De „puzzle" opgelost?
De nieuwe Ministers.
SAir-srxsra seh
knaiï=! sjr sjgrrs^*c:
S Sw KJ Jfl
DAGBLAD VOOR SCHIEDAM EN OMSTREKEN.
62ste JAARGANG No". 18539
DINSDAG 25 JULI 1939
VIER BLADEN.
BUREAU; KOEMARKT 4, SCHIEDAM
TELEFOON INTERCOMM. No. 68085
HET VIJFDE KABINET-
COLIJN.
,.Zet liberalen naast ColijiT'.
De nieuwe mannen zijn er.
Togh zal men het ons niet euvel duiden,
dat wij het eerst even terugdenken aan hen,
die gingen.
Iliiill
Dr. ir. M. H. Damme.
Mr. J. A. de Visser.
Prof. ir. P. de Vooys.
1
A -
IBs#
-'"-"•J
De ABONNEMENTSPRIJS van de NIEUWE
SCHIEDAMSCHE COURANT bedraagt
franco bii vooruitbetaling:
Per week 20 cent; per maand 85 cent, p
drie maanden 2.55. He
Bij bezorging franco per Post bed J dria
abonnementsprijs per maand I r
maanden 3.
LOSSE EXEMPLAREN verkrijgbaar 5 ct,
Bef prijs' der ADVERTENTIES bedraagt 25
ets. per regel. Bij contract reductie.
postcheque- en girodienst No. 81440.
Uitgave van de N.V. de Courant De Maas
bode t«s Rotterdam,
NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt 25 cent
per regel met een minimum van 4 regels.
Reclames tusschen den tekst dubbel adv.-
tarief.
Liefdadigheidsadvertentiën half tarief.
Familieberichten 10 cent per regel.
Kampioen-advertenties van twintig woorden
ƒ0.50 per plaatsing. Elke 5 woorden meer
Kampioen-annonces en familiebericht
kost 10 cent.
worden geplaatst in de gezamenlijke vier
dagbladen: Het Nieuwe Dagblad, de 1 Ni|"_
Schiedamsche Courant, de Nieu 0
Hollander en de Nieuwe Dordtsche courant.
HET VIJFDE MINISTERIE COLIJN.
Het vijfde ministerie-Colijn is gistermiddag op het departement van Algemecne
Zaken in den Ilaag in eerste bespreking bijeen geweest. Een groep ministers bij
aankomst; Vi f n rf;r. jr. Damme, prof. dr. B. O. J. Schrieke, C. W. Boden
hausen, C. Vi j, Bussche, jhr. ir. van L'idth de Jeude en dr. J. J. C. van Dijk,
Wel zelden heeft ons katholieke volksdeel
met zooveel vertrouwen een stel katholieke
ministers aan het werk gezien als dit met
e. ai meer vermaarde of beruchte
t.vier het geval is geweest.
En nu ging minister Goseling heen te mid
den van de zoo troebele Oss-sfeer. Troebel,
^•'ij herhalen het met overtuiging. Niemand
kan er aan twijfelen, dat de Oss-affaire
nooit een dergelijken omvang zou hebben
"'ngenomen, misschien nooit op eenigszins
heteekenende wijze beslag zou hebben ge-
e§d op de pubiieke aandacht, als er niet
een katholiek minister van justitie aan het
bewind was geweest, en als er geen katho
lieke geestelijken in het spel waren betrok
ken. In deze combinatie: katholiek minister
katholieke geestelijken ligt des Pudels
6rn- Als de affaire had plaats gegrepen
n)et in Oss, niet in het katholieke Brabant,
Tttanv. T_ - nn; I-4.i _i
C. W. Bodenhausen, Financiën.
Minister Steenberghe, de jonge bewinds-
Wij zeggen; in dit geval uiterst onzeker.
