„THE
Robert Koch,
der Bekampfer des Todes."
Sebastiaan
Ik ben
Ott
Filmproblemen in
oorlogstijd.
ZATERDAG 28 OCTOBER 1939
over-
aarin Joan Crawford
schaduwd wordt do
Margaret Sulla van.
„DE KAT EN DE KANARIE"
Nieuwe versie van een oud
griezelverhaal.
Een indrukwekkende creatie
van Emil Jannings.
Steinhoff verfilmde een duel tusschen
twee geleerden.
Een merkwaardige film uit
de kunstwereld.
lanS1"6^ Verïeden", aldus luidt de Neder,
landsche ütei Van deze Amerikaansche fUm.
Het wordt bijna vervelend, er de aandacht op
te vestigen, dat deze uitlegging feitelijk kant
noch wal raakt. Steeds weer worden titels
verzonnen, die verschrikkelijk verlokkelijk
ve^e" daardoor juist niet het resultaat
dat men er blijkbaar van ver
er zich d* 'nteUigente filmliefhebber voelt
Wat Tu>r bÜ den neus genomen,
lokkende verw,ning hour" betreft' w'
onderwerp Van vormt slechts eve
in deze film ejndel°°s
werd gebracht. Van£t toewijding in hee
zekere Henry Linden (L®omen^ "n
zekere danseres ontmoet d^n ?Uglf oli
via Crwaford heet en de fümOh
staat als de vermaarde ster ford
doen ze niet veel anders dan rede en'
g wisselen dit slechts af met eer, sp™men
I1imkus.
.Het onderwerp van het gesprek is dp
Clale afgrond, die tusschen beiden gaa t D
°Ptimistische man meent dien afgr0nd ge
makkelijk te kunnen overbruggen, de m|er
Pessimistische en als altijd ook meer realis-
^ch denkende vrouw weet, dat op het bui.
mnverbiijf van den rijken aristocraat steeds
groeide~leden van de steeg, waarin ze op.
nieuwe'rfal staan tusschen haar en haar
Ten mgevi»g-
Linden voert .durven ze het aan en Henry
de huizing e ?'!Jn vr°uw van het cabaret naar
lang opperm^h? een oudere ZUSter
meent, de rest wP 8 heeft geregeerdMen
de schrijver van kunnen begrijpen. Maar
deze film gemaakt tooneelstuk- waarnaar
De ware liefde overwint in „The shining
hour" een ongeoorloofde liefde, een stil,
maar êffectief verzet tegen een mesalliance
en de naargeestigheid van een huwelijk,
waarin de genegenheid slechts van één kant
kwam.
In dit spiritueele spinneweb beweegt Joan
Crawford zich in de gedaante van een vam
pier. Met dit voorbehoud evenwel, dat het
niet geschiedt volgens de ouderwetsche' me
thode. Haar uiterlijk heeft iets van de „film-
vamp" van omstreeks 1920, maar inwendig
is ze veel gecompliceerder en volgens den
veelgebruikten modeterm „sophisticated".
Als ze ziet, dat ze overal verwijdering en
leed brengt, wil ze heengaan. Dan echter
breekt er een brand uit, waarin alle harts-
0chten verteerd worden en het einde is pais
en vrede.
Wat de Amerikanen in Joan Crawford
zien, kunnen we niet erg begrijpen. Alleen
t aa,r accent is ons een gruwel in het oor,
XJ haar verschijning ons oog evenmin kan
pe oren. Over het algemeen treedt ze op in
films, waarin geen medespeelsters een maat
staf tot vergelijking bieden. In „The shining
hour" is dit wel het geval. Margaret Sulla-
van speelt er de bijzonder moeilijke rol in
van Judy, de jonge vrouw, die weet dat haar
man niet van haar houdt, hem zelf sinds
haar jeugd bemint.
