c.
LEVENDIGE HANDEL
in gestolen fietsen
ontdekt.
WOENSDAG 15 MAART 1939
f ft
Succes der Hilversumsche politie.
COMMISSIONNAIR IN EFFECTEN
VEROORDEELD.
VRACHTAUTO DOOR TRAM
AANGEREDEN.
GROOTHANDEL DOOR PERSONEEL
BESTOLEN.
EEN ROMAN-PRIJSVRAAG.
DE WARENHUISBRAND TE
UTRECHT.
Nog altijd werk voor de brandweer.
lm oom
MOTORDIEF GEGREPEN.
HET VLIEGVELD TE KATWIJK.
itehJ&aluJggAüi -uaoJt Xeo
Die moest het geschreven hebben, toen hij
in de kajuit lag, voor Jan Kedin naar den
wal ging, want de enveloppe zag er heele-
maal nieuw uit, zonder eenig plekje of vouwtje.
Ze had vast en zeker niet lang in de een
of andere la gelegen, zooals met dergelijke
documenten meestal het geval was. Hoe langer
....en zoo snel hij kon, zwom hij naar
de kust terug.
Jan Kedin er over prakkizeerde, hoe meer
hij er van overtuigd was, dat de kapitein
het testament op den laatsten dag van zijn ver
blijf aan boord had gemaakt. Verder was het
voor Jan Kedin een mysterie. Hij nam zich voor
er niet meer aan te denken en maakte alles
voor ziin tocht naar het binnenland gereed. Hij
kreeg opeens groote lust in een zwempartijtje
en voor de laatste maal begaf hij zich naar de
„Esperanza" en sprong van het dek in een groot
'stuk diep water. Heerlijk Dat hij daaraan niet
vroeger had gedacht, hij zwom met forsche sla
gen in het rond en stevende daarna op den
horizon af, overmoedig. Hij voelde zich sterk
en in staat, kilometers ver te zwemmen en
hoopte, in de zee rond de kaap te kunnen kijken,
die de rest van het eiland voor hem verborg.
Een tijd lang dreef hij op zijn rug, nieuwe
krachten verzamelend. Toen hij weer den school
slag inzette, zag hij in de verte opeens iets, dat
hem bijna van schrik deed zinken. Hij kon zich
een oogenblik slechts met moeite boven water
houden en tuurde naar een wezen, dat in de
verte voor hem uit zwom.
Was het een haai? Neen, daar leek het veel
te groot voor; het kronkelde langs den horizon
voort en had een glinsterend donkerbruin lijf
dat zoo hard leek als staal.... En spichtige
glimmende vinnen.Het lijf ging met spron
gen op en neer.... Het moest wel zoo'n zee
slang zijn, waarover de kranten dikwijls schre
ven, een geheimzinnig, monsterachtig dier, dat
soms uit de diepten der oceanen naar boven
kwam
Jan Kedin gunde zich geen tijd meer om te
kijken en zoo snel hij kon, zwom hij naar de
kust terug. Even flitste het door hem heen, dat
de bewegingen van zijn armen en beenen de
aandacht van het monster zouden trekken. Het
kon hem niet weerhoudenDe kust leek nog
ver weg en bijna onbereikbaar.Onwillekeu
rig probeerde hij, zoo onopvallend mogelijk te
zwemmen. Hij dook met zijn hoofd' half onder
water, als een struisvogel die zijn kop in het
zand steekt, in den waan zich voor zijn vijand
te verbergen.
