JIMMY EN JOY. Gezelschap van Stillen Omg den ang. POLITIE- PARADE TE ROME. UNIEKE VASTENAVOND. VIERING. r EEN VERHAAL VOOR ONZE JEUGD V 27 J DE GROOTE PANTOFFEL. DINSDAG 6 FEBRUARI 1940 Jaarvergadering te Amsterdam PAS-MOEILIJKHEDEN TÜSSCHEN BELGIË EN NEDERLAND. PAUL BONCOUR TE 's-GRAVENHAGE. DE TOESTAND VAN MGR. DR. H. POELS. Heel gemeentebestuur op de planken. LINTBEBOUWING VERBODEN Hechte en mooie gemeenschapszin. DOODELIJKE AANRIJDING ONDER BORNE. PETROLEUM VOOR LAND- EN TUINBOUWDOELEINDEN. BRAND TE COEVOEDEN. GENERAAL REIJNDERS NEEMT AFSCHEID. ZILVEREN RECTORAATSFEESTEN. BEKEND SCHRIJFSTER WORDT KATHOLIEK. HET Gezelschap van den Stillen Omgang heeft Zondagmiddag in Krasnapolsky te Amsterdam zijn jaar vergadering gehouden onder voor zitterschap van den heer Alph. Elsenburg. De afgevaardigden van de plaatselijke af- deelingen in heel het land woonden des mor gens een huishoudelijke bijeenkomst bij. Ondanks de slechte weersgesteldheid Woonde een zeer groot aantal belangstellen den de openbare middagvergadering bij. Aan de bestuurstafel had dezen middag evenals andere jaren plaatsgenomen de hoogeerw. heer mgr. dr. G. C. v. Noort, deken van Am sterdam. In zijn openingswoord sprak de heer Alph. Elsenburg er zijn voldoening over uit, dat een zoo groot aantal vereerders en vereer- sters van het H. Sacrament van Mirakel de vergadering had willen bijwonen. Spr. herinnerde er voorts aan, dat de Stille Omgang dit jaar op drie achtereenvolgende Zondagen gehouden zal worden. Voor de pel grims is dit in zekeren zin een voordeel om dat zij daardoor er zeker van kunnen zijn den omgang zonder oponthoud te kunnen maken en ruim voldoende plaats te zullen vinden in de kerken. Evenwel, dat de Stille Omgang dit jaar over drie Zondagen ver deeld wordt is vooral te danken aan het dringend verzoek van de Nederlandsche Spoorwegen, zulks in verband met de bijzon dere tijdsomstandigheden. Tenzij een verdere groei van het aantal bedevaartgangers daar toe zou nopen, hoopt het bestuur dan ook den Stillen Omgang in de toekomst weder om op twee Zondagen te organiseeren. Tenslotte spoorde de voorzitter de aanwe zigen aan tijdens den Stillen Omgang vurig te bidden voor de intentie, dit jaar voor den omgang bepaald, n.l. dat ons vaderland voor de rampen van den oorlog bewaard blijve. De secretaris, de heer J. B. Takes bracht daarop het jaarverslag uit en las de notulen Voor der vorige algemeene vergadering. Onder leiding van den weleerw. pater Jos. Smits van Waesberghe S.J. zong het zang koor van het St. Ignatiuscollege te Amster dam voorts een feestgroet en vervolgens ver tolkte het koor op beschaafde en muzikale Wijze „Les choeurs Angéliques". Rede pater Heijdeman. De traditioneele groote rede op de jaar- Vergadering werd ditmaal gehouden door den zeereerw. pater H. Heijdeman C.ss.R., directeur van het St. Alfonsus-Retraitehuis te Amersfoort. Spr. ving zijn betoog aan met te zeggen, dat hij een tweevoudige persoonlijke herin nering bezat aan den Stillen Omgang, een herinnering uit den tijd toen hij als jongen den Stillen Omgang placht te volgen en een uit den tijd, waarin hij als jonggewijd priester den bedetocht door Amsterdam had vol bracht. Maar sindsdien had spr. den omgang slechts in den geest kunnen medemaken, dank zij de enthousiaste verhalen, die hij vernomen had van hen, die aan den omgang hadden deelgenomen. Als propagandist voor het retraitewerk had spr. driekwart van Ne derland doorkruist en overal had hij er varen, dat het werk van den Stillen Omgang aan het retraitewerk is voorafgegaan. Het werk van den Stillen Omgang is dan ook niet alleen het werk van Amsterdam maar van alle steden, dorpen en gemeenten in Nederland. Als verklaring van dit feit wordt door tallooze deelnemers