m 6) n Vijftig jaar Arbeids inspectie. UN DE MACHT VAN DEN NEGER HOOFDMAN NEUS EN HOOFD VERSTOPT/ WILD-WEST DOET DE SLANGEN-TRUC DE BERGEN VAN DEN MAAN ZATERDAG 2 MAART 1940 De herdenkingsbijeenkomst in de Ridderzaal. Gelukwensch van H. M. de Koningin. PRINSES JULIANA AANSPRAKELIJKHEID VAN DEN BOUWER. Amsterdamsche kwestie voor den Hoogen Raad. r FINSCHE s.s. „TAURUS VRIJGEGEVEN. Met een vertraging van vier maanden te IJmuiden aangekomen. Du it sell e contrabande-controle hield het schip vast. AFSCHEID IR. J. P. v. VLISSINGEN Als directeur-generaal van den rijkswaterstaat. de BEMANNING VAN DE „TARA". N de oude, stemmige Ridderzaal waar de arbeidsinspectie gister middag haar vijftig jarig bestaan her dacht waren prachtige bloemenman den, op de treden van den troon en voor het spreekgestoelte opgesteld, waardoor het feestelijk karakter, dat de zaal bood, werd verhoogd. De be langstelling voor dit jubileum was bijzonder groot. De zaal was geheel gevuld met belangstellenden onder wie vele vooraanstaande personen, vertegenwoordigende de regeering van het land, van provincies en gemeen ten, het indnstrieele en vakvereni gingsleven. Ook op andere wijze bleek de arbeids inspectie gisteren, dat haar jubileum veler belangstelling had. H.M. de Koningin had de inspectie een schriftelijken gelukwensch doen zenden en den geheelen dag kwamen er brie ven en telegrammen bij de jubilaresse bin nen. Recht tegenover het spreekgestoelte, voor den troon, was een rij stoelen geplaatst.-Hier hadden plaats genomen minister Albarda, oud-minister Aalberse, de vice-president van den Raad van State, jhr. Beelaerts van Blok land, de voorzitter van de algemeene Reken kamer, de heer Zuyderhof, de Haagsche bur gemeester, mr. De Monchy en de commis®ris van de Koningin in Gelderland, baron van Heemstra. Bericht van verhindering om deze bijeenkomst bij te wonen was o.a. binnen gekomen van den commissaris der Koningin in de provincie Zuid-Holland, jhr. Van Kar- nebeek. Tot de aanwezigen behoorden ook de Staatsraden Kooien, Schokking en Rutgers, verschillende secretarissen-generaal van departementen van algemeen bestuur, direc teurs-generaal en andere hoofdambtenaren, verschillende burgemeesters, o.a. uit Gronin gen, Utrecht en Sreda, figuren uit 't Neder- landsche bedrijfsleven, onder wie dr. Philips uit Eindhoven en ir. Van Leeuwen uit Delft, en verschillende bestuursleden van werk gevers- en werknemersgroepen. Op het podium achter het spreekgestoelte hadden plaats genomen de minister van Sociale Zaken, dr. J. van den Tempel en de directeur-generaal van de jubileerende in spectie, dr. ir. A. H. W. Hacke. Tot de overige aanwezigen behoorden de Amsterdamsche wethouder dr. Boekman, de Haagsche wethouder mr. De Vries, verschil lende Kamerleden, de chef van den regee- ringspersdienst, de heer Lievegoed en de Haagsche hoofdcommissaris van politie, de heer Van der Mey. Om even over tweeën opende de directeur- generaal van de inspectie, dr. ir. A. H. W. Hacke de bijeenkomst met een kort wel komstwoord, waarna hij het woord gaf aan den minister van Sociale Zaken, dr. J. van den Tempel. Na de herdenkingsrede van den directeur- generaal der inspectie hebben nog verschil lende sprekers gelukwenscjhen aangeboden. Dr. H. M. Hirschfeld, directeur-generaal van handel en nijverheid van het departe ment van Economische Zaken, getuigde van de waardeering van den minister van Econo mische Zaken, die tot zijn leedwezen niet aanwezig kon