JIMMY EN JOY.
Gezelschap van
Stillen Omg
den
ang.
POLITIE-
PARADE
TE ROME.
UNIEKE VASTENAVOND.
VIERING.
r
EEN VERHAAL VOOR ONZE JEUGD
V
27
J
DE GROOTE
PANTOFFEL.
DINSDAG 6 FEBRUARI 1940
Jaarvergadering te Amsterdam
PAS-MOEILIJKHEDEN TÜSSCHEN
BELGIË EN NEDERLAND.
PAUL BONCOUR TE
's-GRAVENHAGE.
DE TOESTAND VAN MGR.
DR. H. POELS.
Heel gemeentebestuur op
de planken.
LINTBEBOUWING VERBODEN
Hechte en mooie gemeenschapszin.
DOODELIJKE AANRIJDING
ONDER BORNE.
PETROLEUM VOOR LAND- EN
TUINBOUWDOELEINDEN.
BRAND TE COEVOEDEN.
GENERAAL REIJNDERS NEEMT
AFSCHEID.
ZILVEREN RECTORAATSFEESTEN.
BEKEND SCHRIJFSTER WORDT
KATHOLIEK.
HET Gezelschap van den Stillen
Omgang heeft Zondagmiddag in
Krasnapolsky te Amsterdam zijn jaar
vergadering gehouden onder voor
zitterschap van den heer Alph.
Elsenburg.
De afgevaardigden van de plaatselijke af-
deelingen in heel het land woonden des mor
gens een huishoudelijke bijeenkomst bij.
Ondanks de slechte weersgesteldheid
Woonde een zeer groot aantal belangstellen
den de openbare middagvergadering bij. Aan
de bestuurstafel had dezen middag evenals
andere jaren plaatsgenomen de hoogeerw.
heer mgr. dr. G. C. v. Noort, deken van Am
sterdam.
In zijn openingswoord sprak de heer Alph.
Elsenburg er zijn voldoening over uit, dat
een zoo groot aantal vereerders en vereer-
sters van het H. Sacrament van Mirakel de
vergadering had willen bijwonen.
Spr. herinnerde er voorts aan, dat de Stille
Omgang dit jaar op drie achtereenvolgende
Zondagen gehouden zal worden. Voor de pel
grims is dit in zekeren zin een voordeel om
dat zij daardoor er zeker van kunnen zijn
den omgang zonder oponthoud te kunnen
maken en ruim voldoende plaats te zullen
vinden in de kerken. Evenwel, dat de Stille
Omgang dit jaar over drie Zondagen ver
deeld wordt is vooral te danken aan het
dringend verzoek van de Nederlandsche
Spoorwegen, zulks in verband met de bijzon
dere tijdsomstandigheden. Tenzij een verdere
groei van het aantal bedevaartgangers daar
toe zou nopen, hoopt het bestuur dan ook
den Stillen Omgang in de toekomst weder
om op twee Zondagen te organiseeren.
Tenslotte spoorde de voorzitter de aanwe
zigen aan tijdens den Stillen Omgang vurig
te bidden voor de intentie, dit jaar voor den
omgang bepaald, n.l. dat ons vaderland voor
de rampen van den oorlog bewaard blijve.
De secretaris, de heer J. B. Takes bracht
daarop het jaarverslag uit en las de notulen
Voor der vorige algemeene vergadering.
Onder leiding van den weleerw. pater Jos.
Smits van Waesberghe S.J. zong het zang
koor van het St. Ignatiuscollege te Amster
dam voorts een feestgroet en vervolgens ver
tolkte het koor op beschaafde en muzikale
Wijze „Les choeurs Angéliques".
Rede pater Heijdeman.
De traditioneele groote rede op de jaar-
Vergadering werd ditmaal gehouden door
den zeereerw. pater H. Heijdeman C.ss.R.,
directeur van het St. Alfonsus-Retraitehuis
te Amersfoort.
Spr. ving zijn betoog aan met te zeggen,
dat hij een tweevoudige persoonlijke herin
nering bezat aan den Stillen Omgang, een
herinnering uit den tijd toen hij als jongen
den Stillen Omgang placht te volgen en een
uit den tijd, waarin hij als jonggewijd priester
den bedetocht door Amsterdam had vol
bracht. Maar sindsdien had spr. den omgang
slechts in den geest kunnen medemaken,
dank zij de enthousiaste verhalen, die hij
vernomen had van hen, die aan den omgang
hadden deelgenomen. Als propagandist voor
het retraitewerk had spr. driekwart van Ne
derland doorkruist en overal had hij er
varen, dat het werk van den Stillen Omgang
aan het retraitewerk is voorafgegaan. Het
werk van den Stillen Omgang is dan ook
niet alleen het werk van Amsterdam maar
van alle steden, dorpen en gemeenten in
Nederland. Als verklaring van dit feit wordt
door tallooze deelnemers gegeven, dat de
Stille Omgang zooveel gelegenheid geeft tot
devoot gebed. En het is een gezond teeken
van dezen tijd, dat zooveel tienduizenden de
behoefte gevoelen aan een devoot gebed.
