JIMMY EN JOY. öi Netlerlandsch bouwwerk in Bolivia. (T J ONTDEKT „TOOVENARIJ" OP DE „LADYBIRD". *f< WOENSDAG 10 JANUARI 1940 DEZE WEEK GEEN ELFSTEDENTOCHT. De geheele route is nog niet te berijden. DE POSTVERBINDING MET DE W ADDEN-EILANDEN. AANGETEEKENDE BRIEF VERDUISTERD. SCHAATSEN VOOR DE SCHOOLJEUGD EERSTE KAMER. MINISTER VAN DEN TEMPEL IN DEN BOSCH. PATERS ASSUMPTIONISTEN VIJF EN TWINTIG JAAR IN ON SLAND. EEN VERHAAL VOOR ONZE JEUGD V Jimmy. VEEVOEDERDISTRIBUTIE, DE IJMUIDERVLOOT IN 1939. Het is thans zeker, dat de elfstedentocht langs de traditioneele route, met vertrek en aankomst te Leeuwarden, in geen geval in den loop van deze week zal kunnen plaats Vinden. Bij doorgaand vriezend weer zal het centraal bestuur zich nader beraden om den tocht uit te schrijven. In ieder geval zal het Vaststellen van den datum tijdig geschieden, opdat liefhebbers uit andere deelen van het land gelegenheid krijgen zich aan te melden en voor te bereiden. De route LeeuwardenHarlingen is tot Eu toe voor de scheepvaart open gehouden. LeeuwardenDokkum is gisteren gestremd, doch men kan er niet rijden door de schot sen. De verkorte route van Franeker naar Dokkum is nog niet vertrouwd, hetgeen ver oorzaakt wordt door de stroomingen. Trou wens, het water is dezen winter zeer onrus tig en dat is de oorzaak, dat niet overal het Ijs mooi en betrouwbaar is. Wel overweegt het centraal bestuur eën andere route te kie zen, b.v. van Dokkum over Oudkerk naar Leeuwarden, doch dit gedeelte moet eerst geinspecteerd worden. Van Leeuwarden naar Stavoren en van Stavoren naar Harlingen is prachtig is; in Sneek echter kan men niet rijden, zoodat hier de ijzers moeten worden afgebonden. Ongetwijfeld kan men prachtige tochten maken, doch de geheele route voor den elfstedentocht is in ieder geval deze week niet te berijden, wat zeer zeker een teleurstelling zal beteekenen voor het groot aantal liefhebbers, dat gehoopt had, dezer dagen aan den traditioneelen rit te kunnen deelnemen. De „Xema" is nog voor vieren gistermid dag in de hoofdstedelijke luchthaven Schip hol teruggekeerd. Parmentier was uiterst tevreden over de landingsmogelijkheid op de beide Wadden eilanden. In den zomer laat deze vaak zeer te wenschen over door het- vele dry fzand, waar op het landen voor een vliegtuig niet moge lijk is; thans echter leverde een landing niet de minste moeilijkheid op. Het strand was een wijde, vlakke baan, welke een buiten gewoon fraaien aanblik bood. Parmentier had dan ook slechts oponthoud om de post uit en in te laden, hetgeen uiteraard slechts weinig tijd in beslag nam. In Eelde, waar het toestel omstreeks twaalf uur landde, kwamen een verpleegster en de echtgenoot van een zieke vrouw uit Ameland aan boord. Kort na één uur steeg de „Xema" op met in totaal 100 kg. vracht- en pakketpost. Het toestel bereikte twintig minuten later Schier monnikoog, waar het op het Zuid-Westelijk gedeelte landde. Na korten tijd vertrok het om enkele minuten na tweeën Ameland te bereiken. De machine keerde met de' post van beide eilanden naar Eelde terug, van welk vlieg veld om kwart over drie de terugreis werd aanvaard. Indien de vorst blijft aanhouden, is de mo- gelijkheic1 niet uitgesloten, dat Donderdag a.s. wederom een K.L.M.-vliegtuig naar de twee Waddeneilanden zal vertrekken. Jongmensch aangehouden. Men meldt ons uit Amsterdam: Bij een handelsfirma aan de Keizersgracht Was een jongmensch in dienst, dat de laatste dagen zeker bon-viveur-allures begon aan te nemen, welke niemand in dezen tijd van versobering kon verklaren. Het trok dan ook sterk de aandacht, dat deze jeugdige bedien de, zich na kantoortijd groote glazen port liet inschenken en links en rechts rondjes gaf. Ht duurde echter niet lang of de chef's van het vrijgevige jongmensch ontdekten, dat alle consumpties betaald werden met het