JIMMY EN JOY.
ff
V
k
Lucht Verdediqinqs Fonds
ra ra WAT £_v'=11
IS DAT?.;ïW3
HERINNERING AAN
EEN LIED.
OPWINDEND NIEUWS.
■•is
J
WOENSDAG 31 JANUARI lMö
TANDJONG PRIOK VOL
MET GOEDEREN.
Duizenden tons tegelijk
aangevoerd.
DE OPGELEGDE MAILSCHEPEN.
Wij moeten
handhaven!
Te land en tei zee,
maar ook in de lucht.
Steunt het:
SPOORWAGEN MET KAPOK
IN BRAND.
Afgehaakt en gebluscht
te Nijkerk.
BOERDERIJBRAND TE GEFFEN.
Eenige vertraging in het verheer op
de lijn Amersfoorl-Zivolle.
4#1lÉÉlr mfL-
GOUDEN PROFESSIEFEEST VAN DE
EERW. ZUSTER AQUINATA O.P.
O
dienstweigering.
Rouleeringsregeling voor civiel
personeel.
EEN VERHAAL VOOR ONZE JEUGD
22
DOODELIJK ONGELUK.
VERBETERING KANALEN IN
Z. O.-GRONINGEN.
VRIJ VAN AVONDAPPÈL.
HET VERLOREN GAAN VAN
DE „SILVAIN".
Op een mijn geloopen of in stormweer
omgekomen
De reclameplaat voor de
kinderzegels.
Op alle kaden,, in alle binnenhavens van
Tandjong-Priok wordt meer dan op volle
kracht gewerkt, schrijft een redacteur van
„Aneta", die onlangs een wandeling door het
uitgestrekte havengebied heeft gemaakt.
Aan de kade der Japan-lijn in de derde
binnenhaven lag een groote K.P.M.-er te los
sen en in de hangars, waarin het uitgeladen
goed werd opgeslagen, stapelden de kisten en
balen zich metershoog op.
Bij de maatschappij „Oceaan" was het nog
drukker en aan de K.P.M.-kade in de eer
ste Binnenhaven lag een geheele reeks van
schepen achter elkaar te werken.
Niet alleen liggen alle goedangs vol, ook
een deel van de kaderuimte moet hier en
daar tijdelijk als opslagplaats dienen,
uiteraard voor zoover betreft die goederen,
welke, met zeilen afgedekt, de wisselende
invloeden van het weer het best kunnen
doorstaan.
Een ander typisch feit is, dat ook de ruimte
onder de overkapping der hangars, aan de
landzijde, voor een goed deel wordt ingeno
men door goederen. Dit is dan natuurlijk
uitsluitend goed, dat de douane reeds gepas
seerd is en waarvoor de invoerrechten zijn
voldaan. Het wacht er thans op verder
transport per spoor of vrachtauto naar de
eigenlijke plaats van bestemming, hetzij in*
de stad Batavia zelf, hetzij verder in de pro
vincie.
Deze afvoer naar het binnenland vormt
weer op zichzelf een probleem, welker op
lossing veelal niet gemakkelijk is.
Niet alleen de hangars voor importgoed
echter liggen vol, ook die voor den opslag
van uitvoerartikelen bevatten enorme voor
raden, terwijl reeksen goederenwagons der
S. S. steeds meer van deze artikelen aan
voeren.
Omgekeerd heeft de S. S. het ook druk
met het inladen van buitenlandsche goede
ren, die de invoerformaliteiten hebben on
dergaan en verder moeten worden vervoerd.
Het behoeft geen betoog, dat de dienst der
in- en uitvoerrechten en accijnzen het onder
deze omstandigheden uiterst volhandig heeft.
In sommige goedangs ligt het goed tot aan
de zoldering opgestapeld. In een enkele han
gar lag reeds 6.000 ton aan goederen. En den
volgenden dag al werd nieuwe aanvoer ver
wacht tot een hoeveelheid van 1.500 ton.
De invoerpassen worden niet meer bij tien
tallen, doch bij honderden opgemaakt. In
een sectie hoorden wij het getal 400 noe
men.
