R0M1D WI190IB6. DE GESCHIEDENIS HERHAALT ZICH. Waar Finland een nieuwe episode aan zijn roenirykf geschiedenis toev MAANDAG 11 MAART 1940 FINLAND'S MILITAIRE AANVOERDERS- iiiiiiiiiiiiiiiiirr111111 ri iiiii 111 m 111111 M 111 OOK DE OUDE ROMEINEN kenden lnin Maginotlinie, Westwall etc. DE TITANENSTRIJD 't Kasteel van Wiborg, zooals het eens boven het stadje troonde. Wib*rg een aardig y Eens was Vupuri aspect ervan werd stadje aan de zee .He'oUd, eerbiedwaardig beheerscht door een ye(1 had overge- kasteel, dat inmiddels d£t het vroeger houden van het b°lvevenals thans, weer- was, toen Finland, de invallen van de stand bieden moest ifl he oude gedeel pussen. Dit kasteel omrin|d door tal y van het stadje en n en üstorische be- interessante geb° Ër hing daar de sfeer een. .eeaev" "moderne sad uit, een'ha- strekte zieh aan die, velke men langs venplaats, g~_ee aantreft. he®1ptdeka°steSel van Wibor, dateert uit de kalfde eeuW' ?°fS steds domineert het - het stadje, dat m vredestijd 82.000 in- °Joners telde, en na Helinki de grootste tad van Finland was. Jet moderne station Contrasteerde er met eei overblijfsel uit de middeleeuwen als de zg. ronde toren op bet Marktplein. Het staion werd gebouwd door Eliel Saarinen, isn wien ook het in bouwmeesterskringen jver heel de wereld beroemde station van Helsinki is. De burcht ligt op een rotsachtig eiland en van den toren heft men een prachtig vergezicht over de <mgeving. Reeds in de dertiende eeuw stmden daar de Finsehe wachtposten, evenal thans. Want het kas teel is een van de weinige groote gebou wen, die het bomb.rdement van de Russen eeni'gszins hebben doorstaan. In het mooie park van Monroes, indertijd aangelegd door koning Frderik I van Wurtemberg, die tevoren gouverneur van Wiborg was, zijn de gazons door granaten omgewoeld. Waar eens kineeren speelden, liggen nu Finnen en Russen tegenover elkander in hinderlaag. pe oude geiels zijn stukgeschoten. Maar, de telegrammen juichten steeds weer, „nog wappert de Finsehe vlag op den toren van het kasteel v«n Viipuri". En deze vbg is ware Eet symbool van Finland's dapperer* strijd tegen een overmachtig* overweldiger. Heel de we reld leeft met Finland mee en overal pro beert men, zooveel mogelijk hulp te bieden, kenen, Noren, Zweden, Canadeezen, Enge - schen, It0lianen, Hongaren enz. enz., strijden in de Finsehe gelederen of staan klaar, naar Finland te vertrekken. Hier te lande werden duizenden ski's bij eengezameld, massa s kleëren. Er worden belangrijke sommen bijeengebracht en zoo juist is men gereed gekomen met de Ne- derlandsche ambulance. Finland staat dan ook in het centrum on zer belangstelling. En eenieder volgt de heldhaftige verdediging van de Manner- heim-linie .Deze linie zal ongetwijfeld voor de ontwikkeling ^an den huldigen oorlog van grooten invloed bIDk ln Finland wordt de uiteindelijke van een muur van staal en beton, maar vooral van het moreel van standvastige verdedi gers aan de practijk getoetst. Weliswaar valt de Mannerheim-linie niet bepaald met een Maginot-linie en 'n West- wall te vergelijken. Maar de situatie is in Finland anders en de aanvallende Russen zijn tenslotte nog altijd van een ander ka liber dan de keurtroepen der thans tegen over elkander staande groote mogenie en Indien de Russen er in slagen, door de Mannerheim-linie heen te kom d e_ roep van ondoordringbaarheid Generaal Oesch, die groot gaat op zijn Zwitsersche afkomst, chef van den generalen staf, lijke versterkingen in het nauw gebracht De legerleidingen, die tot dusver geaarzeld hebben, geweldige troepen-massa s op te offeren, teneinde een doorbraak te forcee- ren, zullen alsdan wellicht het risico op zich durven nemen. En in ieder geval zullen de strategen met spanning de in Finland gevoerde en ge slaagde ofmislukte tactieken bestu- deeren. Er wordt in Suomi een stuk mo derne, we kunnen