geld uit een aangeteekenden brief, welke de fir ma niet bereikt had. De politie werd ge waarschuwd en nadat de bediende eens ter dege aan den tand was gevoeld, bekende hij, onlangs een bedrag van 190 uit een cou vert, bestemd voor de firma, te hebben ge- Stolen. Hij is aangehouden en ingesloten. (Ingezonden). Namens het „Oude-schaatsen-comité" Schrijft ons de secretaris-penningmeester, J. H. Boon: Zooda het buiten wintert, ontwaakt bij ons de lust tot het schrijven van ingezonden Stukjes. Verwondert U zich daarover slechts kort. Wij toch vormen „Het Oude-Schaatsen- Comité". Wij verzamelen oude schaatsen, oude riemen, oud band; oude schaatsen het liefst; daar maken wij, schoolmeesters, be- geerenswaardige schaatsen van, hetgeen voor Vaklui een kleine kunst is. Die begeerens- waardige schaatsen leenen wij uit, aan schoolkinderen, die geen schaatsen hebben, omdat vader ze niet kan koopen. En als het Ijs dan sterk is, dan is de geheele klasse ge lukkig. Zoodra de dooi invalt, komen de uit geleende schaatsen op school terug en gaan, netjes opgeknapt, den zomerslaap in. Jammer, geachte lezers, dat Uw oude schaat sen onder in die kist, boven, zoo weinig be langstelling genieten. Een postpakketje aan onderstaand adres en ze blijven tot in de Verre toekomst in hoog aanzien. Duizenden van U kunnen en willen ons helpen. Slechts tientallen doen het. Waarom? Omdat U zich morgen ons adres niet meer herinnert. Daar om, lezers, stelt niet uit tot morgen, wat gij heden doen kunt. En heeft U geen oude schaatsen te missen en wilt U toch helpen, stort dan 6 cent op gironummer 22363 van J. H. Boon, te 's Gravenhage, de prijs van een stel schaatsenband, of, zoo ge rijk zijt, 10 cent, slijpgeld voor een stel. Voor het „Oude-schaatsen-comité", De secretaris-penningmeester, J. H. BOON, Pioenweg 25, Den Haag, Giro: 22363. De Eerste Kamer kwam gisteravond bij een. De VOORZITTER deed mededeeling van het besluit der centrale afdeeling om on middellijk na de openbare vergadering een aantal wetsontwerpen in de afdeelingen te onderzoeken. Hierop volgde sluiting, vijf minuten nadat de zitting was geopend. Na zijn bezoek aan Eindhoven arriveerde de minister van sociale zaken, dr. J. van den Tempel, gistermiddag met hetzelfde gezel schap in hotel Chalet Royal te 's-Hertogen- bosch, waar burgemeester mr. F. J. van Lan- schot in tegenwoordigheid van de overige leden van het college van B. en W. den hoo- gen gast begroette. Nadat de lunch was gebruikt, begaf de minister zich naar de centrale werkplaats voor jeugdige werkloozen. Hier werd hij door den algemeen leider, den heer van Kaatho- ven, verwelkomd. Deze gaf een uiteenzetting van de werkwijze in de centrale werkplaats, welke bestaat uit de drie afdeelingen metaal bewerking, timmeren en schilderen en waar in op het oogenblik 112 jeugdige werkloozen zijn geplaatst. Daarna bezichtigde de minister het ge bouw en tevens maakte hij van de gelegen heid gebruik de onlangs geopende en geheel door jeugdige werkloozen gebouwde Pascha- lisstichting te bezichtigen. Met den trein van 15.45 uur heeft minis ter Van den Tempel s-Herlogeuboscn ver laten, uitgeleide gedaan door burgemeester Van Lanschot. Op 5 Januari was het vijf en twintig jaar geleden, dat de Paters Assumptionisten, zich in ons land vestigden. Te Boxtel werd het oude kasteel van Sta pelen, toebehoorend aan de familie Malie, aangekocht, en hier vonden de Paters hun eerste onderkomen. Het aantal leerlingen van het seminarie der paters nam echter gestadig toe, zoodat men tot uitbreiding moest overgaan. In 1927 werd daarom begonnen met den bouw van een geheel nieuw klooster, in den kasteel tuin, dat in 1930 voltooid werd. Eenige ja ren later werd eveneens een klooster te Bergeyk opgericht en werd op het kasteel van Stapelen te Boxtel de Procure voor de Nederlandsche provincie