ROOD - WIT - BLAUW
SCHILTE'S
EXTRA-MELANGE
NEDERLAND BEGROET ZIJN KONINGIN.
JUBILEUM^
NUMMER
II
DAGBLAD VOOR SCHIEDAM EN OMSTREKEN.
Triomphale intoclit der jubileerende
Landsvrouwe in de hoofdstad.
B
61ste JAARGANG No. 18267
MAANDAG 5 SEPTEMBER 1938
VIER BLADEN,
BUREAU: KOEMARKT 4, SCHIEDAM
TELEFOON INTERCOMM. No. 68085
11
UBELEND, met groote praal en staatsie
heeft het Nederlandsche volk heden
middag zijn Koningin en Landsvrouwe,
die morgen met groote plechtigheid den
dag zal herdenken, waarop zij voor veertig jaren
den troon besteeg en waarop Zij haar lange en
voor haar onderdanen in zoovele opzichten ge
zegende regeeringsperiode aanving, begroet bij
Haar feestelijken intocht in de hoofdstad des rijks.
Ontroerende uitingen v?n
liefde en trouw.
DE TRIOMPHALE INTOCHT
li
De ABONNEMK1NTS.HKJ.JS van de NIEUWE
SCHIEDAMSCHE COURANT bedraagt
franco bij vooruitbetaling:
Per week 20 cent; per maand 85 cent; per
drie maanden 2.55.
Bij bezorging franco per post bedraagt de
abonnementsprijs per maand 1.10, per drie
maanden 3.bij vooruitbetaling. Incasso
kosten worden niet berekend.
LOSSE EXEMPLAREN zijn steeds aan ons
bureau Koemarkt 4 verkrijgbaar a 5 ct. per
stuk.
POSTCHEQUE- en GIRODIENST No. 81440.
Uitgave van de N.V. de Courant De Maas
bode te Rotterdam.
NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT
is de verpakking van
De vol-aromatische koffie.
HEERLIJK is de geur.
35 CENT is de prijs per half pond.
Bij iederen winkelier verkrijgbaar.
spoorwegongeluk; 1000 bij overlijden tengevolge van een ander ongeval; 250.— voor het verlies van een hand, een t
oet 01
De Gratis-Ongevallenverzekering bedraagt 3.000 bij ^emiangeTvT-To^heT"vertes"vanTen'wijsvinger of v'oor heï verlies "van de voorste twee leden 'van alle" vingers; 50.- voor het verlies van een volledig lid
een oog; 100.- voor het verhes van een durm by brm* Jan aUe leden van een anderen vinger, of van een lid van een wijsvinger, bij breuk van bovenarm, of bovenbeen, onderarm of onderbeen, kmescbyf
van een duim, of voor het JlO.- voor één lid of twee leden van een anderen vinger. Een en ander volgens de geldende voorwaarden gelijk deze eenmaal per maand in dit blad worden afgedrukt
DE DAM IN AFWACHTING. Foor het Koninklijk Paleis op den Dam te Amsterdam, het middelpunt der nationale
feestelijkheden ter gelegenheid van het regeringsjubileum van H. M. de Koningin, werden hedenmorgen de eerste
maatregelen getroffen voor de aankomst van H. M. Reeds om 8 uur hadden de filmoperateurs op het voor hen bestemde
platform plaats genomen.
Zoo is er overal in de stad iets te zien
en iets te doen en naarmate de tijd verder
verstrijkt komt er teekening in het schijn
baar ordelooze gewoel als het publiek zich
langzamerhand in de richting van den in-
tochtsweg begeeft en zich daar reeds eenige
uren voor de koninklijke stoet zal arriveerey
van een goede plaats verzekert.
