OORLOGSHANDELSVERDRAG
MET ENGELAND.
MMaT
n wTv.
UAAG BIJ DEN GROND.
OVEREENSTEMMING OVER
DE VOORNAAMSTE
KWESTIES.
DE VERJAARDAG VAN
PRINSES BEATRIX.
,E.E.N SPANNEN D
LD-WEST VER HAA
De kwestie der slagkruisers
WOENSDAG 7 FEBRUARI 1940
De vertraging van onze schepen
in de controlebases.
VAL MET DOODELIJKEN AFLOOP.
irPH
De terugkeer van de „Reiger
DE „LAERTES'
OP DE THEEMS.
Receptie op het Nederlandsch
gezantschap te Rome.
JUBILEUM HOOFDSTATIONS
CHEF SOMERS.
ONTPLOFFING aan boord
VAN DE „CERONIA".
fïet motortanlsschip in de Duins.
PRINS BERNHARd.
Rropaganda van officieele zijde
VOOR HET KIND.
Een nieuw affiche.
KOSTWINNERSVERGOEDING
VOOR GEMOBILISEERDEN.
MEISJE TE MAASTRICHT VERMIST.
n het „R.K- Bouwblad" uit J- B. onder dit
•chrift "zijn begrijpelijke verontwaardiging
•r een „prijsvraag", door „De Telegraaf"
ir eenigen tijd uitgeschreven.
lij schrijft o.m.
,De altijd op effectbejag uitzijnde redactie
üm „De Telegraaf" heeft het noodig gevon-
§|n om een prijsvraag uit te schrijven, waarin
<*n der meesterwerken van Rodin in verband
Tdt gebracht met de meest klein-burger-
;e opvattingen omtrent den inhoud van een
nstwerk.
JZij had dan de geestigheid om de vraag
llen „Wat denkt de „denker" van Rodin
de lezers vlogen er op af om hun burger
ij 'mswijsheden uit te kramen,
f-Tientallen mappen met honderden ant-
jorden kwamen, volgens het ba,
si de jury zat urenlang °ver eze sam^n
bundelde onbenulligheden ge ogen om naai
r en geweten een uitspraak te doen. Het
7 ni Hat men inderdaad een :urv
nlijkste is wel, aai u -
nd om aan dien onzin mee te doen en dat
n ee
hq Ofit
dewer arin de volgende personen zitting namen
et d D
?rof.
Huib Luns, Henriëtte van Eyck,
)n he - tori van Duinkerken, dr. G. W Ovinx
1 me squino, jhr. D. C. Röell en Th. van de Ven-
ee,
p, agent van politie.
s pro Dr Qvink heeft zijn uitverkiezing te wijten
otheie, n bet feit, dat hij de veertigduizendste be-
u.wei4 eker was, terwijl de agent van politie er
hieJei nnelijk bijgesleept is om te doen zien hoe
:schljr pulair die goeie „Telegraaf toch wel ge-
con-
jht is.
be^°; Deze menschen hebben dan gezamenlijk de
n «kroningen toegekend. Hoe hoogs aand de
a e®niet prijzen beloonde antwoor5eh J blijkt
'r "*?e!uidelijk uit de met den vierden prijs be-
/-Je» nvpr 7. n vpr-
:roonde uitspraak „Hij peinst over ztjn ver-
f-"- open dubbeitjes 1"
t den Het woord „verzopen" w°fdt dan l^ bf
en aeskeurige dagblad ten deele met stippel-
z'n jes aangeduid, doch desondanks vond
zongjeb f -cwaardige inzen-
halda selectiejury dit een pnjs banaüteiten>
'0rpS~ vaagde men de Heurmarsch van Cho-
Z en de bekende rhapsod* L«t heeft
aangerand en die het aan
eVCnI merken voor een deel ongenietbaar maken,
was ^clKe J pet banale geintje
leef_ daar men, al l^steren^' bannen.
