ROOD - WIT - BLAUW SCHILTE'S EXTRA-MELANGE NEDERLAND BEGROET ZIJN KONINGIN. JUBILEUM^ NUMMER II DAGBLAD VOOR SCHIEDAM EN OMSTREKEN. Triomphale intoclit der jubileerende Landsvrouwe in de hoofdstad. B 61ste JAARGANG No. 18267 MAANDAG 5 SEPTEMBER 1938 VIER BLADEN, BUREAU: KOEMARKT 4, SCHIEDAM TELEFOON INTERCOMM. No. 68085 11 UBELEND, met groote praal en staatsie heeft het Nederlandsche volk heden middag zijn Koningin en Landsvrouwe, die morgen met groote plechtigheid den dag zal herdenken, waarop zij voor veertig jaren den troon besteeg en waarop Zij haar lange en voor haar onderdanen in zoovele opzichten ge zegende regeeringsperiode aanving, begroet bij Haar feestelijken intocht in de hoofdstad des rijks. Ontroerende uitingen v?n liefde en trouw. DE TRIOMPHALE INTOCHT li De ABONNEMK1NTS.HKJ.JS van de NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT bedraagt franco bij vooruitbetaling: Per week 20 cent; per maand 85 cent; per drie maanden 2.55. Bij bezorging franco per post bedraagt de abonnementsprijs per maand 1.10, per drie maanden 3.bij vooruitbetaling. Incasso kosten worden niet berekend. LOSSE EXEMPLAREN zijn steeds aan ons bureau Koemarkt 4 verkrijgbaar a 5 ct. per stuk. POSTCHEQUE- en GIRODIENST No. 81440. Uitgave van de N.V. de Courant De Maas bode te Rotterdam. NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT is de verpakking van De vol-aromatische koffie. HEERLIJK is de geur. 35 CENT is de prijs per half pond. Bij iederen winkelier verkrijgbaar. spoorwegongeluk; 1000 bij overlijden tengevolge van een ander ongeval; 250.— voor het verlies van een hand, een t oet 01 De Gratis-Ongevallenverzekering bedraagt 3.000 bij ^emiangeTvT-To^heT"vertes"vanTen'wijsvinger of v'oor heï verlies "van de voorste twee leden 'van alle" vingers; 50.- voor het verlies van een volledig lid een oog; 100.- voor het verhes van een durm by brm* Jan aUe leden van een anderen vinger, of van een lid van een wijsvinger, bij breuk van bovenarm, of bovenbeen, onderarm of onderbeen, kmescbyf van een duim, of voor het JlO.- voor één lid of twee leden van een anderen vinger. Een en ander volgens de geldende voorwaarden gelijk deze eenmaal per maand in dit blad worden afgedrukt DE DAM IN AFWACHTING. Foor het Koninklijk Paleis op den Dam te Amsterdam, het middelpunt der nationale feestelijkheden ter gelegenheid van het regeringsjubileum van H. M. de Koningin, werden hedenmorgen de eerste maatregelen getroffen voor de aankomst van H. M. Reeds om 8 uur hadden de filmoperateurs op het voor hen bestemde platform plaats genomen. Zoo is er overal in de stad iets te zien en iets te doen en naarmate de tijd verder verstrijkt komt er teekening in het schijn baar ordelooze gewoel als het publiek zich langzamerhand in de richting van den in- tochtsweg begeeft en zich daar reeds eenige uren voor de koninklijke stoet zal arriveerey van een goede plaats verzekert. Voor den vernieuwden ingang van het Ko ninklijk Paleis, die zich thans weer in zij oorspronkelijke door den bouwmeester Jacob- van Campen gewilde gedaante vertoont deze ingang heeft nu iets van de stoere pracht der Italiaansche renaissancepalei- zen heeft het tweede bataljon van het zes tiende regiment Infanterie onder algemeen bevel van luit-kolonel J. W. van der Lely. commandant van het vijfde regiment infan terie de wacht betrokken. De manschappen staan in twee gelederen aan weerskanten van den ingang opgesteld met het geweer aan den voet tegenover den paleis-ingang staat de marinekapel