DE
PATRIA-AFFAIRE
HOOGER BEROEP.
IN
WAAR BLEVEN DE GELDEN
DINSDAG 12 APRIL 1938
Strafzaak tegen de twee
directeuren.
Het getuigen-verhoor.
HET ROTTERDAMS CH KAMER
ORKEST.
Le miroir de Jésus van Caplet.
KANTONGERECHT.
UITBREIDINGSPLAN DIJKZIGT.
SPREEKUUR WETHOUDER VOOR
ONDERWIJS.
UITVAART J. P. M. MARCELIS.
DOOR DUIZELING BEVANGEN.
SLUITING BEURS OP GOEDEN
VRIJDAG.
Gisteren behandelde het Haagsche Gerechts
hof in hooger beroep de z.g. „Patria-affaire",
de strafzaak tegen de beide directeuren van
de Rotterdamsche Verzekeringmaatschappij
„Patria", den 60-jarig'en J. H. en den 35-ja-
rigen dr. R. L, die wegens bedrieglijke bank
breuk en valschheid in geschrifte tot ge
vangenisstraffen van resp. acht maanden en
een maand zijn veroordeeld.
Uit de voorgeschiedenis van deze gerucht
makende zaak halen wij o.a. het volgende
aan. De „Patria" was een verzekeringsmaat
schappij, die langen tijd den naam had een
zeer solide onderneming te zijn. Ingewijden
in het verzekeringsvak wisten evenwel, dat
de N. V. sinds geruimen tijd met moeilijk
heden te kampen had en dat het, hoewel de
zaken uiterlijk goed gingen, steeds verder
bergafwaarts ging. Op de aandeelen was 50
procent volgestort en de aandeelhouders za
gen den tijd naderen, dat zij de resteerende
50 procent zouden moeten bijstorten, zonder
dat zij daar veel van terug zouden zien. Ve
len hadden er dan ook een belangrijk be
drag voor over om van hun verplichtingen
tot bijstorting ontslagen te worden en toen
een Fransch-Engelsche groep zich voor de
Patria-aandeelen ging interesseeren, zagen
de oorspronkelijke aandeelhouders daarin de
kans om van hun verplichtingen af te komen.
In de aandeelhoudersvergadering van 23
September 1935 werd medegedeeld, dat 85
van het aandeelenkapitaal in buitenlandsche
handen was overgegaan. Met het overnemen
van de aandeelen had de Fransch-Engelsche
groep de verplichting op zich genomen tot
volstorting over te gaan. Dit betrof 137 van
de 182 aandeelen, zoodat voor die volstorting
een kapitaal van 137 X 2500 of 342.500
noodig was.
Op 30 October 1935 werd het faillissement
van de Patria uitgesproken en de curator,
Mr. W. M. E. van Rossem stelde onmiddel
lijk een onderzoek naar het kapitaal van die
342.500 in, daar de 137 aandeelen een stem
pel droegen ten teeken, dat zij volgestort
waren. Dit was met een handteekening van
de directie gewaarmerkt.
Van het kapitaal was evenwel niets te
vinden. Het bleek toen, dat de volstorting
nimmer in contanten heeft plaats gehad,
doch dat men gemeend had, zijn verplichtin
gen te kunnen voldoen door den inbreng van
aandeelen van de Anglo-Marine Insurance
Cy. Ltd., een Engelsche verzekeringsmaat
schappij van zeer twijfelachtig kaliber.
Voor de Rotterdamsche rechtbank heeft
het eerst terecht gestaan, de oud-directeur
van de Patria, de heer Van der L., die de
tijdige liquidatie van de Patria heeft verhin
derd door het vervalschen van balansen,
waardoor de toestand gunstiger werd voorge
steld dan hij was
De rechtbank heeft Van der L. tot een
voorwaardelijke gevangenisstraf .van één
jaar veroordeeld en een geldboete van 2.000
subs, zes maanden hechtenis. Hij heeft in dit
vonnis berust.
Na deze uitspraak werd de zaak tegen de
beide directeuren behandeld, waar het om
geheel andere, later gepleegde feiten ging,
n.l. de geschiedenis met de Anglo-Marine In-
surance-aandeelen.
De dagvaardingen.
Aan J. H. is ten laste gelegd, dat hij als
directeur van de Patria de niet vol-gestorte
aandeelen van de vennootschap, waarop in
strijd met de waarheid een stempel was ge
zet „dit aandeel is volgestort", onder die
verklaring zijn handteekening heeft gezet,
wetende, dat die volstorting niet plaats heeft
gehad.
