JIMMY EN JOY. ff V k Lucht Verdediqinqs Fonds ra ra WAT £_v'=11 IS DAT?.;ïW3 HERINNERING AAN EEN LIED. OPWINDEND NIEUWS. ■•is J WOENSDAG 31 JANUARI lMö TANDJONG PRIOK VOL MET GOEDEREN. Duizenden tons tegelijk aangevoerd. DE OPGELEGDE MAILSCHEPEN. Wij moeten handhaven! Te land en tei zee, maar ook in de lucht. Steunt het: SPOORWAGEN MET KAPOK IN BRAND. Afgehaakt en gebluscht te Nijkerk. BOERDERIJBRAND TE GEFFEN. Eenige vertraging in het verheer op de lijn Amersfoorl-Zivolle. 4#1lÉÉlr mfL- GOUDEN PROFESSIEFEEST VAN DE EERW. ZUSTER AQUINATA O.P. O dienstweigering. Rouleeringsregeling voor civiel personeel. EEN VERHAAL VOOR ONZE JEUGD 22 DOODELIJK ONGELUK. VERBETERING KANALEN IN Z. O.-GRONINGEN. VRIJ VAN AVONDAPPÈL. HET VERLOREN GAAN VAN DE „SILVAIN". Op een mijn geloopen of in stormweer omgekomen De reclameplaat voor de kinderzegels. Op alle kaden,, in alle binnenhavens van Tandjong-Priok wordt meer dan op volle kracht gewerkt, schrijft een redacteur van „Aneta", die onlangs een wandeling door het uitgestrekte havengebied heeft gemaakt. Aan de kade der Japan-lijn in de derde binnenhaven lag een groote K.P.M.-er te los sen en in de hangars, waarin het uitgeladen goed werd opgeslagen, stapelden de kisten en balen zich metershoog op. Bij de maatschappij „Oceaan" was het nog drukker en aan de K.P.M.-kade in de eer ste Binnenhaven lag een geheele reeks van schepen achter elkaar te werken. Niet alleen liggen alle goedangs vol, ook een deel van de kaderuimte moet hier en daar tijdelijk als opslagplaats dienen, uiteraard voor zoover betreft die goederen, welke, met zeilen afgedekt, de wisselende invloeden van het weer het best kunnen doorstaan. Een ander typisch feit is, dat ook de ruimte onder de overkapping der hangars, aan de landzijde, voor een goed deel wordt ingeno men door goederen. Dit is dan natuurlijk uitsluitend goed, dat de douane reeds gepas seerd is en waarvoor de invoerrechten zijn voldaan. Het wacht er thans op verder transport per spoor of vrachtauto naar de eigenlijke plaats van bestemming, hetzij in* de stad Batavia zelf, hetzij verder in de pro vincie. Deze afvoer naar het binnenland vormt weer op zichzelf een probleem, welker op lossing veelal niet gemakkelijk is. Niet alleen de hangars voor importgoed echter liggen vol, ook die voor den opslag van uitvoerartikelen bevatten enorme voor raden, terwijl reeksen goederenwagons der S. S. steeds meer van deze artikelen aan voeren. Omgekeerd heeft de S. S. het ook druk met het inladen van buitenlandsche goede ren, die de invoerformaliteiten hebben on dergaan en verder moeten worden vervoerd. Het behoeft geen betoog, dat de dienst der in- en uitvoerrechten en accijnzen het onder deze omstandigheden uiterst volhandig heeft. In sommige goedangs ligt het goed tot aan de zoldering opgestapeld. In een enkele han gar lag reeds 6.000 ton aan goederen. En den volgenden dag al werd nieuwe aanvoer ver wacht tot een hoeveelheid van 1.500 ton. De invoerpassen worden niet meer bij tien tallen, doch bij honderden opgemaakt. In een sectie hoorden wij het getal 400 noe men. Onder deze omstandigheden is het nu de handel, die het in sommige gevallen niet ge heel bü kan houden. De boomklerken en het personeel der veemen snellen in alle moge- lyke voertuigen per rijwiel, deeleman, opelette of auto van de eene naar de andere hangar, doch wie de uitgestrekte