gevestigd. In de af- geloopen vijf en twintig jaar zijn vanuit het missiehuis St. Theiesia talrijke missionaris sen naar de Missiegebieden der Paters ver trokken, die voornamelijk in Bulgaije, Syrië en Palestina liggen. In verband met het zilveren jubileum van hun vestiging recipieerde de alg. overste Zondag jl. te Boxtel waar talrijke geestelijke en wereldlijke autoriteiten hun gelukwen- Naar het „R. K. Bouwblad" mededeelt heeft de bekende architect N'.c. de Jong op dracht gekregen om een ontwerp te maken voor een klooster en internaat te Chulumani in Bolivia (Zuid-Amerika), bestemd voor de Zusters Augustinessen van St. Monica te Utrecht. Deze zusters gaan daar de in die plaats reeds werkzame paters Augustijnen bij hun missie-arbeid helpen. Naar de architect mededeelt, werd ge vraagd een kapel met 120 plaatsen voor lee- ken met een koor voor 30 zusters, een zuster huis voor 30 zusters, met afzonderlijke slaapcel voor iedere zuster, een internaat voor 60 meisjes, met groote slaapzalen. Ver der 3 leslokalen voor het internaat. Het stuk grond waar een en ander op ge projecteerd moest worden, ligt op een van de hoogste punten van Chulumani, op onge veer 10 minuten gaans van de stad en plus minus 200 Meter hooger. De stad ligt op pl.m. 1700 M. boven den zeespiegel. B. K. bespreekt de plannen van den archi tect. Aan zijn bespreking ontleenen wij het volgende: „Er is een tijd geweest, waarin men meen de dat de aangewezen bouwtrant voor ker ken en kloosters in de missielanden de neo- Gothische was. Zoo verrezen tusschen palm- boomen en olijven, aan de randen der woes- tijd en op open plekken in het oerwoud, in Congo en op Java, in de vlakten van China Het Zusterklooster met internaat, dat naar ontwerp van Nic. de Jong te Chu lumani in Bolivia zal worden gebowvd. x en in het bergland van Zuid-Amerika vari anten op bestaande West-europeesche gebou wen. De missionarissen namen, als uitgangs punt, teekeningen mee van bedehuizen en kloosters uit het moederland of maakten in het missiegebied ontwerpen, gebaseerd op de herinnering aan gebouwen in hun geboorte- stfeek. In andere gevallen waren het missie broeders, die met de eenvoudige kennis, op (Nadruk verboden). „Nou hijgde mr. Prout, terwijl hij tuurde op den vreemden inhoud van wat een leege kist had moeten zijn. „Nou, dan zal ik op een slikbank verzeild raken Met deze woorden kondigde hij geen akelig ongeluk op de wilde wateren der rivier aan. Zij waren, evenals zijn waterlaarzen, slechts aan zijn beroep ontleende uitdrukkingen om uiting te geven aan verbazing. Het maanlicht, dat uit de wolken omlaag sijpelde, verspreidde een gouden glans over het haar van Joy, zooals zij daar uitgestrekt lag op de zakken, haar geheele omgeving vergeten, en in diepen slaap verzonken. Jimmy vertoefde eveneens in het Rijk der Droomen; hij lag naast zijn zuster, wier hand hij in de zijne hield, alsof dit hem troost en rust schonk. Een volle minuut lang bleef de lichterman doodstil staren op dit lieflijke, maar vreemde tooneel. Langzamerhand drong het tot hem door dat dit toch niet geheel en al een droom kon zijn. Want Jimmy gaapte en liet een licht gesnork hooren, terwijl hij even rilde en zich dichter tegen zijn zuster aan drong. „Klein Duimpje en zijn zusje 1" bromde mr. Prout, terwijl hij hen nog aandachtiger gadesloeg. „Nou, ik wil mij als aas door een visch laten opslokken, als die niet van de cake gegeten hebben 1" Hij boog zich nog wat dieper over hen heen. „Oizeide hij, nu wat luider, en vervolgens vlak bij Jimmy's oor sprekend, herhaalde hij „Oi Jimmy opende de oogen, en toen hij het gelaat zag, dat over hem heen gebogen was, liet hij een verschrikt: „Oooo!" hooren. Angstig ging hij overeind zitten, en schudde Joy bij den arm. „Word wakker", fluisterde hij. „Het is.... het is.de man 1" Joy werd met een