„DARK VICTORY". B f e' veSge ïisrs; montage „Grenspatro uille „De Schuldige". ZATERDAG 9 SEPTEMBER 1939 'n Nieuw bord. Bette Davis in een film met scherpe probleemstelling. „HET MYSTERIE VAN CHESTOCHOWA". Een smokkelaarsverhaal uit het hooggebergte. DE TANTE VAN CHARLEY. MARIKA RÖKK EN WILLY FRITSCH. ip HERMANN SUDER MANN'S „JOHANNISFEUER". Een Fransche fUm l|it de romantische school. GIBRALTAR' Erich Een scène uit de film Dark Victory" Levensdansmet Bette Davies. Haar prachtige spel en onmogelijke opgave. een Inderdaad, het gaat in deize film 5m een duistere zegepraal. De duisternis er van is grootendeels vervat in het onvredigende van de oplossing, die men voor een scherpe pro bleemstelling meende te hebben gevonden- „,Dark Victory" wil ons den strijd schilde ren van een jonge vrouw, wier dood haar is aangezegd. Deze strijd voert inmiddels tot een partieele overwinning en wordt niet uitgestreden. Waarom hij niet uitgestreden wordt? Het ligt in de eerste, plaats aan het probleem, dat gesteld werd en waaraan bij voorbaat een definitieve beperking werd opgelegd, an .ten tweede wellicht aan de omstandigheid, dat met het hem ten dienste staande instru ment, in casu het aarzelende scenario, de regisseur niet eens een poging heeft gedaan, om het probleem daar aan te pakken, waar het acuut werd en alles omvattend. ,,Dark Victory" is van opzet wel de meest volkomen negatie van de verhouding van den mensch tot zijn Schepper, waaraan de rationalistische en in wezen materialistische filmindustrie zich heeft schuldig gemaakt. De jonge vrouw, die wetend den dood in gaat, blijft slechts aan het aardsche denken en vervuld van een aardsche liefde, die haar voor het ergste behoedde en wel voor den dood in een zondige uitgelatenheid van fui ven en extravaganties maar haar met nader bracht tot de eigenlijke bevrijding. Laten we beginnen met te constateeren, dat het aan de scherpte van de probleem stelling als zoodanig niet mankeert. De jonge, verwende aristocrate slaagt er in, den dood rustig onder de oogen te zien. En in zooverre beantwoordde de film aan haar doel. Maar dit doel werd te beperkt ge houden Ér is immers voor den mensch in ,den drempel van de eeuwigheid meer te doen dan het zoeken van een berusting die ■als hoogtepunt slechts bet sparen der ach- terblijvenden ziet. Toen de jonge aristocrate door de kracht der aardsche liefde tot een zeker aanvaar dt vanrar lot was gekomen bleef haar nog iets anadaJrs over en dat was het zoeken I>» God. En daarom „,Dark Victory met een begin en is de titel ,wel ze!faam toepasselijk, al werd ze dan .ontleend aan eetl OTganische blmd^'d v^ de hoofdpersoon. De geestelijke blindheid Jij kt °ns mtusschen heel wat erger toe' Een eerste me(iUatie van deze nieuwe f ilm van die 'buitengewone actrice, welke Bette Davis is. gaf, orvs een afwijzing in. Elk ge- loovig mensch immers kan niet anders doen, dan in deze fiim een miskenning te zien van k0°Ss e en het dierbaarste, van het xioel van ons leven op aarde. Maar er zi3nJwee redenen, waarom deze .afwijzing wü vloeien. 5T regie derf de uiterste consequentie niet van vervagend t e longe vrouw, die sterven 'gaat- feitelijk alleen afscheid E^- De rest blijft voor ons dQor ,G wordt voorafgeS de knieën zien zini?*1' .waarop we haar jakken haar blik Richt in die ooge het hemelsche? tVe .van het aardsche n elijke vraag beves- .beantwoordden een ,-ge analyse van het .tigend, na een aand van Bette Davis, werkelijk prachtige F de regie, maar Zij volgt de aanwijzing kunnen we con to haar expressieve gezicht afseheid Stateeren, hoezeer voor haar ;,nkt bij van haar omgeving m het ine.g tus. wat komen gaat en dat een g ,haar ©n God. 