gerust zeggen hypermo derne oorlog uitgevochten. In de buitenlandsche bladen kan men ge regeld interessante beschouwingen lezen. Wat Engeland betreft, daar helt de publie ke opinie, evenals in Zweden, steeds meer over naar een daadwerkelijke, gewapende hulp. Zoo pas nog drong een invloedrijk blad als de Londensche „Times" aan op het onmiddellijk zenden van nog meer mate riaal en van troepen. Wat het materiaal be treft, de Finnen hebben grootelij ks behoefte aan zware kanonnen. Hun terugtrekken bij Wiborg moet voornamelijk geweten worden aan het feit, dat ze met hun lichtere artil lerie niet tegen de zware Russische kanon nen op konden. Een militaire waarnemer schreef, dat die stalen monsters zich een weg door Finland's bodem gevreten hebben. Men zal zich onwillekeurig hebben afge vraagd, wie toch de mannen zijn, onder wier leiding de Finnen op alle fronten zulk een effectieven tegenstand weten te leve ren, zoodat Stalin zelfs gedwongen werd, zijn elite-legers, die jaar op jaar de glorie van de parades van het Roode Leger te Mos kou hebben uitgemaakt, naar het Finsehe strijdtooneel te zenden. Maarschalk Mannerheim, is bekend ge noeg. Deze ex-officier van het voormalige tsaristische leger hij behoorde tot de lijfwacht van de laatste der Romanoffs behoort tot een adellijke Zweedsche fa milie, welke in de zeventiende eeuw naar Finland kwam. De eerste Mannerheim, waarover gegevens bewaard zijn gebleven, was een koopman en men veronderstelt, dat hij van Duitsche of van Nederlandsche af komst was en oorspronkelijk Marheim heette. De huidige maarschalk was te Sint Pe tersburg een populair officier. Hij werd door den tsaar op een expeditie naar Mid den-Azië uitgezonden, teneinde vast te stel len, welken indruk de Russische nederlaag tegen Japan op de vorsten daar gemaakt had. Hij verzamelde toen tevens tal van wetenschappelijke gegevens. Na het uitbreken der bolschewistische re volutie, stelde hij zich aan het hoofd van den Finschen, nationalen opstand. Hij raakte nadien een tijdlang op den achter grond, om politieke redenen, maar enkele jaren geleden kon hij weer Finland's onge kroonde koning worden genoemd. Hij had gezorgd, dat de Mannerheim-linie was aan gelegd. In dezen oorlog nam hij direct het bevel op zich. Hij is de opperbevelhebber en stippelt de groote lijnen uit. In de verschil lende, ver van elkaar verwijderd liggende gebieden, waar de Finsehe legers vechten, hebben plaatselijke bevelhebbers de leiding. En van hen hangt de uitslag van menige operatie af. Ze hebben inmiddels als in spiratie de vier boeken over strategie, door Mannerheim geschreven. Hierin werkte hij Finlands mogelijkheden ter verdediging in de vier seizoenen nauwkeurig uit. Er heerscht aldus in de Finsehe leger leiding een groote eenheid van opvattingen. De Mannerheim direct in rang volgende hoofdofficier, Ostermann, is het lang niet met Mannerheim eens geweest, maar onder deze omstandigheden is hij diens beste me dewerker. De drie O's, aldus noemt men in Fin land de drie leidende generaals. Van Oster mann wordt gezegd in kringen, die het we ten kunnen, dat op zijn credit de tactiek staat, in het begin van den Russischen in val gevoerd, een tactiek van snelle slagen en het desorganiseeren van 'svijands ver bindingen. Hij behoorde tot de z.g. Jager bataljons, Finsehe eenheden, die in het Duitsche leger tegen Rusland vochten. Generaal Harald Ohquist is de verdedi ger van de Mannerheimlinie. Hij voert er het bevel en men weet, onder welke moei lijke omstandigheden en met welke prach tige resultaten. Volgens de Finnen kent hij eiken heuvel en eiken waterloop van de landengte van Karelië. Men vertelt te Hel sinki talrijke anecdoten over hem. Ook het aantal anecdoten over de Russen is groot, Heel populair is die van den Russischen sol daat die na gesneuveld te zijn aan de he melpoort klopte. Sint Petrus deed