Voorts is hem ten laste gelegd, dat hij ter
bedrieglijke korting van de rechten van de
schuldeischers der N. V., die op 30 October
1935 in staat van faillissement is verklaard,
een chèque aan den boedel heeft onttrokken
ten bedrage van 342.500, uitgeschreven
door notaris P. Butaye, te Antwerpen aan de
order van de Patria op de Westminster Fo
reign Bank Ltd. H. endosseerde deze cheque
aan zijn medeverdachte, dr. R. L., die haar
op zijn beurt endosseerde 'en ter hand stelde
aan den Engelschman dr. Arthur Fester ter
betaling van 36.948 volgestorte aandeelen
van de Anglo Marine Insurance Cy. Ltd. van
een pond sterling en 41.025 aandeelen van
dezelfde maatschappij van een shilling per
stuk. Deze stukken waren, naar H. wist,
waardeloos, hadden althans een veel gerin
gere waarde dan de cheque.
Meer subsidiair wordt hem ten laste ge
legd, dat hij aan den faillieten boedel ont
trokken of vervreemd heeft de vorderingen
van de Patria op de houders der niet-vol-
gestorte, doch wel als volgestort gewaar
merkte aandeelen, door die aandeelen „op te
koopen" en een daarvan over te dragen
aan H Harris en de overigen aan Henri Tail
leur, waarvoor hij niets anders ontving dan
bovengenoemde cheque van notaris Butaye.
althans de reeds genoemde Engelsche aan
deelen, welke beide vrijwel waardeloos wa
ren. Deze bedriegelijke bankbreuk acht de
dagvaarding niet voltooid door de van den
wil van verdachte onafhankelijke omstandig
heid, dat de curator in het faillissement vol
storting op de Patria-aandeelen heeft ge
eischt.
Aan de verdachte R. L. wordt mededader-
schao aan deze handelingen ten laste gelegd
en voorts, dat hij een geldsbedrag van
11.750, toebehoorende aan de Patria, heeft
verduisterd en overhandigd aan Dr. Fester.
De zitting.
Het Gerechtshof werd gepresideerd door
mr. D. Lodder, raadsheeren waren mr. Th.
C. van Berckel en mr. S. N. B. Halbertsma.
Het O. M. was vertegenwoordigd door den
advocaat-generaal mr. A. Rombach.
Verdachte J. H. werd bijgestaan cioor mr.
F. A. Kokosky te Amsterdam, verdachte dr.
R. L. door mr. G. C. A. Oskam te Rotterdam.
Als getuigen in deze zaak waren door het
O.M. gedagvaard, mr. W. M. S. van Rossem,
de curator in het faillissement van de
„Patria", de accountants W. Westra en A.
L. Brok te Rotterdam, mr. G. Nauta, notaris
en advocaat te. Rotterdam, A. K. Korpers-
hoek, accountant te Amsterdam,S. Beeke
procuratiehouder te Rotterdam en W. S. F.
Verheem, assuradeur te Hilligersberg.
De verdediging had twee getuigen opge
roepen en wel mr. Schadee, juridisch advi
seur van de „Patria" en den heer Koch, in
dertijd president-commissaris.
De belangstelling voor deze zaak was
niet buitengewoon groot. Alleen waren en
kele advocaten aanwezig om de terechtzit
ting bij te wonen.
De beide getuige-deskundigen, de accoun
tants Westra en Brok verklaarden aller
eerst, dat zij bleven volharden bij de rappor
ten, waarna beiden in de getuigenbank
bank plaats namen om den loop van het ge
ding te volgen en eventueel voor nadere
verklaring gehoord te worden.
Het verhoor der verdachten.
De president ging met verdachte H. al
lereerst den loop der gebeurtenissen na. In
1934 stond de „Patria" er slecht voor. Er
gingen stemmen op om de zaak maar te li
quideeren, doch de directie voelde er meer
voor gehoor te geven aan het aanbod van
de buitenlandsche groep, die de aandeelen
wilde overnemen.
Op een conferentie ten kantore van mr.
Nauta, juridisch adviseur der commissaris
sen, werd voorgesteld, dat de aandeelen zou
den overgenomen worden door de groep van
den Engelschman, dr. Tester en van den
Franschman, mr. Sourdis.
