INDISCHE BEGROOTING
de Tweede Kamer.
in
Wij moeten
handhaven!
,eEN SPANNE.NO
-^^i§iVlLD-WEST VERHAAL
35
WOENSDAG 6 MAART 1940
Onderwiis, Eeredienst
Y olksgezondliei d.
en
Vergadering van Dinsdag
5 Maart.
Te land en tei zee.
maai ook in de lucht.
Steunt het:
DE VISCHVANGST OP DE
NOORDZEE.
Engeland en neutrale
leveranties aan
Duitschland.
HET GEVAARLIJKE OVERSTEKEN.
mmm
DE PRIJZEN VAN SIGAREN.
Stijging wordt tot het onver
mijdelijke beperkt.
GEEN DUURTETOESLAG
aan mobilisatie-slachtoffers.
DE ONDERGANG VAN HET
m.s. „DEN HAAG".
Begrafenis van slaehtoffers.
IN PAUSELIJKE AUDIËNTIE.
ts=
/T ISTERMIDDAG beraadslaagde de
O Kamer over vraagstukken betref
fende onderwijs, eeredienst en volks
gezondheid, waarbij vooral het onder
wijs groote aandacht had, hoewel de
heer Van P°U ook artikel 177 van de
Staatsregeling aanraakte.
Vroeger heeft de Nederlandsche kolonisa
tie-methode het onderwijs in Indië verwaar
loosd. Maar, zooals dr. Moller zeide, net
gouvernement heeft toen dit een veertig ja
geleden met het onderwijs begon, de
krachtig aangepakt en m enkele tientallen
jaren méér bereikt dan de nie®^ eeacht.
tische prognose mogelijk onderwijs
Het is uiteraard geen «emighen'menschen.
te geven aan een zevent 8daarmee was minis-
Waar het op aan komt de heeren
ter Weiter het hartelijk ee iSj dat
Meyerink, Moller en S 0£ma
aan de
het eerste onderwijs z' vakonderwijs zijn
eigen sfeer. Landbouw- hooger onder-
j:- in wat
er noodig. Komt men in ordWorteling te
wijs, dan is het nog zaa lijk ontstaat in
voorkomen, die zoo gemak indische
een zoo glijdende 3*eechen ginds ook wel
Bovendien willen de inen Gouvernement
eens anders dan va dg
Waar onze deskund*^^ ^gen
taal voertaal ^'u^ndische lingua franca te
schijnen velen ue
verkiezen. dat de heer Roestam tot
"tp taal wil verheffen, schijnt dr.
m nefdaarvoor ongeschikt. Deze verkiest de
Hertaal en niet een of andere maleische
want er z«n verschillende soorten
i»;«rh en die loopen zeer uiteen. Een der
maleische talen tot taal maken van Indonesië
Rnetiaans' mooien naam, die slechts ethno-
ïöeische en geografische beteekenis heeft, wil
M0iier niet aan extremisten overlaten
beschouwt de katholieke afgevaardigde zoo
ongeveer hetzelfde als esperanto tot taal voor
Europa uitroepen.
Dat er voor de volksschool hard gewerkt
wordt gaven de meeste afgevaardigden wel
toe, al wil men uiteraard gaarne steeds meer
resultaat en steeds sneller vooruit. Doch het
aantal analfabeten daalt en dat der school
kinderen stijgt gestaag. De groei vordert nu
eenmaal tijd, zooals ook onze eigen historie
bewijst-
Reeds wezen wij er op, hoe de heer Stokvis
verleden week wederom de tomahawk van
den schoolstrijd zwaaide. Deze soc.-dem.
afgevaardigde leeft in den voor ons onbegrij-
pelijken waan, dat de hoe men er ook
pvep denken moge toch zeker religieuse
inheemscbe bevolking per se openbaar onder
wijs wenscht en dit verkiest boven het bijzon
dere. De heeren Meyerink en Van Poll
hebben dit zeer beslist ontkend. Eerstge
noemde a.-r. afgevaardigde wees er op, hoe
tachtig procent der leerlingen van een pro-
testantsche muloschool te Soerakarta niet-
protestantsch was ofschoon het schoolgeld
tot een kwartje per week hooger kan zijn
dan voor de openbare muloschool. De heer
Van Poll herinnerde eveneens aan het onbe
twistbare feit, dat velen, die absoluut vrij
zijn spontaan de bijzondere school kiezen.
