Een soldaat, die een heilige werd.
TENTOONSTELLING
r? Tyro1-
VRIJDAG 20 OCTOBER 1939
van de St. Willibrord-
monumenten.
Eerst nu valt de armelijkheid van
.et aangeivezen terrein op.
WE hadden er eigenlijk al zoo
een beetje vrede mee, dat het
St. Willibrord-monument te
Utrecht op het pleintje voor St. Joan
de Deo, de Mariaplaats, zou verrijzen.
We hadden de fantasie al eens laten
werken, en die dichtte daar dan een of
ander monument. Maar men is tenslotte
maar leek en de beeldend-kunstenaar,
die naar de opdracht dingt, zal er anders
over denken.
MILITAIR DEFILE TE ROTTERDAM.
DE KONINGIN NAAR
APELDOORN.
HET EEUWFEEST VAN
ST. WILLIBRORD.
De herdenkingsbijeenkomst
van het nationaal
comité.
ONFORTUINLIJKE INBREKER.
JUBILEUM.
KONINGIN WOONT LEGER-
OEFENINGEN BIJ.
De geschiedenis van een
eenvouaigen Limburgschen
jongen.
DE WILDE STAKING IN HET
BOUWBEDRIJF.
Reeds meer dan 1000 stakers.
NATURALISATIES.
P
C0-
FORELLENVISSCHER -
FRONTSOLDAAT.
1914 - 1918.
gtrvoer?-d^oie^pg.'
Het kleine kerkje tusschen de fronten.
En nu wij temidden van de ingezonden
ontwerpen zitten, die in het Museum^
nieuwe relieieuse kunst werden ten o 8
s.e.d, pM, he, ineens in .U.
ons: wat heeft Utrecht zijn
armelijke plek toebedeeld.^
moeizame
E T.7X«per eijn „chiteet,
om een redelijke oplossing van het vraag
stuk der plaats te vinden. Menige maquette
is eigenlijk een aanklacht tegen de plaats,
waar het beeld zal moeten verrijzen.
Het heeft nu allerminst zin, nog lang bij
het vraagstuk der toebedeelde plaats stil te
staan. De jury heeft haar keuze reeds ge
maakt; alle inzenders hebben hun moeilijk
heden van het brengen van hun ontwerp in
de gevraagde locale sfeer achter den rug;
iedere maquette draagt het speciale stempel:
jyfariaplaats, de zaak is af. Nakaarten heeft
geen zin en is volkomen onvruchtbaar. Dege
nen in Utrecht, die hun invloed hadden kun
nen mobiliseeren om Utrecht voor deze keuze
te behoeden, hebben gezwegen, toen het nog
tijd van spreken was.
Wij willen wel eerlijk bekennen, dat wij
aanvankelijk niet zulke bezwaren hadden
tegen de Mariaplaats. Tenslotte is het een
der oudste plekken van de Domstad en his
torisch zijn er niet veel bezwaren. Na het
zien van de inzendingen en het moeizame
pogen van de kunstenaars om er nog iets
redelijks van te maken, is dat milde oordeel
over de plaats in een teleurstelling veran
derd, die wij constateeren, zonder meer. Wij
betreuren het alleen, dat de deskundigen, die
nu hun veto Over de plaats uitspreken, niet
tijdiger met. hun bezwaren en hun invloed
zijn gekomen.
Ieder monument vraagt nu eenmaal een
omlijsting. Die omlijsting kan een horizon
zijn; ik heb altijd groote bewondering voor
het monument voor den grooten ^Boeren
generaal, dat in de wijde vlaKte van e oog
Veluwe machtig en indrukwekkend oprijst.
Op de plaatsen, waar dit niet mogelijk s,
zoekt men naar een harmonische onmiddel
lijke omlijsting, doch die levert de Maria
plaats maar heel slecht, getuige de inzendin
gen. De architectuur van het ziekenhuis St.
Joan de Deo is nu eenmaal geen aangename
achtergrond voor een monument. De neo-
gothiek van dit bateteenbouwsel heeft dan
ook geen der Inzenders tot nader contact
kunnen verleiden. Ongeveer ieder van de
beeldhouwers heeft het gezocht naar de
ziiden van het Gebouw voor Kunsten en
Wetenschappen, of naar de zijde van den
Springweg. En daar vonden zij slechts een
armelijken
achtergrond.
