JIMMY EN JOY.
VUURTORENWACHTER
DOOR HET IJS
BELEGERD.
HET RIJTÏJDENBESI/UIT.
II
Aankoop van verbruiks-
aardappelen.
EEN VERBAAL VOOR ONZE JEUGD
DE SCHUIT LOS
GERAAKT.
OPEN ZEE
WOENSDAG 17 JANUARI 1940
Onder Durgerdara gaat het ijs
thans kruien.
Verbinding tusschen vuurtoreneiland
en vasten wal verbroken.
BOTSING TUSSCHEN PERSONEN
AUTO EN VRACHTWAGEN.
Vrouw, die gewond werd, was juist
uit sanatorium ontslagen.
DE NOOD DER GARNALENVISSCHERS
Hebben voor eigen rekening rijdende
vrachtautobestuurders een werk
boekje noodig
NIEUW OPERA-» EN MUZIEK-
ENSEMBLE.
X
NATURALISATIES.
Zeven soorten kleiaardappels komen
in aanmerking.
VERGIFTIGING VAN KIPPEN.
DE FILMINDUSTRIE VAN ITALIË.
NEDERLANDSCH VALKENIERS
VERBOND.
WONDERDOKTER EN FISCUS.
GEP. KOLONEL JIIR. J. v. SPENGLER f
Door den sterken wind is het ijs in het
IJsselmeer rond het vuurtoreneiland onder
Durgerdam gaan kruien. De schotsen, welke
ongeveer 20 cM. dik zijn en een kolossale
oppervlakte hebben, schuiven tegen den hoo-
gen dijk op, om op het hoogste punt geko
men met donderend geraas naar beneden te
Storten en in stukken uiteen te spatten.
Het Oostelijk en Noordelijk deel van het
vuurtoreneiland ligt reeds over de geheele
breedte bedekt met schotsen. Daar stapelen
zij zich op, zonder voorloopig een gevaar
te beteekenen voor de woning van den vuur
torenwachter den heer D. Engel, welke aan
de Zuidzijde is gelegen.
De verbinding tusschen het eiland en den
vasten wal is verbroken. Maandag kon men
nog met een boot den nabijgelegen polder
bereiken, doch de aanstormende schotsen
verhinderen dit thans. Ook loopend kan men
niet aan den vasten wal komen. De beide
booten, waarover de wachter beschikt, zijn
reeds bekneld geraakt tusschen de schotsen
en kwamen rechtop tusschen deze in het wa
ter te staan.
Gistermiddag omstreeks vijf uur is te Gies-
sendam door de gladheid van het wegdek
een botsing ontstaan tusschen een personen
auto en en vrachtwagen, waarbij een zestig
jarige vrouw, die juist uit het sanatorium te
Harderwijk was ontslagen, verwondingen aan
het hoofd opliep en naar het ziekenhuis te
Dordrecht moest worden vervoerd. In de
personenauto zaten behalve de bestuurder,
de vrouw, een zoon van de vrouw en diens
echtgenoote en dochter die de uit het sana
torium ontslagen vrouw hadden afgehaald
en naar haar woning te Dordrecht wilden
brengen. Deze vier inzittenden kregen min
der ernstige verwondingen aan het hoofd
en konden na ter plaatse door een genees
heer te zijn verbonden, huiswaarts keeren.
De bejaarde vrouw evenwel moest in het
gemeenteziekenhuis te Dordrecht worden
opgenomen.
In de cabine van de vrachtauto zaten drie
personen, die allen met den schrik vrij kwa
men.
De beide voertuigen zijn ernstig bescha
digd.
Over de vraag of een voor eigen reke
ning rijdende vrachtautobestuurder ten aan
zien van de werktijden onderworpen is aan
par. 3 v«n het rijtijdenbesluit, heeft de A.
N.W.B. een principieele beslissing van den
rechter uitgelokt, zulks naar aanleiding van
een vervolging, door den ambtenaar van
het O.M. bij het Haagsche kantongerecht
tegen een koopman (lid van den A.N.W.B.),
die in een door hem bestuurde personen
auto monsters (sponsen) meevoert terwijl
het ook af en toe voorkomt, dat een deel
van deze monsters door een cliënt wordt
behouden die deswege werd beschouwd
als vrachtautobestuurder en die meer dan
12 uren per week pleegt te rijden, doch niet
in het bezit van een „werkboekje" if zooals
dat voor in dienstbetrekking zijnde auto
bestuurders in art. 46 van het rijtijdenbe
sluit is voorgeschreven.