En na een vertwijfelde race stootte hij adem
loos tegen de eerste rotsen. Krampachtig klamte
hij er zich met zijn handen aanvast; niet instaat,
zich op te hijschen. Zijn hart sprong bijna uit
zijn lichaam, zoo had hij zich ingespannen, het
klopte onbedaarlijk
Ten langen leste was hij in staat op de rots
te klimmen. Spoedig ontdekten zijn oogen de
zeeslang weer. Jan Kedin tuurde er aandachtig
heen. Hij had er nu, op de meer dan tien meter
hoogen rots, een veel beter gezicht op dan toen
hij in het water rond spartelde en opeens be
merkte hij, met een gezichtsbedrog te doen te
hebbenHet waren dolfijnen. Telkens zag
hij er een boven het water uitspringen. Zooals
natte ruggen vertoonden, hadden ze inderdaad
veel van een slang weg. Het was heel verklaar
baar, dat hij op het eerste gezicht een gewel
dig beest meenden te zien. Hij herkende ze' nu
echter duidelijk, de dolfijnen. Menigmaal had
hij er foto's van gezien in de geïllustreerde bla
den. En hoe de dolfijnen zwommenOpge
lucht en uiterst dankbaar, nog trillend van de
emotie en inspanning volgde Jan Kedin hen
in hun vroolijk spel, tot de ondergaande zon
hem aanmaande, te zorgen, veilig aan land te
komen. Het duurde nog even, voor hij het aan
durfde, zich van de rots in het water te laten
glijden en de ongeveer vijftig meter naar „Es
peranza" te zwemmen, tot aan den touwladder.
Onderweg kreeg de angst hem nog even te
pakken. Hij had heelemaal niet aan haaien ge
dacht, die allicht in de ziee zouden voorkomen.
Nog even spurtte hij en hij haalde pas ruim
adem, toen hij weer veilig op het dek van de
„Esperanza" stond
TIENDE HOOFDSTUK.
DIEN morgen ontwaakte Jan Kedin met
een treurig gevoel. Het was, alsof alles
veel minder mooi was geworden, de zon
lang zoo vroolijk niet scheen en het gedruisch
der golven een weemoedig lied was. Hij was
nu heelemaal alleen. Vanzelf zwierven zijn
oogen naar het kleine heuveltje met den
grooten steen erop, waaronder zijn vriend, de
kapitein, den eeuwigen slaap sliep. Hij was
eigenlijk een beetje bang om er heen te gaan.
De doode daar boezemde hem een beetje schrik
in, tevergeefsch probeerde hij zich te verman
nen, maar het ging niet en tenslotte dacht hij
het maar het beste, naar een ander gedeelte van
't eiland te trekken en daar een hutje te bouwen.
Piet, de kat, kwam met langgerekten staart
op hem toegeloopen, klagelijk miauwend. Die
voelde zich blijkbaar ook niet al te best. Even
voelde Jan Kedin de waterlanders opkomen,
toen hij vriendelijk over Piet's gekromden rug
streelde. Hij duwde ze met zijn vuist weg, zette
Piet op een schouder en begon zijn eersten toch
het eiland in.
Hij klom eerst een stuk naar boven, tegen
een steile helling op, die bezaaid was met rol
lende steenen, waardoor hij telkens uitgleed.
Gelukkig was er hier en daar een stevig hard
gras en stonden er tusschen de grootere steen-
brokken stevige struiken, waaraan hij zich kon
vastklemmen, als zijn beenen hem begaven en
hij Piet's scherpe nagels in zijn hals voe e.
Hij zette de kat tenslotte maar op den grond
neer, dat kleine speelsche dier zou em we
volgen en het kon zich beter bewegen an hij.
Na een half uur klimmen bereikte hij een punt,
waar hij ver weg kon zien; achter hem lag de
zee en hij ontwaarde in de diepte het wrak van
de „Esperanza", dat bijna door de branding
overspoeld leek. Hij tuurde nog of hij het graf
van den kapitein ontdekken kon, zag echter
niets. Daar beneden waren alle steenhopen pre
cies eender, misschien lag het graf ook wel
achter een plooi van den heuvel, waarop hij
nu stond.
Voor hem uit strekte zich een eindelooze rij
heuvelruggen uit, met hier en daar een smal
dal. Nergens viel een levend wezen te beken
nen, de zeevogels vertoonden zich hier niet en
tusschen het struikgewas beneden was misschien
(Nadruk verboden).
wel wat gedierte, het viel echter niet te be
kennen zoo met het bloote oog. Jan Kedin ging
even op een grooten steen zitten, nam den spin-
nenden Piet op een knie en begon te peinzen.
Het zou werkelijk niet goed zijn, zoo heele
maal ongewapend verder te trekken, want hij
wist toch niet, of zich misschien verderop ge
vaarlijke dieren ofg evaarlijke menschen
bevonden. Het was in ieder geval zaak duchtig
op te passen en iets bij de hand te hebben, dat
van dienst kon zijn, wanneer het noodig was.