Men ziet in Amerikaansche films niet vaak
zulk een gevoelvol spel, zulk een inzicht in
de haar toegewezen taak. Op soihmige mo
menten in dit een enkele maal van Shakes-
peariaansche dramatiek ver\ aide gebeurren
herinnert ze sterk aan een andere, even sub
tiele creatie, van een gehalte, dat niet al
te vaak voorkomt. We bedoelen hier het spel
van de nog niet door Hollywood gelijkge
schakelde Simone Simon als het meisje Puck
in de Fransche film „Lac aux Dames". Het
is reeds lang geleden en toch, deze creatie
heeft stand gehouden in het overigens zoo
snel vervagende totaalbeeld der filmpro
ductie.
Margaret Sullavan geeft in „The shining
hour" iets, dat men niet licht zal vergeten.
In de door Frank Borzage gelijkmatig ge
regisseerde film, welke een goede ontspan
ning biedt, spelen verder mede Robert Young,
als David, de broer van Henry Linden, Fay
Bainter als Hanna, de zuster en enkele an
dere, verdienstelijke acteurs en actrices. Joan
Crawford studeerde voor de film speciale
dansen in. „The shining hour" is toelaatbaar
voor volwassenen en gaat deze week te Rot
terdam in het Grand Theatre.
op het oog dan het 1 1
loerschheden tusscL fpuulen van de ]a'
'en twee vrouwen.
werd, had nog iets anders
let uit
tchen
Was waarschijnlijk 2p,,„
tetoonen, dat de wa^ T bedoe1Vng aan
liikhc/i«., hefde over alle moei-
niet n deze bedoeling is hij
rl f/lthanS' de ontknooping met
de Z u dC ,V-f Z°enin§ der verschillen-
trokken10 tamelijk 8evarieerd conflict be-
aan. i\,t Persona8es- doet heel erg geforceerd
end" ZTZ aanSezlen aldus een „happy
te dn i ere*kt, zullen velen er zich niet
w druk om maken.
John Crawford en Robert Young in „Lokkend Verleden". (Grand Theatre.
Rotterdam).
geestelijke inspanning, welke het filmbedrijf
en meer nog de filmindustrie vergt, zulks in
de practijk nauwelijks doenlijk is, tenzij de
scenarioschrijver-regisseur-architect etc. etc.
jaren over een opdracht kan doen.
Overigens, al hebben we hier dan niet met
een gave film te doen, het is er een van bij
zondere kwaliteiten ten aanzien van spel en
gegeven. Het scenario van „Ik ben Sebastiaan
Ott" is in de eerste plaats actueel en uit het
dagelijksche gebeuren gegrepen. Er blijkt
door, hoezeer de filmindustrie belangrijke
gebieden van stof en inspiratie verwaarloost.
Eenigszins onnoodig, maar vermoedelijk
voorzichtigheidshalve wordt er aan herin
nerd, dat personen en gebeurtenissen volko
men fictief zijn. Maar er werden enkele ge
gevens in verwerkt, naar welker oorsprong
men niet lang behoeft te zoeken.
Ergens in Scandinavië is een beursmagnaat
gestorven. En men ontdekte in de gewelven
van zijn kasteel een geheim museum, waar
in meesterwerken hingen, waarvan een
ieder vermoedde, dat ze behoorden tot het
met tal van maatregelen beveiligde bezit
van de belangrijkste Europeesche musea.
Aanvankelijk meende men met copieën te
doen te hebben. Maar een expert stelt de
echtheid vast en roept bovendien nog de as
sistentie in van den beroemden Weenschen
kunstkenner en kunsthandelaar Sebastiaan
Ott. Wanneer ook deze voor de echtheid van
de gevonden schilderijen instaat, komt de
vraag naar voren, wat er zich in de bewuste
musea bevindt. Het blijkt, dat daar meester
lijke copieën hangen, door handige gauwdie
ven ,in de plaats gesteld van het kostbare,
origineele bezit. Door wie werd dit gedaan
en wie maakte de prachtige copieën?
