Een soldaat, die een heilige werd. TENTOONSTELLING r? Tyro1- VRIJDAG 20 OCTOBER 1939 van de St. Willibrord- monumenten. Eerst nu valt de armelijkheid van .et aangeivezen terrein op. WE hadden er eigenlijk al zoo een beetje vrede mee, dat het St. Willibrord-monument te Utrecht op het pleintje voor St. Joan de Deo, de Mariaplaats, zou verrijzen. We hadden de fantasie al eens laten werken, en die dichtte daar dan een of ander monument. Maar men is tenslotte maar leek en de beeldend-kunstenaar, die naar de opdracht dingt, zal er anders over denken. MILITAIR DEFILE TE ROTTERDAM. DE KONINGIN NAAR APELDOORN. HET EEUWFEEST VAN ST. WILLIBRORD. De herdenkingsbijeenkomst van het nationaal comité. ONFORTUINLIJKE INBREKER. JUBILEUM. KONINGIN WOONT LEGER- OEFENINGEN BIJ. De geschiedenis van een eenvouaigen Limburgschen jongen. DE WILDE STAKING IN HET BOUWBEDRIJF. Reeds meer dan 1000 stakers. NATURALISATIES. P C0- FORELLENVISSCHER - FRONTSOLDAAT. 1914 - 1918. gtrvoer?-d^oie^pg.' Het kleine kerkje tusschen de fronten. En nu wij temidden van de ingezonden ontwerpen zitten, die in het Museum^ nieuwe relieieuse kunst werden ten o 8 s.e.d, pM, he, ineens in .U. ons: wat heeft Utrecht zijn armelijke plek toebedeeld.^ moeizame E T.7X«per eijn „chiteet, om een redelijke oplossing van het vraag stuk der plaats te vinden. Menige maquette is eigenlijk een aanklacht tegen de plaats, waar het beeld zal moeten verrijzen. Het heeft nu allerminst zin, nog lang bij het vraagstuk der toebedeelde plaats stil te staan. De jury heeft haar keuze reeds ge maakt; alle inzenders hebben hun moeilijk heden van het brengen van hun ontwerp in de gevraagde locale sfeer achter den rug; iedere maquette draagt het speciale stempel: jyfariaplaats, de zaak is af. Nakaarten heeft geen zin en is volkomen onvruchtbaar. Dege nen in Utrecht, die hun invloed hadden kun nen mobiliseeren om Utrecht voor deze keuze te behoeden, hebben gezwegen, toen het nog tijd van spreken was. Wij willen wel eerlijk bekennen, dat wij aanvankelijk niet zulke bezwaren hadden tegen de Mariaplaats. Tenslotte is het een der oudste plekken van de Domstad en his torisch zijn er niet veel bezwaren. Na het zien van de inzendingen en het moeizame pogen van de kunstenaars om er nog iets redelijks van te maken, is dat milde oordeel over de plaats in een teleurstelling veran derd, die wij constateeren, zonder meer. Wij betreuren het alleen, dat de deskundigen, die nu hun veto Over de plaats uitspreken, niet tijdiger met. hun bezwaren en hun invloed zijn gekomen. Ieder monument vraagt nu eenmaal een omlijsting. Die omlijsting kan een horizon zijn; ik heb altijd groote bewondering voor het monument voor den grooten ^Boeren generaal, dat in de wijde vlaKte van e oog Veluwe machtig en indrukwekkend oprijst. Op de plaatsen, waar dit niet mogelijk s, zoekt men naar een harmonische onmiddel lijke omlijsting, doch die levert de Maria plaats maar heel slecht, getuige de inzendin gen. De architectuur van het ziekenhuis St. Joan de Deo is nu eenmaal geen aangename achtergrond voor een monument. De neo- gothiek van dit bateteenbouwsel heeft dan ook geen der Inzenders tot nader contact kunnen verleiden. Ongeveer ieder van de beeldhouwers heeft het gezocht naar de ziiden van het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen, of naar de zijde van den Springweg. En daar vonden zij slechts een armelijken achtergrond. Vandaar, dat zoowat alle ontwerpen verge zeld zijn van een eigen achtergrond, dien men heeft willen zoeken in aanplant van boomen, in parkaanleg of soms zelfs in het verlengen Van een sfhk