'SCjVIet een ontroerende, dramatische kra^ i schept ze het beeld van den mensch, die g oebroken van aangezicht tot aan slaSe^ te staan voor het mysterie meent ze, als experimenteel object te zijn gebruikt en ze probeert de verschrikkelijke gedachten over den dood te verjagen in woeste drinkgelagen. Het goede in haar wint het echter, mede door toedoen van den ge neesheer, met wien ze trouwt. Hij gaat zich verder aan zijn wetenschappelijk werk wij den en zij bereidt zich in gelatenheid en door de kracht van zijn liefde voor op het einde. Als dit nadert, zendt ze hem weg en gaat in een zelf gewilde eenzaamheid den dood tegemoet. Het spel van Bette Davis en dat van George Brent, Geraldine Fitzgerald en Hum phrey Bogart helpt den toeschouwer over enkele onlogische situaties heen. Deze zijn vermoedelijk ten deele een gevolg van cou pures, die' in de film moeten zijn aange bracht. George Brent is de geneesheer. Hij kwijt zich behoorlijk van zijn taak. Naast hem staat Geraldine Fitzgerald, wier spel als de vertrouwde vriendin van de jonge vrouw van bijzonder goed gehalte is. Het zijn de twee actrices die de film dragen en we moe ten weer Bette Davis prijzen, omdat ze ook aan momenten, waarin het dramatische ele ment niet ver van het melodramatische blijft, een beklemmende suggestie weet. te verleenen. De regisseur, Edmund Goulding, hield zich nauwgezet aan het scenario en besteed de al zijn zorgen aan het goed doen uitko men van den dialoog. „Dark Victory' bleef aldus een speelfilm ofwel ruimtelij,c ver filmd tooneel. Dit eenmaal aanvaard heb bend, zal men er veel te waardeeren in vin den. En met de noodige gereserveerdheid zal men den ernst, waarmede het delicate ge geven werd verfilmd, als een belangrijke merite kunnen aanmerken. Een film van Bette Davis verdient steeds belangstelling, omdat deze actrice er prijs op stelt, een verantwoorde creatie te geven, zich in een probleem te verdiepen. „Dark Victory" is in menig opzicht wat haar be treft een stap vooruit. De film gaat deze week in haar Neder- landsche première in het Grand Theatre te Rotterdam, waar het zij herhaald vol wassenen ongetwijfeld de voldoening kun nen genieten van het zien van een film met inhoud. De ontwikkeling der politieke gebeurte nissen is niet vreemd aan dit opnieuw uit brengen van deze Poolsche film, die een paar jaar geleden reeds hier te lande vertoond werd. Chestochowa is gelijk bekend, een bedevaartplaats, waar jaarlijks tienduizenden naar toe trekken om er vertroosting of ge nezing te zoeken en om er de „Zwarte Ma donna" te vereeren, een door den ouderdom zwart geworden schilderij van de H. Maagd. De in de eerste dagen van den Poolsch—Duiit- schen oorlog verspreide en later tegenge sproken berichten over Chestochowa verlee nen aan deze film een trieste actualiteit, die zij, jammer genoeg, noodig zal hebben om belangstelling te kunnen trekken. Want „Het Mysterie van Chestochowa' is een primitief gemaakte film, die bovendien zeer primitief van conceptie is en van een vroomheid ge tuigt, die in bepaalde omstandigheden zal stichten maar zeker niet zal overtuigen. Zij verhaalt' van een Poolschen vlieger, die ver liefd wordt op zijn stiefzusje en op het oogen- blik, dat hij zich bewust wordt van die liefde een vliegongeval krijgt, dat hem aan beide beenen verlamt. Zijn stiefzusje, dat zeer vroom is, brengt hem naar Chestochowa, waar de vlieger het vermogen over zijn bee nen terugkrijgt. Met dit weinig in de diepte uitgewerkt wonder eindigt de film abrupt en laat ons zonder eenige ontroering achter. Beeld en geluid zijn verre van fraai en het spel