Voor den vernieuwden ingang van het Ko
ninklijk Paleis, die zich thans weer in zij
oorspronkelijke door den bouwmeester Jacob-
van Campen gewilde gedaante vertoont
deze ingang heeft nu iets van de stoere
pracht der Italiaansche renaissancepalei-
zen heeft het tweede bataljon van het zes
tiende regiment Infanterie onder algemeen
bevel van luit-kolonel J. W. van der Lely.
commandant van het vijfde regiment infan
terie de wacht betrokken. De manschappen
staan in twee gelederen aan weerskanten van
den ingang opgesteld met het geweer aan
den voet tegenover den paleis-ingang staat
de marinekapel uit den Helder gereed onder
leiding van kapelmeester Leistikov. Heel
Amsterdam verkeert in gespannen afwach
ting. Amsterdam is gereed voor de ontvangst
van de jubileerende vorstin
Het is twee uu
bronzen stemme'
^er stad verko;
De stad is vol v
zenden
is
stemme11
den middag. De zware
klokken van de torens
het luid en plechtig,
gegons van honderddui-
sieium— van menschen, die zich
langs den intochtsweg hebben opgesteld in
afwachting Van den Koninklijken stoet, o£
dm op weg j. daarheen. De treinen hebben
hetel dea morgen dichte drommen reizigers
uit alle deele§ het land naar de sta
tions van Amsterdam 2 vole
duizenden, die 0D dezen dag Amsterdam be
zoeken hebben zich reeds een plaatsje ver
schaft langs de route die de stoet straks do0r
de breedste en mooiste straten van Amster
dam zal volgen. Bij hen hebben mch aange
sloten de honderdduizenden Amsterdammers,
die allen getooid met oranie cocardes, oranje
speldjes, oranje strikjes en oranje sjerpen en
inten zich nog oen 'plaatsje VSeT
trams hebben weten te veroveren, of
ders te voet den tocht naar de straten i waar
door de landsvrouwe straks zal he
hebben gemaakt. den
Van den Amstelveenschen wegtotiumc^
Dam toe staan de menschen in breede rijen
schouder aan schouder. Met moeite k
de laatkomers zich nog schuifelend en a -
wend begeven langs de huizen, waarvoor a
wachtenden opeengepakt staan. En nog aliU°
groeit het getal der belangstellenden. Ebt al e
zijstraten, die op den intochtsweg uitkomen
ziet men ze nog haastig komen aanloopen m
be hoop zich nog een plaats tusschen de
wachtenden te kunnen veroveren en waar zi
althans een glimp van het vorstelijke
schouwspel kunnen opvangen. Jong en oud
is oD de been. Vaders en moeders heffen hun
iensdiee spruiten boven de hoofden van de
menschen die voor hen staan. Het wachten
rtïmrtlane en is vermoeiend, doch de stem
ming ondfr de menigte lijdt daar niet onder,
ming onaei talrilke versierde huizen
De vensters van de »i j u zen
r T Jneeschoven en achter eik ven
zijn hoog ope g de menschen, die zoo
ster verdring t van fimilieleden o£
fortuinlijk zijn g hebben langs den
kennissen, die het ge1" te out-
intochtsweg te w01^0 9 te komen zien.
vangen om bij hen den int° looze rij der
Hier en daar wordt de eind vrooi;jk
wachtenden onderbroken do zich Qn_
groepje wees- of schoolkmdere zusler
der de veilige hoede van een ee
of van onderwijzend personeel lan§s
heeft geschaard en dat de bijzond
scherming van de Amsterdamsche pom«=
agenten geniet.
Tusschen de breede levende muren va
menschen op de trottoirs ligt de rijweg, die
thans voor alle rijverkeer is gesloten, proper
en verlaten.
De minuten strijken onverstoorbaar voorbij,
te langzaam echter voor vele ongeduldigen,
die reikhalzend uitzien naar de komst van de
jubileerende vorstin. Af en toe komt "en
vroolijk groepje feestgangers op de goede
gedachte een vaderlandsch lied aan te hef
fen.
Aan weerskanten van den intochtsweg
hebben zich de deputaties van de vele hon
derden en honderden vereenigingen opge
steld, die met hun fleurige vanen en banie
ren een bonte en rijk varieerende eerewacht
vormen.
Heel het leven en het bedrijf va/i het Ne
derlandsche en en in het bijzonder het Am
sterdamsche volk vindt in deze rijkgescha
keerde eerewacht, die reikt van den rand tot
in het hart der stad zijn weerspiegeling.
De pleinen der stad zijn leege vlakten, om
zoomd met dichte groepen toeschouwers.
