we ze aan anderen. Dr. L. moest toen 21.000 leenen om de aandeelen te koopen. President: „u heeft maar alles gedaan, wat Tester u voorschreef. U liet u als een ma rionet behandelen, dat is toch geen houding voor iemand, die advocaat is geweest". Dr. L.: „ik had daar maar een administra tieve betrekking en voelde mij geen jurist meer" President: „dat is toch geen reden om maar alles te doen, wat men u voorschrijft, vooral wanneer het een twijfelachtige trans actie betreft". dr. L.: „ik dacht, dat alles in orde was. Er waren teveel menschen bij betrokken, die zich er aansprakelijk voor stelden". Dit waren, volgens verdachte, blijkbaar de buitenlanders. President: „maar vertelt u nu eens, trad u nu voor de Patria of voor de buitenland sche groep op?" dr. L.: „ik had het bewustzijn voor de groep op te treden". Uit een omstandig verhaal kwam vervol nationaal concern te vormen, zooals mgn hem had voorgesteld. President: „hebt u al die praatjes geloofd? u weet zelf hoe moeilijk het is een verze keringsmaatschappij in stand te houden. Hebt u de balans van die maatschappij na gezien?" Verdachte bevestigde dit. President: „dan heeft u toch kunnen zien, dat het de maatschappij niet zoo goed ging". Verdachte: „Tester verzekerde mij, dat hij zich voor de 21.000 aansprakelijk stelde. Ik meende geheel in het belang van de Pa tria te handelen. Ik stelde mij tegenover de aandeelhouders aansprakelijk". President: „u hebt daarmee handelingen verricht in strijd met de statuten van de Patria en bovendien de N.V. van haar laatste geldmiddelen beroofd Voor den aankoop van de aandeelen Anglo Marine is 750 uit de kas genomen, 10.000, bij de Amsterdam- sche bank geleend, terwijl ten slotte.... Tester ook nog voor 10.000 zorgde. Verdachte: „Tester zou geld bij de han delmaatschappij storten om dan daarvan de aandeelen Anglo Marine te koopen. Dat was geoorloofd". President: „Dat was maar een rookmas- ker om de ware transactie te verduisteren". Verdachte: „ik heb gemeend in het belang van de „Patria" te handelen. Als ik er niet op in was gegaan, moest de Patria liqui deeren". President: „u ziet nu wat er van gekomen is. De aandeelhouders hebben 250 gestort en worden nu toch voor de volstorting van de 2500 aangesproken. U hebt u door Tester op sleeptouw laten nemen". Verdachte: „ik heb nooit kunnen vermoe den, dat het zoo zou loopen". President: „als u recht door zee was ge gaan, was het zoover ook niet gekomen. Het is dom van u geweest en onverantwoor delijk". „De onderhandelingen", zoo ging de president voort, „konden blijkbaar in Ne derland niet tot een goed einde worden ge bracht. De „groep" zat met de 500.000, welke zij moest storten, in haar maag". Procureur-generaal (interumpeerend): „en de 90.000 voor de crediteuren". President (voortgaande): „toen is men in Londen tot overeenstemming gekomen, waar bij notaris Butaye te Antwerpen als tus- schenpersoon fungeeren zou. Zoo is de hocus- pocus van den 31en Juli tot stand gekomen. Mr S. als vertegenwoordiger der aandeel houders is toen met 137 aandeelen gekomen, welke aan Harris en Tailleur werden ter hand gesteld. Daarvoor in de plaats kreeg mr. S. de cheque, die hij weer door middel van verdachten L. en H. inruilde voor aan deelen Anglo Marine. Zoo was daarmee de kringloop volbracht. De aandeelhouders had den geteekend voor 250 die dat niet hadden gedaan, daarvoor teekende verdachte H." Verdachte H.: „dat waren bekenden van mij, die dat zeker zouden doen". President: „maar het hinkende paard kwam achteraan De