„THE Robert Koch, der Bekampfer des Todes." Sebastiaan Ik ben Ott Filmproblemen in oorlogstijd. ZATERDAG 28 OCTOBER 1939 over- aarin Joan Crawford schaduwd wordt do Margaret Sulla van. „DE KAT EN DE KANARIE" Nieuwe versie van een oud griezelverhaal. Een indrukwekkende creatie van Emil Jannings. Steinhoff verfilmde een duel tusschen twee geleerden. Een merkwaardige film uit de kunstwereld. lanS1"6^ Verïeden", aldus luidt de Neder, landsche ütei Van deze Amerikaansche fUm. Het wordt bijna vervelend, er de aandacht op te vestigen, dat deze uitlegging feitelijk kant noch wal raakt. Steeds weer worden titels verzonnen, die verschrikkelijk verlokkelijk ve^e" daardoor juist niet het resultaat dat men er blijkbaar van ver er zich d* 'nteUigente filmliefhebber voelt Wat Tu>r bÜ den neus genomen, lokkende verw,ning hour" betreft' w' onderwerp Van vormt slechts eve in deze film ejndel°°s werd gebracht. Van£t toewijding in hee zekere Henry Linden (L®omen^ "n zekere danseres ontmoet d^n ?Uglf oli via Crwaford heet en de fümOh staat als de vermaarde ster ford doen ze niet veel anders dan rede en' g wisselen dit slechts af met eer, sp™men I1imkus. .Het onderwerp van het gesprek is dp Clale afgrond, die tusschen beiden gaa t D °Ptimistische man meent dien afgr0nd ge makkelijk te kunnen overbruggen, de m|er Pessimistische en als altijd ook meer realis- ^ch denkende vrouw weet, dat op het bui. mnverbiijf van den rijken aristocraat steeds groeide~leden van de steeg, waarin ze op. nieuwe'rfal staan tusschen haar en haar Ten mgevi»g- Linden voert .durven ze het aan en Henry de huizing e ?'!Jn vr°uw van het cabaret naar lang opperm^h? een oudere ZUSter meent, de rest wP 8 heeft geregeerdMen de schrijver van kunnen begrijpen. Maar deze film gemaakt tooneelstuk- waarnaar De ware liefde overwint in „The shining hour" een ongeoorloofde liefde, een stil, maar êffectief verzet tegen een mesalliance en de naargeestigheid van een huwelijk, waarin de genegenheid slechts van één kant kwam. In dit spiritueele spinneweb beweegt Joan Crawford zich in de gedaante van een vam pier. Met dit voorbehoud evenwel, dat het niet geschiedt volgens de ouderwetsche' me thode. Haar uiterlijk heeft iets van de „film- vamp" van omstreeks 1920, maar inwendig is ze veel gecompliceerder en volgens den veelgebruikten modeterm „sophisticated". Als ze ziet, dat ze overal verwijdering en leed brengt, wil ze heengaan. Dan echter breekt er een brand uit, waarin alle harts- 0chten verteerd worden en het einde is pais en vrede. Wat de Amerikanen in Joan Crawford zien, kunnen we niet erg begrijpen. Alleen t aa,r accent is ons een gruwel in het oor, XJ haar verschijning ons oog evenmin kan pe oren. Over het algemeen treedt ze op in films, waarin geen medespeelsters een maat staf tot vergelijking bieden. In „The shining hour" is dit wel het geval. Margaret Sulla- van speelt er de bijzonder moeilijke rol in van Judy, de jonge vrouw, die weet dat haar man niet van haar houdt, hem zelf sinds haar jeugd bemint. Men ziet in Amerikaansche films niet vaak zulk een gevoelvol spel, zulk een inzicht in de haar toegewezen taak. Op soihmige mo menten in dit een enkele maal van Shakes- peariaansche dramatiek ver\ aide gebeurren herinnert ze sterk aan een andere, even sub tiele creatie, van een gehalte, dat niet al te vaak voorkomt. We bedoelen hier het spel van de nog niet door Hollywood gelijkge schakelde Simone Simon als het meisje Puck in de Fransche film „Lac aux Dames". Het is reeds lang geleden en toch, deze creatie heeft stand gehouden in het overigens zoo snel vervagende totaalbeeld der filmpro ductie. Margaret Sullavan geeft in „The shining hour" iets, dat men niet licht zal vergeten. In de door Frank Borzage gelijkmatig ge regisseerde film, welke een goede ontspan ning biedt, spelen verder mede Robert Young, als David, de broer van Henry Linden, Fay Bainter als Hanna, de zuster en enkele an dere, verdienstelijke acteurs en actrices. Joan