af standen te Tandjong-Priok kent, begrijpt, dat dit bijna reeds een karwei op zichzelf is. In enkele gevallen kan dan ook van het aanbod der douane om na den officieelen kantoortyd door te werken om nog zooveel mogelijk goed te verwerken, geen gebruik gemaakt worden. Postgiro 287177 Deo Haag. ten name van de Vereeniging root Nationale Veiligheid. III TUINBOUWTEELTVERGUNNINGEN. Regeling in voorbereiding. De minister van economische zaken deelt ten vervolge op de beantwoording van vra gen van den heer Wijnkoop betreffende het verleenen van tuinbouwteeltvergunningen en vergunningen voor het telen van zaai zaad aan telers van bloembollen, die op hun bloembollenvergunning moeten bekrimpen, thans mede, dat een regeling wordt voorbe reid, waarbij aan telers van bloembollen, die hun met dit product te betelen oppervlakte met 50 pet. hebben moeten verminderen, teeltvergunning voor bepaalde tuinbouw- of landbouwgewassen zal worden verleend. By de toewijzing der vergunning zal rekening worden gehouden met den aard van het be drijf en de met het oog op de voedselvoorzie ning meest gewenschte teelten. Gistermiddag omstreeks drie uur brak, vermoedelijk door een lek in den schoor steen brand uit in de kapitale hofstede „De Branderij" toebehoorend aan en bewoond door den landbouwer G. Ploegmakers en ge legen te Vinkei onder de gemeente Geffen. De bewoners konden zich tijdig in veilig heid stellen. Het vee kon eveneens worden gered. De inboedel, benevens de landbouw- inventaris, ging nagenoeg geheel in vlammen op. Een dichtbij gelegen schuur kon, dank zij de gunstige windrichting, behouden blijven. Men was slechts laag verzekerd. Gistermiddag omstreeks half vijf ontdekte een geleider van een goederentrein, welke om 16.17 van Amersfoort was vertrokken, dat rook en vlammen uit een der open wagons van den trein kwamen. Hij bracht den trein bij de voormalige halte Slichtenhorst tot stilstand en constateerde, dat in een wagen, geladen met balen kapok, vermoedelijk door vonken uit de locomotief, brand was ont staan. Het vuur, vrat zich diep in de zeer brand bare kapok en met eigen bluschmiddelen kon het treinpersoneel hiertegen dan ook niet veel beginnen. Voorzichtig trok men den trein op naar het station Nijkerk, waar de brandende wagen werd uitgerangeerd en op een vrij spoor van het emplacement gezet. Hier kwam de Nijkerksche brandweer te hulp. Zij was genoodzaakt de heele lading met een haak van den wagen te halen en uiteen te plukken, omdat kapok een van de moeilijkst bluschbare stoffen is, waarin het vuur zich aan elk pluisje vasthecht. Hoewel men den brand spoedig onder de knie had, was men laat op den avond nog aan het na- blusschingswerk bezig. Het houtwerk van den wagen had intusschen ook vlam gevat, zoodat de wagen, buiten de metalen onder- deelen, vrij ernstige schade bekwam. De vlammen bedreigden ook nog een twee den wagen, doch dank zij het doortastend optreden van het spoorwegpersoneel dat met snelblusschers te hulp schoot, kon uitbrei ding worden voorkomen. Nadat de branden de wagon was uitgerangeerd, reed de goede rentrein door tot Putten, om daar nadere orders af te wachten. Het incident veroorzaakte op het baanvak Amersfoort-Zwolle eenig oponthoud. De Die- seltrein naar Groningen, die om 15.56 uur uit Amersfoort vertrekt, had 23 minuten ver traging. De daarop volgende locaaltrein naar Zwolle, uit