overdracht van de aan deelen moest in de boeken worden verant woord en goedgekeurd. Daarvoor werd op de agenda voor de volgende aandeelhouders geplaatst, „goedkeuring aankoop van aan deelen Anglo Marine". Een employé van de „Patria" heeft de boe king van de aandeelen verricht, welke door Tester en Tailleur werd geteekend. Op de aandeelhoudersvergadering, gepresideerd door Tester, werd de aankoop goedgekeurd. De moeilijkheden begonnen echter pas, toen de crediteuren om hun geld kwamen. Verdachte H. heeft toen gepoogd alles met zijn eigen geld te stoppen en van de buiten landers geld te krijgen. Dat is niet gelukt. ..Ik ben er alles mee kwijt geraakt", aldus verdachte H. „mijn geld, mijn betrekking en mijn goeden naam". Vervolgens liet de president zich door de accountants de boekhouding van de „Patria" voorlichten. Er ontspon zich een uitgebreid onderzoek van de verschillende boekingen, hetwelk af en toe aanleiding gaf tot heftige discussies tusschen verdedigers en boekhoudkundigen. Verdachte H.: „als ik die boekingen op de juiste wijze zou hebben verricht zou de toe stand voor de „Patria" dezelfde zijn geweest". President: „jawel, die manipulaties met de aandeelen zijn het voornaamste, maar de boeken demonstreeren toch ook, hoe er is geknoeid." Het getuigen-verhoor. Als eerste getuige werd gehoord de cura tor in het faillissement van de „Patria", mr. W. M. E. van Rossem te Rotterdam. Getuige deelde mede, in welken toestand de gefailleerde maatschappij werd aange troffen. In eersten aanleg heeft getuige hier over reeds uitgebreide inlichtingen gegeven, waarbij hij nu bleef volharden. Een voor deel voor de gefailleerde N.V. is thans wqj, dat er door herverzekeringen af en toe geld binnen komt. Mr. Kokosky: „als de aandeelhouders in een civiel proces veroordeeld worden tot bijstorting, zou men dan de crediteuren hon derd procent kunnen uitkeeren?" Getuige: „hoogwaarschijnlijk wel". President: „is men al met dat proces be zig?" Getuige: „nog niet, men wacht eerst deze strafzaak af". Als volgende getuige werd gehoord de Amsterdamsche accountant A. M. Korpers- hoek. Deze getuige is bij de verschillende onderhandelingen met Tester tegenwoordig geweest. Getuige heeft verdachte H. nog gewaar schuwd, toen deze voor 21.000 de aandee len Anglo Marine wilde koopen. Getuige: „ik vond het onnoodig, dat men schen, die 500.000 kwamen brengen, eerst 21.000 voor aandeelen wilden hebben. H. heeft er toen met Tester over gesproken en die heeft het H. zeer kwalijk genomen". Raadsheer mr. van Berckel: „en wat zei verdachte H. daarover tegen u?" Getuige: „hij vond het noodig om de aan deelen te secureeren voor de Patria. Tester heeft H. overbluft. Ik wist, dat dezelfde menschen, die de A. M.-aandeelen verkoch ten, de Patria aandeelen wilden hebben. Dat heb ik H. ook gezegd. Die aandeelen loopen niet weg zei ik. Ik kreeg den indruk, dat Tester een man was, die overal geld uit wil de slaan. Ook Sourdis is zijn slachtoffer ge worden, heb ik gehoord". Uitvoerig bespraken mr. Kokosky en ge tuige de vergadering bij mr. Nauta, juridisch adviseur der Patria. Tester wilde volstorten met de aandeelen Anglo Marine, maar mr. Nauta zeide, dat dit naar Nederlandsch recht niet kon. Tester vond er toen de reeds ge noemde truc op. mr. Nauta zeide toen, dat alles goed en wel was, maar dat de crediteu ren betaald moesten worden. Verdachte dr. L.: „was Tester niet iemand, die iedereen kon hypnotiseeren?" mr. Oskam: „u bedoelt dat natuurlijk niet letterlijk". Getuige K.: „we waren