gegeven, dat de Stille Omgang zooveel gelegenheid geeft tot devoot gebed. En het is een gezond teeken van dezen tijd, dat zooveel tienduizenden de behoefte gevoelen aan een devoot gebed. De intentie van den Stillen Omgang is dit Jaar, dart ons vaderland voor de oorlogsram pen gespaard zal blijven. Daarvoor moet vurg en oprecht worden gebeden. Echter, het baat weinig wanneer Amsterdam gedurende drie nachten gevuld zal zijn met pelgrims en wanneer hun aantal stijgt, wanneer al die pelgrims niet een bewust Christelijk en Eucharistisch leven en een krachtig gebeds leven leiden. Een uiterlijk succes van den Stillen omgang beteekent niets, wanneer hij niet vervuld is van een geest van vurig ge bed en boetedoening, wanneer de deelnemers aan den Or*gang zelf niet vervuld zijn van een krachtig Eucharistisch leven en daarvan in hun levenspractijk ook metterdaad getui gen. Boven vele anderen, die zich christenen noemen en Christus willen volgen, zijn de katholieken bevoorrecht door het bezit van de Heilige Eucharistie in hun kerken. Wordt de groote en sublieme gave der Heilige Eucharistie echter onder ons wel voldoende gewaardeerd? Toch, het gebed van den Stil len Omgang vermag veel, ja alles voor ons vaderland, indien wij slechts de voorwaarden Vervullen waaronder het gebeden moet wor den. En God zal dit gebed dan ook zeker verhooren, tenzij de verhooring van ons ge bed ons niet zalig zou zijn. En dan past ons een deemoedig aanvaarden van Gods Heilig raadsbesluit. Rampen bedreigen ons vaderland. Maar algemeen wordt dit niet voldoende beseft. Algemeen beseft men niet voldoende, dat het gebed van den rechtvaardige het eenige middel is, dat deze rampen van ons zal kun nen afwenden. Laat daarom de a.s. Stille Omgang het begin zijn van een vuriger, op rechter en krachtdadiger Eucharistisch leven. Het zangkoor van het St. Ignatius-college vertolkte na de rede van pater Heijdeman C.ss.R., nog enkele aardige liedjes, t.w. „De groote hond en de kleine kat", op muziek van Alphons Diepenbrock en „B-I-N-G-O" een oud-Engelsch volkslied. Tot slot van het muzikaal gedeelte van den middag werd het jubellied ter eere van het H. Sacrament van Mirakel uitgevoerd, dat door de geheele zaal werd medegezon gen. Toespraak Mgr. van Noort. Tot besluit van de vergadering werd nog een korte toespraak gehouden door den hoogeerw. heer Mgr. Dr. G. C. v. Noort, de ken van Amsterdam en moderator van het Gezelschap van den Stillen Omgang. Mgr Dr. v. Noort herinnerde er aan, dat hij dit maal reeds voor de twaalfde maal de verga dering van den Stillen Omgang bijwoonde en dat hij reeds elf maal feitelijk hetzelfde had gezegd. En ik ben van plan, aldus spr. ook voor de twaalfde maar, hetzelfde te gaan zeggen. Wij moeten den Stillen Omgang voor- Uit brengen zooveel wij kunnen. Nu er een derde Zondag aan den Stillen Omgang wordt toegevoegd, moeten wij er naar streven het aantal deelnamen van den Stillen Omgang ook te doen stijgen met één derde. Maar daar bij bedenke men, dat de Stille Omgang haar karakter niet mag verloochenen, dat hij moet blijven een stille en ootmoedige bedegang, welke niet zonder invloed zal blijven op het Hart van God. De Stille Omgang mag geen manifestatie zijn en zelfs geen propaganda- tocht. De geest van gebed moet alle deel nemers aan den omgang bezielen. Bij den Stillen Omgang past geen luidruchtigheid, ook niet na afloop van den bedetocht. De vooruitzichten in de wereld zijn treurig en somber. Wie de redevoeringen van de staatslieden leest, beseft, dat menschen ons den vrede niet kunnen geven. Alleen God kan dat en God moet daar toe bewogen wor den door ons gebed. Men kan nu zeggen: maar wij bidden reeds zoolang om vrede. Echter vergeten wij niet dat terwijl er hon derdduizenden bidden