Crawford studeerde voor de film speciale dansen in. „The shining hour" is toelaatbaar voor volwassenen en gaat deze week te Rot terdam in het Grand Theatre. op het oog dan het 1 1 loerschheden tusscL fpuulen van de ]a' 'en twee vrouwen. werd, had nog iets anders let uit tchen Was waarschijnlijk 2p,,„ tetoonen, dat de wa^ T bedoe1Vng aan liikhc/i«., hefde over alle moei- niet n deze bedoeling is hij rl f/lthanS' de ontknooping met de Z u dC ,V-f Z°enin§ der verschillen- trokken10 tamelijk 8evarieerd conflict be- aan. i\,t Persona8es- doet heel erg geforceerd end" ZTZ aanSezlen aldus een „happy te dn i ere*kt, zullen velen er zich niet w druk om maken. John Crawford en Robert Young in „Lokkend Verleden". (Grand Theatre. Rotterdam). geestelijke inspanning, welke het filmbedrijf en meer nog de filmindustrie vergt, zulks in de practijk nauwelijks doenlijk is, tenzij de scenarioschrijver-regisseur-architect etc. etc. jaren over een opdracht kan doen. Overigens, al hebben we hier dan niet met een gave film te doen, het is er een van bij zondere kwaliteiten ten aanzien van spel en gegeven. Het scenario van „Ik ben Sebastiaan Ott" is in de eerste plaats actueel en uit het dagelijksche gebeuren gegrepen. Er blijkt door, hoezeer de filmindustrie belangrijke gebieden van stof en inspiratie verwaarloost. Eenigszins onnoodig, maar vermoedelijk voorzichtigheidshalve wordt er aan herin nerd, dat personen en gebeurtenissen volko men fictief zijn. Maar er werden enkele ge gevens in verwerkt, naar welker oorsprong men niet lang behoeft te zoeken. Ergens in Scandinavië is een beursmagnaat gestorven. En men ontdekte in de gewelven van zijn kasteel een geheim museum, waar in meesterwerken hingen, waarvan een ieder vermoedde, dat ze behoorden tot het met tal van maatregelen beveiligde bezit van de belangrijkste Europeesche musea. Aanvankelijk meende men met copieën te doen te hebben. Maar een expert stelt de echtheid vast en roept bovendien nog de as sistentie in van den beroemden Weenschen kunstkenner en kunsthandelaar Sebastiaan Ott. Wanneer ook deze voor de echtheid van de gevonden schilderijen instaat, komt de vraag naar voren, wat er zich in de bewuste musea bevindt. Het blijkt, dat daar meester lijke copieën hangen, door handige gauwdie ven ,in de plaats gesteld van het kostbare, origineele bezit. Door wie werd dit gedaan en wie maakte de prachtige copieën? In een vol spanning uitgewerkt verhaal wordt deze vraag beantwoord en het blijkt, dat een op het verkeerde pad geraakte broer van Sebastiaan Ott hier aan het werk ge weest is. De man gaat zelfs zoo ver, den kunstkenner, die sprekend op hem lijkt, in zijn plaats aan de politie over te leveren. Het gebeuren nader aan te geven, zou een minder hoofsch gebaar zijn tegenover de velen, die ongetwijfeld van deze film zullen genieten. Willi Forst is er in geslaagd, zijn dubbelrol volkomen aannemelijk te maken. Het zijn inderdaad twee aparte persoonlijk heden, deze tweelingbroers, hoezeer ze ook op elkander lijken. Trude Marlen, Paul Hör- biger, Otto Tresier en Gustav Diessl dragen het hunne bij tot den goeden totaalindruk. „Ik ben Sebastiaan Ott" is toelaatbaar voor volwassenen. De film gaat deze week te Rot terdam in het Luxor Palast. Nu de oorlogstoestand zijn stempel drukt op het openbare en geestelijke leven, zal menigeen, direct of indirect belanghebbende, zich afvragen, welke uitwerking de veran derde situatie zal hebben op den gang van zaken in de filmwereld en tracht men aan de hand van gegevens uit den voftigen o .r- log voorspellingen te doen aangaande de fiim- ontwikkeling in de eerstkomende jaren. Bij een vergelijking met-de situatie iin 1914-1918 mag men echter niet uit het oog verhezen, dat de stand van filmzaken een geheel andere i-s geworden en dat men thans met geheel nieuwe factoren rekening heeft te houden. Bij het uitbreken van den vorigen oorlog beschikte de film in de verste verte nog mat 'over de populariteit en de algemeene