Vandaar, dat zoowat alle ontwerpen verge
zeld zijn van een eigen achtergrond, dien
men heeft willen zoeken in aanplant van
boomen, in parkaanleg of soms zelfs in het
verlengen Van een sfhk muur. En nog is lang
niet ieder van deze eigen oplossingen een
„verlossend woord". Zóó moeilijk was het.
Heel wat aantrekkelijker is het, iets meer
te zeggen v an de ontwerpen zelf. En de om-
bevooroordeelde bezoeker van deze tentoon
stelling za et de jury moeten nageven: zij
bios het beste standbeeld. Standbeeld, dat
houdf SCU Ptu"r- Dat houdt verder in:
sprekende grootheid van de figuur, die moest
worden voorgesteld kloeke mannelijkheid,
sprekende 4n®"; °aaraan voldoet het beeld
van Termote volledig. Bij uiteindelijke vol
tooiing zal wel ste ker spreken, wat reeds
uit het ontwerP °P™n g? w'nU is een Wil
librord, meer dan e Wühfcrord Dit is
een bedenking, onvat?imf^r°nde reden
kan hebben tegen de opvattmg Va„ den ont_
werper. Ook kan me n aanvoeren
tegen het feit, dat Tf^ote^een ruiterStand.
beeld koos. Maar bij ^nsl°tte
iederen tegenstander j weet te «Jge
Wijze, waarop hij het pa prachtige
delen. Hij kent nu eenm g
lijnen van een edel dner den J
weet hoe een ruiter te plaat gn ganS
van het dier, hij weet het een bekroon-
te geven. Dat alles spreekt uit n
de ontwerp.
Er was een tweede ontwerp van 'Jerm°
Hier maakte de kunstenaar een enormen
sprong, ver boven de oog-hoogte van den be
schouwer. Hij plaatste st. Willibrord op een
hoogen zuil, ongeveer, zooals Wim Harsing
het deed en plaatste bij de hoofdfiguur twee
van de voornaamste medewerkers: St. Boni-
facius en St. Lambertus. Wilde Termote hier
uitrijzen boven de lastige achtergronden van
de omgeving Hoe het ook zij, zijn tweede
ontwerp ademt niet de zelfverzekerdheid,
die spreekt uit het bekroonde ontwerp.
Een opvallende inzending is die van den
beeldhouwer Wim Harsing uit Driebergen,
die met architectonische adviezen van ir. G.
Bolsius uit Vught een obelisk hééft ontwor
pen. Op den top van deze obelisk plaatste hij
een schip, het vervoermiddel, dat St. Willi
brord in ieder geval in deze lage landen
bracht op zijn reis van Ieriapd. Aan den voet
hiervan staatSt. Willibrord, met het kruis
in de eene hand en een geopend boek in de
andere. Dit is inderdaad een meer apostoli
sche St. Willibrord, maar toch is het te ver
klaren, dat de jury de keuze niet op dit ont
werp heeft kunnen bepalep. Het geheel mist
het noodige evenwicht en de drukte aan den
voet van den massieven sokkel, waarop St.
Willibrord staat, maakt een ietwat rommeli-
gen indruk. Al zal men moeten toegeven, dat
Harsing's project origineele dingen bevat.
Een inzender, die o.i. het eerst na Ter
mote voor bekroning in aanmerking zou zijn
gekomen, is die van den Utrechter Steph.
Uiterwaal. Zijn St. Willibrord is een machtige
zieners-gestalte, die doet denken aan den
machtigen Mozes van Michel Angelo. Zwaar
van beeldende kracht, stout van lijn en van
visie, trekt het sterk de aandacht, al zal
wellicht een persoonlijke smaak v>odig zijn,
om blijvende waardeering voor het ietwat
gedurfde ontwerp te hebben.
Om nog 'n enkele inzending te noemen, die
Door de gemotoriseerde leger-afdeeling
van het tiende regiment artillerie werd
gistermiddag een défilé gehouden langs
het stadhuis aan den Coolsingel, waar zich
de militaire en burgerlijke autoriteiten op
het bordes hadden opgesteld.
flMMIIlllUyililnMHM
-
j»
mogelijkheden voor de jury heeft geopend, zij
vermeld, dat de Haagsché beeldhouwer P.