hem open. „Dus je bept dood", zei hij medelijdend. „Oh neen", antwoordde de Russische soldaat. „Eigenlijk mag ik het niet zeggen. Maar vol gens het officieele communiqué trek ik nog steeds overwinnend door de Karelische land engte". Generaal Oesch, de chef van den genera len staf, de derde behoort tot de officie ren, die indertijd dank zij het aandringen van Mannerheim door de Finsehe regeering naar Duitsche militaire academies werden gezonden, om zich daar verder in de krijgs kunde te bekwamen. Oesch gaat groot op zijn Zwitsersche afkomst. Zijn vader vestigde zich jaren geleden als horlogemaker in Fin land. Een in Finland heel geziene hoofdofficier is ook generaal Wallenius, de voormalige journalist, wiens krijgsbedrijven in het Noorden hem een groote vermaardheid hebben bezorgd. Hij overwon o.a. bij Salla. Generaal Wallenius vertoont zich bij voor keur met een opengeslagen bontjas en een open hemd, ook wanneer de soldaten zich met de grootste moeite en alle middelen tegen de koude pogen te beschermen. Een Amerikaansch journalist, die met hem een tocht langs het front maakte, kon overal constateeren, met welk een ontzag de solda- De journalist-generaal Wallenius, over- winnaar van Salla. Nu de Russen voortgaan met hun geweld dadig beuken op de Mannerheimlinie, komt onwillekeurig het aloude gezegde in de gedachte, dat de geschiedenis zich telkens herhaalt. We hebben gedurende de afgeloo- Pen jaren met steeds stijgende verbazing de berichten gelezen die door de Fransche en Duitsche generale staven druppelsgewij ze gelanceerd werden en waarin dan enkele bijzonderheden ten beste werden gegeven over reusachtige fortificaties langs Rijn en Moezel. De Maginotlinie en de Westwall werden ten slotte de grootste troeven in de handen der oorlogvoerenden. Duitschland d® Engelsche blokkade achter zijn Westwall, Frankrijk tart Duitschland achter zijn Maginotlinie tot den aanval om zich te ontdoen van de boeien der steeds meer tot een radicale insluiting overgaande geallieer den. Toen het Russisch-Finsche conflict ont stond hoorden we met een zekere verbazing van de Mannerheimlinie, die gedeeltelijk onder toezicht van een Belgischen generaal bleek te zijn aangelegd. Zoo weinig was van die Mannerheimlinie bekend dat zelfs Sta lin zich in haar kracht misrekende. gji toch, dergelijke verdedigingswerken zijn niet van vandaag of gisteren. Die oude veroveraars die de Romeinen waren, heb ben enkele duizenden jaren geleden eveneens him toevlucht genomen tot het bouwen van laee wallen en muren precies zooals lang voor hen de Chineezen eveneens hebben ge- dTn den befaamden Chineeschen muur, die China moest verdedigen tegen invallen Co-haren speciaal de Mongolen, zijn nog heden ten dage ontzaglijke resten overgeble ven En ook van de linies, indertijd door de Romeinen ter verdediging van hun rijk aan- geS waren die in Provence, tegen de Zwhsersche stammen gericht en degewel dige „limes" langs den Donau. Hiertusschen lagen weer andere muren of rijen verwer kingen van den Rijn tot aan den ura Aziëj dus over een lengte van ettelijke ui- zenden kilometers. Toen Julius Caêsar de Gallische gewesten had veroverd, besloot hij, eens en voor altijd een einde te maken aan de, invallen der in Zwitserland wonende „barbaarsche" stam men. Langs de Rhone liet hij over een af stand van 28 kilometer een zes voet hoogen muur bouwen. Deze verdedigingslinie, waar aan in het jaar 58 voor Christus begonnen werd, bewees heel belangrijke diensten, toen in het jaar 52 voor Christus de Gallische stammen onder Vercingetorix in opstand kwamen en de veroveraars danig in het nauw brachten. Het bouwen van steenen verdedigings linies, versterkt met torens en blokhuizen, was trouwens een specialiteit van Julius Caesar. Als hij een stad belegerde, sloot hij haar op deze wijze in. Eenmaal werd hij bij een belegering door een de