er ook honderddui zenden zijn, die onverschillig zijn, honderd duizenden ook die God loochenen en Hem haten. God houdt in Zijn handen de weeg schaal van zijn barmhartigheid, aan den an deren kant die van zijn rechtvaardigheid. In de schaal van Zijn barmhartigheid verzamelt Hij het gebed en de verstervingen der kin deren Gods. In de schaal Zijner rechtvaar digheid wegen de haat en de werken van Zijn vijanden. En wellicht zal God ons gebed om vrede niet eerder verhooren, voordat de schaal der barmhartigheid opweegt en over weegt op de schaal Zijner rechtvaardigheid. Deze gedachte moet ons niet neerslachtig maken, want God, die het penningske van een arme meer waardeert dan de grootere gaven der rijken, zal ook aan het gebed van een nederig hart groote waarde toekennen. De vergadering is hierop gesloten. Onze D.-correspondent schrijft ons De Zesdaagsche te Antwerpen, welke an dere jaren duizenden Nederlanders naar de Schelde-stad doet stroomen, heeft thans nog maals de volle aandacht gevestigd op de moeilijkheden welke de bestaande pas-for maliteiten voor het toeristisch- en zakenver keer tusschen Nederland en België leveren. op- Uit den sneltrein uit Parijs, die 50 minuten vertraging had, is gistermiddag even na half zes de bekende Fransche staatsman en jurist de heer Paul Boncour in Den Haag aangeko men. Hij werd afgehaald door zijn zoon, die als handelsattaché aan de Fransche legatie te 's-Gravenhage verbonden is. De Fransche ge zant was wegens een lichten griepaanval ver hinderd den heer Boncour te begroeten. In de auto van den gezant is de heer Bon cour naar Hotel des Indes gereden, waar hij zijn intrek heeft genomen. Zooals men weet, zal de heer Boncour als gedelegeerde van de Fransche regeering deel nemen aan de zittingen van het comité, dat a.s. Woensdag in het Vredespaleis bijeen komt, terwijl hij tevens op dien dag zal plei ten in het arbitraal geschil over de kwestie Radio-Orient. De groote trek van de Nederlanders naar België, welke niet alleen in de week maar vooral ook des Zondags plaats vond, is sinds de toepassing der strengere pas-voorschrif ten zoo goed als stop gezet. Waar is de tijd dat men te Antwerpen moest oppassen niet in botsing te komen met een Nederlandsche auto? Nu zijn de letters N L. in de straten van Antwerpen bijna even zeldzaam gewor den als een ooievaar in den winter. Dat deze toestand vooral voor de groote grenssteden, zooals Antwerpen, groote schade beteekent, behoeft geen betoog. Van verschillende zijde worden dan ook reeds pogingen aangewend om verzachting te bekomen in het passen-stelsel tusschen beide landen. Nu hebben ook de Antwerpsche en de Kon. Belg. Automobiel-bond deze kwestie aange pakt om een betere regeling te bekomen. Het jongste nummer van het orgaan der Antwerpsche Automobielclub schrijft dien aangaande „Het is dringend noodzakelijk dat men het zaken- of toeristenverkeer tusschen Neder land en België vergemakkelijkt en dat men een einde maakt aan de duizend-en-een dik werf onnoodige formaliteiten, welke het toe kennen van paspoorten en visa bemoeilijkt voor reizen van het een naar het andere land. Wat de visa betreft zou de bevoegde over heid deze moeten kunnen toestaan om toe ristische redenen, en zich minder wantrou wend toonen, wanneer deze gevraagd worden door ras-echte Belgen met een onberispelijk verleden en wier bedoelingen er loyalisme niet in twijfel kunnen getrokken worden." De Belgische toeristen-organisaties hopen met hun actie tot daartoe te komen, dat een eenvoudige identiteits-kaart voor Nederlan ders en Belgen volstaat om de grens te pas- seeren, zooals zulks voor September van het vorig jaar het geval was, een controle-sy steem, hetwelk trouwens tusschen Kerstmis en Nieuwjaar reeds werd