schrik wakker, en de slaperige verwardheid van haar blik getuigde van haar verbijstering. „Wie zjjn jelui vroeg mr. Prout streng, „en wat voeren jelui beiden op mijn schuit uit? Waar komen jelui vandaan?" Joy wees in groote verwarring stroomaf waarts. „Vandaar", hijgde zij. „En hoe lang hebben jelui hier in de kist ge legen?" vroeg de lich terman. „Sinds vanmorgen", stamelde Joy. „Och wees als-je-blieft niet boos op ons, mr. Prout" smeekte zij hem. „Wij konden nergens anders heengaan." De lichterman liet zijn blik van den een naar den ander gaan. Hij trachtte ernstig te kijken, maar het lukte hem niet best. „Hoe weet jij dat mijn naam Prout is vroeg hij. „Zoozoo hebben wij u hooren noemen", legde Joy uit, „toen het schip geladen werd". „Wil je zeggen", riep mr. Prout verbaasd uit, „dat je hier verborgen geweest bent, al dien tijd sinds wij de werf verlaten hebben Joy knikte, en een zittende houding aan nemend waarbij zij "het. nogal erg benepen had bracht zij er stamelend de waarheid uit. „Wijwij waren in moeilijkheden met een politie-agent, mijnheer Prout", stamelde zij, deze onaangename bekentenis afleggend. „Hij zeide dat wij een tasch gestolen hadden, maar dit was niet waar. Wij kwamen in het pakhuis, en verborgen ons daar in de kist, en toen nog voor wij wisten wat er gebeurde kwamen er eenige mannen, en werden wij hier in de schuit afgelaten. „Maar waar willen jelui heen Wie zijn jelui ouders Waar komen jelui vandaan vroeg de lichterman, die er niets van begreep. In weinige woorden vertelde Joy hem hun geschiedenis, zoo goed als zij kon. Hun vader was een vliegenier, die op zee verloren gegaan was. Hun moeder was naar een zie kenhuis gebracht, lijdend aan verlies van ge heugen, en zij konden haar niet opsporen. „Er is een vriend, naar wien wij op weg waren", zeide Joy, „maar hij woont ver hier vandaan, en wij hadden niet genoeg geld voor den trein. Och, wees toch als-je-blieft niet boos op ons, mijnheer Prout!" „Boos riep de vriendelijke lichterman uit, terwijl hij in zijn verbijstering nog steeds zijn kin streelde. „Ik ben niet boos, lief kind. Ik ben alleen maar verbouwereerd. Wij zijn niet gewoon aan verstekelingen op deze schuit. Hoe heet je „Ik heet Joy Wallace, en dit is mijn broertje Jimmy", antwoordde zij. „En wil je zeggen dat jelui geen tehuis hebt, en niemand om naar jelui om te zien?" riep mr. Prout ongeloovig uit. „Waar hebben jelui met je beidjes dan van geleefd Van de lucht?" „Neen, mijnheer Prout wij hadden zoo'n honger dat wijwat eten uit uw provisie kast genomen hebben. Toen u en mrs. Prout aan wal warenbekende Joy, want zij vond het beter hem meteen maar de volle waarheid te vertellen en hem niet te laten denken dat zij oneerlijk waren. „Wat brood, en reuzel en cake, mijnheer Prout", voegde zij er schielijk aan toe. „Wij waren van plan het geld achter te laten vóór wij heengingen". Een glimlach rimpelde het goedhartige gelaat van den lichterman. Maar die glimlach maakte' weer plaats voor een nadenkende uitdrukking alsof heel langzaam een goede gedachte haar intocht hield in zijn brein. „Hm!" bromde hij. „JuistHm, hm! Kijk eens", zeide hij plotseling, „misschien kunnen wij een stel zooals jelui tweeën hier op de Ladybird wel gebruiken. Zouden jelui je voor een tijd willen laten aanmonsteren „Aanmonsteren herhaalde Joy, die hem niet begreep. „WeljaAanmonsteren als twee van de bemanning, en dan aan boord blijven met mij en de oude framboos „De oude framboos Joy begreep er minder dan ooit van. „De frambozenpudding", legde Sam uit, maar hij vond ook dit niet duidelijk genoeg, en deed een verdere poging: „Weet je ik bedoel moeder de vrouwMrs. Prout". Hij wees met zijn duim ongeveer in de richting van de kajuit, en knipoogde heftig. „Zij heeft zich de oogen droog gehuild om gezelschap te hebben. Als jelui nu eens bij