Gebr.v.embden VRIJDAG 15 SEPTEMBER 1939 Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch door FRANK G. ROBERTSON HOOFDSTUK XXIV. HOOFDSTUK XXV. en deze als zweep gebruikend, gaf hij de hond, op het moment dat deze naar voren sprong met het einde van den zwaren gesp een geweldige striem dwars over den kop. ONS ROMAN-BIJVOEGSEL. KORTE INHOUD VAN HET VOOR AFGAANDE. Tusschen de schapenfokkers en de vee houders aan de Moose River waren er moeilijkheden gerezen over de gebieden, welke door hun kudden als weidegrond werden gebruikt. Glen Hatcher, in dienst bij den schapenfokker Granville, had tegen het inbreuk maken op de rechten, der fokkers geprotesteerd, doch tenslotte was hij ontslagen. In een café kregen en kele cowboys ruzie. Door het schieten sloegen de paarden van het wagentje, waarop Granville's dochter de komst van haar vader afwachtte, op hol. Hatcher vond later het op hol geslagen gespan in een rivierbedding liggen. Na veel moeite gelukte het Glen om miss Granville naar de ranch van Parrish te brengen, doch weldra verdween zij spoor loos. Hoewel Hatcher er niets mee te maken had, werd hij toch als verdacht van ont voering gevangen genomen, doch hij wist te ontvluchten en zich schuil te houden onder een brug. Interessante gesprekken kon hij daar afluisteren, waarbij hem o.m. bleek, dat alle mannen van den veehou der Goodall vogelvrij waren verklaard, terwijl Edith Granville door hen werd vastgehouden. Glen kon verhinderen, dat hij gearresteerd werd, omdat hij zeide in staat te zijn miss Granville op te sporen. Deze grootdoenerij bezorgde hem vele moeilijkheden en zijn talrijke nasporin gen leverden voorloopig geen resul taat op. Eindelijk had hij Edith gevonden, op gesloten in een schuur bij de boerderij van Buckley. Op een avond zou hij pro beeren haar te bevrijden, doch behalve dat het meisje Hatcher niet heelemaal vertrouwde, moest zij eerst haar kleeren uit de boerderij trachten te halen. (Vervolg) 13). Verdraaid, ja, zei Glen opschrikkend, toen dit nieuwe probleem zich voordeed. Het heele erf is vol distels en steenen Als je het niet erg vindt, denk ik, dat ik je maar beter tot aan de deur zal kunnen dragen. Even leek de houding van het meisje bijna vriendelijk. Het zal niet den eersten keer zijn, wel? Je zult wel denken, dat ik voortdurend ge dragen moet worden. Ik vraag me af, waar de hond is Hond zei Glen verschrikt. Hebben ze een hond Ja en het is een monster van een beest. Die bruut kan soms afschuwelijk te keer gaan. Wel, hij is nu niet in de buurt, of hij heeft als waakhond niets te beteekenen We zullen het erop moeten wagen. Hij nam het meisje in zijn armen en liep zoo geruischloos mogelijk in de richting van de deur. Er klonk van binnenuit niet het minste geluid, terwijl hij haar voorzichtig voor de deur van het kleine, vervallen ranch- huis weer neerzette. Miss Granville trok haar deken wat strakker om zich heen en pro beerde aarzelend den knop. Deze gaf mee en zij verdween in de ondoordringbare duister nis daar binnen. Voor den man, die buiten stond te wach ten, leken de volgende minuten wel uren Zoo nu en dan hoorde hij het flauwe gekraak van een plank. Terwijl hij daar zoo stond er gerde Glen zich voortdurend over het ge knars van grint onder zijn eigen voeten, ter wijl hij zenuwachtig en onbewust zijn ge wicht van zijn eene been op zijn andere overbracht. Dan verscheen miss Granville weer in de deuropening, hem wenkend haar weer op te nemen. Zij was nog altijd in haar deken gewikkeld. Een dertig voet van de deur fluisterde zij hem toe stil te houden. Ik kon niets vinden. Mijn kleeren moe ten in die slaapkamer zijn en ik kan daar