Dat deze beter is dan de openbare, bewijzen
„e „Magen van d. axamendiiara, aldna a.
Van roll. De neutrale bladen erkennen
dat ook Men ata.t bovendien voo, een .e.t
als dr. Moller nog eens memoreer e, a me
name de Javaansche meisjes het coe uca ie
stelsel van de openbare school niet wenschen.
Trouwens er zijn ook Islamieten, die een
bijzondere school willen en, voor zoover ze
niet sterk ort idox zijn, past in hun relati
vistische opvatting van den godsdienst ook
waardeering voor een bijzondere school op
christelijken grondslag.
Er i s geen mohammedaansche afkeer te
gen het christendom; er is eerder toenadering
zooals XCuyper die reeds in zijn „Om de oude
wereldzee" voorzag. Er is evenmin school
strijd in het inheemsche volk. Ook de heer
Roestam erkende dat. Maar het Nederlandsch
Indisch Onderwijzersgenootschap, dat, gelijk
dr. Moller zoo juist opmerkte, geen positieven
inhoud aan zÜn humanitair paedagogisch
ideaal geven kan, schijnt de mededinging van
de bijzondere school heel erg te vreezen en
er zelfs niet voor terug te schrikken, geheel
in strijd met de door minister Weiter gepro
duceerde cijfers, den indruk te wekken, dat
het Indische gouvernement de bijzondere
school ten koste van de openbare bevoordeelt
en dat dit met agressieve bedoelingen tegen
den Islam geschiedt. Vandaar in dienzelfden
kring het zaaien van wantrouwen tegen een
mogelijke schrapping van artikel 177 van de
Indische Staatsregeling. Een vraagstuk, dat
minister Welter in rustige sfeer oplosbaar
acht, „als derden de verhoudingen niet ver-
„irtioen". Het zijn moderne
scherpen en vergiftige"
i. baat botvieren tegen
heidenen, die zoo hun naai
bet christendom.
Intusschen mogen mohammedanen inNe^
derland zonder preventie doen, wat
nen in Indië verboden is, merkte Van
bitter op en sprak dr. Moller zijn verontwam
diging uit over de ongegeneerde exploitai
van Bali door lieden, die ook al bang zijn,
dat het christendom daar komt.
Hoezeer de minister het noodeloos aan
scherpen van den schoolstrijd afkeurde, heeft
hij duidelijk doen blijken. En het was den
bewindsman een genoegen, een woord van
erkenning te sturen aan den liberalen heer
Van Kempen, die inderdaad met hartelijke
sympathie het beschavende werk besprak van
missie en zending. Onbegrijpelijk voor ons,
dat hun arbeid van soc. dem. zijde helaas nog
steeds met mistrouwen wordt gezien. Welk
bezwaar kan het socialisme, zoo het althans
niet antigodsdienstig is, toch tegen de Missie
hebben? Het is te hopen, dat ook op dit punt
zich bij de sociaal democraten een beter in
zicht zal baan breken. Ook niet-katholieke
Nederlandsche arbeiders zijn er in het geheel
niet mee gediend, dat aan inheemschen de
openbare school wordt opgedrongen. De de
mocratie behoeft ook naar geen toespitsing
van religieuze tegenstellingen in Indië te ver
langen. De Nederlandsche sociaal-democra
ten hebben zich over het algemeen vrij weten
te houden van het afschuwelijke anticlerica-
lisme, dat de Fransche poltiiek vergiftigde
en daar zooveel onrecht pleegde. Laten zij zich
ook wachten, het anticlericalisme want
men staat in dezen zonderlingen strijd tegen
het bijzonder onderwijs wel degelijk voor een
vorm van virulent anticlericalisme niet als
exportartikel naar Indië over te brengen.