Wat dr. Colijn eigenlijk wil zal moeten wor
den afgewacht. Een van beide staat echter
wel vast: hij zal komen met een werkloos
heid-politiek, die den steun ook van de ka
tholieke fractie zal kunnen hebben en dan
zouden wij vragen: waarom heeft hij 'leze
noodlottige crisis eigenlijk uitgelokt? Ofwel:
hij komt met een werkloosheid-politiek, die
al te sterk afwijkt van hetgeen de katho
lieke fractie en de katholieke ministers en
trouwens de groote meerderheid der Kamer
willen, en dan zouden wij vragen: waarom
treedt hij eigenlijk met een dergelijk kabinet
voor de Kamer? Met het ééne doel om het
conflict in de volksvertegenwoordiging zelf
te doen uitbreken Afwachten is hier de
boodschap en ofschoon de Katholieke Staats
partij en met name de katholieke ministers
bij deze crisis wel heel erg het slachtoffer
zijn geworden van Colijn's onberekenbare
SPErtzittetndus geen katholieken in dit kabi-
net-Colijn. Dit achten wij onder deze om
standigheden gelukkig. -,v
Wij hebben aanstonds bij het uitbreken
van de crisis als onze meening gegeven, dat
het 't best zou zijn voor beide partijen, dat
Colijn en de katholieken althans tijdelijk
uiteengingen. Dit is nu geschied. Wel heeft
dr. Colijn alsnog getracht een paar niet al
te „politiek" getinte katholieken voor zijn
nieuwe combinatie te vinden, maar daarin
is hij, zooals te verwachten was, niet ge
slaagd, nadat hij met de vier a redende
katholieke ministers niet tot accoord kon C- W. JBodenhatóSeitl
komen. De katholieke eenheid en eendracht
heeft zich in deze crisis wel zeer solide ge
toond. Zij is sterker dan ooit, en dat ls> voor
al onder de tegenwoordige omstandigheden,
een zeer gelukkig verschijnsel-
Naar het schijnt is dr. Colijn wel tee
kenend - er ook niet in kunnen slagen per
sonen van vrijzinnig-democratischen huize,
een partij, die bij de laatste verkiezingen
sterk aan de winnende hand bleek, tot zijn
ministerie te doen toetreden. Hij heeft slechs
een willig oor gevonden bij zijn naaste po
litieke geestverwanten, met moeite bij een
enkelen christelijk-historische en verder
vooral bij liberalen of liberaal getinten. Er
zitten meer liberalen in het Kabinet dan in
de Kamer!
Als een partij van 31 meer dan vier mi
nisters zou leveren, zou een rilling gaan
daar niet-katholiek Nederland. Dat een par
tij van vier de meerderheid van het Kabi
net levert schijnt normaal.
Het is opvallend, dat dr. Colijn in chris'e-
lijken kring erg weinig heeft gezocht of ge
vonden. Zelfs den eigenlijken triomfator,
minister De Wilde, vinden wij niet terug!
Met deze ploeg steekt Colijn thans in '<-&■
Zij vormt een stel ministers. Is het ook
een kabinet, een ministerie? Met een lichte
wijziging in een bekend woord van Groen
van Prinsterer zouden wij willen zeggen-
Wij zien wel meer dan één homo, maar geen
homogeen kabinet, al zullen de titularissen
van de verschillende departementen wel °P
een bepaald programma zijn ingehuurd-
Ongetwijfeld heeft dr. Colijn de hand kun
nen leggen op enkele knappe koppen, "ie
met name in Indië getoond hebben, dat zU
iets waard zijn. Of dit opweegt tegen bet
verlies van een Weiter aan Koloniën?
Zoo kreeg het Departement van Onder
wijs, Kunsten en Wetenschappen in prol-
Prof. dr. B. J. O. Schrieke, Onderwijs. Mr. J. A. de I isser, Justitie.
j)e heer C. W. Bodenhausen is 24 Juni 1369
te Leeuwarden geboren en is dus 70 jaa-
oud.