twee menschen hooren snorken. Ik was bang om daar binnen te gaan. We hadden van het begin af beter eerst de bewoners onschadelijk kunnen maken, zei Glen. Denk je, dat je daar binnen een lamp kunt vinden' of kan ik beter die kaars uit het hol gaan halen Er staat een lamp op de tafel. Ik heb die gevoeld, toen ik probeerde nergens tegen aan te loopen. Ik maak me ongerust over dien hond. Hij moet met de andere mannen mee zijn en kan ieder oogenblik terugkomen. Ik heb gezien, dat er nog eten op tafel staat alsof er aanstonds nog iemand verwacht wordt, zei Edith. Dan kunnen we beter zoo veel mogelijk voortmaken. We zullen als volgt te werk gaan: ik wacht buiten, terwijl jij naar binnen gaat om die lamp aan te steken. Dan kom ik vlug naar binnen om de menschen daar in bedwang te houden. Worden ze niet wakker, dan zooveel te beter. Worden ze het wel nu, dan zullen we wel zien wat we doen! Nu ik eenmaal zoover ben, vermoed ik, dat ik zal moeten doorzetten, zei het meisje zachtjes. Ik hoop alleen maar, dat ik geen vergissing bega. Glen's gelaat verstrakte. Gedurende de laatste minuten had hij zich wijs gemaakt, dat het meisje besloten had hem te vertrou wen. Zij accepteerde hem echter enkel als het minste van twee kwaden en zou hem. zoodra ze haar kleeren terughad, bij de eer ste gelegenheid de beste in den steek laten. Miss, de eenige vergissing welke je van nu af aan kunt maken, is niei. precies te doen, wdt ik je zeg, waarschuwde hij. Die toon bevalt me niet. Houd je mond, siste Glen, We kunnen hier geen ruzie gaan maken. De buren zullen ons hooren. Indien het meisje daar mogelijk al een antwoord op klaar had, kreeg zij niet de kans dat uit te spreken. De cowboy droeg haar al weer terug naar het huis. Terwijl hij zijn revolver half uit den hol ster trok, streek het meisje de lucifer, welke hij haar gegeven had, aan. Direct volgde hij haar naar binnen. Hij liep zoo geruischloos mogelijk maar met zijn zware laarzen en zijn stijve been klonk het leven, hetwelk hij maakte hem in de ooren als dat van een troep cavalerie^ welke over een houten brug trekt. Het meisje stak de lamp op de stafel aan. Glen wierp een haastigen blik door de primitief gemeubelde kamer. Hij zag, dat de slaapkamerdeur dicht was, maar vóór hij die kon openen was alle noodzaak voor omzich tigheid reeds verdwenen. Ben jij daar Los? vroeg een verschrikte stem uit de andere kamer. Ja, antwoordde Glen en wierp de deur wijd open. Zoek ze, Bruno. Hatcher was juist op tijd om te zien, hoe een man in nachtgewaad zich van het bed in den versten hoek van de kamer liet glij den. In het dichterbij staande bed lag een vrouw met een verward'hoofd met haar en terwijl hij binnentrad slaakte zij een gil en wierp hem met verrassende nauwkeurigheid een kussen in het gelaat. Glen weerde het kussen af en zag dat de man een revolver opnam van de plek, waar het" kussen gelegen had. Schiet hem neer, Bill, gilde de vrouw, die op haar knieën overeind op het bed zat. Glen vuurde bijna gelijktijdig met den man, die nu naast het bed zat neergehurkt. Er klonk een gerinkel van gebroken glas achter hem en tegelijk werd het pikdonker. Glen werd bijna het ondersteboven gewor pen toen het een of andere projectiel het puntje van zijn heupbeen raakte, maar hij stortte zich vooruit. De kogel van den man had hem enkel maar even geschramd en daarna de lamp in de andere kamer ge troffen Schiet nog eens, Bill! schreeuwde de vrouw, terwijl zij het andere kussen wierp. Maar een profane uiting van pijn van den man was het eenige antwoord, hetwelk zij van hem ontving. Even teekenden de om trekken van haar gelaat zich af tegen het open raam