muur. En nog is lang niet ieder van deze eigen oplossingen een „verlossend woord". Zóó moeilijk was het. Heel wat aantrekkelijker is het, iets meer te zeggen v an de ontwerpen zelf. En de om- bevooroordeelde bezoeker van deze tentoon stelling za et de jury moeten nageven: zij bios het beste standbeeld. Standbeeld, dat houdf SCU Ptu"r- Dat houdt verder in: sprekende grootheid van de figuur, die moest worden voorgesteld kloeke mannelijkheid, sprekende 4n®"; °aaraan voldoet het beeld van Termote volledig. Bij uiteindelijke vol tooiing zal wel ste ker spreken, wat reeds uit het ontwerP °P™n g? w'nU is een Wil librord, meer dan e Wühfcrord Dit is een bedenking, onvat?imf^r°nde reden kan hebben tegen de opvattmg Va„ den ont_ werper. Ook kan me n aanvoeren tegen het feit, dat Tf^ote^een ruiterStand. beeld koos. Maar bij ^nsl°tte iederen tegenstander j weet te «Jge Wijze, waarop hij het pa prachtige delen. Hij kent nu eenm g lijnen van een edel dner den J weet hoe een ruiter te plaat gn ganS van het dier, hij weet het een bekroon- te geven. Dat alles spreekt uit n de ontwerp. Er was een tweede ontwerp van 'Jerm° Hier maakte de kunstenaar een enormen sprong, ver boven de oog-hoogte van den be schouwer. Hij plaatste st. Willibrord op een hoogen zuil, ongeveer, zooals Wim Harsing het deed en plaatste bij de hoofdfiguur twee van de voornaamste medewerkers: St. Boni- facius en St. Lambertus. Wilde Termote hier uitrijzen boven de lastige achtergronden van de omgeving Hoe het ook zij, zijn tweede ontwerp ademt niet de zelfverzekerdheid, die spreekt uit het bekroonde ontwerp. Een opvallende inzending is die van den beeldhouwer Wim Harsing uit Driebergen, die met architectonische adviezen van ir. G. Bolsius uit Vught een obelisk hééft ontwor pen. Op den top van deze obelisk plaatste hij een schip, het vervoermiddel, dat St. Willi brord in ieder geval in deze lage landen bracht op zijn reis van Ieriapd. Aan den voet hiervan staatSt. Willibrord, met het kruis in de eene hand en een geopend boek in de andere. Dit is inderdaad een meer apostoli sche St. Willibrord, maar toch is het te ver klaren, dat de jury de keuze niet op dit ont werp heeft kunnen bepalep. Het geheel mist het noodige evenwicht en de drukte aan den voet van den massieven sokkel, waarop St. Willibrord staat, maakt een ietwat rommeli- gen indruk. Al zal men moeten toegeven, dat Harsing's project origineele dingen bevat. Een inzender, die o.i. het eerst na Ter mote voor bekroning in aanmerking zou zijn gekomen, is die van den Utrechter Steph. Uiterwaal. Zijn St. Willibrord is een machtige zieners-gestalte, die doet denken aan den machtigen Mozes van Michel Angelo. Zwaar van beeldende kracht, stout van lijn en van visie, trekt het sterk de aandacht, al zal wellicht een persoonlijke smaak v>odig zijn, om blijvende waardeering voor het ietwat gedurfde ontwerp te hebben. Om nog 'n enkele inzending te noemen, die Door de gemotoriseerde leger-afdeeling van het tiende regiment artillerie werd gistermiddag een défilé gehouden langs het stadhuis aan den Coolsingel, waar zich de militaire en burgerlijke autoriteiten op het bordes hadden opgesteld. flMMIIlllUyililnMHM - j» mogelijkheden voor de jury heeft geopend, zij vermeld, dat de Haagsché beeldhouwer P. Biesiot een beeld ontwierp, dat hij den „Apos- tolischen Man Gods" noemde. Een beeld, knap van compositie en visie. Het monument van Cephus Stouthamer uit Amsterdam kwam wellicht het meest nabij aan de om geving van de Mariaplaats, waarvoor hij een zeer acceptabele oplossing vond. Het is een zeer rustig, vriendelijk geheel geworden. Het