Dinsdag diende deze principieele zaak
voor den kantonrechter. De koopman in
kwestie was niet verschenen, doch als ge
machtigde was mr. Huber van den A.N.W.B.
aanwezig. Deze heeft zich accoord verklaard
met de kwalificatie in de dagvaarding,
waarin de koopman, hier bedoeld, bestuur
der van een vrachtauto wordt genoemd, wijl
art. 1 sub. f van het rijtijdenbesluit als
vrachtauto beschouwt ieder motorrijtuig,
dat ingericht is of gebezigd wordt voor het
vervoer van goederen, alsmede iedere per
sonenauto, gebezigd voor het bestellen van
goederen.' Doch ten opzichte van de vraag
of het rijtijdenbesluit, voorzoover het de
werktijden regelt van personen, die niet in
dienstbetrekking als vrachtautobestuurder
werkzaam zijn, hier geldt achtte de A.N.W.B.
dit besluit niet verbindend. Art. 1 van de rij
tijden wet bepaalt, dat bij algemeenen
maatregel van bestuur regelen worden ge
steld omtrent de werk- en rusttijden van
alle groepen van personen, die in dienstbe
trekking als bestuurder van een motorrijtuig
werkzaam zijn, doch het gewaagt niet van
dergelijke regelen voor degenen, die voor
eigen rekening rijden. Het rijtijdenbe
sluit zou derhalve een groep omvatten,
die ruimer is dan de wet heeft toegestaan.
Weliswaar bepaalt art. 1 sub. a van de wet,
dat regelen worden gesteld omtrent de
tijden waarop en gedurende welke en den
toestand waarin alle of bepaalde groepen
van personen of leden dier groepen geen
motorrijtuig mogen besturen, maar nu in
art. 1 sub. b. uitdrukkelijk de werk- en
rusttijden apart worden genoemd, waarbij
alleen van personen in dienstbetrekking
sprake is, achtte de A.N.W.B. hier alle aan
leiding aanwezig voor een principieele be
slissing.
De ambtenaar van het O.M. achtte het rij
tijdenbesluit wel verbindend en beriep zich
op art. 1 sub. a van de rijtijdenwet. Spr.
eischte f 2.boete.
De kantonrechter zal 30 Januari schrifte
lijk vonnis wijzen.
De heer Heinz verzoekt ons onderstaand
berichtdat reeds eerder gepubliceerd is
thans in dezen gewijzigden vorm te plaat
sen.'
Te 's-Gravenhage is een nieuw opera-
en muziekensemble (N.O.M.E.) opgericht.
Als artistiek leider en dirigent zal Heinz
's-Gravesande optreden. Regisseur en ad
ministrateur: Cor van der Rest Jr.
De eerste uitvoering wordt gegeven op
Vrijdag 2 Februari a.s. in het gemeente
museum, Stadhouderslaan. De bedoeling
van het ensemble is met enkele jonge
krachten, weinig gespeelde en onbekende
werken uit te voeren.
Het eerste concert bevat behalve de be
kende kleine opera „La Serva Padrona"
van Pergolese, weinig bekende werken
van Handel en Mozart en de niet vaak
gespeelde Kaffee-Kantate van Bach. Als
gast zal Willem Herckenrath aan de opera
meewerken.
Verder zijn voor de eerste uitvoering ge
ëngageerd: Nelly Smit en Louisette de
Vries, sopraan, Isy de Vries, sopraan, Rie
Popma-v. d. Puil, alt, Huib Kalsbeek, tenor
Bram van Luyn en Jo Vrolijk, bas, zijn vast
aan het ensemble verbonden. Als instru
mentalisten werken Atie Brederode (spinet),
J. Weyand (fluit) en het strijkorkest van
het ensemble mee.
Voor de tweede uitvoering zal een opera
van Handel of Mozart in studie worden ge
nomen.
Op wetsontwerp 237 is voorgesteld de na
turalisatie van E. M. Bialy, Haarlem; J. L.
Celant, Schiedam; J. J. Federmann, Terneu-
zen; L. F. Griehsauer Den Haag; L. Horvath,
Castricum; Ir. R. Keblusek, Eindhoven; L. A.