allemaal onder Tester's invloed". Hierna werd de zitting tot 's middags ge schorst. De gisterochtend aangevangen behandeling van de zaken tegen de wegens valschheid in geschrifte en bedrieglijke bankbreuk ver volgde directeuren H. en dr. L. van de in October 1935 gefailleerde N.V. Verzekerings maatschappij „Patria" te Rotterdam is gis termiddag voortgezet. Het eerste werd gehoord de voormalige procuratiehouder S. Beeke. Getuige had het vreemd gevonden, dat de directeur van de Patria 21.000 leende aan dr. L. voor den aankoop van aandeelen terwijl de zaken toch al erg slecht gingen. Getuige deed toen •v erslag over het gebeurde aan den heer Koch, president-commissaris van de Patria. De heer Koch is later op het kantoor ge weest om daar een onderzoek naar in te stellen. Op 4 September moest getuige een boe king inschrijven van de Anglo Marine-aan deelen, waar volstorting op de Patria-aan deelen en aflossing van de schuld op dr. L. tegenover stonden. Getuige voelde wel nat tigheid, maar de heeren directeuren, bijge staan door eenige anderen met mr. of dr. oor hun naam, zeiden dat het goed was. „Hou jij nou maar je mond", dacht getuige toen bij zichzelf, „als je geen gek figuur wil slaan". Maar toch was getuige niet geheel gerust over die boeking. Wel had H. gezegd, dat de aandeelen opgekocht waren door de fi nancieel krachtigste groep in Europa, maar getuige kreeg den indruk, dat H. dat zelf niet geloofde. Mr. Kokosky tot getuige: „Hoe beschouwde u Tester?" Getuige: „Hij trad op als een dictator, als een bruut, hoewel hij eigenlijk geen enkele bepaalde functie in de Patria had" W. S. F. Verheem, assuradeur te Rotter dam, de volgende getuige, is in den tijd van de onderhandelingen over de Patria-aandee len in dienst van deze N.V. geweest. Hij moest verslag maken van de besprekingen met de gegadigden voor de Patria-aandeelen. Getuige kreeg niet zulk een gunstigen in druk over de vreemdelingen, die om de di recteuren van de Patria heenzwermden. Het waren nogal fuifnummers, was ge- tuige's meening. Hij heeft verdachte H. ook nog gewaar schuwd om met dr. Tester in zee te gaan, want die transactie kon wel eens in het „schuurtje" eindigen, meende getuige Ter sprake kwam nog het verschijnen van een zekeren Guy de Wendel, een schatrijken, Franschen wapenfabrikant. Deze zou verscheidene malen op kantoor bij de Patria zijn geweest, doch getuige kreeg den indruk, dat het niet de echte Wendel was, die bij de directeuren kwam. De bedoeling was den rijken Franschman de waardelooze Patria-aandeelen in zijn maag te stoppen. Daarna werd gehoord mr. Nauta advo caat en notaris te Rotterdam. Zooals reeds eerder gemeld, was mr. Nauta adviseur van de commissarissen van de Patria. In April 1935 waren er onderhandelingen gaarde met zekeren Hanson. Inmiddels echter deed een ander, zekere Heemskerk, moeite de aan deelen voor een andere groep op te koopen. Mr. Nauta heeft toen een circulaire opge steld om de aandeelhouders van die onder handelingen in kennis te stellen. Dit circu laire zoo hoorde mr. Nauta iatei is nooit verzonden. Vervolgens kwam de reeds genoemde ver gadering ten huize van mr. Nauta eer sprake. Duidelijk heeft mr. Nauta toen gezegd, dat de aandeelen in Nederlandsch geld moesten worden volgestort. „Dan zullen wij dat geld storten", zou Tes ter toen gezegd hebben, „maar dan koopen wij daar dadelijk aandeelen Anglo Marine voor". De Anglo Marine bezat, aldus Tester, een zekeren goodwill, omdat zij één van de weinige maatschappijen was, die een con cessie