Men heeft daar waarlijk, zooals de minister
al zei, reëele problemen genoeg.
Problemen werpt daar uiteraard ook de
Volksgezondheid op. Er is daar veel, enorm
veel gedaan op hygiënisch gebied, maar er is
nog veel te doen. De minister erkent dat.
Sterker, hij sprak van „mateloos leed en ma-
telooze ellende", die onder het schitterend
kleed heel het tropische Oosten kenmerkt.
Maar geen menschenmacht kan dit alles weg
nemen en de bestuursambtenaar staat hier
machteloos. Brandde de minister misschien t
woord op de lippen, dat de beschaving, die
wij op dit punt kennen, buiten de christelijke
Postgiro 287177 Den Haag. {en name van
de Vereemging vooi Nationale Veiligheid.
sfeer onbekend is? Dat er veel gedaan is,
daarop wezen dr. Vos en de heer v. Poll, of
schoon de laatste critisch genoeg was. De
minister lichtte nog een en ander op pak
kende wijze toe. Zoo, hoe het gouvernement
met plaat en boek de juiste voedingsmetho
den propageert. Hij herinnerde er den heer
Roestam aan, dat pest en economisch wel
varen niets met elkaar te maken hebben. Het
Indisch gouvernement rapporteert, dat de al-
gemeene voedingstoestand op Java in 1938
goed was en in 1939 niet achteruitging. Maar
ja, dat soldaten bij gevoed moeten worden, is
geen argument. Hier zien veel soldaten (en
hoogeren) er na drie maanden dienst ook veel
beter uit. En bij het trekken van vergelijkin
gen mag ook nooit vergeten worden, dat op
Java hier en daar 600 menschen per vierkan
ten K.M. wonen. Er is nog veel te doen. En
Nederland is druk doende. Ook op hygiënisch
terrein.
Vandaag kunnen de kruisers wel eens aan
de beurt komen.
n
„In antwoord op een vraag of de regee
ring stappen had genomen, teneinde te voor
komen, dat visch welke door Belgische en
Nederlandsche visschersschepen buiten de
territoriale wateren van hun land wordt ge
vangen, Duitschland zou bereiken, heeft de
Engelsche minister voor de economische
oorlogvoering, Cross, gezegd, dat deze kwes
tie natuuflijk aan de orde is geweest bij de
besprekingen met de regeeringen van Noor
wegen, België en Nederland.
Op 20 Februari had Cross gezegd, dat de
neutrale regeeringen het om duidelijke re
denen van zeer groot belang achten, dat de
bepalingen der overeenkomsten vertrouwe
lijk blijven".
Aldus seint Reuter uit Londen.
We willen hierbij uitdrukkelijk consta-
teeren, dat de heer Cross slechts vermeldt,
dat bovenbedoelde visschleveranties zijn b e-
sproken bij de onderhandelingen met de
neutralen. Omtrent het standpunt, dat deze
laatste daartegenover innamen, wordt niets
gezegd, zoodat in geen enkele richting ook
maar eenige conclusie kan worden getrok
ken uit de woorden van derf Britschen mi-
nister.
Intusschen zij er aan herinnerd dat bij de
besprekingen tusschen Nederland en En
geland verschillende moeilijkheden naai
voren zijn gekomen, waarover men nog geen
overeenstemming heeft weten te bereiken.
Met het gevolg, dat nog steeds geen over
eenkomst kon worden afgesloten en de on
derhandelingen nog voortduren.
Nederlands strijd tegen de zee. Te Bergen aan Zee is men begonnen met het
aanbrengen van versterkingen in de dezen icinter ernstig gehavende duinen, ten
einde 'n verdere afbrokkeling te voorkomen. Aan den voet zet men dennentakken.