Geen venster, dat niet bezet is, geen dak.
waarop men niet menschen ziet staan 3n zit
ten. Op het Leidscheplein wemelen de cafe's
van kijkers, die zich gelukkig prijzen daar
een veilig en betrekkelijk rustig plekje te
hebben gevonden. Maar bijzonder merkwaar-
big is wel het schouwspel, dat dezen mid
dag de Dam biedt.
°°k hier heeft de politie uitgebreide orde
maatregelen genomen.
in verband met de komst van de vele dui
zenden vertegenwoordigers van de vereerti-
gmgen, welker deputaties, zich achter den
ori'nklijken stoet zullen aansluiten en die
n k Dam aan H. M. een vaandelhulde
Z"' an brengen is het middengedeelte van het
plein geheel ontruimd.
Achter de afzetting dringt en golft ech-
F oTnrt >Jrend een ontzaglijke menigte,
^,Zich thans meer richt op het
statige Koninklijke paleis, dan op de feeste-
lijken7erATtlng!,n' die r°ndom zijn aange-
prac r de vensters van de rijkver
sierde groote gebouwen rond den Dam be
wegen zich vele honderden kijkers, die van
uit de hoogte een uitstekend uitzicht heb
ben op het p em en op het Koninklijk pa^
leis.
En ook hier zijn de daken gemetamorpho-
seerd in hooggelegen tribunes, die plaats
bieden aan een uiterst talrijk publiek.
Het was vandaag wel heel moeilijk te zeg
gen wat de zon zou doen.
Een wolk van oranje verkoopers is op de
straten neergestreken vast ervan overtuigd,
dat voor den dag tot op de helft verstreken
is, alle Amsterdammers tot op den laatsten
man in het oranje-net gestrikt zullen zijn.
Reeds vroeg in den morgen zijn de treinen
begonnen feestgangers naar Amsterdam te
brengen en van uur tot uur worden deze
ontladingen grooter in omvang. Dat alles
drentelt de stad in.
Over het Damrak trekt een troep infante
rie de stad binnen met het regimentsvaandel
en de volle regimentsmuziek voorop. Dat
doet de menschen tehoop loopen om het
schouwspel van de stram in het gelid mar-
cheerende soldaten te genieten.
Aankomst en begroeting aan het
Haarlemmer meer station.
Ongeveer gelijk is de situatie op het voor
plein van het Haarlemmermeerstation, dat
eveneens voor een groot deel door een ster
ke politiemacht is afgezet. Het plein ziet er
vroolijk uit in zijn feestelijken tooi. In den
tympan van het stationsgebouw prijkt een
driehoekig schild, waarop een gouden W ge
dekt door een kroon en omgeven door ver
gulde leeuwenf iguurtj es is aangebracht.
Langs de daklijst loopt een breede zoom van
oranjebloesems, welke het typisch landelijke
cachet van het statinnetje nog verhoogt.
Links voor het stationsgebouw terzijde van
den ingang is een döor stalen masten gedra
gen baldakijn opgericht met een hemel van
blank, geplooid linnen. De achtergrond is
van diepblauw, rijk geplooid linnen, waarte
gen fraaie oranje rozetten met afhangende
linten in dezelfde kleur levendag afsteken.
Aan weerszijden van het bloemperk dat voor
den uitgang van het station ligt en waarin
oranje bloemen prijken zijn hooge stalen py
lonen opgericht, waarvan strakgespannen roo-
de witte en blauwe banen afhangen. Van den
top van elke pyloon wappert vroolijk een
smalle oranjewimpel. Ook bij den Amstel
veenschen weg bespeurt men deze versierin
gen die hoog boven de duizendkoppige me
nigte uitsteken.
Er komt eenige beweging onder de wach
tenden als de rijtuigen van den burgemeester
en den hoofdcommissaris van politie voor
rijden. De burgemeester, die populair is bij
de Amsterdammers heeft alvast een hoe
raatje te incasseeren. Evenals de hoofdcom
missaris, de heer H. J. Versteeg begeeft hij
zich snel in het stationsgebouw, waar zich
ook reeds een groot aantal gemeenteraads
leden ,alle wethouders, de leden van uitvoe
rend comité der Huldigingscommissie 1938
t.w. de heeren Mr. L. J. A. Trip, C. G. Vat-
tier Kraane, Paul May, A. Asscher, Gottfr. H.
