INDISCHE BEGROOTING de Tweede Kamer. in Wij moeten handhaven! ,eEN SPANNE.NO -^^i§iVlLD-WEST VERHAAL 35 WOENSDAG 6 MAART 1940 Onderwiis, Eeredienst Y olksgezondliei d. en Vergadering van Dinsdag 5 Maart. Te land en tei zee. maai ook in de lucht. Steunt het: DE VISCHVANGST OP DE NOORDZEE. Engeland en neutrale leveranties aan Duitschland. HET GEVAARLIJKE OVERSTEKEN. mmm DE PRIJZEN VAN SIGAREN. Stijging wordt tot het onver mijdelijke beperkt. GEEN DUURTETOESLAG aan mobilisatie-slachtoffers. DE ONDERGANG VAN HET m.s. „DEN HAAG". Begrafenis van slaehtoffers. IN PAUSELIJKE AUDIËNTIE. ts= /T ISTERMIDDAG beraadslaagde de O Kamer over vraagstukken betref fende onderwijs, eeredienst en volks gezondheid, waarbij vooral het onder wijs groote aandacht had, hoewel de heer Van P°U ook artikel 177 van de Staatsregeling aanraakte. Vroeger heeft de Nederlandsche kolonisa tie-methode het onderwijs in Indië verwaar loosd. Maar, zooals dr. Moller zeide, net gouvernement heeft toen dit een veertig ja geleden met het onderwijs begon, de krachtig aangepakt en m enkele tientallen jaren méér bereikt dan de nie®^ eeacht. tische prognose mogelijk onderwijs Het is uiteraard geen «emighen'menschen. te geven aan een zevent 8daarmee was minis- Waar het op aan komt de heeren ter Weiter het hartelijk ee iSj dat Meyerink, Moller en S 0£ma aan de het eerste onderwijs z' vakonderwijs zijn eigen sfeer. Landbouw- hooger onder- j:- in wat er noodig. Komt men in ordWorteling te wijs, dan is het nog zaa lijk ontstaat in voorkomen, die zoo gemak indische een zoo glijdende 3*eechen ginds ook wel Bovendien willen de inen Gouvernement eens anders dan va dg Waar onze deskund*^^ ^gen taal voertaal ^'u^ndische lingua franca te schijnen velen ue verkiezen. dat de heer Roestam tot "tp taal wil verheffen, schijnt dr. m nefdaarvoor ongeschikt. Deze verkiest de Hertaal en niet een of andere maleische want er z«n verschillende soorten i»;«rh en die loopen zeer uiteen. Een der maleische talen tot taal maken van Indonesië Rnetiaans' mooien naam, die slechts ethno- ïöeische en geografische beteekenis heeft, wil M0iier niet aan extremisten overlaten beschouwt de katholieke afgevaardigde zoo ongeveer hetzelfde als esperanto tot taal voor Europa uitroepen. Dat er voor de volksschool hard gewerkt wordt gaven de meeste afgevaardigden wel toe, al wil men uiteraard gaarne steeds meer resultaat en steeds sneller vooruit. Doch het aantal analfabeten daalt en dat der school kinderen stijgt gestaag. De groei vordert nu eenmaal tijd, zooals ook onze eigen historie bewijst- Reeds wezen wij er op, hoe de heer Stokvis verleden week wederom de tomahawk van den schoolstrijd zwaaide. Deze soc.-dem. afgevaardigde leeft in den voor ons onbegrij- pelijken waan, dat de hoe men er ook pvep denken moge toch zeker religieuse inheemscbe bevolking per se openbaar onder wijs wenscht en dit verkiest boven het bijzon dere. De heeren Meyerink en Van Poll hebben dit zeer beslist ontkend. Eerstge noemde a.-r. afgevaardigde wees er op, hoe tachtig procent der leerlingen van een pro- testantsche muloschool te Soerakarta niet- protestantsch was ofschoon het schoolgeld tot een kwartje per week hooger kan zijn dan voor de openbare muloschool. De heer Van Poll herinnerde eveneens aan het onbe twistbare feit, dat velen, die absoluut vrij zijn spontaan de bijzondere school kiezen. Dat deze beter is dan de openbare, bewijzen „e „Magen van d. axamendiiara, aldna a. Van roll. De neutrale bladen erkennen dat ook Men ata.t bovendien voo, een .e.t als dr. Moller nog eens memoreer e, a me name de Javaansche meisjes het coe uca ie stelsel van de openbare school niet wenschen. Trouwens er zijn ook Islamieten, die een bijzondere school willen