toegepast. Mussolini woonde de paradè bij, welke door de Italiaan- sche gemotoriseerde politie-strijdkrach- ten gehouden iverd op den verjaardag van het corps. In verband met de tegenstrijdige geruch ten omtrent den gezondheidstoestand van mgr. dr. H. A. Poels welke op de vergade ring van den R. K. Limb. Werkliedenbond Zondag n.l. nog onrustbarend zou zijn ge noemd kunnen wij mededeelen dat de ge- neesheeren den Doctor onlangs twee maan den absolute rust hebben voorgeschreven. Daar hij dit voorschrift in Limburg uiter aard haast onmogelijk zou kunnen opvolgen, heeft hij zich naar familie in het buitenland begeven. Op onze informatie aldaar, deelde men ons mede, dat de toestand van mgr. geen onrust baart. i De minister van Waterstaat heeft de Ver keerswet tegen lintbebouwing van toepassing verklaard op: a. het bij de gemeente Arnhem in be heer en onderhoud zijnde gedeelte van weg no. 50 van het Rijkswegenplan 1938, Arnhem ApeldoornHattemerbroek Zwolle) van km. 2.520 bij de Monnikensteeg tot km. 1.670 bij den Karei van der Heidenweg en b. het bij de gemeente Nijmegen in beheer en onderhoud zijnde gedeelte van weg no. 55 van het Rijkswegenplan 1938, Nijmegen Grave's Hertogenbosch, van km. 0 bij den voormaligen St. Anthoniusmolen tot een punt gelegen op 828.35 m. ten Noord-Oosten van km. 0 van dezen weg. Men schrijft ons: Van ouds bestaat de carnavalviering op de Brabantsche dorpen uit tooneel-, zang en muziekuitvoeringen der plaatselijke ge zelschappen, die er veelal hun winterseizoen mee besluiten. Trekt de jongere generatie voor 'n groot gedeelte met de vastenavondda- gen naar de stad, de meer bedaagde dorps bevolking stelt het verzet in eigen omgeving gelukkig nog op hoogen prijs en moedigt zoo de executanten op plankengebied aan hun bescheiden, doch naarstig cultureel werk voort te zetten. Een unieke vastenavond viering gaf dit jaar het dorpje Aarle-Rixtel te zien met 'n paar uitvoeringen, welke van een mooien en nog hechten gemeenschaps zin getuigden. De verarming, welke de barre winter met zich bracht vooral voor degenen, die moeilijk of niet om eenige ondersteuning aankloppen, deed in den kring van het dagelijksch bestuur der ge meente het initiatief ontstaan een paar ge zellige avonden met zang en voordracht te organiseeren ten bate der stille armen. Een beroep werd gedaan op de „oude garde", die in den tijd, dat de dorpsgemeenschappen nog hechter eenheden vormden ook op het terrein van vermaak en ontspanning, de (Nadruk verboden). „Oe-oe-oe-mmmmm!" klonk het, in een diepe, spookachtige stem, als het griezelige gehuil van wind in een schoorsteen. „Oe-oe- oe-mmmmm?" En „klenk-klenk-klenk!" rammelde de keten. Joy was een dapper meisje, maar dit werd haar zenuwen toch bijna te machtig. Zij voel de een allerakeligst tintelen in de wortels van haar haren, en haar hart bonsde zoo he vig dat zij nauwelijks spreken kon. „O, Jimmy!" slaagde zij erin te fluisteren, in grooten angst. „Het komt naar boven de trap op!" „Ikik zal hem leeren," hijgde Jimmy, „kijk maar!" Met groote krachtsinspanning bracht hij de kan over de leuning heen zoodat hij haar thans bijna precies hield boven het gesluier de hoofd van de spookverschijning daar be neden. Hij had de kan in een regelmatigen stroom willen uitgieten, maar dit mislukte. Het gewicht van de half gevi le kan was te groot voor hem; hij voelde dat hij haar niet meer houden kon. „Ooooo!" hijgde hij. Hij had een laatste wanhopige poging aangewend om de kan in bedwang te houden, maar nu ontglipte zij aan zijn greep en viel als een steen omlaag. Indien Jimmy zorgvuldig gemikt had, dan had hij niet nauwkeuriger doel kunnen tref fen. Met een smak viel de zware aarden kan boven op den geest. „Plomp!" ging het en de plomp werd gevolgd door