In een vol spanning uitgewerkt verhaal
wordt deze vraag beantwoord en het blijkt,
dat een op het verkeerde pad geraakte broer
van Sebastiaan Ott hier aan het werk ge
weest is. De man gaat zelfs zoo ver, den
kunstkenner, die sprekend op hem lijkt, in
zijn plaats aan de politie over te leveren.
Het gebeuren nader aan te geven, zou een
minder hoofsch gebaar zijn tegenover de
velen, die ongetwijfeld van deze film zullen
genieten. Willi Forst is er in geslaagd, zijn
dubbelrol volkomen aannemelijk te maken.
Het zijn inderdaad twee aparte persoonlijk
heden, deze tweelingbroers, hoezeer ze ook
op elkander lijken. Trude Marlen, Paul Hör-
biger, Otto Tresier en Gustav Diessl dragen
het hunne bij tot den goeden totaalindruk.
„Ik ben Sebastiaan Ott" is toelaatbaar voor
volwassenen. De film gaat deze week te Rot
terdam in het Luxor Palast.
Nu de oorlogstoestand zijn stempel drukt
op het openbare en geestelijke leven, zal
menigeen, direct of indirect belanghebbende,
zich afvragen, welke uitwerking de veran
derde situatie zal hebben op den gang van
zaken in de filmwereld en tracht men aan
de hand van gegevens uit den voftigen o .r-
log voorspellingen te doen aangaande de fiim-
ontwikkeling in de eerstkomende jaren. Bij
een vergelijking met-de situatie iin 1914-1918
mag men echter niet uit het oog verhezen,
dat de stand van filmzaken een geheel andere
i-s geworden en dat men thans met geheel
nieuwe factoren rekening heeft te houden.
Bij het uitbreken van den vorigen oorlog
beschikte de film in de verste verte nog mat
'over de populariteit en de algemeene vei-
breidheid, die zij op dit oogemblik bezit en
was zij nog lang niet, wat zij thans is: een
onmisbare factor in het amusementsleven.
Omstreeks dien tijd was de Amerikaansche
filmindustrie zuiver een interne aangelegen
heid die zich sterk liet beïnvloeden door
Fransche en Italiaansöhe voorbeelden, en
zich nog in het geheel niet de groote export
mogelijkheden van latere jaren bewust was.
Die kwamen eerst gedurende den oorlog,
toen de oorlogvoerende landen in Europa
hun industrie voorloopiig stopzetten en hun
afzetgebieden prijsgaven aan een orgelimi
teerden Amerikaanschen import. Ook de
neutrale Europeesche landen met filmactivi
teit profiteerden mee van de tijdelijke mach
teloosheid der concurrentie en de Noorde
lijke landen (Denemarken, Zweden), maar
vooral Italië beleefden hun groote jaren op
filmgebied.
Na 1918 wijzigt zich deze situatie grondig.
Amerika blijkt zioh weliswaar voor goed een
plaats op de Europeesche markt veroverd te
hebben, maar Frankrijk herneemt zijn acti
viteit van voor den oorlog, zij het ook, onder
invloed van een bewustgeworden filmcritiek,
in een geheel andere richting en Duitschland,
dat zich uitgeworpen en vernederd gevoelt,
vindt de energie enhet geld (Krupp,
Stinnes) om een nationale industrie van
groote allure te grondvesten. Daarnaast blijft
vooral de Zweedsche productie nog eenige
jaVen van grooten invloed, maar nadat haar
beste krachten, als de regisseurs Victor
Sjöstrom en Mauritz Stiller door Hollywood
zijn opgekocht, neemt haar belangrijkheid
snel af. Hetzelfde gebeurt met de Italiaan-
sche industrie, dlie te vroeg haar hoo' epunt
'had bereikt en nu niet meer mee k„n met
de friseh ingezette concurrentie.