ons aan boord bleven Zou dat niet beter zijn dan maar over straat te zwerven, zonder dat je weet waarheen je gaat moet, of je in een houten kist te laten inpakken als twee bussen spercieboonen Joy glimlachte. Het was alsof haar hart verwarmd werd door den vriendelijken glans in de oogen van den lichterman. Inplaats van boos te zijn over hun aanwezigheid, scheen hij zich bijne erover te verheugen. Mijnheer Prout hielp hen beiden uit hun schuilplaats, en zijn opwinding scheen toe te nemen toen hij met hen in het ruim van de schuit stond. „Kijk", fluisterde hij. „Ik heb een idee. Het is misschien een beetje dwaas, maar enfin, luister eens". Hij sprak op zachten, vertrouwelijken toon, en Joy knikte glimlachend. Wat Jimmy aan gaat, deze scheen zich zoo te vermaken, dat hij grijnsde tot bijna aan zijn ooren toe. Sam Prout zeide hun dat zij moesten wach ten vervolgens daalde hij stil den ladder af naar de gezellige kleine kajuit beneden- deks. Daar vond hij de omvangrijke figuur zijner vrouw in den leunstoel, zooals hij haar verlaten had, maar slapende. Beneden aan den ladder stond Sam Prout een oogenblik stil, en glimlachte tot haar, met een uitdrukking van bijna droefgeestige toewijding op het gelaat. Op heel de rivier voer geen man, die meer van zijn vrouw houden kon dan hij, of die in zijn vrouw een trouwer makker vond in het vreemde, zwer vende leven dat hij gedwongen was te leiden. En geen vrouw had een man kunnen vinden, die haar toewijding waardiger was dan hij. Met den gloed van een jongensachtigen samenzweerder in zijn oogen, keerde Sam Prout zich om, en sloop met de uiterste behoedzaamheid den ladder weer op. Na hun fluisterend en met veel vertoon van gewichtigheid precies gezegd te hebben wat zij doen moesten, voerde Sam Prout de twee nogal verbijsterde verstekelingen uit het ruim weg, en vervolgens langs het dek der schuit naar het kleine luikgat, vanwaar de steile ladder omlaag voerde. „Voorzichtig aan", fluisterde hij. Maakt geen gerucht, of zij zal wakker worden. Volgt mij geruischloos naar beneden, en blijft staan waar ik jelui neerzet". Met groote behoedzaamheid daalde hij weer af naar de kajuit, en Joy en Jimmy, eenigs- zins buiten adem, volgden hem. Jimmy wierp eenigszins zenuwachtig een blik op mrs. Prout die nog op haar stoel zat te slapen. De kat op het haardkleed keek even naar hen op, en sloot toen haar oogen weer zij stelde blijkbaar weinig belang in hen. Mr. Prout, die voortdurend meer schik kreeg in zijn samenzwering, sloop door de kajuit, en schoof een gordijn terzijde, waar achter zich een klein alcoof bevond. Hij wenkte Joy en Jimmy, en dezen naderden zonder eenig geruisch te maken. „Daarin fluisterde hij, en zij gehoorzaam den glimlachend, nog steeds hoogst verwon derd. Het gordijn viel weer terug over het kleine alcoof, en verborg hen. Sam Prout grinnikte vergenoegd, en keek naar zijn vrouw. Vervolgens deed hij iets vreemds. Hij nam een stormlamp van een plank, en zette haar op tafel, na het tafel kleed ervan verwijderd te hebben. Jimmy, die nieuwsgierig gluurde door een reet van het gordijn, zag hoe de lichterman een hand doek van een rek nam en deze, in een kleinen spiegel kijkend, bij wijze van tulband om zijn hoofd drapeerde. Nadat hij zich aldus het voorkomen gege- van had van een IndischenRadjah in een blauwe zeemanstrui, schudde hij het witte tafellaken uit, en sloeg het om als een mantel. Wat mr. Prout precies voorhad, kon Jimmy zich niet indenken, en Joy werd er niet veel wijzer uit dan hij. Mr. Prout wierp over zijn gedrapeerden schouder heen een blik naar het gordijn, gaf een breeden grijnslach ten beste en nam de lantaarn op. Vervolgens trad hij op zijn vrouw toe, en klopte haar op den schouder. „Oe-oe-oe-loe-zoe-zargromde hij met diepe basstem. „Open uw oogen, Asschepoes- terOpen uw oogen Mrs. Prout