der hoofdacteurs is theatraal en onbe- heerscht. Het best slaagt de film in de do cumentaire gedeelten, d. i. in de opnamen van Chestochowa, de bedevaartgangers en de openluchtmis en er is een fragment, waarin een vliegongeval in flitsende beelden ver teld wordt, dat zou doen vermoeden dat de regisseur niet zonder filmgevoel was, als de andere gedeelten niet zoo overtuigend het tegendeel bewezen. De film kan zonder bezwaar door iedereen gezien worden. C. B. Afgaande op den titel van deze film, zou men denken wederom een verhaal te krijgen met een of andere militaire tendenz. Dit is echter niet het geval. Deze door Tobis uit gebrachte Bavaria-film is gewijd aan den strijd tusscben de smokkelaars en de grens politie, gelijk deze wordt gestreden aan gren zen,. welke loopen door het hooggebergte in het Zuiden van Duitschland. Het is een harde, scherpe strijd, maar, blijkens de film althans, een zeer romanti sche strijd met allerlei avonturen, welke het gewone leven thuis niet oplevert. Om een Maria Rökk, de ongewoon zuivere vertolk ster van de Nastassjarol in de groote Tsj ai- kofski-film „Es war eine rauschende Ball- nacht" (met Zarah Leander, onder Yegie van prof. Carl Froelich), zal voor de eerste maal samenspelen met Willy Fritsch in de nieuwe Ufa-film „Frauen sind doch bessere Diploma ten" (Vrouwendiplomatie) Georg JacOby heeft de regie van deze film. Lucien Baroux als huisknecht en pseudo-tante. Van de vele tante-variaties, zooals „Tante Jutta uit Calcutta" en „Tante Olara uit de Sahara", waarmede de tooneelliteratuur reeds een respectabel aantal jaren is verrijkt, is „'De Tante van Charley", zoo niet de meest welluidende, dan toch zeker een der oudste en meest bekende. Dat de Fransche filmin dustrie deze laatste comedie waardig heeft gekeurd, om voor het Witte doek te worden bewerkt, is wel een bewijs van de eeuwige jeugd en blijvende aantrekkelijkheid van dit klassieke meesterwerk. De inhoud weergeven van een stuk, waar van onze voorvad^en reeds in hun jeugd genoten hebben, heeft weinig zin en daarom volstaan wü met te vermelden, dat de voor naamste rollen in deze door Pierre Colom- bier geregisseerde film worden vertolkt door Marguérite Moreno (de tante), Oily Flint (journaliste), Georges Rigaud (vriend van Charley) en Lucien Baroux, die de dubbel rol vervult van huidknecht en imitatie-tante, die allen zich op uitmuntende, zij het soms gechargeerde wijze kwijten van hun over! gens niet moeilijke taak, om de lachers op hun hand te krijgen. Pierre Colomfoier heeft het zich ditmaal al heel gemakkelijk gemaakt door de stof ge heel als tooneelstuk te behandelen. „De Tante van Charley" wordt deze week vertoond in „Studio '3£" te Rotterdam en is vrij onschuldig vermaak, waarom perso nen boven de 18 jaar, die hun eischen niet te hoog stellen, hartelijk zullen kunnen lachen, hetgeen in deze tijden reeds een goed ding op zich is. Menschen, die zóóveel haast hebben, dat hun de tijd ontbreekt om veilig te rijden, krijgen vaak maanden cadeau in hospitaal of huis van bewaring.... ken. Daartusschen in staat de vrouw met haar, door niemand begrepen gevoelsleven. Een interessant gegeven, dat bij voorkeur door de Franschen en niet zonder succes in films behandeld wordt, doch voor Gerda Maurus een niet lichte opdracht beteekende. Hoewel zij in haar spel hier en daar knappe en aangrijpende scènes weet te spelen, blijft haar rol toch eigenllijk buiten het leven staan, omdat zij eigenlijk voortdurend, te opgelegd aandoenlijk speelt. De meeste belangstelling van den filmer ging dan ook blijkbaar uit naar het uit beelden van spannende ski-races over de eindelooze sneeuwvelden