door W. G. SICKESZ „Quo Vadis?"-pla""en onontbeerlijk bij toekomstigen vrede (schrijver van „QUO VADIS? MAAMTAG 20 NOVEMBER 1939 VISSCHERIJ FAILLISSEMENTEN, AANBESTEDINGEN PAARDENSPORT. landelijke RUITERS MARKTBERICHTEN, UITLOTINGEN, DE VIER STADIA IN DEN LEVENSLOOP VAN HET PRODUCT WAAR DE FOUT ZIT WIJ MOETEN GEREED ZIJN! NOODZAKELIJKE WETTELIJKE BEPALINGEN TER BEKORTING VAN DEN LEVENSDUUR VAN HET PRODUCT. PLAN A. NEERLANDS ROEPING ER WORDT REEDS DAGELIJKS VERNIETIGD! k„ uit 20 netten, KW. 43 10 k., uit 20 netten, KW. 65 20 kuit 30 netten, KW. 44 17 k., KW. 22 30 k. uit 40 neten, KW. 31 45 k. uit 40 netten, KW. 151 20 k. uit de halve vleet, KW. 127 50 k. uit de halve vleet. SCHEVENINGEN, 18 November (Versche visch). Tong 2 per kg., versche haring 7.20 7.80 per 40 kg. Met versche visch waren hedenochtend aan de markt twee schokkers met tezamen 83 besom ming. de onder de firma Brandstoffenhandel fa. Vaes en Platje. OPGEHEVEN: (wegens gebrek aan actief): AMSTERDAM, 16 Nov. S. Polak. DIEREN (gem. Rheden) M. G. Reymerink. GOUDA, 15 Nov. A. G. Floor en haar echtge HEER, H. Aerts. HEERLEN. F. Starremans. noot L. Edelman, beiden te Gouda. HILVERSUM, 16 Nov. D. Waterman. C. van Heurden. STRAMPROY, 16 Nov. P. J. Steyvers. GEëINDIGD: (door homologatie van het accoord) EINDHOVEN, 7 Nov. P. v.d. Waarden-Schel- lekens. Uitk. 35 pet. NIJMEGEN, 16 Nov. J. P. van der Heyden Uitk. 5 pet. VALBURG, 16 Nov. M. M. Heuff. Uitk. 20 pet. GEDEP, UITDEELINGSLIJSTEN: HEERLEN, 13 Nov. M. H. Lutgens. Geëindigd door het verbindend worden der eenige uit- deelingslijst. Uitk. 28.59 pet. ROTTERDAM, 13 Nov. P. Dijkgraaf. Idem. nihil. gebeurt landelijke ruiters van beide ver- eenigingen elkaar op in onderling overleg vastgestelde landelijke ruiterwedstrijden in Nederland kunnen ontmoeten. Het is voor de besturen van beide ver- eenigingen een groote voldoening, dat door deze overeenkomst een samenwerking is tot stand gekomen tusschen beide vereenigingen op landelijk ruitergebied, een samenwerking, waardoor beide vereenigingen elkaar er kennen om zoodoende gezamenlijk het doel, dat zich de landelijke ruitersport in Neder land heeft gesteld, te kunnen bereiken en werkzaam te zijn voor het heil van .iederen 1 andelijken ruiter afzonderlijk. (Opgegeven door v. d. Graaf en Co. A'dam) UITGESPROKEN: AMSTERDAM, 17 Nov. Klaas Blom, kleerma ker, Hoofdweg 308huis. R.C. mr. P. F. Swager- man, Cur. mr. H. Boekei, N. Spiegelstraat 23. TILBURG, 17 Nov. Bernardus A. Geers geb. te Tilburg 14 Juli 1885, sigarenwinkelier, thans magazijnbediende, Nieuwe Goirlescheweg 6. R.C. mr. H. W. W. Andreae. Cur. mr. G. Buddemeijer Nieuwlandstraat 6. J, M. van den Hoek, caféhouder, Heuvel 11. R.C. mr. H. W. W. Andreae, Cur. mej. mr. Pass- toors, Willem Il-straat 38. CASTRICUM, 14 Nov. Tijs Reurekas, winke lier, Burg. Mooystraat 12. R.C. mr. H. M. Fruin, Cur. mr. P. S. Winkel. Hoorn. ESBEEK, 17 Nov. Anna Maria van Hamond, weduwe van L. Vugts en daarna van Adr. W. v. d. Winkel, Esbeek (gem. Hilvarenbeek) D. n0, 1. R.C. mr. H. W. W. Andreae, Cur. mr. Th. Taminiau, Tilburg Willem Il-straat 92. GRONINGEN, 17 Nov. J. Roorda, stoffeerder en handelaar, Schuitendiep 80, R.C. mr. H. J. E. Engelkens, Cur. mr. E. Frank, Schuitendiep 25a, Groningen. HEER HUGOWAARD, 14 Nov. Johannes Wijn- ker, winkelier, Middenweg