Onder deze omstandigheden is het nu de
handel, die het in sommige gevallen niet ge
heel bü kan houden. De boomklerken en het
personeel der veemen snellen in alle moge-
lyke voertuigen per rijwiel, deeleman,
opelette of auto van de eene naar de
andere hangar, doch wie de uitgestrekte af
standen te Tandjong-Priok kent, begrijpt, dat
dit bijna reeds een karwei op zichzelf is.
In enkele gevallen kan dan ook van het
aanbod der douane om na den officieelen
kantoortyd door te werken om nog zooveel
mogelijk goed te verwerken, geen gebruik
gemaakt worden.
Postgiro 287177 Deo Haag. ten name van
de Vereeniging root Nationale Veiligheid.
III
TUINBOUWTEELTVERGUNNINGEN.
Regeling in voorbereiding.
De minister van economische zaken deelt
ten vervolge op de beantwoording van vra
gen van den heer Wijnkoop betreffende het
verleenen van tuinbouwteeltvergunningen
en vergunningen voor het telen van zaai
zaad aan telers van bloembollen, die op hun
bloembollenvergunning moeten bekrimpen,
thans mede, dat een regeling wordt voorbe
reid, waarbij aan telers van bloembollen, die
hun met dit product te betelen oppervlakte
met 50 pet. hebben moeten verminderen,
teeltvergunning voor bepaalde tuinbouw- of
landbouwgewassen zal worden verleend. By
de toewijzing der vergunning zal rekening
worden gehouden met den aard van het be
drijf en de met het oog op de voedselvoorzie
ning meest gewenschte teelten.
Gistermiddag omstreeks drie uur brak,
vermoedelijk door een lek in den schoor
steen brand uit in de kapitale hofstede „De
Branderij" toebehoorend aan en bewoond
door den landbouwer G. Ploegmakers en ge
legen te Vinkei onder de gemeente Geffen.
De bewoners konden zich tijdig in veilig
heid stellen. Het vee kon eveneens worden
gered. De inboedel, benevens de landbouw-
inventaris, ging nagenoeg geheel in vlammen
op. Een dichtbij gelegen schuur kon, dank zij
de gunstige windrichting, behouden blijven.
Men was slechts laag verzekerd.
Gistermiddag omstreeks half vijf ontdekte
een geleider van een goederentrein, welke
om 16.17 van Amersfoort was vertrokken, dat
rook en vlammen uit een der open wagons
van den trein kwamen. Hij bracht den trein
bij de voormalige halte Slichtenhorst tot
stilstand en constateerde, dat in een wagen,
geladen met balen kapok, vermoedelijk door
vonken uit de locomotief, brand was ont
staan.
Het vuur, vrat zich diep in de zeer brand
bare kapok en met eigen bluschmiddelen kon
het treinpersoneel hiertegen dan ook niet
veel beginnen. Voorzichtig trok men den
trein op naar het station Nijkerk, waar de
brandende wagen werd uitgerangeerd en op
een vrij spoor van het emplacement gezet.
Hier kwam de Nijkerksche brandweer te
hulp. Zij was genoodzaakt de heele lading
met een haak van den wagen te halen en
uiteen te plukken, omdat kapok een van de
moeilijkst bluschbare stoffen is, waarin het
vuur zich aan elk pluisje vasthecht. Hoewel
men den brand spoedig onder de knie had,
was men laat op den avond nog aan het na-
blusschingswerk bezig. Het houtwerk van
den wagen had intusschen ook vlam gevat,
zoodat de wagen, buiten de metalen onder-
deelen, vrij ernstige schade bekwam.
De vlammen bedreigden ook nog een twee
den wagen, doch dank zij het doortastend
optreden van het spoorwegpersoneel dat met
snelblusschers te hulp schoot, kon uitbrei
ding worden voorkomen. Nadat de branden
de wagon was uitgerangeerd, reed de goede
rentrein door tot Putten, om daar nadere
orders af te wachten.