Van het touw, dat hij had meegenomen, maakte
hij een Argentijnschen lasso, afgaande op de her
innering van wat hij eens in een boek gelezen
had; een drie-ledig touw, met aan elk uiteinde
een ronden steen. Hij zwaaide het nieuwe wa
pen, waarvan hij de steenen met groote moeite
met gesplitst touw goed had weten vast te
maken,o m te probeeren boven zijn hoofd. Oef,
de kogels suisden langs zijn ooren, hij had haast
zichzelf geraakt, met zoo'n ding moest je nog
flink oefenen, voordat je het behoorlijk hantee-
ren kon.
Bijna raakte hij Piet, toen hij de steenen langs
den grond zwaaide. Die stak verachtelijk zijn
staart omhoog en begon te blazen. „Doe maar
niet zoo dik", zei Jan Kedin lachend, „als ik
je raak ben je nog niet gelukkig". Terwijl hij
dit zei, lette hij niet op de richting van zijn
zwaaienden lasso en pats, de steenen sloegen
tegen zijn linker wreef en deden hem bijna dub-
belslaan van pijn. De lasso vloog uit zijn handen
en hij moest kreunend weer gaan zitten, terwijl
Piet, in wiens richting het ding vloog overhaast
en luid miauwend de vlucht nam. Jan Kedin
moest zjch op de tanden bijten om het niet
uit te schreeuwen, slechts heel langzaam ver
dween de pijn. Het gaf hem moed; zijn wapen
zou hem goede diensten verleenen, want als
het ding al zoo aankwam, terwijl hij het maar
losjes rondzwaaide, dan moest het fataal zijn,
wanneer hij het met volle kracht in het rond
sloeg.
Hij stond welgemoed op en trok verder; nu
iets meer vastberaden en met de zekerheid, zijn
mannetje te kunnen staan. Zoo daalde hij den
heuvel af, gevolgd door Piet, die hem blijkbaar
Hij zwaaide het nieuwe wapen
niet kwijt wilde raken en met zijn staart om
hoog even welgemoed het onbekende land bin
nenstapte.
(Wordt vervolgd.)
GROOTE GEZINNEN
TE NOORDWIJKERHOUT.
HET BOUWEN VAN VLIEGTUIGEN
IN NEDERLAND.
Iweede-KamerlicI Bongaerts
ctelt vragen.
DE PARKEERGELDHEFFINGEN.
VERZANDING VAN „DE STROOPPOT'
Een der Hilversumsche rechercheurs, die
speciaal belast is met het onderzoek inzake
de talrijke en zoo moeilijk op te lossen fiet
sendiefstallen, heeft in de afgeloopen dagen
een bijzonder succes geboekt. Hem kwam ter
oore, dat in het Huis van Bewaring te Am
sterdam een 30-jarig Hilversummer, zekere
De W. „logeerde", die wel het een en ander
zou weten van gestolen fietsen. Met toestem
ming van den Officier van Justitie werd de
man gehoord en toen kwam er heel wat aan
het licht. De man bekende namelijk, een zeer
groot aantal te Amsterdam gestolen rijwielen
in Hilversum te hebben verkocht. Als leve
rancier en dief der fietsen wees hij een Am
sterdammer, den 36-jarige N. aan, die daarop
door de rechercheurs in samenwerking met
de Amsterdamsche politie in zijn woning
werd gearresteerd. Deze werd overgebracht
naar Hilversum, maar tijdens de verhooren
bleef hij ontkennen, hetgeen hem echter niet
baten zal, daar de recherche over een serie
bewijzen beschikt. De Hilversumsche logé
in het Huis van Bewaring wist zich namelijk
nog vele adressen te herinneren, waar hij
de gestolen karretjes van de hand had ge
daan en zoo toog de Hilversumsche politie
auto er tot diep in den nacht op uit om deze
op te sporen. Het resultaat was, dat bij een
aantal particulieren in Hilversum en omge
ving, o.m. ook te 's Graveland en Blaricum
niet minder dan in totaal zeventien gestolen
fietsen in beslag werden genomen, terwijl
men verwacht er nog een flink aantal bij te
krijgen.
