m
JIMMY EN JOY.
r-
Dr. J. B. MEENK
JOY GAAT ERVAN
DOOR.
DE VLIEGRAMP BIJ BALI.
DE TWEE TON VOOR HET
KIND.
EEN VERHAAL VOOR ONZE JEUGD
V
VRIJDAG 26 JANUARI
"X
Meeleven van de geheele
bevolking.
In het toestel aamvezige post geheel
teruggevonden
BRAND BIJ „ORGANON"
TE OSS.
Distillatiegebouw uitgebrand.
DOOR DIESELTREIN AANGEREDEN.
VERLOREN PORTEFEUILLE
TERUGGEBRACHT.
Ruimschoots binnen.
KIND IN BRANDEND HUIS
OMGEKOMEN.
PAASCHVEETENTOONSTELLING TE
's HEBTOGENBOSCH.
BIOSCOOPBOND WINT BUMA-
PROCES.
Buma heeft geen muziekauteursreclit
op geluidsfilms.
EXPEDITIEKNECHT GEARRESTEERD
BRAND TE GORREDIJK.
ONGELUK MET DOODELIJKEN
AFLOOP.
DIENST VOLKSGEZONDHEID OP
SUMATRA.
18
ONGEVRAAGD EERVOL ONTSLAG
AAN EEN KAPITEIN.
Uitspraak centralen raad van beroep
te Utrecht, i
NATURALISATIES.
BATAVIA, 25 Januari (Aneta).
Inzake de ramp van het K. N. I. L. M.-
vliegtuig PKAFO verneemt Aneta nog, dat
de in het toestel aanwezige post geheel is
teruggevonden. Gedeeltelijk is deze Dinsdag
J.l. reeds naar Australië doorgezonden, ter
wijl de rest meegaat met het eerstvolgende
Australië-vliegtuig van de K. N. I. L. M.
De K. N. I. L. M. deelde nog mede, dat
het medeleven op geheel Bali met de ramp
onbeschrijflijk is. Zoowel van de zijde van
het bestuur als van de Europeesche en in-
heemsche bevolking wordt groote belang
stelling getoond welke diep ontroerend is en
een duidelijk bewijs vormt hoe men zich als
het ware persoonlijk getroffen acht door de
zen slag aan de Indische luchtvaartmaat
schappij.
Een schat van bloemen dekt de laatste
rustplaats van hen, die bij deze ramp het
leven lieten.
Bij de K. N. I. L. M. blijven de bewijzen
van deelneming van heinde en verre binnen
stroomen en ook óp 't kantoor van de K. N.
I. L. M. in Amsterdam blijkt voortdurend
hoe over de geheele wereld, niet alleen in
luchtvaartkringen, met dit verlies voor de
Indische burgerlijke luchtvaart wordt mee
geleefd.
Gisteravond om negen uur werd de ge
meente Oss opgeschrikt door een hevigen
knal waarna zich direct een felle vuurgloed
aan den hemel afteekende. Er bleek brand
ontstaan te zijn in het distillatiegebouw van
de N.V. „Organon". In dit gebouw bevindt
zich gewoonlijk een partij alcohol, welke
voor laboratoriumdoeleinden wordt gebruikt.
Het gebouw brandde weldra als een fakkel
en telkens weerklonken nieuwe ontplof
fingen.
De fabrieks- en de gemeente-brandweer
waren spoedig aan het blusschen en met een
achttal slangen werd het water in de vuurzee
geworpen. Op deze wijze wist men den brand
tot het eene gebouw te beperken. Na een uur
werken was men het vuur meester.
Het bedrijf zal door het gebeurde geen
stagnatie ondervinden.
Man ernstig gewond.
Op de spoorlijn OldenzaalHengelo is een
man, zekere H., die daar ter hoogte van het
viaduct bij de boerderij Jonkman op Jen
spoordijk liep, door den Dieseltrein, wihce
om 17.49 uur te Oldenzaal moet aankomen,
aangereden.
