Tweede Kamer tegen het Kabinet. Na uiteenzetting van Minister Colij n. A VRIJDAG 28 JULI 1939 VERSLAG VAN DE ZITTING Opheldering over de kabinetS' crisis gevraagd. Vergadering van Donderdag 27 Juli. IN de gistermiddag gehouden ver gadering der Tweede Kamer zijn de besprekingen over de regeerings- verklaring voorgezet. (Het eerste gedeelte van dit verslag werd reeds geplaatst in een deel der vorige op laag). Als eerste spreker voerde het woord de heer VAN HOUTEN (CHR. DEM. UNIE). De heer van Houten begint met te zeg gen: de heer Colijn heeft de leuze „zet libe ralen naast Colijn" blijkbaar tot de zijne ge maakt Ik vraag me af, of men hier niet be ter kan spreken van het eerste kabinet van Lidth de Jeude, dan van het 5de kabinet Colijn. Er zijn nog vele namen te bedenken, doch de naam zakenkabinet is zeker onjuist en .nog onjuister crisis-kabinet. Want het zal de crisis niet kunnen bestrijden, doch eerder die kunnen verergeren door in deze tijden naar een sluitende begrooting te stre ven. Hitler-methodes. reeds thans het kabinet tot heengaan te dwin- ge. De S.D.A.P. stelt zich daarbij vooraan en de Roomschen blijven wat achter de scher men. Als er een motie van wantrouwen mocht worden aangenomen zullen dan de Katholieken dit als uiterste noodzaak zien om met de sociaal-democraten samen te wer ken? Maar moeten deze uitstekende mannen, waaruit het kabinet is samengesteld worden heengezonden omdat zij niet tot de katho lieke kerk behooren? We willen aan zulk een spel niet meedoen. Ik zou den heeren, die zulk een motie willen indienen het woord van Heemskerk willen voorhouden „Een motie is maar een motie". Spr. vraagt of minister Goseling is afgetreden, toen het rapport Oss werd aangenomen. Welnu, evenmin be hoeft een kabinet af te treden als een motie tegen een kabinet wordt aangenomen. Een periode los van Rome is ingeluid. Het strui kelblok der coalitie is uit den weg geruimd. Fractieleider der Anti Revol. spreekt. De heer SCHOUTEN (A.R.) wenscht eeni- ge opmerkingen te maken over de kabinets- Om beter te kunnen beoordeelen uit wel ke gedachte dit nieuwe kabinet is ontstaan dienen wij dit te weten. Ik zal geen oordeel vellen of, na de eerste poging Colijn en die van den heer Kooien, wederom aan een katholiek een opdracht cpsis> over het kabinet en over de regee- had moeten worden gegeven. ringsverklaring. Niemand zoo zegt spreker, Ik kan geen oordeel vellen, want ik ken de staa' een luchthartige politiek voor, maar motieven niet. diat neemt niet weg, dat men wel eens een Maar ik spreek hier den wensch uit, dat politiek volgt, waarop deze kwalificatie van ook hierover de regeering ons zal inlichten, toepassing is. Het aftreden van minister De Voor de Christ. Hist, fractie is de houding wüde 8af een belangrijke afwijking van tegenover het nieuwe kabinet niet twijfel- meen'ng m het kabinet over het financieel achtig. Wij zullen de daden afwachten. Wij heleid te kennen. hebben geen parti pris tegen één der mi- ®pr' vestigt de aandacht erop, dat Colijn nisters. Wij hopen, dat de tegenstanders van op 16 duni heeft verklaard, dat de bezwa- dit kabinet de houding van H. M.'s loyale ren van den heer de Wilde niet zoozeer oppositie zal innemen. Sommige tegenstan- Shigen tegen de uitgaven, dan wel tegen de ders schijnen te meenen, dat dit kabinet een I ongeneigdheid om bezuinigingen aan te schending is van het parlementaire stelsel, brengen. Het communiqué van den regee- Dit is volkomen onjuist. Het overleggen van rmgspersdienst beeft betrekking op den een regeeringsverklaring op den dag van het ;oestanc' van 29 Juni. Er zijn redenen om aan optreden en dit ter beschikking stellen van n®men> dat de situatie toen reeds anders de Kamer zegt genoeg. Dit kabinet wil het g op 16 Juni- parlement niet terzijde stellen, maar meent het parlement van de waarde van haar stand- betreuren de kabinetscrisis. Door ons punt te kunnen overtuigen. Het zijn niet de werd en wordt prijsgesteld op samenwer- ware vrienden van het parlementaire stelsel king met katholieken ook om een „oed die dit