vei- breidheid, die zij op dit oogemblik bezit en was zij nog lang niet, wat zij thans is: een onmisbare factor in het amusementsleven. Omstreeks dien tijd was de Amerikaansche filmindustrie zuiver een interne aangelegen heid die zich sterk liet beïnvloeden door Fransche en Italiaansöhe voorbeelden, en zich nog in het geheel niet de groote export mogelijkheden van latere jaren bewust was. Die kwamen eerst gedurende den oorlog, toen de oorlogvoerende landen in Europa hun industrie voorloopiig stopzetten en hun afzetgebieden prijsgaven aan een orgelimi teerden Amerikaanschen import. Ook de neutrale Europeesche landen met filmactivi teit profiteerden mee van de tijdelijke mach teloosheid der concurrentie en de Noorde lijke landen (Denemarken, Zweden), maar vooral Italië beleefden hun groote jaren op filmgebied. Na 1918 wijzigt zich deze situatie grondig. Amerika blijkt zioh weliswaar voor goed een plaats op de Europeesche markt veroverd te hebben, maar Frankrijk herneemt zijn acti viteit van voor den oorlog, zij het ook, onder invloed van een bewustgeworden filmcritiek, in een geheel andere richting en Duitschland, dat zich uitgeworpen en vernederd gevoelt, vindt de energie enhet geld (Krupp, Stinnes) om een nationale industrie van groote allure te grondvesten. Daarnaast blijft vooral de Zweedsche productie nog eenige jaVen van grooten invloed, maar nadat haar beste krachten, als de regisseurs Victor Sjöstrom en Mauritz Stiller door Hollywood zijn opgekocht, neemt haar belangrijkheid snel af. Hetzelfde gebeurt met de Italiaan- sche industrie, dlie te vroeg haar hoo' epunt 'had bereikt en nu niet meer mee k„n met de friseh ingezette concurrentie. Zooals de zaken thans staan, heeft men te maken met vier groote filmproduceerende landten: Amerika, Frankrijk, Duitschland en Engeland, waarvan de drie laatste hun acti viteit voorloop ig geheel of althans voor het grootste deel zullen moeten staken. De loo- pende films zullen waarschijnlijk afgemaakt worden een bericht, dat eenige bekende Fransche acteurs verlof uit militairen dienst kregen om nog niet voltooide producten tot een goed einde te helpen, wijst in die rich ting maar zelfs al zou met beperkt tech nisch en artistiek personeel de productie ge deeltelijk in stand kunnen worden gehou den, dan nog zal het stimuleerend initiatief tot nieuwe plannen voorloopig wel uitblij ven. Tijdens den vorigen oorlog ontstond na die eerste periode van stopzetting der be drijven vooral in Frankrijk een hausse in de nationalistisch getinte film, die het patriot tische vuur moest aanwakkeren. Maar juist doordat het publiek in de bioscopen gespaard wilde blijven van, gedachten aan den ooidog, die hen reeds ieder oogenblik van den dag bezighield, ontstond de vraag naar de meer neutraal-getinte Amerikaansche film en werd hierdoor het paard van Troje binnen gehaald. De toekomst zal leeren, of opnieuw deze fout gemaakt zal worden, maar dat de film als propagandamateriaal in de komende jaren een groote rol gaat spelen, staat nu wel vast. Zooals het ook wel vast staat, dat Amerika, evenals in de periode 1914-1918. het meest van den nieuwen toestand zal profiteeren Ai eenigen tijd heeft Hollywood er rekening mee moeten houden dat de Duitsche en Ita liaansöhe markt voor haar verloren waren en derhalve zullen haar zorgen behalve naar haar belangen in de neutrale landen, slechts behoeven uiiit te gaan naar het behoud van den Franschen en Engelschen afzet. Na een korte periode, waarin het uitgaansleven in de Gustav Diessl en Willi Forst in „Ik ben Sebastian Ott" (Luxor, Rotterdam). groote Fransche en Engelsche steden sterk aan banden was gelegd, tracht men daar langzamerhand tot een meer normale situa tie te komen in het besef, dat, na voedsel, amusement een van de belangrijkste facto ren is om bet moreel achter het front op peil te houden. Het lis te begrijpen, dat men in Hollywood vooral nieuwsgierig is naar de bepalingen en reglementen, die deze nieuwe situatie