HET WARE LEVEN van Rudolf Valentino. „Johann Strauss ONZE KONINKLIJKE MARINE. Hij verliet Italië na een armoedige jeugd. DRIE VROUWEN EN VERDI. „MEISJE VOOR DAG EN NACHT". ZATERDAG 2 DECEMBER 1939 Charley Chaplin's geboortehuis DE „BEER BARREL POLKA". EEN CIGARETTEN-MEISJE NAAST GARBO. „DAS HERZ EINER KöNIGIN". SONJA HENIE LEERT MICKEY ROONEY KUNSTRIJDER. DE OORLOG VERANDERT EEN SCENARIO. Een familie roman-film. EEN FILM VOOR VISSCHERS. BETTY COMPSON WEER OP HET WITTE DOEK. De grootste held van het witte doek, wiens overlijden in de Vereenig.de Staten ongeveer als een nationaal verlies werd gevoeld, de onvolprezen volgens sommigen althans Rodolfo Guglielmi, zooals hij eigenlijk heette, heeft een graftombe, waarover sagen de ronde doen. Elk jaar zou er een dame in het zwart verschijnen, die snel een krans legt, even in gepeins verzonken staat en dan weer ver dwijnt, om vervolgens het jaar daarop weer precies het zelfde te doen. Ze is zwaar gesluierd en tot nu toe zou het zelfs aan de zoo nieuwsgierige en doortastende Ameri- kaansche journalisten niet gelukt zijn, vast ,te stellen wie ze is. Dergelijke geheimzinnige 'verhalen doen nog steeds de ronde bij hen, voor wie „Rudi" onvergetelijk is. Het weder in roulatie' brengen van enkele zijner succes volle films heeft misschien de huidige gene ratie filmliefhebbers ziCh. doen afvragen, wat men toch in 's hemels naam in den man zag, maar onder zijn oude getrouwen bevestigden ze zijn roem. Wanneer men Rudolf Valentino vergelijkt met acteurs als Clark Gable en Gary Cooper, komt hij er niet bepaald voordeelig af, althans als kunstenaar. Maar het kan niet worden ontkend, dat hij de verpersoonlijking was van de romantiek. Gable zoowel als Cooper spelen uitstekend. Ze zijn echter wel een beetje te Amerikaansch zakelijk. Wanneer we bij de hedendaagsche artiesten van het witte doek zouden zoeken naar een soort gelijke figuur als Rudolf Valentino, dan zou het eerst de Franschman Charles Boyer in {je gedachten komen. Voor velen zal dit inmiddels een beleediging ten opzichte van den Franschman lijken. Bij een beoordeelmg van Rudolf Valentino eischen de eerlijkheid en een onbevooroor deelde waardeering, dat men den tijd in aanmerking neemt, waarin hij naar voren kwam en de behoefte van het toenmalige filmpubliek. Rudolf Valentino's grootste kracht was misschien wel, dat hij in zijn rollen geloofde en ze met overtuiging en overgave speelde. Hij gaf er in, wat hij geven kon en zooals men het vah hem verlangde, zooals het ook in die dagen zelfs onder ontwikkelde lieden, zeer zeker in het buiten land, aanvaardbaar werd geacht. t Hij was inmiddels de eerste „fatale man en werd in zijn later genre slechts door Rudolf Valentin0 in >,De Zoon van den Sheik". vrouwen overtroffen. In werkelijkheid Is hij minder fataal geweest, dan zijn vereersters veronderstellen. Zeker drie kwart van het geen in de talrijke levensbeschrijvingen van hem is neergeschreven, moet als onwaar worden beschouwd. In Italië, waar men nog steeds erg trotsch op Rodolfo Valentino is, heeft men gebruik gemaakt van zijn zooveeiste, weinig geloof waardige biografie, om eens voor goed en duidelijk vast te stellen, wie en wat Guglielmi eigenlijk was. Hij werd geboren to het Jaar 1895, op den zesden Mei, in het stadje CasteUaneta. zijn vader was daar veearts. Zijn moeder heette Maria Gabriella Berta Barbm Dn iaatste moet speciaal naar voreh W01 ei^ Sebraoht, omdat een barones Sarah Veskaja, <Jie be weert, Rudolf Valentina van zijn jeugd af gekend te hefcu-n, van hem zegt, dat hij 2ijn pseudoniem na am in verband met bet feit, dat zijn moeder Valentina d'Atognolia heette. De kleine Guglielmi werd gedoopt met de namen Rodolfo, Pietro, Filiberto, Raffaele. Vader Guglielmi stierf in 1906 aan de malaria toen Rodolfo dus elf jaar oud was. Hij