en, voor zoover ze niet sterk ort idox zijn, past in hun relati vistische opvatting van den godsdienst ook waardeering voor een bijzondere school op christelijken grondslag. Er i s geen mohammedaansche afkeer te gen het christendom; er is eerder toenadering zooals XCuyper die reeds in zijn „Om de oude wereldzee" voorzag. Er is evenmin school strijd in het inheemsche volk. Ook de heer Roestam erkende dat. Maar het Nederlandsch Indisch Onderwijzersgenootschap, dat, gelijk dr. Moller zoo juist opmerkte, geen positieven inhoud aan zÜn humanitair paedagogisch ideaal geven kan, schijnt de mededinging van de bijzondere school heel erg te vreezen en er zelfs niet voor terug te schrikken, geheel in strijd met de door minister Weiter gepro duceerde cijfers, den indruk te wekken, dat het Indische gouvernement de bijzondere school ten koste van de openbare bevoordeelt en dat dit met agressieve bedoelingen tegen den Islam geschiedt. Vandaar in dienzelfden kring het zaaien van wantrouwen tegen een mogelijke schrapping van artikel 177 van de Indische Staatsregeling. Een vraagstuk, dat minister Welter in rustige sfeer oplosbaar acht, „als derden de verhoudingen niet ver- „irtioen". Het zijn moderne scherpen en vergiftige" i. baat botvieren tegen heidenen, die zoo hun naai bet christendom. Intusschen mogen mohammedanen inNe^ derland zonder preventie doen, wat nen in Indië verboden is, merkte Van bitter op en sprak dr. Moller zijn verontwam diging uit over de ongegeneerde exploitai van Bali door lieden, die ook al bang zijn, dat het christendom daar komt. Hoezeer de minister het noodeloos aan scherpen van den schoolstrijd afkeurde, heeft hij duidelijk doen blijken. En het was den bewindsman een genoegen, een woord van erkenning te sturen aan den liberalen heer Van Kempen, die inderdaad met hartelijke sympathie het beschavende werk besprak van missie en zending. Onbegrijpelijk voor ons, dat hun arbeid van soc. dem. zijde helaas nog steeds met mistrouwen wordt gezien. Welk bezwaar kan het socialisme, zoo het althans niet antigodsdienstig is, toch tegen de Missie hebben? Het is te hopen, dat ook op dit punt zich bij de sociaal democraten een beter in zicht zal baan breken. Ook niet-katholieke Nederlandsche arbeiders zijn er in het geheel niet mee gediend, dat aan inheemschen de openbare school wordt opgedrongen. De de mocratie behoeft ook naar geen toespitsing van religieuze tegenstellingen in Indië te ver langen. De Nederlandsche sociaal-democra ten hebben zich over het algemeen vrij weten te houden van het afschuwelijke anticlerica- lisme, dat de Fransche poltiiek vergiftigde en daar zooveel onrecht pleegde. Laten zij zich ook wachten, het anticlericalisme want men staat in dezen zonderlingen strijd tegen het bijzonder onderwijs wel degelijk voor een vorm van virulent anticlericalisme niet als exportartikel naar Indië over te brengen. Men heeft daar waarlijk, zooals de minister al zei, reëele problemen genoeg. Problemen werpt daar uiteraard ook de Volksgezondheid op. Er is daar veel, enorm veel gedaan op hygiënisch gebied, maar er is nog veel te doen. De minister erkent dat. Sterker, hij sprak van „mateloos leed en ma- telooze ellende", die onder het schitterend kleed heel het tropische Oosten kenmerkt. Maar geen menschenmacht kan dit alles weg nemen en de bestuursambtenaar staat hier machteloos. Brandde de minister misschien t woord op de lippen, dat de beschaving, die wij op dit punt kennen, buiten de christelijke Postgiro 287177 Den Haag. {en name van de Vereemging vooi Nationale Veiligheid. sfeer onbekend is? Dat er veel gedaan is, daarop wezen dr. Vos en de heer v. Poll, of schoon de laatste critisch genoeg was. De minister lichtte nog een en ander op pak