Man door auto gegrepen en gedood.
Gisteren is de 56-jarige K., wonende te
Kruisdijk (gem. Groede), die met zijn fiets
aan de hand den rijweg wilde oversteken,
door een personenauto, welke zeer groote
snelheid had, gegrepen en een eindweegs
meegesleurd. Het slachtoffer werd vrijwel op
slag gedood.
Het stoffelijk overschot is door de politie
in beslag genomen, evenals de auto.
„Nou, dat is nu een echte vroolijke Nieuw
jaarsdag; dat vind ik tenminste, Lelie", zeide
Betty Wilson, de jonge Engelsche eigenares
van de Dennenheuvelhoeve, tot haar In-
diaansche vriendin. „Helder en opgewekt,
en het land wit van de sneeuw. Ik ben blij
dat ik aan de slede gedacht heb om mee
heen en weer naar de stad te gaan".
Het Indiaansche meisje glimlachte blij
moedig terwijl zij zich flink in haar mantel
wikkelde, en haar arm door dien van Betty
stak, die de zweep liet klappen, zoodat het
,Ik ben blij dat wij met de slede gegaan zijn
paard over den met sneeuw bedekten weg
galoppeerde, de weibeladen slede met groote
snelheid voorttrekkend.
De vorige week was heel opgewekt en
vroolijk geweest op den Dennenheuvel. Zij
hadden een bijzonder prettige Kerstvacantie
gehad, en waren het nieuwe jaar ingegaan
met alle bijbehoorende pret en feestelijkheid.
Maar nu was dp tijd voor het geregelde
werk weer aangebroken. Zoo heel lang zou
het immers niet meer duren of de lente zou
haar intocht doen.
Zoover de blik reikte, scheen het met
sneeuw bedekte pad verlaten te zijn, en toch
werden ofschoon zij zich 1"ervan volko
men onbewust waren de beide meisjes
aandachtig gadegeslagen toen de slede kwam
aantj ingelen in de richting van een Iflein,
met hoornen begroeid dal, op ongeveer een
halven mijl afstands.
Twee ongeschoren mannen met harde ge
laatstrekken, en een jongen van zoowa
twaalfjarigen leeftijd stonden daar, hall ver
borgen door de met sneeuw bedekte hoo
rnen, en een hunner volgde de bewegingen
der slede met behulp van een sterken verre
kijker.
„Ja, 't is in orde. 't Is Betty Wilson", mom
pelde de man met den kijker. „Binnen vijf
minuten zal zij hierlangs komen. Je moest
geld en kostbaarheden bewaart, begrepen.
Daarna geef je ons morgenavond, van een
van de vensters van het blokhuis uit, een
sein als de kust veilig is. Dan komen wij
aanzetten, en belasten ons wel met de rest.
Heb je het goed begrepen?"
„Ik had het allang begrepen en wist alles
precies en je had die langdradige redevoe
ring gerust voor je kunnen houden ant
woordde de veelbelovende jongeman eenigs-
zins onhoffelijk.
Nu trok hij zijn warme overjas uit. In zijn
schamel jasje maakte hij, midden in den
winter, 'n zieligen indruk op den besneeuw-
den weg. De andere man, die in het complot
betrokken was, begaf zich naar een
paard, dat dichtbij vastgebonden was
en keerde terug met een kleinen
bundel en een stok.
„Hang dat over je schouder, Tim,"
zeide hij tot zijn jeugdigen, maar
reeds zeer eerzuchtigen medeplichtige.
„En vergeet vooral niet er zoo koud
en ellendig mogelijk uit te zien."
„Nou, gloeiend warm heb ik het
niet bepaald zonder mijn overjas,"
bromde de twaalfjarige.
„Des te beter; dan zal het je ook
weinig moeite kosten je rol te spelen
Het is gemakkelijk genoeg te doen
als iemand, die kiespijn heeft, wan
neer je toevallig net kiespijn
krijgt."