en hoezeer hij het ook veraf schuwde een vrouw te slaan, gaf Glen Hat cher haar toch een kei-harde swing op haar kaak. Door de kracht, welke hij in zijn slag gelegd had, tuimelde hij voorover, dwars over het bed De kreunende man lag bijna onder hem, terwijl de vrouw languit naast hem lag uit gestrekt. Glen's vuist sprak pijnlijk van de kracht van den slag, welken hij haar had toegediend. Het zou wel even duren, voor zij weer een kussen naar zijn hoofd wierp. Edith, ben je ongedeerd? riep Glen. Ja. Jij ook? klonk het antwoord. Het volgende oogenblik had zij een lucifer aan gestoken waarmee zij, in de deuropening staande, de met rook gevulde kamer flauw verlichtte. Ik ben all right, zei Glen. Toen de lamp uitging, ben ik door iets geraakt. Het meisje kwam haastig naar voren en stak een andere lamp op het slaapkamertafeltje aan. De man had opgehouden met kreunen. Glen bukte zich en nam hem zijn revolver af, waarna hij overeind krabbelde. Zijn heup deed hem afschuwelijke pijn. Met een ge wonde heup aan de eene zijde en een stijve knie aan de andere, vroeg hij zich ietwat angstig af, hoe hij zou moeten navigeeren. De vrouw lag nog altijd onbewegelijk op het bed uitgestrekt, haar eene been slap op den grond hangend. Edith Granville deed haastig een stap naar voren, legde haar goed en trok de dekens over haar heen. Glen onderzocht zijn kwetsuur. Er ont braken drie patronen opzij uit zijn zwaren wijden patronengordel. Daar scheen Buck ley's kogel hem geraakt te hebben. Dat was de geheimzinnige stoot geweest, welke hem bijna omvet had geworpen. Toen hij opkek, zag hij de oogen van het meisje vol ontzet ting op zich gericht. De vrouw, je hebt haar gedood, sta melde zij beschuldigend. Geloof dat maar niet, antwoordde hij grimmig. Maar ik vrees, dat Buckley er ge weest is. Kijk of je je kleeren kunt vinden, terwijl ik zal zien wat ik voor hem doen kan. Misschien heeft niemand het schieten gehoord, maar we moeten hier niet langer blijven dan strikt noodzakelijk is. Terwijl het meisje naar haar kleeren zocht, scheurde Glen een laken aan reepen. Buck ley zat half versuft overeind en maakte zijn hemd open. Hij geloofde zelf blijkbaar ook, dat hij ging sterven maar dat was een mee ning, welke Glen allerminst deelde. De ko gel, was er van voren in en van achteren weer uitgegaan, maar zóó vlak aan den bui tenkant, dat deze waarschijnlijk zelfs de ribben niet geraakt had. Buckley was een groot, gezet man, zoodat de kogel desondanks een diepe vleeschwond gemaakt had. De kerel bewaarde een koppig en stoicijnsch zwijgen. Even later kondigde Edith Granville de vondst van haar kleeren aan, waarna zij zich naar de voorkamer terugtrok om zich te ver- kleeden. Nog vóór Glen met het leggen van het verband klaar was, kwam de vrouw weer bij kennis. Glen was juist klaar gekomen met het verbinden van den man, toen het meisje in de deuropening verscheen. Zij was geheel gekleed en had ook weer iets van haar oude houding teruggevonden. Jij lafaard, een weerlooze vrouw te slaan, siste mrs. Buckley vol gevoel. Zuster, ik ben nog steeds genoeg ge schrokken om je nog zoo'n opstopper te geven, als je niet gauw met je gejammer ophoudt en ons vertelt, wat we weten wil len, zei Glen. Ja, zei Edith Granville. Had deze man iets uit te staan met het plan om mij hier heen te brengen? Natuurlijk, verklaarde de vrouw vol overtuiging. En nu neemt hij je weer mee, zoodat hij de belooning heelemaal kan op strijken. Wel allemachtig, leelijke leugenachtige bromde Glen vol machtelooze woede. Dat dacht ik wel, verklaarde Edith Granville koel. Hatcher kon enkel hulpeloos zijn schou ders ophalen. Hij beval den man