JIMMY EN JOY. VUURTORENWACHTER DOOR HET IJS BELEGERD. HET RIJTÏJDENBESI/UIT. II Aankoop van verbruiks- aardappelen. EEN VERBAAL VOOR ONZE JEUGD DE SCHUIT LOS GERAAKT. OPEN ZEE WOENSDAG 17 JANUARI 1940 Onder Durgerdara gaat het ijs thans kruien. Verbinding tusschen vuurtoreneiland en vasten wal verbroken. BOTSING TUSSCHEN PERSONEN AUTO EN VRACHTWAGEN. Vrouw, die gewond werd, was juist uit sanatorium ontslagen. DE NOOD DER GARNALENVISSCHERS Hebben voor eigen rekening rijdende vrachtautobestuurders een werk boekje noodig NIEUW OPERA-» EN MUZIEK- ENSEMBLE. X NATURALISATIES. Zeven soorten kleiaardappels komen in aanmerking. VERGIFTIGING VAN KIPPEN. DE FILMINDUSTRIE VAN ITALIË. NEDERLANDSCH VALKENIERS VERBOND. WONDERDOKTER EN FISCUS. GEP. KOLONEL JIIR. J. v. SPENGLER f Door den sterken wind is het ijs in het IJsselmeer rond het vuurtoreneiland onder Durgerdam gaan kruien. De schotsen, welke ongeveer 20 cM. dik zijn en een kolossale oppervlakte hebben, schuiven tegen den hoo- gen dijk op, om op het hoogste punt geko men met donderend geraas naar beneden te Storten en in stukken uiteen te spatten. Het Oostelijk en Noordelijk deel van het vuurtoreneiland ligt reeds over de geheele breedte bedekt met schotsen. Daar stapelen zij zich op, zonder voorloopig een gevaar te beteekenen voor de woning van den vuur torenwachter den heer D. Engel, welke aan de Zuidzijde is gelegen. De verbinding tusschen het eiland en den vasten wal is verbroken. Maandag kon men nog met een boot den nabijgelegen polder bereiken, doch de aanstormende schotsen verhinderen dit thans. Ook loopend kan men niet aan den vasten wal komen. De beide booten, waarover de wachter beschikt, zijn reeds bekneld geraakt tusschen de schotsen en kwamen rechtop tusschen deze in het wa ter te staan. Gistermiddag omstreeks vijf uur is te Gies- sendam door de gladheid van het wegdek een botsing ontstaan tusschen een personen auto en en vrachtwagen, waarbij een zestig jarige vrouw, die juist uit het sanatorium te Harderwijk was ontslagen, verwondingen aan het hoofd opliep en naar het ziekenhuis te Dordrecht moest worden vervoerd. In de personenauto zaten behalve de bestuurder, de vrouw, een zoon van de vrouw en diens echtgenoote en dochter die de uit het sana torium ontslagen vrouw hadden afgehaald en naar haar woning te Dordrecht wilden brengen. Deze vier inzittenden kregen min der ernstige verwondingen aan het hoofd en konden na ter plaatse door een genees heer te zijn verbonden, huiswaarts keeren. De bejaarde vrouw evenwel moest in het gemeenteziekenhuis te Dordrecht worden opgenomen. In de cabine van de vrachtauto zaten drie personen, die allen met den schrik vrij kwa men. De beide voertuigen zijn ernstig bescha digd. Over de vraag of een voor eigen reke ning rijdende vrachtautobestuurder ten aan zien van de werktijden onderworpen is aan par. 3 v«n het rijtijdenbesluit, heeft de A. N.W.B. een principieele beslissing van den rechter uitgelokt, zulks naar aanleiding van een vervolging, door den ambtenaar van het O.M. bij het Haagsche kantongerecht tegen een koopman (lid van den A.N.W.B.), die in een door hem bestuurde personen auto monsters (sponsen) meevoert terwijl het ook af en toe voorkomt, dat een deel van deze monsters door een cliënt wordt behouden die deswege werd beschouwd als vrachtautobestuurder en die meer dan 12 uren per week pleegt te rijden, doch niet in het bezit van een „werkboekje" if zooals dat voor in dienstbetrekking zijnde auto bestuurders in