Bij aankomst van den trein te Oldenzaal
meldde de wagenbestuurder, dat nij ter
hoogte van genoemd viaduct een aanrijding
moet hebben gehad. De treeplank van den
Diesel wees dat uit; deze was namelijk ver
nield.
Terstond hierop is een onderzoek Inge
steld. Het resultaat was, dat men H. zwaar
gewond onder aan den spoordijk vond. Een
half uur later is het slachtoffer met een vol
genden trein uit Hengelo, dien men op de
plaats van het ongeluk heeft laten stoppen,
naar Oldenzaal vervoerd en naar het EK.
ziekenhuis overgebracht.
De toestand van H. is zeer ernstig en van
dien aard, dat hij van de laatste H. Sacra
menten is voorzien.
Maar bet geld was verdwenen.
Men meldt ons uit Amsterdam:
Een buffetbediende had eenige dagen ge
leden het ongeluk, op den Hoofdweg, nabij
het Mercatorplein een portefeuille te ver
liezen, waarin zich twaalf bankbiljetten van
10, drie loterijbriefjes en een rijbewijs be
vonden.
Hij deed hiervan aangifte bij de politie van
het bureau Admiraal de Ruyterweg en infor
meerde natuurlijk enkele malen per dag, of
zijn eigendom reeds terugbezorgd was, doch
telkens moest de politie ontkennend op deze
vraag antwoorden.
De man was dan ook niet weinig verheugd
toen hij gistermiddag bij zijn thuiskomst zijn
verloren portefeuille thuis in de brievenbus
vond, maar zijn blijdschap werd niet weinig
getemperd, toen hij bij inspectie van zijn
eigendom tot de minder prettige ontdekking
kwam, dat de portefeuille w 1 zijn rijbe
wijs en de drie loterijbriefjes bevatte, maar
dat er van de bankbiljetten geen spoor viel
te ontdekken.
Zijn eenige hoop is thans nog, dat de vin
der vergeten heeft, de briefjes van tien weer
in de portefeuille te deponeeren en deze als
nog als tweede verrassing in de brievenbus
zal laten glijden.
Hebt U griep en
Bent U koortsig?
Neemt een Koortspoeder van
Prijs p. poeder 7% ct., étui's van 6 p. 42% ct.
Alleen echt met tie Driehoek M. B.
Reel. 3650-5 10
De centrale propaganda-commissie voor de
weldadigheidspostzegels schrijft ons, dat de
voorloopige opbrengst der kinderzegels
175.300 haar tot groote dankbaarheid stemt.
Daar de opbrengst van de prentbriefkaar
ten, samen met de overige baten uit prijs
vraag enz. ongeveer 50.000 zal bedragen
zijn dus voor den derden keer, dank zij de
groote offervaardigheid van heel Nederland,
de twee ton voor het kind ruimschoots bij
eengebracht.
Blijkens de ingekomen berichten dringt
overal in den lande hoe langer hoe meer het
gebruik van de kinderzegels voor de corres
pondentie door. Een verheugend feit voor de
kinderbescherming.
Moeder veroordeeld tot een maand
gevangenisstraf.
Een 23-jarige moeder uit Beverwijk js
gisteren door de rechtbank te Haarlem ver
oordeeld tot een maand gevangenisstraf,
omdat zij op 29 Mei 1.1. haar drie kinderen
alleen thuis had achter gelaten en vergeten
had een eloctrische strijkbout uit te schake
len, zoodat brand was ontstaan en haar vijf
jarig zoontje was omgekomen. De beide
andere kinderen waren door den rook be
dwelmd, doch konden door de brandweer
worden gered.
De officier van justitie had tegen haar
eveneens een gevangenisstraf voor den tijd
van een maand geëischt.
Door bijzondere omstandigheden zal de
Paaschvee-tentoonstelling te den Bosch dit
jaar niet doorgaan.
Het gerechtshof (derde kamer) te Amster
dam heeft Donderdag een belangrijke orin-
cipieele beslissing gegeven in de bekende
auteursrecht-kwesties, die reeds lang den
Nederlandscen bioscoopbond en het bureau
voor muziek-auteursrecht Buma verdeeld
houden.