zijn, voor de arbeidsinspectie. Hierna bracht prof. ir. Is. P. de Vooys, voorzitter van den economischen raad, hulde aan de arbeidsinspectie. De heer H. P. Gelderman Mzn., voorzitter van het verbond van Nederlandsche Werk gevers sprak ook uit naam van de R.K. en Chr. Werkgevers-centralen. Gaarne bracht spreker de inspectie namens de Nederlandsche industrie ook hulde voor de wijze, waarop zij in het algemeen belang haar taak opvat. Tegelijkertijd rijst bij hem de vraag, of van haar voortreffelijke outillage en groote des kundigheid nog niet meer geproi.teerd zou kunnen worden dan thans hei geval is, nl. voor een meer doeltreffende werkloosheids bestrijding, aangezien algemeen beseft wordt, dat het werkloosheidsprobleem grootendeels zijn oplossing zal moeten vinden langs den weg van plaatsing in het normale bedrijfs leven. Met alle waardeering voor de verschillende rijksdiensten, die probeeren de werkloos heid te bestrijden, kan men niet ontkennen, dat van alle rijksdiensten de arbeidsinspectie het dichtst bij het Nederlandsche bedrijfs- leven staat en er ook het beste van op de hoogte is. Namens organisaties van werkgevers en de vakcentrales van arbeiders bood spr. tenslotte als herinnering aan dezen dag een schilder stuk van den heer Heijenbroek, den schilder van den arbeid aan. De heer A. C. de Bruyn, voorzitter van net R.K. Werkliedenverbond, sprak ook namens de drie andere werknemers-centrales. Spr. bracht een woord van grondigen dank voor het werk, dat de inspectie in sociaal en cul tureel opzicht heeft gedaan, in het bijzonder voor de arbeidende vrouw. De heer C. J. P. Zaalberg, oud-directe ir- Dan Dampö inwrijven en inademen. Wonderlijk zooals dat helptl Pot 50 ct. Tube 40 ct. Doos 30 ct. Reel. 6643DGVS 11 generaal van den arbeid, die met applaus werd begroet, sprak namens de oud-ambte naren van de inspectie. De heer Zaalberg bood namens de oud-ambtenaren een bloem stuk aan. Ir. R. A. Verwey, directeur van den Rijks dienst der werkloosheidsverzekering en ar beidsbemiddeling, was de laatste spreker. Hij bood namens dezen rijksdienst zijn beste ge- lukwenschen aan en uitte beste wenschen voor de toekomst van de mspectie. De heer Hacke heeft daarna alle aanwezi gen en sprekers bedankt. t Receptie. Na afloop van de bijeenkomst heeft de directeur -generaal, dr. ir. Hacke, gerecipi eerd. Alle aanwezigen kwamen hem hun opwachting maken om hun gelukwenschen met dit jubileum aan te bieden. Tot hen behoorden behalve de genoemde autoriteiten ook het geheele personeel van de jubileeren de inspectie, dat gisteren vrij had gekregen en ook de herdenkingsbijeenkomst bijwoonde. H. K. H. Prinses Juliana is Vrijdag uit Soestdijk naar Den Haag overgekomen ten einde de vergaderingen van het dagelijksch bestuur en het hoofdbestuur van het Neder landsche Roode Kruis bij te wonen. In de Geuzenstraat te Amsterdam staan portiekwoningen, welker buitendeur men be reikt door van de straat af langs een steenen trap naar boven te gaan. Men komt dan in een portaal, waar vier buitendeuren der ver schillende woningen uitkomen. Wanneer dan iemand de buitendeur open duwend, de gang wil betreden, welke naar de woonvertrek ken voert, heeft hij onmiddellijk de trap naar beneden aan zijn rechterhand, zoodat men, bij dat binnenkomen iets naar rechts gaande, alle kans loopt, door het trapgat naar beneden te storten. Dit overkwam den heer J. Cohen te Am sterdam, die daarbij ernstig letsel bekwam. Hij stelde een schade