art. 46 van het rijtijdenbe sluit is voorgeschreven. Dinsdag diende deze principieele zaak voor den kantonrechter. De koopman in kwestie was niet verschenen, doch als ge machtigde was mr. Huber van den A.N.W.B. aanwezig. Deze heeft zich accoord verklaard met de kwalificatie in de dagvaarding, waarin de koopman, hier bedoeld, bestuur der van een vrachtauto wordt genoemd, wijl art. 1 sub. f van het rijtijdenbesluit als vrachtauto beschouwt ieder motorrijtuig, dat ingericht is of gebezigd wordt voor het vervoer van goederen, alsmede iedere per sonenauto, gebezigd voor het bestellen van goederen.' Doch ten opzichte van de vraag of het rijtijdenbesluit, voorzoover het de werktijden regelt van personen, die niet in dienstbetrekking als vrachtautobestuurder werkzaam zijn, hier geldt achtte de A.N.W.B. dit besluit niet verbindend. Art. 1 van de rij tijden wet bepaalt, dat bij algemeenen maatregel van bestuur regelen worden ge steld omtrent de werk- en rusttijden van alle groepen van personen, die in dienstbe trekking als bestuurder van een motorrijtuig werkzaam zijn, doch het gewaagt niet van dergelijke regelen voor degenen, die voor eigen rekening rijden. Het rijtijdenbe sluit zou derhalve een groep omvatten, die ruimer is dan de wet heeft toegestaan. Weliswaar bepaalt art. 1 sub. a van de wet, dat regelen worden gesteld omtrent de tijden waarop en gedurende welke en den toestand waarin alle of bepaalde groepen van personen of leden dier groepen geen motorrijtuig mogen besturen, maar nu in art. 1 sub. b. uitdrukkelijk de werk- en rusttijden apart worden genoemd, waarbij alleen van personen in dienstbetrekking sprake is, achtte de A.N.W.B. hier alle aan leiding aanwezig voor een principieele be slissing. De ambtenaar van het O.M. achtte het rij tijdenbesluit wel verbindend en beriep zich op art. 1 sub. a van de rijtijdenwet. Spr. eischte f 2.boete. De kantonrechter zal 30 Januari schrifte lijk vonnis wijzen. De heer Heinz verzoekt ons onderstaand berichtdat reeds eerder gepubliceerd is thans in dezen gewijzigden vorm te plaat sen.' Te 's-Gravenhage is een nieuw opera- en muziekensemble (N.O.M.E.) opgericht. Als artistiek leider en dirigent zal Heinz 's-Gravesande optreden. Regisseur en ad ministrateur: Cor van der Rest Jr. De eerste uitvoering wordt gegeven op Vrijdag 2 Februari a.s. in het gemeente museum, Stadhouderslaan. De bedoeling van het ensemble is met enkele jonge krachten, weinig gespeelde en onbekende werken uit te voeren. Het eerste concert bevat behalve de be kende kleine opera „La Serva Padrona" van Pergolese, weinig bekende werken van Handel en Mozart en de niet vaak gespeelde Kaffee-Kantate van Bach. Als gast zal Willem Herckenrath aan de opera meewerken. Verder zijn voor de eerste uitvoering ge ëngageerd: Nelly Smit en Louisette de Vries, sopraan, Isy de Vries, sopraan, Rie Popma-v. d. Puil, alt, Huib Kalsbeek, tenor Bram van Luyn en Jo Vrolijk, bas, zijn vast aan het ensemble verbonden. Als instru mentalisten werken Atie Brederode (spinet), J. Weyand (fluit) en het strijkorkest van het ensemble mee. Voor de tweede uitvoering zal een opera van Handel of Mozart in studie worden ge nomen. Op wetsontwerp 237 is voorgesteld de na turalisatie van E. M. Bialy, Haarlem; J. L. Celant, Schiedam; J. J. Federmann, Terneu- zen; L. F. Griehsauer Den Haag; L. Horvath, Castricum; Ir. R. Keblusek, Eindhoven; L. A. Klein, Den Haag; J. F. Kovac, Nijmegen; F. D. Michiels, 't Bildt (Fr.); W. E. G. Müller, Den