Na eindexamen H. B. S. te hebben gedaan
wijdde hij zich aan de studie van belasting
ambtenaar. In 1891 werd hij surnumair der
directe belastingen, invoerrechten en accijn
zen, in 1895 ontvanger, in 1896 adjunct-
inspecteur en in 1899 inspecteur.
Van den rijksdienst ging de heer Boden
hausen in 1914 over naar den gemeentelijken
dienst van de hoofdstad, want in dat jaar
fLerd hij benoemd tot directeur der gemeen
te-belastingen te Amsterdam. Tot 1921 be
kleedde de heer Bodenhausen deze functie,
waarna hij directeur var., financiën in Ne-
tlerlandsch-Indië werd. In 1929 benoemd tot
lid van den raad van Nederlandsch-Indie
was hij van 1931—1933 vice-president van
dit hooge college. Na zijn repatneering ves
tigde de heer Bodenhausen zich te Baarn.
Bij herhaling deed de regeering een beroep
od zijn kennis en ervaring als belastingdes
kundige door hem tot voorzitter van ver
schillende ministerieele commissies te be
noemen, o.a. leidde hij de werkzaamheden
van het commissoriaal onderzoek in zake
het complex van nieuwe belastingontwer-
pen, die nog niet door de Staten-generaal
zijn behandeld.
Toen nu ongeveer anderhalf jaar gele
den in het vredespaleis de internationale
vereeniging voor financieel en fiscaal recht
werd opgericht aanvaardde de heer Boden
hausen het voorzitterschap dier vereeniging.
In die hoedanigheid opende hij het congres
voor belastingwetenschap dat zoo juist te
Scheveningen, onder presidium van prof.
Bruins, is gehouden.
De heer Bodenhausen is ridder in de Orue
van den Nederlandschen Leeuw en comman
deur in de Orde van Oranje-Nassau.
in Oss, met in net katholieke Brabant,
klaar bijv. in Tietjerksteradeel zou dit stel- man' dlf een tweede ministerschap zyn r_
kg nóg een verschil hebben èemaikt zelfs veertigsten verjaardag vierde en die, Schrieke een kundig hoofd, al is hij waa
al waren er katholieke geesteliiken i'n het van karakter- thans voor de tweede maal schijn]ijk beter op de hoogte van Indische
sPei geweest en zelfs een zoo monVerach- uit elgen ,beweSing uit het kabinet treedt, dan van moederlandsche onderwijszaken.
Procureur-generaal als thans Den Bosch welks politiek niet de zijne kon zijn. Minis- Wat w„ van dezen titularis, als de tijd
"n omgeving onveilig maakt. Maar nu er ter Steenberg ie deed mtusschen belang gelaten wordt, op de allereerste plaats
kathol.e| min.ster van justitie er werk 0Qk t b te van de werkloosheids!*- dePfiniüeve reorganisatte
e men zich toch op het.punt van rechtsbe- strijding en boog onze economische politiek voorbereidend hooger en middel-
deelmg nif,. .TT.. ~,oe int.11 ski-V.nrv. ir. de door de omstandigheden vereisch- u ue „„„v,an-
Dr. ir. M. H. Damme is 16 November
1876 te Breda geboren. Na aan de H. B. S.
te Arnhem eind-examen te hebben - gedaan
studeerde hij aan de polytechnische school
te Delft. Het diploma voor wergtuigkundig
ingenieur behaalde de heer Damme in 1898,
waarna hij een aanstelling als ingenieur bij
de Staatsspoorwegen op Java kreeg. Na de
verschillende rangen te hebben doorloopen
volgde de heer Damme in 1913 ir. H. F. van
Stipriaan Luiscius op als hoofd vaji de
Staatsspoor- en Tramwegen in Ned.-Iadie.