De intentie van den Stillen Omgang is dit
Jaar, dart ons vaderland voor de oorlogsram
pen gespaard zal blijven. Daarvoor moet
vurg en oprecht worden gebeden. Echter, het
baat weinig wanneer Amsterdam gedurende
drie nachten gevuld zal zijn met pelgrims
en wanneer hun aantal stijgt, wanneer al die
pelgrims niet een bewust Christelijk en
Eucharistisch leven en een krachtig gebeds
leven leiden. Een uiterlijk succes van den
Stillen omgang beteekent niets, wanneer hij
niet vervuld is van een geest van vurig ge
bed en boetedoening, wanneer de deelnemers
aan den Or*gang zelf niet vervuld zijn van
een krachtig Eucharistisch leven en daarvan
in hun levenspractijk ook metterdaad getui
gen.
Boven vele anderen, die zich christenen
noemen en Christus willen volgen, zijn de
katholieken bevoorrecht door het bezit van
de Heilige Eucharistie in hun kerken. Wordt
de groote en sublieme gave der Heilige
Eucharistie echter onder ons wel voldoende
gewaardeerd? Toch, het gebed van den Stil
len Omgang vermag veel, ja alles voor ons
vaderland, indien wij slechts de voorwaarden
Vervullen waaronder het gebeden moet wor
den. En God zal dit gebed dan ook zeker
verhooren, tenzij de verhooring van ons ge
bed ons niet zalig zou zijn. En dan past ons
een deemoedig aanvaarden van Gods Heilig
raadsbesluit.
Rampen bedreigen ons vaderland. Maar
algemeen wordt dit niet voldoende beseft.
Algemeen beseft men niet voldoende, dat
het gebed van den rechtvaardige het eenige
middel is, dat deze rampen van ons zal kun
nen afwenden. Laat daarom de a.s. Stille
Omgang het begin zijn van een vuriger, op
rechter en krachtdadiger Eucharistisch
leven.
Het zangkoor van het St. Ignatius-college
vertolkte na de rede van pater Heijdeman
C.ss.R., nog enkele aardige liedjes, t.w. „De
groote hond en de kleine kat", op muziek
van Alphons Diepenbrock en „B-I-N-G-O"
een oud-Engelsch volkslied.
Tot slot van het muzikaal gedeelte van
den middag werd het jubellied ter eere van
het H. Sacrament van Mirakel uitgevoerd,
dat door de geheele zaal werd medegezon
gen.
Toespraak Mgr. van Noort.
Tot besluit van de vergadering werd nog
een korte toespraak gehouden door den
hoogeerw. heer Mgr. Dr. G. C. v. Noort, de
ken van Amsterdam en moderator van het
Gezelschap van den Stillen Omgang. Mgr
Dr. v. Noort herinnerde er aan, dat hij dit
maal reeds voor de twaalfde maal de verga
dering van den Stillen Omgang bijwoonde
en dat hij reeds elf maal feitelijk hetzelfde
had gezegd. En ik ben van plan, aldus spr.
ook voor de twaalfde maar, hetzelfde te gaan
zeggen. Wij moeten den Stillen Omgang voor-
Uit brengen zooveel wij kunnen. Nu er een
derde Zondag aan den Stillen Omgang wordt
toegevoegd, moeten wij er naar streven het
aantal deelnamen van den Stillen Omgang
ook te doen stijgen met één derde. Maar daar
bij bedenke men, dat de Stille Omgang haar
karakter niet mag verloochenen, dat hij moet
blijven een stille en ootmoedige bedegang,
welke niet zonder invloed zal blijven op het
Hart van God. De Stille Omgang mag geen
manifestatie zijn en zelfs geen propaganda-
tocht. De geest van gebed moet alle deel
nemers aan den omgang bezielen. Bij den
Stillen Omgang past geen luidruchtigheid,
ook niet na afloop van den bedetocht.