geplons van water, en door hevig gekraak, toen de kan in gruzelementen viel op den harden houten vloer. Ooooo?" brulde de geest, in de lucht sprin gend als een kangaroe. „Au-au-au-au-au Van boven sloegen Joy en kleine Jimmy het tooneel in ademlooze spanning en ver bijstering gade. Zij zagen den geest een reeks vreemde bokkesprongen uitvoeren. Luid brullend rende hij door de gang, als een op hol geslagen paard, en hierbij kwam hij in alles behalve zachte aanraking met een zwaren, ouderwetschen paraplu- en kleeren- standaard, welke met ontzettend lawaai tegen den grond sloeg. Nogmaals een luid gebrul uitstootend rende de geest nu door de geopende voor deur en verdween in de duisternis. Boven in de gang stond Joy te ontzet <*m te spreken, en zich met bevende handen vast klampend aan de leuning. Jimmy, die bijna even bleek was als de geest, staarde eenige oogenblikken zonder een woord te spreken, omlaag, alvorens plotseling in een gierend gelach uit te barsten. „Hij is er van door!" riep hij bijna gillend uit. Heb ik het niet gezegd, Joy De kan viel uit mijn hand," hijgde hij, „en precies boven op hem. Heb je het gezien? Het was zijn ver diende loon, omdat hij ons aan het schrikken heeft willen maken. Geen wonder dat hij brulde, Joy. O, wat heeft hij er fijn van langs gehad!" Een kille stroom nachtlucht kwam om hoog uit de stille benedengang, en hieruit bleek hem dat de deur, waardoor de geest zich had weggepakt, nog openstond. „Wijwij moesten maar naar beneden gaan en de deur sluiten", fluisterde Joy. „Ik zal de kaars halen!" Haar hart bonsde nog terwijl zij de slaap kamer weder binnen ging en tastte naar den kandelaar die op den stoel bij het bed stond. Met bevende hand ontstak zij de kaars. Zij kwam te voorschijn met de kaars in haar hand en daalde gevolgd door Jimmy, de trap af. Zij begon zich nu wat rustiger te voelen, en schaamde zich wel een beetje omdat zij zoo verschrikt geweest was. Een plas water en de scherven van de ver brijzelde kan lagen op den vloer van de be nedengang. Zich voorzichtig voortbewegend op haar bloote voeten, begaf Joy zich naar de open deur, en sloot deze snel, na even naar buiten gegluurd te hebben in den don keren en verlaten tuin. Een zucht van ver luchting ontsnapte haar, toen zij de knop weder omgedraaid en de ketting bevestigd had. „Denk jedenk je dat het toch geen geest was, Jimmy vroeg zij met angstige spanning, toen zij weder de trap wilden opgaan. „Natuurlijk was het geen geest. Zulke din gen bestaan niet," verklaarde Jimmy vast beraden. „Dat heb ik je toch gezegd!" Maar hoe kan het dan hierin gekomen zijn, wat het ook geweest mag zijn?" hijgde zij. „De deur was op slot en gegrendeld. Ik heb haar gegrendeld vóór wij naar bed gingen Je hebt het zelf gezien." Kleine Jimmy knikte ernstig, en wees naar iets dat aan Joy's aapdscKt ontgaan was. Aan den anderen kant v«o. la gang stond een mat. „Kijk schreeuwde hij, terwijl hij er mee kwam aandragen. In zijn hand hield hij iets anders dat de spookachtige bezoeker in zijn haast, om zijn biezen te pakken, scheen achtergelaten te hebben namelijk een groote vilten pantoffel met zachte rubber- zool. „Maar wat een reusachtige is dat!" riep Joy uit, terwijl zij de pantoffel bekeek. „Hij moet geweldige voeten gehad hebben," Zij knikte gedecideerd met het hoofd. „Wij moesten die pantoffel en dien handschoen maar bewaren, Jimmy", zeide zij ernstig, „om ze morgen aan Joop Clapperton te la ten zien." Zij brachten de scherven naar de keuken, en bestegen toen weder de trap naar de slaopkamer. Hun eerste nacht te Sandford- aan-Zee was een zeer ongewone geweest, en nu niet juist van dien aard dat zij zich bij zonder gelukkig zouden voelen in dit oude huis op de rots, dat voortaan hun woning zijn