Na een onderbreking van 2 jaar (1919
1921) toen de heer Damme een particulier
bedrijf leidde, de oliefabriek „Insulillde",
keerde hij in gouvernementsdienst terug en
wel als gedelegeerd lid van de Semarang-
sche spoorwegcommissie met tot taak een
oplossing te vinden voor het vraagstuk der
spoor- en tramlijnen te Semarang, die aan
vaardbaar zou zijn voor de belangen van
overheid en die van particulieren. De neer
Damme vond de oplossing en kreeg toen een
nieuwe taak. Als voorzitter van de salaris-
commissie voor burgerlijke landsdienaren
ontwierp hij een herziening dier bezoldigin
gen. Na een bespreking in Nederland met
den toenmaligen minister van Koloniën, den
heer S. de Graaff, keerde de heer Damme
naar Indië terug om het ontwerp als regee-
ringsgevolmadhtigde in den Volksraad te
verdedigen. De raad aanvaardde het ontwerp
Dr. ir. M. H. Damme, Sociale Zaken.
en de heer Damme ging na 25 tropenja
ren met pensioen.
Lang heeft de heer Damme van zijn otium
niet genoten, want in 1925 werd hij direc
teur-generaal der P. T. T.
Sinds 1935 is de heer Damme eere-lid en
vice-president van het Koninklijk Instituut
voor ingenieurs en voorzitter van de Vsree-
niging Nederlandsch fabrikaat. In 1938 pro
moveerde hij tat doctor honoris causa in de
technische wetenschappen aan de technische
hoogeschool te Delft. Hij is lid van den raad
van bestuur van de K. L. M.
De heer Damme is ridder m de Orde .-an
den Nederlandschen Leeuw, commandeur in
de Orde van Oranje Nassau commandeur m
de orde van den Nijl, en groot-officier in de
Kroonorde van België.
S55Ï onveilig SÏÏ I .«TieVoSghe'öert I
minister V.» Justitie vmwnchten. dat is definitieve reorganisat e
e rnen zich toch op het.punt van rechtsbe- strijding en boog onze economische politiek Qnj. voorbereidend hooger en middel-
mfikte ni^ Vei.lig Het waS intass°ken voor om in de, wnndfuh.'gr he- ba&r onderwijs, die reeds zoo lang aanhan-
,i LGosdinS wel de grootste voldoe- te maal' oud"llberallsme vlnnlg be" gig is. Wij hopen, dat deze dan meer afdoen-
ning dat m hem persoonlijk R«st op dit streden nchting. j zj-n dan j het aanhangig ontwerp-
punt een volstrekt vertrouwen uitgespro. Minister Weiter. Aan zyn eerste minister- s]otemaker het
geval was. Wij zouden deze
ken, en dat wel door zijn scherpste - wij schap kwam een zeer onüjdxg einde, aan reorganisatie zich het liefst zien voltrekken
bedoelen serieuze tegenstanders- Dat dit zijn tweede komt het al wederom veel te richtingi door een prima deskundige
nog heeft kunnen geschieden vóór s minis- vroeg. Het is wel zeer jammer voor een be- oud.insp€ct€ur Bolkestein zoo lang en
ters heengaan zal hem een groote voldoe- wmdsman, die door J g^ean f °°|e 700 taai en zoo talentvol voorgestaan. Onze
mng kunnen blijven kennis van alles wat ina e oetrett, het al- weten dat wj- VQor diens oploSSmg
Naast hem gaat minister Rornme, na ten- gemeen vertrouwen haü oer.^amer, waar- g zeer yeel gevoeld hebben met name
minste in de Tweede Kamer nog zi.1n groot mede hij ook, wij kondei nog kol dQor bem voorgestane vereenvou-
ontwerp 0p den kinderbijslag met een on- voor zijn. aftreden vaststellen op zoo vlotte en beperking in het aantal school-
aa„*aCht sterke meerderheid te hebben zien en aangename wijze kon samenwerken. 8 i Dat zou 00k, zonder het onderwijs
als von°men' Voor hem even goed trouwens Oud-minister Marchant, de dm hh te schaden integendeel! bezuiniging kunnen
v°or minister Gosr.i';„rr uras met het be- van weleer, verklaarde onlangs dat hij m Coliin juist in deze om-
gin van de tweede helft der gebruikelijke de 40 jaren, waarin hij het politieke leven reng welkom moet zijn.