Biesiot een beeld ontwierp, dat hij den „Apos-
tolischen Man Gods" noemde. Een beeld,
knap van compositie en visie. Het monument
van Cephus Stouthamer uit Amsterdam
kwam wellicht het meest nabij aan de om
geving van de Mariaplaats, waarvoor hij een
zeer acceptabele oplossing vond. Het is een
zeer rustig, vriendelijk geheel geworden.
Het is jammer, dat de Maastrichtenaar
Charles Vos, geen inzending heeft gedaan.
Zijn beeld van St. Servaas op het Vrijthof
te Maastricht zou een rustige garan ie zijn
geweest voor een bezonken kunstenaarswerk.
De tentoonstelling in het Utrechtsche mu
seum is een zeer leerzame expositie. Het spel
der beeldhouwersverbeelding om één project
houdt de aandacht eenige uren geboeid.
Van officieel© zijde meldt men ons, dait
H.M. de Koningin hedenmiddag te Apel
doorn persoonlijk het geschenk zal aanvaar
den van de studentencorpora uit Leiden,
Utrecht, Groningen, Amsterdam en Delft,
hetwelk werd aangeboden ter gelegenheid
van het veertigjarig regeeringsjubileum. Dit
geschenk bestaat uit een gebrandschilderd
raam, vervaardigd door Joep Nicolas, en is
geplaatst in de groote kerk in de Loolaan te
Apeldoorn, alwaar Hare Majesteit aanwezig
zal zijn o'm het na aanvaarding over te dra
gen aan de kerkvoogdij van de Nederlandsch
Hervormde gemeente.
Naar wij vernemen, zal de St. Willibrord-
herdenking, uitgaande van het nationaal co
mité op 7 November, den dag, waarop deze
groote apostel der Nederlanden twaalf
eeuwen geleden gestorven is, des middags om
half drie in den Dom te Utrecht worden ge
houden.
Bij die gelegenheid zullen het woord voe
ren prof. dr. Gerard Brom over „Willibrord,
apostel van het christendom", prof. dr. J.
Huizinga over „Willibrords beteekenis voor
de Nederlandsche beschaving" en prof. dr.
W. J. Aalders over „Willibrord en het he
den".
Bij de plechtigheid zal o.a. worden gezon
gen de antifoon „Egregius Christi pontifex
Willibrordus". De muziek en de tekst van
deze antifoon zijn naar een handschrift der
universiteitsbibliotheek te Utrecht uit e
twaalfde eeuw, dat eens toebehoorde aan het
kapittel der St. Mariakerk te Utrecht.
Een koor, gevormd uit de beste zangers
van Utrechtsche zangvereenigingen met een
jongenskoor, brengt ten gehoore „Exultate
Deo adjutori nostro" van Palestrina. Verder
staan op het programma „Intrada" van dr.
Joh. Wagenaar en „Sonate piane forte" van
Gabrieli, beide geblazen op trompetten,
hoorns, bazuinen en contra-fagot.
Na afloop van de bijeenkomst zal de Com
missaris der Koningin in de provincie
Utrecht, jhr. mr. dr. L. H. N. Bosch ridder
van Rosenthal, een gedenkplaat onthullen,
welke aan de zijde van den kloosterhof wordt
aangebracht.
Zaterdag 28 October zal de heer M. Adang
te Eindhoven, chef der effectenafdeeling en
sedert vele jaren procuratiehouder van het
bijkantoor der Amsterdamsche Bank, aldaar,
zijn zilveren jubileum in dienst dezer N.V.
vieren.
Onder bedreiging met een revolver
gearresteerd.
Men meldit ons uit Amsterdam:
Gisternacht is ingebroken in de zaak van
een opticitn aan de Laan van Meerdervoort
alhier. Na over enkele muren geklommen te
zijn, is de inbreker aan de achterzijde het
huis binnengedrongen. Uit het magazijn en
den winkel heeft de man zes verrekijkers,
waaronder zeekijkers en nachtkijkers, drie
tooneelkijkers en ongeveer 50 gulden en
hoornen brilmonturen ontvreemd. Nog voor
dat de inbraak was ontdekt door den boven
den winkel wonenden opticien, heeft een agent
van politie den vermoedelijken dader aange
houden Ir. de Obrechtstraat zag de politie
man een fietser met een zak. De agent hield
hem staanae en bij onderzoek bleek, dat de
zak een aantal verrekijkers en brillen bevatte.