lende *let uit z'n gedachten kan^
as de Indertij e m r dgn pjiksem
nipt auteur van „Jantje die c
ura gaat" en van „Moeder damaar tot lp ln
1 be- iet water" niet bekroond. n der-
laten .'elijke waardeering van het kleinburgerlijke
laten ,enjK.e W B n on culturpelp
die is men nu dan bij monde ,g tureele
n en Voormannen gekomen- s-
i zoo Andere inzendingen van sentl-
be- mentaliteiten tot diePzl"n ?b®den met pro
pagandistische strekk a s. „Egoïsme
rijke en winstbejag hebben jd het goede en edele
deze wat de mensch als s'c 0 s heeft mee^
idige gekregen, vernietig ensch keer e
oris- rug Overigens werd deze inzending, die
arig- rug.... uverige t plaatsen
et is ln elk geval van ei..„ Vler h_
beneden de „geest,|™ d der verzopen dub
beitjes geplaatst- J zorgde de jury
de rangorde der wa r e.
De zevende P™nnaar ^^^^maol
Denker (die t^jvens door Rodmheeemaoi
niet als de -}f nkf maar als d d'eènïee
en 1 werd bedoeld) zit te piekeren over de entree
ibri- gelden en z°° gaat dan de stroom van zin-
door loos geleuter door. De eerste prys werd toe-
1 tot gekend aan hem die den Denker „brrr" deed
iood denken, hetgeen overigens geen gedachte is,
jaar doch slechts een gevoel van walging uit-
iren drukt. Inderdaad lijkt mij dit de eenige in
zending welke een prijs waard is. Indien de
vah juïy-dan maar zoo inzichtrijk is om te er-
ere- kennen dat deze weerzin zich ook tot hen
en hun lachwekkend bedrijf keert. Wat de
Denker, die een Dichter is, denkt, behoeven
wij hier niet uit te knobbelen maar dat
Auguste Rodin dit prijsvraag-gedoe diep zou
gekrenkt heben, daarover behoeft geen twij
fel te bestaan. Maar hij is dood en aldus heeft
men vrij spel. Het is grof en beschamend.
eeft
ih
en
im,
len,
een
ilen
lar-
af-
ïet
10-
ït"
en
e-
nd
e-
le,
el
Onze Londensche financieele correspondent
meldt:
Zooals wij de vorige week berichtten, kon
den vele Nederlandsche schepen na korte
vertraging in de Britsche contrabande-con
trolebases de reis naar Nederland voortzetten.
Andere booten blijven echter aanmerkelijke
vertraging ondervinden en naar ons uit op
merkingen uit Nederland ontvangen, blijkt,
schijnt men in sommige Nederlandsche krin
gen geneigd, den toestand zoo somber moge
lijk in te zien.
„Te bevoegder plaatse" is zelfs naar ons
wordt bericht aan den Haagschen parlemen
tairen redacteur van een Amsterdamsch blad
verklaard, dat „tot dusverre geen enkel Ne-
derlandsch schip minder dan vijf dagen in de
Britsche controlebases is gebleven". En dat,
terwijl wij dc booten met name noemden, die
met slechts één dag vertraging konden door
reizen. Alleen t.a.v. de Oostplein was dat in
zooverre onjuist, dat dit schip wel vergun
ning kreeg om de reis voort te zetten, doch
hiervan nog geen gebruik kon maken in ver
band met schrde, welke net had opgeloopen.
Zooals gezegd, hebben vele Nederlandsche
schepen nog met lange vertragingen te kam-
Pen in Duins.
In sommige gevallen duurt het dagen vóór
de contrabande-controlecommissie te Londen,
die iederen dag zitting houdt, een bepaalde
scheepslading in behandeling neemt.
Volgens Britsche verklaringen komt dat
hoofdzakelijk hierdoor, dat de commissie eerst
met deze behandeling aanvangt, wanneer zij
het geheele scheepsmanifest in handen krijgt
en de duur van deze behandeling hangt weer
af van den spoed waarmede eventueele ge-
eischte garanties uit Nederland, hetzy van
de Nederlandsche regeering, hetzij van Ne
derlandsche firma's, binnenkomen.