De vooruitzichten in de wereld zijn treurig
en somber. Wie de redevoeringen van de
staatslieden leest, beseft, dat menschen ons
den vrede niet kunnen geven. Alleen God
kan dat en God moet daar toe bewogen wor
den door ons gebed. Men kan nu zeggen:
maar wij bidden reeds zoolang om vrede.
Echter vergeten wij niet dat terwijl er hon
derdduizenden bidden er ook honderddui
zenden zijn, die onverschillig zijn, honderd
duizenden ook die God loochenen en Hem
haten. God houdt in Zijn handen de weeg
schaal van zijn barmhartigheid, aan den an
deren kant die van zijn rechtvaardigheid. In
de schaal van Zijn barmhartigheid verzamelt
Hij het gebed en de verstervingen der kin
deren Gods. In de schaal Zijner rechtvaar
digheid wegen de haat en de werken van Zijn
vijanden. En wellicht zal God ons gebed om
vrede niet eerder verhooren, voordat de
schaal der barmhartigheid opweegt en over
weegt op de schaal Zijner rechtvaardigheid.
Deze gedachte moet ons niet neerslachtig
maken, want God, die het penningske van
een arme meer waardeert dan de grootere
gaven der rijken, zal ook aan het gebed van
een nederig hart groote waarde toekennen.
De vergadering is hierop gesloten.
Onze D.-correspondent schrijft ons
De Zesdaagsche te Antwerpen, welke an
dere jaren duizenden Nederlanders naar de
Schelde-stad doet stroomen, heeft thans nog
maals de volle aandacht gevestigd op de
moeilijkheden welke de bestaande pas-for
maliteiten voor het toeristisch- en zakenver
keer tusschen Nederland en België
leveren.
op-
Uit den sneltrein uit Parijs, die 50 minuten
vertraging had, is gistermiddag even na half
zes de bekende Fransche staatsman en jurist
de heer Paul Boncour in Den Haag aangeko
men. Hij werd afgehaald door zijn zoon, die
als handelsattaché aan de Fransche legatie te
's-Gravenhage verbonden is. De Fransche ge
zant was wegens een lichten griepaanval ver
hinderd den heer Boncour te begroeten.
In de auto van den gezant is de heer Bon
cour naar Hotel des Indes gereden, waar hij
zijn intrek heeft genomen.
Zooals men weet, zal de heer Boncour als
gedelegeerde van de Fransche regeering deel
nemen aan de zittingen van het comité, dat
a.s. Woensdag in het Vredespaleis bijeen
komt, terwijl hij tevens op dien dag zal plei
ten in het arbitraal geschil over de kwestie
Radio-Orient.
De groote trek van de Nederlanders naar
België, welke niet alleen in de week maar
vooral ook des Zondags plaats vond, is sinds
de toepassing der strengere pas-voorschrif
ten zoo goed als stop gezet. Waar is de tijd
dat men te Antwerpen moest oppassen niet
in botsing te komen met een Nederlandsche
auto? Nu zijn de letters N L. in de straten
van Antwerpen bijna even zeldzaam gewor
den als een ooievaar in den winter.
Dat deze toestand vooral voor de groote
grenssteden, zooals Antwerpen, groote
schade beteekent, behoeft geen betoog.
Van verschillende zijde worden dan ook
reeds pogingen aangewend om verzachting
te bekomen in het passen-stelsel tusschen
beide landen.
Nu hebben ook de Antwerpsche en de Kon.
Belg. Automobiel-bond deze kwestie aange
pakt om een betere regeling te bekomen.
Het jongste nummer van het orgaan der
Antwerpsche Automobielclub schrijft dien
aangaande
„Het is dringend noodzakelijk dat men het
zaken- of toeristenverkeer tusschen Neder
land en België vergemakkelijkt en dat men
een einde maakt aan de duizend-en-een dik
werf onnoodige formaliteiten, welke het toe
kennen van paspoorten en visa bemoeilijkt
voor reizen van het een naar het andere
land.
Wat de visa betreft zou de bevoegde over
heid deze moeten kunnen toestaan om toe
ristische redenen, en zich minder wantrou
wend toonen, wanneer deze gevraagd worden
door ras-echte Belgen met een onberispelijk
verleden en wier bedoelingen er loyalisme
niet in twijfel kunnen getrokken worden."
De Belgische toeristen-organisaties hopen
met hun actie tot daartoe te komen, dat een
eenvoudige identiteits-kaart voor Nederlan
ders en Belgen volstaat om de grens te pas-
seeren, zooals zulks voor September van het
vorig jaar het geval was, een controle-sy
steem, hetwelk trouwens tusschen Kerstmis
en Nieuwjaar reeds werd toegepast.