schrok wakker en opende de oogen verschrikt, terwijl de krant van haar schoot viel. „Wat is dat riep zij uit, en toen slaakte zij een gilletje, groote oogen opzettend bij het aanschouwen van de gedaante met den tulband. „Oe-oe-oe 1" gilde zij, maar toen zij haar echtgenoot herkende, uitte zij een kreet van verontwaardiging. „Sam riep zij uit, „wat moet je toch voorstellen, groote domoor, om een vrouw zóó aan het schrikken te maken Ik dacht dat je een geest was „Dan ben ik dus een geest!" verklaarde Sam met zijn diepste bas stem. „Ik ben Aladdin, mrs. Prout. Ik ben de Genius met zijn toover- lamp, en ik ben geko men om uw twee wen schen in te willigen, daar het uw huwelijks avond is". Mrs. Prout fronste- de wenkbrauwen, half verstoord, en half geamuseerd. „Sam", zeide zij. „Waar heb je het toch in hemelsnaam over Leg dat tafellaken af, en wees geen oude dwaas". Inwendig grinnikend van plezier, richtte Sam Prout zich in zijn volle lengte op. Hij zette de lantaarn op tafel, en keek zijn vrouw met over elkaar gekruiste armen aan. „Vrouw", zeide hij streng, „zoudt gij de Groote Machten van toovenarij en Wijsheid versmaden? Ik ben de toovenaar met de Lamp, en ik ben hier om uw wensch te vervullen. Kijk mij in de oogen, en geef uw hartewensch te kennen." Mrs. Prout, nu van haar schrik bekomen, lachte. Zij zeide dat als hij niet ophield zoo mal te doen, zij hem iets naar het hoofd zou werpen. Zij was zich ervan bewust ge worden dat zij honger had, en begon er spijt van te krijgen dat zij niet iets lekkers ge kocht had voor het avondeten. en goud haar. Zij is hier, in den aether, en wacht, en 'ik behoef maar over mijn lamp te wrijven opdat zij mijn oproep zal ge hoorzamen." Mrs. Prout stond van haar stoel op. Zij be gon haar bekomst te krijgen van al dien onzin. „Sam", zeide zij, „als je die handdoek niet van je hoofd neemt, en niet uitscheidt met die dwaasheid, dan zal ik....-' „Sst!" waarschuwde Sam, naar afwerend. „Ik zie een nieuw visioen. Ik zie een jongen, een kleinen jongen, met rond gelaat en roze wangen. Ik zie hem vaag, als door een gor dijn. Oe-loe-zoe-zar-sacra la bona!" Met een armzwaai wendde Sam zich om en tilde de lamp op, deze voor zich uit hou dend, terwijl hij door de kamer sloop. Mrs. Prout begon boos te worden, omdat haar man zoo dwaas deed. Maar daar liet Sams stem zich weer hoo ren, diep en hol. „Aanschouw de toovenarij van de Lamp", fluisterde hij, de lantaarn met zijn vrije hand wrijvend. „De Slaaf heeft gehoord, en de wensch is vervuld.Aanschouw-de- toovenarij-van-de-Lamp!" Terwille van het effect liet Sam Prout de lamp met een slag vallen, op gevaar af van het glas te breken. Op hetzelfde oogen blik rukte hij het gordijn open en plotseling verdween de verstoorde uitdrukking van het gelaat zijner vrouw. Met oogen, die van verbazing bijna uit hun kassen puilden, staarde zij naar de beide kinderen, die van het alcoof uit haar glim lachend aankeken. Zij zag een meisje met heldere blauwe oogen, een weinig blozend, en blijkbaar iets verlegen. Naast haar stond een kleine jongen met frissche wangen, en een breeden glimlach. Mrs. Prout, die op de vaart al heel wat had meegemaakt het leven te water is nu een maal rijk aan avonturen en afwisseling bleef stomverbaasd staan toekijken. Ze keek van Joy naar Jimmy en van Jimmy naar Joy. Droomde zij? Wat was dat nu voor fan- tasterij? Ze bracht haar handen aan haar hpofd. De twee kinderen bleven haar aan staren en bewogen zich niet. Er heerschte een volle minuut de aller grootste stilte, dan „Sam!" riep Mrs. Prout uit, buiten adem terugdeinzend, en een hand tegen haar hart drukkend, „Sam! Wie.... wie is dat?" Sam Prout barstte in luid en vroolijk ge lach los, terwijl hij het tafellaken wegwierp en zjjn hoofd van den tulband bevrijdde. Hij was zoo verrukt als een kind over het suc ces van