Crone, W. J. R. Dreesmann, H. L. van Eeghen
Dr. H. P. Heineken, Mr. A. J. M. Hendrix, J
F. van Hengel, Jhr. F. van Lennep en Prof.
Mr. V. H. Rutgers.
Aanwezig zijn ook mr. dr. A. baron Röell,
commissaris der Koningin Noord-Holland, de
Amsterdamsche kamerheeren van H. M. de
Koningin, jhr. mr. W. F. Röell en jhr. Fr. J.
E. van Lennepvoorts gen. majoor A. R. van
den Bent, commandant van de 4e militaire
afdeeling, adjudant in buitengewonen dienst
van H. M. de Koningin en gouverneur van
de hoofdstad, schout bij nacht H. Jolles,
comm. van de maritieme middelen te Am
sterdam, kapt. ter zee N. A. Rost van Tonnin
gen en de ganizoensemmandant van Amster
dam luitenant kolonel W. A. Boswijk.
Voor het stationsgebouw vormen twee
honderd leden van de studentenweerbaarhe
den van het Amsterdamsche, het Utrechtsche
en het Leidsche Studenten corps in hun mar
tiale uniformen met de bijbehoorende ge
pluimde hoofddeksels de eerewacht, die on
der commando staat van den heer G. J. Kolff.
Op het perron, waar de Koninklijke trein zal
aankomen hebben honderd manschappen van
onze militie zich opgesteld om H. M. bij het
betreden van den Amsterdamschen bodem
een eeresaluut te brengen.
De laatste voorbereidselen voor de ont
vangst worden getroffen. Onder de voor
deze gelegenheid opgetrokken perron-over
kapping van sierlijk geplooid linnen, dat
steunt op houten pilaren in blauwe en oran
je tinten, wandelen de burgemeester, de
hoofdcommissaris en de voorzitter der hul
digingscommissie heen en weer.
Het groote oogenblik nadert. De maestro,
dr. Willem Mengelberg heeft het kleine po
dium, dat rechts voor het station is opge
richt beklommen en geeft met halfluide stem
zijn laatste aanwijzingen aan het Toonkunst
koor, dat zich rond hem heeft geschaard. Een
blaasorkest van twintig man staat eveneens
aangetreden en klaar om op den eersten
jwenk te beginnen. In de verte klinkt ge
dempt in de najaarslucht het geratel van
^wielen van spoorweg rijtuigen. Er vaart
plotseling beweging door de tienduizenden,
die rond het plein staan te wachten. Van
mond tot mond gaat het gemurmel door de
dichte rijen: „Zij komt, zij komt!" en dan
weer valt de diepe stilte, die het kenmerk
is van een tot het uiterste gespannen ver
wachting, over de menigte.
Inderdaad rolt thans de Koninklijke trein
het station binnen. Achter de locomotief is
eerst de salonwagen van de directie der Ne
derlandsche spoorwegen gekoppeld, waar
mede de directeuren van de spoorwegen hun
vorstelijke passagiere hebben begeleid van
de residentie naar de hoofdstad.
Achter dit rijtuig van de directie der
Spoorwegen bevinden zich twee koninklijke
rijtuigen, blauw met groote vergulde W's op
de zijpaneelen. De manschappen van de eere
wacht presenteeren stram het geweer, en de
burgemeester treedt naar voren om H. M. bij
haar aankomst te verwelkomen.
Vriendelijk en opgewekt verschijnt de gra
cieuze gestalte van de landsvrouwe bij den
uitgang van het eerste koninklijke rijtuig en
daalt het met een tapijt belegde trapje af,
dat naar het perron leidt.
De stafmuziek van het 5e Reg. Infanterie
onder leiding van Kapelmeester v. d. Glas zet
het Wilhelmus in.