Dd was aanleiding om den man te arrestee
ren. doch zijn overbrenging naar het politie
bureau verliep niet vlot. De man wierp
plotseling nets en zak weg en zette net op
een looperDoor met zijn revolver te dreigen
heeft de agent ten slotte dan man kunnen
opbrengen. Hij bleek te zijn de 26-jarige
bakker B J. L. 'n bekend inbreker. Hij is het
vorige jaar betrokken geweest bij den gefin-
geerden roofoverval op den Westduinweg,
waarvoor hij een jaar gevangenisstraf heeft
gekregen De in beslag genomen partij goe
deren is zeer vermoedelijk van de inbraak bij
dn opticien afkomstig. Het onderzoek is nog
gaande.
H. M. de Koningin is voornemens heden
legeroefeningen bij te wonen in de omgeving
van Apeldoorn.
In het sanatorium Huize Overdonk te Don
gen is op 25-jarigen leeftijd overleden de
Eerw. Broeder Servius (P. M. Laurijsen, ge
boren te Dongen) v. d. Broeders van O. L.
Vrouw van Lourdes.
Soldaten hebben wei een heel bijzonderen
beschermheilige noodig. Maar ze kunnen ge
rust zijn. Als we de lijst van heiligen na
lezen, dan zullen we zien, dat de keuze
niet gering is. Wij zouden zelfs kunnen
beginnen met den H. Michaël, de aanvoer
der der hemelsohe legerscharen in den
strijd tegen Lucifer. Maar wat weten wij
nu als zeker van den heiligen Michaël en
wat staan de anderen door tijd en omstandig
heden ver van ons af.
Aan welke van die heüigen, zouden onze
jongens kunnen vragen, heeft U nog ge
schoten met een echt geweer? En wat is
tegenwoordig een soldaat zonder geweer!
Hiermee willen wij niet beweren, dat een
goede patroonheilige voor onze soldaten een
geweer op zijn rug moet dragen, maar dat
wekt vertrouwen, dat geeft iets bekends.
Het is merkwaardig, dat in dezen tijd een
groeiende belangstelling valt waar te ne
men in de voorspraak bij God van een Lim-
burgsche jongen die in 1893 stierf, als een
heilige Passionist, die Karei van Sint
Andries heette en die nog als soldaat ge
legen heeft in de kazerne van Bergen op
Zoom. Voor de geïnteresseerden: Kazerna
Markiezenhof, 1ste Regiment Infanterie. Het
proces voor de heiligverklaring vordert goed
en zoo zullen onze soldaten na verloop van
tijd een heilige patroon krijgen, die het
zelfde Vaderland heeft gediend en hetzelfde
kazerneleven gekend heeft, zooals zij dat
meemaken. Kolonel J. J. Noordman,
hoofdaalmoezenier van leger en vloot, die
het onlangs verschenen botk over „.Karel
van Sint Andries", geschreven door Pater
Edmond, Passionist, inleidde, heeft dan ook
„bij voorbaat, zooals hij zegt, beslag gelegd
op Pater Karei, ails aangewezen patroon en
beschermer van onze soldaten en van geheel
ons godsdienstig so-ldatenwerk".
Verblijdend is het, te vernemen, dat de
soldaten veel vertrouwen schijnen te hebben
in hun kameraad daar boven en Pater Karei
schijnt dat te waardeeren, want talrijk zijn
de gunsten en gebedsverhooringen waarvan
wij hooren spreken. Maar laten wij aan het
mooie boek van Pater Edmond eenige bij
zonderheden ontleenen.
Pater Karei een molenaarszoon uit
Munster-Geleen bij Sittard, heette eigenlijk
Andries Houben, maar bij zijn intrede in de
Passionisten-eongregatie, kreeg hij den naam
Karei van Sint Andries. De eerste schok
kende gebeurtenis in het leven van den
stillen jongen, was zijn verplichte opkomst
voor den militairen dienst. Hij had er zich
hopeloos ingeloot. Tegen zijn zin vertrok hij
naar de kazerne van Bergen op Zoom. Lang
heeft Pater Karei niet gediend. Of hij een
dapper soldaat is geweest weten wij niet
Wel was hij een onderdanig en plichtsge
trouw dienaar van zijn vaderland. Verschil
lende rapporten wijzen daarop, en toen hij
na drie maanden in Munster-Geleen terug
kwam, mocht hij zijn moeder nog recht in
de oogen zien. De onschuld van zijn ziel
had niet in 't minst geleden.
