c. LEVENDIGE HANDEL in gestolen fietsen ontdekt. WOENSDAG 15 MAART 1939 f ft Succes der Hilversumsche politie. COMMISSIONNAIR IN EFFECTEN VEROORDEELD. VRACHTAUTO DOOR TRAM AANGEREDEN. GROOTHANDEL DOOR PERSONEEL BESTOLEN. EEN ROMAN-PRIJSVRAAG. DE WARENHUISBRAND TE UTRECHT. Nog altijd werk voor de brandweer. lm oom MOTORDIEF GEGREPEN. HET VLIEGVELD TE KATWIJK. itehJ&aluJggAüi -uaoJt Xeo Die moest het geschreven hebben, toen hij in de kajuit lag, voor Jan Kedin naar den wal ging, want de enveloppe zag er heele- maal nieuw uit, zonder eenig plekje of vouwtje. Ze had vast en zeker niet lang in de een of andere la gelegen, zooals met dergelijke documenten meestal het geval was. Hoe langer ....en zoo snel hij kon, zwom hij naar de kust terug. Jan Kedin er over prakkizeerde, hoe meer hij er van overtuigd was, dat de kapitein het testament op den laatsten dag van zijn ver blijf aan boord had gemaakt. Verder was het voor Jan Kedin een mysterie. Hij nam zich voor er niet meer aan te denken en maakte alles voor ziin tocht naar het binnenland gereed. Hij kreeg opeens groote lust in een zwempartijtje en voor de laatste maal begaf hij zich naar de „Esperanza" en sprong van het dek in een groot 'stuk diep water. Heerlijk Dat hij daaraan niet vroeger had gedacht, hij zwom met forsche sla gen in het rond en stevende daarna op den horizon af, overmoedig. Hij voelde zich sterk en in staat, kilometers ver te zwemmen en hoopte, in de zee rond de kaap te kunnen kijken, die de rest van het eiland voor hem verborg. Een tijd lang dreef hij op zijn rug, nieuwe krachten verzamelend. Toen hij weer den school slag inzette, zag hij in de verte opeens iets, dat hem bijna van schrik deed zinken. Hij kon zich een oogenblik slechts met moeite boven water houden en tuurde naar een wezen, dat in de verte voor hem uit zwom. Was het een haai? Neen, daar leek het veel te groot voor; het kronkelde langs den horizon voort en had een glinsterend donkerbruin lijf dat zoo hard leek als staal.... En spichtige glimmende vinnen.Het lijf ging met spron gen op en neer.... Het moest wel zoo'n zee slang zijn, waarover de kranten dikwijls schre ven, een geheimzinnig, monsterachtig dier, dat soms uit de diepten der oceanen naar boven kwam Jan Kedin gunde zich geen tijd meer om te kijken en zoo snel hij kon, zwom hij naar de kust terug. Even flitste het door hem heen, dat de bewegingen van zijn armen en beenen de aandacht van het monster zouden trekken. Het kon hem niet weerhoudenDe kust leek nog ver weg en bijna onbereikbaar.Onwillekeu rig probeerde hij, zoo onopvallend mogelijk te zwemmen. Hij dook met zijn hoofd' half onder water, als een struisvogel die zijn kop in het zand steekt, in den waan zich voor zijn vijand te verbergen. En na een vertwijfelde race stootte hij adem loos tegen de eerste rotsen. Krampachtig klamte hij er zich met zijn handen aanvast; niet instaat, zich op te hijschen. Zijn hart sprong bijna uit zijn lichaam, zoo had hij zich ingespannen, het klopte onbedaarlijk Ten langen leste was hij in staat op de rots te klimmen. Spoedig ontdekten zijn oogen de zeeslang weer. Jan Kedin tuurde er aandachtig heen. Hij had er nu, op de meer dan tien meter hoogen rots, een veel beter gezicht op dan toen hij in het water rond spartelde en opeens be merkte hij, met een gezichtsbedrog te doen te hebbenHet waren dolfijnen. Telkens zag hij er een boven het water uitspringen. Zooals natte ruggen vertoonden, hadden ze inderdaad veel van een slang weg. Het was heel verklaar baar, dat hij op het eerste gezicht een gewel dig beest meenden te zien. Hij