kende wijze toe. Zoo, hoe het gouvernement met plaat en boek de juiste voedingsmetho den propageert. Hij herinnerde er den heer Roestam aan, dat pest en economisch wel varen niets met elkaar te maken hebben. Het Indisch gouvernement rapporteert, dat de al- gemeene voedingstoestand op Java in 1938 goed was en in 1939 niet achteruitging. Maar ja, dat soldaten bij gevoed moeten worden, is geen argument. Hier zien veel soldaten (en hoogeren) er na drie maanden dienst ook veel beter uit. En bij het trekken van vergelijkin gen mag ook nooit vergeten worden, dat op Java hier en daar 600 menschen per vierkan ten K.M. wonen. Er is nog veel te doen. En Nederland is druk doende. Ook op hygiënisch terrein. Vandaag kunnen de kruisers wel eens aan de beurt komen. n „In antwoord op een vraag of de regee ring stappen had genomen, teneinde te voor komen, dat visch welke door Belgische en Nederlandsche visschersschepen buiten de territoriale wateren van hun land wordt ge vangen, Duitschland zou bereiken, heeft de Engelsche minister voor de economische oorlogvoering, Cross, gezegd, dat deze kwes tie natuuflijk aan de orde is geweest bij de besprekingen met de regeeringen van Noor wegen, België en Nederland. Op 20 Februari had Cross gezegd, dat de neutrale regeeringen het om duidelijke re denen van zeer groot belang achten, dat de bepalingen der overeenkomsten vertrouwe lijk blijven". Aldus seint Reuter uit Londen. We willen hierbij uitdrukkelijk consta- teeren, dat de heer Cross slechts vermeldt, dat bovenbedoelde visschleveranties zijn b e- sproken bij de onderhandelingen met de neutralen. Omtrent het standpunt, dat deze laatste daartegenover innamen, wordt niets gezegd, zoodat in geen enkele richting ook maar eenige conclusie kan worden getrok ken uit de woorden van derf Britschen mi- nister. Intusschen zij er aan herinnerd dat bij de besprekingen tusschen Nederland en En geland verschillende moeilijkheden naai voren zijn gekomen, waarover men nog geen overeenstemming heeft weten te bereiken. Met het gevolg, dat nog steeds geen over eenkomst kon worden afgesloten en de on derhandelingen nog voortduren. Nederlands strijd tegen de zee. Te Bergen aan Zee is men begonnen met het aanbrengen van versterkingen in de dezen icinter ernstig gehavende duinen, ten einde 'n verdere afbrokkeling te voorkomen. Aan den voet zet men dennentakken. Man door auto gegrepen en gedood. Gisteren is de 56-jarige K., wonende te Kruisdijk (gem. Groede), die met zijn fiets aan de hand den rijweg wilde oversteken, door een personenauto, welke zeer groote snelheid had, gegrepen en een eindweegs meegesleurd. Het slachtoffer werd vrijwel op slag gedood. Het stoffelijk overschot is door de politie in beslag genomen, evenals de auto. „Nou, dat is nu een echte vroolijke Nieuw jaarsdag; dat vind ik tenminste, Lelie", zeide Betty Wilson, de jonge Engelsche eigenares van de Dennenheuvelhoeve, tot haar In- diaansche vriendin. „Helder en opgewekt, en het land wit van de sneeuw. Ik ben blij dat ik aan de slede gedacht heb om mee heen en weer naar de stad te gaan". Het Indiaansche meisje glimlachte blij moedig terwijl zij zich flink in haar mantel wikkelde, en haar arm door dien van Betty stak, die de zweep liet klappen, zoodat het ,Ik ben blij dat wij met de slede gegaan zijn paard over den met sneeuw bedekten weg galoppeerde, de weibeladen slede met groote snelheid voorttrekkend. De vorige week was heel opgewekt en vroolijk geweest op den Dennenheuvel. Zij hadden een bijzonder prettige Kerstvacantie gehad, en waren het nieuwe jaar ingegaan met alle bijbehoorende pret en feestelijkheid. Maar nu was dp tijd voor het geregelde werk weer aangebroken. Zoo heel lang zou het immers niet meer duren of de