uit den Helder gereed onder leiding van kapelmeester Leistikov. Heel Amsterdam verkeert in gespannen afwach ting. Amsterdam is gereed voor de ontvangst van de jubileerende vorstin Het is twee uu bronzen stemme' ^er stad verko; De stad is vol v zenden is stemme11 den middag. De zware klokken van de torens het luid en plechtig, gegons van honderddui- sieium— van menschen, die zich langs den intochtsweg hebben opgesteld in afwachting Van den Koninklijken stoet, o£ dm op weg j. daarheen. De treinen hebben hetel dea morgen dichte drommen reizigers uit alle deele§ het land naar de sta tions van Amsterdam 2 vole duizenden, die 0D dezen dag Amsterdam be zoeken hebben zich reeds een plaatsje ver schaft langs de route die de stoet straks do0r de breedste en mooiste straten van Amster dam zal volgen. Bij hen hebben mch aange sloten de honderdduizenden Amsterdammers, die allen getooid met oranie cocardes, oranje speldjes, oranje strikjes en oranje sjerpen en inten zich nog oen 'plaatsje VSeT trams hebben weten te veroveren, of ders te voet den tocht naar de straten i waar door de landsvrouwe straks zal he hebben gemaakt. den Van den Amstelveenschen wegtotiumc^ Dam toe staan de menschen in breede rijen schouder aan schouder. Met moeite k de laatkomers zich nog schuifelend en a - wend begeven langs de huizen, waarvoor a wachtenden opeengepakt staan. En nog aliU° groeit het getal der belangstellenden. Ebt al e zijstraten, die op den intochtsweg uitkomen ziet men ze nog haastig komen aanloopen m be hoop zich nog een plaats tusschen de wachtenden te kunnen veroveren en waar zi althans een glimp van het vorstelijke schouwspel kunnen opvangen. Jong en oud is oD de been. Vaders en moeders heffen hun iensdiee spruiten boven de hoofden van de menschen die voor hen staan. Het wachten rtïmrtlane en is vermoeiend, doch de stem ming ondfr de menigte lijdt daar niet onder, ming onaei talrilke versierde huizen De vensters van de »i j u zen r T Jneeschoven en achter eik ven zijn hoog ope g de menschen, die zoo ster verdring t van fimilieleden o£ fortuinlijk zijn g hebben langs den kennissen, die het ge1" te out- intochtsweg te w01^0 9 te komen zien. vangen om bij hen den int° looze rij der Hier en daar wordt de eind vrooi;jk wachtenden onderbroken do zich Qn_ groepje wees- of schoolkmdere zusler der de veilige hoede van een ee of van onderwijzend personeel lan§s heeft geschaard en dat de bijzond scherming van de Amsterdamsche pom«= agenten geniet. Tusschen de breede levende muren va menschen op de trottoirs ligt de rijweg, die thans voor alle rijverkeer is gesloten, proper en verlaten. De minuten strijken onverstoorbaar voorbij, te langzaam echter voor vele ongeduldigen, die reikhalzend uitzien naar de komst van de jubileerende vorstin. Af en toe komt "en vroolijk groepje feestgangers op de goede gedachte een vaderlandsch lied aan te hef fen. Aan weerskanten van den intochtsweg hebben zich de deputaties van de vele hon derden en honderden vereenigingen opge steld, die met hun fleurige vanen en banie ren een bonte en rijk varieerende eerewacht vormen. Heel het leven en het bedrijf va/i het Ne derlandsche en en in het bijzonder het Am sterdamsche volk vindt in deze rijkgescha keerde eerewacht, die reikt van den rand tot in het hart der stad zijn weerspiegeling. De pleinen der stad zijn leege vlakten, om zoomd met dichte groepen toeschouwers. Geen venster, dat niet bezet is, geen dak. waarop men niet menschen ziet staan 3n zit ten. Op het Leidscheplein