WINSTBELASTING in de Tweede Kamer. Wie? h V WOENSDAG 10 APRIL 1940 Algemeene beschouwingen. HET AUTO-ONgeluk TE sluiskil. Lijken van beide vermiste slachtoffers gevonden. Dr. Schieffer's Stotwisselingzout. R. K. EERSTE HULP. DIPHTHERITIS-GEV ALLEN TE ST. WILLIBROKD. GLAZENWASSCHER VAN LADDER GEVALLEN. rEL El N 5 PAN N E. N D LD-WEST VER H AA L, vastmaakte°VvLeer Zadel Wierp' en daar J)1 MAJOOR KRIJGT 1000 BOETE. NIET VOLDAAN AAN BEVEL VAN EEN SCHILDWACHT, HET DREIGEND CONFLICT IN DE METAAL- INDUSTRIE. KINDJE VAN VIER MAANDEN GEDOOD. Vader bekende eerst na langdurig verboor. GROSSIER DOOR ZIJN VROEGERFN KNECHT OVERVALLEN. FILM „PERPETUUM MOBILE". Vergadering van Dinsdag 9 April. VANMIDDAG ving de Kamer de beraadslagingen aan over het ont werp-W instbelasting. „Nu verzwaring van druk noodig is, eischen zoowel de rechtvaardigheid als het belang van 's Rijks schatkist, dat, in navol ging van hetgeen in het buitenland regel is, de winsten der naamlooze vennootschappen niet worden belast naarmate zij worden uitgedeeld, doch naar gelang zij worden be handeld", schreef minister De Geer in de toelichting van zijn op 13 Januari versche nen wetsvoorstel tot heffing van een winst belastingvoorstel, dat in de Milioenennota reeds was aangekondigd en na nu-. De ri de's ingetrokken groote belastingontwerp tVel kon worden verwacht. Men schat de totale winst van de binnen het rijk gevestigde naamlooze vennootschap- Pen op een half milliard per jaar; een hef fing van 10 pet. zal dus 50 millioen gulden Per jaar opbrengen. Dit is 20 mi'lioen meer dan de huidige dividend- en tantièmebelas ting, die eindigt, als de nieuwe belasting in werking treedt. De laatste is de voortzet ting van de eerste, de vervolmaking zullen anderen zeggen. Aan deze directe belasting zijn alle naamlooze vennootschappen onder worpen, die een beroep of bedrijf uitoefe- nen binnen het rijk. Vennootschappen van Provinciën, gemeenten of die uitsluitend v°lgens sociale verzekeringswetten verze keren, vallen buiten de wet. Met deze wet gaat de lang verdedigde belastingvrijheid van gereserveerde winsten minstens te loor; zij belast dus zwaarder het kapitaal, dat in N.V.'s belegd is De wet zal elk stelsel van winstberekening aanvaarden, mits het niet in strijd is met goed en eerlijk koopmansgebruik, maar een vast s'eisel zal er dus moeten zijn. Dat het verzet tegen de conversie van uitkeerings- naar winstbe lasting vrij gelaten is aanvaard practisch alle landen in Europa heffen reeds een winstbelasting en met hooger percentage dan 10 pet. moet aan de huidige omstan digheden worden toegeschreven. Deze om- s andigheden verklaren mede, dat de Kamer reeds op 6 Februari het ontwerp in de af- ee ingen onderzocht, dat zij 13 Maart haar yna ertig bladzijden groot V. V. uitbracht, waarop e minister, die ook voor geen klein geruchtje vervaard is, reeds op 21 Maart met de M. v. A. kwam benevens met een reeks im het ontwerp, deels van for- Zoo Is' in i°0k van materieeten aard. van twee ut j 7 door de vermindering hooeen r tot negen tienden te ver tegen u!moet Bekomen aan bezwaren ove 10™ 6 belasting, terwijl de reeds ■/al ien betaalde winstbelasting in aftrek me" na aangifte van de winstbelasting uoor de schrlfelijke gedachten wisseling Was zeker reeds meer dan één verbetering in het voorstel aangebracht. De commissie van rapporteurs en de minister hebben daarna nog schriftelijk van gedachten ge wisseld en aanvulling daarop is weer een reeks amendementen, waarvan de voornaam ste wel van mr Teulings zijn. Deze heeft bij voorbaat aan eventueele