Haag; H. Hankamp, Enschede; H. Nuss, Apeldoorn; A. Platz, A'dam; G. de Puysse- laer, Texel; B. M. Raab, Zeist, P. Rakowski, Zuilen; H. W. A. Steinmeièr, Waalre; K. A. Thomas, R'dam; J. Tuin, Utrecht en J. H. Visscher, Schoonebeek. Van officieele zijde worden ons de vol gende bijzonderheden medegedeeld, omtrent het aankoopen van verbruiksaardappelen van den kleigrond, te leveren in het voorjaar van 1940. Deze aankoopen, welke geschieden door middel van den georganiseerden aard- appelhandel, waarvoor optreedt de Veree- niging tot behartiging van den Nederland- schen aardappelhandel, in samenwerking met de provinciale voedselcommissarissen, strek ken zich uit over klei-consumptie-aardap- pelen van eerste kwaliteit in de normale sorteering van de rassen Zeeuwsche blauwe, Zeeuwsche bonte, Koopmans blauwe, roode star, eigenheimers, Bevelander en, hoewel zulks aanvankelijk niet in de bedoeling lag, ook van het ras bintje, aangezien zulks met het oog op de ontwikkeling der marktsituatie wenschelijk bleek. De prijzen, waarvoor met de telers werd gecontracteerd, te weten voor de eerstge noemde vier rassen 4,50 per 100 k.g., voor Bevelanders 4,— per 100 k.g., voor eigen heimers 3,75 per 100 k.g. en voor bintjes 3,25 per 100 k.g., alle af-boerderij, zijn ge baseerd op levering van de aardappelen in de week van 1 tot en met 6 April 1940, uit gezonderd eigenheimers, waarvoor de prijs is gebaseerd op levering in de week van 26 Februari tot en met 2 Maart 1940. De telers zijn evenwel verplicht zooveel vroeger of later dan de genoemde basis-perioden te le veren als van overheidswege noodzakelijk wordt geacht, met dien verstande, dat de eigenheimers uiterlijk 30 Maart en de aard appelen van de andere rassen uiterlijk 1 Juni afgenomen zullen worden. Wordt levering vóór de genoemde tijdvakken, dus begin April of eind Februari gewenscht, dan zul len de genoemde overnemingsprijzen worden verminderd met 0,025 per 100 k.g. per week, of gedeelte daarvan. Wordt verlangd, dat de eigenheimers na de week van 26 Februari tot en met 2 Maart worden geleverd, dan zal de prijs per week of gedeelte daarvan, met 0,05 per 100 k g. worden verhoogd, terwijl indien van de ove rige rassen levering na de week van 1 tot en met 6 April wordt geëischt, de overne mingsprijzen daarvan met 0,03 per 100 k.g. per week, of gedeelte daarvan zullen worden verhoogd tot 6 Mei 1940 en van 6 Mei af met 0,05 per 100 k.g. per week of gedeelte daarvan. De aardappelen moeten op het tijdstip van levering van eerste kwaliteit zijn; eventueele Demonstratie te Stellendam. In verband met den noodtoestand in de garnalenvisscherij te Stellendam, die is in getreden, toen de oorlog uitbrak en sinds dien steeds is verergerd, zijn dezer dagen alle schippers en bloc naar het gemeente huis gegaan, waar zij door den burgemees ter werden ontvangen De heer A van Eek, voorzitter der vis- schersvereeniging „Samenwerking", voerde namens allen het woord. Hij zeide o.m. dat de kritieke toestand in de gezinnen der schippers hen noodzaakt een beroep te doen op de gemeente. Hij vroeg of het gemeente bestuur bereid is, de schippers, die dit noo dig hebben, uit de gemeentekas te onder steunen, zoolang het rijk geen steun geeft. De burgemeester de heer P. J. Keyzer sprak in zijn antwoord allereerst zijn vol doening uit over de ordelijke wijze van demonstreeren en gaf vervolgens een uitvoe rig overzicht van alles, wat door het ge meentebestuur is gedaan om hulp te bieden. Spr. is enkele malen in Den Haag