Het incident veroorzaakte op het baanvak
Amersfoort-Zwolle eenig oponthoud. De Die-
seltrein naar Groningen, die om 15.56 uur
uit Amersfoort vertrekt, had 23 minuten ver
traging. De daarop volgende locaaltrein naar
Zwolle, uit Amersfoort om 16.06 vertrek
kend, moest 20 minuten wachten.
iHiiiii"iiiiii"iiirniiii
De schooljeugd in een
klein Fransch plaatsje,
ivaar het hoofdkwartier
van een Britsche troepen-
afdeeling is gevestigd
krijgt van een Schot uit
leg van de werking van
een sirene.
Op Zaterdag 3 Februari hoopt de eerw.
zuster Aquinata, van de Congregatie der
znsters Dominicanessen te Voorschoten, haar
gouden professiefeest te vieren, in het kloos
ter Walenburgerweg 25, Rotterdam. Dit ge
denkwaardige feest mag wel even vermeld
worden. Want zeer velen kennen zr. Aquino-
ta en de gouden Bruid mag terugzien op een
prachtig besteed werkzaam leven.
Na eerst bij het L. O. werkzaam te zijn
geweest, werd zij leerares aan de kweek
school te Reuver. Jarenlang is zij daar werk
zaam geweest als docente in Nederlandsch en
paedagogie. Ofschoon druk bezet met lessen
haalde zij daar de middelbare akte Neder
landsch. Haar scherpe geest groef diep en zij
bekwaamde zich door zelfstudie in theologie
en philosophie. Voor haar leerlingen in Reu
ver schreef zij een zielkunde, die, hoewel
niet in den handel, veel nut stichtte en dit
nog doet. Voor enkele jaren ging zij rusten,
maar dat „rusten" was van een heel eigen
aardig soort. Zij werkte energiek en werkt
nog aan de vertaling van waardevolle en
geestelijk-zware boeken.
Zij kon de vertaling aan van het schitte
rende boek van Père Sertillanges O.P.: „Ca
techismus voor den ongeloovige".
Haar wijsgeerige en theologische scholing
maakte haar de vertaling van dit diepzin
nige boek mogelijk. Van P. Joch O.P. ver
taalde zij het hoogstaand Meditatieboek:
„Bezinning", een goudmijn voor intellectuee-
len. Met eere mogen nog eens genoemd
worden haar mooie Mariaboeken: „Maria in
mijn leven" van Bernadot O.P. en „De Mys
tieke Roos" van Sertillanges O.P. Op het
oogenblik werkt zij aan de vertaling van een
Fransch „Leven van Sint Dominicus". Haar
„rusten" had en heeft, nog veel van een wer
ken onder vollen stoomDoor haar voor
beeldig religieus leven was zij velen tot
stichting en door haar onvermoeid werken
ontsloot zij voor ontelbaren een volle gees
telijke schatkamer.
Omdat zy heel jong in het klooster trad,
viert zij nu haar gouden feest in nog merk
waardige vitaliteit en activiteit. De heilige
Aquiner, wiens naam zij met eere draagt,
moge haar nog lang beschermen en met een
stralende wijsheid begeesteren.
Wegens dienstweigering was de 23-jarige
J. N. V. door den krijgsraad tot een jaar ge
vangenisstraf veroordeeld, welke straf de
advocaat-fiscaal bij het hoog militair ge
rechtshof tot twee jaar verhoogd wilde zien.
Het Hof legde V. anderhalf jaar gevange
nisstraf op.
Na het opleggen van booten en het instel
len van een maildienst naar Genua en terug
stonden, naar het „S. H." meldt, de betrok
ken maatschappijen voor de noodzaak een
regeling te treffen, waardoor het personeel
dezer schepen en in het bijzonder het ci
viele personeel, wier inkomsten voor een be
langrijk deel worden gevormd uit fooien der
passagiers een gelegenheid te geven tot pe
riodiek actief dienen en naar huis toe te
gaan.