denatureeren en er een cancatuur 5 van maken. Spr. staat sympathiek tegenover beleid mogelijk te maken. Maar die saanen- de regeeringsverklaring. Hij meent dat het werking moet con amore plaats hebber^ an- noodlottig is dat sommigen ook buiten de ders worden de spanningen te sterk. Kamer voorbijzien, dat er een gezonde ver- houding moet zijn tusschen alle noodzake- De heer SCHOUTEN (A. R.) vervolgt zijn lijke maoatregelen en den finantieelen toe- rede: Het is nu niet 't moment te spreken over stand. de ontwikkeling van het partijwezen en De heer de Geer is van meening, dat de evenmin om te spreken over tendenzen, werkloosheid het best kan bestreden worden welke moeten worden onderkend in de ka- door inschakeling der werkloozen. Ook be- tholieke partij, tendenzen welke somtijds veelt hij beter vakonderwijs aan, want nu onze verontwaardiging opwekken. Wel moet reeds is er tekort aan goede vakarbeiders, spr. hierop wijzen: wij hechten groote waar- Ook de overige verklaring juicht spr. toe, de aan het parlementaire bestel. Wij mee- al vindt hij, dat op een enkel punt niet ge- nen het recht te hebben in dit parlement heel juist is gehandeld tegenover den afge- ons te mogen laten gelden, maar onze in- SPOOR WE G WER KEN IN AMSTERDAM- OOST. De omvangrijke spooru-egmer- L ken in Amsterdam-Oost. heeinnn» Amsterdam-Oost beginnen langza merhand de voltooiing te naderen. Een opname van het nieuwe Amstelstation (r.) met het inmiddels gereedgekomen aan sluitende tramnet. COLIJN" ANTWOORDT. De heer Colijn schijnt van Hitler-metho des niet afkeerig te zijn. Hij slaat, ondanks alle kritiek, steeds zijn slag, maar aan dit kabinet kan een einde worden gemaakt, zij het niet nu, dan bij de a.s. begrooting. De vraag of dit kabinet in 's lands belang is op getreden, meent spr. ontkennend te moeten beantwoorden. In deze tijden hebben wij minder dan ooit, experimenten noodig, die i j gedoemd zijn te mislukken. Spr. vraagt of de tr®defn ™Tst?r van 0nd,€rwlJs En wat de 7loed moet gegrondvest zijn op onze vaste juiste* benaming niet zou zijn: intermezzo- zelfstandigheid van ons land betreft, som- beginselen Anders verliest onze invloed kabinet. Ook spr. wijst op de figuur van den ^gen hebben dit een vraagstuk genoemd, zijn kracht. Wij mogen m samenwerking minister van Sociale Zaken, die op zeer Dlt 18 het allermmst- fet anderen onze beginselen niet ver- onsociale wijze van den P. T. T.-dienst een oochenen. Ons beginsel is beslissend in winstgevend bedrijf heeft gemaakt. Door een Mljn Politieke vrienden en ik willen za- °nze verhouding tot anderen. Indien onze toeneming van intern, spanningen zou dit kelijk oordeelen over dit kabinet. Hieraan gl^f reen samenwerking niet gedoo- kabinet wel een bliivertie" kunnen 7ün S6n> zlJn W1J er met voor te vinden. Men kan Kamnet wei een „blijvertje Kunnen zijn. voegt spr. den wensch toe, dat dit kabinet Spr. gelooft dat het zeer goed mogelijk is, dat de Katholieken dit kabinet zullen laten ln samenwerking met dit parlement zegen- zitten. Of het kabinet dadelijk weggaat hangt rijk voor ons volk zal werkzaam zijn, van diverse factoren af. Uit de rede van den heer Deckers is niet gebleken, dat de katho lieken bereid zijn met andere democraten samen te werken. Maar het is ook mogelijk, De heer Kersten aan 't woord. De heer KERSTEN (ST.G.P.) wijst erop, dat bij een eventueelen val van dit kabinet ?at d? coalitia ê^en daar de Katholie- i ken te overmoedig werden. Zij wilden de macht aan zich trekken. Maar ook Anti-Re- nog een zesde kabinet-Coliin opstaat. Spr. wijst erop, dat het nergens toe dient te spre ken ovdr wat behoorde te geschieden,* als I v°lutionaij"e" en Christ. Historischen heb- men de consequenties van zijn gedachten betn SchUld' da?r ZP de Pr°testantsche begin niet aan durft Dat de Katholieken uitgeslo- fl€n verwaarloosden om met Rome samen ten zijn van de regeering, maakt op spr., 6 ^en" Spr' Z6g deZe bJetuk reeds lanë weinig indruk Zij hebben dit aan zichzelf té hebbe,n ver,wac,ht' Er V°J nuAoe geen wijten. De samenstelling van dit kabinet