overeind te komen en toen deze ontdekte, dat hij in staat was alleen te staan en zelfs te loo pen, begon hij zijn doodsangst snel te ver liezen. Jullie twee gaat voorloopig in het hol, beval hij onverstoord. Je kunt beter een paar schoenen aantrekken. Ik verzet geen voet, verklaarde mrs. Buckley beslist. En ik evenmin, zei haar echtgenoot. Kalm greep Glen Buckley's patronengor del, welke over het voeteneind van het bed hing en gaf hun ieder op hun beurt een flinken klap met het losse eind. Dit bleek alle aansporing te zijn, welke zij nog noodig hadden. Kom mee, zei Glen tegen miss Gran ville. Ik vermoed, dat je dien riem ook op mij zou gebruiken, als ik weigerde? merkte het meisje met hoogrood gelaat op. Daar had ik nog niet aan gedacht, maar nu je het zegt, zal ik het idee in gedachten houden voor het geval je mocht probeeren van me weg te vluchten( antwoordde hij grimmig. Achter elkaar marcheerden zij naar het hol in den heuvel. Glen duwde de Buckley's naar binnen en grendelde de deur. Je behandelt die medeplichtigen van je aardig hard, is het niet? vroeg Edith. Wie zijn het eigenlijk? Vrienden van je vader, antwoordde hij prompt. Dat mag ik wel! antwoordde het meisje boos. Hij mag hen ook wel. Dat is een leugen en dat weet je, riep het meisje driftig. Mijn vader is een Een wat? vroeg Glen, toen zij zweeg. Doet er niet toe. Ik wilde zeggen een gentleman, maar je zoudt toch niet begrijpen wat dat beteekende, wel? Een gentleman, die beroepsmoordenaars huurt om grasland voor hem te stelen, waar toe hij zelf den moed mist, merkte Glen op. Laat dit nu toch eindelijk eens goed tot je hersens doordringen. Het was Savage, die je heeft laten ontvoeren, opdat de veehou ders er de schuld van zouden krijgen en daarom vogelvrij verklaard zouden worden. Het is hem tot dusverre gelukt, maar ik ga de waarheid aantoonen, als ik kan. Indien het allemaal uitkomt, zal je gentleman- aehtige vader blij mogen zijn, indien hij niet samen mt Savage in de gevangenis terecht komt. Bah! Ik haat je, huilde het meisje. Nu, eerlijk gezegd, koester ik ook geen hartstochtelijke liefde voor jou, meende Glen. Maar wij blijven bij elkaar, totdat ik je ge bracht heb waar ik je hebben wil. O neen, dat doen we niet. Zij hadden de stallen bijna bereikt. Nu dook het meisje plotseling snel weg naar een hoek van het gebouw. Alleen het feit, dat zij door dien verontwaardigden uitroep haar bedoeling verraden had, belette haar succes te hebben met haar poging. Met een stijve knie en een pijnlijk gewonde heup zou Glen niet in staat zijn geweest het meisje achterna te loopen en in te halen. Wanhopig wierp hij zich in zijn volle lengte voorover, waarbij hij haar met uitgestrekten arm nog juist bij een voet kon vastpakken. Zij sloeg met een bons languit tegen den grond en zoo bleven zij even liggen. Glen hield haar voet vast, totdat hij weer op zijn knieën was gaan zit ten. Dat was waarachtig op het nippertje, meende hij. Nu ga ik je vastbinden. Indien je ontsnapt zou zijn, zou je weldra door een van de gunmen van je vader en van Savage zijn opgepikt. Je zoudt hun verteld hebben, waar de Buckley's je gevangen gehouden hadden. Zij weten, dat de Buckley's alles zou den verraden, wanneer zij gearresteerd wer den en daardoor zouden zij zelf als mede plichtig aan de kaak gesteld worden. Om zich zelf te redden, zouden ze verplicht zijn geweest jou uit den weg te ruimen. En ik zou daar weer de schuld van gekregen heb ben, evenals van je ontvoering en nog andere dingen meer. En dat zou allemaal nog niet zoo erg zijn, als er nog niet andere onschul dige personen door gedupeerd zouden wor den. Je weet, dat ik geen