wemelen de cafe's van kijkers, die zich gelukkig prijzen daar een veilig en betrekkelijk rustig plekje te hebben gevonden. Maar bijzonder merkwaar- big is wel het schouwspel, dat dezen mid dag de Dam biedt. °°k hier heeft de politie uitgebreide orde maatregelen genomen. in verband met de komst van de vele dui zenden vertegenwoordigers van de vereerti- gmgen, welker deputaties, zich achter den ori'nklijken stoet zullen aansluiten en die n k Dam aan H. M. een vaandelhulde Z"' an brengen is het middengedeelte van het plein geheel ontruimd. Achter de afzetting dringt en golft ech- F oTnrt >Jrend een ontzaglijke menigte, ^,Zich thans meer richt op het statige Koninklijke paleis, dan op de feeste- lijken7erATtlng!,n' die r°ndom zijn aange- prac r de vensters van de rijkver sierde groote gebouwen rond den Dam be wegen zich vele honderden kijkers, die van uit de hoogte een uitstekend uitzicht heb ben op het p em en op het Koninklijk pa^ leis. En ook hier zijn de daken gemetamorpho- seerd in hooggelegen tribunes, die plaats bieden aan een uiterst talrijk publiek. Het was vandaag wel heel moeilijk te zeg gen wat de zon zou doen. Een wolk van oranje verkoopers is op de straten neergestreken vast ervan overtuigd, dat voor den dag tot op de helft verstreken is, alle Amsterdammers tot op den laatsten man in het oranje-net gestrikt zullen zijn. Reeds vroeg in den morgen zijn de treinen begonnen feestgangers naar Amsterdam te brengen en van uur tot uur worden deze ontladingen grooter in omvang. Dat alles drentelt de stad in. Over het Damrak trekt een troep infante rie de stad binnen met het regimentsvaandel en de volle regimentsmuziek voorop. Dat doet de menschen tehoop loopen om het schouwspel van de stram in het gelid mar- cheerende soldaten te genieten. Aankomst en begroeting aan het Haarlemmer meer station. Ongeveer gelijk is de situatie op het voor plein van het Haarlemmermeerstation, dat eveneens voor een groot deel door een ster ke politiemacht is afgezet. Het plein ziet er vroolijk uit in zijn feestelijken tooi. In den tympan van het stationsgebouw prijkt een driehoekig schild, waarop een gouden W ge dekt door een kroon en omgeven door ver gulde leeuwenf iguurtj es is aangebracht. Langs de daklijst loopt een breede zoom van oranjebloesems, welke het typisch landelijke cachet van het statinnetje nog verhoogt. Links voor het stationsgebouw terzijde van den ingang is een döor stalen masten gedra gen baldakijn opgericht met een hemel van blank, geplooid linnen. De achtergrond is van diepblauw, rijk geplooid linnen, waarte gen fraaie oranje rozetten met afhangende linten in dezelfde kleur levendag afsteken. Aan weerszijden van het bloemperk dat voor den uitgang van het station ligt en waarin oranje bloemen prijken zijn hooge stalen py lonen opgericht, waarvan strakgespannen roo- de witte en blauwe banen afhangen. Van den top van elke pyloon wappert vroolijk een smalle oranjewimpel. Ook bij den Amstel veenschen weg bespeurt men deze versierin gen die hoog boven de duizendkoppige me nigte uitsteken. Er komt eenige beweging onder de wach tenden als de rijtuigen van den burgemeester en den hoofdcommissaris van politie voor rijden. De burgemeester, die populair is bij de Amsterdammers heeft alvast een hoe raatje te incasseeren. Evenals de hoofdcom missaris, de heer H. J. Versteeg begeeft hij zich snel in het stationsgebouw, waar zich ook reeds een groot aantal gemeenteraads leden ,alle wethouders, de leden van uitvoe rend comité der