G. 130. R.C. mr. J. Krabbe, Cur. mr. A. J. Veldman, Den Helder. LOPPERSUM, J. Vlaswinkel aannemer. R.C. mr. H. J. E. Engelkens, Cur. mr. A. B, Bood, Oude Boteringestraat, Groningen. WINSCHOTEN, 17 Nov. Louis Benima, in ma nufacturen, Zuiderstraat 22. R.C. mr. J. Feitsma, Cur. mr. F. L. Polak. DE WILP (gem. Marum), 17 Nov. A. Friso, schilder, R.C. mr. H. J. Engelkens, Cur. mr. G. A. Swart, Niekerk, gein. Oldekerk. VERNIETIGD: (na gedaan verzet) ZWOLLE, 17 Nov. A. J. Platje, handeldrijven- Helmond, 18 November. Alhier ls aanbesteed het bouwen van een 7-klassige jongensschool in de nieuwe St. Leonardusparochie. Laagste In schrijver: Thtjssen, Klaassen en Wessels te Wijchen voor 44.680. BERKEL, 18 November. (Coöp. Groenten- en Bloemenveilingver.) Oranje nassau 3.806.75, better tymes f 3.104.60, edith helen 1.03 5.15, pechthold 2.45—3.70, briar cliff 2.30—3.50, aug. noach 2.55—3.50, rosalandia 33.10 per 100 stuks: stk ekport 14.60, 1. germ 7.6012, mo nument geel 11.40, idem wit 9.60, mon yellow 9.80, nefo 7.80—8, bringaur geel 7, idem wit 6.40 per 100 stuks, ray. tros 9 ct., troschrysan- then 1317 ct. per bos. DELFT, 18 November. Kaas. Aanvoer 6 sta pels komtJne 1257 kg., 50—54 ct. per kg. Handel kalm. Wraak. Op een dameskransje komt het geval ter sprake van een weduwnaar, die kort na den dood van zijn vrduw weer aan trouwen denkt. ,Hoe gauw zoo'n man zijn vrouw toch kan vergeten", meent een uit het gezelschap. „Nou, als ik wist dat de mijne zoo iets doen zou dan....", zei een ander. „Wat zou u dan doen?" „Ik zou er bijtijds een voor hem uitzoe ken". PREMIELEENING BELGIE 1933. Trekking van 18 November 1939. Met frs. 500.000 werd uitgeloot 270.710. STAD BRUSSEL 1905. Trekking van 15 November. Uitgeloot met 10.000 frs. serie 127001 no. 21, met 2500 francs serie 135521 no. 11, met 1000 francs serie 121900 no. 3, met 500 francs serie 24327 no. 5, met 500 francs serie 48110 no. 17. „Wat rijden al die mansdten ge vaarlijk vandaag", dacht immers vanmiddag achter het stuur. (Hoe zegt men dat ook weer van dien splinter, dien balk en uw oog?—.) den „bezitter", die, althans oogenschijniijk, 't meest bij een zoo lang mogelijk bestaan van zijn product gebaat is. Ik herhaal het woord „oogenschijniijk", omdat hij uitvoering der „Quo Vadis?"- plannen weldra blijken zal, dat ook de „bezitter" daarbij ten zeerste gebaat ls, daar hij zonder twijfel eveneens zijn aan deel zou ontvangen van de geweldige voor- deelen (zie begrooting deel II), die daaruit voor heel de gemeenschap zouden voort vloeien. nader ingaan. Slechts wil ik hier nog aan toevoegen, dat in sommige gevallen in de practtjk een samensmelting kan plaats vin den van de toepassing der beide sub a en b genoemde wetten, en wel dusdanig, dat in sommige nauwkeurig uit te zoeken geval len de „vernietiging" van een half of drie kwart versleten product, welke het gevolg zou zijn van de „bekorting van den levens duur" daarvan, vervangen zal kunnen wor den door het „wegschenken" er van, dé&r, waar onvoldoende koopkracht aanwezig is om zulke producten zelf te koopen. Het product maakt van het oogenblik af, dat aangevangen wordt met de fabricatie er van, nl. het uit de aardkorst te voor schijn brengen der delfstoffen, of voor zoo ver het grondstoffen betreft, die aan de oppervlakte