ï'hr T politiek gevoerd. Spr. hoopt, dat geeft spr. weinig hoop op sociaal-economi- n R°me tha"a onherstelbaar is sche vooruitzichten. Het zijn knappe man- L n"gsverklanng heeft zljn nen, maar zij zullen geen grootsche dingen g' r zbn mmen °Pgegaan om doen. Als dit kabinet dit debat overleeft, zal het de geheele liberale pers aan zijn zijde vinden. Dan zullen het „in de pers" allen I j\/r^rpTT7' C bekwame mannen zijn, die in 's lands be- I 1VJA/ JL belang arbeiden. De regeeringsverklaring, niet zeggen, dat het in strijd is met ons par lementair stelsel als een kabinet optreedt dat geen meerderheid in de Kamer heeft. Wij hebben allerlei soorten kabinetten ge had. Een kabinet behoeft niet altijd een meerderheidskabinet te zijn. Of de forma tie van dit kabinet noodzakelijk en gerecht vaardigd is dat kan ik niet zeggen. De formateur alleen is hiervoor verant woordelijk. Hij zal zeker opheldering ge ven, maar de heeren Joekes en Albarda zijn naar spr.'s meening wel wat optimistisch ten aanzien van de mogelijkheid om een meerderheidskabiinef te formeeren. Nu de regeeringsverklaring. Tegen de hoofdpunten heeft spr. geen Be zwaar. Het komt natuurlijk aan op de uit werking van die punten. Met die uitwer- king zal blijken hoe de houding tegenover dit kabinet moet zijn. Spr. hoopt van harte, dat hierbij geen moeilijkheden zullen worden ondervonden. Maar we zijn hier allen voor een sluitende begrooting, maar wij zijn het niet eens over de wegen, welke daartoe leiden. Ons stand punt tegenover deze kwestie is niet gewij zigd. Een vreemdeling, die gisteren de Ka mervergadering had bijgewoond zou het idee krijgen, dat wij voor een niet sluitende be grooting staan. Maar dat is al het geval sinds 1932. Het finantieel beleid moet gebonden zijn aan finantieele mogelijkheden. Wij moe ten afwachten hoe de begrooting van 1940 er uit zal zien. De Voorzitter van den minister raad heeft het tekort voor 1941 op 80 mil- lioen geschat. Voorwaar geen kleinigheid. En de nieuwe belastingobjecten zijn nog niet in veilige haven. Daarom is bezuiniging noodzakelijk. Spr. is verwonderd over hetgeen de regee ringsverklaring vermeldt over ouderdoms zorg en verlaging der leerlingenschaal. En wel verwonderd, omdat de vroegere uitspra ken over deze onderwerpen zoo geheel an ders waren. Principieel hebben wij geen bezwaren, maar onze bezwaren houden slechts ten nauwste verband met de finantieele mo gelijkheid. Met verlangen zien we een nadere uiteen zetting hieromtrent tegemoet. Spr. meent, dat het niet aangaat om de ouderdomszorg uit te breiden als voor de financiering der huidige voorzieningen de fondsen nauwelijks voldoende zijn. Onze groep wil gaarne de regeering steu nen als het maar even kan. Ook dit kabinet, maar ze is verplicht haar houding te toetsen aan het landsbelang en is gebonden rekening te houden met de moeilijkheden, welke zich kunnen voordoen. Het kabinet kan moeilijk meer van ons verlangen.-Moge blijken, dat men het Chris telijk beginsel als uitgangspunt en richtsnoer neemt en speciaal bedoelt spr. hier de depar tementen van Justitie, Onderwijs, Sociale Zaken en Koloniën. Hier hangt alles af van Godes Zegen. Maar ook de kapitaaldienst stelt eischen. Voor 1940 wordt op den kapitaaldienst een De voorzitter van den ministerraad, dr. bedrag ona „,n,- H Colijn, is daarna aan het woord. Spr. neer we dus ni^ aangevraagd. War, meent, dat hij het beste de indeeling kon den llag"jpen °P het stuk van volgen: Kabinetscrisis, Kabinetsformatie, 6" We ln 1940 regeeringsverklaring. Spr. zegt met den heer dekken een bedrag van 250 mil de Geer, dat het volkomen misplaatst is, "Peih terwijl de vlottende schuld einde van om in hetgeen gebeurd is, te spreken van dlt laar circa een milliard zal bedragen, schuld. Er was geen schuld. Slechts een ver- kansen om deze vlottende schuld te con- schil van inzicht zoo groot, dat samenwer- solideeren, moeten met dit budget-vooruit- king niet langer gewenscht was. zicht uiterst gering worden geacht. Er be- Spr. moet teruggaan tot 1937. De vorming stond verder