Amersfoort om 16.06 vertrek kend, moest 20 minuten wachten. iHiiiii"iiiiii"iiirniiii De schooljeugd in een klein Fransch plaatsje, ivaar het hoofdkwartier van een Britsche troepen- afdeeling is gevestigd krijgt van een Schot uit leg van de werking van een sirene. Op Zaterdag 3 Februari hoopt de eerw. zuster Aquinata, van de Congregatie der znsters Dominicanessen te Voorschoten, haar gouden professiefeest te vieren, in het kloos ter Walenburgerweg 25, Rotterdam. Dit ge denkwaardige feest mag wel even vermeld worden. Want zeer velen kennen zr. Aquino- ta en de gouden Bruid mag terugzien op een prachtig besteed werkzaam leven. Na eerst bij het L. O. werkzaam te zijn geweest, werd zij leerares aan de kweek school te Reuver. Jarenlang is zij daar werk zaam geweest als docente in Nederlandsch en paedagogie. Ofschoon druk bezet met lessen haalde zij daar de middelbare akte Neder landsch. Haar scherpe geest groef diep en zij bekwaamde zich door zelfstudie in theologie en philosophie. Voor haar leerlingen in Reu ver schreef zij een zielkunde, die, hoewel niet in den handel, veel nut stichtte en dit nog doet. Voor enkele jaren ging zij rusten, maar dat „rusten" was van een heel eigen aardig soort. Zij werkte energiek en werkt nog aan de vertaling van waardevolle en geestelijk-zware boeken. Zij kon de vertaling aan van het schitte rende boek van Père Sertillanges O.P.: „Ca techismus voor den ongeloovige". Haar wijsgeerige en theologische scholing maakte haar de vertaling van dit diepzin nige boek mogelijk. Van P. Joch O.P. ver taalde zij het hoogstaand Meditatieboek: „Bezinning", een goudmijn voor intellectuee- len. Met eere mogen nog eens genoemd worden haar mooie Mariaboeken: „Maria in mijn leven" van Bernadot O.P. en „De Mys tieke Roos" van Sertillanges O.P. Op het oogenblik werkt zij aan de vertaling van een Fransch „Leven van Sint Dominicus". Haar „rusten" had en heeft, nog veel van een wer ken onder vollen stoomDoor haar voor beeldig religieus leven was zij velen tot stichting en door haar onvermoeid werken ontsloot zij voor ontelbaren een volle gees telijke schatkamer. Omdat zy heel jong in het klooster trad, viert zij nu haar gouden feest in nog merk waardige vitaliteit en activiteit. De heilige Aquiner, wiens naam zij met eere draagt, moge haar nog lang beschermen en met een stralende wijsheid begeesteren. Wegens dienstweigering was de 23-jarige J. N. V. door den krijgsraad tot een jaar ge vangenisstraf veroordeeld, welke straf de advocaat-fiscaal bij het hoog militair ge rechtshof tot twee jaar verhoogd wilde zien. Het Hof legde V. anderhalf jaar gevange nisstraf op. Na het opleggen van booten en het instel len van een maildienst naar Genua en terug stonden, naar het „S. H." meldt, de betrok ken maatschappijen voor de noodzaak een regeling te treffen, waardoor het personeel dezer schepen en in het bijzonder het ci viele personeel, wier inkomsten voor een be langrijk deel worden gevormd uit fooien der passagiers een gelegenheid te geven tot pe riodiek actief dienen en naar huis toe te gaan. Wij vernemen, dat inmiddels een roulee- ringssysteem voor het civiele personeel is op gesteld, dat voor de My. „Nederland" in werking is getreden met de „Christiaan Huy- gens", een deel van het civiele personeel van de opgelegde „oranje" ging over naar de „Huygens" en omgekeerd komt een equi valent op