Een tweede groote gebeurtenis was zijn
reis naar België en zijn intrede in het
Passionistenklooster te Ere. Priester gewijd
in 1850 werd hij bestemd voor de missie ui
Engeland. Drie jaar later stak hij de Iersche
zee over naar Dublin en hier in het klooster
van Mount-Argus ontplooide hij al zijr
lichamelijke en geestelijke krachten in den
dienst van zijn evenmensoh.
Spoedig had het gewone volk in den
nieuwen pater den heilige ontdekt en toen
begon die lange stoet van pelgrims naar
Mount-Argus, waaraan nu nog geen einde
is gekomen. Streng voor zich zelf was Pater
Karei goed voor de menschen. Door zijn
goedheid trok hij hen, om hen door zijn
geloof te brengen tot God. Samen met hen
bad hij om genezing van hun kwalen, om
troost in hun lijden en dan zegende hij hen.
£n de zegen van Pater Karei is beroemt:
geworden in heel Dublin en ver daarbuiten.
Hij zegende met zoo'n ernst en zoo'n geest
van geloof, dat men meende O. L. Heer zelf
voor zich te zien. „De almachtige God zegene
U allen, de Vader, de Zoon en de H. Geest
zoo besloot hij gewoonlijk zijn brieven naar
huis. Men heeft tot driehonderd menschen
per dag geteld, die kwamen om zijn zegen,
en talrijk velen hebben aan dien zegen hun
geestelijke of lichamelijke genezing te dan
ken. Want er gebeurden wonderbare dingen.
„Blinden werden ziende en lammen ge
nezen" letterlijk. Dagelijks groeide de stoet
aan en het werd een lange processie van
lijders en tobbers, waaxtusschen door dan
de minzame priester ging in zijn sober zwarte
pij, met zijn ascetisch gelaat en zijn altijd
zegenende handen. Allen gingen gesterkt van
hem heen. Goedheid en eenvoud zijn de
meest bekende karaktertrekken vam dezen
dienaar van O. L. Heer, gebed zijn door-
loopende bezigheid. Zijn geest van geloof
hield hem voortdurend in Gods tegenwoordig
heid en wij vinden in hem meer den eerbied
voor Gods Majesteit dan den onbevangen
omgang met Jesus zijn Vriend. Dagelijks
overwoog hij de oneindige eigenschappen
Gods en zoowel Zijn barmhartigheid als
rechtvaardigheid maakten op hem een die
pen indruk.
Zoo was het leven van dezen eenvouddgen
priester. In 1893 stierf hij als een heilige.
Talrijk zijn de gebedsverhooringen die op
zijn voorspraak geschieden. Meer en meer
wordt ook in Nederland zijn naam bekend.
In Munster—Geleen hebben de Passionisiten
zijn geboortekamer in den molen tot kapelle
tje ingericht. Met diepe ontroering mochten
wij zien met welk vertrouwen het Limburg-
sche volk tot zijn heilige gaat. Met al hun
bekommernissen komen ze naar Pater Karel.
Zij vragen om genezing, om uitkomst in
zaken, om werk, om de reinheid te mogen
bewaren, om zijn hulp bij de priesterstudies,
om een goed huwelijk, een goed examen,
ja zelfs lazen we reeds in het register:
„Pater Karei, bescherm onze soldaten naai
ziel en lichaam".
Van alle kanten komen berichten binnen
van gebedsverhooringen; uiit Limburg, maar
ook uit geheel Nederland. Zoo vindt ons volk
zijn weg naar een heilige, dien wij mogen
begroeten als een echte Vaderlandsche
heilige. Zoo krijgen onze soldaten hun be
schermheilige met het geweer.
P. R.
De wilde staking die voor enkele dagen
in het Amsterdamsche bouwbedrijf is uitge
broken ten gevolge van een door commu
nistische en syndicalistische elementen ge
voerde agitatie, heeft zich gisteren nog uit
gebreid. Het aantal stakers, waarvan er tal
rijken slechts gedwongen aan de staking
deelnemen, is gestegen tot meer dan duizend.