herkende ze' nu echter duidelijk, de dolfijnen. Menigmaal had hij er foto's van gezien in de geïllustreerde bla den. En hoe de dolfijnen zwommenOpge lucht en uiterst dankbaar, nog trillend van de emotie en inspanning volgde Jan Kedin hen in hun vroolijk spel, tot de ondergaande zon hem aanmaande, te zorgen, veilig aan land te komen. Het duurde nog even, voor hij het aan durfde, zich van de rots in het water te laten glijden en de ongeveer vijftig meter naar „Es peranza" te zwemmen, tot aan den touwladder. Onderweg kreeg de angst hem nog even te pakken. Hij had heelemaal niet aan haaien ge dacht, die allicht in de ziee zouden voorkomen. Nog even spurtte hij en hij haalde pas ruim adem, toen hij weer veilig op het dek van de „Esperanza" stond TIENDE HOOFDSTUK. DIEN morgen ontwaakte Jan Kedin met een treurig gevoel. Het was, alsof alles veel minder mooi was geworden, de zon lang zoo vroolijk niet scheen en het gedruisch der golven een weemoedig lied was. Hij was nu heelemaal alleen. Vanzelf zwierven zijn oogen naar het kleine heuveltje met den grooten steen erop, waaronder zijn vriend, de kapitein, den eeuwigen slaap sliep. Hij was eigenlijk een beetje bang om er heen te gaan. De doode daar boezemde hem een beetje schrik in, tevergeefsch probeerde hij zich te verman nen, maar het ging niet en tenslotte dacht hij het maar het beste, naar een ander gedeelte van 't eiland te trekken en daar een hutje te bouwen. Piet, de kat, kwam met langgerekten staart op hem toegeloopen, klagelijk miauwend. Die voelde zich blijkbaar ook niet al te best. Even voelde Jan Kedin de waterlanders opkomen, toen hij vriendelijk over Piet's gekromden rug streelde. Hij duwde ze met zijn vuist weg, zette Piet op een schouder en begon zijn eersten toch het eiland in. Hij klom eerst een stuk naar boven, tegen een steile helling op, die bezaaid was met rol lende steenen, waardoor hij telkens uitgleed. Gelukkig was er hier en daar een stevig hard gras en stonden er tusschen de grootere steen- brokken stevige struiken, waaraan hij zich kon vastklemmen, als zijn beenen hem begaven en hij Piet's scherpe nagels in zijn hals voe e. Hij zette de kat tenslotte maar op den grond neer, dat kleine speelsche dier zou em we volgen en het kon zich beter bewegen an hij. Na een half uur klimmen bereikte hij een punt, waar hij ver weg kon zien; achter hem lag de zee en hij ontwaarde in de diepte het wrak van de „Esperanza", dat bijna door de branding overspoeld leek. Hij tuurde nog of hij het graf van den kapitein ontdekken kon, zag echter niets. Daar beneden waren alle steenhopen pre cies eender, misschien lag het graf ook wel achter een plooi van den heuvel, waarop hij nu stond. Voor hem uit strekte zich een eindelooze rij heuvelruggen uit, met hier en daar een smal dal. Nergens viel een levend wezen te beken nen, de zeevogels vertoonden zich hier niet en tusschen het struikgewas beneden was misschien (Nadruk verboden). wel wat gedierte, het viel echter niet te be kennen zoo met het bloote oog. Jan Kedin ging even op een grooten steen zitten, nam den spin- nenden Piet op een knie en begon te peinzen. Het zou werkelijk niet goed zijn, zoo heele maal ongewapend verder te trekken, want hij wist toch niet, of zich misschien verderop ge vaarlijke dieren ofg evaarlijke menschen bevonden. Het was in ieder geval zaak duchtig op te passen en iets bij de hand te hebben, dat van dienst kon zijn, wanneer het noodig was. Van het touw, dat hij had meegenomen, maakte hij een Argentijnschen lasso, afgaande op de her innering van wat hij eens in een boek gelezen