Klein, Den Haag; J. F. Kovac, Nijmegen; F.
D. Michiels, 't Bildt (Fr.); W. E. G. Müller,
Den Haag; H. Hankamp, Enschede; H. Nuss,
Apeldoorn; A. Platz, A'dam; G. de Puysse-
laer, Texel; B. M. Raab, Zeist, P. Rakowski,
Zuilen; H. W. A. Steinmeièr, Waalre; K. A.
Thomas, R'dam; J. Tuin, Utrecht en J. H.
Visscher, Schoonebeek.
Van officieele zijde worden ons de vol
gende bijzonderheden medegedeeld, omtrent
het aankoopen van verbruiksaardappelen
van den kleigrond, te leveren in het voorjaar
van 1940. Deze aankoopen, welke geschieden
door middel van den georganiseerden aard-
appelhandel, waarvoor optreedt de Veree-
niging tot behartiging van den Nederland-
schen aardappelhandel, in samenwerking met
de provinciale voedselcommissarissen, strek
ken zich uit over klei-consumptie-aardap-
pelen van eerste kwaliteit in de normale
sorteering van de rassen Zeeuwsche blauwe,
Zeeuwsche bonte, Koopmans blauwe, roode
star, eigenheimers, Bevelander en, hoewel
zulks aanvankelijk niet in de bedoeling lag,
ook van het ras bintje, aangezien zulks met
het oog op de ontwikkeling der marktsituatie
wenschelijk bleek.
De prijzen, waarvoor met de telers werd
gecontracteerd, te weten voor de eerstge
noemde vier rassen 4,50 per 100 k.g., voor
Bevelanders 4,— per 100 k.g., voor eigen
heimers 3,75 per 100 k.g. en voor bintjes
3,25 per 100 k.g., alle af-boerderij, zijn ge
baseerd op levering van de aardappelen in
de week van 1 tot en met 6 April 1940, uit
gezonderd eigenheimers, waarvoor de prijs
is gebaseerd op levering in de week van 26
Februari tot en met 2 Maart 1940. De telers
zijn evenwel verplicht zooveel vroeger of
later dan de genoemde basis-perioden te le
veren als van overheidswege noodzakelijk
wordt geacht, met dien verstande, dat de
eigenheimers uiterlijk 30 Maart en de aard
appelen van de andere rassen uiterlijk 1 Juni
afgenomen zullen worden. Wordt levering
vóór de genoemde tijdvakken, dus begin
April of eind Februari gewenscht, dan zul
len de genoemde overnemingsprijzen worden
verminderd met 0,025 per 100 k.g. per
week, of gedeelte daarvan.
Wordt verlangd, dat de eigenheimers na
de week van 26 Februari tot en met 2 Maart
worden geleverd, dan zal de prijs per week
of gedeelte daarvan, met 0,05 per 100 k g.
worden verhoogd, terwijl indien van de ove
rige rassen levering na de week van 1 tot
en met 6 April wordt geëischt, de overne
mingsprijzen daarvan met 0,03 per 100 k.g.
per week, of gedeelte daarvan zullen worden
verhoogd tot 6 Mei 1940 en van 6 Mei af met
0,05 per 100 k.g. per week of gedeelte
daarvan.
De aardappelen moeten op het tijdstip van
levering van eerste kwaliteit zijn; eventueele
Demonstratie te Stellendam.
In verband met den noodtoestand in de
garnalenvisscherij te Stellendam, die is in
getreden, toen de oorlog uitbrak en sinds
dien steeds is verergerd, zijn dezer dagen
alle schippers en bloc naar het gemeente
huis gegaan, waar zij door den burgemees
ter werden ontvangen
De heer A van Eek, voorzitter der vis-
schersvereeniging „Samenwerking", voerde
namens allen het woord. Hij zeide o.m. dat
de kritieke toestand in de gezinnen der
schippers hen noodzaakt een beroep te doen
op de gemeente. Hij vroeg of het gemeente
bestuur bereid is, de schippers, die dit noo
dig hebben, uit de gemeentekas te onder
steunen, zoolang het rijk geen steun geeft.
De burgemeester de heer P. J. Keyzer
sprak in zijn antwoord allereerst zijn vol
doening uit over de ordelijke wijze van
demonstreeren en gaf vervolgens een uitvoe
rig overzicht van alles, wat door het ge
meentebestuur is gedaan om hulp te bieden.
