Met
een
versierden
door het
trein
land.
Spoorwegdirectie op feestbezoek.
OP EEN GROOT AANTAL
STATIONS FEESTELIJK
ONTVANGEN.
AMSTERDAM-BATAVÏA in
TWEE-EN-EEN-HAL VEN
DAG.
de „van ewijck-.ramp.
ZATERDAG 23 SEPTEMBER 1939
GRENSKANTOOR PUTTE WEER
GEOPEND.
INVOER DEENSCH VLEESCH.
EEN PSEUDO TUINBOUW
DESKUNDIGE.
Wegens oplichting een jaar gevangenis
straf geëischt.
Ik ga hem
zoeken.
De versnelling van den postdienst
°P Indië.
Begrafenis van een slachtoffer
in Utrecht.
DISPENSATIE VOOR BEENDEREN.
BEWERKING.
is verdwaald
Pas op, dat
je ook niet
verdwaalt.
Vooruit Leblanc, jij loopt voor
Leblanc hoort Bob en Marie een
verkeerde richting inslaan.
IN verband met het eeuwfeest der
N.Y. Nederlandsehe Spoorwegen
heeft de directie: prof. dr. ir. J.
Goudriaan, ir. W. Hupkes en ir. W. F.
H. v. Rijckevorsel, in 'n specialen trein
bestaande uit een versierde locomotief,
een wagon van de directie en een wa
gon speciaal gereserveerd voor een
groep journalisten een feestreis door
het land gemaakt.
Onder hen, die op uitnoodiging van
de directie eveneens deze bijzondere
reis door Nederland medemaakten,
bevonden zich de heeren H. J. van
Braambeek, en H. F. Timmermans,
leden van den personeelraad, alsmede
ir. W. J. Berdenis van Berlekom,
hoofdinspecteur, ir. W. H. K. Rambon-
net, inspecteur van het vervoer en ir.
O. Schutte, van de afdeeling weg en
werken.
Omstreeks 9 uur vertrok deze unieke trein
van het Buurtstation te Utrecht achtereenvol
gens stoppend in Bilthoven, den Dolder,
Amersfoort, Baarn, Hilversum en Amster
dam (C.S.). Op ieder station werd de direc
tie officieel ontvangen door een deputatie
van het personeel.
De fraai aangebrachte versieringen, een
waardevol resultaat van het initiatief, uitge
gaan van het personeel, werden bezichtigd.
Overal trok deze speciale trein niet alleen
de aandacht van het stationspersoneel, doch
ook van de vele reizigers, die zich juist op
dat oogenblik op het station bevonden.
Ontvangst te Amsterdam.
Op het op fraaie wijze versierde eerste
petrron van het Centraal Station stond gister
morgen het grootste gedeelte van het spoor
wegpersoneel uit Amsterdam, voor zoover dit
in verband met den dienst gemist kon wor
den, aangetreden ter begroeting van de drie
directeuren. De extra-trein arriveerde tegen
half twaalf. Aan den kop van het perron
stond een kleine groep van het leidend spoor
wegpersoneel onder aanvoering van den
stationschef, den heer Jongstra, gereed, om
de directie te verwelkomen. Hier had ook
de eerste begroeting plaats, tijdens welke
alle leden van de deputatie aan de drie di
recteuren werden voorgesteld. Langs een
haag van honderden spoorwegmannen, bij
wie zich ook vele familieleden hadden aan
gesloten, begaven de drie directeuren zich
naar de wachtkamer eerste klasse, die op
dezen morgen een wel zeer feestelijken aan
blik bood. Voor de leden van de directie,
alsmede voor die van het eerecomité en voor
den stationscommandant, majoor Seeuwen,
waren zetels gereedgezet.
Hartelijke toespraken.
De directie werd verwelkomd door den
hoofdstationschef, den heer Jongstra, die
eraan herinnerde, dat het Amsterdamsche
spoorwegpersoneel aanvankelijk groote plan
nen had gemaakt voor de viering van het
eeuwfeest van de Ned. Spoorwegen. Door de
tijdsomstandigheden konden deze plannen
niet ten uitvoer worden gelegd. Spr. betoog
de, dat de leden van het spoorwegpersoneel
In het algemeen niet veel houden van veel
praten. Het spoorwegpersoneel is meer inge
steld op de daad en het wil daarom bij deze
gelegenheid doen blijken, dat het van hoog
tot laag steeds bereid en gereed is, om alles
te doen wat het bedrijf eischt, onder welke
omstandigheden dan ook. Als blijk van deze
verknochtheid aan het bedrijf bood de heer
Jongstra de directie namens het personeel een
huldeblijk aan in den vorm van een fraai ge
bonden album, waarin zestig welgeslaagde
foto's zijn geplakt van het Centraal Station.