hadden voor het sluiten van herver zekeringen. Later heeft mr. Nauta de com missarissen gewaarschuwd bij Tester vooral aan te dringen op betaling der crediteuren. President: „N a die besprekingen bent u weggegaan en hebt u het verder overgelaten aan mr. Schadée. Was dat wel verantwoord?" Getuige: „Het leek mij zoo goed geregeld. De zaak .was in principe niet ingewikkeld." President: ,Als men uw advies nageleefd had: niet, maar mr. Schadée heeft daar blijk baar geen rekening mee gehouden. Wel heeft getuige den indruk gekregen dat H. met enthousiasme voor zijn zwak staande zaak geijverd heeft. Dat enthousiasme is ech ter te ver gegaan, vooral onder den invloed van Tester." President: „Niemand heeft zich getroost de balans van de Anglo Marine na te kijken." Mr. Kokosky: „Daar hebt u gelijk aan, mijnheer d e president." STAKINGSONRUST IN DETROIT. De stakingsbeweging in de Ver. Stalen is nog steeds niet afgeloopen. In Detroit traden de stakers bij een der fabrieken zoo agressief op, dat de politie met geweld de demonstreerende stakers moest verjagen. Het Rotterdamsch Kamerorkest heeft met medewerking van het Kralingsche Vrouwen koor een concert gegeven in het Nut voor een veel te geringe belangstelling waar van Caplets „Le miroir de Jésus" het piece de résistance was. Toen deze prachtige, diep doorvoelde muziek van den Franschen katholieken meester verleden jaar in dezelfde bezetting, eveneens met medewerking van Jo Vincent en de harpiste Phia den HertogBerghout JU werd uitgevoerd, hebben we onze groote gens naar voren, dat dr. L. zich geheel in bewondering kunnen neerschrijven voor deze dienst van Tester had gesteld. bijzondere artistieke verklanking onder lei- President: „het is bij u altijd maar Tester ding van Giastra Van Loon. Hij heeft zich de en nog eens Tester, maar nu moet u als dr. intentie, be teekenis en inhoud van deze L. antwoorden". Vervolgens richtte de president zich verdachte H. to't muziek geheel eigen gemaakt, waardoor het naieve, meditatieve en comtemplatieve, het religieus, innig-devote karakter er van, zoo President: „u heeft het geld van de Patria vol ziel en volkomen toewijding door alle geleend om den aankoop van die aandeelen medewerkenden gegeven, in volle beleving Anglo Marine te financieren". H. heeft dat gedaan met de idee de Anglo Marine en de Patria te verbinden en dan met andere maatschappijen een groot inter- Engelands Imperiale tentoonstelling, ivelke begin Mei a.s. door koning George I I zal worden geopend, is wat het exterieur der paviljoens betreft, vrijwel gereed. Voor het hoofdgebouw worden uitgestrekte bloementuinen aangelegd. tot uiting werd gebracht. Ook nu weer werd de ideale, ziel-geadelde schoonheid van het werk, de immaterieele waarde van deze muziek door de voortreffe lijke uitvoering van orkest, koor, sopraan- en harpsoliste en de drie solostemmen in een blank licht gezet en het biddende, het emotioneerende van de tragiek en de opge togen vreugde zoo diep-treffend bij der, hoor der tot leven gebracht. Het celest karakter van Caplets muziek, waarin door vocaliseeren steeds zulke tref fende effecten worden bereikt, werd eveneens gedemonstreerd in het overschoone oeuvre: „Inscriptions champêtres", dat medr werd uitgevoerd. Het Kralingsche Vrouwenkoor kwam ook nu weer van zijn móóie vocale en kunstzin nige kwaliteiten getuigen; zang getuigend van beschaving, verfijning, en een tot de hoogste norm opgevoerde technische afwer king. Juist deze technische moeilijkheden liggen er in opgestapeld, maar