Mussolini woonde
de paradè bij, welke
door de Italiaan-
sche gemotoriseerde
politie-strijdkrach-
ten gehouden iverd
op den verjaardag
van het corps.
In verband met de tegenstrijdige geruch
ten omtrent den gezondheidstoestand van
mgr. dr. H. A. Poels welke op de vergade
ring van den R. K. Limb. Werkliedenbond
Zondag n.l. nog onrustbarend zou zijn ge
noemd kunnen wij mededeelen dat de ge-
neesheeren den Doctor onlangs twee maan
den absolute rust hebben voorgeschreven.
Daar hij dit voorschrift in Limburg uiter
aard haast onmogelijk zou kunnen opvolgen,
heeft hij zich naar familie in het buitenland
begeven. Op onze informatie aldaar, deelde
men ons mede, dat de toestand van mgr.
geen onrust baart.
i
De minister van Waterstaat heeft de Ver
keerswet tegen lintbebouwing van toepassing
verklaard op:
a. het bij de gemeente Arnhem in be
heer en onderhoud zijnde gedeelte van weg
no. 50 van het Rijkswegenplan 1938, Arnhem
ApeldoornHattemerbroek Zwolle) van
km. 2.520 bij de Monnikensteeg tot km. 1.670
bij den Karei van der Heidenweg en
b. het bij de gemeente Nijmegen in beheer
en onderhoud zijnde gedeelte van weg no.
55 van het Rijkswegenplan 1938, Nijmegen
Grave's Hertogenbosch, van km. 0 bij den
voormaligen St. Anthoniusmolen tot een punt
gelegen op 828.35 m. ten Noord-Oosten van
km. 0 van dezen weg.
Men schrijft ons:
Van ouds bestaat de carnavalviering op
de Brabantsche dorpen uit tooneel-, zang
en muziekuitvoeringen der plaatselijke ge
zelschappen, die er veelal hun winterseizoen
mee besluiten. Trekt de jongere generatie
voor 'n groot gedeelte met de vastenavondda-
gen naar de stad, de meer bedaagde dorps
bevolking stelt het verzet in eigen omgeving
gelukkig nog op hoogen prijs en moedigt
zoo de executanten op plankengebied aan
hun bescheiden, doch naarstig cultureel werk
voort te zetten. Een unieke vastenavond
viering gaf dit jaar het dorpje Aarle-Rixtel
te zien met 'n paar uitvoeringen, welke van
een mooien en nog hechten gemeenschaps
zin getuigden. De verarming, welke de
barre winter met zich bracht vooral voor
degenen, die moeilijk of niet om eenige
ondersteuning aankloppen, deed in den
kring van het dagelijksch bestuur der ge
meente het initiatief ontstaan een paar ge
zellige avonden met zang en voordracht te
organiseeren ten bate der stille armen. Een
beroep werd gedaan op de „oude garde", die
in den tijd, dat de dorpsgemeenschappen
nog hechter eenheden vormden ook op het
terrein van vermaak en ontspanning, de
(Nadruk verboden).
„Oe-oe-oe-mmmmm!" klonk het, in een
diepe, spookachtige stem, als het griezelige
gehuil van wind in een schoorsteen. „Oe-oe-
oe-mmmmm?" En „klenk-klenk-klenk!"
rammelde de keten.
Joy was een dapper meisje, maar dit werd
haar zenuwen toch bijna te machtig. Zij voel
de een allerakeligst tintelen in de wortels
van haar haren, en haar hart bonsde zoo he
vig dat zij nauwelijks spreken kon.
„O, Jimmy!" slaagde zij erin te fluisteren,
in grooten angst. „Het komt naar boven
de trap op!"
„Ikik zal hem leeren," hijgde Jimmy,
„kijk maar!"
Met groote krachtsinspanning bracht hij
de kan over de leuning heen zoodat hij haar
thans bijna precies hield boven het gesluier
de hoofd van de spookverschijning daar be
neden.
Hij had de kan in een regelmatigen
stroom willen uitgieten, maar dit mislukte.
Het gewicht van de half gevi le kan was te
groot voor hem; hij voelde dat hij haar niet
meer houden kon.
„Ooooo!" hijgde hij. Hij had een laatste
wanhopige poging aangewend om de kan in
bedwang te houden, maar nu ontglipte zij
aan zijn greep en viel als een steen omlaag.
Indien Jimmy zorgvuldig gemikt had, dan
had hij niet nauwkeuriger doel kunnen tref
fen. Met een smak viel de zware aarden kan
boven op den geest.