Nadat spreker de drie directeuren afzon
derlijk had gehuldigd, besloot de heer Jong
stra zijn toespraak met het uitbrengen van
een driewerf hoera op de Nederlandsehe
Spoorwegen en de directie, waarmede het
aanwezige personeel spontaan en geestdriftig
instemde.
De president-directeur van de Nederland
sehe Spoorwegen, prof. ir. dr. J. Goudriaan,
antwoordde op deze toespraak, dat het de
directie een groot genoegen doet, op dezen
morgen op het Centraal Station aanwezig te
zijn. Ook voor haar is het een bittere teleur
stelling geweest, dat de ontworpen grootsche
plannen voor de viering van het eeuwfeest
in Amsterdam niet konden doorgaan. Zoo
dra echter er een glimpje hoop ontstond,
dat het Nederlandsehe volk voor het ergste
zou worden gespaard, zijn de Nederlandsehe
Spoorwegen weer opgeveerd en hebben zij
gemeend, de feestelijkheden, althans wat
haar kern betreft, te laten doorgaan. Met
vreugde constateerde spr., dat de Nederl.
Spoorwegen bij het honderdjarig bestaan een
volledige eenheid hebben bereikt. Toen in
1916 de fusie tot stand kwam, meenden som
migen, dat deze fusie op ruzie zou uitdraaien
tusschen de personeelen van de verschillende
maatschappijen. Het verheugde spr. te kun
nen constateeren, dat het tegendeel het ge
val is en dat er onder het personeel een sterk
begrip van saamhoorigheid is gegroeid. Maar
dat niet alleen; er is ook een innig contact
tot stand gekomen tusschen directie, bedrijfs
leiding en personeel, ten gevolge waarvan
de sfeer die in het bedrijf heerscht, in vele
opzichten is verbeterd. Spr. stelde vervolgens
de vraag, of het niet wenschelijk zou zijn,
om den datum van den twintigsten Septem
ber telken jare te vieren als den verjaar
dag van de Nederlandsehe Spoorwegen. Deze
viering zou zich moeten bepalen tot het
spoorwegpersoneel zelf. Een uitwerking van
deze gedachte gaf spr. gaarne in overwe
ging-
Na den heer Jongstra dank te hebben
gebracht voor de wijze, waarop deze de
ontvangst heeft georganiseerd, besloot prof.
Ir. dr. Goudriaan met te zeggen, dat op het
eeuwfeest van de N. S. blijkt, dat de energie,
die ons volk heeft gekenmerkt in de groote
historische perioden van zijn bestaan, ook
thans nog onverzwakt aanwezig is en tot
uitdrukking komt in.de organisatie van de
Nederlandsehe Spoorwegen.
Ten slotte werd nog een woord van dank
gesproken door de beide andere directeuren
van de spoorwegen, ir. W. Hupkes en jhr.
W. van Rijckevorsel, welke laatste eveneens
den nadruk legde op de sterke saamhoorig
heid, die kenmerkend is voor allen, die. bij
ae Nederlandsehe Spoorwegen in dienst zijn.
Spr. zeide, trotsch te zijn om op dezen dag
als spoorwegjongen te verblijven tusschen
alle andere „spoorwegjongens".
Nadat ververschingen waren rondgediend,
zette de directie haar rondreis voort, met als
eerste bestemming het station te Haarlem,
waar eveneens een huldiging plaats vond en
het noenmaal werd gebruikt.
Nog vele andere stations stonden op het
program.
En als wij dan onze indrukken over dezen
tocht het was inderdaad een voorrecht,
dien te hebben kunnen meemaken mogen
samenvatten, zijn er enkele gedachten, die
komen bovendrijven.
Daar is allereerst dat kostelijke gevoel van
saamhoorigheid, dat er leeft bij dat groote
en zoo interessante bedrijf van Nederland.
Praat met den remmer, hij zal U vertellen
over „de spoor", of het zijn eigen bedrijf is.
Praat met den chef van eenigen tak van
dienst, hij gaat op in zijn werk, alsof er
niets anders dan de Spoorwegen bestaat.
