WALT DISNEY IN EEN MUSEUM.
ast «sa:
\w$*v Al
m fiv iAf»
99
rrr, ciKgevo.,,g
%Y. vx\ WH
s fWW" -
M i WW 1
M Vm\ |f#
t AA n w™
CHERI-BIBI
ZATERDAG 18 MAART 1939
DE TWEE ZUSTERS KLEH'
EEN GROOTS OPGEZETTE
AVONTURENFILM.
w*\\ -A\\ v>%\
,THE MARCH OF TIME".
„SNEEUWWITJE"
in oorspronkelijke gedaante.
Corinne Luchaire en Anny Ducaux
in de titelrollen.
Een zijner ontwerpen voor
„Sneeuwwitje" hangt in het
Metropolitan Museum
te New York.
Hij zegt zelf, niet te weten,
wat kunst is.
Vw^jMh tó A lx \x
In de Cineac-theaters.
en
De bannelingen van het
Duivels-eiland.
DE MARINEFILM.
Gunga Din"
Douglas Fairbanks een hachelijke situatie in de film „Gunga Din
Uit Rudyard Kipling's „Barrack room bal
lads" is door de Amerlkaansche filmmaat
schappij RK.O. Radio Pictures de ballade
Gunga Din als onderwerp genomen voor een
van die groots opgezette avonturenfilms,
Waarmee Hollywood van tijd tot tijd zijn
technische en financieele superioriteit op
de internationale filmmarkt wil bewijzen, e
berichten die naar aanleiding van een e
gelijk imposant werk door de „U
maatschappij verspreid worden en e p
nieuws, de reclame-uitgave, die ie er
Verzonden wordt, staan, tegen en j
de film gaat circAeerenjol getallen
aan een meesterwerk gaat
bij voorbaat aan ee»
geloovenWwTe°in*"e"en film méér zoekt dan
een bouwwerk van zoo en zooveel dollars
of een leger van eemge duizenden figuran
ten staat anders tegenover dergelijke mam-
mouth-producten, die hem misschien im-
po.neeren door hun technische vaardigheid,
maar die hiermee zijn verlangen naar in
houd, naar een logisch, menschelijk verhaal,
niet kunnen stillen. En nu bevindt zich achter
de dure facade van Gunga Din niet die in
houd, dien men zich gaarne gewenscht had en
dien men verwacht zou hebben bij het lezen
Van namen als Rudyard Kipling en Ben
Hecht en Charles Mac Arthur, die voor het
scenario verantwoordelijk zijn.
Maar van Kipling werd alleen de naam
v®n zijn ballade genomen en de hoofdfiguur
hierin de schamele waterdrager Gunga Dm
^ctd voor den scenario-schrijver slechts aan
win- tot het verzinnen van een serie dap-
Pere daden en avonturen, waarin het meer
gaat 0m de hoofdvertolkers: Cary Grant,
Victor Laglen en Douglas Fairbanks jr., dan
otïl den onaanzienlijken waterdrager.
Wat het genre betreft, het is hier al be
ltend door films als Bengaalsche Lanciers
en the Drum. Het procédé is zeer eenvoudig:
er is een Britsch grenslegioen, dat de helden
in de film oplevert en er zijn aanvallende
inlanders, die vol booze streken, vol geraf
fineerde martelingen en duivelsche listen
door het verhaal gaan. De hoofdpersonen ko
men door een slinkschen opzet in de macht
der inlanders en worden hieruit na
veel spanning en sensatie door het zegevie
rende grenslegioen bevrijd.
Een dergelijke procdé is na één film yer"
ouderd en het is opvallend, dat Ben Hec en
Charles Mac Arthur, die voor de beste see
narioschrijvers in Hollywood doorgaan en
zelfstandig een wel zeer geslaagd experiment
als „Crime without passion" tot stand brach
ten, niet meer originaliteit konden opbren
gen, dan in Gunga Din ten toon is gespreid.