„Plomp!" ging het en de plomp werd
gevolgd door geplons van water, en door
hevig gekraak, toen de kan in gruzelementen
viel op den harden houten vloer.
Ooooo?" brulde de geest, in de lucht sprin
gend als een kangaroe. „Au-au-au-au-au
Van boven sloegen Joy en kleine Jimmy
het tooneel in ademlooze spanning en ver
bijstering gade. Zij zagen den geest een
reeks vreemde bokkesprongen uitvoeren.
Luid brullend rende hij door de gang, als een
op hol geslagen paard, en hierbij kwam hij
in alles behalve zachte aanraking met een
zwaren, ouderwetschen paraplu- en kleeren-
standaard, welke met ontzettend lawaai tegen
den grond sloeg.
Nogmaals een luid gebrul uitstootend
rende de geest nu door de geopende voor
deur en verdween in de duisternis.
Boven in de gang stond Joy te ontzet <*m
te spreken, en zich met bevende handen vast
klampend aan de leuning. Jimmy, die bijna
even bleek was als de geest, staarde eenige
oogenblikken zonder een woord te spreken,
omlaag, alvorens plotseling in een gierend
gelach uit te barsten.
„Hij is er van door!" riep hij bijna gillend
uit. Heb ik het niet gezegd, Joy De kan viel
uit mijn hand," hijgde hij, „en precies boven
op hem. Heb je het gezien? Het was zijn ver
diende loon, omdat hij ons aan het schrikken
heeft willen maken. Geen wonder dat hij
brulde, Joy. O, wat heeft hij er fijn van langs
gehad!"
Een kille stroom nachtlucht kwam om
hoog uit de stille benedengang, en hieruit
bleek hem dat de deur, waardoor de geest
zich had weggepakt, nog openstond.
„Wijwij moesten maar naar beneden
gaan en de deur sluiten", fluisterde Joy. „Ik
zal de kaars halen!"
Haar hart bonsde nog terwijl zij de slaap
kamer weder binnen ging en tastte naar den
kandelaar die op den stoel bij het bed stond.
Met bevende hand ontstak zij de kaars.
Zij kwam te voorschijn met de kaars in
haar hand en daalde gevolgd door Jimmy,
de trap af. Zij begon zich nu wat rustiger te
voelen, en schaamde zich wel een beetje
omdat zij zoo verschrikt geweest was.
Een plas water en de scherven van de ver
brijzelde kan lagen op den vloer van de be
nedengang. Zich voorzichtig voortbewegend
op haar bloote voeten, begaf Joy zich naar
de open deur, en sloot deze snel, na even
naar buiten gegluurd te hebben in den don
keren en verlaten tuin. Een zucht van ver
luchting ontsnapte haar, toen zij de knop
weder omgedraaid en de ketting bevestigd
had.
„Denk jedenk je dat het toch geen
geest was, Jimmy vroeg zij met angstige
spanning, toen zij weder de trap wilden
opgaan.
„Natuurlijk was het geen geest. Zulke din
gen bestaan niet," verklaarde Jimmy vast
beraden. „Dat heb ik je toch gezegd!"
Maar hoe kan het dan hierin gekomen zijn,
wat het ook geweest mag zijn?" hijgde zij.
„De deur was op slot en gegrendeld. Ik heb
haar gegrendeld vóór wij naar bed gingen
Je hebt het zelf gezien."
Kleine Jimmy knikte ernstig, en wees naar
iets dat aan Joy's aapdscKt ontgaan was. Aan
den anderen kant v«o. la gang stond een
mat. „Kijk schreeuwde hij, terwijl hij er
mee kwam aandragen. In zijn hand hield hij
iets anders dat de spookachtige bezoeker in
zijn haast, om zijn biezen te pakken, scheen
achtergelaten te hebben namelijk een
groote vilten pantoffel met zachte rubber-
zool.
„Maar wat een reusachtige is dat!" riep
Joy uit, terwijl zij de pantoffel bekeek.
„Hij moet geweldige voeten gehad hebben,"
Zij knikte gedecideerd met het hoofd. „Wij
moesten die pantoffel en dien handschoen
maar bewaren, Jimmy", zeide zij ernstig,
„om ze morgen aan Joop Clapperton te la
ten zien."
Zij brachten de scherven naar de keuken,
en bestegen toen weder de trap naar de
slaopkamer. Hun eerste nacht te Sandford-
aan-Zee was een zeer ongewone geweest, en
nu niet juist van dien aard dat zij zich bij
zonder gelukkig zouden voelen in dit oude
huis op de rots, dat voortaan hun woning
zijn zou, en waarvan zij zich reeds zooveel
voorgesteld hadden.