llet moeder en kinderen vrijwel in armoede achter: Rodolfo had een ouderen broer en een jonger zusje. Het gezin verhuisde naaf de stad Taranto en daar werd het vergulde armoede. Vrienden van den gestorven vader stelden echter belang in Rodolfo en door hun bemiddeling kreeg hij een plaats in het ontvluchten opleidingsinstituut „Sapienza" te Perugia, dat zich speciaal ontfermt over weezen lalt de kringen der Italiaansche veeartsen, die hier toe bij leven een jaarlijksche premie betalen. Rodolfo's vader was in Maart gestorven en reeds in Juni kon deze van Taranto naar Perugia reizen. De jeugdige Rodolfo werd als het ware weggezonden, omdat zijn moeder hem niet te eten kon geven, hem evenmin kleeden kon. Hij was werkelijk te veel en daarom aan vaardde zijn moeder de bemiddeling der oude vrienden, ofschoon ze buitengewoon van haar kinderen 'hield en van Rodolfo het meest. Hij bleef drie jaar te Perugia, waar hij zich speciaal op de studie der techniek zou toe leggen. Het was het vurige verlangen van zijn moeder, dat hij het diploma van een technische school zou behalen. Hij toonde een middelmatige intelligentie en leergierig heid, zakte langzamerhand af en zijn moeder besloot, hem maar naar huis te laten komen. Inmiddels zon ze echter op middelen, ten einde haar zoon toch een behoorlijke opvoe ding te geven en ze meende er een gevonden te hebben in een gratis plaats op een machi- nistenschool te Venetië. Hiertoe moest echter een examen worden afgelegd en wat penibeler was, de gegadigde behoorde persoonlijk naar Venetië te komen en zich aan den directeur van de school te presenteeren. Op dit oogenblik bezat Rodolfo niets anders dan het uniform, dat hij op school droeg. Op de meeste Italiaansche kostscholen en opleidingsinstituten werden reeds lang voor het fascisme uniformen gedragen. Ze nam een kloek besluit en schreef naar den directeur van „Sapienzaof deze toe stond, dat Rodolfo zijn uniform zoo lang mocht houden, opdat hij zich netjes gekleed te Venetië zou kunnen vertoonen. De brief van de bezorgde moeder wordt nog steeds in het archief van het opleidingsinstituut bewaard. In October 1909 tijgt Rodolfo als jongen van veertien jaar naar Venetië, gestoken in een spiksplinternieuwe uniform. De goed hartige directeur van het instituut gaf hem bovendien een dikken winterjas mee, aan gezien het in de laatste weken van die maand in Venetië volgens Italiaansche begrippen aardig koud kan zijn. Groot was de teleurstelling, toen hij voor de machinistenschool werd afgekeurd, alvo rens hij aan het examen had kunnen deel nemen. De doktoren vonden 'hem te smal van borst. Naar het opleidingsinstituut kon hi; niet terug. Naar vrijwel vast staat, had men daar meer dan genoeg van hem, aangezien hij een lastig en opvliegend karakter had De goedhartige directeur had hem met een verlicht hart naar Venetië gestuurd, vandaar waarschijnlijk de nieuwe uniform en de jas. Opgeruimd staat netjes, zal hij hebben gedacht. Uit een anderen brief van moeder Guglielmi blijkt overduidelijk, dat ze zelf inzag, ten aanzien van den studie-aanleg baars lieve- lings niet veel te hopen te hebben. Om zijn geringe vorderingen vreesde ze, hem uit de „Sapienza" gezet te zien. Ook daarom had ze hem naar Venetië gestuurd Ze betreurde natuurlijk ten zeerste de vergeefs uitgelegde reisgelden ze had Rodolfo diens ouderen broer Albert mee gegeven en zaïg weinig kans, hem te Taranto aan het lyceum te laten studeeren, waar Alberto flinke vorderingen maakte. Rodolfo kwam naar huis terug en daar bleek alras, dat hij een te onrustige natuur bezat, om te probeeren, het een of andere diploma te verwerven. En na enkele jaren van nietsdoen en verveling besloot hij, naar Amerika te trekken, zooals zoovelen te Taranto en omgeving hadden gedaan. Hij gaat niet als machinist, maar als