is jammer, dat de Maastrichtenaar Charles Vos, geen inzending heeft gedaan. Zijn beeld van St. Servaas op het Vrijthof te Maastricht zou een rustige garan ie zijn geweest voor een bezonken kunstenaarswerk. De tentoonstelling in het Utrechtsche mu seum is een zeer leerzame expositie. Het spel der beeldhouwersverbeelding om één project houdt de aandacht eenige uren geboeid. Van officieel© zijde meldt men ons, dait H.M. de Koningin hedenmiddag te Apel doorn persoonlijk het geschenk zal aanvaar den van de studentencorpora uit Leiden, Utrecht, Groningen, Amsterdam en Delft, hetwelk werd aangeboden ter gelegenheid van het veertigjarig regeeringsjubileum. Dit geschenk bestaat uit een gebrandschilderd raam, vervaardigd door Joep Nicolas, en is geplaatst in de groote kerk in de Loolaan te Apeldoorn, alwaar Hare Majesteit aanwezig zal zijn o'm het na aanvaarding over te dra gen aan de kerkvoogdij van de Nederlandsch Hervormde gemeente. Naar wij vernemen, zal de St. Willibrord- herdenking, uitgaande van het nationaal co mité op 7 November, den dag, waarop deze groote apostel der Nederlanden twaalf eeuwen geleden gestorven is, des middags om half drie in den Dom te Utrecht worden ge houden. Bij die gelegenheid zullen het woord voe ren prof. dr. Gerard Brom over „Willibrord, apostel van het christendom", prof. dr. J. Huizinga over „Willibrords beteekenis voor de Nederlandsche beschaving" en prof. dr. W. J. Aalders over „Willibrord en het he den". Bij de plechtigheid zal o.a. worden gezon gen de antifoon „Egregius Christi pontifex Willibrordus". De muziek en de tekst van deze antifoon zijn naar een handschrift der universiteitsbibliotheek te Utrecht uit e twaalfde eeuw, dat eens toebehoorde aan het kapittel der St. Mariakerk te Utrecht. Een koor, gevormd uit de beste zangers van Utrechtsche zangvereenigingen met een jongenskoor, brengt ten gehoore „Exultate Deo adjutori nostro" van Palestrina. Verder staan op het programma „Intrada" van dr. Joh. Wagenaar en „Sonate piane forte" van Gabrieli, beide geblazen op trompetten, hoorns, bazuinen en contra-fagot. Na afloop van de bijeenkomst zal de Com missaris der Koningin in de provincie Utrecht, jhr. mr. dr. L. H. N. Bosch ridder van Rosenthal, een gedenkplaat onthullen, welke aan de zijde van den kloosterhof wordt aangebracht. Zaterdag 28 October zal de heer M. Adang te Eindhoven, chef der effectenafdeeling en sedert vele jaren procuratiehouder van het bijkantoor der Amsterdamsche Bank, aldaar, zijn zilveren jubileum in dienst dezer N.V. vieren. Onder bedreiging met een revolver gearresteerd. Men meldit ons uit Amsterdam: Gisternacht is ingebroken in de zaak van een opticitn aan de Laan van Meerdervoort alhier. Na over enkele muren geklommen te zijn, is de inbreker aan de achterzijde het huis binnengedrongen. Uit het magazijn en den winkel heeft de man zes verrekijkers, waaronder zeekijkers en nachtkijkers, drie tooneelkijkers en ongeveer 50 gulden en hoornen brilmonturen ontvreemd. Nog voor dat de inbraak was ontdekt door den boven den winkel wonenden opticien, heeft een agent van politie den vermoedelijken dader aange houden Ir. de Obrechtstraat zag de politie man een fietser met een zak. De agent hield hem staanae en bij onderzoek bleek, dat de zak een aantal verrekijkers en brillen bevatte. Dd was aanleiding om den man te arrestee ren. doch zijn overbrenging naar het politie bureau verliep niet vlot. De man wierp plotseling nets en zak weg en zette net op een looperDoor met zijn revolver te dreigen heeft de agent ten slotte dan man kunnen opbrengen. Hij bleek te zijn de 26-jarige bakker B J. L. 