zul len regelen en waarin ook de vertoonings- tijden van de bioscopen zullen vastgelegd V/orden. Na de kalmeerende woorden van Louis B. Mayer die de geruchten over [inkrimping der bedrijven tegensprak, is de rust in Holly wood weergekeerd en stelt men zich thans op nieuwe misschien wel verhoogde produc tiviteit in. Het probleem, dat blijft, vormt het transport der film naar Europa. Uit de ongewoon vele en lange prolongaties van films in de hoofdsteden van ons land zou men kunnen concludeeren, <jat de vrees voor een toekomstig tekort aan films bestaat en dat deze omstandigheid een vergroote acti viteit in eigen studio's zou kunnen stimulee- icn behoeft geenszins tot de onmogelijkheden gerekend te worden. Dat zijn zoo in het kort de moeilijkheden en eventueele koersveranderingen die door de veranderde omstandigheden veroorzaakt worden. Men kan zioh in deze kwestie in vele oplossingen en mogelijkheden verdie pen, men kan zich laten voorlichten door de oogensohijnlijk gelijke omstandigheden, nu juist 25 jaar geleden, het eenige juiste ant woord op al de problemen zal tenslotte sieebts de toekomst kunnen geven. C. B. Wallace Beery in „Razzia in New-York" Sergeant Madden). Capitol en City, Rotterdam). „The Cat and Canary" zou men de klas sieke „Thriller" kunnen noemen, niet alleen omdat zij in haar oorspronkelijken vorm ge regeld op het tooneel verschijnt, maar ook, omdat zij tot voorbeeld heeft gediend voor tallooze tooneel- en filmwerken in hetzelf de genre, o.a. voor Ridley's beroemden „Spooktrein". De ingrediënten, waaruit, „de Kat en de kanarie" is samengesteld, zal men in bijna iedere griezelfilm aantreffen. Het zijn oude, eenzaam gelegen landhuizen, piepende deu ren en klapperende luiken, bewegende pa- neelen en geheime gagnen. Het zijn schadu wen en snerpende gillen, geheimzinnig be wegende gordijnen, en dooden, die uit een kast komen vallen. In één woord het zijn al die elementen, waarmee men zich hartelijk amuseert op een helderen, zonnigen dag en die deel uitmaken van onze angstdroomen en verbeelding, als het nachtelijk duister ons afsluit van de realiteit der dingen. Op het eenzame buiten van wijlen Cyrus Canby Norman komen, tien jaar na diens sterven, de bloedverwanten bijeen, om te vernemen, wie de oude zonderling tot zijn erfgenaam benoemd heeft. Een nichtje van de overledene, Joyce Nor man, blijkt universeel erfgenaam te zijn ge worden. maar de andere familieleden hebben nog een kleine kans, wanneer het meisje krankzinnig wordt of sterft binnen een maand na de opening van het testament. Dan zal de erfenis overgaan naar een tweede familielid, waarvan de naam vermeld staat een brief, die nog in de safe van den zonderlingen Nor man gelegen zou hebbeen, als niet een on bekende indringer hem eruit had genomen. In een opeenvolging van schrikwekkende ta- freelen wordt nu getracht, het nichtje Joyce krankzinnig te maken, maar het dappere Emil Jannings als Robert Koch. meisje doorstaat glansrijk de beproeving, bij gestaan door een niet heel moedigen, maar wel toegewijden tooneelspeler, wien dan ook de belooning van de happy-ending kus niet omgaat. In lang vervlogen jaren heeft de Duitsche regisseur Paul Leni, vooral bekend door zijn .Wachsfigurenkabinett" in Hollywood „de Kat en de Kanarie" verfilmd en daarna zal dit nog wel eenige malen gebeurd'zijn, zon der dat deze pogingen tot,onze bioscopen zijn doorgedrongen. De nieuwste versie van El liott Nugent, die de Paramount than$ uit brengt, bereikt niet het niveau, waarop in onze herinnering het werk van Leni stond, maar zij werd in haar soort een acceptabele prestatie, waarin o.m. Bob Hope, Paulette Goddard en Gale Sondergard hun rollen naar hun aard geestig, dramatisch en exotisch speelden. Achttienjarigen en ouderen, die van griezelen houden, mogen „Kat en Kanarie" niet missen. Twee prominente figuren uit de Duitsche filmwereld' Hans Steinhoff, de bekende re gisseur en Emil Jannings de nog meer be kende acteur, hebben een film