Volgens onzen zegsman zou men ook in
Den Haag vaak ze..' langzaam te werk gaan,
waar het betreft inlichtingen te geven over
de uiteindelijke bestemming van ladingen,
waarover de contrabandecommissie hier moet
beslissen.
Van Britsche zijde heeft men sedert den
oorlog vele belangrijke importen in Neder
land sterk zien toenemen, hetgeen volgens
haar alle aandacht rechtvaardigt ten aanzien
van de uiteindelijke bestemming van den
verderen invoer van bepaalde goederen.
Zooals reeds eerder gemeld, verwacht men,
dat de vertraging, welke d schepen thans nog
aan de controlebases oploopen, verder zal
kunnen worden verminderd als gevolg van
het NederlandschEngelsch oorlogshandels
verdrag, dat op het punt van afsluiting zou
staan.
In ieder geval is over de voornaamste
handelskwesties tusschen beide regeeringen
thans overeenstemming bereikt.
In het met België reeds practisch tot stand
gekomen oorlogshandelsverdrag is een sy
steem van declaraties door Belgische impor
teurs opgenomen, hetwel ten doel heeft, de
vertragingen voor, Belgische schepen verder
te verminderen.
Hoewel dit systeem blijkbaar niet in het
verdrag met Nederland zal voorkomen, zul
len, naar ons wordt verklaard, met Nederland
toch zoodanige regelingen worden getroffen,
dat daarvan een bespoediging van het con
trole-onderzoek mag worden verwacht.
In den nacht van Maandag op Dinsdag is de
33-jarige dienstplichtige J. W. L. uit Nijme
gen, in zijn legerplaats te Beek (L.) ziek
aangekomen. Toen hij zich naar bed wilde
begeven, viel hij van de trap, waarbij hij
verschillende verwondingen en een hersen
schudding opliep. Het slachtoffer werd naar
het ziekenhuis Calvariënberg te Maastricht
vervoerd, waar de man Dinsdagmiddag is
overleden.
MÉfiS
18
liet St. Franciscus-Gasthuis te Rotterdam
werd verrijkt met een nieuwe centrale
keuken, welke op moderne ivijze
is ingericht.
11
De „Reiger" heeft gistermiddag om 12.20
uur gmt. Luxor verlaten, op weg naar
Alexandrië.
Het Nederlandsche stoomschip „Laertes
dat. Zaterdagavond nabij Dover op een mijn
liep, doch drijvende bleef, is gistermiddag de
Theems opgevaren.
Men seint ons uit Rome
De Nederlandsche gezant alhier dr. J. B-
Hubrecht, heeft in zijn nieuwe woning heden
een receptie gehouden in verband met den
tweeden verjaardag van H. K. H. Prinses
Beatrix.
Z. Exc. hield daarbij een toespraak, waar
in hij allereerst getuigde van het hartelijk
medeleven van alle Nederlanders met de Ko-
Men meldt ons uit Amsterdam:
Gisteren heeft de heer Somers hoofd
stationschef van het goederenstation Riet
landen alhier
zijn veertigja
rig jubileum bij
de Nederland
sche Spoorwe
gen gevierd.
Hoewel de
heer Somers dit
jubileum niet
wilde vieren,
hebben toch
velen in den
lóóp van den
dag den jubi
laris hun ge-
lukwenschen
aangeboden.
goo k*Bmen
ter receptie de
hoofdinspecteur
Berdenis van
inspecteurHoofdstatiamehcf
klasse ^'en de Somers.
®urÜrteur 2e klasse ir
inShoofdinsPectie Amst^, Starin& allen van
de h°ersoneel maakten h®m' Vele leden van
het „hef en talrijke onderJl °pwachting blj
den len gestuurd. Zoo deden ikten hadden
firma's, met welke d" °.ok verschei-
deS>atig in verbinding staat S"mfT
reg zijn ambt. Ult hoofde
vanegenen, die niet persoonlijk
Men zijn, feliciteerden den heer „wezig
koP°rafisch. Somers
tCOP deze wijze is dit jubileum t0Ch niet
on0pgernerk' voorbijgegaan.