Zooals de zaken thans staan, heeft men te
maken met vier groote filmproduceerende
landten: Amerika, Frankrijk, Duitschland en
Engeland, waarvan de drie laatste hun acti
viteit voorloop ig geheel of althans voor het
grootste deel zullen moeten staken. De loo-
pende films zullen waarschijnlijk afgemaakt
worden een bericht, dat eenige bekende
Fransche acteurs verlof uit militairen dienst
kregen om nog niet voltooide producten tot
een goed einde te helpen, wijst in die rich
ting maar zelfs al zou met beperkt tech
nisch en artistiek personeel de productie ge
deeltelijk in stand kunnen worden gehou
den, dan nog zal het stimuleerend initiatief
tot nieuwe plannen voorloopig wel uitblij
ven. Tijdens den vorigen oorlog ontstond na
die eerste periode van stopzetting der be
drijven vooral in Frankrijk een hausse in de
nationalistisch getinte film, die het patriot
tische vuur moest aanwakkeren. Maar juist
doordat het publiek in de bioscopen gespaard
wilde blijven van, gedachten aan den ooidog,
die hen reeds ieder oogenblik van den dag
bezighield, ontstond de vraag naar de meer
neutraal-getinte Amerikaansche film en
werd hierdoor het paard van Troje binnen
gehaald. De toekomst zal leeren, of opnieuw
deze fout gemaakt zal worden, maar dat de
film als propagandamateriaal in de komende
jaren een groote rol gaat spelen, staat nu wel
vast.
Zooals het ook wel vast staat, dat Amerika,
evenals in de periode 1914-1918. het meest
van den nieuwen toestand zal profiteeren
Ai eenigen tijd heeft Hollywood er rekening
mee moeten houden dat de Duitsche en Ita
liaansöhe markt voor haar verloren waren
en derhalve zullen haar zorgen behalve naar
haar belangen in de neutrale landen, slechts
behoeven uiiit te gaan naar het behoud van
den Franschen en Engelschen afzet. Na een
korte periode, waarin het uitgaansleven in de
Gustav Diessl en Willi Forst in „Ik ben Sebastian Ott" (Luxor, Rotterdam).
groote Fransche en Engelsche steden sterk
aan banden was gelegd, tracht men daar
langzamerhand tot een meer normale situa
tie te komen in het besef, dat, na voedsel,
amusement een van de belangrijkste facto
ren is om bet moreel achter het front op peil
te houden.
Het lis te begrijpen, dat men in Hollywood
vooral nieuwsgierig is naar de bepalingen en
reglementen, die deze nieuwe situatie zul
len regelen en waarin ook de vertoonings-
tijden van de bioscopen zullen vastgelegd
V/orden.
Na de kalmeerende woorden van Louis B.
Mayer die de geruchten over [inkrimping der
bedrijven tegensprak, is de rust in Holly
wood weergekeerd en stelt men zich thans
op nieuwe misschien wel verhoogde produc
tiviteit in. Het probleem, dat blijft, vormt
het transport der film naar Europa. Uit de
ongewoon vele en lange prolongaties van
films in de hoofdsteden van ons land zou
men kunnen concludeeren, <jat de vrees voor
een toekomstig tekort aan films bestaat en
dat deze omstandigheid een vergroote acti
viteit in eigen studio's zou kunnen stimulee-
icn behoeft geenszins tot de onmogelijkheden
gerekend te worden.
Dat zijn zoo in het kort de moeilijkheden
en eventueele koersveranderingen die door
de veranderde omstandigheden veroorzaakt
worden. Men kan zioh in deze kwestie in
vele oplossingen en mogelijkheden verdie
pen, men kan zich laten voorlichten door de
oogensohijnlijk gelijke omstandigheden, nu
juist 25 jaar geleden, het eenige juiste ant
woord op al de problemen zal tenslotte
sieebts de toekomst kunnen geven.
C. B.
Wallace Beery in „Razzia in New-York" Sergeant Madden). Capitol en City,
Rotterdam).
„The Cat and Canary" zou men de klas
sieke „Thriller" kunnen noemen, niet alleen
omdat zij in haar oorspronkelijken vorm ge
regeld op het tooneel verschijnt, maar ook,
omdat zij tot voorbeeld heeft gediend voor
tallooze tooneel- en filmwerken in hetzelf
de genre, o.a. voor Ridley's beroemden
„Spooktrein".