de „Oranje". Dit personeel vaart mede tot Genua en gaat vandaar met den boottrein naar Nederland, terwijl uit Neder land versche krachten komen. Op deze wijze zal het civiele personeel ongeveer eens in het half jaar varen kunnen en naar huis gaan. De zeer moeilijke kwestie vfTn de inkom sten is hiermede echter niet opgelost. Dit punt vormt thans een onderwerp van nauw keurige overweging van de betrokken direc ties. (Nadruk verboden). Dinsdagavond omstreeks 9 uur is op den Bekkerweg te Heerlen de 15-jarige M. S. op zyn bobslee door een auto aangereden en tegen den grond gesmakt. In deerniswek- kenden toestand werd de jongen opgenomen. Nadat geneeskundige en geestelijke hulp verleend was, is hij kort daarna overleden. De auto is doorgereden. De politie stelt een onderzoek in naar den bestuurder. De Staatscourant van Dinsdag 30 Januari 1940 bevat het Kon. besluit betreffende ont eigening in de gemeente Hoogezand ten be - hoeve van den bouw van een bemalings installatie nabij het Zuidlaardermeer en in de gemeente Anloo ten behoeve van een be malingsinstallatie bij het Annerveensche Verlaat, met bijkomende werken, een en an der voor verbetering van kanalen in Z. O. Groningen. De krijgsraad te 's Hertogenbosch had den sergeant, die zyn manschappen op den ge boortedag van Prinses Irene zonder vergun ning van zyn superieuren vrij gegeven had geen straf opgelegd, doch de zaak verwezen naar den tot straffen bevoegden comman deerenden officier. De auditeur-militair tee- kende hooger beroep aan en de advocaat fiscaal by het hoog militair gerechtshof eischte een maand voorwaardelijke gevange nisstraf met verlaging tot den stand van soldaat. Het hoog militair gerechtshof heeft Dinsdag het vonnis van den krijgsraad bevestigd. Het was een vroolyke maaltijd. Joop Clap- perton vertelde op zyn lustige manier eenige van de vele lotgevallen die hij gehad had sinds hy de laatste maal vertrokken was uit de Londensche haven. Al maar pratend, at hij, en Joy hield maar niet op zich te ver bazen over de manier waarop die geweldige hoeveelheid eieren en spek en ontelbare bo terhammen met marmelade in het binnenste van den jongen zeeman verdwenen. Zij had altijd gevonden dat Sam Prout er een bui tengewonen eetlust op na hield, maar Joop had den lichterman een flinken voorsprong kunnen geven en hem toch nog met een half dozijn sneden spek kunnen slaan. En te luisteren naar Joop, was beter dan het spannendste avonturenboek uit de bi bliotheek te lezen! Hij sprak van een reis, die hij gemaakt had van Brisbane, in Australië, naar Nieuw Guinea, om een vracht copra en soyaboonen in te nemen, en hierbij beschreef hij eenige van de inlanders die, naar men beweert, nog menscheneters zijn, en die in hun neus groote sieraden dragen, welke verscheidene ponden moeten wegen. „Ik denk dat dit dient om ervoor te zorgen dat zij zich alleen met hun eigen zaken be moeien", merkte Joop grinnikend op, ter wijl hij een nieuw brood aansneed en er een geweldige homp afnam. „Het is zoo gemak kelijk niet je neus in de zaken van anderen te steken, als aan de punt een heet strijkijzer bengelt". Hy vertelde ook van een ander schip, waarop hij gevaren had, en van een slechten schipper, die hen had doen loopen op een rif bij een eenzaam stuk van de kust in het noordelijke deel der Stille Zuidzee. „Als moeder een en ander geweten had van wat al zoo