in den boezem van het kabinet van het kabinet had toen plaats onder gun- eenige twijfel omtrent het nut van enkele stige economische vooruitzichten. Een stij- ontworpen plannen ter bestrijding der werk- ging van middelen met 61 millioen en in het loosheid. Men twijfelde aan het effect en licht van die stijging zette men een plan op eveneens aan de te volgen methode Er wa rnet beduidende financieele consequenties. ren nog andere vragen, die ik hier niet wil De tijden waren echter wisselvallig en daar- aanduiden. Op 28 Juni heb ik een nota van om nam spr. in zijn 1937-program een vei- mr Rnmm^ an ligheidsclausule op. Ik wees erop aldus WPi.r] i waarin gevraagd spr. dat het noodig zou zijn de noodige L ?°yale ultvoerlng en handhaving van voorzichtigheid te betrachten. Ik achtte het ..?rl W01*Pen plannen. Daar dit juist het toen (meit uitzondering van defensie-uitga- ^wijieipunt was en aan die verlangens niet ven) ondoenlijk om een vast uitgaven-pro- n worc*en voldaan, besloot 29 Juni het ka- gram te geven voor 4 jaren. Hoe ls het ver- binet af te treden. der verloop geweest!? In 1938 toonde de De formatie. middelenstijging reeds 'n geheel ander tem- Nu de formatie. po. 'n Sstijgirag van 7 mill, slechts. Dit bracht Het is bezwaarlijk om mededeelingen te minister de Wilde ertoe te waarschuwen doen over niet ppslnaurip f tegen nieuwe plannen, speciaal op het ge- ste 1 JJ! ™etfo™at'f' Mijn eer- bied van jeugdwerkloosheid. Die bezwaren j onbeperkt. Maar ik heb waren zoo ernstig, dat minister de Wilde 'ef een bePe^inf °Pgelegd. Ik was er reeds wilde heengaan. En in 1938 men p van overtuigd, dat het niet gewenscht vergete dit niet was de internationale wa® een kabmet te vormen zonder katho- toestand zeer precair. Ofschoon spr. de lleke.n' inzichten van minister de Wilde deelde, Helaas nebben zich in den laatsten tijd om- heeft hij hem bewogen te blijven, maar on- ®tandigheden voorgedaan, waarvan een ze- der een voorwaarde neergelegd in 'n brief er Mstand nemen tusschen katholieken en vna 2 November 1938. niet-katholieken het gevolg is geweest. Te- Hij heeft hierin gezegd, dat het sanee- meer zaS ik hierin een reden, om katho- rlngsplan een vediooging van de begrooting heken in een ni*uw kabinet op te nemen. 1940 niet zou toelaten. Hij heeft zijn be- Toen na de poging-Kooien ik voor de twee- zwaar tegen een bedrag van tien millioen de maal mij belast zag met de opdracht, heb voor jeugdwerkloosheid laten vallen, mits ]k mij de vraag gesteld, of ik die moest aan- dit bedrag door bezuinigingen zou worden vaarden. Ik heb mij gerealiseerd, dat het gecompenseerd. noodzakelijk was (gezien den internationalen De voorloopige begrooting 1940 toonde toestand) om de crisis zoo spoedig mogelijk een tekort aan van 56 millioen. Toen ging op te lossen. Ik stond toen bij de tweede op- minister de Wilde. Ook ik had kunnen gaan. dracht iets vrijer, want een katholiek for- Maar het heengaan van een formateur heeft mateur had gefaald. Maar toch heb ik toen altijd bijzondere beteekenis. Ik heb over- allereerst getracht katholieken in het kabinet leg gepleegd en het resultaat van dit overleg op te nemen. En toen dit mislukte, ben ik was een verlaging van 12 millioen, dus een overgegaan tot de formatie van een pro- tekort van 44 millioen op den gewonen gram-kabinet: dienst, later nog teruggebracht tot een te- Van uitsluiting is geen sprake. Ik heb kort van 39 millioen op den gewonen dienst, geen katholieken kunnen krijgen althans Hierbij werd rekening gehouden, dat de op- geen katholieken,die mijn inzicht ln' den brengst van 50 millioen voor nieuwe belas- financieelen toestand deelden en bereid wa- tingen reeds binnen waren. Maar als men ren hieruit de onvermijdelijke consequenties daar niet op rekenen kan (ik hoor, dat er te trekken. nog al bezwaren zijn) dan is het tekort 89 Er is gezinspeeld, dat ik zou hangen naar millioen. En nu de nieuwe verplichtingen deze functie, maar zal men dan niet den voor 1941, welke zijn vast te stellen op 45 ken- dat iemand van mijn leeftijd, die zoo- millioen. Wij