Het betreft een vordering oorspronkelijk
door Buma bij de rechtbank te Utrecht in
gesteld tegen een bioscooponderneming te
Amersfoort tot verbod van vertooning van
geluidsfilms, waarin muziek voorkomt van
direct of indirect bij het Buma aangesloten
componisten, zonder toestemming van Buma
op verbeurte eener dwangsom van f 10.O0Ü
per dag.
De rechtbank te Utrecht had aan het Bu
ma deze vordering ontzegd. Het Amstev-
damsche hof heeft thans het vonnis van de
Utrechtsche rechtbank bekrachtigd, /.ij het
niet op dezelfde gronden, waarop het eerste
vonnis steunde.
Het hof is in zijn overwegingen minutieus
nagegaan het karakter van de geluidsfhm,
waarbij is afgewezen, wat tot nu toe steeds
door verschillende rechtscolleges was gegeid,
n.l. dat de geluidsfilm een verzamelwerk
zou zijn. Het hof kan niet aannemen, dat
een geluidsfilm onder artikel 5 van de
auteurswet (verzamelwerk) valt. De ge
luidsfilm valt onder artikel 6 van de auteurs
wet, aangezien naar het oordeel van het
hof de geluidsfilm wordt tot stand gebracht
naar het ontwerp en onder leiding cn toe
zicht van den maker.
Deze begrippen „naar het ontwerp en on
der leiding en toezicht van den maker"'
moeten ruim worden uitgelegd, daarbij in
aanmerking nemende, dat toen de auteurs
wet werd geredigeerd, er van een geluids
film nog geen sprake was.
De geluidsfilm is een kunstwerk in zijn
geheel en vormt een ondeelbare eenheid. De
muziek daarin is niet een op zich zelf staand
accompagnement, maar onafscheidelijk mot
het spel verbonden. Alle medewerkers -.ver
ken volgens het ontwerp van den maker en
worden als het ware geïnspireerd om met
elkaar het ondeelbare kunstwerk zooais de
maker dit ontworpen heeft, tot stand te
brengen. Het auteursrecht op de geluidsfilm
komt dan ook toe aan den maker en sluit
een afzonderlijk auteursrecht van den com
ponist op de muziek in de film uit.
1
Het hof laat daar, of de componist nog een
afzonderlijk auteursrecht heeft op de mu
ziek, als deze buiten de film om gespeeld
wordt.
Het hof, dat Buma veroordeeld heeft in
de kosten, bedragende 4.50 heeft, hiermede
principieel uitgesproken, dat Buma het recht
mist om auteursrechten voor de opvoering
van geluidsfilms te vorderen, in casu de ver
tooning van geluidsfilms wegens niet-beta-
ling van muziekauteursrechten te verbieden.
Deze kwestie zal thans door Buma aan den
Hodgen Raad worden voorgelegd.
Men meldt ons uit Amsterdam:
Ongeveer drie weken geleden deed een
expediteur bij de politie van het bureau
Warmoesstraat aangifte, dat een van zijn
knechts zich aan verduistering van goederen
had schuldig gemaakt en met de Noorder
zon was vertrokken. De recherche van ge
noemd bureau, die het onderzoek begon, be
merkte reeds spoedig, dat het register van
den knecht niet geheel blanco was en dat er
nóg enkele politiebureaux in de hoofdstad
waren, die verlangden, nader met den man
kennis te maken. De gezochte bleef echter
voorloopig zoek, totdat gistermiddag toeval
lig een rechercheur den veelgezochte in de
binnenstad ontmoette en naar het bureau
Warmoesstraat overbracht.
De man is daar voorloopig ingesloten. In-
tusschen is de politie ijverig bezig een voor
loopig zondenregister op te maken, dat dan
zoo spoedig mogelijk vereffend zal worden.