en naar het mach tige van de natuur zelve, waarin zich dit drama van menschen afspeelt. Hier en daar zijn zelfs pogingen aangewend om door mid del van grappige intermezzi den boog niet al te strak te spannen. Tegen het einde van het verhaal komen evenwel van alle kanten de spanningen los en stuwt alles naar een ontknooping, waarbij Gerda Maurus en Georgia Holl in „Grenspatrouille". definitief einde te maken aan de operaties van de wijdvertakte smokkelaarsbende, wordt een keurtroep van de beste grens politie naar het hoog in de bergen verscholen plaatsje gezonden. Commandant van de grenspatrouille is Attila Hörbiger, de meer ernstige broer van den bekenden Paul, die hier den naam draagt van Andreas Schorta. Bij het patrouilleeren ontdekken zij een individu, dat hij hun komst pijlsnel de ski's neemt en in een herberg verdwijnt. Binnen dringend in dit huis, komt Schorta hier te staan tegenover eene vrouw, welker aanwe zigheid hij zeker niet had verwacht. Zij blijkt de huishoudster te zijn van den herbergier en het ligt voor de hand, dat zij van de smok kelaarsbende ook wel het een en ander zal afweten. Zij wordt door den herbergier ge prest om zich voor den commandant te inte resseeren teneinde aan het meedoogenloos streng optreden, dat de komst van Schorta beteekende, te ontkomen. De commandant ziet in de vrouw een middel om juist eenig spoor van de smokkelaarsbende te ontdek- Dez« roode driehoek, met de punt naar beneden be- teekent, dat men een voor- rangsweg nadert, waarop ook het verkeer, dat van links nadert, voorrang heeft de ware schuldigen hun lot niet ontgaan. De bandiet-smokkelaar sterft door een welge mikt schot, doch. bekent met gebroken stem de heele intrige, waarin de vrouw was ge wikkeld. Daarop volgt nog een wilde jacht op den aanstoker van al het onheil, die zijn einde vindt in een ravijn. Dit slot wordt niet alleen erg spannend maar ook erg aandoenlijk gespeeld en men krijgt den indruk, dat eigenlijk het heele verhaal is begonnen om ons in te prenten, dat, hoe het ook in het leven mag loopen, „loontje toch om zijn'boontje komt", zooals wij dat zeggen. Gelijk in heel veel van die Zuid-Duitsche filmverhalen, stuiten wij ook in „Grens patrouille", een film van A. J. Lippe, op een zekere gezwollen sentimentaliteit, welke ons hindert, als wij zoeken naar zuivere men- schelijkheid. Overigens, gelijk wij zeiden, een verhaal met vele verrassende wendingen en met veel natuurschoon. Om eenige details voor volwassenen. Nadat de Ufa met groot succes „Heimat" van den bekenden dramaturg en romancier Hermann Sudermann heeft verfilmd, zal thans ook diens „Johannisfeuer" filmisch worden naverteld. Arthur Maiia Rabenalt heeft de regie; Anna Damman, een actrice, die thans meer en oneer naar den voorgrond gaat treden, Otto Wernicke, Ernst von Klip- stein, Hans Brausewetter, Charlott Daudert e.a. spelen de hoofdrollen. „Johannisfeuer" zal als Terra-film der Ufa in Nederland wor den uitgebracht. gezicht o„n dan beseft, hoe weinig alles van den dood beteekende tegenover op dit ondermaanscne oe de hemelsche heerhj t uit bo- H« sp.1 en reg.e ven de taak, haar door een 0nmo- opgedragen en aldus hracnt goed gelijke opgave tot een betrekke j einde. sterven gezien waarvan De regisseur moet haar hebben als dat der wilde dieren, men zegt dat ze zich in een verlaten no - J terugtrekken, om daar het einde af te wachten. Bette Davis kon zich blijkbaar niet aan deze materialistische visie van „niet den dood is alles gedaan" onderwerpen en erkende de superioriteit van de ziel. Zij is het dan ook, die „Dark Victory" voor ons ten slotte aanvaardbaar maakt, zij het dan