Huldigingscommissie 1938 t.w. de heeren Mr. L. J. A. Trip, C. G. Vat- tier Kraane, Paul May, A. Asscher, Gottfr. H. Crone, W. J. R. Dreesmann, H. L. van Eeghen Dr. H. P. Heineken, Mr. A. J. M. Hendrix, J F. van Hengel, Jhr. F. van Lennep en Prof. Mr. V. H. Rutgers. Aanwezig zijn ook mr. dr. A. baron Röell, commissaris der Koningin Noord-Holland, de Amsterdamsche kamerheeren van H. M. de Koningin, jhr. mr. W. F. Röell en jhr. Fr. J. E. van Lennepvoorts gen. majoor A. R. van den Bent, commandant van de 4e militaire afdeeling, adjudant in buitengewonen dienst van H. M. de Koningin en gouverneur van de hoofdstad, schout bij nacht H. Jolles, comm. van de maritieme middelen te Am sterdam, kapt. ter zee N. A. Rost van Tonnin gen en de ganizoensemmandant van Amster dam luitenant kolonel W. A. Boswijk. Voor het stationsgebouw vormen twee honderd leden van de studentenweerbaarhe den van het Amsterdamsche, het Utrechtsche en het Leidsche Studenten corps in hun mar tiale uniformen met de bijbehoorende ge pluimde hoofddeksels de eerewacht, die on der commando staat van den heer G. J. Kolff. Op het perron, waar de Koninklijke trein zal aankomen hebben honderd manschappen van onze militie zich opgesteld om H. M. bij het betreden van den Amsterdamschen bodem een eeresaluut te brengen. De laatste voorbereidselen voor de ont vangst worden getroffen. Onder de voor deze gelegenheid opgetrokken perron-over kapping van sierlijk geplooid linnen, dat steunt op houten pilaren in blauwe en oran je tinten, wandelen de burgemeester, de hoofdcommissaris en de voorzitter der hul digingscommissie heen en weer. Het groote oogenblik nadert. De maestro, dr. Willem Mengelberg heeft het kleine po dium, dat rechts voor het station is opge richt beklommen en geeft met halfluide stem zijn laatste aanwijzingen aan het Toonkunst koor, dat zich rond hem heeft geschaard. Een blaasorkest van twintig man staat eveneens aangetreden en klaar om op den eersten jwenk te beginnen. In de verte klinkt ge dempt in de najaarslucht het geratel van ^wielen van spoorweg rijtuigen. Er vaart plotseling beweging door de tienduizenden, die rond het plein staan te wachten. Van mond tot mond gaat het gemurmel door de dichte rijen: „Zij komt, zij komt!" en dan weer valt de diepe stilte, die het kenmerk is van een tot het uiterste gespannen ver wachting, over de menigte. Inderdaad rolt thans de Koninklijke trein het station binnen. Achter de locomotief is eerst de salonwagen van de directie der Ne derlandsche spoorwegen gekoppeld, waar mede de directeuren van de spoorwegen hun vorstelijke passagiere hebben begeleid van de residentie naar de hoofdstad. Achter dit rijtuig van de directie der Spoorwegen bevinden zich twee koninklijke rijtuigen, blauw met groote vergulde W's op de zijpaneelen. De manschappen van de eere wacht presenteeren stram het geweer, en de burgemeester treedt naar voren om H. M. bij haar aankomst te verwelkomen. Vriendelijk en opgewekt verschijnt de gra cieuze gestalte van de landsvrouwe bij den uitgang van het eerste koninklijke rijtuig en daalt het met een tapijt belegde trapje af, dat naar het perron leidt. De stafmuziek van het 5e Reg. Infanterie onder leiding van Kapelmeester v. d. Glas zet het Wilhelmus in. Na zich enkele oogenblikken minzaam on derhouden te hebben met den burgemeester inspecteert H. M. vergezeld door Dr. de Vlugt de erewacht op het perron, waarna haar nog op het perron zelf door een klein dochtertje van den secretaris der Huldigings