stad te hulp snel lend leger bedreigd. Hij vernam van zijn ver spieders, dat de „barbaren" binnen vijf we ken ten tooneele zouden kunnen verschij nen. Inderhaast liet hij een tweeden muur bouwen, van 21 kilometer lengte waarachter hij zich verschanste. En aldus wachtte hij het hulpleger af, dat tegen zijn versterkingen te pletter liep. Voor het aanleggen van zijn linies had hij geen aparte werklieden noodig. Elke Ro- meinsche soldaat kon met houweel en troffel omgaan en was daarmee ook uitgerust. Zoo dra een Romeinsch leger ergens zijn kamp opsloeg ofwel „castrum",' togen de troepen direct aan het werk. En eventueel dwong men de omwonenden, mede te helpen en het sjouwerswerk te doen. Het „castrum" was steeds vierkant van vorm en doorsneden met twee hoofdwegen, die een kruis vormden. Een uitvalspoort, „pretoria", ontbrak nooit. Aan weerszijden bevonden zich dan nog tweepoorten, de Een aanval van een Finsehe ski-patrouille op een Russische kolonne, zooals de teekenaar van het Engelsche blad „Illustrated zich dien voorstelde. Maarschalk Mannerheim. ten tegen hem opkijken. Hij onderscheidt zich dan ook door een groote, persoonlijke dapperheid en is steeds te midden van zijn mannen te vinden. Ook Wallenius vocht in het Duitsche leger en later in het leger der Finsehe nationalen. Hij richtte na het slui ten van den vrede een krant op, schreef tevens talrijke romans en novellen. Het Finsehe leger telt heel wat interes sante figuren. Tevens vele veteranen van verschillende oorlogen. Vooral met de laat ste lichtingen zijn heel wat mannen opge roepen, van veertig en vijf en veertig jaar, die zoowel in den wereldoorlog als in den Finschen vrijheidsoorlog vochten. Een aan tal hunner kwam uit Amerika en Canada over. De Finnen wachten op de sneeuw, waar door ze in staat zullen worden gesteld, eenigszins op adem te komen. En onderwijl organiseeren ze achter hun linies de nieuwe troepen, bestaande uit extra lichtingen en buitenlandsche vrijwilligers. Op een verkor te Mannerheimlinie zullen ze, aldus hopen ze, een nog veel krachtiger tegenstand kunnen bieden, terwijl de Russen daartegen over niet in staat zullen blijken, dezelfde groote troepenmassa's door een veel nau were opening te wringen. En zelfs, indien Rusland's zware geschut en het opofferen van honderdduizenden mannen tenslotte toch tot een forceeren van de Mannerheimlinie zullen leiden, dan voelt het Finsehe leger zich nog sterk genoeg, den Russen eiken vierkanten meter grond te be twisten. Ze hebben in het Noorden bewe zen, ook den Blitzkrieg naar behooren te kunnen voeren. Maarschalk Mannerheim is hier de perso- Generaal Ostermann, de verdediger van de Karelische landengte, nificatie van de Finsehe vastberadenheid. „Indien de hulp van buiten niet op tijd komt", heeft hij, de 72-jarige gezegd, „dan zullen we vechten tot den laatsten ouden man en het laatste kind. We zullen onze bosschen en onze huizen verbranden, onze industrieën en onze havens vernietigen en wat we zul len overgeven, zal gegeeseld worden door God's vloek" Het is te hopen, dat deze verschrikkelijke woorden geen werkelijkheid zullen worden. ,„dextra" en de „sinistra de rechtsche en de inksche. In het midden van het legerkamp stond op een plein de tent van den legercomman dant. Op dit plein werden bijeenkomsten ge houden en de dapperen voor het front der troepen beloond. Om het plein heen ston den de tenten der officieren en daarom heen schaarden zich weer de groote tenten voor de manschappen. Het „castrum werd steeds omringd door een gracht van drie meter diepte en vier meter breedte. De hiertoe uitgegraven aarde werd gebruikt voor het aanleggen van kleinere bastions met palissa den, waarachter de eerste aanvallen werden opgevangen. Volgens de oude bronnen had een Ro meinsch leger niet meer dan vijf uur noodig om een „castrum" aan leSgen. Alles ge beurde