WALT DISNEY IN EEN MUSEUM. ast «sa: \w$*v Al m fiv iAf» 99 rrr, ciKgevo.,,g %Y. vx\ WH s fWW" - M i WW 1 M Vm\ |f# t AA n w™ CHERI-BIBI ZATERDAG 18 MAART 1939 DE TWEE ZUSTERS KLEH' EEN GROOTS OPGEZETTE AVONTURENFILM. w*\\ -A\\ v>%\ ,THE MARCH OF TIME". „SNEEUWWITJE" in oorspronkelijke gedaante. Corinne Luchaire en Anny Ducaux in de titelrollen. Een zijner ontwerpen voor „Sneeuwwitje" hangt in het Metropolitan Museum te New York. Hij zegt zelf, niet te weten, wat kunst is. Vw^jMh tó A lx \x In de Cineac-theaters. en De bannelingen van het Duivels-eiland. DE MARINEFILM. Gunga Din" Douglas Fairbanks een hachelijke situatie in de film „Gunga Din Uit Rudyard Kipling's „Barrack room bal lads" is door de Amerlkaansche filmmaat schappij RK.O. Radio Pictures de ballade Gunga Din als onderwerp genomen voor een van die groots opgezette avonturenfilms, Waarmee Hollywood van tijd tot tijd zijn technische en financieele superioriteit op de internationale filmmarkt wil bewijzen, e berichten die naar aanleiding van een e gelijk imposant werk door de „U maatschappij verspreid worden en e p nieuws, de reclame-uitgave, die ie er Verzonden wordt, staan, tegen en j de film gaat circAeerenjol getallen aan een meesterwerk gaat bij voorbaat aan ee» geloovenWwTe°in*"e"en film méér zoekt dan een bouwwerk van zoo en zooveel dollars of een leger van eemge duizenden figuran ten staat anders tegenover dergelijke mam- mouth-producten, die hem misschien im- po.neeren door hun technische vaardigheid, maar die hiermee zijn verlangen naar in houd, naar een logisch, menschelijk verhaal, niet kunnen stillen. En nu bevindt zich achter de dure facade van Gunga Din niet die in houd, dien men zich gaarne gewenscht had en dien men verwacht zou hebben bij het lezen Van namen als Rudyard Kipling en Ben Hecht en Charles Mac Arthur, die voor het scenario verantwoordelijk zijn. Maar van Kipling werd alleen de naam v®n zijn ballade genomen en de hoofdfiguur hierin de schamele waterdrager Gunga Dm ^ctd voor den scenario-schrijver slechts aan win- tot het verzinnen van een serie dap- Pere daden en avonturen, waarin het meer gaat 0m de hoofdvertolkers: Cary Grant, Victor Laglen en Douglas Fairbanks jr., dan otïl den onaanzienlijken waterdrager. Wat het genre betreft, het is hier al be ltend door films als Bengaalsche Lanciers en the Drum. Het procédé is zeer eenvoudig: er is een Britsch grenslegioen, dat de helden in de film oplevert en er zijn aanvallende inlanders, die vol booze streken, vol geraf fineerde martelingen en duivelsche listen door het verhaal gaan. De hoofdpersonen ko men door een slinkschen opzet in de macht der inlanders en worden hieruit na veel spanning en sensatie door het zegevie rende grenslegioen bevrijd. Een dergelijke procdé is na één film yer" ouderd en het is opvallend, dat Ben Hec en Charles Mac Arthur, die voor de beste see narioschrijvers in Hollywood doorgaan en zelfstandig een wel zeer geslaagd experiment als „Crime without passion" tot stand brach ten, niet meer originaliteit konden opbren gen, dan in Gunga Din ten toon is gespreid. De aanvallende inlanders zijn dit keer de Thugs, fanatieke volgelingen van de godin Kali, die hen tot wurging van blanken aan zet. Hoewel deze moorddadige secte reeds 3®ren terug uitgeroeid geacht werd, begint onverwacht haar activiteit door het uit logden van een kamp en een grensplaatsje. filrr»Srie sergeanten, van wie hierboven de den ^en genoemd zijn, worden uitgezon- met verkenning en hun eerste gevecht moord® burgers hebben zij in het uitge- daken ^°rP, waar de inlanders zich op de is in dit^f buizen verborgen hebben. Even bereikt, ^^aSment een onheilspellende sfeer verlaten hu?neer de Engelschen tusschen de blik verstoor^11 looPen. de stilte geen oogen gedaanten op ^ordt en alleen de sluipende onheil suggereer Platte daken een naderend gevecht is dan w<^'rMaar het daarop volgend - ue onwaarschü r,.yan een Holly woodiaan- die allen ernst a'an Vheid en kluchtigheid, f sergeanten van een serieus gedachte"®!?