Tubby, de joviale kok van de Dennenheu
velhoeve was uit zijn humeur.
Om te beginnen was het koud en zag het
er naar uit, dat het zou gaan sneeuwen.
pjj de directie van de petroleum Maat-
scRappy \>La Corona" te s Gravenhage is
ternanuddag telegrafisch bericht ontvan
gen van kaP'tein van het mot .rtanksrhip
ceroma - waarin in den nacht van Zon_
daë °P,anda§ een ontploffing IS geschied
dat hij Dinsdagavond in de Duins hoopte te
srriveeren.
Voorts deelde de kapitein nog nader mede,
dat de „Leronia' een groot g8i heeft, in zij
tank no. 4 en hij bevestigde, dat by de ont_,
ploffing memand lichamelijk ietsei heeft be.
komen-
Z. K- H' Prins Bernhard woonde gisteren
de vergadering van den Raad van State bij.
Tuhhy ging eens lekker zitten smullen.
Bovendien waren de cowboys van de Den
nenheuvelhoeve, met inbegrip van de jeug
dige, Engelsche eigenares Betty Wilson en
haar Indiaansch vriendinnetje Lelie, in het
heuvelland, aan den voet van een bergketen,
gekampeerd.
Het gezelschap bevond zich in een klein
bosch, dat Betty aangekocht had om er hout
te kappen, dat bestemd was voor winter-
brandstof.
De cowboys waren op dat oogenblik druk
in de weer met het kappen, zagen en op
laden van blokken hout en Tubby was knor
rig omdat zij niet kwamen opdagen, niet
tegenstaande hij het middageten al meer dan
een uur klaar had.
„Ik begrijp niet waar het met het Wilde
Westen heen moet!" mopperde hij. „Cowboys
worden houthakkers! In plaats van het vee
e verzorgen hakken ze brandhout! Dat zou
me enslotte allemaal nog niet zooveel kun
nen schelen als ze maar op tijd kwamen eten.
In ieder geval heb ik geen zin om nog lan-
ger te wachten, ik begin vast!"
De daad bij het woord voegende schepte
Tubby zich een royale portie warm eten op
een groot bor ging met zijn rug tegen een
boomstronk zitten en begon op zyn gemak
te smullerl-
Al etende werd zijn humeur steeds beter
en toen hij tenslotte zijn leege bord wegge
zet had leunde hij behagelijk tegen den
boomstronk.
thuis zijn loopen we al aardig naar Kerst-
De gedachte aan het Kerstfeest deed de
tevredenheid van den dikken kok nog toe
nemen en het duurde niet lang of hij dutte
rustig in.
Intusschen hadden de hardwerkende cow
boys hun ochtendtaak beëindigd en
even later kwamen zij, door paarden
getrokken karren volgeladen met
blokken hout met zich meevoerend,
het kamp binnen. t
„Neen maar", merkte een der jon
gens zachtjes op, „kijk nu eens naar
onzen braven Tubby! Het arme schaap
is zoo doodop van zijn werk, dat hij
op zijn post in slaap is gevallen!"
„We zullen hem een poets bakken!"
glimlachte een der cowboys. „We
moeten deze blokken hout toch op
stapelen om ze te laten drogen en
daarom zullen we ze om hem heen
stapelen!"
De jongens begonnen de stukken
hout van den wagen te laden en
droegen de langwerpige, platte stuk
ken naar de plaats waar Tubby zat te
slapen, waarna zij deze in den vorm
van een ruwe kooi rond hem opstapelden.
Zij begonnen met er aan eiken kant één
naast hem te leggen. Vervolgens legden zij
er een vóór en een achter hem, dwars over
de ondersten. Op die wijze bouwden zij vlug
een stevigen en hoogen stapel blokken hout,
die er precies uit
zag als een kooi,
waarin de dikke
Tubby rustig zat
te snurken.
Even later ver
scheen Betty Wil
son, de jeugdige
eigenares van de
hoeve en haar In
diaansch vrien
dinnetje Lelie op
het tooneel.