De vakbonden blijven zich verzetten te
gen deze wilde staking en trachten hun
leden te bewegen, geen gehoor te geven aan
de agitatie van onverantwoordelijke ele
menten.
De patroonsorganisaties in het bouwbe
drijf weigeren unaniem aan de eischen der
stakers, 15 pet. Ioonsverhooging en *5 por
week duurtetoeslag, te voldoen. Zij hebben
besloten, zelfs niet met de stakers in onder
handeling te treden.
Ingediend is een ontwerp van wet, houden
de naturalisatie van Lambertus F. Burdinski
en 21 anderen.
In
de stations samen
IV
ion den Waren triomftocht reisde het batal-
overaler Tyrolsche Kaiserjager door Tyrol,
met weiH 8roet met bl°emen en overladen
Hier werd het hP°ren Passeerden z.£ Weenen-
U-oiirt tnJ, h0°gtepunt van enthousiasme
stoomde. Er was een J-T f statlon b"lnen"
onkomst der geJUbel en gejuich over
d8 en van keize^aperja8er' de üevelings-
troepen pranz Josef. Men wilde
hun van alles meegeven en toen een paar
van hen °P P °5> met zuivere en hel
dere Alpen e bekende „Zillertal
Du bist mei fr®?d ®^®t?5ldea en daarover
heen dan nog v zeer moeilij
ken maar bero 3 c er zongen, die
prachtig weerklon!k n de ™aclVige hal van
het station, kende der Weeners
geen grenzen meer. un ae han-
den, vrouwen en mels-16S de Kaiser
jager na hun lied, nog meer bloemen en wijn
werd aangedragen
Ook Louis, onze forellenvisscherwas één
van de toegejuichte zangers j j?.?rron-
Op den heelen langen weg w j ij ma
tig geweest met het nuttigen c geen
hem aangeboden werd bij^e er op
nieuw; maar hier in de nooiua
hem algof de oorlog allen ernst en zoig e
land had uitgejaagd. Duidelijk cons ai eer e
hij, hoe de menschen in de verse en e
plaatsen reageerden op den ingetreden oor
logstoestand. In de kleine dorpen en gehuci-
ten, die zij langs kwamen, waren de men
schen rustig ernstig en moedig; in de Pro"
vincie-steden, vrooljjk, iets nerveus; en hier,
in de groote stad, waren zij dol! Wel een
bewijs welk een verschillenden invloed er
uitgaat op de stemming en de evenwichtig
heid der mensch'en van Gods vrije natuur, of
de grijze asfaltstraten der groote stad
Naar het front.
Na een kort oponthoud verliet de Kaiser-
jagertrein de hoofdstad, nagewuifd door een
onoverzienbare, uitbundige grootestads-me-
nigte. In snellen vaart passeerden de jagers
de groote brug over den Donau; in de verte
zagen zij reeds de beboschte heuvels der
kleine Karpaten. Vlak langs de rivier de
Waag ging het nu Noordoostwaarts.
Lois, de forellenvisscher, lende uit het
raam. Hij keek in het voortstroomend water
met de vele draaikolken; visschen zag hij
niet.
Ze doorkruisten de Karpaten en na een
lange vermoeiende reis kwamen zij in de
open vlakten van Galicië. De trein naderde
een klein plaatsje, met een niet uit te spre
ken naam, in de nabijheid van Lemberg.
Hier stopte de trein en de Kaiserjager kre
gen bevel om uit te stappen.
In de verte was het alsof er een onweer
aan den gang was. Het geluid had er iets van
weg, maar het was het toch niet. Het waren
de Oostenrijksche kanonnen, de beruchte
veldartillerie, die met een geweldigen knal
de projectielen naar den binnengedrongen
vijand slingerden.
Hier ontmoetten zij de Tyrolsche Kaiser-
schützen, menschen uit hun geboorteland,
ja, vaak buren of vrienden uit dezelfde ge
meente.
Het eerste kanongebulder schudde het be
wustzijn bij hen wakker, d&t het nu eerst
ernst ging worden, en „Schützen" en „Jager"
waren blij, hier, in deze ongezellige streek
met den machtigen vijand voor zich elkaar
te ontmoeten, om straks samen ten strijde
te kunnen trekken.
Scherpe patronen.