Wij vernemen, dat inmiddels een roulee-
ringssysteem voor het civiele personeel is op
gesteld, dat voor de My. „Nederland" in
werking is getreden met de „Christiaan Huy-
gens", een deel van het civiele personeel
van de opgelegde „oranje" ging over naar
de „Huygens" en omgekeerd komt een equi
valent op de „Oranje". Dit personeel vaart
mede tot Genua en gaat vandaar met den
boottrein naar Nederland, terwijl uit Neder
land versche krachten komen. Op deze wijze
zal het civiele personeel ongeveer eens in
het half jaar varen kunnen en naar huis
gaan.
De zeer moeilijke kwestie vfTn de inkom
sten is hiermede echter niet opgelost. Dit
punt vormt thans een onderwerp van nauw
keurige overweging van de betrokken direc
ties.
(Nadruk verboden).
Dinsdagavond omstreeks 9 uur is op den
Bekkerweg te Heerlen de 15-jarige M. S. op
zyn bobslee door een auto aangereden en
tegen den grond gesmakt. In deerniswek-
kenden toestand werd de jongen opgenomen.
Nadat geneeskundige en geestelijke hulp
verleend was, is hij kort daarna overleden.
De auto is doorgereden. De politie stelt
een onderzoek in naar den bestuurder.
De Staatscourant van Dinsdag 30 Januari
1940 bevat het Kon. besluit betreffende ont
eigening in de gemeente Hoogezand ten be -
hoeve van den bouw van een bemalings
installatie nabij het Zuidlaardermeer en in
de gemeente Anloo ten behoeve van een be
malingsinstallatie bij het Annerveensche
Verlaat, met bijkomende werken, een en an
der voor verbetering van kanalen in Z. O.
Groningen.
De krijgsraad te 's Hertogenbosch had den
sergeant, die zyn manschappen op den ge
boortedag van Prinses Irene zonder vergun
ning van zyn superieuren vrij gegeven had
geen straf opgelegd, doch de zaak verwezen
naar den tot straffen bevoegden comman
deerenden officier. De auditeur-militair tee-
kende hooger beroep aan en de advocaat
fiscaal by het hoog militair gerechtshof
eischte een maand voorwaardelijke gevange
nisstraf met verlaging tot den stand van
soldaat.
Het hoog militair gerechtshof heeft Dinsdag
het vonnis van den krijgsraad bevestigd.
Het was een vroolyke maaltijd. Joop Clap-
perton vertelde op zyn lustige manier eenige
van de vele lotgevallen die hij gehad had
sinds hy de laatste maal vertrokken was uit
de Londensche haven. Al maar pratend, at
hij, en Joy hield maar niet op zich te ver
bazen over de manier waarop die geweldige
hoeveelheid eieren en spek en ontelbare bo
terhammen met marmelade in het binnenste
van den jongen zeeman verdwenen. Zij had
altijd gevonden dat Sam Prout er een bui
tengewonen eetlust op na hield, maar Joop
had den lichterman een flinken voorsprong
kunnen geven en hem toch nog met een
half dozijn sneden spek kunnen slaan.
En te luisteren naar Joop, was beter dan
het spannendste avonturenboek uit de bi
bliotheek te lezen!
Hij sprak van een reis, die hij gemaakt
had van Brisbane, in Australië, naar Nieuw
Guinea, om een vracht copra en soyaboonen
in te nemen, en hierbij beschreef hij eenige
van de inlanders die, naar men beweert, nog
menscheneters zijn, en die in hun neus groote
sieraden dragen, welke verscheidene ponden
moeten wegen.
„Ik denk dat dit dient om ervoor te zorgen
dat zij zich alleen met hun eigen zaken be
moeien", merkte Joop grinnikend op, ter
wijl hij een nieuw brood aansneed en er een
geweldige homp afnam. „Het is zoo gemak
kelijk niet je neus in de zaken van anderen
te steken, als aan de punt een heet strijkijzer
bengelt".
Hy vertelde ook van een ander schip,
waarop hij gevaren had, en van een slechten
schipper, die hen had doen loopen op een
rif bij een eenzaam stuk van de kust in het
noordelijke deel der Stille Zuidzee.
„Als moeder een en ander geweten had
van wat al zoo overkomen is aan haar
„blauwoogigen jongen, Joy", zei Joop met
zijn ondeugenden grinnik-lach, „dan zou zij
zich blauw getobt hebben, ten minste als je
daarvan blauw worden kunt, of is het groen?