®11 bet niveau dan een voorspel, zoo men p* alles is van het verhaal en tegelijk de s'wa de kern van de film._de van net vai'»«ae siot-anntv„ van de BH», de sergeanten wel «er nateve in het bolwerk der Thugs, van waaruit Zi1 bevrijd worden door het cgioen Eerst dan speelt Gunga Dm z1Jn rol: d°odeiiik gewond blaast hij het alarmsignaal ?P «jn stleds aanwezige trompet en voor komt hierH het legioen in den gereed Terug in het kamp, vt£" 2 groeten lin ,asde toeschouwer dan R lh een legertent reeds klaar m J roemde ballade, die een ontroerde majoor bij den dooden Gunga Din voorleest. Ieder genre kent zijn speciale bewonde raars, maar zelfs zij die van 'n bepaald genre niet houden, zullen dit toch wel kunnen apprecieeren als het goed gemaakt wordt. Zoo was de Bengaalsche Lanciers" een boei end filmwerk, ook voor hen, die van deze ruwe vechtlustigheid niet al te veel wilden hebben, omdat Henry Heathaway een regis seur van formaat bleek, die een groots opge zet filmwerk in grooten stijl binnen de industrie wist te leiden. Dit resultaat wist George Stevens, de maker van Gunga Din, niet te benaderen. Er ontstond een film, groots van opzet en met enorme figuratie en wilde gevechten, een film, die men haar twee millioen dollar onkosten wel aanziet, maar die wat den inhoud en de behandeling ervan betreft, bij lange na niet de grootsch- heid van den opzet benadert. Niettemin zal Gunga Din, voor 18-jarigen en ouderen, die meer om de lijst dan om het schilderij geven, bijna twee uur van sen satie en vroolijkheid beteekenen. De R- K- O. Radio Films heeft de origi- neele gedachte gehad naast de Nederland- sche versie van Sneuwwitje een oorspron kelijke Amerikaansche copie te laten loo- pen en iedere filmliefhebber zal z'eker van de gelegenheid gebruik maken beide ver sies met elkaar te kunnen vergelijken- Al eenige maanden loopt de Nederlandsche be werking van Disney's meesterwerk in ons land (iedereen kan nu constateeren hoe goed deze bewerking is, vergeleken bij haar ori gineel) en zij heeft, sinds den inzet der reeks voorstellingen eenige coupures onder gaan om haar voor alle leeftijden geschikt te maken. Ook al is men het eens met de beslissing der Centrale keuring en acht men sommige scènes in de oorspronkelijke sa menstelling van het geteekende sprookje minder geschikt voor al te jeugdige fantai- sie, dan nog zal men het gewelddadig ingrij pen met de coupureschaar in een zoo gaaf geheel, als bedoelde film is, moeilijk kun nen apprecieeren. Er wordt veel geknipt bij de filmiimporteurs: voor de Centrale Keu ring, om een gevreesd verbod te voorkomen}! na de keuring om de film voor lagere leef tijden geschikt te krijgen. Maar eerst bij een meesterwerk als Walt Disney's Sneeuwwitje realiseert men zich, dat min of meer wille keurig, althans zonder medeweten van den maker, volkomen onbeschermde kunst uitingen voor bepaalde doeleinden pasklaar worden gemaakt- Alleen de wetenschap, dat nu ook kinderen beneden de veertien de kostelijke dieren- en dwergenscènes, ontspro ten aan Disney's dichterlijke fantasie, kun nen gaan zien, verzoent ons eenigszins met het eigenmachtig optreden van den impor teur en nu deze, als een soort eerherstel de gelegenheid biedt Disney's film te Hen in den vorm dien de maker eraan gaf, dan is men zelfs bereid hem geheel en al te ver geven. Naast de voordeelen, die de Amerikaan sche versie biedt o.a. in het beter correspon- deeren van mondbewegingen met gespro ken of gezongen tekst en in een meer aan nemelijk stemgeluid voor de prinses, staat onmiddellijk de erkenning, dat de Neder landsche bewerking wel zeer goed het ori gineel benadert en dat vooral in de karak- terteekening der dwergen, zoowel