gemaakt, wel ke gewijd is aan Robert Koch, een der grond leggers van de moderne bacteriologie, den ontdekker van de tuberkelbacil. Het was geen geringe opgaaf, welke zij zich stelden: door middel van de film het leven van dezen grooten geleerde, wiens on derzoekingen voor de heele menschheid een zegen zijn geweest, op een waardige wijze uit te beelden en een indruk te geven van den harden, zelfopofferenden strijd, welken deze groote man heeft moeten voeren. Men zou kunnen zeggen: de verwekker van de gevreesde tuberculose had vele bondgenoo- ten. Daar was de domme eigenwijze massa .met haar ongezonde levensgewoonten. Daar was het bijgeloof, welig tierend in de krin- T?en van allerlei sectarische kwakzalvers. Daar was de tegenwerking van de officieele wetenschap wedce zich in een bepaalde richting had vastgelegd. Daar was de stem van het hart en van de liefde, welke door gaans de grootheid van gemoed niet weet te onderkennen en niet beseffen kan, wat de toewijding aan een groot ideaal voor of fers ook aan de naaste omgeving gewoonlijk Vraagt. Wanneer in deze film de gordijnen vaneen gaan en de figuur van Robert Koch te voor- scbyn treedt, is hij de eenvoudige platte landsdokter, die in den kleinen kring van zijn kleine medernenschen alle kwalen en kwaal- Koch heeft zich evenwel in een strijd ge worpen, een levensstrijd, waarin hij als held moet ondergaan of overwinnen. Dat dit laat ste het geval zal worden, daar ziet het in den beginne niet naar uit. Zelfs niet wan neer de geniale man eindelijk in Berlijn een kliniek krijgt en daar zich vollediger aan zijn onderzoekingen kan wijden. Eerst na een eindelooze reeks van reacties gelukt het den tuberkelbacil te ontdekken en dan breekt eigenlijk nog het moeilijkste van alles aan: te bewijzen, dat_ wat hij ge vonden heeft, inderdaad de verwekker der gevreesde ziekte is. Want al heeft de bacte riologie langzamerhand meer aanhangers ge kregen, de officieele wetenschap belichaamd en bekroond in den Berlijnschen professor Rudolf Virchow, neemt die „bacillenjagers" niet voor honderd procent au serieux. Dagen lang sluit Koch zich in zijn laboratorium op met. het gevolg, dat zijn gezinsleven zelfs dreigt te 'niet te gaan. Tot het uiterste spant Koch zich evenwel in om zijn strijd tot een volledig beslissend einde te brengen. Het wordt tenslotte een vrij scherpe tegen stelling tusschen Prof. Virchow en hem, waarbij ook het menschelijke zijn scherpe kanten vertoont. Wanneer hij eindelijk zijn schitterende overwinning reeds heeft behaald door zijn ontdekking ook empirisch te be wijzen, dan nog onthoudt Virchow zich van een positieve uitspraak. De erkenning van Robert Koch's waardevolle ontdekking, zou Virchow's anthropologische theorieën omver werpen. Innerlijk overtuigd van de waarheid van Koch's theorieën, heeft Virchow een zwaren strijd met zich zelf te strijden. Als die ge streden is, toont hij zich een groot man en schenkt aan Robert Koch's ontdekking de waardeering, waartoe hij als wetenschappe lijk mensch verplicht is. In deze film, welke in menig opzicht een tegenhanger is van de Amerikaansche Pas teur-film met Paul Muni in de hoofdrol, heeft Emil Jannings een opmerkelijke cre atie geleverd. Zijn Robert Koch, is een hel denfiguur geworden, maar een, die juist groot genoeg was door zijn volle mensche- lijkheid. Hierdoor kreeg de uitbeelding van dit leven hare diepe dramatische werking, hare belangstelling en haar felle bewogen heid. Hierdoor werd het conflict tot iets, wat iedereen boeien moet, ook al zou hem zelfs de stof, waarover de strijd gaat slechts ma tig of in het geheel niet interesseeren. Scene na scene spitst zich de groote strijd, waarin twee groote mannen als in een geestelijk duel tegenover elkaar staan, toe. Ook als tijdbeeld is deze film met zijn uitvoerige, maar niet minder rake milieu schildering, wel heel bijzonder geslaagd te noemen. Met de hoofdfiguren rijst ook weer een heele generatie uit bet verleden op en het is