'n bekend inbreker. Hij is het vorige jaar betrokken geweest bij den gefin- geerden roofoverval op den Westduinweg, waarvoor hij een jaar gevangenisstraf heeft gekregen De in beslag genomen partij goe deren is zeer vermoedelijk van de inbraak bij dn opticien afkomstig. Het onderzoek is nog gaande. H. M. de Koningin is voornemens heden legeroefeningen bij te wonen in de omgeving van Apeldoorn. In het sanatorium Huize Overdonk te Don gen is op 25-jarigen leeftijd overleden de Eerw. Broeder Servius (P. M. Laurijsen, ge boren te Dongen) v. d. Broeders van O. L. Vrouw van Lourdes. Soldaten hebben wei een heel bijzonderen beschermheilige noodig. Maar ze kunnen ge rust zijn. Als we de lijst van heiligen na lezen, dan zullen we zien, dat de keuze niet gering is. Wij zouden zelfs kunnen beginnen met den H. Michaël, de aanvoer der der hemelsohe legerscharen in den strijd tegen Lucifer. Maar wat weten wij nu als zeker van den heiligen Michaël en wat staan de anderen door tijd en omstandig heden ver van ons af. Aan welke van die heüigen, zouden onze jongens kunnen vragen, heeft U nog ge schoten met een echt geweer? En wat is tegenwoordig een soldaat zonder geweer! Hiermee willen wij niet beweren, dat een goede patroonheilige voor onze soldaten een geweer op zijn rug moet dragen, maar dat wekt vertrouwen, dat geeft iets bekends. Het is merkwaardig, dat in dezen tijd een groeiende belangstelling valt waar te ne men in de voorspraak bij God van een Lim- burgsche jongen die in 1893 stierf, als een heilige Passionist, die Karei van Sint Andries heette en die nog als soldaat ge legen heeft in de kazerne van Bergen op Zoom. Voor de geïnteresseerden: Kazerna Markiezenhof, 1ste Regiment Infanterie. Het proces voor de heiligverklaring vordert goed en zoo zullen onze soldaten na verloop van tijd een heilige patroon krijgen, die het zelfde Vaderland heeft gediend en hetzelfde kazerneleven gekend heeft, zooals zij dat meemaken. Kolonel J. J. Noordman, hoofdaalmoezenier van leger en vloot, die het onlangs verschenen botk over „.Karel van Sint Andries", geschreven door Pater Edmond, Passionist, inleidde, heeft dan ook „bij voorbaat, zooals hij zegt, beslag gelegd op Pater Karei, ails aangewezen patroon en beschermer van onze soldaten en van geheel ons godsdienstig so-ldatenwerk". Verblijdend is het, te vernemen, dat de soldaten veel vertrouwen schijnen te hebben in hun kameraad daar boven en Pater Karei schijnt dat te waardeeren, want talrijk zijn de gunsten en gebedsverhooringen waarvan wij hooren spreken. Maar laten wij aan het mooie boek van Pater Edmond eenige bij zonderheden ontleenen. Pater Karei een molenaarszoon uit Munster-Geleen bij Sittard, heette eigenlijk Andries Houben, maar bij zijn intrede in de Passionisten-eongregatie, kreeg hij den naam Karei van Sint Andries. De eerste schok kende gebeurtenis in het leven van den stillen jongen, was zijn verplichte opkomst voor den militairen dienst. Hij had er zich hopeloos ingeloot. Tegen zijn zin vertrok hij naar de kazerne van Bergen op Zoom. Lang heeft Pater Karei niet gediend. Of hij een dapper soldaat is geweest weten wij niet Wel was hij een onderdanig en plichtsge trouw dienaar van zijn vaderland. Verschil lende rapporten wijzen daarop, en toen hij na drie maanden in Munster-Geleen terug kwam, mocht hij zijn moeder nog recht in de oogen zien. De onschuld van zijn ziel had niet in 't minst geleden. Een tweede groote gebeurtenis was zijn reis naar België en zijn intrede in het Passionistenklooster te Ere. Priester gewijd in 1850 werd hij bestemd voor de