geweest om de betreffende belangen te bepleiten. De raad heeft aan de regeering geadresseerd. Spr. zeide, dat hij den tóestand kritiek acht. Wat echter den dirëcten steun aan de gezin nen betreft, dit vraagstuk is zeer moeilijk, daar de gemeente tot de gesaneerde behoort en de kas slechts over beperkte middelen beschikt. Spr. poogt hiervoor een oplossing te vinden en zeide, dat hij zal doen, wat mo gelijk is. Hij eindigde met de hoop uit te spreken, dat de minister van sociale zaken een gunstige beschikking zal geven op de vraag om opneming der schippers in de steunregeling. In den ochtend van 23 September van het vorig jaar stierven onder verdachte ver schijnselen alle kippen van den mijnwerker Heijnsbergen te Hopel-Kerkrade. Toen de vrouw des huizes de dieren des morgens het gewone voeder had gegeven, waren ze nog normaal, maar later werden zij suf en stier ven de een na den ander. Men kreeg toen argwaan en nadat eenige kippen waren ge slacht, bleek de maaginhoud, die een eigen- aardigen geur afgaf, sterk fosforiseerend te zijn. De marechaussee stelde een onderzoek in, waarna twee van de doode dieren werden opgezonden naar een serum-instituut te Am sterdam, waarop weldra bericht kwam, dat de kippen inderdaad met fosfor, een zwaar vergif, waren gedood. Een jongeman, die in den avond van 22 September ten huize van den grondwerker H. G. was geweest, had toen gezien, dat deze bezig '"as met het vermengen van kleine stukjes roggebrood met een roodachtige massa, welke een glinsterenden schijn gaf. G. had hem te kennen gegeven, dat hij de kippen van H. wilde vergiftigen. G., die zich ter zake voor de Maastricht- sche rechtbank te verantwoorden had, ont kende het hem ten latse gelegde. Hij zou dien avond voeder voor zijn schapen bereid heb ben. Het O.M. eischte tegen G. vier maanden gevangenisstraf. Mr. Hoek uit Kerkrade achtte het vooron derzoek onvolledig en verzocht de zaak terug te wijzen naar den rechter-commissaris. Uitspraak 29 Januari a.s. (Nadruk verboden). „Aan wal gegaan", antwoordde Sam snel, „om wat Fransche pepermunt te halen. Zij houden niet erg van Engelsch snoepgoed. Als u hier even wilt blijven wachten, mijnheer Hopscotch, dan wip ik even op dek om te zien of ze in de buurt zijn". Waar Sam op aanstuurde, kon Mrs. Prout zidh niet goed indenken, en zij zou zeker heel verbaasd geweest zijn indien zij op dit oogenblik zijn bewegingen had kunnen vol gen. Het was Sam namelijk ingevallen dat achter in de kast, waarin Joy en Jimmy ver stopt waren, eenigen tijd twee planken los geraakt waren van het beschot, doordat de kabel van de kraan, waaraan een zware zak cement hing, ertegenaan geslingerd was. Nadat Sam de ladder „opgewipt" was, was het voor den vindingrijken lichterman nog maar het werk van weinige oogenblik- ken neer te duiken in het ruim, over eenige kisten te klauteren, en de losse planken op zij te trekken. „Joy", fluisterde hij. „JimmyHier.. kom eruit!" In de hoogste mate verbaasd wendden Joy en Jimmy zich om in de kast. Zij wisten in het geheel niet dat de achterplanken wegge nomen konden worden. Zij konden ternau wernood hun oogen gelooven toen zij het roode gelaat van den lichterman met span ning naar hen zagen gluren. Sam hielp hen uit de kast naar het dek van het ruim. „Die ouwe snufferige Sik is ons te slim af geweest", fluisterde hij. „Hij heeft Jimmy's jas en pet gezien." „Wil u dat wij aan wal gaan en ons ver schuilen, oom?" vroeg Joy. „Neen, dat zou tot niets dienen. Hij zou ons nagaan, en