De aandeelen moesten worden volgestort,
want de buitenlanders wilden geen aandee
len overnemen, waar verplichtingen op
rustten. Volstorting met aandeelen „Anglo
Marine" was echter volgens de Nederland-
sche wet verboden, daar deze volstorting in
Nederlandsche valuta eischt.
De buitenlanders, aldus werd op een daar
opvolgende aandeelhouders-vergadering mee
gedeeld, waren bereid 500.000, in Neder-
landsch betaalmiddel bij de Nederlandsche
Handel maatschappij te storten. Tegen be
taling van 250 zouden dan alle aandeel
houders van hun verplichting tot bijstorting
van het obligo 2500) ontslagen worden.
Dat was echter te mooi om waar te zijn
en een wantrouwende aandeelhouder kreeg
argwaan
Het bleek, dat Tester voor het gestorte
geld onmiddellijk de aandeelen Anglo Ma
rine wilde koopen en hoe deze manipulatie
in haar werk is gegaan, daarover ging het
nu juist,
De aaneelen Anglo Marine behoorden toe
aan de Curzon Shipping Company, een maat
schappij waarvanTester alle aandeelen
had.
Inmiddels was ook de andere verdachte,
dr. L., op het tooneel van de „Patria" ver
schenen.
Dr. L. verrichtte de transactie met de An
glo Marine-aandeelen voor Tester. Hij wist
toen niet, dat Tester en de Curzon Cy. één
waren. Men moest haast maken met den
aankoop van de aandeelen, zeide Tester, an
ders verkoopen we ze aan anderen. Dr. L.
moest toen 21.000 leenen om de aandeelen
te koopen.
President: „u heeft maar alles gedaan, wat
Tester u voorschreef. U liet u als een ma
rionet behandelen, dat is toch geen houding
voor iemand, die advocaat is geweest".
Dr. L.: „ik had daar maar een administra
tieve betrekking en voelde mij geen jurist
meer"
President: „dat is toch geen reden om
maar alles te doen, wat men u voorschrijft,
vooral wanneer het een twijfelachtige trans
actie betreft".
dr. L.: „ik dacht, dat alles in orde was. Er
waren teveel menschen bij betrokken, die
zich er aansprakelijk voor stelden".
Dit waren, volgens verdachte, blijkbaar
de buitenlanders.
President: „maar vertelt u nu eens, trad u
nu voor de Patria of voor de buitenland
sche groep op?"
dr. L.: „ik had het bewustzijn voor de
groep op te treden".
Uit een omstandig verhaal kwam vervol
nationaal concern te vormen, zooals mgn
hem had voorgesteld.
President: „hebt u al die praatjes geloofd?
u weet zelf hoe moeilijk het is een verze
keringsmaatschappij in stand te houden.
Hebt u de balans van die maatschappij na
gezien?"
Verdachte bevestigde dit.
President: „dan heeft u toch kunnen zien,
dat het de maatschappij niet zoo goed ging".
Verdachte: „Tester verzekerde mij, dat hij
zich voor de 21.000 aansprakelijk stelde.
Ik meende geheel in het belang van de Pa
tria te handelen. Ik stelde mij tegenover de
aandeelhouders aansprakelijk".
President: „u hebt daarmee handelingen
verricht in strijd met de statuten van de
Patria en bovendien de N.V. van haar laatste
geldmiddelen beroofd Voor den aankoop
van de aandeelen Anglo Marine is 750 uit
de kas genomen, 10.000, bij de Amsterdam-
sche bank geleend, terwijl ten slotte....
Tester ook nog voor 10.000 zorgde.
Verdachte: „Tester zou geld bij de han
delmaatschappij storten om dan daarvan de
aandeelen Anglo Marine te koopen. Dat was
geoorloofd".
President: „Dat was maar een rookmas-
ker om de ware transactie te verduisteren".
Verdachte: „ik heb gemeend in het belang
van de „Patria" te handelen. Als ik er niet
op in was gegaan, moest de Patria liqui
deeren".
President: „u ziet nu wat er van gekomen
is. De aandeelhouders hebben 250 gestort
en worden nu toch voor de volstorting van
de 2500 aangesproken. U hebt u door Tester
op sleeptouw laten nemen".
Verdachte: „ik heb nooit kunnen vermoe
den, dat het zoo zou loopen".
President: „als u recht door zee was ge
gaan, was het zoover ook niet gekomen.