missie ui Engeland. Drie jaar later stak hij de Iersche zee over naar Dublin en hier in het klooster van Mount-Argus ontplooide hij al zijr lichamelijke en geestelijke krachten in den dienst van zijn evenmensoh. Spoedig had het gewone volk in den nieuwen pater den heilige ontdekt en toen begon die lange stoet van pelgrims naar Mount-Argus, waaraan nu nog geen einde is gekomen. Streng voor zich zelf was Pater Karei goed voor de menschen. Door zijn goedheid trok hij hen, om hen door zijn geloof te brengen tot God. Samen met hen bad hij om genezing van hun kwalen, om troost in hun lijden en dan zegende hij hen. £n de zegen van Pater Karei is beroemt: geworden in heel Dublin en ver daarbuiten. Hij zegende met zoo'n ernst en zoo'n geest van geloof, dat men meende O. L. Heer zelf voor zich te zien. „De almachtige God zegene U allen, de Vader, de Zoon en de H. Geest zoo besloot hij gewoonlijk zijn brieven naar huis. Men heeft tot driehonderd menschen per dag geteld, die kwamen om zijn zegen, en talrijk velen hebben aan dien zegen hun geestelijke of lichamelijke genezing te dan ken. Want er gebeurden wonderbare dingen. „Blinden werden ziende en lammen ge nezen" letterlijk. Dagelijks groeide de stoet aan en het werd een lange processie van lijders en tobbers, waaxtusschen door dan de minzame priester ging in zijn sober zwarte pij, met zijn ascetisch gelaat en zijn altijd zegenende handen. Allen gingen gesterkt van hem heen. Goedheid en eenvoud zijn de meest bekende karaktertrekken vam dezen dienaar van O. L. Heer, gebed zijn door- loopende bezigheid. Zijn geest van geloof hield hem voortdurend in Gods tegenwoordig heid en wij vinden in hem meer den eerbied voor Gods Majesteit dan den onbevangen omgang met Jesus zijn Vriend. Dagelijks overwoog hij de oneindige eigenschappen Gods en zoowel Zijn barmhartigheid als rechtvaardigheid maakten op hem een die pen indruk. Zoo was het leven van dezen eenvouddgen priester. In 1893 stierf hij als een heilige. Talrijk zijn de gebedsverhooringen die op zijn voorspraak geschieden. Meer en meer wordt ook in Nederland zijn naam bekend. In Munster—Geleen hebben de Passionisiten zijn geboortekamer in den molen tot kapelle tje ingericht. Met diepe ontroering mochten wij zien met welk vertrouwen het Limburg- sche volk tot zijn heilige gaat. Met al hun bekommernissen komen ze naar Pater Karel. Zij vragen om genezing, om uitkomst in zaken, om werk, om de reinheid te mogen bewaren, om zijn hulp bij de priesterstudies, om een goed huwelijk, een goed examen, ja zelfs lazen we reeds in het register: „Pater Karei, bescherm onze soldaten naai ziel en lichaam". Van alle kanten komen berichten binnen van gebedsverhooringen; uiit Limburg, maar ook uit geheel Nederland. Zoo vindt ons volk zijn weg naar een heilige, dien wij mogen begroeten als een echte Vaderlandsche heilige. Zoo krijgen onze soldaten hun be schermheilige met het geweer. P. R. De wilde staking die voor enkele dagen in het Amsterdamsche bouwbedrijf is uitge broken ten gevolge van een door commu nistische en syndicalistische elementen ge voerde agitatie, heeft zich gisteren nog uit gebreid. Het aantal stakers, waarvan er tal rijken slechts gedwongen aan de staking deelnemen, is gestegen tot meer dan duizend. De vakbonden blijven zich verzetten te gen deze wilde staking en trachten hun leden te bewegen, geen gehoor te geven aan de agitatie van onverantwoordelijke ele menten. De patroonsorganisaties in het bouwbe drijf weigeren unaniem aan de eischen der stakers, 15 pet. Ioonsverhooging en *5 por week duurtetoeslag, te voldoen. Zij hebben besloten, zelfs niet met de stakers in onder handeling te treden. Ingediend is een ontwerp van wet, houden de naturalisatie van Lambertus F. Burdinski en 21 anderen. In de stations samen IV ion den Waren triomftocht reisde het batal- overaler Tyrolsche Kaiserjager door Tyrol, met weiH 8roet met bl°emen en overladen Hier werd het hP°ren Passeerden z.