„Ik wou dat je toevallig net kies
pijn kreeg," merkte de jongen mensch-
lievend op.
„Houd je mond. Zie er zoo koud en mise
rabel mogelijk uit. Die Betty Wilson heeft
den naam goedhartig en milddadig te zijn,
nalaten te zeggen wat hem op zijn hart lag,
liet hij erop volgen: „Ik.ik denk wel dat
erdat er niets anders opzit dan maar
door te loopen. Het is.het is aardig koud
vandaag, vindt u niet?"
Betty, warm gekleed, en bovendien door
een dikke reisdeken beschermd, had op de
zen winterdag geen last gehad van de koude.
Maar nu voelde Betty zich plotseling koud.
Zij voelde de koude, welke die arme jongen
lijden moest, die zoo schamel gekleed en
zeker ook schamel gevoed was, en 'die zich
slechts traag en moeizaam voortbewegen kon
over de dikbesneeuwde wégen.
„Ken je iemand in de stad?" vroeg zij.
Heb je iemand om heen te gaan als
op zijn gelaat een uitdrukking, waaruit
bleek dat hij zich toch niet zoo heel erg op
zijn gemak voelde.
„Hm!" mompelde hij. „Ik.... ik wou dat
ik hiermee niet begonnen was. Zij is zoo aar
dig enzoo vriendelijk
Dit was dus de reden waarom hij, ondanks
zijn „succes", zoo weinig opgewekt keek. En
het was zeker een gegronde reden.
„Maar", vervolgde hij mismoedig, „ik zal
er' nu wel mee hebben voort te gaan. Buck
en Jaap zouden mij ranselen als ik het niet
deed!"
Hoewel hij nu en dan een brutalen mond
opzette tegen zijn medeplichtigen mis-
]e
daar aankomt?"
het zal zeker geen heksentoer zijn haar is heel vriendelijk.
„Neen, juffrouw. Ik bij vreemd in
deze streek," antwoordde de kleine
booswicht, die zijn leelijke rol voor
treffelijk speelde, en niet te veel ge
zegd had toen hij zijn metgezellen ver-
verzekerde dat zij op hem rekenen
konden. „Ik.... ik had gehoopt het
een of andere baantje te kunnen krij
gen Ik ik zou aHes willen doen
om een eerlijk stuk brood te ver
dienen. Alles
Die arme maar „fatsoenlijke" jongen
maakte een uitstekenden indruk op
Betty. Zij was diep met hem begaan.
„Misschien zou ik je wel kunnen
helpen," zeide zijn vriendelijk. „Onze
boerderij is niet heel ver hier vandaan,
en wij kunnen vast wel wat losse kar
weitjes voor je vinden in ruil voor je
kost en inwoning. Als je met ons mee wilt
terugrijden, dan met alle plezier, hoor!"
„Dank u, juffrouw", zeide de jongen. „U
.,Kunt
u zegge
n of ik dicht bij een stad ben?
je nu maar gereed houden, Tim", vervolgde
hij tot den jongen. „Je weet precies wat je
te doen staat, niet waar?"
-Nou' en èl" antwo:rdde de jongen grin-
nekend Ik moet ervoor probeeren te zor
gen dat die Betty Wiison medelijden met mij
krijgt, en mij dan met zich mee naar de
boerderij neemt."
„Het is precies zooals je zegt, Tim", her
nam de man met den veldkijker. „En 'als je
eenmaal op de boerderij bent, dan breng je
al je tijd door met goed uit je oogen te kij
ken om er achter te komen, waar zij haar
alles op de mouw te spelden.
„Ik weet er alles van", verzekerde de jon
gen, „en je zult alle redenen hebben tevre
den te zijn over mijn talenten!"
Ondertusschen mende Betty, die allerminst
vermoeden kon wat voor gemeen en listig
complot tegen haar gesmeed werd, haar dam
pend paard welgemoed over het besneeuwde
pad.