Ue compagnieën stelden zich op; de kleine
paardjes uit het land der Bosniërs, de last
dieren der machine-geweerafdeelingen, krei
gen hun vrachtje: zware houten kistjes met
ijzeren beslag werden uit den trein gedragen
en iedere „Schütze" en „Jager" kreeg 250
scherpe patronen 8 m.M. kaliber met stalen
mantel. Commando s Klonken ernstig, maar
kalm. De Manlicher repeteer-geweren wer
den geladen en de zekerheidsklep werd dicht
gemaakt. Dan klonk het commando: ^echts
om marsch" en voort ging het over ontzet
tende smerige en. modderige landwegen in
de richting van het kanon-gebulder en het
steeds luider wordend gedonder. Nu hoorden
zij niet alleen het afschieten, maar ook het
inslaan en explodeeren der granaten en het
sissend geluid, als van een vuurpijl, veroor
zaakt door de projectielen, die in een ontzet-
tenden vaart het luchtruim doorkliefden.
„Bajonetten op".
Hun marsch ging naar een beboschte hel
ling en aan den rand van dit bosch kregen
zij het bevel, de bajonetten op te zetten
Nu waren zij klaar en op alles voorbereid!
De Kaiserjager en Schützen kwamen voor
bij de stellingen van Hongaarsche veldartil-
lerie en van de mannen vernamen zij, dat
gisteren eenige regimenten uit Böhmen en
Mahren, die vóór hen lagen, met officieren
en al naar den vijand waren overgeloopen
en dat vandaag de Rusen hier reeds eenige
keeren tot den aanval waren overgegaan.
En verder, dat de Egerlander zoo heldhaftig
hadden stand gehouden tegen de stormende
colonne der Russische strijdkrachten.
Hier in. dit bosch zagen zij de eerste licht
en zwaar gewonden en ook de eerste doo-
den
De Egerlander begroetten met een opge
lucht hart de versche, befaamde bergtroepen
uit het vérgelegen Alpenland; ze rukten
dichter naast elkaar en maakten plaats in de
provisorisch aangelegde stelling op de be
boschte helling.
Wel vermoeid van de lange emotievolle
reis, maar toch met volle levenskrachten
betrokken de Kaiserjager de stellingen. De
schützen nestelden zich met hun machine
geweren. Juist aan den kop van de sectie,
waar Lois de forellenvisscher in stelling
lag, ,werd snel een machinegeweer op
gesteld en de lange riem, van patronen .voor
zien, erin gedaan.
Daarachter zat een krachtige gestalte, het
was Max een boerenzoon uit het hoogdal
van onzen forellenvisscher. Hij hield de
twee handvaten in de handen vast en den
rechterduim op den knop. Hij grinnikte
hij kende de macht van het schiettuig en de
groene scherpschutterssnoer bengelde op
zijn linker borst.
Op het slagveld.
Nu zijn ze gereed, iedereen heeft zich
genesteld en allen kijken ze voorwaarts over
de uitgestrekte vlakte. Een afschuwelijke
aanblik. De Russen hadden de helling be
stormd en de Egerlander hadden den aan
val meermalen afgeslagen. Op het terrein
voor hun stelling lagen nog verschillende
dooden en gewonden en de Russische artil
lerie, die steeds te kort schoot, vuurde
meermalen op de eigen menschen.
Een Rus lag o.a. kreunend een meter of
50 buiten hun stelling, hij was gewond. Ru
pert, die zich weer naast Lois bevond, gaf
den gewonde een teeken dat hij zich gerust
naar hen toe kon bewegen. Kruipend kwam
hij moeizaam nader en nader, toen kon h\j
niet meer! Lois en Rupert, de twee moedige
onderofficieren, sleepten hem tenslotte on
der groot levensgevaar, het laatste stuk naar
binnen. Hij had een schot door zijn long; zij
verbonden hem en gaven hem iets te drin
ken. Door teekens maakte hij hun duidelijk,
dat hij gaarne hun adres wilde hebben, het
geen zij hem op een briefje gaven; daarna
werd hij naar een hospitaal getransporteerd
met de gewonden der dappere Egerlander.
't Was een Russisch officier.
Een honderd vijftig meter voor hun stel
ling stond een klein kerkje en direct daar
achter lag de Russische verschansing. Reeds
was het sterk gehavend.