der aarde groeien, de teelt daarvan tot op het oogenblik, dat het product gereed en zelfs aan het einde van zijn levenswandel gekomen is, dus tot aan de „consumptie", resp. de „slooping" van het oude, geheel of gedeeltelijk versleten product vier verschillende stadia door, nl.: a) De voortbrenging (de fabricatie plus transport) b) De distributie (groothandel, klein handel en wederom transport); c) Het „bezit"; d) De consumptie of de slooping. Nu z(jn de sub a, b en d genoemde stadia die, waarin de „gemeenschap" het meest de baten plukt van de verschillende ver- riéfttingen, die daarbij plaats vinden, waar in, de groote geldcirculatie geschiedt, die het hartebloed vormt van onze economische organisatie, en die de gemeenschap en het individu de zoo noodzakelijke „koop kracht" schenkt. Stadium c, het „bezit", is goed beschouwd het stadium van den stilstand, waarin het voornamelijk de bezitter is, die profiteert van zijn „bezit", en de gemeenschap slechts in zooverre, dat men deze moet beschou wen als de'som der individueele bezitters. Nu doen wij goed, ons ten aanzien der „QUO VADIS1 "-plannen voorloopig uit sluitend te bepalen tot huizen, schepen, machines en auto's. Van het standpunt der „gemeenschap" beschouwd, zou deze er dus het meest bij gebaat zijn, althans zoolang zij over vol doende dezer producten beschikt, wanneer een „product" onmiddellijk na gereed komen wederom vernietigd werd. Want bij dit „vernietigen", de slooping, speelt weder om de loon-factor een groote rol (geld circulatie en nieuwe koopkracht), terwijl door die vernietiging van het product wederom aan het groote „productie-appa raat", waarover onze „gemeenschap" be schikt, de gelegenheid geboden wordt, nieuwe producten voort te brengen, hetgeen wederom nieuwe geldcirculatie en nieuwe koopkracht ten gevolge heeft. De belangen van den „bezitter" zijn voor een groot gedeelte precies tegenovergesteld aan die van de „gemeenschap", want hij toch is er oogenschijniijk het meest bij ge baat, zijn „bezit" zoolang mogelijk te ge bruiken, althans dat bezit, dat niet voor de consumptie bestemd is, zooals b.v. huizen, machinerieën, schepen,^ etc. etc., en de be zitter moet, door het gebruik van zijn bezit (product), eerst weer den koopprijs voor het volgende nieuwe product zien te ver garen. Dit nu vindt plaats via het afschrijvings systeem, waarbij de „bezitter" in den kost prijs van zijn product, in den passage- of vrachtprijs, of in den huurprijs van zijn huis, deze afschrijving verdisconteert. De „Quo Vadis?"-plannen stellen voor als afschrijvingspercentage voor hulzen, schepen en machines resp. IS, 4 en 7i voor auto's een nader te bepalen aantal K.M. Deze percentages kunnen echter voor ieder land aan de omstandigheden worden aangepast. Nu ben ik door mijn studies dezer vraag stukken tot de zeer bijzondere conclusie gekomen, dat de fout, welke in onze maat schappij, dus door ons menschen, gemaakt w°rdt, deze Is, dat men geneigd is t e v e e I waarde te hechten aan het „bezit" van zijn producten, terwijl men verre onderschat de waarde, welke de producten voor de „ge meenschap" hebben in de periode van het nieuw aanmaken of den nieuwbouw, zoo mede die der distributie in het algemeen genomen gedurende de stadia A, en D, terwijl men 6ók zeer onderschat den om