Men vermoedt, dat er 'n levendige ruilhan
del in gestolen fietsen bestond. De te Am
sterdam gestolen fietsen werden in het Gooi
van de hand gedaan, terwijl omgekeerd de in
Hilversum en omgeving gekaapte rijwielen
ln de hoofdstad werden verkocht.
Het onderzoek is nog in vollen gang. In-
tusschen is, als verdacht van heling, nog een
34-jarig Hilversummer aangehouden, die
later, na verhoor, weer op vrije voeten is
gesteld.
De zeventien tot nu toe opgespoorde fiet
sen en de Amsterdammer, die ze stal, zullen
aan de hoofdstedelijke recherche worden
overgegeven, die dit zaakje verder zal uitzoe
ken. De Hilversumsche recherche speurt
inmiddels verder.
Chauffeur liep een hersenschudding op.
Men meldt ons uit Amsterdam:
Maandagmiddag is op de Stadhouderska
de bij het Rijksmuseum een vrachtauto van
een waschinrichting in botsing gekomen met
een tramwagen van lijn 6- De chauffeur van
de vrachtauto heeft vermoedelijk den .tram
wagen, die bij het rijksmuseum een bocht
maakte, niet tijdig gezien. De auto werd door
de tram in de flank gegrepen-
De bestuurder van de auto raakte bekneld
tusschen het stuurwiel en de lading wasch-
goed, die ten gevolge van den schok naar
voren schoof. Toen men erin geslaagd was
hem te bevrijden uit zijn benauwde, positie
bleek, dat hij een hersenschudding had op-
geloopen.
De G. G. en G. D.a heeft den man naar het
Wilhelminagasthuis overgebracht.
Men meldt ons uit Amsterdam:
Verleden jaar ontdekte de recherche, dat
bij een engroshandel in tapijten, gordijnen
etc., gevestigd aan den N. Z. Voorburgwal
op groote schaal door personeel werd ge
stolen. Behalve een aantal leden van dit
personeel arresteerde de politie eenige man
nen, verdacht van heling van de verduis
terde goederen.
De rechtbank legde zware straffen op en
vijf van de betrokkenen stonden ln hooger
beroep voor het gerechtshof terecht. Twee
employe's van de benadeelde zaak waren
wegens verduistering in dienstbetrekking
veroordeeld tot vier maanden gevangenis
straf. Het hof bevestigde deze vonnissen.
Een behanger was wegens heling hij
had tegen lage prijzen een deel van de goe
deren gekocht veroordeeld tot een jaar
gevangenisstraf met aftrek van de voorloo-
pige hechtenis- Ook dit vonnis werd beves-
igd- Een winkelier uit Hilversum was door
de rechtbank vrijgesproken van de hem
ten laste gelegde heling- Het hof echter
veroordeelde hem tot zes maanden gevan
genisstraf.
Een werkman, die wegens heling tot awee
jaar was veroordeeld, werd door het hof
met een jaar gevangenisstraf met aftrek van
voorarrest gestraft-
Hof beval zijn onmiddellijke
gevangenneming.
Het gerechtshof te Amsterdam, gepresi
deerd door mr. Joh. M. Jolles, heeft van
morgen een Amsterdamschen commission-
nair in effecten wegens verduistering van
een familiekapitaal veroordeeld tot een ge
vangenisstraf van anderhalf jaar. Voorts
gelastte het hof de onmiddellijke gevangen
neming van den verdachte, op grond, dat er
vrees voor vlucht bestaat.
Verdachte was niet ter zitting versche
nen, hij had zich door zijn verdedigers laten
vertegenwoordigen.
Ook de rechtbank had hem indertijd ver
oordeeld tot anderhalf jaar gevangenisstraf
echter zonder het bevel tot gevangenneming
te geven. Zoowel de officier van justitie als
de verdachte waren van dit vonnis in hoo
ger beroep gekomen.
De procureur-generaal mr. J. Versteeg
eischte na een uitvoerig getuigenverhoor
een gevangenisstraf van drie jaar en verd.'s
gevangenneming bij de uitspraak van het
arrest.
Aan verdachte waren drie feiten tenlaste
gelegd, waarvan het hof er twee bewezen
achtte.
In de eerste plaats had A. N. aan den verd.
voor 1922, toen hij nog een commissionnair
was, een aantal effecten ter waarde van
50.000 te beheeren gegeven. In 1922 nam
hij deze effecten op in zijn commissionnairs-
zaak. Aanvankelijk aldus overwoog het
hof voerde hij een normaal beheer, doch
later ging hij met de effecten speculeeren.