Het artillerievuur werd levendiger, de
Russen begonnen beter te schieten en de
Hongaren antwoordden met evenveel goed
geraakte schoten. Het dak van het kerkje
ging in flarden, een granaat ontplofte in de
nabijheid. Ten slotte was het doorzeefd van
de kogelgaten. Het artillerievuur werd op
gevoerd, reeds waren er enkele gewonden
onder de Kaiserjager!
De stormaanval.
Plotseling stopte het artillerievuur en de
Russen gingen tot den aanval over; zij wil
den den heuvel nemen. De Kaiserjager en
Schützen lagen vastberaden bij hun geweren
en Max achter zijn machinegeweer, vastbe
sloten hun stelling tot het uiterste te ver
dedigen.
Daar kwamen de Russen aangestormd, in
drie, vier ook wel acht rijen. Er ontstond
een geweldig geweervuur over een weer. De
eerste rij was reeds op circa 80 meter ge
naderd, toen Max op den knop van zijn
machine drukte. Ratelend vlogen de patro
nen, dood en verderf zaaiend over het veld
der stormende Russen.
Na een spannend gevecht was spoedig te
zien, dat ook deze hevige aanval was af
geslagen. Toen kwam het bevel voor de
Alpenzonen tot den tegenaanval over te
gaan.
Met bajonetten op hun geweren kw men
de Kaiserjager uit hun stelling te voorschijn
en dreven de Russen terug.
Daarop volgde een ontzettende eerste oor
logsnacht op den beboschten heuvel bij Lem
berg in Galicië.
In het hoogdal.
Ergens in Tyrol liep niet lang na deze
afschuwelijke dagen en nachten, de oude
postbode Tonie langzaam over den steeni-
gen bergweg langs de forellenbeek. Hij was
al op jaren en hoe vaak hij dien weg ge
maakt had, wist hij zelf niet meer. De groo
te lederen tasch hing om zijn schouders en
het was net alsof zij hem zwaarder leek dan
anders. Alhoewel hij zich overigens bijster
weinig interesseerde vor de stukken, die hij
ronddeelde, ging hij nu op een omgezaagden
boomstronk zitten. Postbode Tonie bekeek
den post, er waren vreemde grijze exem
plaren bij, „Feldpostkarte" stond daar bo
ven; hij kon de verleiding niet weerstaan
om ze te lezen, hij kende immers de af
zenders goed. Er wa# ook een brief bij voor
Anna van haar man, den forellenvisscher
nu frontsoldaat, en ook een klein pakje af
gezonden door den compagnie commandant
der Kaiserschützen, geadresseerd aan den
burgemeester van 't hoogdaldorp. Hij schud
de even; er was iets hards in het doosje.
Hij ging verder en was erg blij zooveel
levensteekenen te kunnen uitdeelen, maar
bij het eerstvolgend velddkruis bleef hij
langer en aandachtiger staan dan anders.
Postbode Tonie naderde het dorp, links
en rechts gaf hjj de veldpostkaarten af en
veel gelukkige gezichten kreeg hij te zien.
Nu kwam hij bij den burgemeesetr, wien
hij het kleine veldpostpakje overhandigde.
Verwonderd en met bevende handen maak
te hy het open; een mooi etui kwam te voor
schijn, daarin lag een groote gouden me
daille aan een lintEr was ook een do
cument by, waarin geschreven stond, dat
deze hooge onderscheiding uitgereikt werd
aan Kaiserschütze Max Leitner scherp- -hut
ter bij cfe machmegeweerafdeelmg, vooi zijn
bewezen bijzondere dapperheid gedurende
den veldslag bij Lemberg, maar.... dat hy
bij de laatste gevechten den heldendood
voor God, keizer en vaderland was gestor
venEr werd ook verzocht dit bericht
aan den familieleden over te brengen.
Als geslagen stond de oude man, hy kon
niets anders zeggen dan: „Max Leitner ge
vallen, als eerste uit deze gemeente, de
eenigste zoon van een oeroud geslacht?
Hij ging naar den dorpspastoor en ver
zocht hem deze ontzettende boodschap voor
hem aan de ouders van Max op de eeuwen
oude berghoeve over te brengen.
Op den weg daarheen vernam de oude
dorpspastoor, by Anne, de jonge moeder,
uit den veldpostbrief van Lois op welke
wijze Max zyn jong leven had moeten laten
en dat Lois hem in zyn laatste uur had by-
gestaan, I. B. L.