overkomen is aan haar „blauwoogigen jongen, Joy", zei Joop met zijn ondeugenden grinnik-lach, „dan zou zij zich blauw getobt hebben, ten minste als je daarvan blauw worden kunt, of is het groen? Zes van de bemanning, en de schipper zelf, gingen naar den kelder en de overigen wer den van boord gehaald door eenige inland- sche visschers Uw onderdanige dienaar zou anders niet hier zijn brood met marmelade zitten eten. Hij zou liggen op den ouden bo dem van den Oceaan, tien vademen diep, en langzamerhand omgezet worden in een zeester". Na deze schipbreuk had Joop gedurende vele lange weken getrokken door het woeste kustgebied en door eindelooze tropische wou den, en bij deze gelegenheid had hij Polly Flinders ontmoet Die twee hadden het zoo goed met elkaar kunnen vinden dat zy altijd boezemvrienden gebleven waren. Hij knipoogde op zijn leuke manier tegen Joy, en keek daarna achter zich om naar de mooie, bontgekleurde papagaai, die hy als geschenk voor zijn moeder mee naar huis gebracht had. Polly had, in de diepste stilte, in haar kooi gezeten, het kopje een weinig scheef hou dend, alsof zy zich nog een beetje vreemd voelde in haar nieuwe omgeving. „Je kunt niet iedere jonge dame in een goed humeur brengen", zeide Joop, „door haar nek te krauwen, niet waar, Polly?" De papagaai stak haar kop een weinig om laag. „Da's goed!" krijschte zy, zóó onverwacht dat Joy in lachen uitbarstte. Daarna begon zij te wouwelen in een vreemde taal. Ook Mrs. Clapperton moest lachen. Wat vertelt zij nu, Joop?" vroeg zij goed te worden", antwoordde Joop grinni kend. „En ik geloof dat zij gelijk heeft. Het is prachtig geworden". En stralend van geluk keek hij naar zijn moeder en Joy. „Geef haar een klontje suiker, Joy". En hij schoof haar over den tafel Polly's etensbakje toe. Twee weken waren voorbijgegaan, en voor Joy waren het twee van de gelukkigste we ken geweest, die zij zich herinnerde. Er waren in dien tijd heel wat brieven ge weest van Mrs. Prout, die weten wilde hoe het met Jimmy ging, en deze brieven getuig den van des te meer bezorgdheid omdat zij en Mr. Prout een langen tocht met de schuit moesten ondernemen, waarvan zij niet zoo heel spoedig zouden terugkeeren. dellijk op zijn gemak gezet, zoodat hij zich als een lid van het gezin voelde. Tot hun groote verlichting en tot vreugde van (je oude dame, scheen Joop in het minst niet voornemens te zijn naar zee terug te keeren. In nog geen langen, langen tijd! „Misschien maakt zich op een goeden dag de oude zwerflust weer van mij meester" bekende hij op zekeren avond, toen hij met Joy en Jimmy sprak, „maar voorloopig heb ik genoeg van het varen en Joop Clap perton zal zich, al was het meer terwille van zijn oude moeder, ergens neerzetten. Maar niet hier in die kleine oude achter- Straat", voegde hij er met een vergenoegd gegrinnik aan toe. „Geen sprake van! Wij zullen het beter doen". Joy keek verwonderd op. „Je wilt toch niet zeggen dat je verhui zen gaat, Joop?" vroeg zij.