£ Weenen- U-oiirt tnJ, h0°gtepunt van enthousiasme stoomde. Er was een J-T f statlon b"lnen" onkomst der geJUbel en gejuich over d8 en van keize^aperja8er' de üevelings- troepen pranz Josef. Men wilde hun van alles meegeven en toen een paar van hen °P P °5> met zuivere en hel dere Alpen e bekende „Zillertal Du bist mei fr®?d ®^®t?5ldea en daarover heen dan nog v zeer moeilij ken maar bero 3 c er zongen, die prachtig weerklon!k n de ™aclVige hal van het station, kende der Weeners geen grenzen meer. un ae han- den, vrouwen en mels-16S de Kaiser jager na hun lied, nog meer bloemen en wijn werd aangedragen Ook Louis, onze forellenvisscherwas één van de toegejuichte zangers j j?.?rron- Op den heelen langen weg w j ij ma tig geweest met het nuttigen c geen hem aangeboden werd bij^e er op nieuw; maar hier in de nooiua hem algof de oorlog allen ernst en zoig e land had uitgejaagd. Duidelijk cons ai eer e hij, hoe de menschen in de verse en e plaatsen reageerden op den ingetreden oor logstoestand. In de kleine dorpen en gehuci- ten, die zij langs kwamen, waren de men schen rustig ernstig en moedig; in de Pro" vincie-steden, vrooljjk, iets nerveus; en hier, in de groote stad, waren zij dol! Wel een bewijs welk een verschillenden invloed er uitgaat op de stemming en de evenwichtig heid der mensch'en van Gods vrije natuur, of de grijze asfaltstraten der groote stad Naar het front. Na een kort oponthoud verliet de Kaiser- jagertrein de hoofdstad, nagewuifd door een onoverzienbare, uitbundige grootestads-me- nigte. In snellen vaart passeerden de jagers de groote brug over den Donau; in de verte zagen zij reeds de beboschte heuvels der kleine Karpaten. Vlak langs de rivier de Waag ging het nu Noordoostwaarts. Lois, de forellenvisscher, lende uit het raam. Hij keek in het voortstroomend water met de vele draaikolken; visschen zag hij niet. Ze doorkruisten de Karpaten en na een lange vermoeiende reis kwamen zij in de open vlakten van Galicië. De trein naderde een klein plaatsje, met een niet uit te spre ken naam, in de nabijheid van Lemberg. Hier stopte de trein en de Kaiserjager kre gen bevel om uit te stappen. In de verte was het alsof er een onweer aan den gang was. Het geluid had er iets van weg, maar het was het toch niet. Het waren de Oostenrijksche kanonnen, de beruchte veldartillerie, die met een geweldigen knal de projectielen naar den binnengedrongen vijand slingerden. Hier ontmoetten zij de Tyrolsche Kaiser- schützen, menschen uit hun geboorteland, ja, vaak buren of vrienden uit dezelfde ge meente. Het eerste kanongebulder schudde het be wustzijn bij hen wakker, d&t het nu eerst ernst ging worden, en „Schützen" en „Jager" waren blij, hier, in deze ongezellige streek met den machtigen vijand voor zich elkaar te ontmoeten, om straks samen ten strijde te kunnen trekken. Scherpe patronen. Ue compagnieën stelden zich op; de kleine paardjes uit het land der Bosniërs, de last dieren der machine-geweerafdeelingen, krei gen hun vrachtje: zware houten kistjes met ijzeren beslag werden uit den trein gedragen en iedere „Schütze" en „Jager" kreeg 250 scherpe patronen 8 m.M. kaliber met stalen mantel. Commando s Klonken ernstig, maar kalm. De Manlicher repeteer-geweren wer den geladen en de