of wij werkelijk een blik kunnen slaan in het dagelijksche leven van de vorige eeuw. Elk detail aan deze film is met zorg be handeld. En hieruit spreekt wel de groote ernst van dit werk, de echte Duitsche „Gründlichkeit", waarmede deze film is op gezet. Emil Jannings heeft een Robert Koch ge creëerd, welke overtuigend is geworden tot in alle onderdeelen van zijn geliefd zwaar dramatisch spel. Waardeering zal zeker ook uitgaan naar Werner Krauss, die Koch's te genstander, Rudolf Virchow had uit te beel den en te belichten van een minder sympa thieke zijde. Opmerkelijke prestaties lever den ook Viktoria von Ballasko en Raimund Schelcher als Koch's assistenten evenals Hil- I degard Grethe als de goedwillende vrouw, die echter door haar eigen kleinheid de grootheid van haar man niet ontdekken kan. Hilde Koerber en Josef Sieber leveren in het begin van de film een prachtig getypeerd stukje boerenleven, niet alleen door mensche- lijk leed verkommerd, maar ook nog gees telijk uit het evenwicht gebracht door bij- geloovige praktijken. In deze schildering van het boerenleven, waarmede de film begint, plaatst de film echter een aantal opmerkingen over gees telijken bijstand welke ons niet recht duide lijk zijn en tot misverstand gereedelijk aan leiding kunnen geven. Overigens een prachtige boeiende film, welke wij voor personen boven 18 jaar kun nen aanbevelen. Dat deze film er een van Willi Forst is, kan men al dadelijk constateeren, wanneer de inzet de dolle vaart van een auto over een smallen weg weergeeft, tot het vehikel over dén kop slaat en in het water terecht komt. Uit het verstilde water doemt dan een volledig beheerschte handeling op, die den loop van het geheel verder bepaalt. De dolle jacht en de rust na de catastrofe spreken van het verschil tusschen de twee lingbroers, die den naam Ott dragen. En tel kens weer moet men aan de symbolieke flimtaal denken, ook wanneer het beeld met niet meer dan conventioneele middelen wordt voortgezet en men vergeefs speurt naar het ordenende en scheppende talent van den re gisseur, bij wien men zoo vaak opmerkelijke staaltjes van filmkunst, van een uitstekend begrip voor een origineele vormgeving heeft mogen apprecieeren. Intusschen moeten Forst's artistieke ca paciteiten voor een bijzonder zware taak zijn gesteld en dit zal wel de oorzaak zijn, dat „Ik ben Sebastiaan Ott" geen volledige Forst- film werd. Hij deelde de regie met Victor Becker en speelde zelf nog een dubbelrol. Al is deze, technisch gezien, geen buitenge wone prestatie, van het talent van den fiim- speier en vooral van diens werkkracht heeft ze uiteraard heel wat geeischt. Hieruit valt de conclusie te trekken, dat hoezeer het een ideaal zou zijn, de samen stellende componenten van het kunstwerk, dat film is, in één hand vereenigd te hebben, dit in verband met de enorme lichamelijke en Karl Ludwig Diehl, de bekende Duitsche filmacteur, die kort geleden is gesneuveld. tjes heeft te verzongen. De meeste van hen hebben voor hun genezing meer aan zijn menschenkennis, dan aan zijn medische kunde. Doch één ziekte is er, welke vooral onder de kinderen van het dorp een groote sterfte aanricht en waartegen de medicus zich machteloos voelt en weet. Als overtuigd aanhanger van den grooten Franschman Louis Pasteur heeft hij voor zich zelf de overtuiging, dat de gevreesde ziekte veroorzaakt moet worden door een bacil en dat deze door infectie zioh van de eene naar de andere patiënt voortplant. In zijn huis richt hij een primitief laboratorium in, en werkt daar onvermoeid, geholpen door een toewijdingsvol'le assistente, die in hem ge looft, terwijl zijn vrouw maar al te veel het oor leent aan de praatjes van haar omge ving, dat zij en haar man toch een veel onbezorgder leven konden hebben, indien hij zijn onderzoekingen maar liet varen en net deed als de anderen: gewoon. Hans Steinhoff, de regisseur" van „Robert Koch".

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1939 | | pagina 1