vierjarige periode L voor goed
vierjarige periode eigenük P^ voor goed
de °.ogsttij d aangebroken. Maar ook
aan zijn zoo verdienstelhk werk werd door
een voor ons gevoel geheel ongemotiveerde
crisis een einde gemaakt
Jhr. ir. O. C. A. van Lidth de Jeude,
Waterstaat,
aV() la«n, waarin hij het ponue.e leven j zeer we]kom moet zi n
volgde, nooit een zoo knappe rede van een sumdigheden we
minister van Koloniën had gehoord als de Professor dr. Schrieke nam hetzelfde
laatste sroote beerootinesrede van minister „departement", dat hij ook in Indie als
Weiter. Maar ook hï S heen al was hij recteur-generaal beheerd heeft. Hetzelfde s
w«Uich,MmT„det dlrecf TJ "S, beide he, gevfl met den hee, B«te„h,u«.,
dere katholieke collega's betrokken in het Financiën aandurfde.
complex van aanleidingen tot de ontstane Zooals te verwachten was deed ook o
crisis en al was hij vóór zijn
ministerschap heer Van Lidth de Jeude zijn intrede in dit
niet in zoo sterke mate een politieke per- kabinet. Hij kan, ondanks zijn kortstona'g
soonlijkheid. Dat hij tóch ging strekt hem kamerlidmaatschap, nog wel min of meer
tot te grooter eere. worden beschouwd als een niet vooraan-
Zij gingen: katholiek Nederland herdenkt staande politieke figuur. Er bestaat a e
met dankbaarheid hetgeen zij deden en.... kans dat er van de zijde van de katholieken
verwacht met groot en stellig vertrouwen geen onoverkomelijk bezwaar zal blijken e
wat zij nog doen zullen. bestaan tegen de opvattingen van dezen soe-
En zoo verschijnt dr. Colijn dus aan het pelen liberaal,
hoofd van Zijn vijfde kabinet. Wij wezen er De visser treedt zonder twijfel een
vroeger reeds op, dat het stellig met de k rist aan het boofd van Justitie. Deze
eigenaardigheden, die dezen staatsman ken- chrPtelijk-histor.sche zal ongetwijfeld ge-
merken, met name met zijn spontaneïteit j aan de verwachting, door jhr. De
samenhangt, dat hij m betrekkelijk korten Punteren uitgesproken, dat Gos-
of met de katholieke ministers van zijn eigen de verwachting in> aan Buitenlandsche Za-
kaZMhij( thans de „puzzle" hebben opgelost? ™an Economische Zaken zal prof. de
Dr. Coii-jn heeft nU de oplossing gezoent Vooys minister Steenberghe moeilijk doen
in een kabinet, dat wordt aangedien ais vergeten en mr_ Romlre krijgt in ir. dr.
een „zakenkabinet". Damme een alleszins bekwaam opvolger aan
Het zal hem niet gemakkelijk zijn gevai- Sociale Zaken, die van het noodige sociale
len daarvoor personen te vinden, bereid een gevoel moge blijk geven. Minister van Dijk
eervolle positie op te geven voor het vooral bleef, tot veler bevrediging aan Defensie,
in dit geval wel uiterst onzeker ministerieel Hij is nu met dr. Colijn de eenige anti-re-
bestaan. I volutionair!
Mr. J. A. de Visser is een zoon van wij
len den oud-minister van Onderwijs, dr. J.
Th de Visser en is evenals zijn vader dit
was, de Chr. Hist, beginselen toegedaan. Hij
is te Leusden geboren in 1883, bezocht de
gymnasia te Amsterdam en Tiel. studeerde
tan de Utrechtsche universiteit m de recb-
ten en promoveerde in 1909. Zijn ambtelijke
loopbaan begon hij als adjunct-commies aan
het departement van Koloniën. Vervolgens
trad hij in de rechterlijke loopbaan als amb
tenaar van 't openbaar ministerie te Assen.