dood gewoon passagier derde klas naar 't beloofde land en daar doet hij als de meeste Italiaan sche immigranten. Hij neemt allerlei baantjes aan, is o. a. zelfs een oogenblik tuinman en belandt tenslotte in het filmbedrijf. Van dien af aan is de waarheid omtrent Rodolfo Guglielmi's leven Uiterst moeilijk vaat te stellen. Hij zelf is er niet meer om te getui gen, wat waar is of niet. De enkele vrouwen uit zijn omgeving beschikten over een wonderbaarlijke fantasie en de Hollywood- sche reclame-agenten hebben deze fantasie nog eens extra uitgesponnen. Maar ten aanzien van de jeugd van Rudolf Valentino weet men in Italië met absolute zekerheid, dat ze heel onopvallend was en met de grootste beslistheid spreekt men er tegen, dat Rodolfo zioh reeds te Venetië heeft doen kennen als een groot veroveraar van vrouwenharten, zooals enkelen zijner levens beschrijvers de wereld willen doen gelooven Evenmin was hij er de afgod van de in de luxe hotels van het Lido resideerende Engel- sche ladies. De stakkerd telde toen immers n°g slechts veertien jaren Niemand zag in die dagen in hem den „lady killer" en hij zelf was er zioh evenmin van bewust. Hij ging niet naar Amerika met grootsche plannen in het hoofd, maar een- voudig, omdat hij er zich een bestaan wilde verwerven en vol verlangen was, de armoede ofwel „nera miseria", zwarte misère, zooals de Italianen <jit uitdrukken, voor goed te Jeannette MacDonald en Lew Ayres in Broadway Serenade". (Arena, R'dam) Wij hebben in tijden geen Italiaansche film gezierf' en al zal deze Verdi-film niet het peil aangeven, waarop de huidige Italiaansche filmproductie zich bevindt, zij wordt door deze bijkomstige omstandigheid toch interes sant genoeg om haar eens te gaan zien. De film behandelt in groote trekken het leven van den beroemden componist uit de vorige eeuw en neemt natuurlijk tegelijker- tijl de gelegenheid waar, fragmenten uit Verdi's beroemdste opera's ten gehoore te brengen. Zooiets is altijd een gevaarlijke onderneming, want ten eerste stelt het de allerhoogste eischen aan een film, wanneer zij de grootheid van een historischen persoon wil uitbeelden en ten tweede vormen opera fragmenten doode plekken in een film, welke alleen door een heel knap regisseur geca moufleerd kunnen worden. Deze film van Carmine Gallone behandelt vrij fragmenta risch eenige gebeurtenissen uit den aanvang van Verdi's loopbaan. Zij beschrijft zijn hu welijk met Margherita Barezzi de dochter van zijn beschermer, den dood van zijn twee kinderen en dien van zijn vrouw op den avond dat zijn eerste opera wordt opgevoerd en als een baksteen valt. Gesteund door de zangeres Giuseppina Strepponi weet Verdi zich over deze slagen van het noodlot heen te zetten en weer aan het werk te gaan. Er ontstaat iefde tusschen beide menschen, maar Verdi voelt zich gebonden door de ge lofte, aan zijn eerste vrouw gedaan op haar sterfbed, van niet meer te zullen trouwen. Giuseppina verlaat hem dan en gaat naar Parijs, waarheen Verdi haar volgt. Hier ziet hij een opvoering van „La dame aux came- lias", die hem later zal inspireeren tot de opera „la Traviata". Teruggekeerd in zijn geboortedorp Busseito wordt hij door den vader van Margharita ontslagen van zijn gelofte en hij trouwt met Giuseppina. Dan volgen jaren van opgang, waarin „la Tra viata", „il Trovatore", „Don Carlos" en „Rj- goletto" tot opvoering komen. In één van die opera's zingt de jonge zangeres Theresina Stolz en deze wordt de derde vrouw, die een rol in Verdi's leven zal spelen, zij het ook een platonische en inspireerende rol. Bijna even fragmentarisch als de geschie denis hier verteld wordt, is de verfilming geworden. Er is geen sprake van een geslo ten geheel, zooals er ook geen sprake is van een stelselmatige ontwikkeling van een ka rakter. De feiten worden weergegeven, maar