De aanvallende inlanders zijn dit keer de
Thugs, fanatieke volgelingen van de godin
Kali, die hen tot wurging van blanken aan
zet. Hoewel deze moorddadige secte reeds
3®ren terug uitgeroeid geacht werd, begint
onverwacht haar activiteit door het uit
logden van een kamp en een grensplaatsje.
filrr»Srie sergeanten, van wie hierboven de
den ^en genoemd zijn, worden uitgezon-
met verkenning en hun eerste gevecht
moord® burgers hebben zij in het uitge-
daken ^°rP, waar de inlanders zich op de
is in dit^f buizen verborgen hebben. Even
bereikt, ^^aSment een onheilspellende sfeer
verlaten hu?neer de Engelschen tusschen de
blik verstoor^11 looPen. de stilte geen oogen
gedaanten op ^ordt en alleen de sluipende
onheil suggereer Platte daken een naderend
gevecht is dan w<^'rMaar het daarop volgend
- ue onwaarschü r,.yan een Holly woodiaan-
die allen ernst a'an Vheid en kluchtigheid,
f sergeanten
van een serieus gedachte"®!?®11 bet niveau
dan een voorspel, zoo men p* alles is
van het verhaal en tegelijk de s'wa de kern
van de film._de
van net vai'»«ae siot-anntv„
van de BH», de sergeanten
wel «er nateve
in het bolwerk der Thugs, van waaruit Zi1
bevrijd worden door het
cgioen Eerst dan speelt Gunga Dm z1Jn rol:
d°odeiiik gewond blaast hij het alarmsignaal
?P «jn stleds aanwezige trompet en voor
komt hierH het legioen in den gereed
Terug in het kamp,
vt£" 2 groeten
lin ,asde toeschouwer dan R
lh een legertent reeds klaar m J
roemde ballade, die een ontroerde majoor
bij den dooden Gunga Din voorleest.
Ieder genre kent zijn speciale bewonde
raars, maar zelfs zij die van 'n bepaald genre
niet houden, zullen dit toch wel kunnen
apprecieeren als het goed gemaakt wordt.
Zoo was de Bengaalsche Lanciers" een boei
end filmwerk, ook voor hen, die van deze
ruwe vechtlustigheid niet al te veel wilden
hebben, omdat Henry Heathaway een regis
seur van formaat bleek, die een groots opge
zet filmwerk in grooten stijl binnen de
industrie wist te leiden. Dit resultaat wist
George Stevens, de maker van Gunga Din,
niet te benaderen. Er ontstond een film,
groots van opzet en met enorme figuratie en
wilde gevechten, een film, die men haar
twee millioen dollar onkosten wel aanziet,
maar die wat den inhoud en de behandeling
ervan betreft, bij lange na niet de grootsch-
heid van den opzet benadert.
Niettemin zal Gunga Din, voor 18-jarigen
en ouderen, die meer om de lijst dan om het
schilderij geven, bijna twee uur van sen
satie en vroolijkheid beteekenen.
De R- K- O. Radio Films heeft de origi-
neele gedachte gehad naast de Nederland-
sche versie van Sneuwwitje een oorspron
kelijke Amerikaansche copie te laten loo-
pen en iedere filmliefhebber zal z'eker van
de gelegenheid gebruik maken beide ver
sies met elkaar te kunnen vergelijken- Al
eenige maanden loopt de Nederlandsche be
werking van Disney's meesterwerk in ons
land (iedereen kan nu constateeren hoe goed
deze bewerking is, vergeleken bij haar ori
gineel) en zij heeft, sinds den inzet der
reeks voorstellingen eenige coupures onder
gaan om haar voor alle leeftijden geschikt
te maken. Ook al is men het eens met de
beslissing der Centrale keuring en acht men
sommige scènes in de oorspronkelijke sa
menstelling van het geteekende sprookje
minder geschikt voor al te jeugdige fantai-
sie, dan nog zal men het gewelddadig ingrij
pen met de coupureschaar in een zoo gaaf
geheel, als bedoelde film is, moeilijk kun
nen apprecieeren. Er wordt veel geknipt bij
de filmiimporteurs: voor de Centrale Keu
ring, om een gevreesd verbod te voorkomen}!