critici beduid, dat door de zeer vlugge af handeling, nog onvolmaaktheden in het ont werp verscholen kunnen zijn. Het voorstel is bestudeerd, om niet te zeggen besnuffeld door een heir van deskundigen, wier opmer kingen de Kamer zooveel mogelijk ver werkte, maar de experts waren ok wel eens een slag achter. In tegenstelling met den anti-revolutionai- ren heer Wagenaar die het ontwerp alléén s 1 omdat 's lands financiën de opbrengst noodig hebben, juichte de katho- i t dit ggrnVo?rdigde het ontwerp toe, om- f nHP divirieV7,°H0rdeelen biedt b0Ven de be" s*aa n - en tantièmebelasting en OVER het auto-ongeluk, dat zich gistermiddag onder Sluiskil heeft voorgedaan, waarbij drie perso nen om het leven zijn gekrmen, verne men we nog het volgende: omdat het de nu door velen als onrechtvaar dig gevoelde ontduikingsmogelijkheden van niet uitgekeerde winsten beëindigt. Onge twijfeld kan men in bepaalde gevallen voor de tot dusver geldende mogelijkheid van re serveering argumenten van financieel-econo- mischen aard aanhalen, maar de principieele strijd daarover is verdwenen, zooals de be handeling van dit ontwerp-Winstbelasting wel bewijst. Bij de uitwerking zijn er nog eenige onef fenheden, die mr. Teulings bijgevijld wil zien, oneffenheden, welke ook de heeren Schilt- huis en IJzerman ten deele aanraakten. De voornaamste betreffen wel den uitleg van de winstbepaling. Daarvan wil de heer Teulings de norm vinden in het behoud van de winst capaciteit van de onderneming en bij de toe passing daarvan bepleit hij terecht 't schep pen van 'n aparte rechtsinstantie, die ook de contribuabelen werkelijk bevredigen zal, iets wat voor de goede naleving der wet van groo te beteekenis is. Daarnaast is er nog de kwestie van de overgangsregeling inzake de betaling van de oude reserves. Mr Teulings is er voor, ze on middellijk in de heffing te betrekken, zij het met soepele betalingsregeling om zoo voor het bedrijfsleven belastingvrije reserves te scheppen. Ook de heer IJzerman, die zich met het ontwerp kon vereenigen, deelde dit gevoelen. Deze dingen komen bij de artikelen weer aan de orde; daar valt ook de beslissing over 't heffingspercentage Dit zal, ondanks 's hee ren IJsselmuidens amendement, wel gehand haafd blijven op 10 of, zooals de heer Wage naar zegt, op 11 procent. Dan zal er ook nog verstopping, overmatig vet wil doen verdwijnen en de schadelijke gevolgen aambeien, rheumatiek, zenuwachtigheid wil voorkomen, die zuivere bloed en ingewanden met Het resultaat is verrassend! Men bespeurt terstond den grooten di«nst aan de ge zondheid; men gevoelt zich vrijer en beter Flacon f 1.05. Dubbele flacon I 1.75 bl| apotheker» en vakdroglslen. Reel. 3839-5 17 wel wat gesproken worden over den aard van reserves. Zooals de heer Schilthuis me| het voorbeeld van verongelukte schepen aan toonde en uit de algemeene moeilijkheid om voorraden te waardeeren afleidde, zou hier wel eenige verheldering noodig zijn. Daaraan zal het bij minister De Geer niet ontbreken. Een vreemdeling zou zich verba zen over de ijzige rust, waarmee de afstam meling van het geslacht, dat in Skandinavië zulk een goeden klank heeft, ondanks de ratelende donderslagen uit het Noorden, de sprekers aanhoorde. Hij zou denken, dat de bewindsman alleen zorg had over de 20 mil lioen. Doch tegen vier uur begaf deze zich even naar den Voorzitter en wel vroeger dan anders ging daarop de Kamer uiteen. Eerlijk gezegd in de huidige omstandig heden lijkt het begrijpelijker, dat de minister van Algemeene Zaken op het departement is dan in de Kamer. Deze zal de ontwerpen nu dan ook wel in bijzonder snel tempo af handelen. Door de nationale commissie voor E. H. B. O. van het Wit-Gele Kruis is Zondag te Nieuw-Namen (Z.) een onderafdeeling R. K. E. H. B. O. opgericht. Dr. Casparie zal er als docent optreden. 