de geestelijke achtergrond van deze feiten wordt ons onthouden. Zoo werd de film interessant voor muziekliefhebbers, die Ben- jamino Gigli en Maria Cebotari in verschil lende opera-fragmenten kunnen hooren zin gen en voor hen, die zich interesseeren voor het leven van groote mannen, mits zij acht tien jaar of ouder zijn. C. B. Op het mistroostige Pownall Terrace in Lambeth, Zuid-Londen, de armenwijk, waar de Lambeth Walk ontstond, staat te midden van een rij gelijksoortige huizen het geboorte huis van Charley Chaplin. Het is nummer 3, werd in 1880 gebouwd. Chaplin woonde er jaren lang met zijn moeder en bracht er het eerst verdiende geld thuis, -toen hij in een reizende troep variété-artisten werkte. Een gedeelte van de huizenrij is afgebroken, ten behoeve van den bouw van een grooten bioscoop. De heele rij werd verkocht, maar Charley Chaplin wist een optie op zijn geboortehuis te verwerven. Telkens als hij in Londen is, komt hij een bezoek aan het oude huis brengen. Er woont nog een oude buurvrouw in, een zekere Mrs. Phelps, die zich kan herinneren, dat de Ohaplins van Kennington Road op Pownall Terrace kwamen wonen. De beroemdste schlager van dezen herfst, de Poolsche „Skoda Lasky", alias „Beer Bar rel Polka" ook reeds als Hollandsch soldaten lied onder den titel „Rats, Kuch en Boonen" geliefd^ zal men „verfilmd" kunnen zien in een der tien nieuwe liedjes in de nieuwe Marx Brother's film „Een dag in het circus", welke Metro-Goldwyn-Mayer gemaakt heeft. Chico Marx, de piano-virtuoos met zijn be faamde vingertrucs, speelt hem aansluitend op een harp-solo van den dwazen Harpo Marx. Onder dezen weidschen titel wordt een filmpje uitgebracht, dat in opdracht van het ministerie van Defensie en onder auspiciën van de stichting „Inef" door de filmfabriek Polygoon te Haarlem gemaakt is. Het komt mij voor, dat het een dankbare taak voor een filmer moet zijn, een instructieve film te maken over de werkzaamheden, den aaid en het materiaal van onze koninklijke ma rine. Dit onderwerp zit vol beweging, vol filmische objecten, vol suggestieve kanten en het biedt tallooze mogelijkheden om een pittige, klare film te maken, die boeit en tot bewondering stemt en tegelijk het ge ruststellende gevoel geeft, dat zij beoogt. De film van Polygoon bezit die kwalitei ten niet. Zij is .niet overdacht, d.w.z. er ligt geen klaar exposé aan den grondslag, waar door defilm een juist begin, de beelden een logischen leidraad gekregen zouden hebben. En zij heeft verder niet de mogelijkheden uitgebuit, die ongetwijfeld in het materiaal liggen opgesloten. Van onze kruisers, onze marine-vaartuigen, onze kustartillerie, onze watervliegtuigen zijn andere, meer sugges tieve opnamen te maken. Het materiaal leent zich ervoor, het heeft slechts een camera-man noodig, die deze mogelijkheden ziet en ze eruit haalt. Bij dit soort opdrach ten heeft men in de eerste plaats goede vak lui noodig, menschen die het filmambacht verstaan, die de visueele mogelijkheden van hun onderwerp dóór hebben, die een logisch draaiboek kunnen maken en iets van mon tage-effecten afweten, die een camera kun nen hanteeren en die in een juisten climax hun film weten te beëindigen. In de Poly goon-film heeft men maar de drie onbe zielde en doode sluitingsbeelden te zien, om te weten, dat iedere inspiratie, iedere geest drift aan deze film vreemd was. Zij werd een slordige en onoverdachte uitvoering van een dankbare opdracht en het zou mij niets verwonderen, wanneer veel van reeds vroe ger opgenomen journaalmateriaal in deze film was verwerkt. De ongelijke kwaliteit der beelden zou in die richting wijzen. Bij een vorige gelegenheid (de vertoo ning van „Van kielplaat tot zeekasteel") hebben wij gewezen op de onjuistheid der gelijke opdrachten bij joumaalfabrieken te plaatsen en wij hebben