had; een drie-ledig touw, met aan elk uiteinde een ronden steen. Hij zwaaide het nieuwe wa pen, waarvan hij de steenen met groote moeite met gesplitst touw goed had weten vast te maken,o m te probeeren boven zijn hoofd. Oef, de kogels suisden langs zijn ooren, hij had haast zichzelf geraakt, met zoo'n ding moest je nog flink oefenen, voordat je het behoorlijk hantee- ren kon. Bijna raakte hij Piet, toen hij de steenen langs den grond zwaaide. Die stak verachtelijk zijn staart omhoog en begon te blazen. „Doe maar niet zoo dik", zei Jan Kedin lachend, „als ik je raak ben je nog niet gelukkig". Terwijl hij dit zei, lette hij niet op de richting van zijn zwaaienden lasso en pats, de steenen sloegen tegen zijn linker wreef en deden hem bijna dub- belslaan van pijn. De lasso vloog uit zijn handen en hij moest kreunend weer gaan zitten, terwijl Piet, in wiens richting het ding vloog overhaast en luid miauwend de vlucht nam. Jan Kedin moest zjch op de tanden bijten om het niet uit te schreeuwen, slechts heel langzaam ver dween de pijn. Het gaf hem moed; zijn wapen zou hem goede diensten verleenen, want als het ding al zoo aankwam, terwijl hij het maar losjes rondzwaaide, dan moest het fataal zijn, wanneer hij het met volle kracht in het rond sloeg. Hij stond welgemoed op en trok verder; nu iets meer vastberaden en met de zekerheid, zijn mannetje te kunnen staan. Zoo daalde hij den heuvel af, gevolgd door Piet, die hem blijkbaar Hij zwaaide het nieuwe wapen niet kwijt wilde raken en met zijn staart om hoog even welgemoed het onbekende land bin nenstapte. (Wordt vervolgd.) GROOTE GEZINNEN TE NOORDWIJKERHOUT. HET BOUWEN VAN VLIEGTUIGEN IN NEDERLAND. Iweede-KamerlicI Bongaerts ctelt vragen. DE PARKEERGELDHEFFINGEN. VERZANDING VAN „DE STROOPPOT' Een der Hilversumsche rechercheurs, die speciaal belast is met het onderzoek inzake de talrijke en zoo moeilijk op te lossen fiet sendiefstallen, heeft in de afgeloopen dagen een bijzonder succes geboekt. Hem kwam ter oore, dat in het Huis van Bewaring te Am sterdam een 30-jarig Hilversummer, zekere De W. „logeerde", die wel het een en ander zou weten van gestolen fietsen. Met toestem ming van den Officier van Justitie werd de man gehoord en toen kwam er heel wat aan het licht. De man bekende namelijk, een zeer groot aantal te Amsterdam gestolen rijwielen in Hilversum te hebben verkocht. Als leve rancier en dief der fietsen wees hij een Am sterdammer, den 36-jarige N. aan, die daarop door de rechercheurs in samenwerking met de Amsterdamsche politie in zijn woning werd gearresteerd. Deze werd overgebracht naar Hilversum, maar tijdens de verhooren bleef hij ontkennen, hetgeen hem echter niet baten zal, daar de recherche over een serie bewijzen beschikt. De Hilversumsche logé in het Huis van Bewaring wist zich namelijk nog vele adressen te herinneren, waar hij de gestolen karretjes van de hand had ge daan en zoo toog de Hilversumsche politie auto er tot diep in den nacht op uit om deze op te sporen. Het resultaat was, dat bij een aantal particulieren in Hilversum en omge ving, o.m. ook te 's Graveland en Blaricum niet minder dan in totaal zeventien gestolen fietsen in beslag werden genomen, terwijl men verwacht er nog een flink aantal bij te krijgen. Men vermoedt, dat er 'n levendige ruilhan del in gestolen fietsen bestond. De te Am sterdam gestolen fietsen werden in het Gooi van de hand gedaan, terwijl omgekeerd de in Hilversum en omgeving gekaapte rijwielen ln de hoofdstad werden verkocht. Het onderzoek is nog in vollen gang. In- tusschen is, als verdacht van heling, nog een 