Hij stuurde aan A. N. geen regelmatige re
kening en verantwoording of afschrift van
rekening courant.
In 1933 was het geheele vermogen verspe-
culeerd. Soms stuurde hij afrekeningen,
waarop fondsen voorkwamen, die reeds lang
verkocht waren.
Het arrest somt eenige fondsen op, die'
verd. onder zich had om die als zaakgelastig
de te beheeren, doch die door verd. te gelde
zijn gemaakt. De opbrengst heeft hij ten
eigen bate aangewend. Op deze gronden ver
wierp het hof het verweer van de verdedi
ging, dat verd.'s handelingen gedekt waren
door een door A. N. afgegeven volmacht. Het
hof achtte de verduistering van de opbrengst
van de in het arrest genoemde effecten be
wezen.
Het tweede deel van de tenlaste legging,
verduistering van effecten ten nadeele van
den inmiddels overleden broer van A. N.,
Alb. N. achtte het hof niet bewezen, omdat
er geen verklaring van den rechthebbende
is, waaruit zou blijken, dat verdachte weder
rechtelijk heeft gehandeld. Het derde ten
laste gelegde betreft de verduistering ten
nadeele van C. N., de dochter van Alb. N.
Verdachte had voor een bedrag van 22.000
aan pandbrieven, eigendom van C. N. in be
heer in zijn zaak opgenomen als leendepot
op een oogenblik, waarop hij zelf zeer som
ber over de financieele toestanden van zijn
zaak dacht. Hij schreef in dien tijd o.a., dat
een deconfiture te verwachten was, dat de
toestand tusschen hangen en wurgen niet
langer was uit te houden en dat de familie
en vrienden moesten helpen om de zaak
weer op te bouwen. De familie echter was
niet bereid om te helpen.
Dat verd. later weer in staat is geweest
het leendepot aan te zuiveren acht het hof
niet een handeling, die de verduistering uit
schakelt, omdat dit toen niet te voorzien
was. Verdachte heeft als heer en meester
over de pandbrieven beschikt.
Het hof achtte de gepleegde verduisterin
gen hoogst ernstig en ergerlijk en legde op
(jp—gronden bovengenoemde straf op.
Bij het jubileum van de Salamander-reeks.
De uitgeefster van de Salamander-reeks,
N.V. Em. Quarido's Uitgevers-maatschappij
te Amsterdam, heeft besloten de Nederland-
sche schrijfsters en schrijvers uit te noodi-
gen tot het inzenden van een manuscript van
een nog niet verschenen of reeds verschenen,
doch uitverkochten roman, die als vijftigste
deel, bij wijze van jubileum-uitgave, in de
Salamander-reeks zal verschijnen.
De voor dit doel gekozen roman, hetzij het
een nog niet gepubliceerd werk, hetzij het
een herdruk is, wordt voor één druk gehono
reerd met 1000.— het tweede en derde in
aanmerking komende manuscript, waarvan
zich de uitgevers-maatschappij het recht van
uitgave voorbehoudt, wordt respectievelijk,
evenzoo voor één druk, gehonoreerd met een
bedrag van 300 en 200-
De gelegenheid tot inzending vangt aan in
de derde week van Maart en eindigt in de
derde week van Juni.
De Utrechtsche brandweer heeft gisteren
nog den geheelen dag door met een paar
slangen water gegeven in de ruïne van het
uitgebrande warenhuis. Telkens opnieuw
laaiden de vlammen weer ergens op en om
streeks zes uur gisteravond dreven weer'
dikke, witte wolken van verdampend blusch-
water boven de ravage uit, die den geheelen
dag door nog in het middelpunt der belang
stelling stond. Het publiek kon nu iets dich
ter bij de ruïne worden toegelaten en het
heeft daarvan een dankbaar gebruik gemaakt.
Een gedeelte van de muren is reeds om
vergehaald, omdat het doorgaand verkeer
daar zoolang onmogelijk kon passeeren- Maar
er staat nog altijd een massief brok, dat
eveneens zal moeten vallen, voordat het ver
keer weer normaal zal kunnen plaats vinden.