te hebben geleden van 31.000 en sprak voor dat bedrag in rechten de gemeente Amsterdam en de N.V. Bouw bedrijf H. van Saane aan. Hierbij ontstond een omvangrijke proce dure. De rechtbank te Amsterdam verklaarde den eisch tegen de gemeente niet ontvanke lijk Hiertegen is niet geappelleerd. De vor dering tegen den bouwer werd in beginsel toegewezen, behoudens een in te stellen onderzoek naar den omvang der schade. Het gerechtshof te Amsterdam vernietigde dit vonnis en verklaarde Cohen niet ontvan kelijk, omdat het den ontwerper en bouwer in opdracht van woningcomplexen niet jegens derden aansprakelijk oordeelde. Cohen kwam hiervan in cassatie. In deze zaak nam de advocaat-generaal bij den Hoogen Raad, mr. dr. Wijnveldt, Donder dag conclusie. Deze oordeelde, dat de stelling, dat ook de ontwerper en bouwer-in-opdracht reeds zonder meer jegens derden aansprake lijk is voor constructiefouten en aansprake lijkheid schept jegens derden, die de wet niet kent. Hij is alleen aansprakelijk jegens zijn opdrachtgever. Gevallen zijn denkbaar, waarbij de ont werper ei bouwer-in-opdracht jegens derden aansprakelijk zou kunnen worden gesteld, b.v. wanneer hij tijdens het bouwen niet voldoende maatregelen heeft getroffen om de veiligheid van derden te verzekeren, of wan neer na het bouwen mocht blijken, dat hij in strijd met zijn opdracht minderwaardig materiaal heeft gebruikt, maar dat zullen uitzonderingen blijven. Ook heeft het hof beslist, dat de bouwers eenige schuld niet hebben. Het hof is ken nelijk van oordeel, dat Cohen bij zijn bin nentreden beter had moeten opletten. De Autoriteiten bij de herdenking van het 50- jarig bestaan van de Arbeidsinspectie in de Ridderzaal. V.l.n.r.: minister Albarda, prof. Aalberse, jhr. Beelaerts van Blokland Zuiderhof voorzitter v. de Rekenkamer burgemeester de Monchy en baron van Heemstra. schuldvraag is daarmede, naar het oordeel van den advocaat-generaal, beantwoord en zij kan niet opnieuw aan de orde worden gesteld, nu het hof zich gehouden heeft aan beschrijvingen van den feitelijken toe stand en nergens afkeurende critiek laat hooren over deze inderdaad eigenaardige wijze van bouwen. Op bovenstaande gronden* concludeerde de advocaat-generaal tot verwerping van het beroep. De Hooge Raad zal 18 April arrest wijzen. Gisteravond omstreeks half zeven arri veerde te IJmuiden het Finsche s.s. „Tau rus" met een lading papier, papierstoffen'en triplex aan boord, bestemd voor Amsterdam. De „Taurus" had reeds eind October in ons land moeten aankomen, doch hét schip was door de Duitsche contrabande-controle aan gehouden en naar Hamburg opgebracht. Pas Minister dr. v. d. Tempel spreekt de her denkingsrede uit tijdens de bijeenkomst in de Ridderzaal in Den Haag ter gelegenheid van het vijftig-jarig bestaan der Arbeids inspectie .Rechts de directeur-generaal dr. Ir, A- H. W, Hacke. DE DRIE ZONDER VREES Terwijl zij aan het praten waren, waren de mannen van den stam stil en snel terug gekeerd. Rondom de kleine vierkante ruimte stonden honderden stoere zwarte kerels, gewapend met speren, strijdknotsen en pijl en boog. Meer dan een dozijn hadden de bogen gespannen en stonden klaar om te schieten, en de drie makkers wisten dat zij geheel aan de genade van den hoofdman overgeleverd waren. Deze boog zich indrukwekkend voorover. „Ik haat de blanken herhaalde hij. „Zij zijn geen menschen, maar apen, die hun afschuwelijke blanke huid in kleeren ver bergen. Zij zijn te laf om