34-jarig Hilversummer aangehouden, die later, na verhoor, weer op vrije voeten is gesteld. De zeventien tot nu toe opgespoorde fiet sen en de Amsterdammer, die ze stal, zullen aan de hoofdstedelijke recherche worden overgegeven, die dit zaakje verder zal uitzoe ken. De Hilversumsche recherche speurt inmiddels verder. Chauffeur liep een hersenschudding op. Men meldt ons uit Amsterdam: Maandagmiddag is op de Stadhouderska de bij het Rijksmuseum een vrachtauto van een waschinrichting in botsing gekomen met een tramwagen van lijn 6- De chauffeur van de vrachtauto heeft vermoedelijk den .tram wagen, die bij het rijksmuseum een bocht maakte, niet tijdig gezien. De auto werd door de tram in de flank gegrepen- De bestuurder van de auto raakte bekneld tusschen het stuurwiel en de lading wasch- goed, die ten gevolge van den schok naar voren schoof. Toen men erin geslaagd was hem te bevrijden uit zijn benauwde, positie bleek, dat hij een hersenschudding had op- geloopen. De G. G. en G. D.a heeft den man naar het Wilhelminagasthuis overgebracht. Men meldt ons uit Amsterdam: Verleden jaar ontdekte de recherche, dat bij een engroshandel in tapijten, gordijnen etc., gevestigd aan den N. Z. Voorburgwal op groote schaal door personeel werd ge stolen. Behalve een aantal leden van dit personeel arresteerde de politie eenige man nen, verdacht van heling van de verduis terde goederen. De rechtbank legde zware straffen op en vijf van de betrokkenen stonden ln hooger beroep voor het gerechtshof terecht. Twee employe's van de benadeelde zaak waren wegens verduistering in dienstbetrekking veroordeeld tot vier maanden gevangenis straf. Het hof bevestigde deze vonnissen. Een behanger was wegens heling hij had tegen lage prijzen een deel van de goe deren gekocht veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf met aftrek van de voorloo- pige hechtenis- Ook dit vonnis werd beves- igd- Een winkelier uit Hilversum was door de rechtbank vrijgesproken van de hem ten laste gelegde heling- Het hof echter veroordeelde hem tot zes maanden gevan genisstraf. Een werkman, die wegens heling tot awee jaar was veroordeeld, werd door het hof met een jaar gevangenisstraf met aftrek van voorarrest gestraft- Hof beval zijn onmiddellijke gevangenneming. Het gerechtshof te Amsterdam, gepresi deerd door mr. Joh. M. Jolles, heeft van morgen een Amsterdamschen commission- nair in effecten wegens verduistering van een familiekapitaal veroordeeld tot een ge vangenisstraf van anderhalf jaar. Voorts gelastte het hof de onmiddellijke gevangen neming van den verdachte, op grond, dat er vrees voor vlucht bestaat. Verdachte was niet ter zitting versche nen, hij had zich door zijn verdedigers laten vertegenwoordigen. Ook de rechtbank had hem indertijd ver oordeeld tot anderhalf jaar gevangenisstraf echter zonder het bevel tot gevangenneming te geven. Zoowel de officier van justitie als de verdachte waren van dit vonnis in hoo ger beroep gekomen. De procureur-generaal mr. J. Versteeg eischte na een uitvoerig getuigenverhoor een gevangenisstraf van drie jaar en verd.'s gevangenneming bij de uitspraak van het arrest. Aan verdachte waren drie feiten tenlaste gelegd, waarvan het hof er twee bewezen achtte. In de eerste plaats had A. N. aan den verd. voor 1922, toen hij nog een commissionnair was, een aantal effecten ter waarde van 50.000 te beheeren gegeven. In 1922 nam hij deze effecten op in zijn commissionnairs- zaak. Aanvankelijk aldus overwoog het hof voerde hij een normaal beheer, doch later ging hij met de effecten speculeeren. Hij stuurde aan