zouden dan in 1941 voor een lang in den storm heeft gestaan, niet snakt zeer belangrijk tekort staan, nl. 85 millioen "a=>" - al weer gerekend, dat de nieuwe belastin gen binnen zijn. OVERZICHT. LEA jacta est: met bliksem snelheid heeft de meerderheid van de Kamer door aanvaarding van de motie-Deckers haar veroordeelend vonnis geveld over het vijfde, zoo pas samengestelde kabinet-Colijn. Geen van de vijf kabinetten, die de heer zoo zegt spreker, rechtvaardigt weinig I AANVAARD, hoopvolle verwachtingen. Zij is bovendien voor tweeërlei uitleg vatbaar. Zij munt uit door vaagheid en onduidelijkheid Hoe men butgetair evenwicht wil bereiken wordt niet gezegd. Den gemeenten wil men zelfstandig heid hergeven. Op welke wijze? Door dwang? Door verdere bezuinigingen? En wat Be- teekent de passus over werkloosheid? Ver moedelijk de intrekking van de jeugdregf stratie. Van de groote plannen ter bestrijding der werkloosheid zal niets komen. Inschakeling van werkloozen in het bedrijfsleven? Pr, Jrtig! Maar hoe zal dat bereikt wor den? Doe erkloozen te dwingen een laag loon te aanvaarden? Wij moeten maar afwachten, want wij we ten niets! En moet misschien een vermindering van steun worden uitgevoerd onder de leuze: ,Geen uitwassen"? Ook, zoo zegt spr., hen Ik niet enthousiast over de zorg voor ou-en ColiJn vormde, zat langer dan twee jaar, van dagen en de verlaging der leerlingen- maar 6611 record in onze vaderlandsche ge- schaal. schiedenis is zeker deze politieke vierdaag- Over de ouderdomszorg heeft Colijn al scbe, zooals alles ongewoon is geweest rond meer gesproken. Er is toen ook niets van de crisis in het vorige kabinet-Colijn en in gekomen. Ik meen, dat eenige twijfel om- dc vormi«g en het optreden van het ministe trenit deze twee punten wel gerechtvaar- ne' waartegen zich nu de Kamer keerde "en digd is. dal slechts positieven steun vond bij de vier De leuze der regeering is waarschijnlijk: liberalen en de beide anti-papistische domi- „Voor wie werken wil is er werk! maar deze nees Kersten en Zandt. Want weliswaar uitspraak doet het gros der werkloozen grof hebben de anti-revolutionairen niet tegen onrecht. het kabinet willen stemmen, maar verdedigd Dit kabinet, zoo concludeert spr. heeft hebben zij het niet en een afwachtende hou- Het belooft weinig voor de minder bedeel- hadden en wier stemmen ten deele wel vooral den. Het zal op den steun van onze fractie bepaald zullen zijn door het feit, dat zij den T.I-. y, heei De Geer niet wilden afvallen, met kunnen rekenen. Wat is de oorzaak geweest, dat onder lei ding van de katholieken de meerderheid zóó prompt haar oordeel heeft uitgesproken, dat de Kamer zelfs den heer Patijn nog niet heeft gezien, terwijl de heer De Visser nog procureur-generaal ls (hij schijnt verlof te hebben gekregen van minister Colijn) en de heer Damme, directeur-generaal der P. T. T. bleef en als zbodanig dus nog als minister onderdanig was aan zijn ambtgenoot minister Van Boeyen Eerste oorzaak is geweest het ontstaan van de crisis in het vorige kabinet. Uit dr. Colij ns antwoord kon men opmaken, dat de oorzaak der crisis volgens zijn lezing gelegen was in wat hij noemde den „deplorabelen toestand" van 's lands financiën. Dr. Deckers heeft er onmiddellijk op gewezen, dat dit nergens gebleken is uit het regeeringscommuniqué, waarin de nadruk werd gelegd op het verschil in inzicht in de werkloosheidspolitiek. De door dr. Colijn opgegeven reden zou alleen De heer de Geer aan het woord. De heer DE GEER kon niet zeggen, dat hij met het grootste genoegen dit kabinet ziet optreden. Met leedwezen heeft hij een eind zien ko men aan een kabinet van stoere werkers. Spr. wil hier speciaal den heer Steenberghe noemen. Ten tweede is het ln dezen spannenden tijd te betreuren, dat juist nu nieuwe tegen stellingen worden opgeworpen. De premier heeft de crisis niet gewild. Ook de uitge treden ministers niet. Een afwijkende beoordeeling van wat 's lands belang eischte heeft hen uit elkaar doen gaan. Wij kennen 't onoverbrugbare verschil in het vorige kabinet