- „Wis en waarachtig wel!" antwoordde Joop. „Zoodra ik den koers heb kunnen op maken, halen wij het anker in, en steken van wal. Ik bedoel", verduidelijkte hij deze mari tieme beeldspraak, „dat wij weggaan van rook en roet, en ons gaan vestigen in een of andere gezellige kleine kustplaats, waar ik het zeewier ruiken kan als ik in bed lig. Een zeeman", zeide hij glimlachend, „is nooit ge lukkig als hij de golven niet hoort breken. Dat zit in zijn bloed". Joy en Jimmy wisselden veelzeggende blikken. Bedoelde hij dat zij met hem zouden meegaan? Het zou wel heerlijk zijn, opnieuw bij de zee en het blonde strand. „In wat voor soort huis wil u graag wo nen, Mr. Clapperton?" vroeg Jimmy. „In een groot huis", antwoordde hij met beslistheid. „Een huis met een mooie groo- 1 Joop sprong op en riep: „Door dit lie je herinner ik me ivaar ik je eerder gezien heb". Gelukkig kon Joy terugschrijven dat Jimmy nu prachtig vooruitging en weldra weer thuis zou komen, zoodat er geen enkele reden was zich ongerust te maken. „Hier bij Mrs. Clapperton heb ik het toch zoo gezellig", schreef zij. „Kort nadat ik bij haar ingetrokken was, kwam haar zoon Joop van zee terug, en hij is altijd even vriendelijk en leuk. Waar hij en Mrs. Clap perton ook heengaan, zij nemen mij steeds mee, en ik amuseer mij voortreffelijk. Dit was zoo. Dat zij bij zulke hartelijke en gulle vrienden terechtgekomen was, mocht Joy wel als een bijzonder bewijs van goed geluk beschouwen, en in de dagen vóór Jimmy het ziekenhuis verliet, sprak zij er geestdriftig met hem over. „Je zult dol zijn op Joop Clapperton, Jimmy", zeide zij. „Hij maakt je altijd maar aan het lachen". Toen, niet lang daarna, Jimmy afscheid ge nomen had van de verpleegsters van het zie kenhuis, en Joy naar huis vergezeld had, „Dat was Spaansch voor ,,'t Begint weer was hij niet teleurgesteld. Hij werd onmid- te keuken en een flinken tuin, en zoowat veertien kamers." Hij lachte en spreidde de armen uit. „Ik wil een beetje ruimte hebben' zeide hij. „Maar wat zou je met al die kamers moe ten doen", vroeg Joy verbaasd. Hij knipoogde haar vertrouwelijk toe, en over de tafel leunend, zei hij op zachteren toon: „Voor bezoekers. Voor menschen die ge durende de vacantie komen. Wij gaan een klein pension opzetten en wat geld verdienen, Dat is, zoo lang ik mij herinner, moeders droom geweest. En nu komt die droom uit" Hij schetste een aanlokkelijk beeld van het plan. Mrs. Clapperton zou voor de gasten zorgen, en als zij wilde, kon Joy haar hel pen. En Jimmy ook. „Wat mij aangaat", zeide Joop, terwijl Jimmy's gezicht opklaarde, „ik zal een boot koopen, die op het strand zal liggen, en dan zal ik hoopen geld verdienen door de men schen in de boot mee uit te nemen. Vinden jelui niet, jongens, dat 't 'n prachtig idee is? Natuurlijk vonden zij het een schitterend idée. Hun wangen gloeiden van opwinding. „En weet Mrs. Clapperton er al van af?" vroeg Joy gespannen. „Nog niet", antwoordde hij vergenoegd grinnikend. „Het is een geheim. Zij weet zelfs niet dat ik wat geld gespaard heb. Het zal de fijnste verrassing zijn, die zij ooit gehad heeft." En met stralend gezicht drukte hij hun op het hart haar vooral niets te vertellen. „Daarvoor is nog ruim tijd genoeg", zeide hij. „Ik wil nog wat wachten tot ik iets gevonden heb dat mij echt bevalt". Dien avond zou Joop de kinderen meege nomen hebben om naar de schepen in de ha vens te kijken. Het begon evenwel te regenen en zoo hard te waaien, dat zij niet gaan kon den. Joop zeide dat het er niets op aan kwam. „Wij zullen bij moeder aan boord blijven", stelde hij voor, „en wat zingen. Jij hebt mij nooit de oude hemdsknoopen zien hantee- ren, wat? Ik ben er wat goed in". Zij begrepen niet wat hij bedoelde tot Joop Clapperton later