lente zou haar intocht doen. Zoover de blik reikte, scheen het met sneeuw bedekte pad verlaten te zijn, en toch werden ofschoon zij zich 1"ervan volko men onbewust waren de beide meisjes aandachtig gadegeslagen toen de slede kwam aantj ingelen in de richting van een Iflein, met hoornen begroeid dal, op ongeveer een halven mijl afstands. Twee ongeschoren mannen met harde ge laatstrekken, en een jongen van zoowa twaalfjarigen leeftijd stonden daar, hall ver borgen door de met sneeuw bedekte hoo rnen, en een hunner volgde de bewegingen der slede met behulp van een sterken verre kijker. „Ja, 't is in orde. 't Is Betty Wilson", mom pelde de man met den kijker. „Binnen vijf minuten zal zij hierlangs komen. Je moest geld en kostbaarheden bewaart, begrepen. Daarna geef je ons morgenavond, van een van de vensters van het blokhuis uit, een sein als de kust veilig is. Dan komen wij aanzetten, en belasten ons wel met de rest. Heb je het goed begrepen?" „Ik had het allang begrepen en wist alles precies en je had die langdradige redevoe ring gerust voor je kunnen houden ant woordde de veelbelovende jongeman eenigs- zins onhoffelijk. Nu trok hij zijn warme overjas uit. In zijn schamel jasje maakte hij, midden in den winter, 'n zieligen indruk op den besneeuw- den weg. De andere man, die in het complot betrokken was, begaf zich naar een paard, dat dichtbij vastgebonden was en keerde terug met een kleinen bundel en een stok. „Hang dat over je schouder, Tim," zeide hij tot zijn jeugdigen, maar reeds zeer eerzuchtigen medeplichtige. „En vergeet vooral niet er zoo koud en ellendig mogelijk uit te zien." „Nou, gloeiend warm heb ik het niet bepaald zonder mijn overjas," bromde de twaalfjarige. „Des te beter; dan zal het je ook weinig moeite kosten je rol te spelen Het is gemakkelijk genoeg te doen als iemand, die kiespijn heeft, wan neer je toevallig net kiespijn krijgt." „Ik wou dat je toevallig net kies pijn kreeg," merkte de jongen mensch- lievend op. „Houd je mond. Zie er zoo koud en mise rabel mogelijk uit. Die Betty Wilson heeft den naam goedhartig en milddadig te zijn, nalaten te zeggen wat hem op zijn hart lag, liet hij erop volgen: „Ik.ik denk wel dat erdat er niets anders opzit dan maar door te loopen. Het is.het is aardig koud vandaag, vindt u niet?" Betty, warm gekleed, en bovendien door een dikke reisdeken beschermd, had op de zen winterdag geen last gehad van de koude. Maar nu voelde Betty zich plotseling koud. Zij voelde de koude, welke die arme jongen lijden moest, die zoo schamel gekleed en zeker ook schamel gevoed was, en 'die zich slechts traag en moeizaam voortbewegen kon over de dikbesneeuwde wégen. „Ken je iemand in de stad?" vroeg zij. Heb je iemand om heen te gaan als op zijn gelaat een uitdrukking, waaruit bleek dat hij zich toch niet zoo heel erg op zijn gemak voelde. „Hm!" mompelde hij. „Ik.... ik wou dat ik hiermee niet begonnen was. Zij is zoo aar dig enzoo vriendelijk Dit was dus de reden waarom hij, ondanks zijn „succes", zoo weinig opgewekt keek. En het was zeker een gegronde reden. „Maar", vervolgde hij mismoedig, „ik zal er' nu wel mee hebben voort te gaan. Buck en Jaap zouden mij ranselen als ik het niet deed!" Hoewel hij nu en dan een brutalen mond opzette tegen zijn medeplichtigen mis- ]e daar aankomt?" het zal zeker geen heksentoer zijn haar is heel vriendelijk. „Neen, juffrouw. Ik bij vreemd in deze streek," antwoordde de kleine booswicht, die zijn leelijke rol voor treffelijk speelde, en niet te veel ge zegd had toen hij zijn metgezellen ver- verzekerde dat zij op hem rekenen konden. „Ik.... ik had gehoopt het een of andere baantje te kunnen krij gen Ik ik zou aHes willen doen om een eerlijk stuk brood te ver dienen. Alles