Na zich enkele oogenblikken minzaam on
derhouden te hebben met den burgemeester
inspecteert H. M. vergezeld door Dr. de
Vlugt de erewacht op het perron, waarna
haar nog op het perron zelf door een klein
dochtertje van den secretaris der Huldigings
commissie, Ciska Meurer met een bevallige
kniebuiging een fraaie tuil bloemen wordt
overhandigd. De eerste bloemenhulde, die
de jubileerende vorstin wordt aangeboden en
die de voorbode is van de tallooze andere blij
ken van genegenheid, die H. M. in de ko
mende dagen nog zullen bereiken. De Ko
ningin is getroffen door deze simpele, kin
derlijke hulde en dankt de aanbiedster ervan
met een vriendelijk woord.
Dan schrijdt H. M. begeleid door den bur
gemeester naar het stationsgebouw, waar de
wethouders der gemeente, een zes en twintig
tal raadsleden en het uitvoerend comité der
Huldigingscommissie haar.komst afwachten,
H. M. begeeft zich langs de rijen der wach
tende autoriteiten die allen door den bur
gemeester aan haar worden voorgesteld en
met verschillenden waarvan zij zich vriende
lijk onderhoudt.
In de wachtkamer van het stationsgebouw,
die nu rijk is gestoffeerd met tapijten en die
prijkt met een fraaie bloemversiering richt
de burgemeester, dr. W. de Vlugt, als de be
groetingen teneinde zijn en H. M. op den voor
haar bestemden zetel heeft plaatsgenomen, nu
uit naam der Amsterdamsche burgerij een
welkomstwoord tot de koninklijke jubilaresse.
Zanghulde op het stationsplein.
De begroetingsplechtigheid is ten einde.
Na deze eerste verwelkoming door het ge
meentebestuur en de huldigingscommissie,
wacht de vorstin thans een andere begroeting
die een meer uitbundig en zeker een niet
minder hartelijk gemeend karakter draagt.
Tienduizenden paren oogen turen achter de
afzetting op het stationsplein ingespannen
naar den uitgang. De deuren zijn geopend.
Er komt reeds beweging in de menigte en
dan plotseling, als de rijzige gestalte van de
vorstin zichtbaar wordt, barst plotseling uit
duizenden en nog eens duizenden kelen een
geestdriftig gejubel los, dat zich voortplant
langs de straten van den intochtsweg en dat
als een orkaan van juichkreten raast tus
schen de gevels der huizen en over het plein,
aan welks overzijde de landsvrouwe geluk
kig glimlachend en ontroerd gebarend haar
dank vertolkt voor deze grandioze, imponee-
rende en bovenal spontane en uit het hart
wellende huldebetuigingen. Boven de men-
van zwaaiende zakdoeken en hoeden. Het ge-
schenmenigte ligt een hevig bewogen nevel
juich neemt geen einde. Het vervult heel de
omgeving en overstemt alle andere geluiden.
Hier en daar wordt het volkslied aangehe
ven en hoort men temidden van het voort
durend gejubel, dat telkens weer een nieuwe
climax schijn? te bereiken, eenige geluids
flarden van het Wilhelmus, doch het gezang
sterft weer spoedig weg in het vreugdevol
tumult van dit blijde weerzien van Konin
gin en volk.
Terwijl de juichkreten nog onafgebroken
schallen over het plein schrijdt H. M. langs
de eerewacht van de studentenweerbaarhe
den, welke het geweer presenteert: een man
nelijke en martiale hulde aan de vorstin van
de studeerende jeugd.
Begeleid door den burgemeester begeeft
H. M. zich nu naar het baldakijn ter linker
zijde van den uitgang van het stationsge
bouw. De talrijke autoriteiten, die inmiddels
het stationsgebouw hebben verlaten stellen
zich terzijde op. Prof. dr. Willem Mengelberg
heft op het podium zijn witten dirigeerstok
omhoog en tegelijkertijd valt een diepe stilte
over de menigte verderaf. En forsch klinkt
nu over het plein uit vele mannenkelen de
welkomstgroet voor H. M. de Koningin Wil-
helmina, waarvan de tekst is gedicht door J.
F. W. F. Werumeus Buning en waarvan de
toonzetting is van de hand van dr. Mengel
berg zelf.