volgens vaste regels, aangekondigd door -klaroenstooten. En men was in staat, het „castrum" in minder dan geen tijd te ontruimen. Onder de keizers Augustus, Trajanus en Adrianus werden de Romeinsche „linies" steeds meer uitgelegd. Tusschen 122 en 127 na Christus legden de Romeinsche legioenen in Brittannië een muur aan tusschen de ri vieren Solway en Tyne, welke 112 kilometer lang was en tot taak had, de inval len te weren van de stammen uit het Noorden, o.a. de Ca- Jedoniërs. De muur was van steen en van vijf tot zes me ter hoog, aan zijn basis twee tot drie meter breed. Er liep een gracht langs van tien tot twaalf me ter breedte en vijf meter diep. Op elke 150 meter verhief zich een vierkante toren en op eiken kilometer was de muur versterkt met bastions en loopgra ven die onderling door een diep inge graven weg verbonden waren, zoodat dus naar alle kanten versterkingen konden wor den gezonden indien dit noodig was. Er was voor de veel minder in de krijgskunst er varen Engelsche en Schotsche stammen geen doorkomen aan. Vijftien jaar later liet Antonius Pius na dat de Romeinen verder Noordwaarts waren voortgedrongen een dergelijken muur bou wen tusschen de rivieren de Forth en de Clyde die vijftig kilometer lang was. Het verdedigingsstelsel van den Rijn be stond voornamelijk uit afzonderlijke ver sterkte kampementen, kanalen, grachten etc. Maar op de strategisch belangrijke punten stonden kilometer aan kilometer de stevige torens en bastions. Van die torens werden overdag door middel van vlaggen en 's nachts met vuursignalen berichten en mededeelin- Romeinsche soldaten, gravend aan een „linie duizend jaar geleden. van twee gen doorgegeven. Het was iets primitiever dan de telefoonsystemen en draadlooze tele grafie van Maginotlinie en Westwall maar het effect was in die dagen hetzelfde. Men werd in het hoofdkwartier betrekkelijk spoe dig gewaarschuwd dat de vijand in aantocht was en kon zijn maatregelen nemen opdat diens marsch niet al te snel verliep. Tusschen den Rijn en den Donau konden de Romeinen zich niet op natuurlijke ver sterkingen verlaten. Drusus begon met den aanleg van een linie die later tot aan het he- dendaagsche Naab liep. Het was een lange rij versterkte torens die zich over een af stand van 450 kilometer uitstrekte. Behalve het er achter liggende land beschermde deze linie ook den grooten rijksweg. Palissaden en steenen bastions maakten deze linie bij zonder hecht. De rijksgrens liep voor een groot gedeelte langs den Donau en ofschoon deze breede rivier op zich zelf al een machtig verdedi gingsmiddel was had men toch overal, op strategische punten en bij de knooppunten der hoofdwegen, forten, bastions en ver sterkte kampen gebouwd. En waar noodig, waren op bijzonder zwakke punten lange en hooge muren gebouwd, sommige tientallen kilometers lang. Men noemde deze verdedi gingswerken „limes". En dergelijke „limes" werden ook aangelegd langs de rijksgrenzen in Armenië en Mesopotamië, tot aan de Zwarte Zee toe. In groote versterkte legerkampen lagen er de legioenen gelegerd, wier taak het was, de grenzen te beschermen. En de verbindings wegen waren zoodanig, dat direct naar alle punten hulptroepen konden worden gezon den. En „limes" ofwel linies zooals we tegen woordig zeggen strekten zich ook uit in Li- bye en verder in heel Noord Afrika tot Ma rokko toe. Alleen in Libye bestond de verdedigings linie voor een belangrijk gedeelte uit de open woestijn waardoor geen vijand zou durven naderen. Eeuwen lang heeft Rome veilig achter zijn linies gelegen. Tot een be paald gedeelte ten slotte bezweek onder de voortdurende slagen en storm- loopen der Bar baren. Met de Man nerheimlinie herstelt zich de geschiedenis naar men ziet. En wanneer zal deze zich zelf herhalen bij Westwall of Ma ginotlinie?

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1940 | | pagina 1