na de keuring om de film voor lagere leef
tijden geschikt te krijgen. Maar eerst bij een
meesterwerk als Walt Disney's Sneeuwwitje
realiseert men zich, dat min of meer wille
keurig, althans zonder medeweten van den
maker, volkomen onbeschermde kunst
uitingen voor bepaalde doeleinden pasklaar
worden gemaakt- Alleen de wetenschap, dat
nu ook kinderen beneden de veertien de
kostelijke dieren- en dwergenscènes, ontspro
ten aan Disney's dichterlijke fantasie, kun
nen gaan zien, verzoent ons eenigszins met
het eigenmachtig optreden van den impor
teur en nu deze, als een soort eerherstel de
gelegenheid biedt Disney's film te Hen in
den vorm dien de maker eraan gaf, dan is
men zelfs bereid hem geheel en al te ver
geven.
Naast de voordeelen, die de Amerikaan
sche versie biedt o.a. in het beter correspon-
deeren van mondbewegingen met gespro
ken of gezongen tekst en in een meer aan
nemelijk stemgeluid voor de prinses, staat
onmiddellijk de erkenning, dat de Neder
landsche bewerking wel zeer goed het ori
gineel benadert en dat vooral in de karak-
terteekening der dwergen, zoowel door dé
respectieve stemgeluiden als door de gees
tig aangepaste dialogen uitmuntend werk is
verricht. Maar tegelijk kan men constatee
ren, dat, waar de Amerikaansche tekst niet
direct verstaanbaar of begrijpelijk is, de
geestige beelden een te duidelijke taal spre
ken om misverstaan te worden, zoodat het
een goed idee was in deze versie de beel
den niet met ingecopieerde teksten te ont
sieren. Al met al dus biedt de Amerikaan
sche gedaante, waarin thans Sneeuwwitje
den volke getoond wordt, voldoende excu
ses om dit sprookje (voor kinderen boven
14!) opnieuw te gaan zien-
C- B.
De overeenkomst tusschen ,gDe Twee
Zusters Kleh" en „Meisjes achter Tralies"
(Prison sans Barreaux) ligt niet alleen m
het feit, dat beide films met dezelfde hoofd
medewerkers tot stand zijn gekomen, maar
vooral in een gelijksoortigen stijl, die slor
digheid en weinig beheersching van het
materiaal verraadt. In beide gevallen is de
film gemaakt naar een geesteskind van Gi-
na Knaus, onder regie van Leon Moguy en
met Corinne Luchaire en Anny Ducaux in
de hoofdrollen en deze herhaling van een
viermanschap, dat een groot publiek succes
wist te behalen met „Prison sans Barreaux"
is niet geheel vrij te pleiten van een vrij
doorzichtig speculeeren op eenmaal gewekt
enthousiasme. Of dit enthousiasme weer los
komt met „De Twee Zusters Kleh" lijkt mij
niet waarschijnlijk- Allereerst ligt aan deze
film een scenario ten grondslag, dat veel
overeenkomst vertoont met zeer oude Stui
verromans, waarin immers ook steeds spra
ke was van ondergeschoven kinderen, chan
tage en moederliefde, die tenslotte zegeviert.
"Verder is noch in het scenario, noch in de
regie de strakke, logische lijn te ontdekken,
die de vele gebeurtenissen tot een sterke
eenheid moet verbinden, zoodat de film ram
melend en onrustig verloopt en tenslotte
zijn beeld en geluid niet van de allerbeste
kwaliteit.