zou, en waarvan zij zich reeds zooveel voorgesteld hadden. Maar toen zij voor het open venster ston den, terwijl de zeebries hun over het gelaat streek, en zij de opkomende maan een zilveren spoor zagen werpen over het stille water van de baai, begonnen zij de dingen weder hoopvoller in te zien. Hoe zonderling dit oude huis ook zijn mocht, het zou niet lang eenzaam blijven na de komst van Mrs. Clapperton met haar hartelijken glimlach, en van Joop met zijn vroolijken lach en zijn Twinkelende oogen. „Geesten?" hoorde Joy Joop al met zijn ge weldige stem roepen. „Ik zal ze „geesten" geven als ik ze te pakken krijg!" Vastbesloten zich door niets meer schrik Hij legde den voet met den grooten pantoffel op een anderen stoel. venster open dat vroeger op den avond ge sloten geweest was. „Zóó is hij erin gekomen, Joy", zeide hij met stelligheid, „en hij heeft de, voordeur later aan den binnenkant geopend. Hij had niet door een venster behoeven te klimmen als hij een echte geest geweest was", voegde hij er met 'n spottenden glimlach aan toe. „Men zegt toch, dat zij door muren kunnen gaan." Joy knikte. Zij stelde aan Jimmy de kaars ter hand, terwijl zij het venster dichtdeed en zorgvuldig sloot. „Wij moesten", zeide zij met een zucht, „al dien rommel maar opruimen". Zij haalde een doek uit de keuken, en samen raapten zij de scherven van de ver brijzelde kan bijeen en veegden den plas water op. „Zeg, Jimmy," riep Joy uit, terwijl zij hiermee bezig waren. „Zie eens hier!" En zij keek eenigszins verrast, terwijl zij een wit katoenen vrouwe-handschoen ophield, dien zij te midden van de scherven gevonden had. „Dit moet aan den geest toebehoord hebben". „En dit eveneens!" riep Jimmy uit, die een ander voorwerp ontdekt had bij de deur- te laten aanjagen, legde Joy zich te bed, en Jimmy ging naast haar liggen, en trok de deken over hen heen. Het kon hem niets schelen in zijn kleeren te slapen. Het spaar de tijd uit, want dan behoefde hij zich den volgenden morgen niet aan te kleeden, vond hij. Nadat Joy de kaars uitgedoofd had, bleef Jimmy nog eenige minuten op zijn rug lig gen, en dacht na. De groote aarden wasch- kom op de waschtafel zag er nogal eenzaam uit zonder haar compagnon, de kan. „Het spijt mij toch van de waterkan, Joy", zeide hij, denkend aan de gruzelementen. „Mij ook!" antwoordde Joy, „maar ik denk dat de geest heel wat meer spijt heeft, denk je ook niet?" Even na elf uur haalden Joy en Jimmy den volgenden morgen Joop Clapperton en diens moeder af van den trein, aan het station van Sandford. Jocps gebruinde gelaat straalde van ge noegen, en Joy had Mrs. Clapperton nooit tevredener en blij moeder gezien. Want het goede nieuws dat haar zoon haar gebracht had omtrent zijn plannen haar een pension te geven aan zee, een pension, dat geheel en al van haar zou zijn, had in haar ooren geklonken als een sprookje bijna te mooi om waar te zijn. Heel haar moeilijk leven had zij doorge bracht in de sombere straten en de van rook vervulde lucht der stad, en de droomen, die zij gehad had, van eenmaal de stad te kunnen ontvluchten naar de streelende bries en den helderen zonneschijn van de kust, had zij zelf maar als ijdele fantasieën beschouwd, waar van zij nooit gedacht had dat zij wel eens verwezenlijkt zouden worden. En nu zij de glimlachende gezichten zag van de kinderen, die haar aan 't station ver welkomden, en zij, na een kleine wandeling langs zee, den heuvel opgingen naar het huis, dat Joop gekocht had, bekende zij te genover Joy dat zij zich voelde als iemand die droomde, en bang was te zullen ontwa ken en tot de ontdekking te zullen komen dat het .alles tóch niet waar was. Toen zij het huis op de rots bereikten, en Mrs. Clapperton de gebroken vensters zag en de andere teekenen