te vechten met speren en met de kracht van hun armen, zooals mannen betaamt. Zij gaan schuil achter arglistige geweren en vliegmachines. Keert terug, blanke mannen, of mijn jongelingen zullen u gebruiken als schietschijven voor hun pijlen. Alleen mannen en krijgslieden mogen door mijn gebied naar de Bergen van de Maan trekken Een goedkeurend gemompel ging door de menigte Ijaw krijgslieden, en man zich gloeien van woede over de aan zijn ras aangedane krenking. Hij gaf zich geen reken schap ervan dat alleen wilden andere rassen verachten. „Wij keeren niet terug riep hij uit. „Stel onze manmoedigheid maar op de proef, op welke wijze gij ook wilt, zwarte man Wij zijn blanken, en al je krijgslieden zullen ons niet kunnen dwingen terug te keeren". „Het is precies zooals je zegt," beaamde Wild West kalm. Wat Bendigo aangaat, deze krauwde zich verwonderd den wolligen schedel. „Begin af te vragen mij zelf welke kleur ik hebben zwart of blank," mompelde hij. De koning der Ijaws lachte grimmig. „Laat de slangenman komen!!" riep hij uit. Mombo kwam, en de drie vrienden griezel den ondanks zich zelf toen zij dezen heer zagen. Mombo was een heksendokter of too- venaar, en hij zag er zoo gemeen uit als de zonde zelf. Zijn mager lichaam was inge smeerd met gekleurde klei en gedroogd bloed. Menschenbeenderen bengelden om zijn nek, in den vorm van een afschuwelijken halsketting, die rammelde terwijl hij de open plaats opstapte. Hij droeg een groote ronde mand. Deze zette hij neer, en hij maakte het touw los, waarmede het deksel vastzat. Daarna begon hij meteen op een fluit te spelen; het deksel werd opzij geschoven, en de koppen van vier slangen vertoonden zich. „Mombo is knapper dan eenige blanke," zeide de Ijaw hoofdman. „Ziet hoe de slan gen zijn muziek gehoorzamen. Is er een van u die deze doodelijke beesten van de wou den zou kunnen bedwingen, blanke man nen?" Hij gaf snel een bevel aan een zijner wach ters, en deze snelde toe op Alan, Wild en Bendigo, om dezen hun geweren te ontne men. Op een teeken van Alan gaven de makkers hun wapenen op. Zij wisten even goed als Alan dat vuurwapenen hen niet redden kon den indien de koning besloot dat zij sterven moesten. „Een of andere proef van manhaftigheid hebben zij met ons voor," prevelde Alan. „Houdt je goed, jongens!!" „Kijk naar de slangen!!" riep de hoofd man uit. „Zij doen wat Mombo hun beveelt! Zij zullen dansen als hij danst. Zij zullen af gaan op hen, die Mombo vijanden van de Ijaws noemt, en hun scherpe gifttanden zul len doodenü" Ondanks zichzelf vol belangstelling, sloe gen de drie vrienden de kronkelende groene en zilveren lichamen der slangen gade. Vóór de slangen sprong en danste de heksen dokter, terwijl hij voortdurend op zijn fluit speelde. Mombo hief één zijner spichtige armen op en wees naar de drie vrienden. De slangen schenen den wijzenden vinger van den „toovenaar" te verstaan. Langzaam begonnen zij over den grond te kronkelen naar de plaats, waar Alan, Wild West en Bendigo stonden „Ga niet aan den haal, blanke mannen!" zeide de hoofdman zacht, op spottenden toon. „Waarom zouden wij aan den haal gaan voor zulk kinderspel?" vroeg Wild West, en hij gaapte. „Kijk, hoofdman, ik zal je een machtiger slangen bezweerders middel laten zien dan dat van Mombo!!" Snel nam hij van zijn gordel zijn lariat, of lasso, het lederen koord zonder hetwelk Wild West zich nooit werkelijk aangekleed voelde. Hij begon den lus boven zijn hoofd te