Het verhaal komt in het kort op het vol
gende neer. Van de twee zusters Kleh, is
Catharine getrouwd, maar ongelukkig, daar
het huwelijk niet door kinderen gezegend
wordt; Claire daarentegen verwacht een
kind na den verbroken omgang met een
vriend. Door een langdurige afwezigheid
van haar man lukt het Catherine, het kind
van haar zuster te laten doorgaan voor het
hare, waardoor zich de verhouding tot haar
man verbetert- Claire verlooft zich en wordt
na en ontmoeting met haar vroegeren vriend
door dezen gechanteerd Hierdoor ontwaakt
bij haar weer de liefde voor haar kind en
zij eischt het terug. Catherine verzet zich
wanhopig hiertegen en als Claire naar haar
zwager wil gaan om hem alles te vertellen
lost zij een schot op haar zuster- Met dit
schot begint de film en ook het gerechtelijk
onderzoek, waardoor tenslotte bovenver
melde historie aan het licht komt en een
gelukkige oplossing voor alle partijen ge
vonden wordt.
Men ziet, veel schoons biedt het scenario
niet, maar onder een gevoelige en getem
perde regie had hier nog een bezienswaar
dige film kunnen ontstaan, die tegelijk mee
lijwekkend en bestraffend had kunnen staan
tegenover de gepleegde feiten en meer den
menschelijken kant van het conflict had
kunnen opzoeken. Zooals de film nu is, geeft
zij hard en gevoelloos de gebeurtenissen
zonder zich te verdiepen of zonder naar
mensohelijke gevoelens te peilen- Zij is
daarom niemand aan te bevelen en zal in
ieder geval gereserveerd moeten blijven
voor volwassenen met rijpe levenservaring.
C. B.
Het Metropolitan Museum te New York,
een der voornaamste van de Vereenigde
Staten, hee,ft een ontwerp aangekocht, door
Walt Disney gemaakt voor zijn teekenfilm
„Sneeuwwittje". Het stelt twee gieren voor
en is uit de episode, waarin de heks een ver
giftigden appel naar Sneeuwwitje brengt.
Na de critiek, uitgeoefend op teekeningen
van Walt Disney, toen ze te Londen tentoon
gesteld waren, wekte deze daad der museum
directie nogal verwondering. In een museum,
waar Rembrandt en Rubens en talrijke an
dere grootmeesters der schilderkunst hun
werken hebben hangen, achtte men wat men
noemde „kunst aan den loopenden band"
niet op haar plaats.
De directie van het Metropolitan Museum
antwoordde hierop, in het werk van Disney
zuivere volkskunst te zien en sprak zelfs
als haar overtuiging uit, hier met de eenige
universeele volkskunst van het heden te doen
te hebben.
Het betreffende stuk is een olieverfschilde
rij, van het genre, dat door de Disney-stu-
dios regelmatig wordt afgeleverd en tot het
bijwerk behoort, waardoor de teekenaars in
slappe tijden aan den gang worden gehou
den.
Het ontwerp is door Disney gemaakt, ter
wijl zijn technici er de laatste hand aan
legden. Volgens de museumdirectie kan het
desondanks voor een echte „Disney" door
gaan, is het zelfs typisch voor zijn werkme
thode, die overigens door de groote schilders
ook gevolgd is. Er zijn talrijke meesterwer
ken, gemaakt door leerlingen van de betref
fende meesters, maar waarvan dezen slechts
een enkel detail verzorgden.
Disney zelf gaf als commentaar omtrent
zijn opneming onder de „onsterfelijken" ten
beste, nooit in het Metropolitan Museum te
zijn geweest en dus niet te weten, hoe en
in welke omgeving het er hangt. Hij woont
te Los Angeles, komt slechts zelden naar
New York en heeft dan geen tijd voor het
bezoeken van musea.
Hij herhaalde overigens de gebruikelijke
eigen definitie van zijn kunst: wij beginnen
eenvoudig aan een onderwerp en dan komen
de deskundigen, die zeggen, dat het kunst
is en anderen beweren het tegendeel.