ze worden alle met gemak en zekerheid overwonnen, waardoor inhoud en gedachten onbelemmerd en gaaf naar voren treden. Jo Vincent zingt en zegt de soli in „Le miroir de Jésus" op zoo voortreffelijke wijze, dat we ons geen voordracht van haar van oudere muziek kunnen denken, die deze Caplet-interpretatie, en weergave evenaart. Het concert, dat aanving met een warme en imponterende weergave van de aria: „O Mensch bewein dein Sünde gross" van Reger, bracht nog tot uitvoering een .noviteit van Glastra van Loon .Divertimento" voor vrouwenkoor a cappella. Uit deze compositie was vóór alles te merken, dat de componist iets aparts, iets origineels heeft willen geven, maar het is een origina liteit, die geen navolging verdient. Muziek, die enkel een experimenteeren met klanken is, verband trfsschen woord en toon hebben we ook dikwijls vergeefs gezocht. Van Loon heeft o.m. effecten trachten te bereiken door toepassing van spreekstemmen en zelfs gefluisterd spreken, waardoor nu en dan iets van de sfeer van een griezelige spookscène ontstond. Heel deze muziek is ons bijna geheel als louter klank, zonder inhoud en ziel voorbijgegaan en alleen hebben we bewonde ring gehad voor de wijze, waarop het vrou wenkoor deze bijna onmogelijk te zingen compositie heeft ten gehoore gebracht; alleen liet nu en dan de zuiverheid in de sopraan partij wel wat te wenschen over. Voorafgegaan en gevolgd door Caplet, kwam van Loon's compositie al zeer opval lend in het gedrang. G. Door,de Arrondissementsrechtbank, alhier, is ter vervulling van de vacature van kan tonrechter opgemaakt de navolgende alpha- betische lijst van aanbeveling: mr. J. J. A. F. Greebe, griffier bij het kantongerecht te Zaandam; mr. H. M. B. ter Haar Romenij, ad vocaat en procureur te Rotterdam; kanton- rechter-plaatsvervanger in het kanton Rot terdam; Mr. A. J. M. Oonincx, kantonrech ter te Neuzen, tevens belast met de waar neming van het kanton Oostburg. Ter openbare kennis wordt gebracht, dat het door den Raad vastgestelde plan tot wij ziging van het uitbreidingsplan „Dijkzigt", voor wat betreft het zuidelijk gedeelte van het bouwblok, begrensd door den Nieuwe Binnenweg, de Mathenesserlaan en de Brem- terstraat, gedurende 14 dagen, en vvei van .2 April 1938 af, voor een ieder ter inzage zal worden nedergelegd ter Gemeente-Secreta rie (afdeeling Technische Zaken B, btads- timmerhuis, Haringvliet Z.Z. no. 4, kamer 16). De Wethouder van Onderwijs en Volksont wikkeling en voor dè Algemeene Personeels zaken zal Woensdag 13 April a.s. geen spreekuur houden. In de St. Elisabethkerk, aan de Mathenes serlaan heeft gisterochtend de Plechtige Uit vaartdienst plaats gehad voor den heer M. Marcelis, in leven penningmeester van het St. Laurentius-Jongensgesticht en na van de St. Vincentiusvereeniging, conferentie O. L. Vr. Onbevlekt Ontvangen. De H. Mis van Requiem werd gecelebreerd door een neef van den overledene, Pater II. Marcelis O. P., met assistentie van Pater B. Sutorius, O. Praem. en Napelaan A. van Eekelen. Velen woonden het H. Misoffer bij, o.m. ook de jongens van het St. Laurentius- Jongensgesticht met een viertal broeders. Ook op het R. K- K llof Was zeer veel belangstelling. We merkten o.m. op de hee ren W. Kavelaars, P- P- C. N. Daniels, mr. F. A. M. Cavadino en Jos. Margry namens het Bestuur van het St. Laurentius-J°ngenSge- sticht P. A- M- v- d. Ven en H- A- w- Wer ner namens den Bijzonderen Raad van de St. Vincentiusvereeniging; J. P. s- V. d. Cam- men, eveneens van de St. Vincentiusvereeni