„Wat is hier
aan de hand?"
riep Betty uit
toen zij haar cow
boys proestend
van het lachen
bij den stapel
hout zag staan.
Toen zag zij, dat aan een der zijden van
den stapel een stuk papier bevestigd was
waarop te lezen stond:
„Stil! Geen leven maken alsjeblieft!
Maak het slapende monster niet wakker!
Het is gevaarlijk als het ontwaakt!"
Betty verwijderde zich glimlachend.
Zij bemerkte, dat Tubby reeds gegeten
had en zij vond het heelemaal niet erg,
dat hij er na het eten een poosje zijn
gemak van nam.
„Kom laat hem met rust!" verzocht
zij. „Gaan jullie zelf nu ook maar
gauw eten want er is nog 'n heeleboel
te doen. Als het eenigszins mogelijk
is moeten we probeeren vandaag klaar
te komen."
De jongens tastten onmiddellijk flink
toe want het harde werken in de fris-
sche buitenlucht had hen hongerig
gemaakt.
Na het eten bleven zij nog een poosje
zitten praten doch reeds spoedig gaf
Tonny Tring het sein om weer aan
De jongens stapelden hout rond Tubby op. het werk te gaan.
„Laten we dien slaapkop eerst wakker
„Eigenaardig", zei hij bij zichzelf, „ik voel
me nu lang zoo koud en onbehagelijk niet
meer! Het is hier in het kamp eigenlijk nog
zoo kwaad niet ook al is het wat laat in het
jaar. Als we met ons hout eenmaal weer
maken!" fluisterde Tom Tully tegen den
jeugdigen voorman van de hoeve. „Ik ben
nieuwsgier'S wat voor 'n gezicht hij zal op
zetten als hij ziet, dat hij als een vogeltje in
een kooitje zit opgesloten!"
Een der cowboys liep naar den stapel hout
en bootste het geluid van een brullenden
beer na.
Tubby sprong verschrikt overeind.
„Een beer! Een beer! riep hij ontsteld.
„Iko!
Sprakeloos van verbazing bemerkte hij de
stevige barricade van hout waardoor
hij geheel ingesloten was.
„Gaat dat zien! Gaat dat zien! riep
Tom Tully als een rasechte spullebaas.
„Wij toonen U hier een buitengewoon
zeldzaam wild dier. Vooruit jongens,
een eindje achteruit daar! Het voe
deren van het dier is niet geoorloofd!
Voorzichtig daar! Als je zijn ooren
aanraakt bijt hij!"
Deze woorden werden met een uit
bundig gejuich begroet en deden
Tubby zijn stem terugvinden.
„Wat moet dat beteekenen?" riep
hij woedend. „Noemen jullie dat een
grap? Kom, help me er uit! Ik moet
den heelen boel nog afwasschen en
het fornuis aanmaken voor het avond
eten. Kom, doen jullie nu niet zoo
kinderachtig en laat me er uit!"
„Kom, kom, houd je kalm!" schertste
Tom. „Maak niet zoo'n spektakel. Ik geloof,
dat we hem beter in de kooi kunnen laten,
wat zeggen jullie jongens? Als we hem er uit
lieten kon hij wel eens gevaarlijk worden!
Hoort hem maar eens brullen van woede.
Kijkt hoe hij staat te dansen en let op."
Tom zweeg en
draaide zich snel
om. In het kamp
hoorde men plot
seling een woe
dend gebrul en
op het zelfde
oogenblik zag het
troepje lachende
cowboys een ko
lossalen bruinen
beer op zich af
komen.
„Allemachtig!"
riep Tom, die zich
haastig achter den
dichtst bijzijnden
boom in veilig
heid stelde.
„Ga er van
door!" riep Betty
dringend. „Loop naar den wagen waarin
de geweren bewaard worden."
Tubby keek nieuwsgierig door de tralies
van zijn kooi en toen hij den grooten beer
ontwaarde begon hij te beven.
„O, o!" riep hij angstig, „laat me er uit! Toa
jongens, geef me een kans om weg te
komen! O, o!"