woord geloof van alles wat je zegt. Net zooals je wilt. De eenige kans, welke wij beiden hebben om het levend af te brengen, is Banner te bereiken zonder gezien te zijn. Zelfs wanneer je den sheriff hier buite zoud ontmoeten, zou je enkel ook maar zijn doodvonnis, tegelijk met het jouwe, teekenen. Ik heb nog nooit zulken onzin gehoord, zei het meisje toornig. Mogelijk. Nog maar een paar uur ge leden heb ik een assistent-sheriff zien neer schieten, omdat hij te veel wist. Ik heb hier een paard voor je. Hij werd in de rede gevallen door een on derdrukte kreet van het meisje, gevolgd door luid blaffen en gegrom van een grooten hond, welke uit de duisternis op hen kwam toegesneld. Met zijn overeind staande haren leek hij wel zoo groot als een klein kalf en zijn ontbloote tanden gaven hem in het flauwe maanlicht een dreigend uiterlijk. Het was Edith Granville niet kwalijk te nemen, dat zij geschreeuwd had. Hatcher begreep, dat een schot hier in het open veld de aandacht in de andere ranch zou kunnen trekken wat een oogenblikkelijke achtervolging zou kunnen veroorzaken. Hij had Buckley's patronengordel nog altijd in zijn hand en deze als zweep gebruikend, gaf hij den hond, op het moment dat deze naar voren sprong met het einde ven den zwaren gesp een geweldige striem dwars over den kop. De riem trof het dier precies tusschen de oogen en veroorzaakte een gejank van pijn en een complete wijziging van tactiek. Het dier draaide zich om, teneinde een haastigen terugtocht te ondernemen, maar toch niet vlug genoeg, om een tweeden slag op zijn nu naar Glen toegekeerde lichaamsdeel te ont wijken. Het gejank van den vluchtenden hond was even luid als zijn geblaf van daar net. Glen greep het meisje bij den arm en duwde haar voort naar de plek, waar de paarden stonden te wachten. Hei, daar! Wat gebeurt hier? riep een meer geschrokken dan dreigende stem, ter wijl uit de duisternis plotseling een ruiter opdoemde. Glen hield de arm van het meisje omkneld en vroeg zie haf, of zij zou probeeren te ant woorden. Zij bleef echter zwijgen. Van wie is dat paard? vroeg de stem. Kom daar vandaan, Jij, met je handen om hoog. Glen trok het meisje nog verder in de schaduw en wachtte. Zoek ze, Bruno! riep de man. Bruno maakte leven genoeg, maar op veiligen af stand. Bonsi Zij hoorden en zwaar lichaam met kracht tegen een van de palen van den hooi berg aanvallen. De toon van den man ver anderde en hij uitte woorden vol bittere profaniteit, terwijl hij zijn paard de schuld van dit ongeval gaf. Weldra hoorden zij den man vlak bij de hut roepen: Bill! Hé, Bill! Kom mee, zei Glen en weldra bereikten zij de paarden. Hij hielp het meisje in het zadel, maar hield de teugels van haar paard Stevig genoeg om je te beletten van "het paard 'voor haar, maar hij verhielp zulks, door de beugels het ondersteboven te keeren en de voeten van het meisje in de lussen van de riemen, er vlak boven, te steken. Ik bind je voeten aan de stijgbeugels vast, vertelde hij haar. Niet te strak, maar stevig genoeg om je te belettenvan het paard af te springen. Het dier zal zich waarschijn lijk wel kalm houden, zoolang je in het zadel blijft, maar ik moet er niet aan denken wat er gebeuren zou, indien je onder zijn buik kwam te hangen. Jij, jij beest, siste het meisje. Ik ver afschuw je. In werkelijkheid had hij haar voeten hee lemaal niet vastgebonden, maar het omJ draaien van de stijgbeugels en het plaatsen van haar voeten in de lussen van de riemen gaf haar den indruk, dat hij werkelijk deed wat hij beweerde. Het meisje geloofde dan ook stellig, dat haar voeten waren vastge bonden. Hij besteeg zijn eigen paard, de teugels