A. N. geen regelmatige re kening en verantwoording of afschrift van rekening courant. In 1933 was het geheele vermogen verspe- culeerd. Soms stuurde hij afrekeningen, waarop fondsen voorkwamen, die reeds lang verkocht waren. Het arrest somt eenige fondsen op, die' verd. onder zich had om die als zaakgelastig de te beheeren, doch die door verd. te gelde zijn gemaakt. De opbrengst heeft hij ten eigen bate aangewend. Op deze gronden ver wierp het hof het verweer van de verdedi ging, dat verd.'s handelingen gedekt waren door een door A. N. afgegeven volmacht. Het hof achtte de verduistering van de opbrengst van de in het arrest genoemde effecten be wezen. Het tweede deel van de tenlaste legging, verduistering van effecten ten nadeele van den inmiddels overleden broer van A. N., Alb. N. achtte het hof niet bewezen, omdat er geen verklaring van den rechthebbende is, waaruit zou blijken, dat verdachte weder rechtelijk heeft gehandeld. Het derde ten laste gelegde betreft de verduistering ten nadeele van C. N., de dochter van Alb. N. Verdachte had voor een bedrag van 22.000 aan pandbrieven, eigendom van C. N. in be heer in zijn zaak opgenomen als leendepot op een oogenblik, waarop hij zelf zeer som ber over de financieele toestanden van zijn zaak dacht. Hij schreef in dien tijd o.a., dat een deconfiture te verwachten was, dat de toestand tusschen hangen en wurgen niet langer was uit te houden en dat de familie en vrienden moesten helpen om de zaak weer op te bouwen. De familie echter was niet bereid om te helpen. Dat verd. later weer in staat is geweest het leendepot aan te zuiveren acht het hof niet een handeling, die de verduistering uit schakelt, omdat dit toen niet te voorzien was. Verdachte heeft als heer en meester over de pandbrieven beschikt. Het hof achtte de gepleegde verduisterin gen hoogst ernstig en ergerlijk en legde op (jp—gronden bovengenoemde straf op. Bij het jubileum van de Salamander-reeks. De uitgeefster van de Salamander-reeks, N.V. Em. Quarido's Uitgevers-maatschappij te Amsterdam, heeft besloten de Nederland- sche schrijfsters en schrijvers uit te noodi- gen tot het inzenden van een manuscript van een nog niet verschenen of reeds verschenen, doch uitverkochten roman, die als vijftigste deel, bij wijze van jubileum-uitgave, in de Salamander-reeks zal verschijnen. De voor dit doel gekozen roman, hetzij het een nog niet gepubliceerd werk, hetzij het een herdruk is, wordt voor één druk gehono reerd met 1000.— het tweede en derde in aanmerking komende manuscript, waarvan zich de uitgevers-maatschappij het recht van uitgave voorbehoudt, wordt respectievelijk, evenzoo voor één druk, gehonoreerd met een bedrag van 300 en 200- De gelegenheid tot inzending vangt aan in de derde week van Maart en eindigt in de derde week van Juni. De Utrechtsche brandweer heeft gisteren nog den geheelen dag door met een paar slangen water gegeven in de ruïne van het uitgebrande warenhuis. Telkens opnieuw laaiden de vlammen weer ergens op en om streeks zes uur gisteravond dreven weer' dikke, witte wolken van verdampend blusch- water boven de ravage uit, die den geheelen dag door nog in het middelpunt der belang stelling stond. Het publiek kon nu iets dich ter bij de ruïne worden toegelaten en het heeft daarvan een dankbaar gebruik gemaakt. Een gedeelte van de muren is reeds om vergehaald, omdat het doorgaand verkeer daar zoolang onmogelijk kon passeeren- Maar er staat nog altijd een massief brok, dat eveneens zal moeten vallen, voordat het ver keer weer normaal zal kunnen plaats vinden. - De Zeister tram met haar