En thuis van den langen tocht langs een
twintigtal Nederlandsehe stations, proeft
men zoo na, met hoeveel toewijding al die
„spoorjongens", want zoo noemde ir. Van
Rijckevorsel zichzelf en alle andere spoor-
wegmenschen tijdens een dankwoord te
Amsterdam met hun eigen initiatief, van
hun eigen geld en in hun eigen tijd, al die
versieringen tot stand hebben gebracht.
Groote toewijding voor en groote trouw
aan het bedrijf, dat lag zoo in al die harte
lijke toespraken besloten, die de directie
heeft mogen aanhooren.
We denken aan het werk, dat verricht
werd op de kleine stations, waar dikwijls
met zeer beperkte middelen nog voorname
versieringen werden aangebracht. We heb
ben het meegemaakt, dat op kleine stations,
waar vanwege de mobilisatie stationswacht
was, de heele troep een eerewacht vormde
met den commandant aan het hoofd. En dan
was prof. Goudriaan er direct bij, om den
commandant voor die attentie speciaal te
gaan bedanken en even een praatje te gaan
maken over het werk van de wacht.
We zagen rangeerders en sein wachters,
kranig in de houding op hun post, als de
feesttrein voorbijreed, waarin men de direc
tie ontdekte. We zagen een reiziger spon
taan aan het applaudisseeren slaan, toen de
jubileerende directie op het perron voorbij
ging en.een paar anderen bijna hun
trein missen, omdat zij zoo vol aandacht wa
ren voor het feestelijke groepje, een klein
intermezzo, waarom smakelijk gelachen
werd.
We hebben de keeren „geturfd", dat een
der spoorwegen-ingenieurs, die den tocht
meemaakte en die in uiterlijk sterke ge
lijkenis vertoont met den minister van on
derwijs uit het vorige ministerie, voor Mi
nister Slotemaker de Bruine werd aange
zien en dienovereenkomstig minzaam werd
gegroet.
Er drijven gedachten boven aan al die
eenvoudige werkers, men het zoo zichtbaar
goed deed, dat de drie directeuren hun eens
persoonlijk de hand kwamen schudden, hen
naar de woorden van prof. Goudriaan
eens in de oogen konden kijken, om hun te
zeggen, dat het zoo héél goed was, en dat
de Spoorwegen met een zóó toegewijd per
soneel de toekomst blij kunnen tegemoet
zien.
Voortreffelijke momenten waren erbij, die
al dien toegewijde werkers nog lang zullen
bijblijven.
Bij het afscheid te Utrecht heeft een der
laatste sprekers er op gewezen, dat hij, ge
durende den heelen langen tocht, bewonde
ring heeft gehad voor de directie, die zoo
onvermoeid handen schudde, die zoo tel
kens opnieuw weer voor de volle honderd
procent belangstelling toonde voor de ver
siering, met een jeugdig vuur, met een har
telijkheid, die telkens weer góed deed.
De feesttrein van gisteren reed een zege
tocht. En de wederzijdsche waardeering
werd hoog opgestapeld.
Te Haarlem.
Om half één gistermiddag bezocht de
extra trein het station Haarlem, waar hi
werd opgewacht door den stationschef, den
heer J. van Doorn. Men begaf zich naar het
tweede perron, waar het geschenk van den
Bond van gepensionneerden, een tegeltableau,
werd aangeboden. Namens den Bond voerde
de voorzitter, de heer Kruizinger, het woord.
Hij zeide o. a.Gij zijt met een snelheid van
honderd kilometer per uur naar Haarlem
gekomen en alles is gewoon gegaan. Nergens
is het vee verschrikt, zijn de menschen
bevangen door het vurige monster, er is geen
chaos ontstaan, ook is niemand uit de wagens
geslingerd. Maar toch meende men een goede
honderd jaar geleden, dat dit allemaal zou
gebeuren. Wij zijn dank verschuldigd, zeide
spreker, aan Koning Willem I en aan het
toenmalige driemanschap, dat het initiatief
nam en doorzette. Nu is er weer een drie
manschap aan de Nederlandsehe Spoorwegen.
Vooral de laatste vijftig jaar is er een
geweldige evolutie geweest. Wij hebben nog
de onverwarmde treinen en later de stoven
gekend. Uit de eerste jaren herinneren wij
ons echter geen gepensionneerden en nu zijn
er duizenden. Als een bewijs, hoe zij ook
na hun heengaan uit het bedrijf daarmede
blijven meeleven, boden zij dit geschenk aan.