ons misschien wel een poli tieagent achter de hielen sturen. Wij moeten hem zien te bedotten", fluisterde Sam „dat is onze eenige kans. Ik heb hem gezegd dat jelui twee kleine vreemdelingen uit Belgie zijn, en geen Engelsch spreken. Jelui namen zijn Sef en Marie. Begrepen? Hij kan niets met jelui doen, als jelui vreemdelingen zijn. Ken je een beetje Fransch, Joy?" „Zoo eenige woorden maar, oom". „Net als ik", fluisterde Sam. „Enfin, zoo lang je maar niet laat merken dat je Engelsch verstaat, zal het misschien wel gaan. Ik heb gezegd dat je aan wal geweest bent om snoep goed te koopen. Nu neem ik je mee naar be neden naar hem toe. Pas nu heel goed op wat je zegt. Je hebt niets anders te doen dan te kijken op een manier, waaruit blijkt dat je niet begrijpt wat er aan de hand is, en voor te wenden dat je niets verstaat van wat gesproken wordt. Vat je?" „Ja..ja, oom," stamelde Jimmy, die nogal zenuwachtig scheen te zijn. En Sam Prout tilde hen beiden snel op het dek van de Ladybird. Het was een vreemde, en in vele opzich ten een grappige situatie. Maar Joy en Jim my begrepen dat er niets grappigs aan zou zijn als het bedrog ontdekt werd, en zij het vriendelijke echtpaar, dat zoo goed voor hen geweest was, zouden moeten verlaten. Zij moesten hun beste beentje vooruit zptten, en hun rol spelen. Sam zelf gaf als het ware den aftrap door voor te wenden, dat hij hen plotseling in de gaten kreeg. „A-hoi, daar!" schreeuwde hij uit alle macht. „Ben. je daar, Marie! Bong jour, lie ve!" Zich voor het onderhoud, dat thans volgen zou, klaar makend, en nog eenige wenken influisterend aan Joy en Jimmy, leidde Sam Prout hen omlaag naar de kajuit, waar de schoolinspecteur wachtte. Sam trad opgewekt, met een breeden glimlach binnen. „Hier zijn ze, Mr. Scratchpole", kondigde hij aan. „Hier zijn onze twee uitgewekenen. Marie!" vervolgde hij, zich tot Joy wendend, die nogal verlegen keek in tegenwoordigheid van een vreemde. „Anglais gentleman, Mes- jeu Hopscotch.Parrelee foe.Hoe maak je het?ma sjerie." Joy glimlachte en boog. „Bong jour!" zeide zij beleefd, en op zeer ,buitenlandsche" manier. Mijnheer Hotchkin knipte verward met de oogen. Hij begon nu toch te gelooven dat hij ten onrechte argwaan gekoesterd had. Hij poogde zich nog wat brokstukken Fransch te binnen te brengen; ofschoon hij Onderwijs Inspecteur was, had hij zijn Fransch reeds lang vergeten. Het schoot hem te binnen dat België in het Fransch „Belgique" heette, en dat „kin deren" in deze taal „enfants" genoemd, en „angfang" uitgesproken werden. waarmede Sam hem reeds bekend gemaakt had. „Een zeer goed idee. En nu jij, jong- mensch?" Hij wendde zich tot Jimmy. Vous-Belgique-aussi? „Pas comprang", verklaarde Jimmy. „Het kereltje wil zeggen dat hij u niet volgen kan, mijnheer Hopkins", legde Sam dienstvaardig uit. „Hij denkt dat u Engelsch spreekt." Mijnheer Hotchkin trok een donker ge zicht. Hij kon niet velen dat hem gezegd werd dat zijn Fransch zoo slecht was; bo vendien wond hij zich voortdurend meer op over de ontelbare manieren, waarop zijn naam verbasterd werd. Maar Sam's sluwe opzet had haar uitwerking niet gemist, en het viel den Onderwijs Inspecteur geen oogenblik in dat hij voor den paal gehouden was. Hij nam zijn hoed, handschoenen en para plu op, en maakte zich gereed om te ver trekken. „Dank u, Mr. Prout", zeide hij. „Aangezien deze kinderen vreemdelingen zijn, vallen zij niet onder mijn bevoegdheid,' zoodat ik u niet langer behoef op te houden. U zult