op den avond een harmonica (waarvan hij de toetsen blijkbaar met hemdsknoopen vergeleken had) uit zijn tasch opvischte, en eenige zeemansliedjes be- bon te spelen en te zingen. Hij had een diepe basstem, welke Joy aan die van haar vader herinnerde, e,n zijn sterke vingers bleken plotseling heel lenig te zijn toen hij ze liet gaan over de „hemdsknoopen". Toen hij verscheidene liedjes gezongen en gespeeld had, vertelde Jimmy hem dat Joy eveneens kon zingen. „En zij speelt piano óók", zei hij trotsch. „Dat heeft moeder haar geleerd". Nu was Joop niet tevreden vóór ook Joy een deuntje ten beste wilde geven. Nogal ver legen en sterk blozend zette zij zich aan de piano. Eerst leek het nogal vreemd, want zij had zoo lang geen toets meer aangeraakt. Maar zij overwon haar schuwheid; bijna werktuigelijk begon zij te spelen en, met haar heldere, welluidende stem het lied te zingen dat haar steeds het dierbaarst ge weest was, het lievelingslied van vader, dat deze haar geleerd had: „Kijk naar den zil veren rand!" Joop Clapperton had aan de tafel geze ten Maar plotseling stond hij op, liep naar de piano, en luisterde met gespannen aan dacht. Nauwelijks was Joy's stem weggestor ven, of Joop greep haar opgewonden bij den arm". „Joy!" riep hij uit. „Het is mij nu te bin nen geschoten. Dat lied! Het heeft alles tot mijn herinnering teruggevoerd". Joy keek glimlachend naar hem op. Mrs. Clapperton liet de sok, die zij aan het ver stellen was, een oogenblik rusten „Wat tot je herinnering teruggeroepen' vroeg Joy. „Herinner, je je niet dien morgen toen ik je voor het eerst zag?" Joop sprak nu met zachte en opgewonden stem. „Ik dacht dat ik je kende, dat ik je gezicht vroeger al eens gezien had. Nu staat mij voor den geest. Ik weet nu waarom ik dat dacht. Het was iemand, dien ik ontmoet heb na de schip breuk. Iemand met oogen zooals de jouwe, Joy, en met denzelfden glimlach. Iemand die buitengewoon op je leek. Een man, Joy! Hij zong dat liedzilveren Rand". En Joy hield, al luisterend, haar adem in, en haar hart scheen stil te staan. Wat be doelde hij? „Hij was een man met net zulke oogen als jij en met hetzelfde soort glimlach!" riep Joop Clapperton uit. „Een man?" hijgde Joy, terwijl kleine Jim my, die verrast was en zich tevens vermaakte, grinnikte. „Een mandie op mij leek?" „Zeker", antwoordde Joop, het voorhoofd rimpelend, alsof hij dit alles heel vreemd en onbegrijpelijk vond. Een man, die op een guitaar speelde en datzelfde lied van den „Zilveren Rand" zong. Het was door dat lied, dat alles mij opeens weer te binnen schoot." zei Joop. „Het is wèl gek". (Wordt vervolgd). In zijn zitting van Dinsdagmiddag behan delde de raad voor de scheepvaart het ver loren gaan van den stoomtrawler „Silvain" IJm. 116 na 24 November 1939. Aangenomen mag worden, dat de volledige bemanning, bestaande uit elf koppen, met den schipper is omgekomen. Er werd slechts een getuige gehoord en wel de schipper Klaas Blok van de IJm. 4, die het langst contact met schipper Den Heyer van de „Silvain" heeft gehad. Schipper Blok verklaarde, dat hij op 23 November 's avonds via de radio contact had gehad met de „Silvain". Schipper Den Heyer klaagde er over, dat zijn ontvangsttoestel en zijn echolood slecht werkten. Voorts was hij ontevreden over de bemanning, die haar vak niet verstond. De dekbemanning was onbe kwaam. In den nacht van 23 op 