De ingrediënten, waaruit, „de Kat en de
kanarie" is samengesteld, zal men in bijna
iedere griezelfilm aantreffen. Het zijn oude,
eenzaam gelegen landhuizen, piepende deu
ren en klapperende luiken, bewegende pa-
neelen en geheime gagnen. Het zijn schadu
wen en snerpende gillen, geheimzinnig be
wegende gordijnen, en dooden, die uit een
kast komen vallen. In één woord het zijn
al die elementen, waarmee men zich hartelijk
amuseert op een helderen, zonnigen dag en
die deel uitmaken van onze angstdroomen
en verbeelding, als het nachtelijk duister ons
afsluit van de realiteit der dingen.
Op het eenzame buiten van wijlen Cyrus
Canby Norman komen, tien jaar na diens
sterven, de bloedverwanten bijeen, om te
vernemen, wie de oude zonderling tot zijn
erfgenaam benoemd heeft.
Een nichtje van de overledene, Joyce Nor
man, blijkt universeel erfgenaam te zijn ge
worden. maar de andere familieleden hebben
nog een kleine kans, wanneer het meisje
krankzinnig wordt of sterft binnen een maand
na de opening van het testament. Dan zal de
erfenis overgaan naar een tweede familielid,
waarvan de naam vermeld staat een brief,
die nog in de safe van den zonderlingen Nor
man gelegen zou hebbeen, als niet een on
bekende indringer hem eruit had genomen.
In een opeenvolging van schrikwekkende ta-
freelen wordt nu getracht, het nichtje Joyce
krankzinnig te maken, maar het dappere
Emil Jannings als
Robert Koch.
meisje doorstaat glansrijk de beproeving, bij
gestaan door een niet heel moedigen, maar
wel toegewijden tooneelspeler, wien dan ook
de belooning van de happy-ending kus niet
omgaat.
In lang vervlogen jaren heeft de Duitsche
regisseur Paul Leni, vooral bekend door zijn
.Wachsfigurenkabinett" in Hollywood „de
Kat en de Kanarie" verfilmd en daarna zal
dit nog wel eenige malen gebeurd'zijn, zon
der dat deze pogingen tot,onze bioscopen zijn
doorgedrongen. De nieuwste versie van El
liott Nugent, die de Paramount than$ uit
brengt, bereikt niet het niveau, waarop in
onze herinnering het werk van Leni stond,
maar zij werd in haar soort een acceptabele
prestatie, waarin o.m. Bob Hope, Paulette
Goddard en Gale Sondergard hun rollen naar
hun aard geestig, dramatisch en exotisch
speelden. Achttienjarigen en ouderen, die van
griezelen houden, mogen „Kat en Kanarie"
niet missen.
Twee prominente figuren uit de Duitsche
filmwereld' Hans Steinhoff, de bekende re
gisseur en Emil Jannings de nog meer be
kende acteur, hebben een film gemaakt, wel
ke gewijd is aan Robert Koch, een der grond
leggers van de moderne bacteriologie, den
ontdekker van de tuberkelbacil.
Het was geen geringe opgaaf, welke zij
zich stelden: door middel van de film het
leven van dezen grooten geleerde, wiens on
derzoekingen voor de heele menschheid een
zegen zijn geweest, op een waardige wijze
uit te beelden en een indruk te geven van
den harden, zelfopofferenden strijd, welken
deze groote man heeft moeten voeren. Men
zou kunnen zeggen: de verwekker van de
gevreesde tuberculose had vele bondgenoo-
ten. Daar was de domme eigenwijze massa
.met haar ongezonde levensgewoonten. Daar
was het bijgeloof, welig tierend in de krin-
T?en van allerlei sectarische kwakzalvers.
Daar was de tegenwerking van de officieele
wetenschap wedce zich in een bepaalde
richting had vastgelegd. Daar was de stem
van het hart en van de liefde, welke door
gaans de grootheid van gemoed niet weet
te onderkennen en niet beseffen kan, wat
de toewijding aan een groot ideaal voor of
fers ook aan de naaste omgeving gewoonlijk
Vraagt.