Die arme maar „fatsoenlijke" jongen maakte een uitstekenden indruk op Betty. Zij was diep met hem begaan. „Misschien zou ik je wel kunnen helpen," zeide zijn vriendelijk. „Onze boerderij is niet heel ver hier vandaan, en wij kunnen vast wel wat losse kar weitjes voor je vinden in ruil voor je kost en inwoning. Als je met ons mee wilt terugrijden, dan met alle plezier, hoor!" „Dank u, juffrouw", zeide de jongen. „U .,Kunt u zegge n of ik dicht bij een stad ben? je nu maar gereed houden, Tim", vervolgde hij tot den jongen. „Je weet precies wat je te doen staat, niet waar?" -Nou' en èl" antwo:rdde de jongen grin- nekend Ik moet ervoor probeeren te zor gen dat die Betty Wiison medelijden met mij krijgt, en mij dan met zich mee naar de boerderij neemt." „Het is precies zooals je zegt, Tim", her nam de man met den veldkijker. „En 'als je eenmaal op de boerderij bent, dan breng je al je tijd door met goed uit je oogen te kij ken om er achter te komen, waar zij haar alles op de mouw te spelden. „Ik weet er alles van", verzekerde de jon gen, „en je zult alle redenen hebben tevre den te zijn over mijn talenten!" Ondertusschen mende Betty, die allerminst vermoeden kon wat voor gemeen en listig complot tegen haar gesmeed werd, haar dam pend paard welgemoed over het besneeuwde pad. Het Engelsche 'meisje was zoo vroolijk en opgewekt als zij maar zijn kon. Zij praatte honderd uit met Lelie. Zij vertelde haar. vriendin van de plannen, die zij gemaakt had voor het nieuwe jaar, en lachend somde zij al de goede voornemens op, welke zij vast en zeker houden zou.... tenminste gedu rende de eerste weken Maar plotseling zweeg zij toen haar scherpe blik, over het pad gaande, een beweging ge waar werd in het beboschte dal voor haar uit. Zelfs in den zomertijd zijn de primitieve wegen in het wilde Westen zoo stil, dat de bewoner, die erlangs rijdt, zijn opmerkzaam heid schenkt aan een ieder, dien hij tegen komt. Wat had Betty's aandacht getrokken? De jonge Tim had zijn metgezellen verlaten, en fnet zijn bundeltje over zijn schouder sjokte hij nu door dé sneeuw de meisjes in de slede tegemoet. „Lieve help!" riep Betty uit. „Wie kan dat zijn, Lelie? Geen jas aan...- in dat weer! Hij moet koud zijn tot op zijn merg." Betty liet haar paard den pas vertragen toen zij dichter bij de deerniswekkende gestalte kwam. Daar richtte Tim het hoofd op, alsof hij de naderende slede nu pas voor het eerst bemerkt had. Toen nog maar een korte afstand hem van de beide meisjes scheidde, hief hij de rechterhand omhoog als teeken voor Betty om te stoppen- Onmiddellijk bracht zij het paard tot staan. „Zou u mij, als het u blieft, kunnen zeg gen, of ik nog ver van een stad ben?" vroeg Tim met zachte stem. „Het is nog wel vier of vijf mijlen", ant woordde Betty, en uit haar oogen sprak groot medelijden met dezen nog zoo jeugdi gen zwerver, die zoo karig tegen de koude van den winter beschermd was. „Vier of vijf mijlen!" herhaalde Tim op een toon, die getuigde van wanhoop. Toen scheen hij een poging te doen om zich flink te houden, en hij zeide beleefd: „Dank u, juffrouw." Maar, alsof hij toch niet kon Deze koffie zal je verwarmen!" zeide Betty. schien wel om zichzelf moed in te praten was hij in werkelijkheid bang voor de twee ruwe gewetenlooze mannen. Voor het oogenblik stond hem niets anders te doen dan te eten, en tot zijn eer moet-ge zegd dat hij, ofschoon hij hongerig was, dit met minder smaak deed dan het geval ge weest zou zijn indien zijn geweten niet op zijn maag was beginnen te werken. Toen Tubby de keuken weer binnenkwam, was Tim juist klaar met eten en hij stond op om het erf over te steken naar het kan toor, waar Betty met hem spreken wilde. Hij bereikte de veranda en schreed