commissie, Ciska Meurer met een bevallige kniebuiging een fraaie tuil bloemen wordt overhandigd. De eerste bloemenhulde, die de jubileerende vorstin wordt aangeboden en die de voorbode is van de tallooze andere blij ken van genegenheid, die H. M. in de ko mende dagen nog zullen bereiken. De Ko ningin is getroffen door deze simpele, kin derlijke hulde en dankt de aanbiedster ervan met een vriendelijk woord. Dan schrijdt H. M. begeleid door den bur gemeester naar het stationsgebouw, waar de wethouders der gemeente, een zes en twintig tal raadsleden en het uitvoerend comité der Huldigingscommissie haar.komst afwachten, H. M. begeeft zich langs de rijen der wach tende autoriteiten die allen door den bur gemeester aan haar worden voorgesteld en met verschillenden waarvan zij zich vriende lijk onderhoudt. In de wachtkamer van het stationsgebouw, die nu rijk is gestoffeerd met tapijten en die prijkt met een fraaie bloemversiering richt de burgemeester, dr. W. de Vlugt, als de be groetingen teneinde zijn en H. M. op den voor haar bestemden zetel heeft plaatsgenomen, nu uit naam der Amsterdamsche burgerij een welkomstwoord tot de koninklijke jubilaresse. Zanghulde op het stationsplein. De begroetingsplechtigheid is ten einde. Na deze eerste verwelkoming door het ge meentebestuur en de huldigingscommissie, wacht de vorstin thans een andere begroeting die een meer uitbundig en zeker een niet minder hartelijk gemeend karakter draagt. Tienduizenden paren oogen turen achter de afzetting op het stationsplein ingespannen naar den uitgang. De deuren zijn geopend. Er komt reeds beweging in de menigte en dan plotseling, als de rijzige gestalte van de vorstin zichtbaar wordt, barst plotseling uit duizenden en nog eens duizenden kelen een geestdriftig gejubel los, dat zich voortplant langs de straten van den intochtsweg en dat als een orkaan van juichkreten raast tus schen de gevels der huizen en over het plein, aan welks overzijde de landsvrouwe geluk kig glimlachend en ontroerd gebarend haar dank vertolkt voor deze grandioze, imponee- rende en bovenal spontane en uit het hart wellende huldebetuigingen. Boven de men- van zwaaiende zakdoeken en hoeden. Het ge- schenmenigte ligt een hevig bewogen nevel juich neemt geen einde. Het vervult heel de omgeving en overstemt alle andere geluiden. Hier en daar wordt het volkslied aangehe ven en hoort men temidden van het voort durend gejubel, dat telkens weer een nieuwe climax schijn? te bereiken, eenige geluids flarden van het Wilhelmus, doch het gezang sterft weer spoedig weg in het vreugdevol tumult van dit blijde weerzien van Konin gin en volk. Terwijl de juichkreten nog onafgebroken schallen over het plein schrijdt H. M. langs de eerewacht van de studentenweerbaarhe den, welke het geweer presenteert: een man nelijke en martiale hulde aan de vorstin van de studeerende jeugd. Begeleid door den burgemeester begeeft H. M. zich nu naar het baldakijn ter linker zijde van den uitgang van het stationsge bouw. De talrijke autoriteiten, die inmiddels het stationsgebouw hebben verlaten stellen zich terzijde op. Prof. dr. Willem Mengelberg heft op het podium zijn witten dirigeerstok omhoog en tegelijkertijd valt een diepe stilte over de menigte verderaf. En forsch klinkt nu over het plein uit vele mannenkelen de welkomstgroet voor H. M. de Koningin Wil- helmina, waarvan de tekst is gedicht door J. F. W. F. Werumeus Buning en waarvan de toonzetting is van de hand van dr. Mengel berg zelf. Bij gelegenheid van de terecht