Na in die functie naar Amsterdam te zijn
overgeplaatst, kwam hij te Assen terug,
thans als substituut officier van Justitie.
Van 190 af was hij gedurende tien jaren sub
stituut officier van justitie te Rotterdam.
In 1930 werd hij benoemd tot advocaat-
generaal bij het gerechtshof te 's-Graven-
haee. Van 1935 af treedt hij op als procu
reur-generaal bij het gerechtshof te Ain-
hem. Ook in het politieke leven heeft mr. de
Visser een rol gespeeld. Gedurende zeven ja
ren was hij lid van den Raad van Rotterdam
gedurende acht jaren lid van de Provinciale
Staten van Zuid-Holland en korten üjd lid
van den Haagschen raad. Ook was hij voor
zitter van den Chr. Hist. Kamerkieskrmg
Rotterdam.
De heer Visser is ridder in de Orde van
den Nederlandschen Leeuw:
Prof. ir. I. P. de Vooys is 3 Februari 1875
te Gouda geboren. Na de hoogere burger
school in zijn geboorteplaats te hebben door
loopen studeerde hij aan de polytechnische
school te Delft. In 1896 verkreeg hij het di
ploma van werktuigkundig ingenieur. Van
18961899 was hij eerst adjunct-inspecteur
en daarna inspecteur van den arbeid achter
eenvolgens te Breda, Arnhem, Deventer en
's-Gravenhage.
Van 1909—1917 was hij gewoon hoog
leeraar in de mechanische technologie ^aan
de technische hoogeschool te Delft. Van
19141923 was prof. de Vooys voorzitter
van het Koninklijk Nationaal Steuncomité
en van 19171930 diercteur der Nederland-
sche maatschappij tot ontginning van steen-
kolenvelden, later de N. V. Mijnbouw ge
naamd.
Sinds 1930 is prof. de Vooys directeur van
Verdere beschouwingen hebben weinig
zin.
De houding der kamer tegenover dit
constitutioneel niet onbedenkelijk kabinet
en daarna eventueel diens daden dienen te
worden afgewacht.
De katholieken kunnen dat doen in de
grootste kalmte, in de rust van hun kracht
en van de overtuiging, dat zij op het punt,
dat de crisis uitlokte, de werkloosheids-
politiek, de groote meerderheid van ons volk
achter zich hebben.
Wij blijven deze crisis fataal vinden en
ongemotiveerd
En de oplossing is koren op den molen van
Van Houten en ondanks het terzijJe
stellen van de „roomschen" misschien
zelfs van Kersten!
Dr. Colijn redde zich eens te meer langs
de dakgoot, Een dergelijke manoeuvre mo?t
men zich echter niet al te dikwijls veroor
loven.
Na deze „redding" ligt zijn lot in han
den van de katholieke fractie.
In de katholieke (en ook in de socialisti
sche) pers gingen stemmen op om het onaf
wendbare noodlot voor dit ministene zich
maar zonder dralen te doen voltrekken.
Wij meenen, dat dit geheel dient te wor
den overgelaten aan de Kamerfractie, die
ook de consequenties van een eventueel vo
tum zal hebben te aanvaarden.
Met vertrouwen kunnen wij aan haar
overlaten, welk beleid zij tegenover dit ka
binet zal gelieven te volgen.
;«SS" ï-i* - j
•;v :-:.V -.'v
MINISTERS, DIE BLEVEN (v. 1. n. r.J: dr. H. Colijn, Minister-president, Alge-
meene Zaken; mr. J. A. N. Patijn, Buitenlandsche Zaken; H. van Boeyen,
Binnenlandsche Zaken; dr. J. J. C. van Dijk, Defensie.