Het is dom van u geweest en onverantwoor
delijk". „De onderhandelingen", zoo ging de
president voort, „konden blijkbaar in Ne
derland niet tot een goed einde worden ge
bracht. De „groep" zat met de 500.000,
welke zij moest storten, in haar maag".
Procureur-generaal (interumpeerend): „en
de 90.000 voor de crediteuren".
President (voortgaande): „toen is men in
Londen tot overeenstemming gekomen, waar
bij notaris Butaye te Antwerpen als tus-
schenpersoon fungeeren zou. Zoo is de hocus-
pocus van den 31en Juli tot stand gekomen.
Mr S. als vertegenwoordiger der aandeel
houders is toen met 137 aandeelen gekomen,
welke aan Harris en Tailleur werden ter
hand gesteld. Daarvoor in de plaats kreeg
mr. S. de cheque, die hij weer door middel
van verdachten L. en H. inruilde voor aan
deelen Anglo Marine. Zoo was daarmee de
kringloop volbracht. De aandeelhouders had
den geteekend voor 250 die dat niet hadden
gedaan, daarvoor teekende verdachte H."
Verdachte H.: „dat waren bekenden van
mij, die dat zeker zouden doen".
President: „maar het hinkende paard
kwam achteraan De overdracht van de aan
deelen moest in de boeken worden verant
woord en goedgekeurd. Daarvoor werd op
de agenda voor de volgende aandeelhouders
geplaatst, „goedkeuring aankoop van aan
deelen Anglo Marine".
Een employé van de „Patria" heeft de boe
king van de aandeelen verricht, welke door
Tester en Tailleur werd geteekend. Op de
aandeelhoudersvergadering, gepresideerd
door Tester, werd de aankoop goedgekeurd.
De moeilijkheden begonnen echter pas, toen
de crediteuren om hun geld kwamen.
Verdachte H. heeft toen gepoogd alles met
zijn eigen geld te stoppen en van de buiten
landers geld te krijgen. Dat is niet gelukt.
..Ik ben er alles mee kwijt geraakt", aldus
verdachte H. „mijn geld, mijn betrekking
en mijn goeden naam".
Vervolgens liet de president zich door de
accountants de boekhouding van de „Patria"
voorlichten.
Er ontspon zich een uitgebreid onderzoek
van de verschillende boekingen, hetwelk af
en toe aanleiding gaf tot heftige discussies
tusschen verdedigers en boekhoudkundigen.
Verdachte H.: „als ik die boekingen op de
juiste wijze zou hebben verricht zou de toe
stand voor de „Patria" dezelfde zijn geweest".
President: „jawel, die manipulaties met
de aandeelen zijn het voornaamste, maar de
boeken demonstreeren toch ook, hoe er is
geknoeid."
Het getuigen-verhoor.
Als eerste getuige werd gehoord de cura
tor in het faillissement van de „Patria", mr.
W. M. E. van Rossem te Rotterdam.
Getuige deelde mede, in welken toestand
de gefailleerde maatschappij werd aange
troffen. In eersten aanleg heeft getuige hier
over reeds uitgebreide inlichtingen gegeven,
waarbij hij nu bleef volharden. Een voor
deel voor de gefailleerde N.V. is thans wqj,
dat er door herverzekeringen af en toe geld
binnen komt.
Mr. Kokosky: „als de aandeelhouders in
een civiel proces veroordeeld worden tot
bijstorting, zou men dan de crediteuren hon
derd procent kunnen uitkeeren?"
Getuige: „hoogwaarschijnlijk wel".
President: „is men al met dat proces be
zig?"
Getuige: „nog niet, men wacht eerst deze
strafzaak af".
Als volgende getuige werd gehoord de
Amsterdamsche accountant A. M. Korpers-
hoek. Deze getuige is bij de verschillende
onderhandelingen met Tester tegenwoordig
geweest.
Getuige heeft verdachte H. nog gewaar
schuwd, toen deze voor 21.000 de aandee
len Anglo Marine wilde koopen.
Getuige: „ik vond het onnoodig, dat men
schen, die 500.000 kwamen brengen, eerst
21.000 voor aandeelen wilden hebben. H.
heeft er toen met Tester over gesproken en
die heeft het H. zeer kwalijk genomen".
Raadsheer mr. van Berckel: „en wat zei
verdachte H. daarover tegen u?"