De beer kwam steeds dichterbij en
bereikte de plaats waar Tubby ge
vangen zat. Blijkbaar echter zag hij
het menschelijk wezen niet, dat binnen
in den stapei hout gevangen zat. Hij
liep om den stapel heen en sukkelde
achter de cowboys aan, die waren
weggehold om hun geweren te halen.
Plotseling helderde het gelaat van
Tubby op en grinnikte hij.
Vervolgens begon hij luidkeels te
lachen.
„Ha, ha, ha!" schaterde hij. „Het is
heuschom je dood te lachen! Ik ben
hier volkomen veilig! Zelfs die groote
beer kan me hier in mijn kooi niet
bereiken. Vooruit beer jaag ze op!
Laat ze loopen!"
Nadat hij diep adem gehaald had
begon hij opnieuw luidkeels te lachten.
„Gaat dat zien! Gaat dat zien! Gaat dat
zien!" riep hij hardop. „Kijk hoe de bruine
beer de onverschrokken dappere cowboys op
de vlucht jaagt! Let op hun doodsangst. Ziet
hoe alleen Tubby volkomen op zijn gemak is!
Ha, ha, ha! Ho ho. ho!"
Het was dan ook inderdaad grappig! De
cowboys, die zich eerst zoo vroolijk gemaakt
hadden, waren absoluut niet meer in de
stemming om te lachen.
Ze hadden het een gezellige mop gevon-
Stil a. u. b.
Maak het
slapende
monster niet
wakker! Het
is gevaarlijk
als het ont
tyaakt.
Hé, laat met er uit!" riep Tubby nijdig.
De beer sukkelde achter de cowboys aan.
den om Tubby op te sluiten enthans
was hij de eenige in het heele kamp, die
niets van den onwelkomen beer te duchten
had.
De beer bleek een schrander dier te zijn.
Hij dacht er niet aan om de cowboys lang
achterna te loopen doch begaf zich naar
Tubby's keukenwagen waar hij begon rond
te snuffelen en zich meester wist te maken
van een grooten pot jam!
Vervolgens slenterde hij naar den stapel
hout, die door de cowboys als een kooi voor
Tubby gebouwd was. Het dier ging op den
grond zitten, leunde met zijn breeden rug
tegen de houtblokken en begon zich met een
tevreden gebaar te goed te doen aan de ge
stolen lekkernij.
Met het geweer in de hand kwamen de
cowboys naderbij.
Zij durfden echter niet te schieten om
dat ze bang waren Tubby te zullen raken.
Wel namen zij den dikken kok graag in het
ootje doch zij zouden hem voor geen geld
van de wereld pijn willen doen!
Tubby bleef maar staan grinniken. Hij
vond dat hij nog nooit zoo iets grappigs
meegemaakt had. Hij wist dat hij in den
houtstapel volkomen veilig was. De beer
kon met geen mogelijkheid bij hem komen.
„Eigenlijk moet ik hen dankbaar zijn!"
grinnikte hij. „Het is erg attent van de jon
gens om zoo'n keurige schuilplaats voor me
te bouwen, ik kan heusch niet anders zeg
gen! En kijk dien beer toch eens! Hij stopt
ninklijke Familie. Vervolgens besprak Z. Exc.
meer in het bijzonder de jongste Kamerrede
van den minister van Buitenlandsche Zaken,
mr. Van Kleffens, en bracht daarbij speciaal
een vijftal punten naar voren niet het minst
'tot geruststelling van hen, die de vrees zou
den koesteren, dat Nederland in den oorlog
zou kunnen worden betrokken.
Tenslotte vroeg hij financieele hulp voor
het Algemeen Steun-comité, dat in Neder
land weder in het leven is geroepen.
De gezant hoopte de Nederlandsche kolonie
nog dikwijls in deze nieuwe woning de
zesde welke het gezantschap in den loop
der jaren in Rome betrok te kunnen mo
gen ontvangen.
Na deze rede werd spontaan het Wilhelmus
aangeheven.