Spr. is enkele malen in Den Haag geweest
om de betreffende belangen te bepleiten. De
raad heeft aan de regeering geadresseerd.
Spr. zeide, dat hij den tóestand kritiek acht.
Wat echter den dirëcten steun aan de gezin
nen betreft, dit vraagstuk is zeer moeilijk,
daar de gemeente tot de gesaneerde behoort
en de kas slechts over beperkte middelen
beschikt. Spr. poogt hiervoor een oplossing
te vinden en zeide, dat hij zal doen, wat mo
gelijk is. Hij eindigde met de hoop uit te
spreken, dat de minister van sociale zaken
een gunstige beschikking zal geven op de
vraag om opneming der schippers in de
steunregeling.
In den ochtend van 23 September van het
vorig jaar stierven onder verdachte ver
schijnselen alle kippen van den mijnwerker
Heijnsbergen te Hopel-Kerkrade. Toen de
vrouw des huizes de dieren des morgens het
gewone voeder had gegeven, waren ze nog
normaal, maar later werden zij suf en stier
ven de een na den ander. Men kreeg toen
argwaan en nadat eenige kippen waren ge
slacht, bleek de maaginhoud, die een eigen-
aardigen geur afgaf, sterk fosforiseerend te
zijn. De marechaussee stelde een onderzoek
in, waarna twee van de doode dieren werden
opgezonden naar een serum-instituut te Am
sterdam, waarop weldra bericht kwam, dat
de kippen inderdaad met fosfor, een zwaar
vergif, waren gedood.
Een jongeman, die in den avond van 22
September ten huize van den grondwerker
H. G. was geweest, had toen gezien, dat deze
bezig '"as met het vermengen van kleine
stukjes roggebrood met een roodachtige
massa, welke een glinsterenden schijn gaf.
G. had hem te kennen gegeven, dat hij de
kippen van H. wilde vergiftigen.
G., die zich ter zake voor de Maastricht-
sche rechtbank te verantwoorden had, ont
kende het hem ten latse gelegde. Hij zou dien
avond voeder voor zijn schapen bereid heb
ben.
Het O.M. eischte tegen G. vier maanden
gevangenisstraf.
Mr. Hoek uit Kerkrade achtte het vooron
derzoek onvolledig en verzocht de zaak terug
te wijzen naar den rechter-commissaris.
Uitspraak 29 Januari a.s.
(Nadruk verboden).
„Aan wal gegaan", antwoordde Sam snel,
„om wat Fransche pepermunt te halen. Zij
houden niet erg van Engelsch snoepgoed. Als
u hier even wilt blijven wachten, mijnheer
Hopscotch, dan wip ik even op dek om te
zien of ze in de buurt zijn".
Waar Sam op aanstuurde, kon Mrs. Prout
zidh niet goed indenken, en zij zou zeker
heel verbaasd geweest zijn indien zij op dit
oogenblik zijn bewegingen had kunnen vol
gen. Het was Sam namelijk ingevallen dat
achter in de kast, waarin Joy en Jimmy ver
stopt waren, eenigen tijd twee planken los
geraakt waren van het beschot, doordat de
kabel van de kraan, waaraan een zware zak
cement hing, ertegenaan geslingerd was.
Nadat Sam de ladder „opgewipt" was,
was het voor den vindingrijken lichterman
nog maar het werk van weinige oogenblik-
ken neer te duiken in het ruim, over eenige
kisten te klauteren, en de losse planken op
zij te trekken.
„Joy", fluisterde hij. „JimmyHier..
kom eruit!"
In de hoogste mate verbaasd wendden Joy
en Jimmy zich om in de kast. Zij wisten in
het geheel niet dat de achterplanken wegge
nomen konden worden. Zij konden ternau
wernood hun oogen gelooven toen zij het
roode gelaat van den lichterman met span
ning naar hen zagen gluren.
Sam hielp hen uit de kast naar het dek van
het ruim.
„Die ouwe snufferige Sik is ons te slim af
geweest", fluisterde hij. „Hij heeft Jimmy's
jas en pet gezien."
„Wil u dat wij aan wal gaan en ons ver
schuilen, oom?" vroeg Joy.