door dé respectieve stemgeluiden als door de gees tig aangepaste dialogen uitmuntend werk is verricht. Maar tegelijk kan men constatee ren, dat, waar de Amerikaansche tekst niet direct verstaanbaar of begrijpelijk is, de geestige beelden een te duidelijke taal spre ken om misverstaan te worden, zoodat het een goed idee was in deze versie de beel den niet met ingecopieerde teksten te ont sieren. Al met al dus biedt de Amerikaan sche gedaante, waarin thans Sneeuwwitje den volke getoond wordt, voldoende excu ses om dit sprookje (voor kinderen boven 14!) opnieuw te gaan zien- C- B. De overeenkomst tusschen ,gDe Twee Zusters Kleh" en „Meisjes achter Tralies" (Prison sans Barreaux) ligt niet alleen m het feit, dat beide films met dezelfde hoofd medewerkers tot stand zijn gekomen, maar vooral in een gelijksoortigen stijl, die slor digheid en weinig beheersching van het materiaal verraadt. In beide gevallen is de film gemaakt naar een geesteskind van Gi- na Knaus, onder regie van Leon Moguy en met Corinne Luchaire en Anny Ducaux in de hoofdrollen en deze herhaling van een viermanschap, dat een groot publiek succes wist te behalen met „Prison sans Barreaux" is niet geheel vrij te pleiten van een vrij doorzichtig speculeeren op eenmaal gewekt enthousiasme. Of dit enthousiasme weer los komt met „De Twee Zusters Kleh" lijkt mij niet waarschijnlijk- Allereerst ligt aan deze film een scenario ten grondslag, dat veel overeenkomst vertoont met zeer oude Stui verromans, waarin immers ook steeds spra ke was van ondergeschoven kinderen, chan tage en moederliefde, die tenslotte zegeviert. "Verder is noch in het scenario, noch in de regie de strakke, logische lijn te ontdekken, die de vele gebeurtenissen tot een sterke eenheid moet verbinden, zoodat de film ram melend en onrustig verloopt en tenslotte zijn beeld en geluid niet van de allerbeste kwaliteit. Het verhaal komt in het kort op het vol gende neer. Van de twee zusters Kleh, is Catharine getrouwd, maar ongelukkig, daar het huwelijk niet door kinderen gezegend wordt; Claire daarentegen verwacht een kind na den verbroken omgang met een vriend. Door een langdurige afwezigheid van haar man lukt het Catherine, het kind van haar zuster te laten doorgaan voor het hare, waardoor zich de verhouding tot haar man verbetert- Claire verlooft zich en wordt na en ontmoeting met haar vroegeren vriend door dezen gechanteerd Hierdoor ontwaakt bij haar weer de liefde voor haar kind en zij eischt het terug. Catherine verzet zich wanhopig hiertegen en als Claire naar haar zwager wil gaan om hem alles te vertellen lost zij een schot op haar zuster- Met dit schot begint de film en ook het gerechtelijk onderzoek, waardoor tenslotte bovenver melde historie aan het licht komt en een gelukkige oplossing voor alle partijen ge vonden wordt. Men ziet, veel schoons biedt het scenario niet, maar onder een gevoelige en getem perde regie had hier nog een bezienswaar dige film kunnen ontstaan, die tegelijk mee lijwekkend en bestraffend had kunnen staan tegenover de gepleegde feiten en meer den menschelijken kant van het conflict had kunnen opzoeken. Zooals de film nu is, geeft zij hard en gevoelloos de gebeurtenissen zonder zich te verdiepen of zonder naar mensohelijke gevoelens te peilen- Zij is daarom niemand aan te bevelen en zal in ieder geval gereserveerd moeten blijven voor volwassenen met rijpe levenservaring. C. B. Het Metropolitan Museum te New York, een der voornaamste van de Vereenigde Staten, hee,ft een ontwerp aangekocht, door Walt Disney gemaakt voor zijn teekenfilm „Sneeuwwittje". Het stelt twee gieren voor en is uit de episode, waarin de heks een ver giftigden appel naar Sneeuwwitje brengt. Na de critiek, uitgeoefend op teekeningen van Walt Disney, toen ze te Londen tentoon gesteld waren, wekte deze daad der museum directie nogal verwondering. In