Overigens oordeelde hij, dat de eer van
het Metropolitan Museum eerder zijn mede
werkers dan hem toekwam. Ofschoon hij
toegaf, een film. als „Sneeuwwitje" zelf hee-
lemaal te kunnen maken, wees hij - er op
dat hij daarvoor dan 250 jaar noodig zou heb
Basil Rathbone en Errol Flynn in de film „Ochtendpatrouille welke deze week
wordt vertoond in het Grand Theatre.
ben. Zonder zijn medewerkers zou hij mach
teloos zijn, daar ook de kleine teekenfilms
een arbeid vereisohten, die voor één man te
zwaar is. Hij ziet zijn fuctie in de teekenfilm
dan ook als die van den architect bij een
bouwwerk, die alles uitkiest en regelt. In zijn
geval gaat het om de figuren, hun psycholo
gie, het rhythme, de muziek en het kleuren
gamma, dat zal worden gebruikt. Een tee
kenfilm is intusschen behalve een artistie
ke, misschien meer nog een technische pres
tatie en een teekenfilmstudio zal wel altijd
iets van een fabriek houden. Ook hierom
is de teekenfilm een typisch modern ver
schijnsel.
Intusschen deed Disney nog een aantal in
teressante mededeelingen. Hij wees er op.
dat wanneer voor een Mickey Mouse-filmp-
je een ballet-scène wordt gemaakt, men in
de studio o.a. de bekende balletstukken van
Degas bestudeert. Renoir, Cezanne, Seurat en
anderen worden in menige teekenfilm ver
werkt en aldus tot het volk gebracht. Disney
wil daarom zijn „animated cartoons" ook
zien als zuivere kunst voor het volk, waar
van een groote invloed uitgaat op de ver
edeling van den smaak van „the man in the
street".
Disney zou zijn werk overigens het liefst
in een filmmuseum willen hebben, wijl het
daar in de eerste plaats thuishoort. Hij geeft
onmiddellijk toe, dat een stuk als dat der
gieren een goed, maar verder niet buitenge
woon vakmanschap aantoont.
De directie van het Metropolitan Museum
voert inmiddels aan, dat het gieren-stuk de
typische eigenschappen van de film verraadt.
Het is dynamische kunst, die suggereert en
een ontwikkeling der dingen doet voor uit
zien. Ze erkent overigens, dat een dergelijk
werk beter tot zijn recht zou komen in het
groote geheel. Maar ze ziet uiteraard geen
kans, alle ontwerpen voor een film als
„Sneeuwwitje" tegen haar muren te hangen.
Overigens lijkt het niet de bedoeling van
het museum, het stuk een vaste plaats te
geven onder de meesterwerken. Het hangt
er voorloopig tijdelijk, ter wille van het pu
bliek. Blijkbaar als reactie op de critiek
wordt overwogen, het eerlang in het prenten
kabinet onder te brengen.
Het Metropolitan Museum zal niet dikwijls
zoo goedkoop aan nieuwe aanwinsten komen.
Ze kocht het gieren-stuk op de vrije markt
tegen den gewonen prijs van twee honderd
dollar, dien Disney voor zijn origineele ont
werpen vraagt.
Men heeft er nog de aandacht op geves
tigd, dat Disney zoo goed als geen artistieke
opleiding heeft genoten. Zelf erkent hij, dat
de eischen tot toelating voor zijn studio van
teekenaars van carricaturen zoo zwaar zijn,
dat hij er zelf niet aan zou kunnen voldoen.
Hij is hierin dus nogal eerlijk, interesseert
zich verder weinig voor het academische de
bat, dat rond zijn uitverkiezing voor het Me
tropolitan Museum is losgebroken. Hij gaat
in de eerste plaats groot op den gestadigen
vooruitgang, dien zijn product kenmerkt.
Mickey Mouse was een eerste stap. De „Silly
Simphonies" bleken in elk opzicht een voor
uitgang, „Sneeuwwitje" werd het inslaan van
een nieuwen weg en thans wordt de artistieke
waarde van het eerstvolgende product ver
hoogd door het onder toezicht van Leopold
Stokowsky verwerken en benutten van mu
ziek van Beethoven, Bach en Strawinsky.