„Neen, dat zou tot niets dienen. Hij zou
ons nagaan, en ons misschien wel een poli
tieagent achter de hielen sturen. Wij moeten
hem zien te bedotten", fluisterde Sam „dat
is onze eenige kans. Ik heb hem gezegd dat
jelui twee kleine vreemdelingen uit Belgie
zijn, en geen Engelsch spreken. Jelui namen
zijn Sef en Marie. Begrepen? Hij kan niets
met jelui doen, als jelui vreemdelingen zijn.
Ken je een beetje Fransch, Joy?"
„Zoo eenige woorden maar, oom".
„Net als ik", fluisterde Sam. „Enfin, zoo
lang je maar niet laat merken dat je Engelsch
verstaat, zal het misschien wel gaan. Ik heb
gezegd dat je aan wal geweest bent om snoep
goed te koopen. Nu neem ik je mee naar be
neden naar hem toe. Pas nu heel goed op
wat je zegt. Je hebt niets anders te doen dan
te kijken op een manier, waaruit blijkt dat
je niet begrijpt wat er aan de hand is, en
voor te wenden dat je niets verstaat van wat
gesproken wordt. Vat je?"
„Ja..ja, oom," stamelde Jimmy, die nogal
zenuwachtig scheen te zijn.
En Sam Prout tilde hen beiden snel op het
dek van de Ladybird.
Het was een vreemde, en in vele opzich
ten een grappige situatie. Maar Joy en Jim
my begrepen dat er niets grappigs aan zou
zijn als het bedrog ontdekt werd, en zij het
vriendelijke echtpaar, dat zoo goed voor hen
geweest was, zouden moeten verlaten. Zij
moesten hun beste beentje vooruit zptten, en
hun rol spelen.
Sam zelf gaf als het ware den aftrap door
voor te wenden, dat hij hen plotseling in de
gaten kreeg.
„A-hoi, daar!" schreeuwde hij uit alle
macht. „Ben. je daar, Marie! Bong jour, lie
ve!"
Zich voor het onderhoud, dat thans volgen
zou, klaar makend, en nog eenige wenken
influisterend aan Joy en Jimmy, leidde Sam
Prout hen omlaag naar de kajuit, waar de
schoolinspecteur wachtte.
Sam trad opgewekt, met een breeden
glimlach binnen.
„Hier zijn ze, Mr. Scratchpole", kondigde
hij aan. „Hier zijn onze twee uitgewekenen.
Marie!" vervolgde hij, zich tot Joy wendend,
die nogal verlegen keek in tegenwoordigheid
van een vreemde. „Anglais gentleman, Mes-
jeu Hopscotch.Parrelee foe.Hoe maak
je het?ma sjerie."
Joy glimlachte en boog.
„Bong jour!" zeide zij beleefd, en op zeer
,buitenlandsche" manier.
Mijnheer Hotchkin knipte verward met de
oogen. Hij begon nu toch te gelooven dat hij
ten onrechte argwaan gekoesterd had. Hij
poogde zich nog wat brokstukken Fransch
te binnen te brengen; ofschoon hij Onderwijs
Inspecteur was, had hij zijn Fransch reeds
lang vergeten.
Het schoot hem te binnen dat België in
het Fransch „Belgique" heette, en dat „kin
deren" in deze taal „enfants" genoemd, en
„angfang" uitgesproken werden.
waarmede Sam hem reeds bekend gemaakt
had.
„Een zeer goed idee. En nu jij, jong-
mensch?" Hij wendde zich tot Jimmy.
Vous-Belgique-aussi?
„Pas comprang", verklaarde Jimmy.
„Het kereltje wil zeggen dat hij u niet
volgen kan, mijnheer Hopkins", legde Sam
dienstvaardig uit. „Hij denkt dat u Engelsch
spreekt."
Mijnheer Hotchkin trok een donker ge
zicht. Hij kon niet velen dat hem gezegd
werd dat zijn Fransch zoo slecht was; bo
vendien wond hij zich voortdurend meer op
over de ontelbare manieren, waarop zijn
naam verbasterd werd. Maar Sam's sluwe
opzet had haar uitwerking niet gemist, en
het viel den Onderwijs Inspecteur geen
oogenblik in dat hij voor den paal gehouden
was.
Hij nam zijn hoed, handschoenen en para
plu op, en maakte zich gereed om te ver
trekken.