ech ter weten dat u vergunning van de politie noodig hebt om ze langer dan zekeren tijd hier te houden. Vreemdelingen moeten.... hm! hm!.... ingeschreven worden". „O, zeker, mijnheer Hitchman", zeide Sam opgeruimd. „Dat weten wij heel goed. Maar het zal niet zoo lang duren of hun vader zal overkomen uit Napels ik bedoel uit Ant werpen om ze te halen. En wel bedankt voor uw bezoek, mijnheer Hopscotch. Goe den dag!" De sombere schoolinspecteur liet een snuf hooren, trok zijn handschoenen aan, zette zijn bolhoed op, nam dezen op stijf-formeele wij- iZij zagen nog flauw het licht van de werf. zou, want Mr. Hotchkin mccht eens van zin veranderen en weeromkeeren. Het duurde dus niet lang of de gezellige oude schuit stiet af van de werf en vervolg de haar vaart stroomafwaarts. Gedurende de volgende dagen maakten Joy en Jimmy het zich zoo aangenaam mogelijk nadat zij zoo op het kantje af eraan ontkomen waren in handen van den Onderwijs Inspecteur te vallen. Een week nadat de schuit van de werf vertrokken was, zat Jimmy aan de kleine tafel in de kajuit. Hij was hard op zijn vin gers aan 't rekenen, en schreef langzaam cijfers neer op een stuk papier. Joy zat in een leunstoel een paar sokken van Mr. Prout te verstellen. De Ladybird, vastgemeerd aan een boei in de monding der rivier, schommelde heen en weer op de zachte deining van het af gaande getij. Sam en zijn vrouw waren in een sloep aan wal gegaan om een bezoek aan een kennis te brengen. Joy en Jimmy bevonden zich alleen aan boord. Wie heeft sommen uitgevonden, Joy? vroeg Jimmy plotseling, met een peinzen- den trek op het gelaat. „Hm! Ik....eik weet het niet", ant woordde Joy, die meer aandacht schonk aan het mazen dan aan Jimmy's vraag. „Waar om?" „Niets.... ik dacht dat zoo bij mij zelf", zei Jimmy. Bijna een uur lang cijferde Jimmy, en beet hij op het eind van zijn penhouder, toen hu ten slotte met zijn sommen gereed was, legde hij zijn pen met een diepen zucht van verluchting neer. „Klaar, Jimmy?" vroeg Joy glimlachend. „Ja," zei Jimmy, stijf opstaande. „Mijn been slaapt. Ik ga wat op het dek heen en weer loopen. Ga je mee, Joy?" „Neen, ik zal liever eerst die sok afma ken", antwoordde zij tevreden. Jimmy vond het heerlijk in het duister over de rivier te turen, en de lichten van voorbijvarende schepen gade te slaan. Hij zette zijn pet op, trok zijn jas aan, en begaf zich naar dek. Maar nauwelijks was hij weg of Joy hoorde een kreet van schrik, zoodat zij van ontsteltenis de sok in haar schoot liet vallen. „Joyvlugkom vlug!" riej Jimmy omlaag, en zij sprong naar de ladder, en klau terde in allerijl naar boven. „Wat is er aan de hand?" riep zij uit, maar Jimmy behoefde niet te antwoorden, J°V bleef plotseling op dek stilstaan, en staar e verschrikt om zich heen. Want de schuit lag niet langer vas aan de boei, en dreef niet zachtjes aani - van haar sterken kabel. Zij wa en voer snel de rivier af - hulpeloos en zon der leiding. Achteruit konden zij het licht van de werf, waar Sam en Mrs. Prout aan wal gegaan wa ren, flauw zien twinkelen. Vooruit lag een groote, donkere uitgestrektheid van water, als een woestijn. De schuit was losgeraakt van Hen kabel, met hen alleen aan boord, en dreef snel naar de open zee. Hij wendde zich tot Joy, en sprak haar ernstig aan: „Vous angfang Belgique, hè?" stamelde hij. „Oui, m'sieu", antwoordde Joy glim lachend, en hierop liet zij, als een knappe tooneelspeelster, plotseling een stortvloed van Fransche woorden, en soms ook van