slingeren, alsof hij een stier wilde lassoën op de ranch daarginds, waar hij geboren was Een gemompel van verbazing steeg uit de verzamelde krijgslieden op, en zelfs de hoofdman gaf lucht aan zijn verwondering. „Let op de slang van den blanke!!" riep Wild uit, terwijl hij het lasso als een slang liet kronkelen. „Ziet hoe Broeder Mombo in het stof bijtwoe-oe-pieieie!!" Terwijl hij aldus schreeuwde, schoot de riem uit met de snelheid van een slang die op zijn prooi t9eschiet. De lus viel over Mombo's springende beenen heen, en werd onmiddellijk stijf om diens enkels aange trokken. Met een kreet van schrik plofte Mombo neer op zijn slangenmand; de fluit viel uit zijn hand. De uitwerking hiervan op de vier slangen was verbazingwekkend. Op het oogenblik, waarop de muziek ophield, wendden zij zich met nijdig gesis om. Niet langer bevonden zij zich in de macht van den heksendokter. Zij waren niets anders dan vier zeer verbolsen en doodelijke slangen, omringd door men schen, hun natuurlijke vijanden. De meest gehate van allen was Mombo. Als vier pijlen schoten de slangen op Mombo toe! Wild wist het lasso nog juist op tijd van de enkels van cjen heksendokter af te rukken, opdat deze kon opspringen en aan den haal gaan. en de vier slangen kronkelden snel achter hem aan, sissend van haat en wraaklust. Wild West wond zijn lasso weder op, en stak het in zijn gordel. Bendigo stiet een kreet van verrukking uit. En Alan Fane wendde zich om, en keek den hoofdman aan. „Wat is er nu aan de beurt, koning?" vroeg hij. De oogen van den koning vlamden van woede. Nooit meer zou hij zijn volk tot ge hoorzaamheid kunnen dwingen, door het schrik aan te jagen met bedreigingen be treffende Mombo's toovermacht. Hij zag den blijden gloed van zegepraal in de oogen van den blanken jongeling, en zijn toorn laaide op. Hij greep zijn groote strijdknots, en deze boven zijn "hoofd zwaai end, stormde hij op Alan Fane toe. Nog juist op tijd sprong A-tan opzij om deze vreeselijke knots te ontgaan. Maar ter zelfder tijd haalde hij uit met zijn vuist ,den hoofdman een geweldigen kaakslag toedie nend, waardoor deze tegen Bendigo aantui melde. „Hoetsjaü" gromde Bendigo nijdig, en zijn geweldige vuist voltooide het werk. „Kom mee, jongens!" riep Wild West nu, en rende naar de hut van den hoofdman. De man, die de drie geweren opgehaald had, stond bij den ingang der hut, op stomme wijze het tooneel aangapend. Een seconde, nadat Wild hem bereikt had, was hij stom mer dan ooit. Bendigo had zich gebukt, en het roerlooze lichaam van den koning der Ijaws opgeno men. Hij wierp het over zijn schouder alsof het een leege zak was, en snelde daarna langs Wild de hut in. Alan volgde, en daarachter kwam Wild West. Bendigo was niet blijven stilstaan, toen hij achter in de groote hut gekomen was. Het lichaam van den hoofdman vormde een prachtigen stormram en zijn gewicht, gepaard aan dat van Bendigo, dreef hen beiden door den muur alsof zij een legertank waren. „Zij denken dat wij nog in het paleis van Zijne Majesteit zijn" grinnikte Wild. „Luister eens naar het kabaal dat zij schoppen!!" „Zij zullen geen stormloop op de hut wa gen, zelfs niet om Zijne Majesteit te re den!" hijgde Alan, terwijl zij voortrt' „Zij zullen blanken niet zoo Üch derschatten." De Ijaw hoofdman begon te r er- wijl hij weder tot bewustzijn kwam, Bendigo wierp hem neer, er. P°rde nem om hem wakker te maken. Wij gaan naar de Bergen van de Maan!" siste hij. „En gaat A"iet ons