kwartier-dienst naar en van Utrecht ondervindt daardoor een ernstige belemmering. Maar ook het door gaand verkeer, dat in de Jaarbeursdagen zoo intens is, wordt er door verplicht, langs om wegen het hart van de stad te bereiken of te verlaten. Men had echter de hoop, dat hedenochtend het slooperswerk zoover zou zijn, dat het verkeer in de Viestraat weer zou kunnen worden toegelaten. Men meldt ons uit Amsterdam: De eigenaar van een motorrijwiel par keerde zijn eigendom Maandagmiddag aan de Zuider Amstellaan en begaf zich in een woning aldaar, die hij na eenige minuten weer verliet, om tot de ontdekking te ko men, dat onbevoegden er met zijn motor vandoor waren gegaan. Hij waarschuwde daarop een tweetal agenten van de motor brigade, die toevallig passeerden. Deze be gonnen direct in snelle vaart de omgeving af te zoeken en slaagden er na eenigen tijd in op den Zuidelijken Wandelweg den on- rechtmatigen bezitter van het motorrijwiel, dat zoo juist ontvreemd was, aan te houden. De dief bleek een zeventienjarige jongeman te zijn, die in Zuid woont. Hij werd terstond in het politiebureau Pieter Aertzstraat op gesloten. De politie heeft in verband met deze aan houding gisteren nog twee motorrijwielen in beslag genomen, welke geparkeerd stonden in een garage in Zuid- De eigenaars waren al in geen weken komen opdagen. Het komt de politie niet onwaarschijnlijk voor, dat dezelfde jongeman die gistermiddag weer zijn slag had geslagen, ook bovenbedoelde motorrijwielen heeft ontvreemd De verschillende eigenaren van gronden, waarop het vliegveld te Katwijk aan den Rijn zal worden aangelegd, zijn tegen Donderdag a.s. bijeengeroepen in hotel „De Roskam" te I'atwijk ter bespreking van den definitieven aankoop der desbetreffende gronden door tiet rijk. ze achter elkander zwommen en regelmatig hun Het bestuur der woningbouwvereeniging te Noordwijkerhout overweegt het plan, over te gaan tot den bouw van woningen voor groote gezinnen, zulks overeenkomstig de circulaire van den minister van Binnenland- sche Zaken. De minister verstaat hieronder gezinnen van minstens zeven leden, t.w. man, vrouw en 5 kinderen. Bij een door het bestuur opgemaakte sta tistiek is gebleken, dat in Noordwijkerhout 367 gezinnen uit minstens zeven personen bestaan, d.w.z. 29 pet. van het aantal gezin nen in die gemeente. Er zijn 87 gezinnen met 7 leden, 81 met 8 leden, 61 met 9 leden, 40 met 10 leden, 31 met 11 leden, 24 met 12 leden 17 met 13 leden 6 met 14 leden; 5 met 15 leden, 6 met 16 leden en 1 met 18 leden. Het Tweede-Kamer-lid Bongaerts heeft aan de ministers van defensie, van water staat en van koloniën de volgende vragen gesteld: Is het waar, dat de besprekingen van de commissieVan Duim inzake de bestelling van voorloopig ongeveer veertig vliegtuigen in Amerika door de regeering zijn opge schort, in afwachting van den uitslag van een commissoriaal onderzoek naar de mogelijk heid om die vliegtuigen in Nederland te bouwen? Is den minister bekend, dat de Nederland- sche vliegtuignijverheid uitgerust en onder legd is om in de Nederlandsche behoeften aan vliegtuigen te voorzien, alsmede dat iij gereed staat zich uit te breiden naarmate die behoeften dat, bij uitzetting, zouden vor deren, mits zij tijdig daartoe tot overleg wordt genoodigd? Is het waar, dat, geen voldoende of doel matig contact bestaat tusschen de instanties, die voor de dekking van de Nederlandsche behoeften aan vliegtuigen besprekingen voe ren en bestellingen doen ©enerzijds en de in Nederland gevestigde vliegtuignijverheid an derzijds? Zoo ja, is dan de regeering bereid onver