„Dank u, Mr. Prout", zeide hij. „Aangezien
deze kinderen vreemdelingen zijn, vallen zij
niet onder mijn bevoegdheid,' zoodat ik u
niet langer behoef op te houden. U zult ech
ter weten dat u vergunning van de politie
noodig hebt om ze langer dan zekeren tijd
hier te houden. Vreemdelingen moeten....
hm! hm!.... ingeschreven worden".
„O, zeker, mijnheer Hitchman", zeide Sam
opgeruimd. „Dat weten wij heel goed. Maar
het zal niet zoo lang duren of hun vader zal
overkomen uit Napels ik bedoel uit Ant
werpen om ze te halen. En wel bedankt
voor uw bezoek, mijnheer Hopscotch. Goe
den dag!"
De sombere schoolinspecteur liet een snuf
hooren, trok zijn handschoenen aan, zette zijn
bolhoed op, nam dezen op stijf-formeele wij-
iZij zagen nog flauw het licht van de werf.
zou, want Mr. Hotchkin mccht eens van zin
veranderen en weeromkeeren.
Het duurde dus niet lang of de gezellige
oude schuit stiet af van de werf en vervolg
de haar vaart stroomafwaarts. Gedurende
de volgende dagen maakten Joy en Jimmy
het zich zoo aangenaam mogelijk nadat zij
zoo op het kantje af eraan ontkomen waren
in handen van den Onderwijs Inspecteur te
vallen.
Een week nadat de schuit van de werf
vertrokken was, zat Jimmy aan de kleine
tafel in de kajuit. Hij was hard op zijn vin
gers aan 't rekenen, en schreef langzaam
cijfers neer op een stuk papier. Joy zat in
een leunstoel een paar sokken van Mr. Prout
te verstellen.
De Ladybird, vastgemeerd aan een boei
in de monding der rivier, schommelde heen
en weer op de zachte deining van het af
gaande getij.
Sam en zijn vrouw waren in een sloep aan
wal gegaan om een bezoek aan een kennis
te brengen. Joy en Jimmy bevonden zich
alleen aan boord.
Wie heeft sommen uitgevonden, Joy?
vroeg Jimmy plotseling, met een peinzen-
den trek op het gelaat.
„Hm! Ik....eik weet het niet", ant
woordde Joy, die meer aandacht schonk aan
het mazen dan aan Jimmy's vraag. „Waar
om?"
„Niets.... ik dacht dat zoo bij mij zelf",
zei Jimmy.
Bijna een uur lang cijferde Jimmy, en beet
hij op het eind van zijn penhouder, toen hu
ten slotte met zijn sommen gereed was,
legde hij zijn pen met een diepen zucht van
verluchting neer.
„Klaar, Jimmy?" vroeg Joy glimlachend.
„Ja," zei Jimmy, stijf opstaande. „Mijn
been slaapt. Ik ga wat op het dek heen en
weer loopen. Ga je mee, Joy?"
„Neen, ik zal liever eerst die sok afma
ken", antwoordde zij tevreden.
Jimmy vond het heerlijk in het duister
over de rivier te turen, en de lichten van
voorbijvarende schepen gade te slaan. Hij
zette zijn pet op, trok zijn jas aan, en begaf
zich naar dek. Maar nauwelijks was hij weg
of Joy hoorde een kreet van schrik, zoodat
zij van ontsteltenis de sok in haar schoot
liet vallen.
„Joyvlugkom vlug!" riej Jimmy
omlaag, en zij sprong naar de ladder, en klau
terde in allerijl naar boven.
„Wat is er aan de hand?" riep zij uit, maar
Jimmy behoefde niet te antwoorden, J°V
bleef plotseling op dek stilstaan, en staar e
verschrikt om zich heen.
Want de schuit lag niet langer vas aan
de boei, en dreef niet zachtjes aani -
van haar sterken kabel. Zij wa
en voer snel de rivier af - hulpeloos en zon
der leiding.
Achteruit konden zij het licht van de werf,
waar Sam en Mrs. Prout aan wal gegaan wa
ren, flauw zien twinkelen. Vooruit lag een
groote, donkere uitgestrektheid van water,
als een woestijn. De schuit was losgeraakt
van Hen kabel, met hen alleen aan boord, en
dreef snel naar de open zee.