met een strikt voorbehoud voor geestelijk volwas se nen. Tot goed begrip van het voorgaande ge ven we nog een korte uiteenzetting van het verhaal. Een jonge artistocrate wordt, het slachtoffer van een ongeneeslijke ziexte. De dokter, die haar opereerde, is van haar gaan houden en probeert, het naderend on heil voor haar verborgen te houden. Ze moet vroolijk zijn en onbezorgd tot het laatste ogenblik, is zijn wensch en streven. De twee gaan van elkander houden, maar dan komt de jonge vrouw er achter, wat haar te wachten staat. In haar verbijstering - Pitrre Blanchar als de advocaat-generaal in „De Schuldige(„Le Coupable"). Naast de jonge generatie van Fransche waartoe bijv, Pi|;7e Cfaenal, Mare Allégret enïn zekeren zin ook Julien Duvivier nog te rekenen een generatie, die de filmindustrie nieuw leven wist in te blazen, blijft de oude garde werken, die zich soms onderscheidt door een gróotere technische beheersching van -„„ï maar vooral opvalt door een het ™ate"a oor romantische onder- voort uit de zwij voon un zwijgende heeft geleerd het enkele bee uitdruk- fiscbe kwaliteiten een bijzon Een voorbeeld men aan in de kingskracht te verleenen. van deze opvatting treft films van Raymond Bernard, zoon /an e bekenden tooneelschrijver Tristan, die ree.s in 1920 films met Max Linder maakte en vooral bekendheid verwierf met „Le Miracle des Loups", een grootsch opgezette histori sche film, waarin reeds alle kwaliteiten van Bernard's later werk te onderscheiden vie len: goede smaak, accuratesse en een tech nische beheersching van het moeilijke fiim- vak. Het meest bezield was wel zijn anti- oorlogswerk „Les Croix de Bois" (1932), terwijl „Les Miserables" (1934) het juiste voorbeeld werd van de commercieele alm in haar besten vorm. Met „De Schuldige" begeeft Bernard zich weer op romantisch terrein, met een gege ven, waarin alles méér verloopt naar den wensch van den op groote effecten inge- stelden auteur dan volgens de wetten der psychologie en waarin bekende romantische situaties en verwikkelingen elkaar zonder veel originaliteit opvolgen. Jeróme Lescuyer heeft een Weinig vroo- lijke jeugd gehad door het vroegtijdig ster ven van zijn moeder en als hij in Parijs komt voor het beëindigen van zijn rechts kundige studiën, wordt hij sterk aangetrok ken door het vroolijke en lichtzinnige leven van eenige artistieke vrienden, wier ge woonten hij snel tot de zijne maakt. Hij maakt kennis met een verkoopstertje uit een bloemenzaak, Thérèse Forgeat, waar mee hij gaat samenwonen tot de oorlog van '14 uitbreekt en hij naar het front moet. Als Thérèse niets van haar vriend hoort, gaat zij irfformeeren bij den ouden Lescuyer, die zoodoende achter den misstap van zijn zoon komt. Om aan de geschiedenis een einde te maken vertelt deze, dat Jerome aan het front gesneuveld is en als Jeröme later thuiskomt, vertelt zijn vader hem, dat Thérèse met haar neef getrouwd is. Dat is inderdaad gebeurd en de neef heeft zelfs Thérèse's kind willen echten, zoodat alleen de naam van het kind, Jeröme, herinnert aan zijn eigenlijken vader. Op zijn beurt heeft de kleine Jeröme een ongelukkige jeugd, hij loopt van huis weg, wordt een Zwerver, die van kwaad tot erger vervalt en die als zestienjarige knaap betrokken wordt bjj een moord op een ouden woekeraar. Het gerechtelijk dossier komt in handen van een advocaat-generaal, niemand anders dan Je röme Lescuyer, die uit de verschillende be wijsstukken tot de overtuiging komt, dat de jeugdige misdadiger niemand anders is cian zijn zoon. In een dramatische rechtszitting beschuldigt Lescuyer zich zeü als hoofd schuldige in dit drama en hij weet vrij