Fransche klanken volgen welke, aan elkaar geregen, volstrekt niets beteekenden, maar toch den indruk verwekten dat zij het Fransch zeer vloeiend sprak. Mr. Hotchkin glimlachte en maakte een gebaar met de schouders. Hij wilde tegenover Sam en Mrs. Prout niet den schijn op zich laden (maar het was eigenlijk geen schijn!) geen Fransch te verstaan. „O, ja. Oui-oui! zit het zoo, meisje!" zeide hij, de handen wrijvend. „Je ouders hebben je dus hier heen gestuurd voor een vacantie, en zij willen dat je de taal leert." Hij dacht dat zij hem datgene verteld had, ze af voor Mrs. Prout, en verliet de kajuit en het schip. Sam had zoo een pret in de grap, die zij beleefd hadden, dat hij achterover in een stoel lag te schudden van het lachen, en weldra namen zijn vrouw, Joy en Jimmy ten volle in de vroolijkheid deel. Mrs. Prout betuigde dat haar echtgenoot een „slimmerik" was, en zeide dat als zich weer eens moeilijkheden mochten voordoen, het naar haar meening een uitstekende poli tiek voor Joy en Jimmy zou zijn hun natio naliteit opnieuw te veranderen, en voor te wenden geen Engelsch te verstaan. Hierdoor zou hun zeide zij de moeilijkheid ge spaard worden op lastige vragen te ant woorden. Mrs. Prout was echter tevens van oordeel dat hoe eerder zij de rivier afzakten, des te beter het voor alle betrokken partijen zijn „O, Jimmy, de schuit is losgeraaktWij drijven de rivier afriep Joy uit, terwijl haar gelaat verbleekte van schrik„Wat zullen wij doen?" Jimmy antwoordde niet. De verbijstering op zijn rond gezicht maakte plaats voor een opgewonden uitdrukking, terwijl hij om zich heen keek. De gebouwen en pakhuizen, welke zij op beide oevers gezien hadden, toen Mr. Prout en zijn vrouw aan wal wa ren gegaan, waren niet meer te bespeuren De rivier was breeder geworden en het landschap had een geheel ander en onbekend karakter. De twinkelende lichten op beide oevers werden thans zeldzamer, en de don ere streep land aan weerszijden, werd vager. Voor hen strekte zich het breede water uit, grauw en somber, alsof het zich gereed hield om hen te verzwelgen. (Wordt vervolgd). INGEVROREN. Een aan de Duitscha Oostkust gestrand schip werd 'n ijsklomp. geschillen over die kwaliteit zullen worden beslecht door een commissie van 3 arbiters. Het ligt in de bedoeling, in elk gewest een arbitrage-commissie in te stellen, waarvan als leden zullen worden benoemd een amb tenaar van den plantenziektenkundigen dienst, een deskundige, aangewezen door de Nederlandsche akkerbouwcentrale en een voor elk geval afzonderlijk door den teler aan te wijzen persoon. Van eiken aankoop wordt een koopbriefja opgemaakt, waarin, behalve de gewone ge gevens omtrent den koop met het oog op de contróle, zoo nauwkeurig mogelijk moet wor den aangegeven, waar de gekochte partij zich bevindt. Op grond van de koopbriefjes zal den te lers door den provincialen voedselcommis- saris een voorschot kunnen worden uitbe taald, ten bedrage van de helft van den over- nemingsprijs, uiteraard met dien verstande, dat de telers zich moeten verbinden op eer ste aanmaning het voorschot geheel of ge deeltelijk terug te betalen, indien ten ge volge van bijzondere omstandigheden min der kan worden geleverd dan werd ver kocht. Stefani meldt uit Rome d.d. 16 dezer De Duce heeft vanmorgen het in 1934 ge stichte Italiaansche cinematographische proef centrum plechtig geopend. De minister voor volkscultuur, Pavolini, sprak bij deze gelegenheid een rede uit, waarin hij de balans van Italië's