66 dames en heeren traden als lid toe. Het R.K. bijkerkje in Blijdorp te R'dam is vrijwel voltooid. Een opname van het kerkje in zijn omgeving in deze nieuwe woonwijk. De laatste weken hebben zich in St. Willi- brord enkele gevallen van diphtherie voorge daan tengevolge waarvan in het gezin van J. W. aldaar reeds twee kinderen zijn over leden. Nadaf verleden week een zoontje van 4 jaar aan deze ziekte is gestorven, is thans een 5-jarig dochtertje als slachtoffer geval len. Een 2-jarig dochtertje is op medisch ad vies ter observatie in de barakken van het ziekenhuis te Oudenbosch opgenomen. Kreeg een hersenschudding en brak twee polsen. Men meldt ons uit Amsterdam: In de De Lairessestraat is. gistermorgen tusschen elf en twaalf uur een glazenwas- scher van de ladder gevallen. De man brak daardoor de beide polsen en kreeg een her senschudding. De G. G. en G. D. heeft den ongelukkige naar het Wilhelminagasthuis gebracht. Men vermoedt, dat de bestuurder de on geveer 65-jarige landbouwer J. den Hamer uit Axel onwel geworden is, want bij het onderzoek van de uit het water gehaalde auto bleek deze geheel intact te zijn. De eenige getuige van het ongeluk was een soldaat, die op wacht stond. Hij had de auto voorbij hooren rijden en daarna niets meer vernomen. Toen hij op onderzoek uitging, zag hij den wagen in het water. Den heer Den Hamer, die het eerst op den kant werd gebracht, verleende hij de eerste hulp. Omdat dit slachtoffer nog tee kenen van leven gaf, paste hij kunstmatige ademhaling toe, echter zonder succes. De heer Den Hamer was een bekende persoonlijkheid te Axel. Hij was onder meer bestuurslid van de Zeeuwsche landbouw jnaatschappij. Het stoffelijk overschot van den heer Pen Hamer is naar het ziekenhuis in Sluiskil overgebracht. Toen gistermiddag omstreeks kwart voor vier de auto uit het water werd gehaald Was de wagen leeg en de portieren waren gesloten. Daar verschillende personen met zekerheid wisten te vertellen, dat de heer Den Hamer nog twee mede-passagiers had, werd met dreggen voortgegaan. In den laten middag zijn de lijken van den 37-jarigen heer A. Verschelling, die deel uit maakte van een commissie, welke een onder zoek instelt naar de schade veroorzaakt door de schadelijke gassen, afkomstig van de fa briek Compagnie Neerlandaise de l'Azote te Sluiskil en van den ongeveer vijftigjarigen landbouwer J. van de Ree uit Zaamslag uit het kanaal opgehaald. Bang was Betty Wilson, de jeugdige eige nares van de Befaamde Dennenheuvel hoeve, in het minst niet voor de twee scha vuiten die haar, en haar Indiaansehe vrien din Lelie, en den jongen Tim Martin gevan gen genomen hadden. ZÜ en Lelie hadden niets te duchten. En zij wist zeer goed dat schurken, zooals Jaap „Maakt dat jelui wegkomt zei Jaap. en Buck, alleen dan gevaarlijk zijn, wanneer hun slachtoffers blijk van vreesachtigheid geven, maar dat zij in werkelijkheid be- hooren tot het gilde der lafaards en, ondanks hun groote monden, heel vlug in hun schulp kruipen, wanneer driest tegen haar opgetre den wordt. „Jelui speelt wel een heel gevaarlijk spel", zeide zij, in den ingang staande van de spe- link, waar de bandieten zich sinds hun vlucht verborgen gehouden hadden. „Behalve dat jelui mij beroofd hebt, en paarden steelt, wilt jelui ook kwaad doen aan