een museum, waar Rembrandt en Rubens en talrijke an dere grootmeesters der schilderkunst hun werken hebben hangen, achtte men wat men noemde „kunst aan den loopenden band" niet op haar plaats. De directie van het Metropolitan Museum antwoordde hierop, in het werk van Disney zuivere volkskunst te zien en sprak zelfs als haar overtuiging uit, hier met de eenige universeele volkskunst van het heden te doen te hebben. Het betreffende stuk is een olieverfschilde rij, van het genre, dat door de Disney-stu- dios regelmatig wordt afgeleverd en tot het bijwerk behoort, waardoor de teekenaars in slappe tijden aan den gang worden gehou den. Het ontwerp is door Disney gemaakt, ter wijl zijn technici er de laatste hand aan legden. Volgens de museumdirectie kan het desondanks voor een echte „Disney" door gaan, is het zelfs typisch voor zijn werkme thode, die overigens door de groote schilders ook gevolgd is. Er zijn talrijke meesterwer ken, gemaakt door leerlingen van de betref fende meesters, maar waarvan dezen slechts een enkel detail verzorgden. Disney zelf gaf als commentaar omtrent zijn opneming onder de „onsterfelijken" ten beste, nooit in het Metropolitan Museum te zijn geweest en dus niet te weten, hoe en in welke omgeving het er hangt. Hij woont te Los Angeles, komt slechts zelden naar New York en heeft dan geen tijd voor het bezoeken van musea. Hij herhaalde overigens de gebruikelijke eigen definitie van zijn kunst: wij beginnen eenvoudig aan een onderwerp en dan komen de deskundigen, die zeggen, dat het kunst is en anderen beweren het tegendeel. Overigens oordeelde hij, dat de eer van het Metropolitan Museum eerder zijn mede werkers dan hem toekwam. Ofschoon hij toegaf, een film. als „Sneeuwwitje" zelf hee- lemaal te kunnen maken, wees hij - er op dat hij daarvoor dan 250 jaar noodig zou heb Basil Rathbone en Errol Flynn in de film „Ochtendpatrouille welke deze week wordt vertoond in het Grand Theatre. ben. Zonder zijn medewerkers zou hij mach teloos zijn, daar ook de kleine teekenfilms een arbeid vereisohten, die voor één man te zwaar is. Hij ziet zijn fuctie in de teekenfilm dan ook als die van den architect bij een bouwwerk, die alles uitkiest en regelt. In zijn geval gaat het om de figuren, hun psycholo gie, het rhythme, de muziek en het kleuren gamma, dat zal worden gebruikt. Een tee kenfilm is intusschen behalve een artistie ke, misschien meer nog een technische pres tatie en een teekenfilmstudio zal wel altijd iets van een fabriek houden. Ook hierom is de teekenfilm een typisch modern ver schijnsel. Intusschen deed Disney nog een aantal in teressante mededeelingen. Hij wees er op. dat wanneer voor een Mickey Mouse-filmp- je een ballet-scène wordt gemaakt, men in de studio o.a. de bekende balletstukken van Degas bestudeert. Renoir, Cezanne, Seurat en anderen worden in menige teekenfilm ver werkt en aldus tot het volk gebracht. Disney wil daarom zijn „animated cartoons" ook zien als zuivere kunst voor het volk, waar van een groote invloed uitgaat op de ver edeling van den smaak van „the man in the street". Disney zou zijn werk overigens het liefst in een filmmuseum willen hebben, wijl het daar in de eerste plaats thuishoort. Hij geeft onmiddellijk toe, dat een stuk als dat der gieren een goed, maar verder niet buitenge woon vakmanschap aantoont. De directie van het Metropolitan Museum voert inmiddels aan, dat het gieren-stuk de typische eigenschappen van de film verraadt. Het is dynamische kunst, die suggereert en een ontwikkeling der dingen doet voor uit zien. Ze erkent overigens, dat een dergelijk werk beter tot zijn recht zou komen in het groote geheel. Maar ze ziet uiteraard geen kans, alle ontwerpen voor een film als „Sneeuwwitje" tegen haar muren te hangen. Overigens lijkt het niet de bedoeling van het museum, het stuk een vaste plaats te geven