Bij gelegenheid van de terecht
grootsche herdenking in den lande
van de veertigjarige regeering On
zer Vorstin, Koningin Wilhelmina,
besloten wij tot de uitgave van
een omvangrijk jubileum-nummer.
Deze jubileum-editie, welke in
totaal uit 16 pagina's bestaat, zal
op de eerste plaats een prachtig
geschetst en breeduitgewerkt beeld
brengen van het koningschap, zoo
als het 40 jaren lang door H.M. de
Koningin is uitgeoefend, van de
hand van Z.Exc. mr. P. J. M.
Aalberse, Staatsraad, oud-minister
van Arbeid, H. en N. en lid van
•den Raad van State.
Aan Amsterdam verbonden
Door de eeuwen en het bloed,
hoort gij uit onze monden
den waren welkomstgroet.
Geen vorst ooit beter hoorde
bij de intree van een stad
dan deze korte woorden
waarin veel is vervat:
Wij hebben U, Oranje
Sins eeuwen liefgehad.
De kelen die U zingen
heeft niemand kunnen dwingen
sinds Uw geslacht regeert;
Dat klinke U tegen, frank en vrij:
Geen woord zegt meer voor U en mij
dat meer Oranje eert.
Fier en blij wordt dit lied gezongen, met
de kracht der overtuiging en van de liefde
tot de vorstin, die nu haar zegetocht door de
stad gaat beginnen onder het donderend ge
juich en het jubelend gezang van haar -olk.
Want reeds rijdt de open galacalèche, getrok
ken door zes paarden, die geleid worden door
de Koninklijke jockeys in hun helrood livrei
tot bij het baldakijn.
De feestelijke intocht, waarnaar heel Am
sterdam zoolang heeft uitgezien, neemt een
aanvang. De stoet formeei t zich op het plein
voor het stationsgebouw. Agenten van de
motorbrigade snellen op hun voertuigen
vooruit, om de komst van den Koninklijken
stoet aan te kondigen. De motoren razen
reeds lang den intochtsweg, wanneer de stoet
zich nog nauwelijks in beweging heeft gezet.
De spanning onder de enorme menigte der
wachtenden langs den weg stijgt tot het on
draaglijke. Gejuich golft langs hun rijen,
sterker, steeds sterker om zijn hoogtepunt
te bereiken, wanneer het eerste rijtuig van
den stoet zichtbaar wordt. Het is het rijtuig
van den hoofdcommissaris van politie, dat
het eerste de Cornelis Krusemanstraat in-
zwenkt. Onmiddellijk daarop volgt net rij
tuig van den burgemeester dr. W. de Vlugt.
De burgervader is in zijn ambts gewaad met
steek en draagt om zijn hals de zware zil
veren ambtsketen. Glimlachend begroet „Va
der Willem", want onder dien naam kennen
de Amsterdammers hun burgemeester, zijn
onderdanen.
De grond dreunt van 't trappelen van hon
derden paardenhoeven. Het is het eerste ge
deelte van de eerewacht van cavaleristen,
die thans nadert. De manschappen zitten
kaarsrecht op hun glanzende paarden, de ge
trokken sabel, die blinkt in het licht van den
dag, recht opgericht. De oranje cocar Jes ste
ken scherp af tegen hun hooge donkere
hoofddeksels. Statig en keurig in het gelid
rijden zij voorwaarts. Een trotsch en indruk
wekkend escorte.
En dan komt dat gedeelte van den stoet,
waarnaar allen die langs den weg staan reik
halzend hebben uitgezien. Het is een tafereel
als uit een sprookje, maar dit sprookje is een
levende en schoone realiteit. Zes fiere paar
den, wier huid glanst als fluweel en wier
staarten en manen prachtig gekamd z:jn
van diepe hulde aan H.M. de jubi
leerende Vorstinne zal aan het
nummer van morgen worden toe
gevoegd.
DE DIRECTIE.
In alle vroegte werd hedenmorgen de laatste hand gelegd aan de versiering vat
het Haarlemmermeerstation te Amsterdam, waar H. M. de Koningin hedenmid
dag aankwam.
trekken de open staatsiekaros. Het kleurige
livrei van de bedienden contrasteert prach
tig met de lenige, glanzende paardenlijven.