zijn eenvoudigen truc. „Wie zij zijn, Clara?" riep hij uit. „Heeft de Toovenaar je dit niet gezegd? Zij zijn het antwoord op je wensch. Waarom kijk je nog zoo verschrikt?" Nog altijd lachend, nam hij Joy en Jim my bij de handen, en voerde hen de kamer binnen. Mrs. Prout liet geen woord hooren. Zij staarde nog in stomme verbazing, alsof zij nog steeds niet wist of zij waakte of droomde. Het was werkelijk alsof de kleine kajuit betooverd was, maar de betoovering werd verbroken door een plotselingen kreet van buiten af. ui ij i ,,De slaaf van de tooverlamp heeft uw wensch ingewilligd!" riep mr. Rout uit. „Als je dan weten wilt wat ik zou willen hebben, mijnheer Genius", zeide zij, „dan is het een lekkere bokking met gebakken aard appelen." Sam Prout schudde plechtig het hoofd. „Vrouw", Zeide hij streng, „waarom be dreigt gij den Slaaf van de Lamp? Ik kan in het hart lezen, en gij spreekt valschelijk." Sam Prout, die zich geweldig scheen te verkneuteren, liet op indrukwekkende wijze de oogen rollen en strekte met breed ge baar een arm onder het laken uit. „Luister", zeide hij met holle stem, „de Wijze Toovenaar van de Lamp heeft gespro ken en mij uw hartewensch medegedeeld...." Sam hield één hand boven de oogen, als of hij staarde naar een visioen. „Ik zie een kind", fluisterde hij op gespan nen toon. „Een maagd met blauwe oogen Wat zou er nu gaan gebeuren? Zou het mooie festijn zoo spoedig worden verstoord. Zouden de plannen, die zoo prachtig waren opgezet nu al als een zeepbel uiteenspatten? Alle vier waren met dezelfde gedachten bezig. Er was echter weinig tijd voor nadenken en raden. Want.... „A-hoi, Ladybird, iemand aan boord?" klonk een rauwe stem. „A-hoi!" brulde Sam, een paar treden van den ladder opspringend. „Wie is daar?" Maar toen hij achter zich om de kajuit inkeek, zag Joy dat er plotseling een ver andering in hem ingetreden was. Zijn glim lach was verdwenen, en de waarschuwing die hij snel en fluisterend uitte, deed Joy's hart een oogenblik stilstaan. ,,'t Zijn twee politie-agenten", fluisterde hij, „zij komen aan boord." (W ordt vervolgd). een ambachtsschool verworven, projecten maakten en die daarbij eveneens bijna zon der uitzondering in den „spitsboogtrant" ver vielen, als de vormgeving bij uitnemendheid, welke overal gelden moest waar het kruis werd geplant. Geleidelijk aan echter zijn de inzichten zich aan het wijzigen. Net in het minst van het centrale punt der missieaktie uit: Rome, wordt het inzicnt naar voren gebracht, dat het oprichten van kerktypen uit West-Euro pa in landen met heel andere levensverhou dingen, heel andere bouwmaterialen en eischen ten opzichte van het klimaat, onna tuurlijk is, met als gevolg, dat een conflict ontstaat tusschen gebouw en landschap en dat de architektuur en haar omgeving op deze wijze nimmer tot een hechte eenheid zullen samengroeien. Is dit op zichzelf te betreuren, ernstiger nog dan het feit, dat deze gebouwen altijd vreemd en onwennig zullen staan in hun om geving, is, dat de volkeren der missielanden er zich niet vertrouwd, niet één mee zullen voelen. Ze zijn niet van en behooren niet bij hun land en bewust of onbewust zullen ze verlangen naar Godshuizen, die in karakter en vormgeving voortkomen uit de natuur lijke gegevens van het eigen landsgebied. Het is nu de groote verdienste van het plan voor een zusterklooster met kerk en in ternaat van architekt Nic. de Jong, hetwelk nabij het stadje Chulumani in Bolivia ge bouwd zal worden, dat het zich richt op de bestaande bouwwijze ter plaatse. Als men de luchtfoto ziet van La Paz, een stad welke een dagreis van Chulumani afgelegen is, of een détailopname van een pleintje te Chulu mani zelf, dan valt die onmiddellijk zeer sterk op. Het maken van langgerekte bouw volumen en de wijze, waarop zij tegen elkan der staan, de gekozen