van verval, werd zij hierdoor in het minst niet van haar stuk gebracht. „Dat zullen wij spoedig wel in orde krij gen", verklaarde zij. „Laat dat maar aan mij over, Joop. Tegen den tijd dat Joy en ik hier veertien dagen geweest zijn, zul je het huis niet meer herkennen. En wat een prachtig uitzicht, Joop. Ik zou wel kunnen gaan zitten en er naar kijken tot mijn oogen uitpuilen als die van een kikker." Zij was zoo gelukkig en opgewekt, en zoo geheel vervuld van dit nieuwe huis en van hun vooruitzichten, dat Joy het niet van zich verkrijgen kon iets te zeggen van de nogal onaangename ervaring, welke zij in den af- geloopen nacht hadden opgedaan. Maar ten slotte moest de geschiedenis toch verteld worden, en zoowel Joop als Mrs. Clapperton keken Joy en Jimmy eenigszins bezorgd aan. „Een spookhuis riep Mrs. Clapperton uit. Zij was nu zeer ontsteld en bleek ge worden. „Dit huis, Joy? Zzijn daar spoken? O, groote goedheid!" Joop, die gelijk vele zeelieden, een weinig bijgeloovig was, keek eveneens tamelijk ver drietig, tot Jimmy, die in het minst niet on gerust was, den handschoen en de pantoffel, die zij in de benedengang gevonden hadden, te voorschijn haalde. Joop staarde verwon derd naar de reusachtige pantoffel. „Maar dat is geen schoen", gaf hij te ken nen. „Het is een droogdok! Je wilt toch niet zeggen, dat de geest dit achtergelaten heeft?" „Het moet de geest geweest zijn, Mr. Clap perton," zeide Jimmy. „Het kan niemand anders geweest zijn, vind je ook niet, Joy Joop Clapperton fronste het voorhoofd- Hij bekeek de pantoffel critisch, en maakte de opmerking dat als een gewone man deze slof aangehad had, hij verscheidene schre den had moeten doen alvorens werkelijk vooruit te gaan. Hij gaf den anderen even wel geen tijd dit diepzinnige raadsel op te lossen, want hij liet erop volgeri; „Het is in ieder geval een aanknoopings- punt, en wij moesten daarvan maar gebruik zien te maken. Als het geen echt „spook" was, moeder", voegde hij eraan toe, „dan moet het iemand geweest zijn die onze twee kinderen schrik heeft willen aanjagen, en dat lijkt mij nogal gek. Waarom zouden ze zoo iets hebben willen doen Om een of andere reden, waarover hij zich niet uitliet, nam de gemoedelijke zee- man de ,jiIten Pantoffel, in een stuk papier gewikkeld, mee; terwijl zij met hun allen het s rand op en neer liepen, onder het eten van roomijs, en de menigte vacantie-vierders hlT eug6n' zeide hij niets dat strekking droegP zonderlinge pakje dat hij bij zich Na verloop van een uur zette Joop Clap perton zich evenwel neer op een stoel; ver volgens deed hij iets heel vreemds. Hij trok de pantoffel aan over zijn eigen rechter schoen; vervolgens strekte hij het aldus toe getakelde been uit op een anderen stoel. (Wordt vervolgd). eerste viool bespeelde en er kwam ee n spontaan enthousiasme los. De medewer gr king was werkelijk algemeen en met d.,j gemeentebestuurders voorop. Zoo kon he niet anders of ook de uitvoeringen me zulke prominente krachten werden ee s succes. De burgemeester fungeerde als pro i loog-zegger en hij deed dit met 'n vlotheid en Schwung, alsof het z'n dagelijksch werl was! Hij bleek in de gemeentearchievei gedoken te hebben en was te voorschijr gekomen met een beeld naar eigen con structie van het leven der vroegere bewo- ners van het dorp, zoo ongeveer in den tijd, dat Rixtel nog 7 kasteelen bezat. Na een^ intermezzo van solo- en koorzang (door „De Klokkengieters van 1660") verscheen de 80-jarige wethouder op de planken als....'r accordeon-solist. In smoking en met den hoogen „zije" maakte hij z'n entree en., nauwelijks klonken de eerste tonen uit z'nae oude trekharmonica, of de geheele zaal zong ■)e' mee! Het „Wien Neerlandsch bloed" schalde se door het patronaatsgebouw