Het Engelsche 'meisje was zoo vroolijk en
opgewekt als zij maar zijn kon. Zij praatte
honderd uit met Lelie. Zij vertelde haar.
vriendin van de plannen, die zij gemaakt
had voor het nieuwe jaar, en lachend somde
zij al de goede voornemens op, welke zij vast
en zeker houden zou.... tenminste gedu
rende de eerste weken
Maar plotseling zweeg zij toen haar scherpe
blik, over het pad gaande, een beweging ge
waar werd in het beboschte dal voor haar
uit. Zelfs in den zomertijd zijn de primitieve
wegen in het wilde Westen zoo stil, dat de
bewoner, die erlangs rijdt, zijn opmerkzaam
heid schenkt aan een ieder, dien hij tegen
komt.
Wat had Betty's aandacht getrokken?
De jonge Tim had zijn metgezellen
verlaten, en fnet zijn bundeltje over
zijn schouder sjokte hij nu door
dé sneeuw de meisjes in de slede
tegemoet.
„Lieve help!" riep Betty uit. „Wie
kan dat zijn, Lelie? Geen jas aan...-
in dat weer! Hij moet koud zijn tot
op zijn merg."
Betty liet haar paard den pas
vertragen toen zij dichter bij de
deerniswekkende gestalte kwam. Daar
richtte Tim het hoofd op, alsof hij de
naderende slede nu pas voor het eerst
bemerkt had.
Toen nog maar een korte afstand
hem van de beide meisjes scheidde,
hief hij de rechterhand omhoog als
teeken voor Betty om te stoppen-
Onmiddellijk bracht zij het paard
tot staan.
„Zou u mij, als het u blieft, kunnen zeg
gen, of ik nog ver van een stad ben?" vroeg
Tim met zachte stem.
„Het is nog wel vier of vijf mijlen", ant
woordde Betty, en uit haar oogen sprak
groot medelijden met dezen nog zoo jeugdi
gen zwerver, die zoo karig tegen de koude
van den winter beschermd was.
„Vier of vijf mijlen!" herhaalde Tim op
een toon, die getuigde van wanhoop. Toen
scheen hij een poging te doen om zich flink
te houden, en hij zeide beleefd: „Dank u,
juffrouw." Maar, alsof hij toch niet kon
Deze koffie zal je verwarmen!" zeide Betty.
schien wel om zichzelf moed in te praten
was hij in werkelijkheid bang voor de twee
ruwe gewetenlooze mannen.
Voor het oogenblik stond hem niets anders
te doen dan te eten, en tot zijn eer moet-ge
zegd dat hij, ofschoon hij hongerig was, dit
met minder smaak deed dan het geval ge
weest zou zijn indien zijn geweten niet op
zijn maag was beginnen te werken.
Toen Tubby de keuken weer binnenkwam,
was Tim juist klaar met eten en hij stond
op om het erf over te steken naar het kan
toor, waar Betty met hem spreken wilde.
Hij bereikte de veranda en schreed naar
de kantoordeur.
Zijn weg voerde langs een klein venster.
Snel keek hij om zich heen en toen hij
merkte dat niemand hem zag, stond Tim stil
en gluurde in de kamer
Betty Wilson lag op de knieën voor haar
groote ijzeren brandkast. De deur was
geopend, en zelfs van de plaats af, waar hij
stond, kon Tim verscheidene bundels bank
noten zien op een van de planken.
„Ik denk dat dit de plaats is waar Buck
en Jaap de beste buit zullen maken", pre
velde Jim. „Ik moet morgenavond aan deze
brandkast denken."
Onder het mompelen van deze woorden
trok hij zich snel van het venster terug en
klopte aan de kantoordeur.
Hij dacht dat zijn groote talenten als too-
neelspeler eigenlijk verspild waren aan
iemand als Betty, wier goed hart zoo weinig
noodig had om iemand, die in nood verkeer
de, hulp te verleenen.