ging, W. F. Ruizenaar en A. J. C. Korste, resp. voorzitter en secretaris van den Bond "van Oud-Laurentianen, A- van Zoelen, voor zitter van de Jongeheerenvereeniging en voorts de heeren A. Delgeur, A. Sterneberg, H. M. F. van Rooyen, L. H. Braun, Th. van Nierop, G. P. A. Simonis en mr. A. C. E. M. de Groot. De absoute en beaardingsplechtigheden werden eveneens verricht door Pater H. Marcelis O. P-, met dezelfde assistentie. De bijzetting geschiedde in het Familie graf onder de arcade. Voor de zielerust van den overledene werd een gezamenlijk gebed gestort. Ten slotte hebben de jongens van het St. Laurentius-Jongensgesticht, begeleid door eenige broeders een laatsten groet aan hun overleden weldoener gebracht. Gisteren is de 54-jarige M. Rijneke wonen de te Schiedam terwijl hij in de Adriaan Milderstr. op zijn fiets zat door een duizeling bevangen. De man kwam te vallen en kreeg een hersenschudding. Per auto van de G.G.D. is hij overgebracht naar het ziekenhuis aan de Coolsingel. Op Goeden Vrijdag 15 April e.k. zal de Beurs zijn gesloten, met dien verstaande evenwel, dat de Schippersbeurs zal zijn geopend van 9 uur tot 11 uur des morgens. Getuigen a décharge. Mr5)c/i'a!i oecnarge gehoord, deelde mede als opvolger van mr. Nauta de zaak van de overdracht der Patria- aandeelen te hebben behandeld. In een bijeenkomst in hotel Des Indes in Den Haag werd een protocol opgemaakt, waarbij de zaak met Tester als afgemaakt werd beschouwd. Het pakket aandeelen Anglo Marine nam mr. Schadée mee. naar huis, omdat hij bang was, dat verdachte H. er een of andere transactie mee zou doen. President: „Dus men had weinig vertrou wen in H. als directeur" Getuige: „Zoo was het" Voorts heeft getuige, voor mr Struycken als trustee der aandeelhouders een handlei ding opgesteld, hoe de transactie moest plaats vinden De president heeft in zijn inleiding gister ochtend reeds medegedeeld, hoe de manipu latie met de aandeelen in haar werk is ge gaan. Notaris Butaye heeft zich beschikbaar gesteld om een cheque uit te schrijven, omdat er ten slotte geld moest worden geproduceerd. President: „Jawel, dat was een cheque, •geen geld." Getuige: „Wij meenden, dat zoodra de aan deelen over waren gegaan, de cheque weer kon verdwijnen." President: „Het is toch wel in strijd met het advies van mr. Nauta en met de Neder landsche wet. Ten slotte werd nog gehoord de toenmalige president-commissaris van de Patria, de heer F- H. M. Koch. President: „Hoe stond u tegenover de trans actie met de Anglo Marine-aandeelen?" Getuige. ,Ik stond daar afzijdig tegenover, maar de aankoop van die aandeelen was al gebeurd, voordat ik het wist." President: „U vond het zeker wel mooi, dat de aandeelhouders voor 250.— van hun obligo af konden, maar wekte dat geen achter docht bij u?" Getuige: „Men zeide, dat een groote kapi taalkrachtige maatschappij de aandeelen op kocht, die zou wel weten, wat ze deed." President: „De transactie, welke in fondsen plaats vond met die aandeelen, hebt u dat goedgekeurd?" Getuige: „Ik heb geen oogenblik aan zwen del gedacht. Ik ging af op het advies van onze juridische raadslieden." President: „Hebt u zich dan nergens mee bemoeid?" Inderdaad bleek getuige zich vrijwel niet gerealiseerd te hebben, wat er precies ge beurd is. Nadat de verdedigers aan getuige nog enkele vragen hadden gesteld, werd de zit ting geschorst tot Woensdagochtend tien uur. „Welke stommeling heeft den leeuw laten ontsnappen?!!"

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1938 | | pagina 2