nog niet precies. Dat het verschil groot was, spreekt van zelf. Anders zou het niet zoo ver zijn ge komen. Opheldering over Kabinetscrisis gevraa0d. dan acceptabel zyn| jndien hij had aange- Zal de regeering willen ophelderen wat t°ond, dat er 'n hemelsbreed verschil was het beslissende geschilpunt is geweest?. tusschen zijn vroegere ambtgenoaten en hem. Indien hij dus met cijfers had aangetoond, de katholieken de verantwoordelijkheid niet aat zijn begrootingsopzet millioenen en mil- dragen. Dr. Colijn erkende, dat hij géén lioenen zou zijn afgeweken van hetgeen de katholieken had kunnen vinden, bereid hem katholieke ministers wenschten. Dit echter en zijn financieele denkbeelden te volgen, heeft de minister juist niet gedaan. Hij heeft Waarom hij in dat stadium niet voor zijn niet de begrootingscijfers genoemd, welke dr. opdracht bedankte, zoodat, gelijk ook de Deckers vroeg en waaruit zou zijn gebleken, heer De Geer vroeg, een anders georiënteerd dat de begrooting-Romme het financieele staatsman alsnog een formatie had kunnen probleem niet beheerschte. Minister Colijn beproeven, heeft de heer Colijn niet mee heeft gezegd, hoeveel millioen tekort hij gedeeld. verwachtte, maar dit was de zaak niet, zoo min als de heer Schouten zou durven zeggen, S piogram-kabinet te dat de laatste kabinetscrisis uitbrak, omdat I kunnen vormen, maar zei er bij, dat het niet men geen sluitende begrooting krijgen kon, zoozeer op het program aankwam als wel Iets wat men immers, zooals hij zelf erkende, I in ons land jarenlang niet heeft gekund en op de Personen. Maar die personen waren wat nu, bij de enorme defensie-uitgaven, geen in meerderheid links en in meerderheid be- redelijk mensch verlangen kon en ook het reid een aanpassingspolitiek te voeren, zoo- nieuwe kabmet niet toezegde- De minister heeft gesproken over een vlottende schuld een hunner dit zoo kras in Indië van een milliard en beweesd, dat de kans op deed. En iii deze personen, die zelf niet consolidatie daarvan uiterst gering was. Dat j-, v, zunen weten, waarom met name de katho- dit laatste zoo is, vermogen wij met te begrij- pen, daar toch dr. Deckers uit de Staatscou- lijken hen zouden vertrouwen een der rant onmiddellijk voorlas, hoe de vlottende heeren zal best weten, dat wij ons iets her schuld op 15 Juli 772 millioen bedroeg, waar- van echter als werkelijk vlottende schuld lrmeren van de nadeelen, die hij Missie en op de openbare geldmarkt slechts 219 mil- Zending toebracht en er zitten nog enkele lioen uitstaan, waar tegenover evenwel 247 andere heeren in het kabinet, in wie het millioen vlottende vorderingen staan. Wij zouden wel eens willen weten, hoeveel landen stellen van vertrouwen wel heel erg moei- in Europa er ln dit opzicht zoo goed voor- lijk was moesten de katholieken vertrou- 8Wt^1S-=N+ederla?d' Waartoe he] dan tuoc,h wen stellen. Zij zouden voorloopig niets a.enstig is, te spreken van onze „deplorabele financiën", zien wij niet in, indien men principieels doen, verzekerde dr. Colijn, maar althans waarde hecht aan het mystieke begrip die verzekering vonden wij juist heel erg, overheidscrediet. Op dit punt de Verkla- I rng van den oorsprong der crisis was dr. §ezien van het felt> dat een minister ook Colijns rede zwak. Hij heeft niet erkend, dat door nalaten het land groote schade kan be- op Sociale Zaken wel degelijk bespaard was, rokkenen, is er toch bestuur noodig en daar in strijd met de suggestie, welke moest uit gaan van zijn mededeeling op 16 Juni, dat mee vertrouwen- Aan uit Indië overgekomen juist die begrooting mede accres vertoonde, notoire vrijzinnigen met diep gevestigde le- Hij heeft evenmin duideliik semaakt hoe de crisis zoo plotseling kon ontstaan, hoewel nog vensovertulSlng vragen, hier te besturen met op 6 April en 10 Mei na gemeen overleg de f- christelijk beginsel als uitgangspunt, zoo- wetsvoorstellen 367 en 411 waren verschenen. als de heer Schouten vroeg lijkt ons toch Het plotseling uitlokken van deze crisis in dezen tijd en op dit punt is ons nog niet 1 e \eel gevraagd