Hierna begaf prof. Goudriaan zich naar
het tegeltableau en onthulde het onder luid
applaus. In een korte toespraak dankte hij
namens de directie voor dit zeer gewaar
deerde blijk van aanhaneklijkheid der oud
gedienden. Spr. besloot met een driewerf
hoera op het vroegere en het tegenwoordige
personeel.
Hierna bezichtigde de directie de versiering
van het stationsgebouw en bracht een bezoek
aan het onlangs geopende informatiebureau.
Nadat in de stationsrestauratie de lunch
was gebruikt, werd de reis voortgezet langs
nog vele stations.
Het douanekantoor Putte-Stabroek is we
der voor alle vervoer geopend. Het verkeer
op de route Bergen op ZoomAntwerpen
kan weder normaal plaats vinden.
In de week van 11 tot 17 September zijn
van Denemarken naar Nederland uitgevoerd
75 paarden. Geen rundvleesch.
MET EEN VERSIERDEN TREIN DOOR NEDERLAND. Gisteren heeft de
directie van de jubileerende Nederlandsehe Spoorwegen 'n feestreis door het land
gemaakt. De feesttrein op het D.P.-station te Rotterdamnaast de locomotief de
directie-leden en stationschef.
Men meldt ons uit Amsterdam:
Een 42-jarige arbeider, die vroeger tuin
man was, stond Vrijdag wegens oplichting
terecht voor de vierde kamer der «rechtbank
alhier.
De man ging bij de hem ten laste gelegde
oplichtingen als volgt "te werk. Hij maakte
bij voorkeur een praatje met menschen, die
achter hun huis een tuintje hebben. Al
spoedig wist hij het gesprek dan op bloe
men en planten te brengen. Hij gaf zich uit
voor een bekend tuinbouwdeskundige, die
voor een der radiolvereenigingen regelmatig
causerieën houdt over tuinverzorging en hij
bood aan om den tuin eens te inspecteeren.
Was hij eenmaal zoo ver, dan had hij in
den tuin spoedig bladluizen e.d. ongedierte
ontdekt. Maar ook daar wist hij raad op.
Fluks tooverde de landbouwspecialist een
fleschje met een geheimzinnig vocht uit zijn
zak: „dat is een prachtmiddel, een paar
druppels in een emmer watere begieten....
en u bent van «alle luizen af. Voor vijf cent
per vierkanten meter bewerkte hij dan den
tuin, snoeide en stekte nog hier en daar wat
en vertrok dan met een paar gulden als be
taling voor zijn werk en zijn zuiverings
middelen. Zoo zwierf hij de stad door en ter
zitting bleek, dat hij ook een paar Amster-
damsch advocaten van „landbouwkundig
advies" had gediend.
Een getuige, een welbespraakte juffrouw,
schilderde in levendige kleuren verd.'s op
treden als tuinbouwdeskundige. „Hij zei nog
tegen mijn dochter, dat zij hem toch eens
schrijven moest, hoe het met den tuin ging.
Eventueele vragen zou hij dan via de radio
beantwoorden".
„En hoe gaat het met den tuin?" vroeg de
president mr. Boon belangstellend.
Get.. De seringenboom is dood gegaan,
maar de bladluizen leven nog
Verd.: „En toch is 't een prachtig middel,
een „serum dat ik altijd gebruikt heb. En
wat die paar kwartjes betreft, die ik zoo
hier en daar kreeg, dat is doodgewoon loon
geweest, ik hoef toch niet gratis te werken.
Pres.: Maar waarom gaf u zich voor den
i.uinbouwdeskundige uit, die regelmatig voor
de radio spreekt.
Dat was een misverstand, dat hebben de
getuigen niet goed gehoord. Ik heb alleen
maar naar die redevoeringen verwezen.
De officier van justitie, mr. B. Kist wees
er in zijn requisitoir op, dat verdachte ver
leden jaar door de rechtbank te Haarlem
voor dergelijke feiten tot vier maanden is
veroordeeld. Het Hof te Amsterdam ver
hoogde de straf tot zes maanden. Gezien de
houding van verdachte en de herhaling van
de strafbare feiten vorderde spr. een gevan-
genisstraf van een jaar wegens oplichting
meermalen gepleegd.
De verdediger mr. dr. A. Sternheim was
van oordeel, dat wat verdachte heeft gedaan
bedelarij was, zoodat hij tot vrijspraak con
cludeerde.
Vonnis 6 October.
Bob, de Canadeesche Politieruiter.