- De Zeister tram met haar kwartier-dienst
naar en van Utrecht ondervindt daardoor een
ernstige belemmering. Maar ook het door
gaand verkeer, dat in de Jaarbeursdagen zoo
intens is, wordt er door verplicht, langs om
wegen het hart van de stad te bereiken of
te verlaten.
Men had echter de hoop, dat hedenochtend
het slooperswerk zoover zou zijn, dat het
verkeer in de Viestraat weer zou kunnen
worden toegelaten.
Men meldt ons uit Amsterdam:
De eigenaar van een motorrijwiel par
keerde zijn eigendom Maandagmiddag aan de
Zuider Amstellaan en begaf zich in een
woning aldaar, die hij na eenige minuten
weer verliet, om tot de ontdekking te ko
men, dat onbevoegden er met zijn motor
vandoor waren gegaan. Hij waarschuwde
daarop een tweetal agenten van de motor
brigade, die toevallig passeerden. Deze be
gonnen direct in snelle vaart de omgeving
af te zoeken en slaagden er na eenigen tijd
in op den Zuidelijken Wandelweg den on-
rechtmatigen bezitter van het motorrijwiel,
dat zoo juist ontvreemd was, aan te houden.
De dief bleek een zeventienjarige jongeman
te zijn, die in Zuid woont. Hij werd terstond
in het politiebureau Pieter Aertzstraat op
gesloten.
De politie heeft in verband met deze aan
houding gisteren nog twee motorrijwielen in
beslag genomen, welke geparkeerd stonden
in een garage in Zuid- De eigenaars waren
al in geen weken komen opdagen. Het komt
de politie niet onwaarschijnlijk voor, dat
dezelfde jongeman die gistermiddag weer
zijn slag had geslagen, ook bovenbedoelde
motorrijwielen heeft ontvreemd
De verschillende eigenaren van gronden,
waarop het vliegveld te Katwijk aan den Rijn
zal worden aangelegd, zijn tegen Donderdag
a.s. bijeengeroepen in hotel „De Roskam" te
I'atwijk ter bespreking van den definitieven
aankoop der desbetreffende gronden door
tiet rijk.
ze achter elkander zwommen en regelmatig hun
Het bestuur der woningbouwvereeniging
te Noordwijkerhout overweegt het plan, over
te gaan tot den bouw van woningen voor
groote gezinnen, zulks overeenkomstig de
circulaire van den minister van Binnenland-
sche Zaken. De minister verstaat hieronder
gezinnen van minstens zeven leden, t.w. man,
vrouw en 5 kinderen.
Bij een door het bestuur opgemaakte sta
tistiek is gebleken, dat in Noordwijkerhout
367 gezinnen uit minstens zeven personen
bestaan, d.w.z. 29 pet. van het aantal gezin
nen in die gemeente.
Er zijn 87 gezinnen met 7 leden, 81 met 8
leden, 61 met 9 leden, 40 met 10 leden, 31
met 11 leden, 24 met 12 leden 17 met 13 leden
6 met 14 leden; 5 met 15 leden, 6 met 16 leden
en 1 met 18 leden.
Het Tweede-Kamer-lid Bongaerts heeft
aan de ministers van defensie, van water
staat en van koloniën de volgende vragen
gesteld:
Is het waar, dat de besprekingen van de
commissieVan Duim inzake de bestelling
van voorloopig ongeveer veertig vliegtuigen
in Amerika door de regeering zijn opge
schort, in afwachting van den uitslag van een
commissoriaal onderzoek naar de mogelijk
heid om die vliegtuigen in Nederland te
bouwen?
Is den minister bekend, dat de Nederland-
sche vliegtuignijverheid uitgerust en onder
legd is om in de Nederlandsche behoeften
aan vliegtuigen te voorzien, alsmede dat iij
gereed staat zich uit te breiden naarmate
die behoeften dat, bij uitzetting, zouden vor
deren, mits zij tijdig daartoe tot overleg
wordt genoodigd?
Is het waar, dat, geen voldoende of doel
matig contact bestaat tusschen de instanties,
die voor de dekking van de Nederlandsche
behoeften aan vliegtuigen besprekingen voe
ren en bestellingen doen ©enerzijds en de in
Nederland gevestigde vliegtuignijverheid an
derzijds?