toen ons bezwaar igemotiveerd met de opmerking, dat de cameraman met journaalroutine de persoon lijkheid mist om een eigen accent in de film te leggen. Het filmjournaal eischt een groote mate van objectiviteit en tegelijk een haastige en dus meestal ondoordachte manier van filmen, die in de journaals zelf niet zoo als fouten opvallen, maar die in iedere groo- tere opdracht aan den dag treden. Evidenter nog dan bij „Van kielplaat tot zeekasteel" blijiken in de marinefilm van Polygoon deze tekortkomingen. Het is te hopen, dat officieele instanties bij volgende gelegenheden om opdrachten te geven, niet den gemakkelijksten weg naar de journaal- fabriek kiezen, maar zich door zaakkundigen in deze materie laten voorlichten over onze onafhankelijke filmers, die bij herhaling blijk hebben gegeven van een persoonlijk en gecultiveerd talent. C. B. Jacques Deval heeft een aardige comedie geschreven, die „Soubrette heet en waarin, evenals in zijn vorige stukken „Mademoisel le" en „Tovartsj" („Vorstelijke Emigran ten") een deel van het bedienend personeel een belangrijke rol speelt. In „Soubrette" laat hij een zoon van den industrieel Carrington thuiskomen van een Europeesche studiereis met zijn jonge Fran- sche vrouw, die hij in alle stilte te Pari; 3 getrouwd heeft, zoodat zelfs zijn ouders nie's van dit huwelijk afweten. Vóór hij, bij zijn thuiskomst, het nieuws kan mededeelen, hoort hij, dat zijn vader inmiddels op den rand van een bankroet staat en alle hoop gevestigd heeft op een spoedige huwelijks aankondiging van zijn zoon met de rijke Ray Milland en Olympe Bradna in „Meisje voor dag en nacht". Auriol Marsden, teneinde aldus zijn crediet- waardigheid te vergrooten. Om de situatie te redden vertelt zoonlief niets van zijn huwe lijk; officieel verlooft hij zich met Auriol Marsden, tèrwijl zijn vrouw als Fransch dienstmeisje in het huis der Carringtons geëngageerd wordt. In die hoedanigheid doet zij prachtige dingen. Niet alleen helpt zij de huishouding op orde, maar zij rege't moeilijke familiekwesties en weet zelfs de za ken van den ouden Carrington weer op gang te brengen. Als dan alle moeilijkheden uit den weg zijn geruimd, kunnen de jong gehuwden eindelijk hun geheim prijsgeven. Het gezelschap Laseur heeft in het vorige seizoen van dit blijspel een charmante op voering gegeven, die in alle opzichten boven de filmrealisatie uitkwam. Wel kan de film meer laten zien dan er op het tooneel ge beurt, maar de film volgt een grover en goedkooper procédé en maakt van het blij spel met charme een klucht met dubieuse vergissingen Vooral van de verhouding tus schen den jongen Carrington en zijn vrouw, die door buitenstaanders aangezien wordt voor een galant avontuur van den zoon des huizes met het Fransche dienstmeisje, heeft de film nogal profijt getrokken, waardoor zij haar niveau niet bepaald verhoogde. Ray Milland en Olympe Bradna spelen de hoofdrollen in deze door Andrew L. Stone tradiitioneel-gemaakte film. Voor volwas senen. C. B. Soms is inderdaad, in Hollywood tenmin ste, de romantiek de wereld nog niet uit. In drie dagen tijds werd de jonge Alice Eyland beroemd in de filmkolonie en thans ook bij de millioenen daarbuiten. Zij liep zelf met cigaretten in een café tot zij John Powell's befaamd model voor de Camel-cigarettën werd, probeerde enkele maanden geleden haar geluk bij Metro-Goldwyn-Mayer en terwijl de kansen honderd tegen een zijn dat zulk een „screen-test" lukt enga geerde men haar voor een vrij belangrijke rol naastGarbo in Lubitsch Ninotchka Paul Hörbiger en Gretl Tlieimer in de Tobis-film „Johann Strauss" cher Walzer) (Luxor, Rotterdam). (Unsterbli- De bekende Duitsche componist Theo Mackeben, die o.a. de schlager „Nur nicht aus Liebe weinen" voor de Tsjaikofsky-film „Er war eine rauschende Ballnacht" schreef, componeerde