onder de meesterwerken. Het hangt er voorloopig tijdelijk, ter wille van het pu bliek. Blijkbaar als reactie op de critiek wordt overwogen, het eerlang in het prenten kabinet onder te brengen. Het Metropolitan Museum zal niet dikwijls zoo goedkoop aan nieuwe aanwinsten komen. Ze kocht het gieren-stuk op de vrije markt tegen den gewonen prijs van twee honderd dollar, dien Disney voor zijn origineele ont werpen vraagt. Men heeft er nog de aandacht op geves tigd, dat Disney zoo goed als geen artistieke opleiding heeft genoten. Zelf erkent hij, dat de eischen tot toelating voor zijn studio van teekenaars van carricaturen zoo zwaar zijn, dat hij er zelf niet aan zou kunnen voldoen. Hij is hierin dus nogal eerlijk, interesseert zich verder weinig voor het academische de bat, dat rond zijn uitverkiezing voor het Me tropolitan Museum is losgebroken. Hij gaat in de eerste plaats groot op den gestadigen vooruitgang, dien zijn product kenmerkt. Mickey Mouse was een eerste stap. De „Silly Simphonies" bleken in elk opzicht een voor uitgang, „Sneeuwwitje" werd het inslaan van een nieuwen weg en thans wordt de artistieke waarde van het eerstvolgende product ver hoogd door het onder toezicht van Leopold Stokowsky verwerken en benutten van mu ziek van Beethoven, Bach en Strawinsky. Ofschoon de directie van het Metropolitan Museum Walt Disney beschrijft als „een groo te, historische figuur in de ontwikkeling der Amerikaansche kunst", blijft Walt Disney er tamelijk nuchter onder. Hij gaat eenvoudig op den ingeslagen weg voort, steeds naar nieuwe mogelijkheden zoekend, zonder zich druk te maken over artistieke problemen en over de vraag, of hij zelf een kunstenaar is of niet, of zijn kunst met een grooten of met een kleinen K moet worden geschreven. Iets, wat hem tegenstaat, is hypermoderne kunst en met name het surrealisme. Hier komt de vakman, de technicus in verzet tegen het verwaarloozen in een schilderij van elementaire waarden als het perspectief, die groote overwinning, eens door de kunste naars op het vlak behaald. Disney haalt met voorliefde aan, dat een kunstenaar als Delacroix het tentoonstellen van zijn schilderijen met muziek wilde be geleiden. Hij meent hetzelfde te doen in zijn teekenfilms. Voorts koestert hij groote be wondering voor Van Gogh en dan voor Leo nardo da Vinei, dien grooten kunstenaar, die tevens een groot technicus was. «v \\A\ vv\\ s NS IKI „De gierenuit Walt Disney's „Sneeuw witje", door het Metropolitan Museum te New York aangekocht. Het nieuwe Amerikaansche filmjournaal The March of Time zal door R.K.O. Radio films onder den naam van „De loop der Tijden" regelmatig in Nederland gebracht worden, waar het in de diverse Cineac's (deze week te beginnen in de Amsterdamsch) zal gaan draaien. De Cineac's krijgen hier door een attractie, die niet overbodig is, naar het mij 'voorkomt. Immers, deze als nieuws- theater begonnen bioscopen beantwoordden sinds lang niet meer aan hun oorspronkelijken opzet. Het nieuws, dat zij gaven, verschilde niet van dat in alle andere bioscopen, het was soms alleen uitgebreider, wat meestal geen aanbeveling beteekende. Plannen om het nieuws meer geordend op te dienen als in een krant, bijv. rubrieksge- wijze, werden opgegeven, evenals de poging een eigen reportagedienst in te stellen. Het gevolg was, dat de opengebleven tijd gevuld moest worden met korte filmpjes, musicals en kluchten, waarvan men het peil nu lang zamerhand wel kent, zoodat de teekenfilm langzamerhand zoo ongeveer de eenige aan leiding werd om een nieuwstheater binnen te gaan. In het buitenland kon men nagenoeg eenzelfden ontwikkelingsgang volgen: het grootste deel van den vertooningstijd ging verloren aan reprises van de afgedankte voorprogramma's der bioscopen en sommige cineac's veranderden zich heelemaal in re prise-theaters en vertoonden oude succes