Maar toen zij voor het open venster ston
den, terwijl de zeebries hun over het gelaat
streek, en zij de opkomende maan een
zilveren spoor zagen werpen over het stille
water van de baai, begonnen zij de dingen
weder hoopvoller in te zien.
Hoe zonderling dit oude huis ook zijn
mocht, het zou niet lang eenzaam blijven na
de komst van Mrs. Clapperton met haar
hartelijken glimlach, en van Joop met zijn
vroolijken lach en zijn Twinkelende oogen.
„Geesten?" hoorde Joy Joop al met zijn ge
weldige stem roepen. „Ik zal ze „geesten"
geven als ik ze te pakken krijg!"
Vastbesloten zich door niets meer schrik
Hij legde den voet met den grooten pantoffel op een anderen stoel.
venster open dat vroeger op den avond ge
sloten geweest was.
„Zóó is hij erin gekomen, Joy", zeide hij
met stelligheid, „en hij heeft de, voordeur
later aan den binnenkant geopend. Hij had
niet door een venster behoeven te klimmen
als hij een echte geest geweest was", voegde
hij er met 'n spottenden glimlach aan toe.
„Men zegt toch, dat zij door muren kunnen
gaan."
Joy knikte. Zij stelde aan Jimmy de kaars
ter hand, terwijl zij het venster dichtdeed en
zorgvuldig sloot.
„Wij moesten", zeide zij met een zucht,
„al dien rommel maar opruimen".
Zij haalde een doek uit de keuken, en
samen raapten zij de scherven van de ver
brijzelde kan bijeen en veegden den plas
water op.
„Zeg, Jimmy," riep Joy uit, terwijl zij
hiermee bezig waren. „Zie eens hier!" En zij
keek eenigszins verrast, terwijl zij een wit
katoenen vrouwe-handschoen ophield, dien
zij te midden van de scherven gevonden
had. „Dit moet aan den geest toebehoord
hebben".
„En dit eveneens!" riep Jimmy uit, die een
ander voorwerp ontdekt had bij de deur-
te laten aanjagen, legde Joy zich te bed, en
Jimmy ging naast haar liggen, en trok de
deken over hen heen. Het kon hem niets
schelen in zijn kleeren te slapen. Het spaar
de tijd uit, want dan behoefde hij zich den
volgenden morgen niet aan te kleeden, vond
hij.
Nadat Joy de kaars uitgedoofd had, bleef
Jimmy nog eenige minuten op zijn rug lig
gen, en dacht na. De groote aarden wasch-
kom op de waschtafel zag er nogal eenzaam
uit zonder haar compagnon, de kan.
„Het spijt mij toch van de waterkan, Joy",
zeide hij, denkend aan de gruzelementen.
„Mij ook!" antwoordde Joy, „maar ik denk
dat de geest heel wat meer spijt heeft, denk
je ook niet?"
Even na elf uur haalden Joy en Jimmy den
volgenden morgen Joop Clapperton en diens
moeder af van den trein, aan het station
van Sandford.
Jocps gebruinde gelaat straalde van ge
noegen, en Joy had Mrs. Clapperton nooit
tevredener en blij moeder gezien. Want het
goede nieuws dat haar zoon haar gebracht
had omtrent zijn plannen haar een pension
te geven aan zee, een pension, dat geheel en
al van haar zou zijn, had in haar ooren
geklonken als een sprookje bijna te mooi
om waar te zijn.
Heel haar moeilijk leven had zij doorge
bracht in de sombere straten en de van rook
vervulde lucht der stad, en de droomen, die
zij gehad had, van eenmaal de stad te kunnen
ontvluchten naar de streelende bries en den
helderen zonneschijn van de kust, had zij zelf
maar als ijdele fantasieën beschouwd, waar
van zij nooit gedacht had dat zij wel eens
verwezenlijkt zouden worden.
En nu zij de glimlachende gezichten zag
van de kinderen, die haar aan 't station ver
welkomden, en zij, na een kleine wandeling
langs zee, den heuvel opgingen naar het
huis, dat Joop gekocht had, bekende zij te
genover Joy dat zij zich voelde als iemand
die droomde, en bang was te zullen ontwa
ken en tot de ontdekking te zullen komen
dat het .alles tóch niet waar was.