zekerheidsklep werd dicht gemaakt. Dan klonk het commando: ^echts om marsch" en voort ging het over ontzet tende smerige en. modderige landwegen in de richting van het kanon-gebulder en het steeds luider wordend gedonder. Nu hoorden zij niet alleen het afschieten, maar ook het inslaan en explodeeren der granaten en het sissend geluid, als van een vuurpijl, veroor zaakt door de projectielen, die in een ontzet- tenden vaart het luchtruim doorkliefden. „Bajonetten op". Hun marsch ging naar een beboschte hel ling en aan den rand van dit bosch kregen zij het bevel, de bajonetten op te zetten Nu waren zij klaar en op alles voorbereid! De Kaiserjager en Schützen kwamen voor bij de stellingen van Hongaarsche veldartil- lerie en van de mannen vernamen zij, dat gisteren eenige regimenten uit Böhmen en Mahren, die vóór hen lagen, met officieren en al naar den vijand waren overgeloopen en dat vandaag de Rusen hier reeds eenige keeren tot den aanval waren overgegaan. En verder, dat de Egerlander zoo heldhaftig hadden stand gehouden tegen de stormende colonne der Russische strijdkrachten. Hier in. dit bosch zagen zij de eerste licht en zwaar gewonden en ook de eerste doo- den De Egerlander begroetten met een opge lucht hart de versche, befaamde bergtroepen uit het vérgelegen Alpenland; ze rukten dichter naast elkaar en maakten plaats in de provisorisch aangelegde stelling op de be boschte helling. Wel vermoeid van de lange emotievolle reis, maar toch met volle levenskrachten betrokken de Kaiserjager de stellingen. De schützen nestelden zich met hun machine geweren. Juist aan den kop van de sectie, waar Lois de forellenvisscher in stelling lag, ,werd snel een machinegeweer op gesteld en de lange riem, van patronen .voor zien, erin gedaan. Daarachter zat een krachtige gestalte, het was Max een boerenzoon uit het hoogdal van onzen forellenvisscher. Hij hield de twee handvaten in de handen vast en den rechterduim op den knop. Hij grinnikte hij kende de macht van het schiettuig en de groene scherpschutterssnoer bengelde op zijn linker borst. Op het slagveld. Nu zijn ze gereed, iedereen heeft zich genesteld en allen kijken ze voorwaarts over de uitgestrekte vlakte. Een afschuwelijke aanblik. De Russen hadden de helling be stormd en de Egerlander hadden den aan val meermalen afgeslagen. Op het terrein voor hun stelling lagen nog verschillende dooden en gewonden en de Russische artil lerie, die steeds te kort schoot, vuurde meermalen op de eigen menschen. Een Rus lag o.a. kreunend een meter of 50 buiten hun stelling, hij was gewond. Ru pert, die zich weer naast Lois bevond, gaf den gewonde een teeken dat hij zich gerust naar hen toe kon bewegen. Kruipend kwam hij moeizaam nader en nader, toen kon h\j niet meer! Lois en Rupert, de twee moedige onderofficieren, sleepten hem tenslotte on der groot levensgevaar, het laatste stuk naar binnen. Hij had een schot door zijn long; zij verbonden hem en gaven hem iets te drin ken. Door teekens maakte hij hun duidelijk, dat hij gaarne hun adres wilde hebben, het geen zij hem op een briefje gaven; daarna werd hij naar een hospitaal getransporteerd met de gewonden der dappere Egerlander. 