activiteit op cinematographisch gebied opmaakte. Hij wees erop, dat op het oogenblik 167 leer lingen uit alle maatschappelijke groepen en uit alle streken van Italië het experimenteels centrum bezoeken, dat een ware kweek school is geworden van toekomstige film acteurs, metteurs-en-scène en scenarioschrij vers. Wat voorts de Italiaansche filmproductie betreft, in het afgeloopen jaar werden 109 films vervaardigd met elf buitenlandscha versies. Men voorziet, dat de productie dit jaar zal stijgen tot 120 films, waardoor bijna aan de helft van de behoefte des lands zal kunnen worden voldaan. De industrieele waarde van de filmproductie bedroeg in het afgeloopen jaar meer dan 180 milüoen lire. 4.100 acteurs, 15.000 figuranten en 3000 arbeiders-specialisten werken op het oogen blik in de verschillende Italiaansche studio's. 175 schrijvers, 45 musici en 35 architecten hebben in 1939 bij het vervaardigen van films hun medewerking verleend. 216 films konden het vorig jaar naar 24 landen worden uitgevoerd. Het aantal Italiaansche bioscopen neemt voortdurend toe en bedraagt op het oogen blik ongeveer 5100. De recettes bedroegen in 1939 meer dan 600 millioen lire. Op de gedurende het afgeloopen week eind in het jagershuis Oud-Reemst op het nationale park „De Hooge Veluwe" gehouden vergadering van het Nederlandsche Valke niersverbond „Adriaan Mollen" werd beslo ten gedurende de zomermaanden een valke nierskamp te houden op de Veluwe. Hier zul len dan de leden van het verbond zich onge stoord kunnen wijden aan de Uitoefening van de oude sport, de valkerij. Besloten werd, dat het Valkeniersverbond een zee-arend, die op het oogenblik het eigendom is van een woonwagenbewoner, zal koopen en dezen vogel, na eenige weken goed yrevoerd hebben, op de Hooge Veluwe zal Lslaten. Daar deze zee-arend waarschijnlijk 1 niet di rect zich in de vrije natuur zal wetfci te be helpen, zal men nog een tijd lang \»>or voer zorgen. Op de Hoog<| Veluwe verblijven dezen winter reeds drie wilde zee-hrenden, die geregeld door de jachtopzieners en het publiek waargenomen worden. Men hoopt nu, dat de zee-arend, die losgelaten zal wor den ia het voorjaar met deze drie vogels naar het Noorden zal terugtrekken. De rechtbank te Almelo heeft gisteren een in den Gelderschen Achterhoek bekenden „wonderdokter" veroordeeld tot zes weken gevangenisstraf. De man is van beroep huisschilder en heeft uit zijn „natuurheelkundige practijk" jaarlijks een zeer behoorlijk inkomen, dat hij, naar hem ten laste werd gelegd, over het belastingjaar 1938—l039 niet geheel had op gegeven. Zijn opgave bedroeg 1300, het geen ongeveer f 5000 te weinig was. Te Haarlem is in den ouderdom van ruim 82 jaar overleden, jhr. J. Th. van Spengler, oud-kolonel der infanterie, jhr. van Speng ler werd in 1857 te Arnhem geboren, bezocht de H. B. S. te Delft en daarna de Kon. Mil. Academie te Breda en werd in 1878 beëedigd tot officier. Nadat hij bevorderd was tot ka pitein in 1896 kwam hij naar Haarlem, waar hij tot 1899 bleef, in welk jaar hij aangesteld werd tot kapitein bij het regiment grenadiers en jagers in den Haag. In 1904 keerde hij als majoor van het 10e R. I- naar Haarlem terug. Achtereenvolgens werd hij overste en kolonel, commandant van het regiment. In het voorjaar van 1914 werd hij op zijn ver zoek eervol uit den militairen dienst ontsla gen. Van de Heemsteedsche burgerwacht was hij korten tijd de eerste commandant.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1940 | | pagina 4