naar de kantoordeur. Zijn weg voerde langs een klein venster. Snel keek hij om zich heen en toen hij merkte dat niemand hem zag, stond Tim stil en gluurde in de kamer Betty Wilson lag op de knieën voor haar groote ijzeren brandkast. De deur was geopend, en zelfs van de plaats af, waar hij stond, kon Tim verscheidene bundels bank noten zien op een van de planken. „Ik denk dat dit de plaats is waar Buck en Jaap de beste buit zullen maken", pre velde Jim. „Ik moet morgenavond aan deze brandkast denken." Onder het mompelen van deze woorden trok hij zich snel van het venster terug en klopte aan de kantoordeur. Hij dacht dat zijn groote talenten als too- neelspeler eigenlijk verspild waren aan iemand als Betty, wier goed hart zoo weinig noodig had om iemand, die in nood verkeer de, hulp te verleenen. Tim klom achter in de slede en wikkelde zijn schouders in de deken. Betty zette haar paard weder in bewe ging en weldra renden zij de helling van het beboschte dal af. „Nou, jAp, tot nu toe is hef gelukt!" zei de grootste van de twee mannen. „Als hij het karweitje nou op de juiste manier op knapt, dan moet er morgenavond voor ons aardig wat te halen zijn op den Dennenheu vel!" „Dat is zoo, Buck!" zeide Jaap. „Maar wat moeten wij daarna met den jongen aanvan gen? Wij kunnen hem niet voortdurend bij ons hebben op onze strooptochten door het land als hij dit kleine karwei eenmaal vol bracht heeft, vind je óók niet?" „O, dien zullen wij wel op een of andere manier kwijtraken'" meende Buck optimis tisch. „Wij zullen hem wat geld geven en zeggen' dat hij zich uit de voeten maakt. In ieder geval is hijzelf de eenige zoon van een bandiet. Om hem behoeven wij ons niet druk te maken"! Tenslotte sloeg Betty af van het hoofdpad en de slede gleed o,ver de besneeuwde laan naar het huis. Betty riep Tubby, den gemoedelijken kok, toe, te komen en de inkoopen uit te laden; vervolgens wendde zij zich glimlachend tot Tim en zeide tot dezen uit de slede te stappen en haar te volgen. „Het beste zal zijn, geloof ik, Tim," zeide zij, „als wij maar eens beginnen met een brokje te eten en iets lekker warms te drinken. Ga maar bij het vuur zitten zeg! Ik zal eens kijken wat Tubby in den oven heeft staan." Betty vond een vleeschpastei, die juist precies gaar was, en deze zette Hij kon bundels banknoten m de brandkast zien. zij voor Tim neer, waarna zü een bord, mes en vork voor hem haalde. Ver volgens schonk zij een groote kroes vol met koffie. „Alsjeblieft!" zeide zij. „Probeer het hier maar eens mee en laat ons zien of je dan niet door en door warm wordt, Tim. Als je klaar bent, kom dan bij mij op het kantoor. Het is daarginds, de laatste deur op de veranda van het blokhuis." „Dank u, juffrouw", zeide Tim, en hij viel meteen op de pastei aan. Maar op het oogenblik, waarop hij alleen in de keuken achtergelaten was, kwam er (Nadruk verboden). „Kom binnen!" riep Betty, en terwijl Tim binnentrad, deed zij de deur der safe dicht en sloot deze, waarop zij den sleutel legde in de lade van een lessenaar bij het venster. „Kom er maar in", zeide Betty. „Laat ons nu eens een en ander bespreken. Zou je een tijdje op de boerderij willen blijven?" „Ik zou het heerlijk vinden, juffrouw!" verzekerde Tim. Maar het was niet aan zichzelf, dat hij dacht. Hij had Buck en Jaap voor oogen, en dach aan het-sein dat hij dezen den volgen den avond geven moest. (WORDT VERVI .GD) Het secretariaat van de vereeniging van sigarenfabrikanten te Eindhoven deelt ons het volgende mede: Dinsdag is te Tilburg een bespreking ge houden van vertegenwoordigers der werk geversorganisaties in de sigarenindustrie met den regeerings-commissaris, prof. H. A. Kaag. In dit onderhoud werd er door den con tact-commissaris sterk