dakvorm en dakhelling zijn eigen aan de streek; grootte van muur- doorbrekingen en raamtypen, het in regel matige reeksen plaatsen der vensters, enz. evenzeer, en zoo zal ongetwijfeld dit klooster zeer wel aansluiten bij het Zuidamerikaan- sche Chulumani en als vanzelf passen in het Boliviaansche landschap. Hier stond een Nederlandsche architekt voor een Boliviaansche opgave, en deze heeft zich daar tegenover gesteld met een duidelijk en gezond begrip van den aard en de moei lijkheden welke daaraan verbonden zijn. Al les bijeen toont dit schetsplan, dat eenmaal het klooster van Chulumani, hoog gelegen op een bergtop, 'een waardige en sierlijke be kroning zal vormen van het stadje dat aan zijn voet gelegen is." De minister van Economische Zaken heeft bij beschikking van 2 Januari 1940 een drie tal commissies van advies voor de veevoe derdistributie ingesteld. Verschillende vertegenwoordigers van han dels- en industriekringen hebben daarin zit ting genomen. De technische commissie van advies voor de veevoederdistributie, bestaat uit: ir. J. G. Tukker, Beekbergen, voorzitter; ir. W. F. Gerhardt, 's-Gravenhage, secretaris; ir. A. H. Boerma en dr. ir. M. J. L. Dols, beiden te Voorburg; Th. C. Geudeker, 's-Gravenhage; dr. J. Grashuis, Hoogland; mr. G. P. ter Ha- seborg en ir. H. G. A. Leignes-Bakhoven, bei den te 's-Gravenhage. Deze commissie brengt advies uit over algemeene vraagstukken, de veevoervoorziening betreffende, zoomede om trent de vaststelling der voedernormen en de samenstelling van het mengvoeder. De commissie van advies voor de fabricage van veevoeder, bestaat uit: Th. C. Geudeker, 's-Gravenhage, voorzitter, ir. A. H. Boerma, Voorburg, secretaris; H. M. Abraham, 's-Gra venhage; H. Balfoort, Wenum; J. F. Deelen, Veghel; dr. ir. M. J. L. Dols, Voorburg, dr. J. Grashuis, Hoogland; K. Koudijs, Rotterdam; ir. H. G. A. Leignes-Bakhoven en H. Reinaud, beiden te 's-Gravenhage; H. J. Spiele, Rot terdam; ir. J. G. Tukker, Beekbergen en T. J. Twijnstra, Bilthoven. Deze commissie ad viseert in aangelegenheden, de mengvoeder- fabricage betreffende. De commissie van advies voor de veevoe derdistributie, bestaat uit: Th. C. Geudeker, s-Gravenhage, voorzitter, ir. A. H. Boerma, Voorburg, secretaris; J. Abma, Broek in Wa terland; A. M. Abraham, 's-Gravenhage; H. Balfoort, Wenum; J. G. Benes, Hoogezand; J. F. Deelen, Veghel; dr. ir. M. J. L. Dols, Voorburg; A. L. van Eek, Zevenbergen; dr. J. Grashuis, Hoogland; J. Hannema, Wels- rijp; F. den Hartog, Hoog Blokland (post Ar- kel); J. G. W. Huizing, Weerselo (O); J. P. F. Janssen, Amsterdam; J. W. Koopmans, Leeuwarden; ir. H G. A. Leignes-Bakhoven, "s-Gravenhage; J. a. van Noort, Rotterdam; H. A. M. Peters, Lobith; K. A. W. Peters van Oyen, Venlo; H. Reinaud en J. Schilthuis, beiden te 's-Gravenhage, G. van Stolk Jr., Rotterdam; H. Trouwen, Heeze (N.B.); ir. J. G. Tukker, Beekbergen; T. J. Twijnstra, Bilt hoven; J. D. Vis, Zaandijk; B. J. Voogd, Zaandam en II. Weekhout, Borculo. Deze commissie heeft tot taak het geven van ad vies inzake de distributie der veevoeder grondstoffen onder de mengvoederfabrieken en der mengvoeders onder kandelaren en veehr uders. Gedurende het jaar 1939 is de IJmuider Visschersvloot verminderd met zeven stoom trawlers, waarvan zes schepen naar binnen- landsche werven werden gesleept teneinde te worden gesloopt. Een trawler werd ver mist. In dezelfde periode werd de vloot uit gebreid met 3 motorkotters, waarvan 2 sche pen uit een andere haven naar IJmuiden overgeschreven werden, terwijl een nieuw schip in de vaart gebracht werd. Op 31 December telde de vloot 95 schepen, hieronder bevonden zich 86 stoomtrawlers, 4 motorloggers en 5 motorkot'mrs. De IJmuider visschersv! ot telde in vroe- ze jaren s ,0 schepen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1940 | | pagina 4