Doordat rook in de slaapkamer van den
zoon des huizes kwam, werd gistermorgen
brand ontdekt in het klompenmagazijn van
den heer W. Human te Gorredijk, meldt het
„N. v. h. N." De voorraad, die in verband
met de tijdsomstandigheden, extra groot was,
brandde als een fakkel. In een korte spanne
tijds stond het heele magazijn in lichter
laaie.
De brandweer was spoedig met een mo
torspuit aanwezig en kon, daar de magazij
nen bij de sluis staan, uit open water het
vuur bestrijden. Hierdoor kon verdere uit
breiding worden voorkomen. Het klompen
magazijn, met geheelen inhoud, werd een
prooi der vlammen. Gebouw en inhoud V/a
ren tegen brandschade verzekerd.
(Nadruk verboden).
Toen de 60-jarige P. Schouten te Vlaardin-
gen op het Vulcaanterrein nabij Vlaardingen-
Oost, hout zou halen uit een loods, bleek dai
de ijzeren deur was vastgevroren. Met een
breekijzer trachtte de man toen de deur los
te maken, waarbij deze echter uit de rollen
schoot en op het lichaam van S. terechtkwam.
Ernstig aan den ruggegraat gewond, werd
hij per ziekenauto naar het ziekenhuis te
Vlaardingen vervoerd, waar onmiddellijk
operatief moest worden ingegrepen. Tijdens
de behandeling is de man aan de verwondin
gen overleden.
BUITENZORG, 25 Januari. (Aneta).
Met ingang van 30 April 1940 is op zijn
verzoek eervol ontslag verleend onder dank
betuiging voor de aan den lande bewezen
diensten aan den inspecteur van den diens»
van volksgezondheid op Sumatra dr. E. R.
Pflugbeii.
„Jelui akelig ziek worden van vreeselijk veel
sjokkerdela" en alsof vooral laatstge
noemd woord hemzelf de grootste vreugde
bereidde zoodat hij z'ch niet langer goed
kon houden, barstte hij in een daverend en
proestend lachen uit.
Jimmy glimlachte ofschoon hij niet recht
begreep waarom die man zoo'n pret had.
Ook vond hij het nogal vreemd dat die man
nen er volstrekt niet uitzagen zooals die
Oosterlingen, die hij wel aan boord van
schepen en aan den waterkant gezien had,
en dat zij toch een taaltje uitkraamden dat
klonk als en mengelmoes van Londensch
volksdialect en Chineesch.
Op verlangen van den kapitein stond hij
nu op en volgde dezen uit de kajuit, en door
een nauwe, nogal benauwde gang, die rook
naar eten en machinesmeer.
Aan het eind der gang opende de schipper
de deur van wat een kleine, donkere voor
raadskamer scheen te zijn; door één enkele
patrijspoort sijpelde een flauw licht binnen,
Bij dit licht zag Jimmy wat einden touw
en andere scheepsbenoodigdheden. Het heele
vertrek had een duffe lucht.
Slecht op zijn gemak wendde Jimmy zich
om en keek den schipper in het grijnzende
gelaat.
„Waarom heeft u mij hierheen gebracht?"
vroeg hij.
„Jij heele goeie kleine jongen zijn", zeide
de schipper, terwijl zijn glimlach zich nog
verbreedde. „Jij niet wachten hoeven in
akelige koude kajuitkamer. Jij wachten mag
in gezellige zitkamer van kapitein".
Hij nam Jimmy bij den arm en trok hem
door de deuropening, den stuurman achter
zich een wenk gevend terwijl Jimmy angstig
om zich heen keek.
„Maar ik vind het niets prettig", hijgde
Jimmy beangst. „Het is heelemaal donker.
Ik wil hier niet wachten."
„Wat?" riep de „kapietin" van de X 10
uit op verwonderden toon, waaruit bleek
hoezeer het hem pijn deed dat zijn goedheid
zoo weinig op prijs gesteld werd. „Niet
Dretig vinden mooie luxe hut! Kom, kom,
kom! Jij erg zoete jongen zijn en liggen op
fijnen zachten divan en lekker vast slapen.
En als wakker worden dan zien heele groote
verrassing."