Tim. Ik waarschuw jelui dat ik op het eerste het beste oogenblik sheriff Harper achter jelui aan zal zetten. Ik zal niet rusten voor jelui gevangen, en veilig achter slot en grendel zijt!" „O, zanik niet, en ruk uit!" gromde Jaap ruw, terwijl hij haar en Lelie uit den spelonk duwde. „Wij geven geen zier om je dreige menten, juffie! Tegen den tijd dat je bij she riff Harper aangeland bent, zullen wij al goed en wel buiten zijn bereik zijn! .,Sta daar toch niet met haar te kletsen! zei Buck ongeduldig. „Laat ons de paarden vasflen' en over de bergen rijden! Bind Tim hebbeP 6en van de Paarden> die WÜ nu over jaap' en breng mij de anderen hier!" te keeren0mPdte,Zich WCg\ om weldra terug hii r!wn,0 met den vastgebonden Tim, dien van de Ponnies gaf biide teugels mptvpypi Betty en Lelie over aan paard besteeg. &arna hij tenslotte zijn eigen „Jelui kunt hier zoo iang blijven, als jelui Betty keek bezorgd, terwijl zij den terugweg aanvaardden. wilt, jongedames!" zeide Buck, toen hij langs de beide meisjes reed. „Maar als ik jelui was, zou ik toch maar beginnen terug te kuieren naar de boerderij het is een aardig eind, en binnen een uur of zoo zal het donker zijn! Ga er dus vandoor!" En zich tot zijn medeplichtige wendend: „Dóór Jaap, dat pad moeten wij nemen. over de bergen! Daag!" Dit laatste woord was weder tot de meisjes gericht. Hij lachte spottend, terwijl hij met voorgewende beleefdheid zijn hoed afnam. Vervolgens zette hij de paarden aan, en met zijn makker reed hij weg in f linken draf. i „Alsals dien Tim iets ergs overkomen mocht, dan.dan zal ik op die kerels jacht laten maken, al zou het mij de laatste cent kosten, die ik bezit, Lelie!" zeide het Engel- sche meisje langzaam. „Hoe gemeen hebben zij ons er in laten loopen. Had ik maar geweten wie zij waren, toen wij hen het eerst zagen! Enfin, hier kunnen wij niets goeds uitrichten. Wij moeten maar op weg gaan. Ik ben bang dat er weinig kans is, dat wij iemand tegenkomen, die nu dezen weg uitgaat, op dezen tijd van den dag." Met op elkaar geknepen lippen vin gen de beide meisjes de lange wan deling aan, terug naar de boerderij. Betty verkeerde voortdurend in de grootste bezorgdheid om hetgeen de twee bandieten wellicht met Tim zou den doen. De jongen mocht dan al moedig en slim zijn voor zijn jaren, tegen deze twee groote ruwe kerels zou hij toch weinig kunnen uitrichten. Hij bevond zich volkomen in hun macl\t. Wat zouden zij met hem voor hebben? Het was zoo gemakkelijk iemand in de wildernis spoorloos te doen verdwijnen, zoodat geen haan ernaar kraaide. Ondertusschen trokken Buck en Jaap, met de gestolen paarden en hun geboeiden ge vangene, over het bergpad in de richting van den pas. Zij waren vol vertrouwen dat zij zich met hun buit goed en wel uit de voeten zouden kunnen maken, en dat zij bovendien wraak zouden kunnen nemen op den jongen, van wien zij zich meester gemaakt hadden. Toen zij halt gehouden hadden om hun hijgende paarden eenige rust te schenken, vernam Buck het geluid van den motor van een automobiel. „Laat ons van het pad afgaan Jaap!" zeide hij snel. „Daar komt een auto door den pas; zij rijdt het pad af in onze richting. Het is niet bepaald noodig dat iemand ons ziet en later vei telt wat hij gezien heeft". Zij was weldra uit het gezicht verdwenen, en lang voor het geluid van den puffenden motor weggestorven was, zwoegden Jaap en diens metgezel het pad wederop. „Ik wil, als ons dit mogelijk is, den pas nog vóór donker bereiken," zei Buck. „Als wij eenmaal aan den anderen kant zijn, mogen wij ons min of meer