Ofschoon de directie van het Metropolitan
Museum Walt Disney beschrijft als „een groo
te, historische figuur in de ontwikkeling der
Amerikaansche kunst", blijft Walt Disney
er tamelijk nuchter onder.
Hij gaat eenvoudig op den ingeslagen weg
voort, steeds naar nieuwe mogelijkheden
zoekend, zonder zich druk te maken over
artistieke problemen en over de vraag, of
hij zelf een kunstenaar is of niet, of zijn
kunst met een grooten of met een kleinen K
moet worden geschreven.
Iets, wat hem tegenstaat, is hypermoderne
kunst en met name het surrealisme. Hier
komt de vakman, de technicus in verzet
tegen het verwaarloozen in een schilderij
van elementaire waarden als het perspectief,
die groote overwinning, eens door de kunste
naars op het vlak behaald.
Disney haalt met voorliefde aan, dat een
kunstenaar als Delacroix het tentoonstellen
van zijn schilderijen met muziek wilde be
geleiden. Hij meent hetzelfde te doen in zijn
teekenfilms. Voorts koestert hij groote be
wondering voor Van Gogh en dan voor Leo
nardo da Vinei, dien grooten kunstenaar, die
tevens een groot technicus was.
«v \\A\ vv\\ s NS
IKI
„De gierenuit Walt Disney's „Sneeuw
witje", door het Metropolitan Museum te
New York aangekocht.
Het nieuwe Amerikaansche filmjournaal
The March of Time zal door R.K.O. Radio
films onder den naam van „De loop der
Tijden" regelmatig in Nederland gebracht
worden, waar het in de diverse Cineac's
(deze week te beginnen in de Amsterdamsch)
zal gaan draaien. De Cineac's krijgen hier
door een attractie, die niet overbodig is, naar
het mij 'voorkomt. Immers, deze als nieuws-
theater begonnen bioscopen beantwoordden
sinds lang niet meer aan hun oorspronkelijken
opzet. Het nieuws, dat zij gaven, verschilde
niet van dat in alle andere bioscopen, het was
soms alleen uitgebreider, wat meestal geen
aanbeveling beteekende.
Plannen om het nieuws meer geordend op
te dienen als in een krant, bijv. rubrieksge-
wijze, werden opgegeven, evenals de poging
een eigen reportagedienst in te stellen. Het
gevolg was, dat de opengebleven tijd gevuld
moest worden met korte filmpjes, musicals
en kluchten, waarvan men het peil nu lang
zamerhand wel kent, zoodat de teekenfilm
langzamerhand zoo ongeveer de eenige aan
leiding werd om een nieuwstheater binnen te
gaan. In het buitenland kon men nagenoeg
eenzelfden ontwikkelingsgang volgen: het
grootste deel van den vertooningstijd ging
verloren aan reprises van de afgedankte
voorprogramma's der bioscopen en sommige
cineac's veranderden zich heelemaal in re
prise-theaters en vertoonden oude succes
films.
Nu de Nederlandsche Cineac's „The March
of Time" op hun programma hebben geno
men, beteekent dit een verhooging van het
programmapeil dezer theaters, omdat naar
opzet en uitwerking deze vorm van filmjour
naal het best past bij hun oorspronkelijke be
doeling.
De eerste uitvoering van The March of
Time werd in 1935 te New-York in première
gebracht en thans draait ditg edramaticeerde
nieuws in 11.000 bioscopen over de geheele
wereld. De opzet ervan was niet alleen de
actueele feiten en gebeurtenissen te brengen,
zooals het Paramount- en 't Fox-Movietone-
Nieuws reeds deden, maar om van die ge
beurtenissen den gefotografeerden samenhang
te laten zien, om achter die feiten de diepere
gronden, de oorzaken en gevolgen te toonen.