Wanneer in deze film de gordijnen vaneen
gaan en de figuur van Robert Koch te voor-
scbyn treedt, is hij de eenvoudige platte
landsdokter, die in den kleinen kring van zijn
kleine medernenschen alle kwalen en kwaal-
Koch heeft zich evenwel in een strijd ge
worpen, een levensstrijd, waarin hij als held
moet ondergaan of overwinnen. Dat dit laat
ste het geval zal worden, daar ziet het in
den beginne niet naar uit. Zelfs niet wan
neer de geniale man eindelijk in Berlijn een
kliniek krijgt en daar zich vollediger aan
zijn onderzoekingen kan wijden.
Eerst na een eindelooze reeks van reacties
gelukt het den tuberkelbacil te ontdekken
en dan breekt eigenlijk nog het moeilijkste
van alles aan: te bewijzen, dat_ wat hij ge
vonden heeft, inderdaad de verwekker der
gevreesde ziekte is. Want al heeft de bacte
riologie langzamerhand meer aanhangers ge
kregen, de officieele wetenschap belichaamd
en bekroond in den Berlijnschen professor
Rudolf Virchow, neemt die „bacillenjagers"
niet voor honderd procent au serieux. Dagen
lang sluit Koch zich in zijn laboratorium op
met. het gevolg, dat zijn gezinsleven zelfs
dreigt te 'niet te gaan. Tot het uiterste spant
Koch zich evenwel in om zijn strijd tot een
volledig beslissend einde te brengen.
Het wordt tenslotte een vrij scherpe tegen
stelling tusschen Prof. Virchow en hem,
waarbij ook het menschelijke zijn scherpe
kanten vertoont. Wanneer hij eindelijk zijn
schitterende overwinning reeds heeft behaald
door zijn ontdekking ook empirisch te be
wijzen, dan nog onthoudt Virchow zich van
een positieve uitspraak. De erkenning van
Robert Koch's waardevolle ontdekking, zou
Virchow's anthropologische theorieën omver
werpen.
Innerlijk overtuigd van de waarheid van
Koch's theorieën, heeft Virchow een zwaren
strijd met zich zelf te strijden. Als die ge
streden is, toont hij zich een groot man en
schenkt aan Robert Koch's ontdekking de
waardeering, waartoe hij als wetenschappe
lijk mensch verplicht is.
In deze film, welke in menig opzicht een
tegenhanger is van de Amerikaansche Pas
teur-film met Paul Muni in de hoofdrol,
heeft Emil Jannings een opmerkelijke cre
atie geleverd. Zijn Robert Koch, is een hel
denfiguur geworden, maar een, die juist
groot genoeg was door zijn volle mensche-
lijkheid. Hierdoor kreeg de uitbeelding van
dit leven hare diepe dramatische werking,
hare belangstelling en haar felle bewogen
heid. Hierdoor werd het conflict tot iets, wat
iedereen boeien moet, ook al zou hem zelfs
de stof, waarover de strijd gaat slechts ma
tig of in het geheel niet interesseeren. Scene
na scene spitst zich de groote strijd, waarin
twee groote mannen als in een geestelijk
duel tegenover elkaar staan, toe.
Ook als tijdbeeld is deze film met zijn
uitvoerige, maar niet minder rake milieu
schildering, wel heel bijzonder geslaagd te
noemen. Met de hoofdfiguren rijst ook weer
een heele generatie uit bet verleden op en
het is of wij werkelijk een blik kunnen slaan
in het dagelijksche leven van de vorige
eeuw.
Elk detail aan deze film is met zorg be
handeld. En hieruit spreekt wel de groote
ernst van dit werk, de echte Duitsche
„Gründlichkeit", waarmede deze film is op
gezet.