Hij wendde zich tot Joy, en sprak haar
ernstig aan:
„Vous angfang Belgique, hè?" stamelde hij.
„Oui, m'sieu", antwoordde Joy glim
lachend, en hierop liet zij, als een knappe
tooneelspeelster, plotseling een stortvloed
van Fransche woorden, en soms ook van
Fransche klanken volgen welke, aan elkaar
geregen, volstrekt niets beteekenden, maar
toch den indruk verwekten dat zij het
Fransch zeer vloeiend sprak.
Mr. Hotchkin glimlachte en maakte een
gebaar met de schouders. Hij wilde tegenover
Sam en Mrs. Prout niet den schijn op zich
laden (maar het was eigenlijk geen schijn!)
geen Fransch te verstaan.
„O, ja. Oui-oui! zit het zoo, meisje!" zeide
hij, de handen wrijvend. „Je ouders hebben
je dus hier heen gestuurd voor een vacantie,
en zij willen dat je de taal leert."
Hij dacht dat zij hem datgene verteld had,
ze af voor Mrs. Prout, en verliet de kajuit en
het schip.
Sam had zoo een pret in de grap, die zij
beleefd hadden, dat hij achterover in een
stoel lag te schudden van het lachen, en
weldra namen zijn vrouw, Joy en Jimmy ten
volle in de vroolijkheid deel.
Mrs. Prout betuigde dat haar echtgenoot
een „slimmerik" was, en zeide dat als zich
weer eens moeilijkheden mochten voordoen,
het naar haar meening een uitstekende poli
tiek voor Joy en Jimmy zou zijn hun natio
naliteit opnieuw te veranderen, en voor te
wenden geen Engelsch te verstaan. Hierdoor
zou hun zeide zij de moeilijkheid ge
spaard worden op lastige vragen te ant
woorden.
Mrs. Prout was echter tevens van oordeel
dat hoe eerder zij de rivier afzakten, des te
beter het voor alle betrokken partijen zijn
„O, Jimmy, de schuit is losgeraaktWij
drijven de rivier afriep Joy uit, terwijl
haar gelaat verbleekte van schrik„Wat
zullen wij doen?"
Jimmy antwoordde niet. De verbijstering
op zijn rond gezicht maakte plaats voor een
opgewonden uitdrukking, terwijl hij om zich
heen keek. De gebouwen en pakhuizen,
welke zij op beide oevers gezien hadden,
toen Mr. Prout en zijn vrouw aan wal wa
ren gegaan, waren niet meer te bespeuren
De rivier was breeder geworden en het
landschap had een geheel ander en onbekend
karakter.
De twinkelende lichten op beide oevers
werden thans zeldzamer, en de don ere
streep land aan weerszijden, werd vager.
Voor hen strekte zich het breede water
uit, grauw en somber, alsof het zich gereed
hield om hen te verzwelgen.
(Wordt vervolgd).
INGEVROREN. Een aan de Duitscha
Oostkust gestrand schip werd 'n ijsklomp.
geschillen over die kwaliteit zullen worden
beslecht door een commissie van 3 arbiters.
Het ligt in de bedoeling, in elk gewest een
arbitrage-commissie in te stellen, waarvan
als leden zullen worden benoemd een amb
tenaar van den plantenziektenkundigen
dienst, een deskundige, aangewezen door de
Nederlandsche akkerbouwcentrale en een
voor elk geval afzonderlijk door den teler
aan te wijzen persoon.
Van eiken aankoop wordt een koopbriefja
opgemaakt, waarin, behalve de gewone ge
gevens omtrent den koop met het oog op de
contróle, zoo nauwkeurig mogelijk moet wor
den aangegeven, waar de gekochte partij
zich bevindt.
Op grond van de koopbriefjes zal den te
lers door den provincialen voedselcommis-
saris een voorschot kunnen worden uitbe
taald, ten bedrage van de helft van den over-
nemingsprijs, uiteraard met dien verstande,
dat de telers zich moeten verbinden op eer
ste aanmaning het voorschot geheel of ge
deeltelijk terug te betalen, indien ten ge
volge van bijzondere omstandigheden min
der kan worden geleverd dan werd ver
kocht.
Stefani meldt uit Rome d.d. 16 dezer
De Duce heeft vanmorgen het in 1934 ge
stichte Italiaansche cinematographische proef
centrum plechtig geopend.