wijld een officieele permanente instantie in het leven te roepen ter overbrugging van die leemte, zoowel in 't belang van de dekking van vliegtuigbehoeften in eigen land als in het belang van de uitbreiding van werkge legenheid in Nederland? Ingrijpen van de regeering Het is nu reeds meer dan twee jaar ge leden, dat de toenmalige minister van Bin- nenlandsche Zaken zich verzette tegen het invoeren van gemeentelijke belastingen op het parkeeren van auto's buiten daarvoor speciaal ingerichte parkeerterreinen. Sinds- dien is, schrijft ons de K.N.A.C., damsche parkeerbelasting verdwenen, dè5 Haagsche wel de allerergste en alleron- billijkste is blijven voortbestaan omdat zij toen nu eenmaal bestond en de règeering van oordeel was niet te mogen vernietigen wat zij vroeger had vergund. Nieuwe parkeerbelastingen zijn sindsdien voor zoover bekend niet meer ingevoerd. Men weet, dat de K.N.A.C. in tal van re- questen aan de regeering en andere over heidsinstanties het heffen van „parkeergel- den" steeds heeft bestreden. Talrijke publi caties zijn harerzijds daarover verschenen. Daarbij heeft de K.N.A.C. bij herhaling er op gewezen, dat het door de regeering Inge nomen, hierboven omschreven standpunt weinig effectief was omdat al mochten dan de gemeenten geen „parkeerbelasting" meer heffen, zij vrij bleven ln een anderen vorm hetzelfde doel te bestreven, n.l. door het ver pachten tegen vaak aanzienlijke pacht sommen van parkeergelegenheden op den openbaren weg, een systeem, dat vooral te Utrecht op een zeer intensieve en elke contróle van hoogerhand onttrokken wijze wordt beoefend en dat ook elders navolging vond. Bedriegen de teekenen niet, dan schijnt, aldus de K.N.A.C., eindelijk de regeering zich ook met deze wijze van parkeergeldheffingen te willen gaan bemoeien. Blijkens een brief van den minister van Binnenlandsche Zaken aan de colleges van Gedeputeerde Staten heeft de minister ge vraagd: in welke gemeenten krachtens vroe ger goedgekeurde verordeningen nog par- keergeld geheven wordt en in welke gemeen ten zich het geval voordoet dat voor open baren dienst bestemde gemeentegrond aan particulieren verhuurd wordt met de be voegdheid gelden te 'erderen voor het par keeren met motorr- -en op deze gehuurde terreinen, zulks mi t ip) aaf van de grootte der aan de gemeenten betaalde huursommen en zoo mogelijk ook van de jaarlijksche opbrengst der door de particulieren geheven parkeergelden. Nieuw onderzoek door deskundigen. Met betrekking tot de inlichtingen op het adres van G. Rijsdijk Jzn. te Zwijndrecht, houdende verzoek om toekenning van scha devergoeding in verband met de uitvoering van werken door den rijkswaterstaat bij den rivierarm „De Strooppot", schrijft de minis ter van Waterstaat aan de Eerste Kamer, dat het hem nuttig voorkomt, dat deze aanspra ken tot schadevergoeding nog eens objec tief getoetst worden, waarbij ook het vroeger reeds naar voren gekomen materiaal in het geding kan worden gebracht. De minister heeft zich deze toetsing gedacht door een "jet-ambtelijke commissie van drie deskun digen, die nimmer bij deze zaak betrokken zijn geweest. PRODUCTIE VAN ELECTRICITEIT IN NEDERLAND. Stijging met 14 pCt. sinds verleden jaar Februari. Blijkens door het centraal bureau voor de statistiek verzamelde gegevens, hebben de electriciteitsfabrieken, die in de openbare stroombehoefte voorzien, in de maand Fe bruari 219 millioen kwh. aan de netten af gegeven. Deze afgifte overtreft die van Fe bruari 1938 met 27 millioen kwh. (14 pet.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1939 | | pagina 2