van het hare vasthoudend, en zij vertrokken in draf. Zij hadden nog niet meer dan een honderd yards afgelegd, toen er uit de rich ting van het hol drie schoten, kort na elkaar, weerklonken. Wat beteekent dat? vroeg Edith. Enkel, dat die andere Buckley zijn fa milie in het hol gevonden heeft en nu de mannen in de andere ranch heeft gewaar schuwd. Binnen het half uur zullen wij min stens twintig man achter ons aan hebben en zal het dag-mooie-wereld voor ons allebei zijn, wanneer we gepakt worden, antwoordde Glen ernstig. Een paar minuten later klonken er drie schoten uit de richting van den weg naar de andere ranch, wat bewees, dat de man zich, zoo snel als zijn paard hem maar dra gen kon, daarheen terugspoedde. En direct na het laatste van deze schoten klonk van nog verder weg een schot als antwoord. De mannen daar ginds hadden het gehoord en waren gewekt. Glen had vurig gehoopt, dat hij daar on gemerkt voorbij had kunnen komen. Lukte hem dat niet, dan was hem den weg naar de stad afgesneden. Hij voelde, dat er nog een kleine kans was, want ze zouden hem tenslotte niet direct allemaal achterna komen en hij zou er misschien in kunnen slagen een vier of vijftal achtervolgers te ontwijken. Dan werd ook deze hoop de bodem inge slagen toen hij het bassende geblaf van den grooten hond hoorde, welke zijn spoor volg de en welke aan een ieder, die het hooren wilde, duidelijk liet weten waarheen hij ge vlucht was. Yancey rijdt weer uit. Glen Hatcher en het meisje moesten terug rijden naar het hek, hetwelk Glen open had gelaten en dit gaf den mannen van de andere ranch weer wat meer tijd om hen den pas af te snijden. Met den blaffenden hond op hun hielen, was hun vlucht even duidelijk te volgen als wanneer zij te zien waren ge weest. Desondanks bracht Glen beide paar den direct na het passeeren van het hek in galop, teneinde te probeeren voorbij de ranch te komen, voordat de achtervolging georganiseerd zou beginnen. Achter hen, zij het op veiligen afstand, bleef de groote hond maar doorblaffen. Glen bemerkte al direct, dat het rijden van zijn gezellin verre van volmaakt was. Zij bonkte zwaar in het zadel op en neer en had het zoo druk met haar pogingen om aan boord te blijven, dat ze geen tijd had om op haar uiterlijk en houding te letten. Ondanks het gevaar van de situatie, waarin zij zich be vonden, voelde Glen de neiging in zich op komen om te grinniken. Miss Granville boette al eenigszins voor haar stompzinnig heid. Snij ze den pas af, jongens. De hond zit achter hen aan, riep een stem uit het donker, een eind voor hen uit. Wie is het vroeg een andere stem bijna recht achter hen. Het is Hatcher en hij heeft het meisje Granville. We moeten hem tegenhouden, klonk het antwoord. Mannen van je vader, merkte Glen op. Natuurlijk willen ze je beletten mij te ontvoeren, antwoordde het meisje. Zoo zeer, dat je ze netjes in dat hol ver borgen hebben gehouden om mij te beletten je te vinden. Dan kunnen het geen mannen van mijn vader zijn, redeneerde Edith. Wat ga je doen Indien we zoo blijven doorrijden, zullen we hen precies in de armen loopen. Juist, bromde hij. Hij hield hun paarden zoo onverwacht in, dat hij een oogenblik vreesde, dat zij over den kop van haar rijdier, voorover op den grond zou vliegen. Hij greep haar bij den schouder en duwde haar terug in het zadel. Hij liet de paarden scherp afbuigen en bracht hen weer in galop. De plotselinge ma noeuvre verraste den hond en Glen kreeg het dier even te zien, toen het op den weg naar de juiste plek zocht, waar zij waren afgebogen. Hij trok zijn revolver en vuurde 'snel achter elkaar drie schoten óp het dier af. Hij