De minister voor volkscultuur, Pavolini,
sprak bij deze gelegenheid een rede uit,
waarin hij de balans van Italië's activiteit op
cinematographisch gebied opmaakte. Hij
wees erop, dat op het oogenblik 167 leer
lingen uit alle maatschappelijke groepen en
uit alle streken van Italië het experimenteels
centrum bezoeken, dat een ware kweek
school is geworden van toekomstige film
acteurs, metteurs-en-scène en scenarioschrij
vers.
Wat voorts de Italiaansche filmproductie
betreft, in het afgeloopen jaar werden 109
films vervaardigd met elf buitenlandscha
versies.
Men voorziet, dat de productie dit jaar zal
stijgen tot 120 films, waardoor bijna aan de
helft van de behoefte des lands zal kunnen
worden voldaan. De industrieele waarde van
de filmproductie bedroeg in het afgeloopen
jaar meer dan 180 milüoen lire.
4.100 acteurs, 15.000 figuranten en 3000
arbeiders-specialisten werken op het oogen
blik in de verschillende Italiaansche studio's.
175 schrijvers, 45 musici en 35 architecten
hebben in 1939 bij het vervaardigen van
films hun medewerking verleend.
216 films konden het vorig jaar naar 24
landen worden uitgevoerd.
Het aantal Italiaansche bioscopen neemt
voortdurend toe en bedraagt op het oogen
blik ongeveer 5100. De recettes bedroegen in
1939 meer dan 600 millioen lire.
Op de gedurende het afgeloopen week
eind in het jagershuis Oud-Reemst op het
nationale park „De Hooge Veluwe" gehouden
vergadering van het Nederlandsche Valke
niersverbond „Adriaan Mollen" werd beslo
ten gedurende de zomermaanden een valke
nierskamp te houden op de Veluwe. Hier zul
len dan de leden van het verbond zich onge
stoord kunnen wijden aan de Uitoefening van
de oude sport, de valkerij. Besloten werd,
dat het Valkeniersverbond een zee-arend,
die op het oogenblik het eigendom is van
een woonwagenbewoner, zal koopen en
dezen vogel, na eenige weken goed yrevoerd
hebben, op de Hooge Veluwe zal Lslaten.
Daar deze zee-arend waarschijnlijk 1 niet di
rect zich in de vrije natuur zal wetfci te be
helpen, zal men nog een tijd lang \»>or voer
zorgen. Op de Hoog<| Veluwe verblijven
dezen winter reeds drie wilde zee-hrenden,
die geregeld door de jachtopzieners en het
publiek waargenomen worden. Men hoopt
nu, dat de zee-arend, die losgelaten zal wor
den ia het voorjaar met deze drie vogels
naar het Noorden zal terugtrekken.
De rechtbank te Almelo heeft gisteren een
in den Gelderschen Achterhoek bekenden
„wonderdokter" veroordeeld tot zes weken
gevangenisstraf.
De man is van beroep huisschilder en
heeft uit zijn „natuurheelkundige practijk"
jaarlijks een zeer behoorlijk inkomen, dat
hij, naar hem ten laste werd gelegd, over het
belastingjaar 1938—l039 niet geheel had op
gegeven. Zijn opgave bedroeg 1300, het
geen ongeveer f 5000 te weinig was.
Te Haarlem is in den ouderdom van ruim
82 jaar overleden, jhr. J. Th. van Spengler,
oud-kolonel der infanterie, jhr. van Speng
ler werd in 1857 te Arnhem geboren, bezocht
de H. B. S. te Delft en daarna de Kon. Mil.
Academie te Breda en werd in 1878 beëedigd
tot officier. Nadat hij bevorderd was tot ka
pitein in 1896 kwam hij naar Haarlem, waar
hij tot 1899 bleef, in welk jaar hij aangesteld
werd tot kapitein bij het regiment grenadiers
en jagers in den Haag. In 1904 keerde hij als
majoor van het 10e R. I- naar Haarlem
terug. Achtereenvolgens werd hij overste en
kolonel, commandant van het regiment. In
het voorjaar van 1914 werd hij op zijn ver
zoek eervol uit den militairen dienst ontsla
gen. Van de Heemsteedsche burgerwacht
was hij korten tijd de eerste commandant.