spraak voor zijn zoon te bepleiten, dien hij meeneemt naar zijn huis voor verdere op voeding. Vele bekende en dramatische hoogtepun ten zijn in dit filmverhaal verwerkt: de streng opgevoede zoon die in de groote stad „ontbolstert", de stugge vader, die de maï- tresse van zijn zoon fier de deur wijst, het wederzijdsch huwelijk uit „dépit", het mis handelde kind, dat het ouderlijk huis ont vlucht en van kwaad tot erger vervalt, de vader, die zijn ontaard kind in de armen sluit, het zijn weinig origineele en weinig aan het leven ontleende motieven en het was voor Raymond Bernard een alles be halve gemakkelijke taak, hieruit een accep tabele film samen te stellen. Dat hem dit in alle opzichten gelukte, kan moeilijk be weerd worden, al moet erkend worden, dat de vormgeving verreweg het sterkste kant van deze film is en dat Bernard geen grootsch geheel, maar wel een naar vorm interessante en boeiende film heeft samen gesteld. Pierre Blanchar speelt op zijn be kende getormenteerde wijze Jeröme l es cuyer en hij heeft in Gilbert Gil een uiter lijk zeer gelij kenden zoon. Madeleine Ozsray is de pathetische Thérèse en Gabriel Signo- ret de onwrikbare vader, die goed be- schbuwd de ware schuldige aan alles was. Om de sfeer van het begin is voorbe houd voor volwassenen gewenscht. C. B. Von Stroheim geijkte rol. m zijn Het geheel vernieuwde Rotterdamsch Lu- mière-theater is deze week heropend en bracht bij die gelegenheid de nieuwe Fransche film „Gibraltar" van Fedor Ozep. De naam „Gribaltar" wekt, vooral in deze dagen, de verwachting in deze film een beeld te krijgen van de beroemde, voor onneem baar geldende Engelsche vesting aan de Zuidpunt van Spanje, den sleutel van de Mid- dellandsche zee. Deze verwachting vervult Fedor Ozep met zijn film niet. Weliswaar verschijnt nu en dan het bekende rotsmassief van Gibraltar op het witte doek) veraf en ook dichtbij, maar van de eigenlijke vesting krijgt men niets te zien. Hetgeen wij den Engelschen niet kwalijk nemen. Dit neemt niet weg, dat ^eze film ons voortdurend naar een denkbeeldig Gibraltar verplaatst en waarschijnlijk voor dit ver haal een achtergrond en een geografische omraming heeft gevonden, welke veel op Gibraltar gelijkt. Rond en in dat Gibraltar dan speelt het verhaal, het zooveelste spionnageverhaal met Erich von Stroheim als den gewetenloozen vijand van Albion. In de na-oorlogsjaren heeft deze gewezen Oostenrijker met deze en dergelijke rollen veel Fransche francs verdiend. Het was in de dagen, dat men daar op het wite doek hem gaarne als den uit het echte hout gesneden, strammen verwaan den Duitschen officier zag verschijnen in verhalen, welke doorgaans anti-militairistisch van strekking waren. Ook in Amerika heeft hij zulke rollen gespeeld, doch op den duur begonnen de dollars minder te rollen en op het laatst vergaten de dollars Erich von Stroheim geheel. Na een moeilijke, zeer kri tieke periode in Hollywood te hebben door gemaakt, repatrieerde Erich naar Frankrijk en begon eigenlijk meer in zijn oude genre te spelen. De ontwikkeling van den inter nationalen toestand is hem gunstig geweest. De remailitarisatie van Duitschland en de politiek van Italië,de Spaansche burgeroor log en de rol van Duitschland daarin, maakten Frankrijk onrustig en wekten belangstelling voor films, waarin zoogenaamde onthullingen over den Duitschen invloed werden gedaan. Van dien tijd af hebben wij Erich von Stro heim voartdurend zien optreden op leider van den Duitschen spionnagedienst in Frankrijk en Spanje. De eene film van dit genre was nauwelijks in roulatie of men hoorde al weer van een volgende van ongeveer gelijke strek