Zes van de bemanning, en de schipper zelf,
gingen naar den kelder en de overigen wer
den van boord gehaald door eenige inland-
sche visschers Uw onderdanige dienaar zou
anders niet hier zijn brood met marmelade
zitten eten. Hij zou liggen op den ouden bo
dem van den Oceaan, tien vademen diep, en
langzamerhand omgezet worden in een
zeester".
Na deze schipbreuk had Joop gedurende
vele lange weken getrokken door het woeste
kustgebied en door eindelooze tropische wou
den, en bij deze gelegenheid had hij Polly
Flinders ontmoet Die twee hadden het zoo
goed met elkaar kunnen vinden dat zy altijd
boezemvrienden gebleven waren.
Hij knipoogde op zijn leuke manier tegen
Joy, en keek daarna achter zich om naar
de mooie, bontgekleurde papagaai, die hy als
geschenk voor zijn moeder mee naar huis
gebracht had.
Polly had, in de diepste stilte, in haar kooi
gezeten, het kopje een weinig scheef hou
dend, alsof zy zich nog een beetje vreemd
voelde in haar nieuwe omgeving.
„Je kunt niet iedere jonge dame in een
goed humeur brengen", zeide Joop, „door
haar nek te krauwen, niet waar, Polly?"
De papagaai stak haar kop een weinig om
laag.
„Da's goed!" krijschte zy, zóó onverwacht
dat Joy in lachen uitbarstte. Daarna begon
zij te wouwelen in een vreemde taal.
Ook Mrs. Clapperton moest lachen.
Wat vertelt zij nu, Joop?" vroeg zij
goed te worden", antwoordde Joop grinni
kend.
„En ik geloof dat zij gelijk heeft. Het is
prachtig geworden".
En stralend van geluk keek hij naar zijn
moeder en Joy.
„Geef haar een klontje suiker, Joy".
En hij schoof haar over den tafel Polly's
etensbakje toe.
Twee weken waren voorbijgegaan, en voor
Joy waren het twee van de gelukkigste we
ken geweest, die zij zich herinnerde.
Er waren in dien tijd heel wat brieven ge
weest van Mrs. Prout, die weten wilde hoe
het met Jimmy ging, en deze brieven getuig
den van des te meer bezorgdheid omdat zij
en Mr. Prout een langen tocht met de schuit
moesten ondernemen, waarvan zij niet zoo
heel spoedig zouden terugkeeren.
dellijk op zijn gemak gezet, zoodat hij zich
als een lid van het gezin voelde.
Tot hun groote verlichting en tot vreugde
van (je oude dame, scheen Joop in het minst
niet voornemens te zijn naar zee terug te
keeren. In nog geen langen, langen tijd!
„Misschien maakt zich op een goeden dag
de oude zwerflust weer van mij meester"
bekende hij op zekeren avond, toen hij met
Joy en Jimmy sprak, „maar voorloopig heb
ik genoeg van het varen en Joop Clap
perton zal zich, al was het meer terwille
van zijn oude moeder, ergens neerzetten.
Maar niet hier in die kleine oude achter-
Straat", voegde hij er met een vergenoegd
gegrinnik aan toe. „Geen sprake van! Wij
zullen het beter doen".
Joy keek verwonderd op.
„Je wilt toch niet zeggen dat je verhui
zen gaat, Joop?" vroeg zij.-
„Wis en waarachtig wel!" antwoordde
Joop. „Zoodra ik den koers heb kunnen op
maken, halen wij het anker in, en steken van
wal. Ik bedoel", verduidelijkte hij deze mari
tieme beeldspraak, „dat wij weggaan van
rook en roet, en ons gaan vestigen in een
of andere gezellige kleine kustplaats, waar ik
het zeewier ruiken kan als ik in bed lig. Een
zeeman", zeide hij glimlachend, „is nooit ge
lukkig als hij de golven niet hoort breken.
Dat zit in zijn bloed".