films. Nu de Nederlandsche Cineac's „The March of Time" op hun programma hebben geno men, beteekent dit een verhooging van het programmapeil dezer theaters, omdat naar opzet en uitwerking deze vorm van filmjour naal het best past bij hun oorspronkelijke be doeling. De eerste uitvoering van The March of Time werd in 1935 te New-York in première gebracht en thans draait ditg edramaticeerde nieuws in 11.000 bioscopen over de geheele wereld. De opzet ervan was niet alleen de actueele feiten en gebeurtenissen te brengen, zooals het Paramount- en 't Fox-Movietone- Nieuws reeds deden, maar om van die ge beurtenissen den gefotografeerden samenhang te laten zien, om achter die feiten de diepere gronden, de oorzaken en gevolgen te toonen. De initiatiefnemers tot The March of Time zijn tegelijk uitgevers van twee bekende Amerikaansche periodieken: Time, waarin door middel van tekst en Life, waarin met behulp van foto's eenzelfde doel wordt nage streefd en het overweldigend succes, dat deze vindingrijke mannen met hun weekbladen en nu ook met hun origineele journaal hebben, bewust, dat zij de behoeften van het Ameri kaansche volk en van vele andere landen weten te peilen. Of zij, althans met hun nieuws, ook het Nederlandsche volk, in die mate zullen weten te boeien zal nu nog moe ten blijken. C. B. 9? Uit Weenen werdt gemeld, dat Dorothea fil1®®1® daar de hoofdrol zal vervullen in een §eUteld „Die fromme Lüge". is na zon. „Jongeman, uw aanzoek om mijne doch ter komt voor ons volkomen onverwacht! een^verblijf va^J®?3" °"a" van "ExtasC"' der dat hem ee^®8 l?3' te HoI1ywood' werd verstrekt, er ?p racht van beteekenis te aanvaarden Van ee®n De Columbus-film van Abel Gance dri„ .rsies krijgen, een Fransche en EnSsche een Spaansdie. Selscne Richard Strauss heeft de opdracht aan vaard voor het componeeren van de muziek voor een documentaire film over München In Hongarije heeft de regeering aan een groote maatschappij toestemming gegeven tot het openen van bioscopen, waar lb mm- films zullen worden vertoond, in niet min der dan zeven honderd steden, stadjes en dorpen. „ChériBibi", product van de Fransche filmindustrie, die zich den laatsten tijd her haaldelijk onderscheiden heeft met films als „La Grande Illusion" en „Quai des Bru mes", is een nieuw bewijs van het kunnen der Fransche cineasten, die, zooals uit deze film blijkt, zelfs zonder een scenario, dat ook maar in de verste verte eenig logisch verband legt tusschen de opeenvolgende episodes, een film kunnen maken, waarin bijna uitsluitend het beeld tot den toeschou wer spreekt. Zooals in vele Fransche films, zoekt de cineast ook in „ChériBibi den zelfkant van het leven op, de uitgebannenen uit de mo derne samenleving, de bevolking van het bagno van het Duivelseiland. Van eenigen samenhang in het thema der film is, zooals gezegd, geen sprake, en de eenige idee, welke de film schijnt te willen propageeren, (hetgeen overigens met al heel weinig overtuigingskracht geschiedt) is, dat de bannelingen, omdat zij door ieder an der gehaat worden, elkander moeten helpen en steunen, doch daartegenover staat de suggestieve, bijna documentaire in de goede beteekenis van het woord uitbeel ding van het leven der gedeporteerden. De inscheping van de bannelingen naar Guyana is geen dramatische filmscène meer, het is een document uit het ellendige, ver gooide, verdierlijkte leven van menschen die als even zoovele gezwellen uit het leven van de maatschappij zijn weggesneden. Toch bestaat er in die levens nog hoop nog een ideaal: de vrijheid. Voor de meesten de vrijheid, om wraak te nemen, om nieu- we misdaden te plegen, voor een enkeling AA °m een beter leven te beginnen. Onder leiding van Cheri—Bibi, een ge vaarlijke misdadiger, maar met een scherp verstand, waarmede hij de anderen over- heerscht, worden er complotten gesmeed. In de Fransche