Naar aanleiding van de mededeeling in de
postbegrooting, dat voor 1940 de kosten voor
postvervoer 1.025.000 hooger zijn geraamd
dan in 1939 kan nog worden medegedeeld,
dat deze hoogere raming haar oorzaken voor
een gedeelte vindt in een post van 700.000
als hoogere uitkeering aan de K.L.M., welke
beoogt deze in staat te stellen vliegtuigen
aan te schaffen, waarmede de dienst Am
sterdamBatavia in twee en een halven dag
kan worden uitgevoerd.
Men zal zich uit vroegere verklaringen
vaa de zÜde der K.L.M. herinneren, dat deze
zich een reisduur van twee en een halven
dag reeds lang als ideaal voor oogen heeft
gesteld. Het thans op de begrooting gestelde
jaarbedrag van 700.000, is een aanwijzing
van het gewicht, dat ook van de zijde der
P.T.T. gehecht wordt aan een dergelijke
versnelling van den dienst. Gesteund door
deze jearlijksohe bijdrage zal de K.L.M. in
staat zijn' haar plannen ten dezen met grooter
voortvarendheid voor te bereiden.
Wij vernemen echter, dat, gezien de hui
dige omstandigheden, nog niets vaststaat
over het tijdstip, waarop tot versnelling van
den dienst zal kunnen worden overgegaan.
Ook is de aankoop van het type
vliegtuig, dat die versnelling
mogelijk zal moeten maken, nog
niet geschied. Het uitbreken van den
oorlog zal uiteraard een vertragende factor
zijn.
1. Op het zelfde oogenblik, dat het licht
van de lantaarn uitgaat springt Bob op Le
blanc toe en duwt de loop van zijn revolver
tegen diens schouder. De bandiet houdt zijn
adem in terwijl Marie een kreet van schrik
slaakt. Bob begrijpt, dat hij nu dubbel op
zijn hoede moet zijn. Niet alleen zal Le
blanc mogelijk een poging doen om te ont
snappen doch ook loopen ze nu de kans
met hun drieën in het gewirwar van pikdon
kere gangen te verdwalen. „Vooruit Le
blanc!" commandeert hij. „jij loopt voor!"
2- In de hut houden Laroux en
Richard krijgsraad. Tenslotte wordt
besloten, dat de korporaal op Jack
Kirk zal passen terwijl Leroux op
onderzoek zal uitgaan. „Bob is min
stens drie uur geleden in de mijn
afgedaald, daarom maak ik me
ernstig ongerust", zegt Leroux met
een bezorgde uitdrukking op zijn
gelaat. „Ik ga hem zoeken!" Richard
knikt. „Pas maar op, dat je zelf ook
niet verdwaalt!" waarschuwt hij
3. Bob blijft opeens onbewegelijk
staan. Hij is tot de ontstellende ont
dekking gekomen, dat Leblanc
spoorloos verdwenen is. Slechts één
oogenblik had hij zijn hand waarin
zich de revolver bevond rust ge
gund en onmiddellijk had de ban
diet daarvan kunnen profiteeren.
„Waar kan Leblanc in 's hemels
naam» heen geloopen zijn?" vraagt
hij ontsteld. „Zoo juist liep hij nog
voor ons", zegt Marie.
4- Bob haalt in het donker ongeduldig zijn
schouders op. Dat Leblanc een oogenblik te
voren nog vlak voor hem liep behoeft het meis
je waarlijk niet te vertellen, dat weet hij jm.
mers even goed als zij! O, had hij zijn hand
dat eene oogenblik maar niet laten zinken! Be
grijpend, dat dergelijke overwegingen hem niet
verder brengen besluit Bob verder te gaan. Het
meisje kan de doodscho s e m de duister
nis niet verdragen. was 'lRUsch met me
verdwaald", hoort Bob haar zeggen. „Best mo
gelijk", antwoordt Bob.
,zoo die twee zullen niet
neer boven komen.
5. Op het zelfde oogenblik, dat de po
litieruiter zijn revolver liet zinken had
Leblanc aan eenige oneffenheden in den
bodem zijn omgeving herkend. Hij wist
nu weer precies in welk gedeelte van de
mijn hij zich bevond en langs welken weg
hij zijn hut kon bereiken- Bliksemsnel
deed hij een stap op zij en verborg zich
in een zijgang: Met ingehouden adem
bleef hij onbewegelijk staan en hoorde
hoe Bob en Maria ten slotte een totaal
verkeerde richting insloegen!
Bij de ladder aangekomen bemerkt
de bandiet Leroux.