Joy en Jimmy wisselden veelzeggende
blikken. Bedoelde hij dat zij met hem zouden
meegaan? Het zou wel heerlijk zijn, opnieuw
bij de zee en het blonde strand.
„In wat voor soort huis wil u graag wo
nen, Mr. Clapperton?" vroeg Jimmy.
„In een groot huis", antwoordde hij met
beslistheid. „Een huis met een mooie groo-
1
Joop sprong op en riep: „Door dit lie je herinner ik me ivaar ik je eerder
gezien heb".
Gelukkig kon Joy terugschrijven dat
Jimmy nu prachtig vooruitging en weldra
weer thuis zou komen, zoodat er geen enkele
reden was zich ongerust te maken.
„Hier bij Mrs. Clapperton heb ik het toch
zoo gezellig", schreef zij. „Kort nadat ik
bij haar ingetrokken was, kwam haar zoon
Joop van zee terug, en hij is altijd even
vriendelijk en leuk. Waar hij en Mrs. Clap
perton ook heengaan, zij nemen mij steeds
mee, en ik amuseer mij voortreffelijk.
Dit was zoo. Dat zij bij zulke hartelijke
en gulle vrienden terechtgekomen was, mocht
Joy wel als een bijzonder bewijs van goed
geluk beschouwen, en in de dagen vóór
Jimmy het ziekenhuis verliet, sprak zij er
geestdriftig met hem over.
„Je zult dol zijn op Joop Clapperton,
Jimmy", zeide zij. „Hij maakt je altijd maar
aan het lachen".
Toen, niet lang daarna, Jimmy afscheid ge
nomen had van de verpleegsters van het zie
kenhuis, en Joy naar huis vergezeld had,
„Dat was Spaansch voor ,,'t Begint weer was hij niet teleurgesteld. Hij werd onmid-
te keuken en een flinken tuin, en zoowat
veertien kamers." Hij lachte en spreidde de
armen uit. „Ik wil een beetje ruimte hebben'
zeide hij.
„Maar wat zou je met al die kamers moe
ten doen", vroeg Joy verbaasd. Hij knipoogde
haar vertrouwelijk toe, en over de tafel
leunend, zei hij op zachteren toon:
„Voor bezoekers. Voor menschen die ge
durende de vacantie komen. Wij gaan een
klein pension opzetten en wat geld verdienen,
Dat is, zoo lang ik mij herinner, moeders
droom geweest. En nu komt die droom uit"
Hij schetste een aanlokkelijk beeld van
het plan. Mrs. Clapperton zou voor de gasten
zorgen, en als zij wilde, kon Joy haar hel
pen. En Jimmy ook.
„Wat mij aangaat", zeide Joop, terwijl
Jimmy's gezicht opklaarde, „ik zal een boot
koopen, die op het strand zal liggen, en dan
zal ik hoopen geld verdienen door de men
schen in de boot mee uit te nemen. Vinden
jelui niet, jongens, dat 't 'n prachtig idee is?
Natuurlijk vonden zij het een schitterend
idée. Hun wangen gloeiden van opwinding.
„En weet Mrs. Clapperton er al van af?"
vroeg Joy gespannen.
„Nog niet", antwoordde hij vergenoegd
grinnikend. „Het is een geheim. Zij weet
zelfs niet dat ik wat geld gespaard heb. Het
zal de fijnste verrassing zijn, die zij ooit gehad
heeft."
En met stralend gezicht drukte hij hun op
het hart haar vooral niets te vertellen.
„Daarvoor is nog ruim tijd genoeg", zeide
hij. „Ik wil nog wat wachten tot ik iets
gevonden heb dat mij echt bevalt".
Dien avond zou Joop de kinderen meege
nomen hebben om naar de schepen in de ha
vens te kijken. Het begon evenwel te regenen
en zoo hard te waaien, dat zij niet gaan kon
den. Joop zeide dat het er niets op aan kwam.
„Wij zullen bij moeder aan boord blijven",
stelde hij voor, „en wat zingen. Jij hebt mij
nooit de oude hemdsknoopen zien hantee-
ren, wat? Ik ben er wat goed in".