ook de muziek voor de nieuw ste Zarah Leander-film „Das Herz einer Königin". De regie van deze film is in han den van prof. Carl Froelich. Het gebeurde na de gebruikelijke „fuif waarmee elke film, dit keer de verfilming van het dappere leven der variété-kinderen onder den titel Babes in Arms bij Metro- Goldwyn-Mayer besloten werd. Daar was alles wat jong is en naam heeft in fümstad. Mickey Rooney danste er met Sonja Henie en deze, vernemende dat Mickey ook wel eens op de kunst-ijsbaan stond zonder nu dadelijk een scheeve schaats te rijden, noo- digde hem uit om op haar privé-kunst- ijsbaan te komen „lessen" onder haar lei ding. Mickey, variété-artist en sport-boy bij uitnemendheid, maakte alras zulke vorde ringen, dat er hoewel er niet een film van dien aard op stapel staat reeds ern stig over gedacht wordt om Andy Hardy op de ijsbaan te brengen Conradt Veidt in de ^Zwarte Spion". (Grand Theatre, Rotterdam De eerste „oorlogs-slachtoffers" in Holly wood zijn gelukkig nog maar enkele regels in een manuscript, n.l. van Metro-Goldwyn- Mayer's Remember, met Robert Taylor en Greer Garson. Het scenario dateert uiter aard „van voor den oorlog", maar thans stuit men bij de verfilming op uitdrukkingen, die niet zonder meer aldus gezegd kunnen wor den. Zoo'spreekt Robert Taylor ergens de vroeger doodonschuldige woorden: „Ik ga vanavond scheep naar Europa, voor mijn huwelijksreis". In de studio werd dit veran derd inZuid-Amerika. Ook de volgen de zin, door Laura Hope Crews te spreken, werd geschrapt: „O, ik hou zoo van booten, I't is zoo'n genot om den oceaan over te ste ken E. W. Emo heeft een film gewijd aan de familie Strauss of eigenlijk aan datgene, wat de familie Strauss een wereldnaam heeft be zorgd: de onsterfelijke wals, zooals de film dan ook in het Duitsch is betiteld. De roman begint, wanneer de oude Johan Strauss reeds op het hoogte punt staat van zijn roem en de moeilijkheid gaat ondervinden om zioh op die hoogte te handhaven. Hij heeft drie zo nen, die hij buiten het bohemien-leven van den kunstenaar opvoedt en die volgens zijn streng bevel alles mogen studeeren, behalve de muziek. Het bloed verloochent zich evenwel niet. Buiten hun vader om studeeren zij de muziek en de oudste van hen, Johan Strauss is de eerste, die er de technische studie aangeeft en spoedig als componist en clirigent een grooten naam heeft in Weenen. De tweede is gewilliger van aard, voltooit zijn studiën, wordt ingenieur en.... eigenlijk zielsonge- lukkig. Wanneer hij achter zijn teekentafel zit, verschijnen er op het papier geen con structierekeningen maar noten. Inmiddels sterft de oude Strauss, eigenlijk heel tragisch in een gevoel van minderwaar digheid. Johan Jr's roem stijgt steeds hooger, terwijl zijn broer Josef. de ingenieur, zijn energie verspilt aan de uitvinding van de eerste straatveegmachine. Een instrument, waarmede ieder een grapje maakt, maar dat daardoor juist ook voor Joset den weg baant naar de muzikale carrière. Op een Sylvester- bal speelt Johan met zijn orkest een wals, welke op de papieren van zijn broer Josef is gevonden door diens vrouw. Het nieuwe jaar zet in.met twee Straus- sen, terwijl- kort daarna ook de jongste van het drietal het dirigeerbankje bestijgt. Doch nu ontstaan er tusschen de broers onder el kaar spanningen, welke tenslotte tot een con flict leiden. Johan Strauss is de firma naam geworden en Josef en Eduard zijn daarin de plaatsvervangers van Johan. Het komt tot een scherpe woordenwisseling en de muzi kale firma dreigt te springen als op het psy chologisch moment hun oude leermeester en vriend tusschen beide komt en hun voor houdt, dat zij gedrieën het werk van hun vader, de onsterfelijke wals, tot heil van de menschheid moeten voortzetten. Behalve erg muzikaal blijken de Straus- sen ook verstandig