de nadruk op gelegd, dat de regeering het van groot belang acht bij de productie, de daarvoor in aanmerking komende koopprijs, bepalende factoren zoo laag mogelijk te houden, teneinde prijsstij ging der sigaren tot het onvermijdelijke te beperken. De te verwachten verdere stijging van de sigarenprijzen zal hierdoor zoo lang mogelijk tegengehouden kunnen worden. In het bijzonder werd met grooten nadruk de aandacht gevestigd op de noodzakelijk heid, verder in deze richting werkzaam te zijn 'door sigaren in de thans geldende goed- koope prijsklasse zoo eenvoudig mogelijk te maken, wat model en verpakking betreft. Alleen wanneer aan deze voorwaarde is vol daan, zal het voor de regeering mogelijk zijn haar goedkeuring te verleenen aan toekom stige prijsverhoogingen, die zeker onvermij delijk kunnen zijn. Met instemming van prof. Kaag werd be sloten op korten termijn met belanghebben den een regeling te onderwerpen, die tot dit doel zal leiden. De regeeringscommissaris heeft alle medewerking toegezegd. Op de vragen van den heer Van Sleen be treffende het toekennen van duurtetoeslag aan de z.g. mobilisatieslachtoffers hebben de ministers van defensie en van financiën als volgt geantwoord: Door de stijging van de kosten van het levensonderhoud is niet alleen de positie van de z.g. mobilisatieslachtoffers, doch die van de groote meerderheid der Nederland sche staatsburgers in ongunstigen zin beïn vloed. Wel is waar heeft de regeering be sloten, dat aan de ondersteunden en bij de werkverschaffing geplaatsten een duurtetoe slag mag worden gegeven van 5 pet. der netto-uitkeeringen, aldus een voorziening treffende voor de gezinnen met een zeer laag inkomen; de regeering is echter van meeningj dat zulks nog geenszins tot de con clusie moet leiden, dat ook voor de z.g. mo bilisatieslachtoffers een duurtetoeslagrege- ling dient te worden getroffen, aangezien de uitkeeringen, welke de ondersteunden en de bij de werkverschaffing geplaatsten genie ten, ook na verhooging met den duurtebij- slag van 5 pet. nog blijven beneden de be dragen, welke aan de in overeenkomstige omstandigheden verkeerende z.g. mobili satieslachtoffers worden uitgekeerd. Gistermiddag is op de algemeene begraaf plaats te Vlaardinger-Ambacht het stoffelijk overschot van den matroos B. Vons, opva rende van het m.s. „Den Haag" ter aarde besteld. Hierbij werd het woord gevoerd door den burgemeester van Vlaardingen, den heer M. C. Siezen, die namens het gemeente bestuur zijn deelneming betuigde aan de na bestaanden van Vons, door ir. J. A. Beukers namens de A.P.C., door den heer Laan na mens den Centralen bond van transport arbeiders en door ds. Groenenberg, Ned. Herv. predikant te Vlaardingen. De heer Schruyer, zwager van den over ledene, dankte voor de belangstelling. Op de algemeene begraafplaats te Sneek is gistermiddag het stoffelijk overschot ter aarde besteld van den 28-jarigen scheepsbe diende C. van der Horst, die bij het vergaan van het m.s. „Den Haag" om het leven is gekomen. Op de begraafplaats voerde de heer Was senaar namens de directie van de A.P.C. in Den Haag het woord; nameps het college van regenten van het oud b-_rger weeshuis te Sneek sprak de heer I. Schaafsma. Een zwager van den overledene dankte. Onder degenen, die den overledene de laatste eer bewezen, behoorde de eerste stuurman van de „Den Haag", de heer Ver beek. Men seint ons uit Rome, dat Z. H. de Paus in particuliere audiëntie heeft ontvangen mevr. F. Steenberghe-Engeringh, eerevoor zitster van de Federatie van R. K. Vrouwen bonden in Nederland en voorzitster der In ternationale Unie, alsmede de gravin De Hemptinne, secretaresse van de Unie.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1940 | | pagina 1