Getuige: „hij vond het noodig om de aan
deelen te secureeren voor de Patria. Tester
heeft H. overbluft. Ik wist, dat dezelfde
menschen, die de A. M.-aandeelen verkoch
ten, de Patria aandeelen wilden hebben. Dat
heb ik H. ook gezegd. Die aandeelen loopen
niet weg zei ik. Ik kreeg den indruk, dat
Tester een man was, die overal geld uit wil
de slaan. Ook Sourdis is zijn slachtoffer ge
worden, heb ik gehoord".
Uitvoerig bespraken mr. Kokosky en ge
tuige de vergadering bij mr. Nauta, juridisch
adviseur der Patria. Tester wilde volstorten
met de aandeelen Anglo Marine, maar mr.
Nauta zeide, dat dit naar Nederlandsch recht
niet kon. Tester vond er toen de reeds ge
noemde truc op. mr. Nauta zeide toen, dat
alles goed en wel was, maar dat de crediteu
ren betaald moesten worden.
Verdachte dr. L.: „was Tester niet iemand,
die iedereen kon hypnotiseeren?"
mr. Oskam: „u bedoelt dat natuurlijk niet
letterlijk".
Getuige K.: „we waren allemaal onder
Tester's invloed".
Hierna werd de zitting tot 's middags ge
schorst.
De gisterochtend aangevangen behandeling
van de zaken tegen de wegens valschheid
in geschrifte en bedrieglijke bankbreuk ver
volgde directeuren H. en dr. L. van de in
October 1935 gefailleerde N.V. Verzekerings
maatschappij „Patria" te Rotterdam is gis
termiddag voortgezet.
Het eerste werd gehoord de voormalige
procuratiehouder S. Beeke. Getuige had het
vreemd gevonden, dat de directeur van de
Patria 21.000 leende aan dr. L. voor den
aankoop van aandeelen terwijl de zaken
toch al erg slecht gingen. Getuige deed toen
•v erslag over het gebeurde aan den heer
Koch, president-commissaris van de Patria.
De heer Koch is later op het kantoor ge
weest om daar een onderzoek naar in te
stellen.
Op 4 September moest getuige een boe
king inschrijven van de Anglo Marine-aan
deelen, waar volstorting op de Patria-aan
deelen en aflossing van de schuld op dr. L.
tegenover stonden. Getuige voelde wel nat
tigheid, maar de heeren directeuren, bijge
staan door eenige anderen met mr. of dr.
oor hun naam, zeiden dat het goed was. „Hou
jij nou maar je mond", dacht getuige toen
bij zichzelf, „als je geen gek figuur wil
slaan".
Maar toch was getuige niet geheel gerust
over die boeking. Wel had H. gezegd, dat
de aandeelen opgekocht waren door de fi
nancieel krachtigste groep in Europa, maar
getuige kreeg den indruk, dat H. dat zelf
niet geloofde.
Mr. Kokosky tot getuige: „Hoe beschouwde
u Tester?"
Getuige: „Hij trad op als een dictator, als
een bruut, hoewel hij eigenlijk geen enkele
bepaalde functie in de Patria had"
W. S. F. Verheem, assuradeur te Rotter
dam, de volgende getuige, is in den tijd van
de onderhandelingen over de Patria-aandee
len in dienst van deze N.V. geweest. Hij
moest verslag maken van de besprekingen
met de gegadigden voor de Patria-aandeelen.
Getuige kreeg niet zulk een gunstigen in
druk over de vreemdelingen, die om de di
recteuren van de Patria heenzwermden.
Het waren nogal fuifnummers, was ge-
tuige's meening.
Hij heeft verdachte H. ook nog gewaar
schuwd om met dr. Tester in zee te gaan,
want die transactie kon wel eens in het
„schuurtje" eindigen, meende getuige
Ter sprake kwam nog het verschijnen van
een zekeren Guy de Wendel, een schatrijken,
Franschen wapenfabrikant.
Deze zou verscheidene malen op kantoor
bij de Patria zijn geweest, doch getuige kreeg
den indruk, dat het niet de echte Wendel
was, die bij de directeuren kwam.
De bedoeling was den rijken Franschman
de waardelooze Patria-aandeelen in zijn
maag te stoppen.
Daarna werd gehoord mr. Nauta advo
caat en notaris te Rotterdam. Zooals reeds
eerder gemeld, was mr. Nauta adviseur van
de commissarissen van de Patria. In April
1935 waren er onderhandelingen gaarde met
zekeren Hanson. Inmiddels echter deed een
ander, zekere Heemskerk, moeite de aan
deelen voor een andere groep op te koopen.