Zoo ja, is dan de regeering bereid onver
wijld een officieele permanente instantie in
het leven te roepen ter overbrugging van die
leemte, zoowel in 't belang van de dekking
van vliegtuigbehoeften in eigen land als in
het belang van de uitbreiding van werkge
legenheid in Nederland?
Ingrijpen van de regeering
Het is nu reeds meer dan twee jaar ge
leden, dat de toenmalige minister van Bin-
nenlandsche Zaken zich verzette tegen het
invoeren van gemeentelijke belastingen op
het parkeeren van auto's buiten daarvoor
speciaal ingerichte parkeerterreinen. Sinds-
dien is, schrijft ons de K.N.A.C.,
damsche parkeerbelasting verdwenen, dè5
Haagsche wel de allerergste en alleron-
billijkste is blijven voortbestaan omdat
zij toen nu eenmaal bestond en de règeering
van oordeel was niet te mogen vernietigen
wat zij vroeger had vergund.
Nieuwe parkeerbelastingen zijn sindsdien
voor zoover bekend niet meer ingevoerd.
Men weet, dat de K.N.A.C. in tal van re-
questen aan de regeering en andere over
heidsinstanties het heffen van „parkeergel-
den" steeds heeft bestreden. Talrijke publi
caties zijn harerzijds daarover verschenen.
Daarbij heeft de K.N.A.C. bij herhaling er
op gewezen, dat het door de regeering Inge
nomen, hierboven omschreven standpunt
weinig effectief was omdat al mochten dan de
gemeenten geen „parkeerbelasting" meer
heffen, zij vrij bleven ln een anderen vorm
hetzelfde doel te bestreven, n.l. door het ver
pachten tegen vaak aanzienlijke pacht
sommen van parkeergelegenheden op den
openbaren weg, een systeem, dat vooral te
Utrecht op een zeer intensieve en elke
contróle van hoogerhand onttrokken wijze
wordt beoefend en dat ook elders navolging
vond.
Bedriegen de teekenen niet, dan schijnt,
aldus de K.N.A.C., eindelijk de regeering zich
ook met deze wijze van parkeergeldheffingen
te willen gaan bemoeien.
Blijkens een brief van den minister van
Binnenlandsche Zaken aan de colleges van
Gedeputeerde Staten heeft de minister ge
vraagd: in welke gemeenten krachtens vroe
ger goedgekeurde verordeningen nog par-
keergeld geheven wordt en in welke gemeen
ten zich het geval voordoet dat voor open
baren dienst bestemde gemeentegrond aan
particulieren verhuurd wordt met de be
voegdheid gelden te 'erderen voor het par
keeren met motorr- -en op deze gehuurde
terreinen, zulks mi t ip) aaf van de grootte
der aan de gemeenten betaalde huursommen
en zoo mogelijk ook van de jaarlijksche
opbrengst der door de particulieren geheven
parkeergelden.
Nieuw onderzoek door deskundigen.
Met betrekking tot de inlichtingen op het
adres van G. Rijsdijk Jzn. te Zwijndrecht,
houdende verzoek om toekenning van scha
devergoeding in verband met de uitvoering
van werken door den rijkswaterstaat bij den
rivierarm „De Strooppot", schrijft de minis
ter van
Waterstaat aan de Eerste Kamer, dat
het hem nuttig voorkomt, dat deze aanspra
ken tot schadevergoeding nog eens objec
tief getoetst worden, waarbij ook het vroeger
reeds naar voren gekomen materiaal in het
geding kan worden gebracht. De minister
heeft zich deze toetsing gedacht door een
"jet-ambtelijke commissie van drie deskun
digen, die nimmer bij deze zaak betrokken
zijn geweest.
PRODUCTIE VAN ELECTRICITEIT IN
NEDERLAND.
Stijging met 14 pCt. sinds verleden
jaar Februari.
Blijkens door het centraal bureau voor de
statistiek verzamelde gegevens, hebben de
electriciteitsfabrieken, die in de openbare
stroombehoefte voorzien, in de maand Fe
bruari 219 millioen kwh. aan de netten af
gegeven. Deze afgifte overtreft die van Fe
bruari 1938 met 27 millioen kwh. (14 pet.)