van mm e verklaard en was de eerste aanleiding voor karakters. de motie. Het was duidelijk, dat er in de Kamer geen Tweede aanleiding is geweest het pro- meerderheid zou zijn voor de personen en gram van het nieuwe kabinet. De heer Colijn het program van dit kabinet, dat nota bene heeft er vanmiddag, zijn verklaring commen- gelijk dr. Colijn zei, al dadelijk beginnen tarieérend, geen twijfel over gelaten, dat „het wilde, uit het aanhangige, groote belasting- diepgaand zakelijk verschil", hetwelk hem ontwerp de tegemoetkoming aan de groote scheidde van de katholieke ministers, liep gezinnen te lichten. Nu niet maar in No- over de vraag, of dezen bereid waren terug vember ook niet. Ondanks deze zekerheid te gaan naar de aanpassingspolitiek en hij toch opgetreden te zijn, na onnoodig een heeft even duidel ik herbnalri riat Ho loii-7n f J heefi even duidelijk herhaald, dat de leuze crisis te hebben uitgelokt, dót wekte het van den heer Schouten: „geen nieuwe uit- wantrouwen der katholieken. En dit wan- gaven het devies zou zijn van zijn nieuwe trouwen hebben zij uitgesproken in een kabinet, dat dus opnieuw en in verband met motie, waarvan de beteekenis niet kan wor de defensie-uitgaven wel bijzonder op so- den misverstaan. ciaal-economisch terrein, deflatie zou voe- De katholieken vonden het niet noodie ™VWaaraan, Z00Wel Indië als Nederladd be" op andere daden van het ministerie te waoh- zweken zouden zijn, indien men de depre- ten. De, zooals ook jhr. De Geer erkende September 1936 niet had moeten voor de critiek ontwijfelbaar vatbare daad aanvaarden na een deflatie-periode. die on- van samenstelling en optreding van het aanks alle belastingverhooging de begroo- kabinet zelve deze daad keurde de ka- tmgstekorten steeds deed aanzwellen en het tholieke fractie af. Dat zij dit kon heeft ook Rijk voor een steeds groeiende werkloosheid stelde. Voor de spanningen, die zulk een po litiek wederom zou hebben verwekt, wilden jhr. De Geer haar niet betwist. Het was voor de katholieke fractie ook volstrekt onnoodig te wachten. Zij stelde geen politiek vertrouwen in verschillende ministers en zij stelde geen vertrouwen in het program waarop deze heeren zich had den vereenigd. Zij vond het onnoodig, de staatsmachine voor een half jaar stop te zetten, wat het gevolg zou zijn geweest van een laten zitten tot November van dit ka binet. Beter dan dat nu, vóór het opmaken der nieuwe begrooting, de heeren, die het vertrouwen niet hebben, weer rustig aan hun werk gaan en dat dadelijk een kabinet optreedt, dat wel een meerderheid der Ka mer vinden zal voor een politiek van gema tigdheid, die niet de spanningen zal oproe pen, welke dit kabinet zooals ook een prof. Van Hamel in „De Telegraaf" erkende zeker zou hebben gebracht. De katholieken zijn niet voor hun genoegen aldus opgetreden. Hun overtuiging. 'lal he' landsbelang eischt, onmiddellijk een eind te maken aan een politiek probecren. dat met name de werkloosheidsvraag niet als tot dusver mede voorop wil plaats®11' heeft hun optreden bepaald en alléén bepaald. Al wat men anders zal zeggen, is fantasie. Voor de motie-Deckers stemde de heele linkerzijde behalve de vi®1" liberalen, de drie nationaal-socialisten en de twee anti-paaP- sche predikanten, die bij monde van dominee Kersten al even h0rtellJk Verheugd waren met de uitbanning der 'Joomschen" als met het optreden van het kabinet. Tegen stemden deze predikanten, de nationaal-socialisten, de vier liberalen, de anti-revojutionairen en de christelijk-historischen. De komende dagen zullen nog voldoende gelegenheid bieden, over deze historische stemming te schrijven. De liberale pers zal zeker doen 0f het vaderland nu ondergaat en soortgelijke vreeselijke dingen meer. Er zal ook wel weer gesproken worden over gevaren voor den gu]den, kapitaalvlucht, enzoovoort. Als de menschen maar zoo ver standig zijn, zich van al die verschrikkelijke profetieën niets aan te trekken en op straat te kijken, hoe rustig het is. Men zal spoedig merken, dat er ook nog liberalen leven, die den katholieken