veilig achten. Ik ken een heel kleine canyon*) even voorbij den pas, waar wij veilig kampeeren kunnen. Morgen kunnen wij verder trekken naar Lucky Strike, daar de paarden verkoopen en dan ervandoor gaan naar de grens. Hij liet zich niet uit over wat er met den jongen gebeuren zou, maar het sprak vanzelf dat zij Tim niet als een geboeiden gevangene door een be woonde streek konden vervoeren. Al dien tijd hadden Betty en Lelie moeizaam den terugweg naar de boer- derij voortgezet. Het begon laat te worden, en het zou niet lang meer duren alvorens de duisternis inviel. Plotseling hoorde Betty het geluid van diezelfde kleine auto, welke de bandieten gezien hadden, en welks gepuf en geratel weergalmde in de canyons achter de beide wandelaarsters. ,.Een auto!" riep zij uit, zich schielijk om wendend. „O Lelie, ik hoop maar dat de be stuurder ons een eind wil meenemen! Het zou ons een massa kostbaren tijd uitsparen!" „Als wij den bestuurder maar kunnen aanhouden, dan kunnen wij hem uitleggen hoe de vork in den steel zit", meende Lelie. „Niemand zal toch wel zoo onvriendelijk zijn ons langs te rijden!" De rammelende auto kwam naderbij, en Betty stiet een kreet van vreugde uit, toen zij den bestuurder herkende. „Het is Jack van Jack's garage,Lelie!" riep zij uit. „Wat hebben wij tenslotte toch nog 'n geluk!" Jack's garage was nog maar enkele maanden geleden geopend aan het hoofdpad bij den Dennenheuvel-hoeve. Betty had reeds spoedig kennis ge maakt met den goedmoedigen jongen eigenaar van wien zij zelfs een auto gekocht had. „Hallo, hallo, hallo!" zeide Jack, ter wijl hij zijn auto tot staan bracht. „Wat is er dan aan de hand, miss Betty?" Haastig legde Betty hem uit, hoe zij én Lelie en de jonge Tim erop uit getrokken waren om een bezoek te brengen aan haar broer in de stad Lucky Strike, en hoe zij twee boeven in de armen geloopen, door dezen beet genomen, en tenslotte beroofd waren. „Ik dacht dat ik verscheidene paar den een eind terug hooger op in de heuvels zag," zeide Jack. „Ik kan zelfs zeggen dat ik er zeker van was maar ik herinner mij niet dat ik ze langs gegaan ben!" „Dan hebben de bandieten je vast zien aankomen en zich verscholen", meende Bet ty. „Zeg, Jack, zou je mij niet een gunst willen bewijzen?" „Heb nog nooit een gunst aan een dame geweigerd, miss Betty!" zeide de kleine garagehou der met een bree- dei grijns. „U wilt zeker dat ik u terug rijdt naar de boerderij?" „Neen," ant woordde Betty. „Ik zou willen dat u Lelie en mij eerst naar de heu vels reedt. Daar zullen die kerels wel ergens hun kamp opslaan voor den nacht. Ik wil dat zien te vinden in de hoop hulp te kunnen lichten spookachtige, dansende figuren op den weg vóór hem tooverden. „Het zal zeker een vermoeiende wacht worden, Lelie", zeide Betty, „maar wij zul len haar om beurten waarnemen, en zoo blijft altijd iets van ons wakker om te zien of de schelmen ook iets uitvoeren voor Tony met zijn troep hier kan zijn". „Het zou nogal onaangenaam voor ons kunnen worden indien bleek dat die twee mannen daar beneden vreemden waren, Bet- Als nu eens bleek dat zij vreemden waren", zeide Lelie. „Het is Jack van de garage riep Betty uit. bieden aan Tim." „Dat is in orde, Miss Betty", zeide Jack. „Ik zal het doen als dit uw wensch is". Zij hadden nog niet lang gereden of Jack wees Betty de plaats aan, waar hij de paar den gezien had. Daarna werd de reis voort gezet tot zij den vlakken, stoffigen weg van den pas zelf bereikten. Plotseling vatte Lelie, wier zintuigen het meest gescherpt waren, haar vrien din bij den