Tim klom achter in de slede en wikkelde
zijn schouders in de deken.
Betty zette haar paard weder in bewe
ging en weldra renden zij de helling van
het beboschte dal af.
„Nou, jAp, tot nu toe is hef gelukt!" zei
de grootste van de twee mannen. „Als hij
het karweitje nou op de juiste manier op
knapt, dan moet er morgenavond voor ons
aardig wat te halen zijn op den Dennenheu
vel!"
„Dat is zoo, Buck!" zeide Jaap. „Maar wat
moeten wij daarna met den jongen aanvan
gen? Wij kunnen hem niet voortdurend bij
ons hebben op onze strooptochten door het
land als hij dit kleine karwei eenmaal vol
bracht heeft, vind je óók niet?"
„O, dien zullen wij wel op een of andere
manier kwijtraken'" meende Buck optimis
tisch. „Wij zullen hem wat geld geven en
zeggen' dat hij zich uit de voeten maakt. In
ieder geval is hijzelf de eenige zoon van
een bandiet. Om hem behoeven wij
ons niet druk te maken"!
Tenslotte sloeg Betty af van het
hoofdpad en de slede gleed o,ver de
besneeuwde laan naar het huis. Betty
riep Tubby, den gemoedelijken kok,
toe, te komen en de inkoopen uit te
laden; vervolgens wendde zij zich
glimlachend tot Tim en zeide tot
dezen uit de slede te stappen en haar
te volgen.
„Het beste zal zijn, geloof ik, Tim,"
zeide zij, „als wij maar eens beginnen
met een brokje te eten en iets lekker
warms te drinken. Ga maar bij het
vuur zitten zeg! Ik zal eens kijken
wat Tubby in den oven heeft staan."
Betty vond een vleeschpastei, die
juist precies gaar was, en deze zette Hij kon bundels banknoten m de brandkast zien.
zij voor Tim neer, waarna zü een bord,
mes en vork voor hem haalde. Ver
volgens schonk zij een groote kroes vol
met koffie.
„Alsjeblieft!" zeide zij. „Probeer het hier
maar eens mee en laat ons zien of je dan
niet door en door warm wordt, Tim. Als je
klaar bent, kom dan bij mij op het kantoor.
Het is daarginds, de laatste deur op de
veranda van het blokhuis."
„Dank u, juffrouw", zeide Tim, en hij viel
meteen op de pastei aan.
Maar op het oogenblik, waarop hij alleen
in de keuken achtergelaten was, kwam er
(Nadruk verboden).
„Kom binnen!" riep Betty, en terwijl Tim
binnentrad, deed zij de deur der safe dicht
en sloot deze, waarop zij den sleutel legde
in de lade van een lessenaar bij het venster.
„Kom er maar in", zeide Betty. „Laat ons
nu eens een en ander bespreken. Zou je een
tijdje op de boerderij willen blijven?"
„Ik zou het heerlijk vinden, juffrouw!"
verzekerde Tim.
Maar het was niet aan zichzelf, dat hij
dacht. Hij had Buck en Jaap voor oogen, en
dach aan het-sein dat hij dezen den volgen
den avond geven moest.
(WORDT VERVI .GD)
Het secretariaat van de vereeniging van
sigarenfabrikanten te Eindhoven deelt ons
het volgende mede:
Dinsdag is te Tilburg een bespreking ge
houden van vertegenwoordigers der werk
geversorganisaties in de sigarenindustrie
met den regeerings-commissaris, prof. H. A.
Kaag.
In dit onderhoud werd er door den con
tact-commissaris sterk de nadruk op gelegd,
dat de regeering het van groot belang acht
bij de productie, de daarvoor in aanmerking
komende koopprijs, bepalende factoren zoo
laag mogelijk te houden, teneinde prijsstij
ging der sigaren tot het onvermijdelijke te
beperken. De te verwachten verdere stijging
van de sigarenprijzen zal hierdoor zoo lang
mogelijk tegengehouden kunnen worden.