Mr. Nauta heeft toen een circulaire opge
steld om de aandeelhouders van die onder
handelingen in kennis te stellen. Dit circu
laire zoo hoorde mr. Nauta iatei is
nooit verzonden.
Vervolgens kwam de reeds genoemde ver
gadering ten huize van mr. Nauta eer sprake.
Duidelijk heeft mr. Nauta toen gezegd, dat
de aandeelen in Nederlandsch geld moesten
worden volgestort.
„Dan zullen wij dat geld storten", zou Tes
ter toen gezegd hebben, „maar dan koopen
wij daar dadelijk aandeelen Anglo Marine
voor".
De Anglo Marine bezat, aldus Tester, een
zekeren goodwill, omdat zij één van de
weinige maatschappijen was, die een con
cessie hadden voor het sluiten van herver
zekeringen. Later heeft mr. Nauta de com
missarissen gewaarschuwd bij Tester vooral
aan te dringen op betaling der crediteuren.
President: „N a die besprekingen bent u
weggegaan en hebt u het verder overgelaten
aan mr. Schadée. Was dat wel verantwoord?"
Getuige: „Het leek mij zoo goed geregeld.
De zaak .was in principe niet ingewikkeld."
President: ,Als men uw advies nageleefd
had: niet, maar mr. Schadée heeft daar blijk
baar geen rekening mee gehouden.
Wel heeft getuige den indruk gekregen dat
H. met enthousiasme voor zijn zwak staande
zaak geijverd heeft. Dat enthousiasme is ech
ter te ver gegaan, vooral onder den invloed
van Tester."
President: „Niemand heeft zich getroost
de balans van de Anglo Marine na te kijken."
Mr. Kokosky: „Daar hebt u gelijk aan,
mijnheer d e president."
STAKINGSONRUST IN DETROIT. De stakingsbeweging in de Ver. Stalen is nog steeds niet afgeloopen. In Detroit
traden de stakers bij een der fabrieken zoo agressief op, dat de politie met geweld de demonstreerende
stakers moest verjagen.
Het Rotterdamsch Kamerorkest heeft met
medewerking van het Kralingsche Vrouwen
koor een concert gegeven in het Nut voor
een veel te geringe belangstelling waar
van Caplets „Le miroir de Jésus" het piece
de résistance was.
Toen deze prachtige, diep doorvoelde
muziek van den Franschen katholieken
meester verleden jaar in dezelfde bezetting,
eveneens met medewerking van Jo Vincent
en de harpiste Phia den HertogBerghout
JU werd uitgevoerd, hebben we onze groote
gens naar voren, dat dr. L. zich geheel in bewondering kunnen neerschrijven voor deze
dienst van Tester had gesteld.
bijzondere artistieke verklanking onder lei-
President: „het is bij u altijd maar Tester ding van Giastra Van Loon. Hij heeft zich de
en nog eens Tester, maar nu moet u als dr. intentie, be teekenis en inhoud van deze
L. antwoorden".
Vervolgens richtte de president zich
verdachte H.
to't
muziek geheel eigen gemaakt, waardoor het
naieve, meditatieve en comtemplatieve, het
religieus, innig-devote karakter er van, zoo
President: „u heeft het geld van de Patria vol ziel en volkomen toewijding door alle
geleend om den aankoop van die aandeelen medewerkenden gegeven, in volle beleving
Anglo Marine te financieren".
H. heeft dat gedaan met de idee de Anglo
Marine en de Patria te verbinden en dan
met andere maatschappijen een groot inter-
Engelands Imperiale tentoonstelling, ivelke begin Mei a.s. door koning George I I
zal worden geopend, is wat het exterieur der paviljoens betreft, vrijwel gereed.
Voor het hoofdgebouw worden uitgestrekte bloementuinen aangelegd.
tot uiting werd gebracht.
Ook nu weer werd de ideale, ziel-geadelde
schoonheid van het werk, de immaterieele
waarde van deze muziek door de voortreffe
lijke uitvoering van orkest, koor, sopraan-
en harpsoliste en de drie solostemmen in
een blank licht gezet en het biddende, het
emotioneerende van de tragiek en de opge
togen vreugde zoo diep-treffend bij der, hoor
der tot leven gebracht.
Het celest karakter van Caplets muziek,
waarin door vocaliseeren steeds zulke tref
fende effecten worden bereikt, werd eveneens
gedemonstreerd in het overschoone oeuvre:
„Inscriptions champêtres", dat medr werd
uitgevoerd.