te zijn. De firmanaam wordt kortweg veranderd in Strauss zonder meer. Johan, Josef of Eduard zal niet meer naar voren worden gebracht. Zoo volbrengen zij het levenswerk van hun vader, wier geest blijft voortleven in hun composities. De film eindigt met een montage van wer velende walsende dansparen te midden waar van het beeld van den ouden Strauss ver schijnt, glimlachend en eindelijk verzoend met de gedachte dat zijn jongens dan toch de voetstappen van hun vader hebben ge volgd. In een film, gewijd aan de Wiener Wals, speelt de muziek natuurlijk een groote rol. De eene wals na de andere wordt ten ge hoore gebracht en vertrouwend op de gründlichkeit, waarmede de Duitsche regis seurs wel zullen te werk gaan, nemen we aan, dat wij zoo geleidelijk aan de voor naamste en meest populaire composities van vader en zonen Strauss te hooren hebben gekregen en dat er geen verwarring om trent het auteurschap heeft plaats gehad. Want anders zou de voornaamste bedoeling van de film, een anecdotisch levensverhaal van de familie leveren, niet tot haar recht zijn gekomen. De film is geheel in amusanten stijl ge houden, een beetje luchtig en gemoedelijk, zooals men van de Weeners kan verwachten, die blijkens de film toch ook een heel groote mond kunnen opzetten. We hebben Paul Hörbiger nog nooit zoo hooren uitpakken en we krijgen een beetje meelij met die arme Dagny Servaes, die als zijn vrouw dit alles maar lijdelijk moet aanhooren. Voor achttienjarigen en ouderen. „Sword fishing" is de titel van een zoo genaamde short-film, welke door de War ner Bros binnenkort zal worden uitgebracht en door Erroll Flynn en den Amerikaan- schen kampioen-boogschutter werd vervaar digd. Deze film belooft een bezienswaardig heid te worden voor de visschers, omdat deze short het visschen door middel van pijl en boog tot onderwerp heeft. In Cape San Lucas in Zuid-Californië werd de film op genomen. Jarenlang was de naam van deze eertijds zoo beroemde actrice verdwenen. Thans zal zij „come back" maken, uiteraard in een an der soort rol dan vroeger, in de nieuwe film, „Not Too Narrow, Not Too Deep", het ver haal van zeven ontsnapte gevangen uit een strafkolonie, van wie er in de jungle slechts drie in leven blijven. De film Hollywood Cavalcade is voor vertooning in Amerika in roulatie gebracht. Liefhebbers van de ouderwetsche gooi- en smijtfilms volgens hen klassieke prestaties der filmkunst kunnen zich er door te goed doen aan prachtige scènes, waarin een record aantal taarten tegen menschelijke aangezich ten ploffen. Om dit te doen, werd speciaal Buster Keaton geëngageerd. Hij slingert er in totaal 56 stuks in, met feillooze zekerheid. De gebruikte taarten zijn gemoderniseerd en van een samenstelling, die gemakkelijker weg te boenen is. Het hoofdbestanddeel is slag room. De film werd in kleuren gemaakt en heeft tot doel, een overzicht te geven van de geschiedenis van liet Hollywoodsehe film bedrijf. Er werden 80 verschillende decor» voor gebouwd voor een gemiddelde filu gebruikt men zelden meer dan veertig decorw terwijl er twee millioen dollar aan ten koste is gelegd. Er werden behalve Buster Kaeton nog talrijken andere getrouwen opge roepen, o.a. Chester Conklin, Mc Sennett, de bekende Keystone Cops en Ben Turpin, de schele barman. Als extra merkwaardigheid gebruikte men o. a. een Ford, model 1913, waarvoor 1350 dollar moest worden neer gelegd, terwijl een nieuwe wagen niet meer dan 500 dollar kost. In Hollywood is overleden Ford Sterling, eens beroemd als chef van de z.g. Keystone Cop'.s de politie-agenten, die in ouderwet sche gooi- en smijtfilms optraden en hun glorietijd omstreeks 1913 beleefden. Hij heette eigenlijk George Stitch. Hij speelde in den laatsten tijd kleinere rollen. I

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1939 | | pagina 1