Opnieuw werd de stilte van het schip
verstoord door een geweldige lachbui van
den stuurman. Voor Jimmy recht wist wat
er gebeurde, was de deur van het vertrek
achter hem gesloten, en aan den buitenkant
werd een sleutel in het slot omgedraaid.
Opnieuw van vrees en schrik vervuld,
keek Jimmy om zich heen. In het flauwe
licht dat door de vuile patrijspoort drong
kon hij niets bespeuren van den „fijnen
zachten divan", waarvan de schipper gespro
ken had.
Hij ontdekte niets anders om op te rusten
dan een tros oud touw. Hierop liet hij zich
neerzinken en nu poogde hij de vrees, die
hem had bevangen, van zich af te schuiven,
en zichzelf in te praten dat alles nog goed
ging.
Hij trachtte zichzelf ervan te overtuigen
dat wat die gekke „buitenlandsche" zeelie
den hem gezegd hadden, waar was; dat zij
door middel van seinen de politie gewaar
schuwd hadden, en dat zeer spoedig alle
smokkelaars gevangen, en Joy in vrijheid
gesteld zouden zijn.
Hij kon zich zelfs enkele oogenblikken
voorstellen dat de politie hem en Joy een
mooie som geld tér hand zou stellen als be
looning voor de bewezen diensten, en hij
dacht zich de pret in, die zij zouden
hebben op de groote Paaschkermis op het
Kreek Moeras, waarheen Oom Prout beloofd
had met hen te zullen gaan.
Hij had visioenen van schommels en draai
molens en andere pretjes, en van hoopen
geld, die hij daaraan ten koste zou kunnen
leggen, en deze gedachten beurden hem
eenigen tijd op.
Maar niet lang! Weldra gaf de donkere,
sombere, eenzame kamer hem zulk een kil
gevoel dat hij over al zijn leden begon te
huiveren. Waarom hadden zij hem in zulk
een vertrek opgesloten? Hij kon het maar
niet begrijpen.
Op het kleine eiland, waar Joy gevangen
zat, had Jimmy's ontsnapping in het roei
bootje groote ongerustheid veroorzaakt onder
de smokkelaars.
Het wilde immers zeggen dat zij nu ge
strand waren; dat, als die kleine jongen in
de gelegenheid was hen aan te geven, weldra
douanebeambten of politiemannen op het
zoozeer tegen Jimmy geweest dat als het
ware aangeloopen was tegen het schip, waar
deze mannen vandaan gekomen waren, en
deze matroos had het verloren bootje weer
teruggebracht.
Eenige minuten lang was Joy van een
gevoel van wanhoop bevangen. Zoolang Jim
my vrij geweest was om hulp te bieden, had
zij goeden moed gehouden, maar nu was
deze hoop vervlogen. Weldra zou ook zij
naar het schip overgebracht worden, en dan
zouden zij beiden daar gevangen zijn.
Terwijl zij op den stoel zat, pijnigde Joy
zich de hersenen af om een plan te vinden
waardoor zij zich redden kon. Jimmy had
zijn best gedaan, maar het geluk was tegen
hem geweest. Nu was het haar beurt.
Plotseling kreeg zij een inval. Er was een
kleine kans, en in haar wanhoop klampte
zij zich hieraan vast. Zij was, op haar ma
nier, een goede tooneelspeelster.. Een
vreemde trillende kreet steeg plotseling uit
haar op, en deed twee der smokkelaars zich
omwenden en naar haar kijken. Zij zagen
dat het meisje slap voorover op haar stoel
gezegen was, met gesloten oogen, en het
hoofd op de borst gebogen.
„Hei.... wat is dat?" gromde de spichtige
man, die Lange Jan genoemd werd, terwijl
hij op haar toestapte. „Hei, meisje, wat is
er aan de hand?" zeide hij, haar bij den
schouder schuddende.
Joy bewoog zich niet, en sprak niet, en
de man met den horrelvoet keek loerend naar
haar, met gefronsd voorhoofd.