Het Kralingsche Vrouwenkoor kwam ook
nu weer van zijn móóie vocale en kunstzin
nige kwaliteiten getuigen; zang getuigend
van beschaving, verfijning, en een tot de
hoogste norm opgevoerde technische afwer
king. Juist deze technische moeilijkheden
liggen er in opgestapeld, maar ze worden
alle met gemak en zekerheid overwonnen,
waardoor inhoud en gedachten onbelemmerd
en gaaf naar voren treden. Jo Vincent zingt
en zegt de soli in „Le miroir de Jésus" op
zoo voortreffelijke wijze, dat we ons geen
voordracht van haar van oudere muziek
kunnen denken, die deze Caplet-interpretatie,
en weergave evenaart. Het concert, dat
aanving met een warme en imponterende
weergave van de aria: „O Mensch bewein
dein Sünde gross" van Reger, bracht nog tot
uitvoering een .noviteit van Glastra van Loon
.Divertimento" voor vrouwenkoor a cappella.
Uit deze compositie was vóór alles te merken,
dat de componist iets aparts, iets origineels
heeft willen geven, maar het is een origina
liteit, die geen navolging verdient. Muziek,
die enkel een experimenteeren met klanken
is, verband trfsschen woord en toon hebben
we ook dikwijls vergeefs gezocht. Van Loon
heeft o.m. effecten trachten te bereiken door
toepassing van spreekstemmen en zelfs
gefluisterd spreken, waardoor nu en dan iets
van de sfeer van een griezelige spookscène
ontstond. Heel deze muziek is ons bijna
geheel als louter klank, zonder inhoud en ziel
voorbijgegaan en alleen hebben we bewonde
ring gehad voor de wijze, waarop het vrou
wenkoor deze bijna onmogelijk te zingen
compositie heeft ten gehoore gebracht; alleen
liet nu en dan de zuiverheid in de sopraan
partij wel wat te wenschen over.
Voorafgegaan en gevolgd door Caplet,
kwam van Loon's compositie al zeer opval
lend in het gedrang. G.
Door,de Arrondissementsrechtbank, alhier,
is ter vervulling van de vacature van kan
tonrechter opgemaakt de navolgende alpha-
betische lijst van aanbeveling: mr. J. J. A. F.
Greebe, griffier bij het kantongerecht te
Zaandam; mr. H. M. B. ter Haar Romenij, ad
vocaat en procureur te Rotterdam; kanton-
rechter-plaatsvervanger in het kanton Rot
terdam; Mr. A. J. M. Oonincx, kantonrech
ter te Neuzen, tevens belast met de waar
neming van het kanton Oostburg.
Ter openbare kennis wordt gebracht, dat
het door den Raad vastgestelde plan tot wij
ziging van het uitbreidingsplan „Dijkzigt",
voor wat betreft het zuidelijk gedeelte van
het bouwblok, begrensd door den Nieuwe
Binnenweg, de Mathenesserlaan en de Brem-
terstraat, gedurende 14 dagen, en vvei van .2
April 1938 af, voor een ieder ter inzage zal
worden nedergelegd ter Gemeente-Secreta
rie (afdeeling Technische Zaken B, btads-
timmerhuis, Haringvliet Z.Z. no. 4, kamer
16).
De Wethouder van Onderwijs en Volksont
wikkeling en voor dè Algemeene Personeels
zaken zal Woensdag 13 April a.s. geen
spreekuur houden.
In de St. Elisabethkerk, aan de Mathenes
serlaan heeft gisterochtend de Plechtige Uit
vaartdienst plaats gehad voor den heer
M. Marcelis, in leven penningmeester van
het St. Laurentius-Jongensgesticht en na van
de St. Vincentiusvereeniging, conferentie O.
L. Vr. Onbevlekt Ontvangen.
De H. Mis van Requiem werd gecelebreerd
door een neef van den overledene, Pater II.
Marcelis O. P., met assistentie van Pater B.
Sutorius, O. Praem. en Napelaan A. van
Eekelen. Velen woonden het H. Misoffer bij,
o.m. ook de jongens van het St. Laurentius-
Jongensgesticht met een viertal broeders.
Ook op het R. K- K llof Was zeer veel
belangstelling. We merkten o.m. op de hee
ren W. Kavelaars, P- P- C. N. Daniels, mr. F.
A. M. Cavadino en Jos. Margry namens het
Bestuur van het St. Laurentius-J°ngenSge-
sticht P. A- M- v- d. Ven en H- A- w- Wer
ner namens den Bijzonderen Raad van de St.