Zij begrepen niet wat hij bedoelde tot
Joop Clapperton later op den avond een
harmonica (waarvan hij de toetsen blijkbaar
met hemdsknoopen vergeleken had) uit zijn
tasch opvischte, en eenige zeemansliedjes be-
bon te spelen en te zingen. Hij had een diepe
basstem, welke Joy aan die van haar vader
herinnerde, e,n zijn sterke vingers bleken
plotseling heel lenig te zijn toen hij ze liet
gaan over de „hemdsknoopen".
Toen hij verscheidene liedjes gezongen en
gespeeld had, vertelde Jimmy hem dat Joy
eveneens kon zingen.
„En zij speelt piano óók", zei hij trotsch.
„Dat heeft moeder haar geleerd".
Nu was Joop niet tevreden vóór ook Joy
een deuntje ten beste wilde geven. Nogal ver
legen en sterk blozend zette zij zich aan de
piano. Eerst leek het nogal vreemd, want zij
had zoo lang geen toets meer aangeraakt.
Maar zij overwon haar schuwheid; bijna
werktuigelijk begon zij te spelen en, met
haar heldere, welluidende stem het lied te
zingen dat haar steeds het dierbaarst ge
weest was, het lievelingslied van vader, dat
deze haar geleerd had: „Kijk naar den zil
veren rand!"
Joop Clapperton had aan de tafel geze
ten Maar plotseling stond hij op, liep naar
de piano, en luisterde met gespannen aan
dacht. Nauwelijks was Joy's stem weggestor
ven, of Joop greep haar opgewonden bij den
arm".
„Joy!" riep hij uit. „Het is mij nu te bin
nen geschoten. Dat lied! Het heeft alles tot
mijn herinnering teruggevoerd".
Joy keek glimlachend naar hem op. Mrs.
Clapperton liet de sok, die zij aan het ver
stellen was, een oogenblik rusten
„Wat tot je herinnering teruggeroepen'
vroeg Joy.
„Herinner, je je niet dien morgen toen ik
je voor het eerst zag?" Joop sprak nu met
zachte en opgewonden stem. „Ik dacht dat
ik je kende, dat ik je gezicht vroeger al eens
gezien had. Nu staat mij voor den geest. Ik
weet nu waarom ik dat dacht. Het was
iemand, dien ik ontmoet heb na de schip
breuk. Iemand met oogen zooals de jouwe,
Joy, en met denzelfden glimlach. Iemand
die buitengewoon op je leek. Een man, Joy!
Hij zong dat liedzilveren Rand".
En Joy hield, al luisterend, haar adem in,
en haar hart scheen stil te staan. Wat be
doelde hij?
„Hij was een man met net zulke oogen als
jij en met hetzelfde soort glimlach!" riep
Joop Clapperton uit.
„Een man?" hijgde Joy, terwijl kleine Jim
my, die verrast was en zich tevens vermaakte,
grinnikte. „Een mandie op mij leek?"
„Zeker", antwoordde Joop, het voorhoofd
rimpelend, alsof hij dit alles heel vreemd en
onbegrijpelijk vond. Een man, die op een
guitaar speelde en datzelfde lied van den
„Zilveren Rand" zong. Het was door dat lied,
dat alles mij opeens weer te binnen schoot."
zei Joop. „Het is wèl gek".
(Wordt vervolgd).
In zijn zitting van Dinsdagmiddag behan
delde de raad voor de scheepvaart het ver
loren gaan van den stoomtrawler „Silvain"
IJm. 116 na 24 November 1939.
Aangenomen mag worden, dat de volledige
bemanning, bestaande uit elf koppen, met
den schipper is omgekomen.
Er werd slechts een getuige gehoord en
wel de schipper Klaas Blok van de IJm. 4,
die het langst contact met schipper Den
Heyer van de „Silvain" heeft gehad.
Schipper Blok verklaarde, dat hij op 23
November 's avonds via de radio contact had
gehad met de „Silvain". Schipper Den Heyer
klaagde er over, dat zijn ontvangsttoestel en
zijn echolood slecht werkten. Voorts was hij
ontevreden over de bemanning, die haar vak
niet verstond. De dekbemanning was onbe
kwaam.