„Het meisje heeft flauw gevallen", brom
de hij. „Zij zal bald wel weer tot zich kom
men. Neem haar naar oben en gib haar wat
loeft."
„En maak ook die touwen was losser," zei
eiland zouden komen om de heele bende in
te rekenen.
In de kleine opslagplaats, waar zij dezen
nieuwen en vérontrustenden toestand be
spraken, hoorde Joy, die nog aan den stoel
vastgebonden was, vol trots wat er was voor
gevallen.
Zoo klein als hij was had haar broertje
de bladen omgekeerd ten nadeele van die
mannen. Door 'n drieste en handige list had
hij hen beroofd van hun boot en op dit
eiland achtergelaten, waar zij nu vastzaten,
terwijl hij weggeroeid was om hulp te zoe
ken. Joy's oogen schitterden en haar hart
popelde van blijdschap. Zij had die mannen
bijna in hun gezicht kunnen uitlachen.
Maar deze opgewekte stemming was he
laas van korten duur. In het midden der be
sprekingen, en terwijl de smokkelaars nog
maar altijd niet schenen te weten wat hun
te doen stond, kwam een vreemde man met
donker gelaat, en met kleine gouden oor
ringen, het vertrek binnenstormen.
„José!" riepen de smokkelaars, zich met
plotselinge blijdschap en verrassing tot den
nieuw aangekomene wendend.
„Sjosé!" gromde de man met den horrel
voet, die de aanvoerder der bende was.
„Waar kom je vandaan? Hoe ben je hierhin
gekommen.... hè?
De matroos van de X 10 vertelde nu al
wat gebeurd was, en Joy voelde zich den
moed opnieuw ontzinken. Jimmy was gevan
gen genomen. Hij had helaas hulp gevraagd
aan den gezagvoerder van een schip, dat in
de rivier lag, maar deze gezagvoerder was
de bondgenoot der bende. Het geluk was
Terwijl ze haar tanden op elkaar zette,
toen het kille water zich om haar sloot,
bleef Joy, hangend aan het touw, wachten,
terwijl ze de voetstappen hoorde van de
smokkelaars, die haar zochten.
Lange Jan, die nog de beste van de bende
was. „Zij zitten, geloof ik, wat erg stijf. Zij
is ten slotte toch maar een kind," gromde hij
Joy bleef slap en onbewegelijk terwijl zij
van haar banden bevrijd cn naar boven ge
dragen werd, waar zij werd neergezèt op een
stukje drogen grond buiten de hut. Daar lag
zij ineengezegen, zonder eenig teeken van
leven te geven behalve haar flauwe adem
haling. Een der mannen keek bezorgd naar
haar
„Zij zal binnen een minuut of wat wel bij
komen," mompelde zijn metgezel. „Wij moes-
ten maar hier blijven en op haar letten. Heb
je een pruim tabak bij je, Joop?"
„Ik moest maar eens zien of ik niet wat
water vinden kan," antwoordde Joop, terwijl
hij Lange Jan een pruim tabak ter hand
stelde. „Dat is, geloof ik, goed tegen een be
zwijming."
„Doe dat dan, maar vlug," riep Jaap uit.
en +^en Joop na weinige minuten met een
kroes water terugkwam, poogden zij deze
tusschen Joy's lippen te brengen. Maar het
miste alle uitwerking hiervoor zorgde
Joy wel.
„Zij zal daarzoo wel vanzelf bijkomen!"
riep Lange Jan opnieuw bezorgd uit. „Ga jij
nu naar den baas en zeg hem dat ik bij het
meisje blijf tot zij weer bij kennis is."
„In orde, Larjge," antwoordde zijn metge
zel. „Schud haar een paar malen, en dan
komt zij wel weer bij haar positieven."
Ofschoon deze wetenschappelijke behan
deling niet toegepast werd, kwam Joy toch
vlugger bij dan hij jedacht had, tusschen
haar half gesloten oogleden door had zij een
snellen blik op de beide mannen geworpen,
terwijl zij zich voorbereidde om datgene te
doen wat zij van zins was. Zoo plotseling,
dan Jan en Joop er volkomen door verrast
werden, liet zij zich nu wegrollen, en ging
aan den haal met de snelheid van den wind.