Emil Jannings heeft een Robert Koch ge
creëerd, welke overtuigend is geworden tot
in alle onderdeelen van zijn geliefd zwaar
dramatisch spel. Waardeering zal zeker ook
uitgaan naar Werner Krauss, die Koch's te
genstander, Rudolf Virchow had uit te beel
den en te belichten van een minder sympa
thieke zijde. Opmerkelijke prestaties lever
den ook Viktoria von Ballasko en Raimund
Schelcher als Koch's assistenten evenals Hil-
I degard Grethe als de goedwillende vrouw,
die echter door haar eigen kleinheid de
grootheid van haar man niet ontdekken kan.
Hilde Koerber en Josef Sieber leveren in
het begin van de film een prachtig getypeerd
stukje boerenleven, niet alleen door mensche-
lijk leed verkommerd, maar ook nog gees
telijk uit het evenwicht gebracht door bij-
geloovige praktijken.
In deze schildering van het boerenleven,
waarmede de film begint, plaatst de film
echter een aantal opmerkingen over gees
telijken bijstand welke ons niet recht duide
lijk zijn en tot misverstand gereedelijk aan
leiding kunnen geven.
Overigens een prachtige boeiende film,
welke wij voor personen boven 18 jaar kun
nen aanbevelen.
Dat deze film er een van Willi Forst is,
kan men al dadelijk constateeren, wanneer
de inzet de dolle vaart van een auto over
een smallen weg weergeeft, tot het vehikel
over dén kop slaat en in het water terecht
komt. Uit het verstilde water doemt dan een
volledig beheerschte handeling op, die den
loop van het geheel verder bepaalt.
De dolle jacht en de rust na de catastrofe
spreken van het verschil tusschen de twee
lingbroers, die den naam Ott dragen. En tel
kens weer moet men aan de symbolieke
flimtaal denken, ook wanneer het beeld met
niet meer dan conventioneele middelen wordt
voortgezet en men vergeefs speurt naar het
ordenende en scheppende talent van den re
gisseur, bij wien men zoo vaak opmerkelijke
staaltjes van filmkunst, van een uitstekend
begrip voor een origineele vormgeving heeft
mogen apprecieeren.
Intusschen moeten Forst's artistieke ca
paciteiten voor een bijzonder zware taak zijn
gesteld en dit zal wel de oorzaak zijn, dat
„Ik ben Sebastiaan Ott" geen volledige Forst-
film werd. Hij deelde de regie met Victor
Becker en speelde zelf nog een dubbelrol.
Al is deze, technisch gezien, geen buitenge
wone prestatie, van het talent van den fiim-
speier en vooral van diens werkkracht heeft
ze uiteraard heel wat geeischt.
Hieruit valt de conclusie te trekken, dat
hoezeer het een ideaal zou zijn, de samen
stellende componenten van het kunstwerk,
dat film is, in één hand vereenigd te hebben,
dit in verband met de enorme lichamelijke en
Karl Ludwig Diehl, de bekende Duitsche
filmacteur, die kort geleden is gesneuveld.
tjes heeft te verzongen. De meeste van hen
hebben voor hun genezing meer aan zijn
menschenkennis, dan aan zijn medische
kunde. Doch één ziekte is er, welke vooral
onder de kinderen van het dorp een groote
sterfte aanricht en waartegen de medicus
zich machteloos voelt en weet.
Als overtuigd aanhanger van den grooten
Franschman Louis Pasteur heeft hij voor zich
zelf de overtuiging, dat de gevreesde ziekte
veroorzaakt moet worden door een bacil en
dat deze door infectie zioh van de eene naar
de andere patiënt voortplant. In zijn huis
richt hij een primitief laboratorium in, en
werkt daar onvermoeid, geholpen door een
toewijdingsvol'le assistente, die in hem ge
looft, terwijl zijn vrouw maar al te veel het
oor leent aan de praatjes van haar omge
ving, dat zij en haar man toch een veel
onbezorgder leven konden hebben, indien hij
zijn onderzoekingen maar liet varen en net
deed als de anderen: gewoon.
Hans Steinhoff, de regisseur" van
„Robert Koch".