mee om ons den weg te wijzen. Als je nog een van je apenkunsten vertoont De Koning knikte, stond op, en schreed rustig en snel tusschen de boomen door. Het kabaal van de krijgslieden, die de Gillend van angst rende hij naar het woud, ledige hut in het dorp belegerden ,nam voort- Nadruk verboden) durend af, en stierf ten slotte weg. Den hee- 4 en dag lang diende de Ijaw hoofdman, stil en gedwee, den vrienden als gids. Tegen het vallen van den avond bereikten zij de oevers eener breede rivier. De koning hief zijn hand op, en wees bo ven de boomen aan den tegenoverliggenden oever. Flauw zagen zij tegen het donker wordende uitspansel de witte toppen opdoe men van een heuvelketen, en zij wisten dat zij de Bergen van de Maan aanschouwden. „Aan den overkant der rivier is een land, waar ik niet langer koning ben", zeide de Ijaw. „De bewoners zijn mijn vijanden. Ik kan niet verder gaan!!" „Als wij je als onzen gevangenis met ons voeren, dan zullen wij allerhartelijkst ver welkomd worden!" zeide Alan, hem barsch aankijkend. De koning haalde de schouders op. „Verraderlijk kan hij zijn," dacht Alan, „maar hij is een moedig man." „Zij zullen mij ter dood brengen!" zeide de Ijaw. „Maar zij zullen u eeren. Gij hebt mij en mijn volk verslagen, blanke man nen. Ik weet nu dat wat ik omtrent uw ras zeide, niet waar is." „Dan moet je maar naar huis gaan, en dat ook aan de anderen vertellen", zeide Alan. „Als wij naar uw land terugkeeren, denk er dan aan dat wij met eer verwelkomd worden, en laat ons ongemoeid door naar de kust." De oogen van den hoofdman klaarden op toen hij besefte dat hij veilig mocht terug keeren. „Dat zweer ik!" riep hij uit. „Toorn was oorzaak dat ik u aanviel toen gij opgewa- pend waart. Nooit zal ik weer toornig op u zijn, want gij zijt dappere en wijze mannen." „En nooit", voegde hij er fluisterend aan toe, zoodat de vrienden het niet hoorden, „en nooit zal ik u weerzien, blanke man nen .Want zij, die trekken naar de Bergen van de Maan, keeren nooit terug!" Als een onmetelijke fe*en de Bergen van de Maan bijna i°° r °P Uit de lage boschstreken. Toen Alan Fa"e et der heuvels be reikte, dacht hu a de groote keten niet beklommen kon worden. Maar dit zeide hij niet tot zbn metgezellen, Wild West den Amerikaan, en Bendingo, den voortreffelij- jcen negeiDe drie makkers hadden een heel eind gereisd om de Bergen van de Maan te beklimmen, en beklimmen zouden zij die. En nu waren zij tot op weinige honder den voet van den top gekomen, welke als een overhangend tafelblad boven hun hoof den uitstak. Op een smalle richel hielden zij stil om uit te rusten. „Mij voelt als een kleine vlieg die kruipen op muur van keuken van mijn oude mama!" zeide Bendigo. ,,'t Is jammer dat je niet een vlieg bent, inplaats van 'n grooten, zwarten nutteloozen nikker!" zeide Wild West. „Dan kon je naar den top vliegen, en een touw voor ons af laten. (Wordt vervolgd) enkele weken geleden werd het schip vrij gegeven, nadat een deel van de lading, be stemd voor Antwerpen, overgeladen was if een ander schip, dat de goederen naar hui1 bestemming heeft vervoerd. Nadat het schi? was vrijgegeven kon de reis naar Amster dam nog niet worden voortgezet, omdat het ijs het schip het varen belemmerde. Pas toefl de dooi inzette, kon het schip zijn reis ver volgen. De „Taurus" nam omstreeks half tien lig ging aan de Handelskade te Amsterdam.! waar de lading gelost zal worden. Woens dag vertrekt het schip naar Rotterdam