gevangenis is men er reeds mede begonnen. Met eindeloos geduld en verbluffende vindingrijkheid wordt het plan stukje na stukje rijp gemaakt voor de uit voering en eindelijk, kort na het vertrek van het schip naar Guyana breekt de zorg vuldig voorbereide muiterij uit, die echter bloedig wordt onderdrukt. Maar nog geeft de ontembare ChériBibi het niet op. Na aankomst in Guyana smeedt hij, thans in samenwerking met een jongen, onschuldig veroordeelde, dien hij eerst als verrader beschouwde, plannen tot ontvluch ting. Zij krijgen hulp van buitenaf en de vlucht begint, prachtig door het camera-oog geobserveerd en kundig gemonteerd. ChériBibi zal echter de vrijheid in dit aardsche leven niet meer smaken. Als hij in een boom klimt, om den weg te verken nen, wordt hij door zijn achtervolgers opge merkt en van grooten afstand neergescho ten. Dat dit zoo schamele, onwaarschijnlijke scenario niettemin tot zulke goede scènes is verwerkt, is, naast dé regie, welke door Leon Mathot werd gevoerd, voor een niet gering deel te danken aan het uitstekende spel van Pierre Fremay (ChériBibi), dien wij hier te lande kennen door zijn creatie in „Trois Valses", alarm in de Middellandsche Zee, „La Grande Illusion" en „Drame de Shanghai". „ChériBibi" wordt deze week vertoond in het Rotterdamsche Thalia Theater. De realistische kijk, welke de film geeft op het leven in het bagno, maakt voorbe houd voor volwassenen noodig. Beeld uit de film Cheri Bibi", gewijd aan het leven in de Fransche strafkolonie. Naar men weet, wordt op het oogenblik hard gewerkt aan een marinefilm, lezen wij in het Soerabajasch Handelsblad. De cineast M. H. K. Franken, die reeds enkele jaren in Indië toeft en hier o.a. „Pareh, het lied van de rijst" (in samenwerking met Albert Ba- link) en de kolonisatiefilm maakte, kreeg de opdracht. De heer Quispel, hoofd van den propagandadienst der marine, houdt op de verfilming deskundig toezicht. Zooals gemeld, is de filmploeg op het oogenblik met het eskader mee. Tevoren wer den reeds opnamen gemaakt op het vlieg kamp, op het Marine-etablissement, terwijl het lanceeren van een torpedo werd gefilmd op de K XVII. Volgende maand moeten de opnamen gereed zijn, want 't is de bedoeling de film voor het eerst begin Augustus te vertoonen. De montage, het na-synchroni- seeren, enz. enz. kosten natuurlijk ook enkele maanden. Op 1 Mei a.s. staat een feest op de marinesociëteit „Modderlust" te Soerabaja op het programma, waar de laatste opnamen worden gemaakt. De marinefilm is natuurlijk bedoeld als propaganda voor de marine. Men heeft ech ter het standpunt ingenomen, dat van werke lijke propaganda pas sprake kan zijn, als een groot deel van het Nederlandsche volk de film zal zien en ook met genoegen zal zien. Vertooningen voor vereenigingen en beslo ten gezelschappen zouden in de eerste plaats slechts een betrekkelijk klein deel van het volk bereiken, in de tweede plaats een, wat het nut eener sterke marine betreft, reeds overtuigd deel. Vandaar, dat de Marinefilm bedoelt te wor den een commercieele onderneming, men hoopt de film zoodanig te maken, dat zij in de bioscopen van alle Nederlandsche en In dische plaatsen zal draaien, dat de bioscoop exploitanten haar huren. Iets dergelijks dus als de film van de K XVIII welke groot suc ces had en ook reeds een goede propaganda voor de marine was. Thans echter is niet de tocht van één onderzeeboot, doch leven en streven der geheele marine het onderwerp. Van het bekende Engelsche, humoristische serieboek William" zal een reeks films wor den gemaakt. „William" eei. scnepp'ng van Richmal Crompton, is de personificatie van den Engelschen schooljongen-enfant terrible. De boeken zijn ook in het Nederlandsch vertaald. In Engeland behooren de „William"* boeken tot de meest gelezene.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1939 | | pagina 1