24 November ble ven de schepen bij elkaar, waarna schipper Blok den volgenden morgen in andere rich ting opvoer. In de avonduren hoorde hij, dat schipper Den Heyer met een zijner collega's sprak. Zijn klachten waren toen dezelfde. Daarna is de „Silvain" verdwenen. Op betreffende vragen zei schipper Blok, dat hij geen drijvende mijnen had gezien. Aanvankelijk was het goed weer, doch lang zamerhand werd het slechter. De getuige er kende de mogelijkheid, dat een overkomen de zee de ramp heeft veroorzaakt, maar hij geloofde er niet in. Voorts werden nog verschillende rappor- ten voorgelezen, waarin schipper Den Heyer als een hoogst bekwaam man werd geprezen. Ale nasporingen in binnen- en buitenland bleven zonder resultaat. Ook de reeder Groen legde nog eenige ver klaringen af. De „Silvain" wns van duide lijke neutraliteitsteekenen voorzien. Het schip beschikte over twee radiozenders. Het is moeilijk uit te maken of het schip op een mijn is geloopen of in stormweer is omgekomen. Zeker is in ieder geval, dat het weer zeker geen groot gevaar heeft kunnen opleveren. De mogelijkheid bestaat, dat schipper Den Heyer, toen hij in Oostelijke richting voer, in het Duitsche mijnenveld te recht is gekomen. Dit is evenwel evenmin vast te stellen. Schipper Den Heyer was een zeer bekwaam zeeman, die daarenboven over de goede kaarten van de Noordzee beschikte. Naar aanleiding van het artikel in ons blad van 29 dezer: „Nederlandsche affichekunst", deelt de centrale propaganda-commissie voor de weldadigheidspostzegels mede, dat haar van plagiaat, door den ontwerper van het affiche gepleegd, niets bekend was. Het affiche werd niet ingevolge een prijs vraag genomen, doch werd der commissie als een vrij ontwerp aangeboden. De commissie achtte het een opvallend affiche. Had zij ech ter kunnen vermoeden, dat hier niet van een oorspronkelijk ontwerp gesproken kon wor den dan had zij uiteraard dit ontwerp niet laten uitvoeren. VOLKENBONDSCOMITÉ. Op 7 Februari a.s. in het Vredespaleis. In het door den Volkenbond bijeengeroe pen organisatiecomité, dat de samenstelling en werkwijze zal voorbereiden van het in te stellen centrale comité, waaraan de coör dinatie van de internationale economische en sociale werkzaamheden is opgedragen, heeft de Nederlandsche regeering als haar vertegenwoordiger aangewezen den heer F. H- Fentener van Vlissingen, oud-voorzitter van de internationale kamer van koophandel te Utrecht. EIERENUITV OER NAAR DUITSCH- LAND. De Reichsstelle für Eier te Berlijn heeft de franco-grens-prijzen voor uit ons land in het tijdvak 30 Januari t.m. 1 Februari 1940 in Duitschland in te voeren kippeneieren per 100 stuks als volgt vastgesteld: voor S-eieren t 4,05, voor A-eieren 3,95, voor B-eieren 3,80, voor C-eieren 3,75 en voor D-eieren 3,60. Dit zijn de maximum-prijzen die de Reichs stelle für Eier kan betalen. De Reichsstelle für Eier te Berlijn heeft de franco-grens-prijzen voor uit ons land in het tijdvak 30 Januari t.m. 1 Februari 1940 in Duitschland in te voeren eendeneieren per 100 stuks als volgt vastgesteld: voor eieren van 50 tot 54 kg. per 1000 stuks 2,25, voor eieren van 54 tot 60 kg. per 1000 stuks 2,70 en voor eieren van 60 kg. per 1000 stuks en daarboven 3,20. Dit zijn de maximum-prijzen die de Reichs stelle für Eier kan betalen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1940 | | pagina 4