Met een gebrul van woede gingen de twee
mannen achter haar aan, maar zij had een
voorsprong, en rende nu nog sneller. Zij ren
de naar de schuit, die nog steeds vast lag in
den modder, en heesch zich aan boord. De
beide smokkelaars, die haar na op de hielen
zaten, zagen haar pijlsnel over het dek vlie
gen, en toen omlaag in het ruim springen.
„Mooi zoo!" hijgde een hunner. „Op die
manier kan zij niet ver komen. Snel, Joop
ga de anderen halen. Ik zorg ervoor dat
zij niet ontsnapt."
Joy had gedacht aan den geheimen toe
gang tot het ruim door het beschot van de
kast in de kajuit. Hiermede had zij rekening
gehouden bij het opmaken van haar plan.
Toen nu haar vervolger in het ruim sprong,
perste zij zich door de nauwe opening m het
beschot, en trok de planken achter zich dicht.
Vervolgens snelde zij de kajuit in, en de
ladder op. De van den oever gekeerde zijde
der schuit lag niet in de modder, doch in
het water en Joy dook neer en kroop over
het dek tot de plaats waar een touw over
boord hing. Hieraan liet zij zich snel omlaag,
de tanden opeenklemmend toen zij tot in het
koude water neerdaalde.
Onzichtbaar in de diepe schaduw, wachtte
zij hier. Ergens op de rivier kon zij het zach
te geronk van een motorboot hooren. Wei
nige oogenblikken later vernam zij ruwe,
nijdige stemmen, en snelle voetstappen op
het dek boven haar.
„Zij is hier beneden," riep de man in het
ruim en toen liet een hunner een waarschu
wing hooren.
„Pas op die pinas (sloep)Zjj ziet er
uit als een politieboot. Allemaal ttrug naar
de hut. Zoo vlug als jelui kunt!"
Het scheen dat de smokkelaars in allerijl
vluchtten om zich te verschuilen, en dat de
schuit opnieuw verlaten was. Met bonzend
hart luisterde Joy ingespannen. Het zachte
geronk van de motorboot kwam naderbij.
Zou zij een poging wagen om de pinas te
bereiken?
Een oogenblik aarzelde zij, toen haalde
zij lang lang en diep adem, liet het touw los.
en dook stil in het water, waarna zij met
flinke, krachtige slagen over de rivier be
gon te zwemmen.
(Wordt vervolgd)
Ter gelegenheid van het zilveren ambts
jubileum van den burgemeester van Sint
Oedenrode, H. van Rijckevorsel v. Kessel,
werd den burgervader een antieke Eng.
klok door de burgerij aangeboden. De
kinderen van den jubilaris (links) waren
vol belangstelling.
Donderdag deed de centrale raad van be
roep te Utrecht uitspraak in de zaak van den
kapitein van het Nederlandsche leger D. B.
H., te 's-Gravenhage, die in October j.l. eer
vol uit den dienst werd ontslagen, nadat hij
zes dagen in arrest had gezeten. Aanleiding
tot dit ongevraagde ontslag was een bezoek
van den kapitein geweest aan een feest in
een Duitsche grensplaats. De kapitein had
tijdens zijn bezoek aan deze grensplaats niet
gezorgd voor overdracht van het commando
over zijn compagnie, gelegerd op korten af
stand van de Duitsche grens.
Tegen het gegeven ongevraagde eervolle
ontslag was de kapitein in verzet gekomen.
Drie weken geleden werd deze zaak be
handeld voor den centralen raad van beroep
te Utrecht. Mr. R. A. James uit Apeldoorn
trad hierbij op als pleiter voor den klager.