Vincentiusvereeniging; J. P. s- V. d. Cam-
men, eveneens van de St. Vincentiusvereeni
ging, W. F. Ruizenaar en A. J. C. Korste,
resp. voorzitter en secretaris van den Bond
"van Oud-Laurentianen, A- van Zoelen, voor
zitter van de Jongeheerenvereeniging en
voorts de heeren A. Delgeur, A. Sterneberg,
H. M. F. van Rooyen, L. H. Braun, Th. van
Nierop, G. P. A. Simonis en mr. A. C. E. M.
de Groot.
De absoute en beaardingsplechtigheden
werden eveneens verricht door Pater H.
Marcelis O. P-, met dezelfde assistentie.
De bijzetting geschiedde in het Familie
graf onder de arcade. Voor de zielerust van
den overledene werd een gezamenlijk gebed
gestort.
Ten slotte hebben de jongens van het St.
Laurentius-Jongensgesticht, begeleid door
eenige broeders een laatsten groet aan hun
overleden weldoener gebracht.
Gisteren is de 54-jarige M. Rijneke wonen
de te Schiedam terwijl hij in de Adriaan
Milderstr. op zijn fiets zat door een duizeling
bevangen.
De man kwam te vallen en kreeg een
hersenschudding. Per auto van de G.G.D. is
hij overgebracht naar het ziekenhuis aan de
Coolsingel.
Op Goeden Vrijdag 15 April e.k. zal de
Beurs zijn gesloten, met dien verstaande
evenwel, dat de Schippersbeurs zal zijn
geopend van 9 uur tot 11 uur des morgens.
Getuigen a décharge.
Mr5)c/i'a!i oecnarge
gehoord, deelde mede als opvolger van mr.
Nauta de zaak van de overdracht der Patria-
aandeelen te hebben behandeld.
In een bijeenkomst in hotel Des Indes in
Den Haag werd een protocol opgemaakt,
waarbij de zaak met Tester als afgemaakt
werd beschouwd. Het pakket aandeelen
Anglo Marine nam mr. Schadée mee. naar
huis, omdat hij bang was, dat verdachte H.
er een of andere transactie mee zou doen.
President: „Dus men had weinig vertrou
wen in H. als directeur"
Getuige: „Zoo was het"
Voorts heeft getuige, voor mr Struycken
als trustee der aandeelhouders een handlei
ding opgesteld, hoe de transactie moest plaats
vinden
De president heeft in zijn inleiding gister
ochtend reeds medegedeeld, hoe de manipu
latie met de aandeelen in haar werk is ge
gaan. Notaris Butaye heeft zich beschikbaar
gesteld om een cheque uit te schrijven, omdat
er ten slotte geld moest worden geproduceerd.
President: „Jawel, dat was een cheque,
•geen geld."
Getuige: „Wij meenden, dat zoodra de aan
deelen over waren gegaan, de cheque weer
kon verdwijnen."
President: „Het is toch wel in strijd met het
advies van mr. Nauta en met de Neder
landsche wet.
Ten slotte werd nog gehoord de toenmalige
president-commissaris van de Patria, de heer
F- H. M. Koch.
President: „Hoe stond u tegenover de trans
actie met de Anglo Marine-aandeelen?"
Getuige. ,Ik stond daar afzijdig tegenover,
maar de aankoop van die aandeelen was al
gebeurd, voordat ik het wist."
President: „U vond het zeker wel mooi,
dat de aandeelhouders voor 250.— van hun
obligo af konden, maar wekte dat geen achter
docht bij u?"
Getuige: „Men zeide, dat een groote kapi
taalkrachtige maatschappij de aandeelen op
kocht, die zou wel weten, wat ze deed."
President: „De transactie, welke in fondsen
plaats vond met die aandeelen, hebt u dat
goedgekeurd?"
Getuige: „Ik heb geen oogenblik aan zwen
del gedacht. Ik ging af op het advies van onze
juridische raadslieden."
President: „Hebt u zich dan nergens mee
bemoeid?"
Inderdaad bleek getuige zich vrijwel niet
gerealiseerd te hebben, wat er precies ge
beurd is.
Nadat de verdedigers aan getuige nog
enkele vragen hadden gesteld, werd de zit
ting geschorst tot Woensdagochtend tien uur.
„Welke stommeling heeft den leeuw laten
ontsnappen?!!"