vang van de geldcirculatie, welke het ge volg Is van nieuw produceeren, en dus ook de koopkracht-verhooging, die op haar beurt uit de sterk toegenomen geldcircu latie voortvloeit. Als gevolg van dit alles gebruikt de eige naar zijn „bezit" te lang, en benadeelt daar mede de gemeenschap, die hij de mogelijk heid onthoudt om nieuw voort te brengen, heligeen weer ten gevolge heeft, dat het pro ductie-apparaat ten deele stil komt te staan en dus onbenut blijft. In de toekomst zal de Juiste regeling eener welvarende maatschappij dus slechts bestaan uit een compromis tusschen de belangen van de „gemeenschap", die bij een zoo kort mogelijk bestaan van het pro duct gebaat is (mits er maar niet vernietigd wordt zonder gelijktijdige vervanging) en middellijk na het onderteekenen van het nieuwe vredesverdrag. Dit alles voor oogen, zal de lezer thans kunnen begrijpen, van welk een groote be- teekenis deze „QUO VADIS7"-plannen zijn, en welk een belangrijke rol zij in de toekomst der volkeren zullen hebben te spelen. Of dit reeds weldra hét geval zal zijn, hangt dus geheel af van de vraag, of de vrede al of niet spoedig voor de deur staat. Natuurlijk kan deze toestand nog lang duren, doch waar wij er getuige van zijn, hoe H.M. Koningin Wilhelmina en Z.M. Koning Leopold HI steeds actief blijven ten aanzien van het vredesvraagstuk, dan is het gewenscht, dat wij er rekening mede houden dat er ook een kans is, dat de wereld plotseling, geheel onverwacht dus, blijde verrast wordt met een spoedigen nieuwen vrede. Geen vrede mag echter wachten op de vredemakers, die nog niet gereed zijn, en daarom is het noodig, dat spoedig wordt uitgemaakt door daartoe bevoegden, of mijn meening juist is, dat bij den toekom- stigen vrede de „QUO VADIS ?"-plannen zulk een belangrijke rol, alé hier geschre ven staat, zullen hebben te vervullen en zoo ja, dan is het evenzeer noodig, dat die genen, die er voor in aanmerking komen om bi) het samenstellen van den toekomsti- gen nieuwen vrede een werkzaam aandeel te nemen, zich ten spoedigste in de bijzon derheden dier plannen inwerken. Er zal dus in de toekomst een wettelijke regeling gemaakt moeten worden voor de jaarlijksche afschrijvingen, die, goed be schouwd, in de meeste goed geleide onder nemingen reeds usance zijn, terwijl de „bezitter" van een product (huls, schip, machine en/of auto) verplicht zal zijn, na beëindiging der afschrijvingsperiode zich van zijn product te ontdoen (vernietigen of laten vernietigen), in enkele gevallen tweedehands verkoopen, b.v. btj auto's. Soms zullen afgedankte producten in plaats van vernietigd, weggeschonken worden, daar waar te weinig koopkracht is. Uit dit alles zal, practisch genomen, de noodzake lijkheid voortvloeien, dat er een nieuw pro duct gefabriceerd of gebouwd wordt. Het komt den ontwerper der „Quo Vadis? "-plannen voor, dat de hierboven genoemde percentages waarschijnlijk de meest juiste zullen blijken te zijn, zoodat de levensduur van huizen, schepen en ma chinerieën zou bedragen resp. 75, 25 en 13J jaar, en, gelijk reeds gezegd, voor auto's een nader te bepalen aantal K.M. De „bezitter" ls in die jaren dan in de gelegenheid om via dit afschrijvingsstelsel de koopsom te vergaren voor het nieuwe „product", dat hij na afloop van den afschrij vingstermijn zal