't Was een Russisch officier. Een honderd vijftig meter voor hun stel ling stond een klein kerkje en direct daar achter lag de Russische verschansing. Reeds was het sterk gehavend. Het artillerievuur werd levendiger, de Russen begonnen beter te schieten en de Hongaren antwoordden met evenveel goed geraakte schoten. Het dak van het kerkje ging in flarden, een granaat ontplofte in de nabijheid. Ten slotte was het doorzeefd van de kogelgaten. Het artillerievuur werd op gevoerd, reeds waren er enkele gewonden onder de Kaiserjager! De stormaanval. Plotseling stopte het artillerievuur en de Russen gingen tot den aanval over; zij wil den den heuvel nemen. De Kaiserjager en Schützen lagen vastberaden bij hun geweren en Max achter zijn machinegeweer, vastbe sloten hun stelling tot het uiterste te ver dedigen. Daar kwamen de Russen aangestormd, in drie, vier ook wel acht rijen. Er ontstond een geweldig geweervuur over een weer. De eerste rij was reeds op circa 80 meter ge naderd, toen Max op den knop van zijn machine drukte. Ratelend vlogen de patro nen, dood en verderf zaaiend over het veld der stormende Russen. Na een spannend gevecht was spoedig te zien, dat ook deze hevige aanval was af geslagen. Toen kwam het bevel voor de Alpenzonen tot den tegenaanval over te gaan. Met bajonetten op hun geweren kw men de Kaiserjager uit hun stelling te voorschijn en dreven de Russen terug. Daarop volgde een ontzettende eerste oor logsnacht op den beboschten heuvel bij Lem berg in Galicië. In het hoogdal. Ergens in Tyrol liep niet lang na deze afschuwelijke dagen en nachten, de oude postbode Tonie langzaam over den steeni- gen bergweg langs de forellenbeek. Hij was al op jaren en hoe vaak hij dien weg ge maakt had, wist hij zelf niet meer. De groo te lederen tasch hing om zijn schouders en het was net alsof zij hem zwaarder leek dan anders. Alhoewel hij zich overigens bijster weinig interesseerde vor de stukken, die hij ronddeelde, ging hij nu op een omgezaagden boomstronk zitten. Postbode Tonie bekeek den post, er waren vreemde grijze exem plaren bij, „Feldpostkarte" stond daar bo ven; hij kon de verleiding niet weerstaan om ze te lezen, hij kende immers de af zenders goed. Er wa# ook een brief bij voor Anna van haar man, den forellenvisscher nu frontsoldaat, en ook een klein pakje af gezonden door den compagnie commandant der Kaiserschützen, geadresseerd aan den burgemeester van 't hoogdaldorp. Hij schud de even; er was iets hards in het doosje. Hij ging verder en was erg blij zooveel levensteekenen te kunnen uitdeelen, maar bij het eerstvolgend velddkruis bleef hij langer en aandachtiger staan dan anders. Postbode Tonie naderde het dorp, links en rechts gaf hjj de veldpostkaarten af en veel gelukkige gezichten kreeg hij te zien. Nu kwam hij bij den burgemeesetr, wien hij het kleine veldpostpakje overhandigde. Verwonderd en met bevende handen maak te hy het open; een mooi etui kwam te voor schijn, daarin lag een groote gouden me daille aan een lintEr was ook een do cument by, waarin geschreven stond, dat deze hooge onderscheiding uitgereikt werd aan Kaiserschütze Max Leitner scherp- -hut ter bij cfe machmegeweerafdeelmg, vooi zijn bewezen bijzondere dapperheid gedurende den veldslag bij Lemberg, maar.... dat hy bij de laatste gevechten den heldendood voor God, keizer en vaderland was gestor venEr werd ook verzocht dit bericht aan den familieleden over te brengen. Als geslagen stond de oude man, hy kon niets anders zeggen dan: „Max Leitner ge vallen, als eerste uit deze gemeente, de eenigste zoon van een oeroud geslacht? Hij ging naar den dorpspastoor en ver zocht hem deze ontzettende boodschap voor hem aan de ouders van Max op de eeuwen oude berghoeve over te brengen. Op den weg daarheen vernam de oude dorpspastoor, by Anne, de jonge moeder, uit den veldpostbrief van Lois op welke wijze Max zyn jong leven had moeten laten en dat Lois hem in zyn laatste uur had by- gestaan, I. B. L.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1939 | | pagina 1