king. Ook de film „Gibraltar" is er een uit de ze serie. Weer is Von Stroheim de leider van een spionnagecentrum. In den dienst van weïk land hij opereert, vertelt de film niet, doch zijn geheele manier van optreden, evenals het feit, dat hij tegen Engeland en Frank rijk ageert, laten aan duidelijkheid eigen lijk niets te wenschen over. Zoo sterk gaat in een bepaalde richting de suggestie uit, dat de doorsnee-bioscoopbezoeker, zonder zich er eigenlijk rekenschap van te heb ben gegeven, spontaan het antwoord zou ge ven. Door geen namen te noemen, kon de film eigenlijk nog vefder gaan in het schilderen van de afschuwelijke verwording zonder diirect beleedigend te worden.' Zat er in vo rige films aan de persoonlijkheden, welke von Stroheim had uit te beelden nog iets fairs, iets ridderlijks, in Gibraltar is hij de meest menschonwaardige schavuit, die uit blinden haat tegen Engeland niet terug deinst voor de gemeenste misdrijven tegen de gemeene orde. Hij is de internationale gangster geworden, bezeten door een syni- sdhen, satanischen verniietigingszucht tegen zijn tegenstanders, die natuurlijk de mannen zijn van karakter, van respect, van ridder lijkheid, van fair play. Als zijn handlang ster fungeert een Spaansche danseres, die zorgt voor het aanknoopen van verbindings- draden. In de strikken van deze Tangersche Mata-hari raakt een Engelsch officier ver ward. Diep in de schulden om haar, pleegt hij landverraad en levert de hem gevraagde militaire geheimen uit. Wat Von Stroheim daarmede doet, vertelt de film niet, maar behoeft eigenlijk geen verduidelijking. Als het zoover met den Engelschman is gekomen en zijn daad ontdekt wordt, weet hij uit de gevangenis te ontvluchten en bij zijn Mercedes te komen. Na'een korten no- viciaatstijd wordt hij in de spionnage-bende opgenomen. Tot de bevinding komend, wie degene is, die de verbaasde aanslagen pleegt op de Engelsche troepentransportschepen, ontwaakt in hem toch weer de Engelsche of ficier. En het slot van het verhaal is na tuurlijk geen ander dan 't verraad van de verraders en de rehabilitatie van den mi litair, die ter belooning de dochter van den commandant krijgt, doch niet dan nadat eerst nog de Spaansche danseres, geloovend in zijn liefde, in zijn armen is gestorven. Dat filmen als deze, met zulk een strek king en inhoud, er weer bij het publiek als koek ingaan, is alleen te verklaren door de algemeen heerschende oorlogspsychose en de scherpe internationale tegenstellingen. In normale tijden zou men eerder door het scenario heenkijken en niet alles van dit genre zoo critiekloos accepteeren. Dit soort film is een concurrent geworden voor de Grand-Guignol. Er wordt gemoord en ge schoten van je welste en geen van die scènes kan griezelig genoeg zijn. Eenige opvoedende waarde gaat van der gelijke films niet uit, tenzij men daaronder verstaan wil het toespitsen van internatio nale tegenstellingeri. Maar dit kan óns stand punt niet zijn. Geheel abstract van dezen, inhoud en deze strekking beschouwd, is het vooral het spel van Viviane Romance als de Spaansche danseres, hetwelk bijzonder geslaagd is. De Franschen verstaan de kunst, steeds weer, om zelfs in dergelijke staatspolitieke aber- ratieh en spel te leveren van zeer sterk, per soonlijken inslag. Zonder Viviane Romance zou „Gibraltar" dat praegnante accent niet hebben gekregen, dat ondanks alles ook in nerlijk ons boeiende samenspel. Voor volwassenen. PEW5I0NAT 't Spjjt me; mjjn pension is vol. (Sondagsnisse Strix)' Lucien Baroux, Georges Rigaud en Oily Flint in „De tante van Charley

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1939 | | pagina 1