6. „Dat heb ik 'm netjes gelapt!" grin
nikte hij met een hatelijken glimlach om
zijn wreeden mond. „Die twee ben ik
kwijt en ik heb zoo'n idee, dat we elkaar
nooit meer terug zullen zien!" Met de
uiterste behoedzaamheid sloeg hij vervol
gens de richting naar zijn hut in. Een
ontmoeting met Bob behoefde hij niet te
vreezen, omdat die reeds heel ver weg
was. Toen Leblanc den voet van de lad
der bereikte zag hij, dat zijn andere
tegenstander, Leroux omlaag kwam.
7. Omdat Leroux achterwaarts, met een
brandende mijnlamp in e®n. z^nieir handen
de ladder afliep merkte hij Leblanc, die
vrijwel onhoorbaar naderbij sioop, niet op.
Een valsche glimlach ontsierde de gemeene
tronie van den bandiet. Bij het schijnsel van
de lamp zag hij in zijn inmiddellijke nabij
heid een groot stuk steenkool liggen. Dit
nam hij óp en ging zóó staan, dat Laroux
vlak voor hem den bodem moest bereiken.
Op het oogenblik, dat dit inderdaad ge
schiedde sloeg hij met geweldige kracht toe!
(Nadruk verboden
8. De slag kwam voor den niets ver
moedenden Leroux zoo totaal onver
wachts en werd met zoo'n geweldige
kracht toegediend, dat het slachtoffer
zonder een kreet te slaken bewuste
loos ineen zeeg. Leblanc maakte zich
onmiddellijk meester van de lamp en
liet het licht hiervan op het doods-
bleeke gelaat van den bewusteloozen
man schijnen. „Dat is nummer twee!"
riep hij triomfantelijk, „van die twee
zal ik nooit weer last hebben".
(WORDT VERVOLGD).
Het °verschot van den bij de
ramp van Hr- Ms. „Willem van Ewijck" om
gekomen ziekenverpleger-zeemilicien J.
Krul uit trecht, dat Donderdag bij West-
Terschemng is gevonden, is gistermiddag
met militaire eer ter aarde besteld op de
tweede algemeene begraafplaats „Kovels-
wade te Utrecht.
Wa een korten dienst in het ouderlijk huis
aan de Oudwijkerveldstraat, geleid door ds.
D. Zwart, geref. predikant te Utrecht, werd
oe stoet opgesteld. Hij werd gevormd door
'Wee tamboers met omfloerste trommels, het
vuurpeleton, onder commando van den eer
ste luitenant Jongeburger, de lijk- en volg
auto's, een detachement van een opleidings
schip te Amsterdam onder commando van
luitenant ter zee der tweede klasse W. J.
Hootsen, en gesloten door een afdeeling in
fanterie.
Nadat onder zeer groote belangstelling de
stoet het graf had bereikt en onder het mili
tair eerbewijs en het salvo de kist was
neergelaten, herdacht dr. Klaassen als ver
tegenwoordiger van de pharmaceutische fa
briek „Brocades en Stheeman" te Meppel,
aan welke fabriek de overledene verbonden
was, den arbeid en de kameraadschap van
den opgewekten employé Krul,
Ds. Zwart sprak daarna de familie woor
den van troost toe, daarbij eindigend met
de woorden „de Heere heeft gegeven, de
Heere heeft genomen, de naam des Heeren
zij geloofd, amen".
Hierna heeft dezelfde spreker den aan
wezigen dank gebracht namens de familie
voor de groote belangstelling, daarbij spe
ciaal noemende den vertegenwoordiger van
den minister van defensie, tevens vertegen
woordiger van den commandant der marine,
luitenant ter zee der eerste klasse H.
Isbrucker, den garnizoenscommandant, ko
lonel mr. W. C- Camman, en diens adjudant,
kapitein Maurenbrecher, en vertegenwoor
digers der veterinaire faculteit der rijks
universiteit te utrecht.
Blijkens mededeeling van den minister
van Economische Zaken is voor ingeschre
venen by de sectie beenderen van het rijks
bureau voor chemische producten de alge
meene dispensatie van het verbod van be-
of verwerken van beenderen, waarvan de
termijn afliep op 22 September te 24 uur,
verlengd tot 6 October 1939 te 24 uur. Voor
den nieuwen termijn is echter het oe- of
verwerken (alsmede het doen be- uf ver
werken) van beenderen zonder vergunning
van den directeur van het rijksbureau
slechts toegelaten tot ten hoogste 1/13 van
de hoeveelheden, welke door de desbetref
fende ondernemingen in het eerste halfjaar
van 1939 zijn be- of verwerkt.