In de galacalèche is Zij gezeten, om wie heel
dit feest is opgezet, naar wie in deze dagen
aller gedachten uitgaan met bewondering en
genegenheid, de landsmoeder, die zichtbaar
ontroerd en getroffen door zooveel hulde
betuigingen tracht heel die enorme men-
schenmassa in haar dankbare blikken op te
vangen en buigt en wuift en zoo de bewij
zen van liefde, die haar geworden op dezen
glorieuzen tocht beantwoordt op een wijze,
die meer zegt, dan woorden kunnen zeg
gen. Wie denkt bij het zien van dit schouw
spel niet aan het duizendmaal verhaalde slot
van zoovele sprookjes, waarin verteld wordt
van de goede en wijze vorstin, die in vrede
en geluk over haar onderdanen regeerde en
die lang en gelukkig leefde? Maar dit is
geen sprookje, dit is een van leven tintelende
realiteit, een schoone en tachtbare realiteit,
de onvergetelijke en overtuigende manifesta
tie van de vaaK genoemde en zoo vaak bezon
gen eerbied van Koningin en volk.
Zwierig brengen de vaandels hun
groet.
Zwierig brengen de vaandels van de depu
taties die langs den weg staan opgesteld de
voorbijtrekkende vorstin een groet. Vaandels
en banieren neigen wanneer het Koninklijke
rijtuig passeert. En voortdurend klinken
juichkreten de landsvrouwe, die gelukkig
glimlachend deze huldebetuigingen met vor
stelijke gratie in ontvangst neemt, tegemoet.
En onze gedachten gaan onwillekeurig terug
naar den dag, die morgen veertig jaar gele
den zal zijn, waarop deze zelfde vorstin,
jeugdiger toen maar even gelukkig door een
juichend Amsterdam werd verwelkomd.
Thans, op dit groote oogenblik vinden wij in
het beminde gelaat van onze jubileerende
Koningin weer iets terug van de natuurlij
ke onbevangen gratie, van de jonge Konin
gin van Nederland. Veertig jaren van zor
gen voor haar volk mogen hun stempel heb
ben gedrukt op dit nobele gelaat, vandaag
lijkt dit gelaat weer zoo jeugdig en büj, als
of de kroningsplechtigheid nog geen veertig
maar slechts vier jaren achter ons ligt.
De aankomst aan het paleis.
Terwijl de stoet zijn triomphalen tocht
door de stad vervolgt klinken van ver af uit
het IJ de doffe kanonschoten die door Hare
Majesteits nieuwen flottieljeleider „Tromp"
elke minuut worden gelost. Het is een dof
gedreun dat echter telkens overstemd wordt
door het gejuich van de massa op straat.
Intusschen is de stoet thans zijn eindpunt
genaderd. Een daverend gejuich begroet H. M-
wanneer de gala-calèche door de Paleisstraat
den Dam oprijdt en daar stilhoudt voor den
ingang van het Paleis. Het militaire muziek
korps zet plechtig het volkslied in en tien
duizenden kelen stemmen er spontaan mee
in. Als 'n feestelijke hymne klinkt het Wil
helmus over het wijde plein, waarvan de
versiering fonkelt en glanst in het licht van
den middag. De eerewacht houdt het geweer
gepresenteerd. De huzaren van het eere
escorte houden met getrokken sabel stand
met het gelaat naar het paleis gekeerd, en
de landsmoeder luistert diep bewogen, staan
de in haar calèche eenige oogenblikken naar
dezen massalen samenzang.
Hr. Ms. betreedt nu het paleis. De menigte
begint opnieuw te juichen en zij blijft roepen
totdat de balcondeuren zich openen en de
vorstin zich opnieuw aan haar volk vertoont.
Als groote golven van geluid slaat de jubel
over den Dam, weerkaatsend tegen den hoo-
gen statigen voorgevel van het paleis. Neder
lands jubileerende Koningin en haar volk
zijn vereend in dit uur in één overweldigen
den jubel.