geloofde niet, dat hij hem geraakt had, hoewel de hond bij elk schot luid jankte en daarop, nog altijd jankend, beenen maakte naar de ranch. Die zijn we tenminste kwijt, zei de cowboy grimmig. Maar ze hadden nog slechts een korten afstand in de nieuwe richting af- gelegd; toen mrs. Buckley's schelle stem de stilte van den nacht verscheurde. Daar gaan ze, BillSchiet ze neer Schiet ze neer gilde de vrouw. Er klonk een geweerschot en in de buurt van het hek van de ranch werd een vuur straal zichtbaar. De afstand was groot en het schot miste hen volkomen, maar Glen be gon te vreezen dat het meisje van angst flauw zou kunnen vallen. Indien dat gebeur de, zou hij verloren zijn. Rij maar kalm door, verzekerde hij haar rustig Ze zijn veel te ver weg om ons te kunnen raken en we zijn er dadelijk voorbij. Nog twee maal klonk er een schot van Bill Buckley, maar zij waren weldra buiten ge vaar. De man was tp voet en kon hen niet volgen. De anderen zouden nu echter hun spoor weer gevonden hebben. Alleen snelheid en de bedekking van de duisternis konden hen redden. Zij waren afgesneden van den weg, welken zij hadden willen kiezen. Zijn eenige hoop was nu nog, den achtervolgers het spoor bijster te maken en een toevlucht te zoeken in de heuvels- Hij had Edith Gran ville willen vinden nu had hij haar gevon den en vormde zij, wat je noemt, een blok aan zijn been Kort daarop begonnen er, met onregel matige tusschenpoozen, achter hen schoten te klinken. Voor Glen was dit het bewijs, dat hun achtervolgers het spoor waren kwijt geraakt en nu maar in het. wilde weg scho ten. Geen enkek- maal kwam een kogel zelfs maar in hun nabijheid, maar bij elk schot begon Edith van angst te huilen. Hij probeerde haar gerust te stellen, maar was zich er heel goed van bewust, dat zij. zoodra zij wa<; langzamer zouden gaan rijden, a 1.PANNEKOEKSTP.20 gevaar liepen te worden ingehaald, zoodat zijn woorden niet veel uitwerking hadden. Hij trok het paard van het meisje feitelijk al sneller mee* dan het kon draven en dat maakte den rit voor haar niet gemakkelij ker Glen's woede en ontstemming maakten snel plaats voor medelijden. Maar hij kon er nu niets aan veranderen. Zoodra hem zulks mogelijk was, stuurde hij de paarden een van de vele dichtbegroeide ravijnen in, welke naar het heuvelland voer den. Het was zijn eenige kans om zijn ach tervolgers te ontwijken. Het ravijn, hetwelk hij gekozen had liep scherp naar boven en het eenige begaanbare pad slingerde voort durend tusschen dichte struiken en groepjes boomen door. Miss Granville uitte een kreet van pijnlijk protest, toen de laaghangende takken haar in 't gelaat zwiepten. Glen had diep medelijden met haar, maar aangezien een gevangenneming hun beider dood be- teekend zou hebben, hield hij de teugels niet in, vóór zij het einde van het ravijn be reikt hadden. Hij keerde zich om, teneinde scherp uit te kijken naar mogelijke achtervolgers, ter wijl het meisje zich haastig in de riemen van haar stijgbeugels ophief en haar in de war geraakte kleeren weer zoo goed mogelijk in orde bracht. Van de twee verwijderde punten klonk het bekende drie-schoten-sig- naal. Het schonk den man de overtuiging, dat zijn achtervolgers zijn spoor volkomen bijster waren. Voorloopig hadden zij hen weten af te schudden. We zijn nog niet heelemaal buiten gevaar, maar we zullen het nu een beetja kalmer aan kunnen doen, probeerde hij het meisje gerust te stellen. In draf daalden zij aan de andere zijde van den heuvelnaar omlaag. Langzamer dorst Glen niet rijden, maar elke stap van haar paard was voor het meisje een marte ling. Van haar arrogance en hooghartigheid was niet veel