ot» lading in te nemen en aan het einde vat de volgende week zal het de terugreis aan vaarden. Als bijzonderheid zy gemeld, dat de „Taurus" in Amsterdam en Rotterdam de hier te lande voor de Finsche soldaten ver zamelde ski's zal inladen en naar haar be stemming zal brengen. De minister van Waterstaat heeft Donder dagmiddag j.l. in tegenwoordigheid van af- deelingschefs en hoofdambtenaren van het departement en de directie van den Water staat in de Statenzaal van het departement afscheid genomen van den directeur-gene- raai van den Rijkswaterstaat, ir. J. P- van V lissin gen, die met ingang -van 1 Maatt 1940, wegens het bereiken van den pensioenge rechtigden leeftijd den dienst heeft verlate?' De minister heeft den scheidenden direc teur-generaal in hartelijke bewoordingen toegesproken en de vele en belangrijke dien sten gereleveerd, welke ir. Van Vlissingen gedurende zijn veeljarige loopbaan in het belang van het land heeft verricht. Dat de regeering erkentelijk is voor den belangrij ken arbeid van ir. Van Vlissingen, bleek uit de mededeeling van den minister, dat het Hare Majesteit de Koningin heeft behaagd ir. Van Vlissingen te benoemen tot comman- j deur in de orde van Oranje-Nassau. De heer Van Vlissingen sprak een kort dankwoord. Na afloop van deze plechtigheid werd in dezelfde zaal een afscheidsreceptie voor de ambtenaren van het departement en den rijkswaterstaatdienst gehouden. Naar wij vernemen, zal de bemanning van het getorpedeerde Ned. s.s. „Tara", welke zooals men weet sedert eenige dagen in Spanje vertoeft, waarschijnlijk heden het, visum verkrijgen voor de doorreis naar Ne- derland. Mocht dit inderdaad gebeuren, dan kunnen de mannen Maandagavond in Rot terdam worden verwacht. ORGANISATORISCHE OPBOUW VAN IIET AUTOVERVOER. De B. B. N. in nieuwe richting. Bond v. bedrijfsautoverkeer in Nederland De B.B.N. heeft zijn statuten en naam ge wijzigd teneinde zich te kunnen instellen op de behartiging* van de economische belangen van alle bij het autovervoer betrokkenen. De leden hebben zich ingedeeld in drie afdeelingen en welberoeps-goederen-ver voer, eigen vervoer en autovervoer-personen. In de plaats van het bestuur, dat sedert Juni jl. demissionnair was, zijn in Januari 1.1- gekozen door het geheele land als vertegen- i woordigers der afdeelingenvoor de afd. autovervoer-personen (vroeger commissie- Oud), de heer Jan Schilthuis, lid van de 1 Tweede Kamer en de heer H. Pols te Huizuro by Leeuwarden; voor de afd. eigen-vervoer de heer Tj. Krol te Haren (Gr.), lid Van de Tweede Kamer en de heer W. D. Nijhoff, van de firma Stork Co. te Hengelo; voor de afd. beroeps-goederen-vervoer de heer W. Prins te Arnhem en de heer F. van Wezel I te Hengelo. Woensdag 1.1. werd bij acclamatie herkozen .'.e algemeen voorzitter ir. M. C. E. Bongaerts, lid van de Tweede Kamer, oud-minister van Waterstaat, onder wiens leiding na deze wijziging in doestelling de B.B.N. zich thanS daadwerkelijk tot taak stelt tot stand te brengen den organisatorischen opbouw van het geheele autovervoer, welke, zoowel minister Van Buuren als kortgeleden nog minister Albarda, als noodzakelijk hebben uitgesproken voor het geheele vervoerbestel i in ons land. Tot onder-voorzitter werd gekozen de heef Jan Schilthuis, tot secretaris de heer W- Prins, tot penningmeester de heer Joh. Brou wer. Algemeen adviseur voor den opbouw f de heer Jacq. Harms Tiepen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1940 | | pagina 4