Hij bracht hierbij naar voren, dat klager het
eervol ontslag ten onrechte was verleend, dit
aantoonend aan de hand van verschillende
getuigenverklaringen en rapporten uitge
bracht over den kapitein. Onder de getuigen
bevonden zich de luitenant-kolonel der in
fanterie Van Loon, de majoor der infanterie
Floor, de kapitein der marechaussee te Assen
en de opperwachtmeester der marechaussee,
Elings, te Ter Appel. Deze laatste getuige
gaf een duidelijke uiteenzetting van hetgeen
zich in die dagen in nabijheid van de grens
afspeelde.
Er had zich n.l. een z.g. grensincident af
gespeeld, waarbij door een Duitschen boeren
zoon van Duitsch grondgebied af eenige
schoten waren gelost op een verloofd paartje,
dat op Nederlandsch grondgebied een rustig
plekje had meenen te vinden om uit te rus
ten van een fietstochtje. Hierbij, was de jon
geman door een kogel in een der beenen ge
troffen. Op verzoek van de Duitsche grens-
autoriteiten had de kapitein zich belast met
het onderzoek in samenwerking met den op
perwachtmeester der marechausse. Later had
de kapitein zich op uitnoodiging van den
Landrat Zimmermann naar een feestje in de
nabijgelegen Duitsche grensplaats begeven in
de veronderstelling, dat hij aan deze uitnoo
diging van Duitsche zijde gehoor diende te
geven.
Hij verzuimde evenwel, toen hij later op
het feest twee luitenants van zijn compagnie
ontmoette, zonder dat zij daarvoor de ver-
eischte vergunning hadden gevraagd, hen
daarover te onderhouden en terug te sturen.
Dit laatste verzuim mag volgens mr. James
niet gelden als het bewijs, dat de kapitein
ongeschikt zou zijn voor den dienst, daar de
verklaringen van de getuigen en de rappor
ten over den kapitein uitgebracht het tegen
deel voldoende aantoonen.
De centrale raad van beroep verklaarde
het beroep van den kapitein ongegrond. De
kapitein blijft dus eervol ontslagen.
Bij de behandeling van deze zaak werd de
minister van defensie vertegenwoordigd door
den heer D. Paauwe, referendaris bij het de
partement.
Op wetsontwerp 252 is de naturalisatie
voorgesteld van K. Adam, Utrecht; K. Bauer,
Ubachs (L.)G. Hanszen, Numansdorp; A.
Hirsch, Rijswijk; J, Hoppstein, Schiedam; M.
Krüger, Den Haag; A. Langenbrink, Losser;
J. Lohrmann, Enschede; E. Meisel, Zeist; J.
Morard, Heemstede; E. Regelsberg, Kaats
heuvel; A. Sachs, Batavia; K. Sander, Bloe-
mendaal; P. Voogt, Batavia; M. Wittmann,
Bloemendaal; M. Wonsack, Baarn; C. J.
Borcharding, Noordwijkerhout; J. Brückner,
Zoeterwoude en H. Cuvelier Heerlen.
Op stuk 253: E. Berndsen, Bloemendaal;
J. Bernhardt, Amsterdam; W. Felthusen, Ba
tavia; Th. de Gunzburg, Amsterdam; L. Kain,
Den Haag; u\ K- Kuhner, Heerlen; H. Küper,
Balikpapan; I. Lajos, Dordt; A. Lanc, Bergen
op Zoom; ir. F. List, Semarang; W. Ludwig,
Den Haag; C. Müller, id.; E. Roposs, id.; M.
H. E. Rutten, Tilburg; A. Strüburg, Haarlem;
L. Schnitker, Amsterdam; B. G. Kieverich,
Ulft (G.); J. Wapper, Den Haag; H. Mc. Cal-
lum Whyte, Breda.
C. Muller vestigde zich „met zijn gezin" in
1926 in ons land, zegt M. v. T. De aanvrager
is echter gescheiden; zijn eene zoon zal nu
met hem genaturaliseerd worden; aan den
ander, bij Duitsch-rechterlijke beslissing aan
de moeder toegewezen, wordt echter het Ne
derlanderschap expresselijk onthouden „in
overeenstemming met het inzicht van den
vader".
Tragiek van echtscheiding in weinig woor
den