Het Tweede-Kamerlid de heer Bajetto
heelt de volgende vragen gesteld aan den
minister van defensie
1. Is het waar, dat dezer dagen in een
persbijeenkomst, waartoe de uitnoodiging
was uitgegaan van den Chef van den Marine
staf, mededeelingen zijn gedaan over de Ko
ninklijke Marine, welke niet anders be
schouwd kunnen worden dan-als een propa
ganda voor het z.g. slagkruisersplan
2. Indien de voorgaande vraag in beves
tigenden zin moet worden beantwoord, heeft
de minister dan aanleiding gevonden te over
wegen of het toelaatbaar moet worden ge
acht, dat, hangende een over bedoeld vraag
stuk door regeering en volksvertegenwoordi
ging te nemen beslissing, aldus door een offi
cieele, aan het gezag van de regeering onder
worpen instantie, getracht wordt invloed te
oefenen op de openbare meening Zoo ja,
tot welke conclusie heeft deze overweging
den minister geleid
De centrale propaganda-commissie voor de
weldadigheidspostzegels „Voor het Kind"
heeft den Amsterdamschen kunstschilder S.
L. Schwartz opdracht gegeven een affiche te
ontwerpen voor deze postzegels.
(Nadruk verboden).
Zij durfden niet op het groote dier te schieten.
zich gewoon vol met jam! Er blijft niets over
voor de jongens! O, o, ik kan niet meer van
het lachen!"
Tubby liet zich languit op den grond val
len en schudde van het lachen!
(WORDT VERVCLGD)
Het Tweede-Kamerlid de heer Van Sleen
heeft aan den minister van Defensie de vql-
gende vragen gesteld:
1. Is het den minister bekend, dat door
onderscheidene burgemeesters bij het bepalen
van de kostwinnersvergoeding aan gemobi-
liseerden, die vóór hun opkomst werkloozen-
steun genoten, geen rekening wordt gehouden
met het feit, dat de steunbedragen met 5 pet.
zijn verhoogd, en zoo ja, wil de minister dan
het noodige doen, opdat voor bedoelde gemo-
biliseerden het vergoedingsbedrag van 17 De
cember j.l. op het verhoogde peil worde ge
bracht?
2. Bestaat er aanleiding voor de opvatting
dat de mobiliSatie-vergoedingsbeschikking in
onderscheidene deelen van ons land niet
steeds op de juiste wijze wordt toegepast?
3. Is de departementale dienst voldoende
ingericht op een vlotte behandeling van de
ter zake inkomende verzoekschriften?
4. Is de minister bereid, een meer bevre
digende uitvoering van voormelde beschik
king te bevorderen door provinciale beroeps
colleges in het leven te roepen?
Sedert gistermiddag half een wordt te
Maastricht het veertienjarig meisje Ivonne
H. vermist. Zij heeft de ouderlijke woning
met medeneming van eenige honderden gul
dens in bankpapier, goud en zilvergeld ver
laten.
Het signalement van het meisje luidt
lang 1,65 m., bleek, ovaal gezicht, blond,
kroezend haar; slank postuur. Gekleed in
rood-bruine mantel, waarvan de zakken met
leer zijn afgezet, rood-bruine jurk met pof
mouwtjes of marine-blauwe schooljurk,
lichte beige kousen, lage bruine schoenen,
blootshoofds of een bruin alpino mutsje op
he+ «oofd.
Zij heeft een rijwiel van Belgisch model
meegenomen.
De mogelijkheid, dat zij in Noordelijke
richting is vertrokken, wordt niet uitgeslo-
ter geacht.
Nader vernemen we nog, dat de fiets van
het verdwenen meisje is teruggevonden in de
rijwielbewaarplaats der Ned. Spoorwegen,
zoodat men vermoedt, dat zij per trein Maas
tricht heeft verlaten. Het bedrag dat zij bij
zich heeft beloopt een som van 450.
Omtrent de beweegredenen van haar ver
dwijning tast men in het duister. Wel is zij
erg avontuurlijk aangelegd en wilde zij graag
op eigen beenen staan.