De initiatiefnemers tot The March of Time
zijn tegelijk uitgevers van twee bekende
Amerikaansche periodieken: Time, waarin
door middel van tekst en Life, waarin met
behulp van foto's eenzelfde doel wordt nage
streefd en het overweldigend succes, dat deze
vindingrijke mannen met hun weekbladen en
nu ook met hun origineele journaal hebben,
bewust, dat zij de behoeften van het Ameri
kaansche volk en van vele andere landen
weten te peilen. Of zij, althans met hun
nieuws, ook het Nederlandsche volk, in die
mate zullen weten te boeien zal nu nog moe
ten blijken. C. B.
9?
Uit Weenen werdt gemeld, dat Dorothea
fil1®®1® daar de hoofdrol zal vervullen in een
§eUteld „Die fromme Lüge".
is na
zon.
„Jongeman, uw aanzoek om mijne doch
ter komt voor ons volkomen onverwacht!
een^verblijf va^J®?3" °"a" van "ExtasC"'
der dat hem ee^®8 l?3' te HoI1ywood'
werd verstrekt, er ?p racht van beteekenis
te aanvaarden Van ee®n
De Columbus-film van Abel Gance dri„
.rsies krijgen, een Fransche en EnSsche
een Spaansdie. Selscne
Richard Strauss heeft de opdracht aan
vaard voor het componeeren van de muziek
voor een documentaire film over München
In Hongarije heeft de regeering aan een
groote maatschappij toestemming gegeven
tot het openen van bioscopen, waar lb mm-
films zullen worden vertoond, in niet min
der dan zeven honderd steden, stadjes en
dorpen.
„ChériBibi", product van de Fransche
filmindustrie, die zich den laatsten tijd her
haaldelijk onderscheiden heeft met films
als „La Grande Illusion" en „Quai des Bru
mes", is een nieuw bewijs van het kunnen
der Fransche cineasten, die, zooals uit deze
film blijkt, zelfs zonder een scenario, dat
ook maar in de verste verte eenig logisch
verband legt tusschen de opeenvolgende
episodes, een film kunnen maken, waarin
bijna uitsluitend het beeld tot den toeschou
wer spreekt.
Zooals in vele Fransche films, zoekt de
cineast ook in „ChériBibi den zelfkant van
het leven op, de uitgebannenen uit de mo
derne samenleving, de bevolking van het
bagno van het Duivelseiland.
Van eenigen samenhang in het thema der
film is, zooals gezegd, geen sprake, en de
eenige idee, welke de film schijnt te willen
propageeren, (hetgeen overigens met al heel
weinig overtuigingskracht geschiedt) is,
dat de bannelingen, omdat zij door ieder an
der gehaat worden, elkander moeten helpen
en steunen, doch daartegenover staat de
suggestieve, bijna documentaire in de
goede beteekenis van het woord uitbeel
ding van het leven der gedeporteerden.
De inscheping van de bannelingen naar
Guyana is geen dramatische filmscène meer,
het is een document uit het ellendige, ver
gooide, verdierlijkte leven van menschen
die als even zoovele gezwellen uit het leven
van de maatschappij zijn weggesneden.
Toch bestaat er in die levens nog hoop
nog een ideaal: de vrijheid. Voor de meesten
de vrijheid, om wraak te nemen, om nieu-
we misdaden te plegen, voor een enkeling
AA °m een beter leven te beginnen.
Onder leiding van Cheri—Bibi, een ge
vaarlijke misdadiger, maar met een scherp
verstand, waarmede hij de anderen over-
heerscht, worden er complotten gesmeed. In
de Fransche gevangenis is men er reeds
mede begonnen. Met eindeloos geduld en
verbluffende vindingrijkheid wordt het plan
stukje na stukje rijp gemaakt voor de uit
voering en eindelijk, kort na het vertrek
van het schip naar Guyana breekt de zorg
vuldig voorbereide muiterij uit, die echter
bloedig wordt onderdrukt.