grootsche herdenking in den lande van de veertigjarige regeering On zer Vorstin, Koningin Wilhelmina, besloten wij tot de uitgave van een omvangrijk jubileum-nummer. Deze jubileum-editie, welke in totaal uit 16 pagina's bestaat, zal op de eerste plaats een prachtig geschetst en breeduitgewerkt beeld brengen van het koningschap, zoo als het 40 jaren lang door H.M. de Koningin is uitgeoefend, van de hand van Z.Exc. mr. P. J. M. Aalberse, Staatsraad, oud-minister van Arbeid, H. en N. en lid van •den Raad van State. Aan Amsterdam verbonden Door de eeuwen en het bloed, hoort gij uit onze monden den waren welkomstgroet. Geen vorst ooit beter hoorde bij de intree van een stad dan deze korte woorden waarin veel is vervat: Wij hebben U, Oranje Sins eeuwen liefgehad. De kelen die U zingen heeft niemand kunnen dwingen sinds Uw geslacht regeert; Dat klinke U tegen, frank en vrij: Geen woord zegt meer voor U en mij dat meer Oranje eert. Fier en blij wordt dit lied gezongen, met de kracht der overtuiging en van de liefde tot de vorstin, die nu haar zegetocht door de stad gaat beginnen onder het donderend ge juich en het jubelend gezang van haar -olk. Want reeds rijdt de open galacalèche, getrok ken door zes paarden, die geleid worden door de Koninklijke jockeys in hun helrood livrei tot bij het baldakijn. De feestelijke intocht, waarnaar heel Am sterdam zoolang heeft uitgezien, neemt een aanvang. De stoet formeei t zich op het plein voor het stationsgebouw. Agenten van de motorbrigade snellen op hun voertuigen vooruit, om de komst van den Koninklijken stoet aan te kondigen. De motoren razen reeds lang den intochtsweg, wanneer de stoet zich nog nauwelijks in beweging heeft gezet. De spanning onder de enorme menigte der wachtenden langs den weg stijgt tot het on draaglijke. Gejuich golft langs hun rijen, sterker, steeds sterker om zijn hoogtepunt te bereiken, wanneer het eerste rijtuig van den stoet zichtbaar wordt. Het is het rijtuig van den hoofdcommissaris van politie, dat het eerste de Cornelis Krusemanstraat in- zwenkt. Onmiddellijk daarop volgt net rij tuig van den burgemeester dr. W. de Vlugt. De burgervader is in zijn ambts gewaad met steek en draagt om zijn hals de zware zil veren ambtsketen. Glimlachend begroet „Va der Willem", want onder dien naam kennen de Amsterdammers hun burgemeester, zijn onderdanen. De grond dreunt van 't trappelen van hon derden paardenhoeven. Het is het eerste ge deelte van de eerewacht van cavaleristen, die thans nadert. De manschappen zitten kaarsrecht op hun glanzende paarden, de ge trokken sabel, die blinkt in het licht van den dag, recht opgericht. De oranje cocar Jes ste ken scherp af tegen hun hooge donkere hoofddeksels. Statig en keurig in het gelid rijden zij voorwaarts. Een trotsch en indruk wekkend escorte. En dan komt dat gedeelte van den stoet, waarnaar allen die langs den weg staan reik halzend hebben uitgezien. Het is een tafereel als uit een sprookje, maar dit sprookje is een levende en schoone realiteit. Zes fiere paar den, wier huid glanst als fluweel en wier staarten en manen prachtig gekamd z:jn van diepe hulde aan H.M. de jubi leerende Vorstinne zal aan het nummer van morgen worden toe gevoegd. DE DIRECTIE. In alle vroegte werd hedenmorgen de laatste hand gelegd aan de versiering vat het Haarlemmermeerstation te Amsterdam, waar H. M. de Koningin hedenmid dag aankwam. trekken de open staatsiekaros. Het kleurige livrei van de bedienden contrasteert prach tig met de lenige, glanzende