meer over. Haar protesten be stonden nu uit onverstaanbaar gejammer. Spoedig stierven de schoten geheel uit, waarna Glen in stap verder ging. Pas toen zij minstens vijf mijl van de ranch van Buckley verwijderd waren en goed verbor gen, waagde hij het echter om halt te hou den. Gelukkig voor ons, dat we tijdens die jacht geen stukken gemaakt hebben, merkte hij op. Stukken gemaakt? Wat bedoel je? Eén van de paarden had over een tak kunnen struikelen, in een kuil of een hol kunnen stappen en vallen. En jij noemt ons gelukkig, zei het meisje bitter. Ik heb zitten bidden,, dat iets dëfgeiïpfS"2öh gebeuren. Waar ben jij van gemaakt. Van rubber? Neen, ma'am. Ongelooide huid. Na enkele oogenblikken van stilte zag hij een flauwen glimlach om de lippen van het meisje verschijnen. Miss Granville, met iedere minuut be gin ik een betere meening over je te krij gen, zei hij goedkeurend. Je hebt je als een kraan gehouden. Werkelijk. Indien je nu nog maar dat dwaze idee van je wilde afzetten, dat ik je ontvoerd heb, zouden we prachtig samen kunnen opschieten. Indien we hier stilhouden, wil je dan tenminste nnjn voeten losmaken, zoodat ik kan afstijgen? Hij sprong 0p den grond en hielp haar van haar paard. Ze zijn heelemaal niet vastgebonden geweest, verzekerde hij haar. Moet ik nog meer van dergelijke wilde ritten ondergaan? vroeg zij. Ik weet het niet. Ik hoop van niet. Ik weet enkel maar dit: We kunnen nu niet naar de stad gaan en wanneer het licht wordt, moeten we ons schuil houden. George B. Savage's bende zal tot den laatsten man °P ons jacht maken. Savage weet, dat hij met al zijn medeplichtigen in de cel terecht zal komen, zoodra de waarheid bekend wordt. Waarom ben je er zoo zeker van, dat ik op bevel van mr. Savage ontvoerd ben? Ik heb er een heele serie redenen voor. Op de eerste plaats wilde hij de mannen van Goodall vogelvrij verklaard zien. Verder hebben Buck Davis en Shep Anderson assis tent-sheriff Hugh York vermoord, toen zij meenden, dat deze de waarheid ontdekt nad. Pete Simons was door hem gehuurd om Cal Yancey te vermoorden en Pete wist, waar jij verborgen gehouden werd. En vannacht kreeg ik het overtuigende bewijs, toen ik ontdekte, dat je door de Buckley's werd gevangen gehouden en dat zij samenwerkten met de moordenaarsbende van Savage. Maar ik kan natuurlijk niet van je verwachten, dat je dit zult gelooven, besloot hij schou derophalend. Het meisje antwoordde hierop bevesti gend, noch ontkennend. We zullen hier een tijdje rusten, ver volgde hij, maar dan moeten we weer ver der. Deze streek is niet veilig voor ons. In dien wij een goede schuilplaats kunnen ont dekken, zal ik je daar achterlaten om te probeeren met den sheriff in contact te ko men. Ik wil jou niet aan méér gevaar bloot stellen dan strikt noodzakelijk is. Ik zou liever elk gevaar onder de oogen zien, dan nog eens een rit te moeten maken als die, welke ik juist achter den rug heb, zei het meisje eerlijk. Weldra stegen zij weer op, waarna zij die per in de heuvels doordrongen. Indien wij gegrepen mochten worden, zei Glen en er overkomt mij iets, dan moet je voorgeven, dat je er naar gesnakt hebt, dat Savage of je vader je zouden vinden. Laat niet merken, dat je iets van de waar heid vermoedt. Dat zou zelfs je vader het leven kunnen kosten. Maar zoodra je veilig bent, moet je alles vertellen wat er ge beurd is. Wat je ook bent, het is een feit, dat je je leven waagt, zei Edith. Je moet ófwel een heel dapper, óf een heel slecht mensch zijn. Laat dat maar rusten, bromde hij, waarna zij verder zwegen. (WORDT VERVOLGD)*

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1939 | | pagina 4