hebben aan te schaffen en dit nieuwe product zal hem, goed be schouwd, dus betaald worden, of zijn, door den huurder van zijn huis, door de passa giers en bevrachters van zijn schip of door den consument of gebruiker van het artikel, dat met zijn machine-installatie is vervaar digd, terwijl al deze categorieën gebruikers of consumenten, evenmin als thans, er in de toekomst iets van zullen bemerken, dat zij in den detail- of inkoopprijs van een artikel, met hun passage-biljetten of in den vrachtprijs voor de goederen, die zij hebben te verzenden, telkenmale een heel klein onderdeel betalen van de toekomstige machines en schepen, gelijk dit in de toe komst ook met de huurders van een huis het geval zal zijn. Nog zij hier naar voren gebracht, dat een „bezitter", wiens bezit (een machine b.v.) via het afschrijvingsstelsel In waarde op de balans tot nul gulden is gereduceerd en aan wien dus, gelijk gezegd, door zijn clientele reeds de nieuwe nog te koopen machine ten volle betaald is, doch die daarna nog zou voortgaan deze oude, half- of driekwart versleten machine te benut ten, goed beschouwd een on-sociale daad verricht en zeker handelt in strijd met het „gemeenschapsbelang", dat er ten zeerste bij gebaat zou zijn, als hij de nieuwe ma chine wel liet maken. De wetgever, die den bezitter dus zal verplichten tot het vernietigen, hetgeen practisch genomen neer zal komen op het vernieuwen van zijn machine, nadat deze geheel afgeschreven is, voorkomt daardoor zulk onsociaal handelen, beter gezegd, een voor de gemeenschap schadelijk nalaten. Laat men verder niet vergeten, dat het „vernietigen" dat bij de „QUO VADIjS ?"- plannen (de bekorting van den levensduur van het product) beoogd wordt, reeds da gelijks plaats vindt en dus reeds een feit i s, want dagelijks tooh vernietigen tallooze millioenen krachtige mannen op de wereld de werkloozen in hm nietsdoen de „mogelijkheid" om voort te brengen. Dit toch is ook een soort kapitaalvernietiging, althans het vernietigen van de mogelijkheid om kapitaal te vormen. De „QUO VADIS ?"- plannen beoogen de vernietiging van het „doode" product, dat reeds half of drie kwart versleten ls, van een stuk geaccu- muleerden, vroeger verrichten arbeid dus. teneinde daardoor de mogelijkheid te scheppen, nieuwe .producten te fabriceeren, nieuw kapitaal te vormen en aldus den levenden recht op arbeid en geluk heb- De eerstvolgende vief alina's zijn wel zeer belangrijk, want daarin tooh wordt het geheim der „QUO VADIS?"-plannen ge openbaard, en wel hoe het mogelijk is, dat men kan „vernietigen" zonder schade te lijden. Integendeel, er zelfs nog grooter. veel grooter „waarde" voor terugkrijgt, die men anders niet zou verkrijgen. Over elk der argumenten, die zoo dadelijk met slechts enkele woorden zullen worden aangestipt, zou een uitvoerig opstel te schril- ven zijn. Ik zal dan ook ln één mijner vol gende artikelen op het een en ander nader terugkomen. Nogmaals: laten toch alleen zij, die deze economische factoren en neg veel meer „vol komen", doch bovenal „practisch" beheer- schen, voortaan mijn „QUO VADIS?"p!annen ln het openbaar becritiseeren, doch laten alle anderen, in het belang van het bedreigde en lijdende menschdom, zwijgen. (Adv.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1939 | | pagina 1