tot ver de dorps- kom in en nadien volgde er nog menige va Populaire wijs. De 80-jarige wethouder- nr musicus moest 'n vijftal „toetjes" gevenlaal „Tusschen de veertig en de tachtig" was deze avond gedoopt en uit die ruime leef- tijdsgrenzen volgden nog verschillendenu acteurs. De ambtenaar ter secretarie was de eenige uit het ensemble, die de veertig niet au haalt. Hij werd „dan ook" te elfder ure 5a ziek en moest voor zijn helft van het be- ae roemde ,,Paartje van Urk" verstek laten 'e gaan. Geen nood, de gemeentesecretaris, dia is in deze dorpsgemeenschap een voornaam en'Vo waakzaam ambt bekleedt, verscheen als zoo dikwijls in administratieve en andere be- m' stuurszaken rap ter assistentie. Vs Behoeft het nog gezegd, dat het talrijke er publiek zich kostelijk amuseerde en deze w avonden, behalve het beoogde liefdadige gf doel, een winst aan onderlinge saamhoorig- re heid en gemeenschapszin opleverden. Het ia in Brabant op z'n mooist! b« b< d< D ni De Hooge Raad heeft gisteren verworpen 1 w cassatieberoep van den Almeloschen fabri- g< kant E. ten C., die in hooger beroep door R het gerechtshof te Arnhem is veroordeeld tot g, zes maanden gevangenisstraf wegens dood door schuld. Bovendien is hem voor een jaar d, de bevoegdheid ontnomen tot het besturen d van een motorrijtuig. zc Ten C. heeft op den provincialen weg valt ji Delden naar Borne een wielrijder aangere- den, die daarbij op slag werd gedood. De minister van Economische Zaken heeft ontheffing verleend van het bepaalde ih artikel 9, lid 1, van de Prijsopdiijvings- en Hamsterwet 1939 ten aanzien van petroleum, te bezigen voor land- of tuinbouwdoeleinden, aan een ieder, die in het bezit is van een aan hem door of vanwege den provincialen voedselcommissaris van de provincie, waar in hij gevestigd is of zijn domicilie heeft, af gegeven vergunning. Zondagnamiddag brak brgnd uit in het perceel Tuindorp 3 te Coevorden, toebehoo- rende aan de woningstichting „Eendracht" en bewoond door D. Bos. De omwonenden slaagden er in een groot deel van den inboe del te redden. De brandweer wist den brand tot het eene perceel te beperken. De be lendende woning kreeg wel waterschade, maar het huis bleef behouden. Het huis was verzekerd en de inboedel van den heer Bos ook, hoewel zeer laag. Generaal I. H. Reijnders heeft gistermor gen afscheidsbezoeken gebracht aan de mi nisters van algemeene zaken en van de fensie. Gistermiddag heeft hij de rechtstreeks onder zijn bevelen staande bevelhebbers ontvangmi van het personeel van het algemeen hoofdkwartier afscheid genomen. Zondag, 4 Februari, was het 25 jaar gele den dat de Z.Eerw. heeren J. A. v. Dorst en j p. H. v. d. Broek door Z. H. Exc. den Dis- schop van Breda werden benoemd tot rector te Roosendaal, respectievelijk van het toen malig moederhuis met pensionaat der Eerw. Zusters Franciscanessen (aan de Molen straat) en van het St. Joseph-gesticht van dezelfde Congregatie der Zusters Francis- anessen (aan de Knip). Onder zeer vele blijken van belangstelling hebben de beide jubilarissen gisteren dit zil- eren recloraatsjubileum gevierd. Van tal an zijden hebben zij gelukwenschen ont- angen. terwijl ook tijdens de receptie velen de jubilarissen persoonlijk kwamen felici- teeren. PARIJS, 5 Februari. (Van onzen corres pondent.) De bekende schrijfster, mevrouw Fianses Parkinson Keyes, echtgenoote van den oud-gouverneur van New Hampshire, die zestien jaar geleden de plechtigheden van de heiligverklaring van St. Theresia van Lisieux had bijgewoond en sindsdien een biografie over de Heilige had geschreven, is katholiek geworden. Zij heeft aan een altaar, gewijd aan de H. Theresia, de eerste H. Com munie ontvangen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1940 | | pagina 4