paardenlijven. In de galacalèche is Zij gezeten, om wie heel dit feest is opgezet, naar wie in deze dagen aller gedachten uitgaan met bewondering en genegenheid, de landsmoeder, die zichtbaar ontroerd en getroffen door zooveel hulde betuigingen tracht heel die enorme men- schenmassa in haar dankbare blikken op te vangen en buigt en wuift en zoo de bewij zen van liefde, die haar geworden op dezen glorieuzen tocht beantwoordt op een wijze, die meer zegt, dan woorden kunnen zeg gen. Wie denkt bij het zien van dit schouw spel niet aan het duizendmaal verhaalde slot van zoovele sprookjes, waarin verteld wordt van de goede en wijze vorstin, die in vrede en geluk over haar onderdanen regeerde en die lang en gelukkig leefde? Maar dit is geen sprookje, dit is een van leven tintelende realiteit, een schoone en tachtbare realiteit, de onvergetelijke en overtuigende manifesta tie van de vaaK genoemde en zoo vaak bezon gen eerbied van Koningin en volk. Zwierig brengen de vaandels hun groet. Zwierig brengen de vaandels van de depu taties die langs den weg staan opgesteld de voorbijtrekkende vorstin een groet. Vaandels en banieren neigen wanneer het Koninklijke rijtuig passeert. En voortdurend klinken juichkreten de landsvrouwe, die gelukkig glimlachend deze huldebetuigingen met vor stelijke gratie in ontvangst neemt, tegemoet. En onze gedachten gaan onwillekeurig terug naar den dag, die morgen veertig jaar gele den zal zijn, waarop deze zelfde vorstin, jeugdiger toen maar even gelukkig door een juichend Amsterdam werd verwelkomd. Thans, op dit groote oogenblik vinden wij in het beminde gelaat van onze jubileerende Koningin weer iets terug van de natuurlij ke onbevangen gratie, van de jonge Konin gin van Nederland. Veertig jaren van zor gen voor haar volk mogen hun stempel heb ben gedrukt op dit nobele gelaat, vandaag lijkt dit gelaat weer zoo jeugdig en büj, als of de kroningsplechtigheid nog geen veertig maar slechts vier jaren achter ons ligt. De aankomst aan het paleis. Terwijl de stoet zijn triomphalen tocht door de stad vervolgt klinken van ver af uit het IJ de doffe kanonschoten die door Hare Majesteits nieuwen flottieljeleider „Tromp" elke minuut worden gelost. Het is een dof gedreun dat echter telkens overstemd wordt door het gejuich van de massa op straat. Intusschen is de stoet thans zijn eindpunt genaderd. Een daverend gejuich begroet H. M- wanneer de gala-calèche door de Paleisstraat den Dam oprijdt en daar stilhoudt voor den ingang van het Paleis. Het militaire muziek korps zet plechtig het volkslied in en tien duizenden kelen stemmen er spontaan mee in. Als 'n feestelijke hymne klinkt het Wil helmus over het wijde plein, waarvan de versiering fonkelt en glanst in het licht van den middag. De eerewacht houdt het geweer gepresenteerd. De huzaren van het eere escorte houden met getrokken sabel stand met het gelaat naar het paleis gekeerd, en de landsmoeder luistert diep bewogen, staan de in haar calèche eenige oogenblikken naar dezen massalen samenzang. Hr. Ms. betreedt nu het paleis. De menigte begint opnieuw te juichen en zij blijft roepen totdat de balcondeuren zich openen en de vorstin zich opnieuw aan haar volk vertoont. Als groote golven van geluid slaat de jubel over den Dam, weerkaatsend tegen den hoo- gen statigen voorgevel van het paleis. Neder lands jubileerende Koningin en haar volk zijn vereend in dit uur in één overweldigen den jubel.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1938 | | pagina 1