dankbaar zullen zijn, dat zij een halt hebben toegeroepen aan de voor standers der deflatie, zooals er ook genoeg geloovige niet-katholieken zullen zijn, die het gouvernement toch lieyer niet ln handen zien van overwegend linksche staatslieden. In elk geval kan de katholieke fractie gerust het oordeel van het katholieke volksdeel afwachten- Zij heeft het zakelijk meeningsverschil met den heer Colijn zakelijk uitgestreden en zoo er al een woord gevallen of geschreven is in de hitte van dien strijd, dat noodeloos pijn deed dan dient toch vast te staan, dat de bedoeling geen andere was dan zakelijk te strijden en dat de katholieken, zooals dr. Deckers zei, niet dan noodgedwongen, hun eigen weg moesten gaan, ook toen bond- genooten in dit zökelijk meeningsverschil anders oordeelden. naar verlossing? (Protesten). Spr. herhaalt: Er is gezinspeeld. Is er iemand, die meent, dat hij beter in den fi nancieelen nood kan voorzien, geen seconde langer zal spr. blijven. Een I"termezzo-kabinet. Wat de regeeringsverklaring betreft, men heeft hieruit van alles gelezen, wat er niet m stond. Ik beschouw dezen toestand met dit Kabinet niet als normaal. Dit is inderdaad een intermezzo-Kabinet. Ik herhaal de woorden van den heer De Geer in 1926: Zoodra hier zich een regee ring, gegroepeerd op een positieve meerder heid aanbiedt, dan zal ik niet weten, hoe vlug ik weg ben. Mijn medewerkers zijn het over het program een®. Daarom is het een program-Kabinet. Er zijn ook plannen, die met in de regeeringsverklaring zijn opge nomen, zoo de buitenlandsche politiek, want, wat zoo vanzelf spreekt, onze zelfstandie- heidspoütiek behoeft niet nader te worden vermeld. Nog iets: ten aanzien van vraagstukken van binnenlandschen aard zal zoo weinig mogelijk verandering worden gebracht in den gang van zaken zooals deze zich in de laatste jaren heeft voltrokken. Het wetsontwerp 367 zal in zijn algemeene strekking worden gehandhaafd, al zal eenige selectie worden uitgeoefend ten aanzien van Qö uit te voeren werken. Ik wijs er verder op, dat er een groot versohil is tusschen on economisch en rendabel. De vrees kwam in het debat tot uiting, dat dit Kabinet tot November zooveel kwaad zou kunnen stichten. Die vrees is onnoodig. Natuurlijk zullen voorgenomen wijzigingen verwerkt worden in de begrooting, maar de regeering verklaart dat zij geen uitvoering geven zal aan plannen alvorens de Staten- Generaal in de gelegenheid is gesteld hun oordeel uit te spreken. Er1 is verwondering gewekt over de voor gestelde verbeteringen bij het onderwijs, over de vermelde verbetering in ouderdomszorg en men heeft gevraagd hoe dat te rijmen is met een bezuiniging. Spr. meent met ver trouwen te mogen zeggen, dat het geld kon worden gevonden voor deze plannen (hierbij denkt spr. aan tegemoetkoming aan groote gezinnen) door omwerking van het belas ting-ontwerp. Wat de defensie betreft, het is niet onre delijk, dat de regeering de financieele con sequenties onderzoekt van diverse plannen Nu is gevraagd: wie zal de kosten dragen? En: wordt Indië oo-k in de commissie ver tegenwoordigd? Men kan moeilijk over kos ten praten, als men die kosten niet weet. En Indië zal een stem hebben in de beraadsla gingen. Geen ander kabinet was mogelijk. Er is gezegd: dit Kabinet past niet bij deze Kamer. Een allesbeheérschende vraag stel ik: u fCn ander Kabinet practisch moge lijk. Het resultaat van mijn indrukken (en die van anderen) is: geen ander Kabinet was op dit moment mogelijk! Mocht ik mij daarin vergissen: Niets gemakkelijker dan mij die vergissing bij notarieele akte te be- teekenen. Het is geen nieuwigheid, dat er een Kabinet is, dat niet geheel past aan het parlement. Spr. herinnert in dit verband aan vroegere Kabinetten. Spr. meent, dat de scheidslijn, loopend tusschen de taak van het parlemen.t en de taak van de regeer ing, niet scherp genoeg in het oog wordt gehouden. Het Kabinet is zich bewust, dat het be hoort te streven naar eenheid met de Kamer, I

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1939 | | pagina 2