Maar nog geeft de ontembare ChériBibi
het niet op. Na aankomst in Guyana smeedt
hij, thans in samenwerking met een jongen,
onschuldig veroordeelde, dien hij eerst als
verrader beschouwde, plannen tot ontvluch
ting. Zij krijgen hulp van buitenaf en de
vlucht begint, prachtig door het camera-oog
geobserveerd en kundig gemonteerd.
ChériBibi zal echter de vrijheid in dit
aardsche leven niet meer smaken. Als hij
in een boom klimt, om den weg te verken
nen, wordt hij door zijn achtervolgers opge
merkt en van grooten afstand neergescho
ten.
Dat dit zoo schamele, onwaarschijnlijke
scenario niettemin tot zulke goede scènes is
verwerkt, is, naast dé regie, welke door Leon
Mathot werd gevoerd, voor een niet gering
deel te danken aan het uitstekende spel van
Pierre Fremay (ChériBibi), dien wij hier
te lande kennen door zijn creatie in „Trois
Valses", alarm in de Middellandsche Zee,
„La Grande Illusion" en „Drame de
Shanghai".
„ChériBibi" wordt deze week vertoond
in het Rotterdamsche Thalia Theater.
De realistische kijk, welke de film geeft
op het leven in het bagno, maakt voorbe
houd voor volwassenen noodig.
Beeld uit de film Cheri Bibi", gewijd aan het leven in de Fransche strafkolonie.
Naar men weet, wordt op het oogenblik
hard gewerkt aan een marinefilm, lezen wij
in het Soerabajasch Handelsblad. De cineast
M. H. K. Franken, die reeds enkele jaren in
Indië toeft en hier o.a. „Pareh, het lied van
de rijst" (in samenwerking met Albert Ba-
link) en de kolonisatiefilm maakte, kreeg
de opdracht. De heer Quispel, hoofd van den
propagandadienst der marine, houdt op de
verfilming deskundig toezicht.
Zooals gemeld, is de filmploeg op het
oogenblik met het eskader mee. Tevoren wer
den reeds opnamen gemaakt op het vlieg
kamp, op het Marine-etablissement, terwijl
het lanceeren van een torpedo werd gefilmd
op de K XVII. Volgende maand moeten de
opnamen gereed zijn, want 't is de bedoeling
de film voor het eerst begin Augustus te
vertoonen. De montage, het na-synchroni-
seeren, enz. enz. kosten natuurlijk ook enkele
maanden. Op 1 Mei a.s. staat een feest op de
marinesociëteit „Modderlust" te Soerabaja
op het programma, waar de laatste opnamen
worden gemaakt.
De marinefilm is natuurlijk bedoeld als
propaganda voor de marine. Men heeft ech
ter het standpunt ingenomen, dat van werke
lijke propaganda pas sprake kan zijn, als een
groot deel van het Nederlandsche volk de
film zal zien en ook met genoegen zal zien.
Vertooningen voor vereenigingen en beslo
ten gezelschappen zouden in de eerste plaats
slechts een betrekkelijk klein deel van het
volk bereiken, in de tweede plaats een, wat
het nut eener sterke marine betreft, reeds
overtuigd deel.
Vandaar, dat de Marinefilm bedoelt te wor
den een commercieele onderneming, men
hoopt de film zoodanig te maken, dat zij in
de bioscopen van alle Nederlandsche en In
dische plaatsen zal draaien, dat de bioscoop
exploitanten haar huren. Iets dergelijks dus
als de film van de K XVIII welke groot suc
ces had en ook reeds een goede propaganda
voor de marine was. Thans echter is niet de
tocht van één onderzeeboot, doch leven en
streven der geheele marine het onderwerp.
Van het bekende Engelsche, humoristische
serieboek William" zal een reeks films wor
den gemaakt. „William" eei. scnepp'ng van
Richmal Crompton, is de personificatie van
den Engelschen schooljongen-enfant terrible.
De boeken zijn ook in het Nederlandsch
vertaald. In Engeland behooren de „William"*
boeken tot de meest gelezene.