Toen zij het huis op de rots bereikten, en
Mrs. Clapperton de gebroken vensters zag
en de andere teekenen van verval, werd zij
hierdoor in het minst niet van haar stuk
gebracht.
„Dat zullen wij spoedig wel in orde krij
gen", verklaarde zij. „Laat dat maar aan
mij over, Joop. Tegen den tijd dat Joy en
ik hier veertien dagen geweest zijn, zul je
het huis niet meer herkennen. En wat een
prachtig uitzicht, Joop. Ik zou wel kunnen
gaan zitten en er naar kijken tot mijn oogen
uitpuilen als die van een kikker."
Zij was zoo gelukkig en opgewekt, en zoo
geheel vervuld van dit nieuwe huis en van
hun vooruitzichten, dat Joy het niet van zich
verkrijgen kon iets te zeggen van de nogal
onaangename ervaring, welke zij in den af-
geloopen nacht hadden opgedaan. Maar ten
slotte moest de geschiedenis toch verteld
worden, en zoowel Joop als Mrs. Clapperton
keken Joy en Jimmy eenigszins bezorgd
aan.
„Een spookhuis riep Mrs. Clapperton
uit. Zij was nu zeer ontsteld en bleek ge
worden.
„Dit huis, Joy? Zzijn daar spoken? O,
groote goedheid!"
Joop, die gelijk vele zeelieden, een weinig
bijgeloovig was, keek eveneens tamelijk ver
drietig, tot Jimmy, die in het minst niet on
gerust was, den handschoen en de pantoffel,
die zij in de benedengang gevonden hadden,
te voorschijn haalde. Joop staarde verwon
derd naar de reusachtige pantoffel.
„Maar dat is geen schoen", gaf hij te ken
nen. „Het is een droogdok! Je wilt toch niet
zeggen, dat de geest dit achtergelaten heeft?"
„Het moet de geest geweest zijn, Mr. Clap
perton," zeide Jimmy. „Het kan niemand
anders geweest zijn, vind je ook niet, Joy
Joop Clapperton fronste het voorhoofd-
Hij bekeek de pantoffel critisch, en maakte
de opmerking dat als een gewone man deze
slof aangehad had, hij verscheidene schre
den had moeten doen alvorens werkelijk
vooruit te gaan. Hij gaf den anderen even
wel geen tijd dit diepzinnige raadsel op te
lossen, want hij liet erop volgeri;
„Het is in ieder geval een aanknoopings-
punt, en wij moesten daarvan maar gebruik
zien te maken. Als het geen echt „spook"
was, moeder", voegde hij eraan toe, „dan
moet het iemand geweest zijn die onze twee
kinderen schrik heeft willen aanjagen, en
dat lijkt mij nogal gek. Waarom zouden ze
zoo iets hebben willen doen
Om een of andere reden, waarover hij
zich niet uitliet, nam de gemoedelijke zee-
man de ,jiIten Pantoffel, in een stuk papier
gewikkeld, mee; terwijl zij met hun allen
het s rand op en neer liepen, onder het eten
van roomijs, en de menigte vacantie-vierders
hlT eug6n' zeide hij niets dat strekking
droegP zonderlinge pakje dat hij bij zich
Na verloop van een uur zette Joop Clap
perton zich evenwel neer op een stoel; ver
volgens deed hij iets heel vreemds. Hij trok
de pantoffel aan over zijn eigen rechter
schoen; vervolgens strekte hij het aldus toe
getakelde been uit op een anderen stoel.
(Wordt vervolgd).