In den nacht van 23 op 24 November ble
ven de schepen bij elkaar, waarna schipper
Blok den volgenden morgen in andere rich
ting opvoer. In de avonduren hoorde hij, dat
schipper Den Heyer met een zijner collega's
sprak. Zijn klachten waren toen dezelfde.
Daarna is de „Silvain" verdwenen.
Op betreffende vragen zei schipper Blok,
dat hij geen drijvende mijnen had gezien.
Aanvankelijk was het goed weer, doch lang
zamerhand werd het slechter. De getuige er
kende de mogelijkheid, dat een overkomen
de zee de ramp heeft veroorzaakt, maar hij
geloofde er niet in.
Voorts werden nog verschillende rappor-
ten voorgelezen, waarin schipper Den Heyer
als een hoogst bekwaam man werd geprezen.
Ale nasporingen in binnen- en buitenland
bleven zonder resultaat.
Ook de reeder Groen legde nog eenige ver
klaringen af. De „Silvain" wns van duide
lijke neutraliteitsteekenen voorzien. Het
schip beschikte over twee radiozenders.
Het is moeilijk uit te maken of het schip
op een mijn is geloopen of in stormweer is
omgekomen. Zeker is in ieder geval, dat het
weer zeker geen groot gevaar heeft kunnen
opleveren. De mogelijkheid bestaat, dat
schipper Den Heyer, toen hij in Oostelijke
richting voer, in het Duitsche mijnenveld te
recht is gekomen. Dit is evenwel evenmin
vast te stellen. Schipper Den Heyer was een
zeer bekwaam zeeman, die daarenboven over
de goede kaarten van de Noordzee beschikte.
Naar aanleiding van het artikel in ons blad
van 29 dezer: „Nederlandsche affichekunst",
deelt de centrale propaganda-commissie voor
de weldadigheidspostzegels mede, dat haar
van plagiaat, door den ontwerper van het
affiche gepleegd, niets bekend was.
Het affiche werd niet ingevolge een prijs
vraag genomen, doch werd der commissie als
een vrij ontwerp aangeboden. De commissie
achtte het een opvallend affiche. Had zij ech
ter kunnen vermoeden, dat hier niet van een
oorspronkelijk ontwerp gesproken kon wor
den dan had zij uiteraard dit ontwerp niet
laten uitvoeren.
VOLKENBONDSCOMITÉ.
Op 7 Februari a.s. in het Vredespaleis.
In het door den Volkenbond bijeengeroe
pen organisatiecomité, dat de samenstelling
en werkwijze zal voorbereiden van het in te
stellen centrale comité, waaraan de coör
dinatie van de internationale economische
en sociale werkzaamheden is opgedragen,
heeft de Nederlandsche regeering als haar
vertegenwoordiger aangewezen den heer F.
H- Fentener van Vlissingen, oud-voorzitter
van de internationale kamer van koophandel
te Utrecht.
EIERENUITV OER NAAR DUITSCH-
LAND.
De Reichsstelle für Eier te Berlijn heeft de
franco-grens-prijzen voor uit ons land in het
tijdvak 30 Januari t.m. 1 Februari 1940 in
Duitschland in te voeren kippeneieren per
100 stuks als volgt vastgesteld: voor S-eieren
t 4,05, voor A-eieren 3,95, voor B-eieren
3,80, voor C-eieren 3,75 en voor D-eieren
3,60.
Dit zijn de maximum-prijzen die de Reichs
stelle für Eier kan betalen.
De Reichsstelle für Eier te Berlijn heeft de
franco-grens-prijzen voor uit ons land in het
tijdvak 30 Januari t.m. 1 Februari 1940 in
Duitschland in te voeren eendeneieren per
100 stuks als volgt vastgesteld: voor eieren
van 50 tot 54 kg. per 1000 stuks 2,25, voor
eieren van 54 tot 60 kg. per 1000 stuks 2,70
en voor eieren van 60 kg. per 1000 stuks en
daarboven 3,20.
Dit zijn de maximum-prijzen die de Reichs
stelle für Eier kan betalen.