In het bijzonder werd met grooten nadruk
de aandacht gevestigd op de noodzakelijk
heid, verder in deze richting werkzaam te
zijn 'door sigaren in de thans geldende goed-
koope prijsklasse zoo eenvoudig mogelijk te
maken, wat model en verpakking betreft.
Alleen wanneer aan deze voorwaarde is vol
daan, zal het voor de regeering mogelijk zijn
haar goedkeuring te verleenen aan toekom
stige prijsverhoogingen, die zeker onvermij
delijk kunnen zijn.
Met instemming van prof. Kaag werd be
sloten op korten termijn met belanghebben
den een regeling te onderwerpen, die tot dit
doel zal leiden. De regeeringscommissaris
heeft alle medewerking toegezegd.
Op de vragen van den heer Van Sleen be
treffende het toekennen van duurtetoeslag
aan de z.g. mobilisatieslachtoffers hebben de
ministers van defensie en van financiën als
volgt geantwoord:
Door de stijging van de kosten van het
levensonderhoud is niet alleen de positie
van de z.g. mobilisatieslachtoffers, doch die
van de groote meerderheid der Nederland
sche staatsburgers in ongunstigen zin beïn
vloed. Wel is waar heeft de regeering be
sloten, dat aan de ondersteunden en bij de
werkverschaffing geplaatsten een duurtetoe
slag mag worden gegeven van 5 pet. der
netto-uitkeeringen, aldus een voorziening
treffende voor de gezinnen met een zeer
laag inkomen; de regeering is echter van
meeningj dat zulks nog geenszins tot de con
clusie moet leiden, dat ook voor de z.g. mo
bilisatieslachtoffers een duurtetoeslagrege-
ling dient te worden getroffen, aangezien de
uitkeeringen, welke de ondersteunden en de
bij de werkverschaffing geplaatsten genie
ten, ook na verhooging met den duurtebij-
slag van 5 pet. nog blijven beneden de be
dragen, welke aan de in overeenkomstige
omstandigheden verkeerende z.g. mobili
satieslachtoffers worden uitgekeerd.
Gistermiddag is op de algemeene begraaf
plaats te Vlaardinger-Ambacht het stoffelijk
overschot van den matroos B. Vons, opva
rende van het m.s. „Den Haag" ter aarde
besteld. Hierbij werd het woord gevoerd
door den burgemeester van Vlaardingen, den
heer M. C. Siezen, die namens het gemeente
bestuur zijn deelneming betuigde aan de na
bestaanden van Vons, door ir. J. A. Beukers
namens de A.P.C., door den heer Laan na
mens den Centralen bond van transport
arbeiders en door ds. Groenenberg, Ned.
Herv. predikant te Vlaardingen.
De heer Schruyer, zwager van den over
ledene, dankte voor de belangstelling.
Op de algemeene begraafplaats te Sneek
is gistermiddag het stoffelijk overschot ter
aarde besteld van den 28-jarigen scheepsbe
diende C. van der Horst, die bij het vergaan
van het m.s. „Den Haag" om het leven is
gekomen.
Op de begraafplaats voerde de heer Was
senaar namens de directie van de A.P.C. in
Den Haag het woord; nameps het college
van regenten van het oud b-_rger weeshuis
te Sneek sprak de heer I. Schaafsma.
Een zwager van den overledene dankte.
Onder degenen, die den overledene de
laatste eer bewezen, behoorde de eerste
stuurman van de „Den Haag", de heer Ver
beek.
Men seint ons uit Rome, dat Z. H. de Paus
in particuliere audiëntie heeft ontvangen
mevr. F. Steenberghe-Engeringh, eerevoor
zitster van de Federatie van R. K. Vrouwen
bonden in Nederland en voorzitster der In
ternationale Unie, alsmede de gravin De
Hemptinne, secretaresse van de Unie.