eerste viool bespeelde en er kwam ee n
spontaan enthousiasme los. De medewer gr
king was werkelijk algemeen en met d.,j
gemeentebestuurders voorop. Zoo kon he
niet anders of ook de uitvoeringen me
zulke prominente krachten werden ee s
succes. De burgemeester fungeerde als pro i
loog-zegger en hij deed dit met 'n vlotheid
en Schwung, alsof het z'n dagelijksch werl
was! Hij bleek in de gemeentearchievei
gedoken te hebben en was te voorschijr
gekomen met een beeld naar eigen con
structie van het leven der vroegere bewo-
ners van het dorp, zoo ongeveer in den tijd,
dat Rixtel nog 7 kasteelen bezat. Na een^
intermezzo van solo- en koorzang (door „De
Klokkengieters van 1660") verscheen de
80-jarige wethouder op de planken als....'r
accordeon-solist. In smoking en met den
hoogen „zije" maakte hij z'n entree en.,
nauwelijks klonken de eerste tonen uit z'nae
oude trekharmonica, of de geheele zaal zong ■)e'
mee! Het „Wien Neerlandsch bloed" schalde se
door het patronaatsgebouw tot ver de dorps-
kom in en nadien volgde er nog menige va
Populaire wijs. De 80-jarige wethouder- nr
musicus moest 'n vijftal „toetjes" gevenlaal
„Tusschen de veertig en de tachtig" was
deze avond gedoopt en uit die ruime leef-
tijdsgrenzen volgden nog verschillendenu
acteurs. De ambtenaar ter secretarie was de
eenige uit het ensemble, die de veertig niet au
haalt. Hij werd „dan ook" te elfder ure 5a
ziek en moest voor zijn helft van het be- ae
roemde ,,Paartje van Urk" verstek laten 'e
gaan. Geen nood, de gemeentesecretaris, dia is
in deze dorpsgemeenschap een voornaam en'Vo
waakzaam ambt bekleedt, verscheen als zoo
dikwijls in administratieve en andere be- m'
stuurszaken rap ter assistentie. Vs
Behoeft het nog gezegd, dat het talrijke er
publiek zich kostelijk amuseerde en deze w
avonden, behalve het beoogde liefdadige gf
doel, een winst aan onderlinge saamhoorig- re
heid en gemeenschapszin opleverden. Het ia in
Brabant op z'n mooist! b«
b<
d<
D
ni
De Hooge Raad heeft gisteren verworpen 1 w
cassatieberoep van den Almeloschen fabri- g<
kant E. ten C., die in hooger beroep door R
het gerechtshof te Arnhem is veroordeeld tot g,
zes maanden gevangenisstraf wegens dood
door schuld. Bovendien is hem voor een jaar d,
de bevoegdheid ontnomen tot het besturen d
van een motorrijtuig. zc
Ten C. heeft op den provincialen weg valt ji
Delden naar Borne een wielrijder aangere-
den, die daarbij op slag werd gedood.
De minister van Economische Zaken heeft
ontheffing verleend van het bepaalde ih
artikel 9, lid 1, van de Prijsopdiijvings- en
Hamsterwet 1939 ten aanzien van petroleum,
te bezigen voor land- of tuinbouwdoeleinden,
aan een ieder, die in het bezit is van een
aan hem door of vanwege den provincialen
voedselcommissaris van de provincie, waar
in hij gevestigd is of zijn domicilie heeft, af
gegeven vergunning.
Zondagnamiddag brak brgnd uit in het
perceel Tuindorp 3 te Coevorden, toebehoo-
rende aan de woningstichting „Eendracht"
en bewoond door D. Bos. De omwonenden
slaagden er in een groot deel van den inboe
del te redden. De brandweer wist den brand
tot het eene perceel te beperken. De be
lendende woning kreeg wel waterschade,
maar het huis bleef behouden.
Het huis was verzekerd en de inboedel
van den heer Bos ook, hoewel zeer laag.
Generaal I. H. Reijnders heeft gistermor
gen afscheidsbezoeken gebracht aan de mi
nisters van algemeene zaken en van de
fensie.
Gistermiddag heeft hij de rechtstreeks
onder zijn bevelen staande bevelhebbers
ontvangmi van het personeel van het
algemeen hoofdkwartier afscheid genomen.
Zondag, 4 Februari, was het 25 jaar gele
den dat de Z.Eerw. heeren J. A. v. Dorst en
j p. H. v. d. Broek door Z. H. Exc. den Dis-
schop van Breda werden benoemd tot rector
te Roosendaal, respectievelijk van het toen
malig moederhuis met pensionaat der Eerw.
Zusters Franciscanessen (aan de Molen
straat) en van het St. Joseph-gesticht van
dezelfde Congregatie der Zusters Francis-
anessen (aan de Knip).
Onder zeer vele blijken van belangstelling
hebben de beide jubilarissen gisteren dit zil-
eren recloraatsjubileum gevierd. Van tal
an zijden hebben zij gelukwenschen ont-
angen. terwijl ook tijdens de receptie velen
de jubilarissen persoonlijk kwamen felici-
teeren.
PARIJS, 5 Februari. (Van onzen corres
pondent.) De bekende schrijfster, mevrouw
Fianses Parkinson Keyes, echtgenoote van
den oud-gouverneur van New Hampshire,
die zestien jaar geleden de plechtigheden
van de heiligverklaring van St. Theresia van
Lisieux had bijgewoond en sindsdien een
biografie over de Heilige had geschreven, is
katholiek geworden. Zij heeft aan een altaar,
gewijd aan de H. Theresia, de eerste H. Com
munie ontvangen.