arm. „Ik ruik den rook van een vuur, Betty," zeide zij. „Niet ver hier van daan is een kamp. Weer gaven beiden haar oogen de kost. Zorgvuldig zochten zij met haar blikken de omgeving af, en ten slotte ontwaarden zij den gloed van een kampvuur in een kleine, op zichzelf gelegen canyon, bijna vlak beneden haar. Zij konden twee gedaanten onder scheiden, aan weerszijden van het smeulende vuur gezeten, en dicht daarbij bespeurden zij de schimmen der paarden, benevens iets, dat in een deken gewikkeld was, en waarvan Betty zeker was dat het Tim moest zijn. „Dat zijn ze, Lelie!" zeide het Engel- sche meisje, terwijl zij zich terug begaven naar de auto. „Nu kunnen wij Jack ten minste een duidelijke boodschap voor Tony meegeven." Waaruit die boodschap bestond, behoeft wel niet gezegd te worden. Jack verklaarde zich gaarne bereid haar over te brengen. Opnieuw deed hij zijn auto keeren, en hij reed weder het bergpad af, terwijl de kop- ty", zeide Lelie. „Zou het eigenlijk niet beter zijn als wij ons ervan overtuigden dat Tim zich daar óók bevindt?" „Maar hoe kun je dat doen zonder zelf in de gaten te loopen, Lelie?" merkte Betty op. „Wij zullen alles bederven als wij zoo maar naar beneden komen om te ontdekken of zij Buck en Jaap zijn, en Tim bij zich hebben!" Lelie glimlachte, en vatte haar vriendin by den pols. „Vergeet je dat ik een Indiaansch meisje ben, Betty?" vroeg zij. „Heb je vergeten dat ik vele jaren met mijn stam geleefd heb en dat ik opgeleid ben in sporen zoeken en besluipen. Ik zou langs den kant der canyon kunnen sluipen en op enkele voet afstands van het vuurtje gaan liggen, zonder dat Buck en Jaap het minste gerucht zouden hooren dat hen tegen mijn nabijheid zou waarschuwen". „Zou je werkelijk zóó dicht bij kunnen komen dichtbij genoeg om zekerheid te verkrijgen?" vroeg Betty in spanning. „Ik zou dichtbij genoeg kunnen komen om naast die deken te gaan liggen, waarin waarschijnlijk Tim ligt", zeide Lelie. „Ik zou mjj ervan kunnen vergewissen of het Tim Isik zou zelfs in staat zijn hem te be vrijden!" „O, Lelie, dat zou prachtig zijn!" riep Bet ty uit. „Het kan mij niet schelen wat er met die schelmen gebeurt, als wij Tim maar uit hun klauwen bevrijden kunnen!" „Blijf jij dan hier wachten", zeide het Indiaansehe meisje. „Ik zal naar beneden Volkomen geruischloos sloop Lelie weg. gaan, en zien wat ik kan ontdekkenen of ik misschien nog iets meer doen kan!" Over den rand van een rotsblok glurend, keek Betty met gespannen aandacht naar het bivakvuur, en naar de gestalten, die ver licht werden door de kleine, maar thans wat hooger oplaaiende vlammen. Een najuwe doorgang steile rotswanden. tusschen hooge (Nadruk verboden). (WORDT VERVOLGD) Op 22 November van het vorig jaar reed een reserve-majoor te paard over het Noord- zee-strand en stuitte daarbij op een gegeven oogenblik op een schildwacht, die hem staande hield en het wachtwoord vroeg. De majoor, die tot een ander regiment behoorde, kon dit niet geven, waarop de schildwacht hem mededeelde, dat hij niet verder mocht rijden. Na eenig gepraat evenwel had de reserve- majoor den schildwacht overreed hem toch door te laten, waarop de schildwacht het geval direct aan zijn wachtmeester rappor teerde. Dit had tot gevolg dat deze zaak voor het hoog militair gerechtshof gebracht werd, welk college gisteren in eersten en eenigen aanleg sententie wees. Het hot veroordeelde den reserve-majoor, die inmiddels eervol uit den dienst is ont slagen, tot een geldboete van 1000 subs, een maand hechtenis wegens opzettelijke ongehoorzaamheid gepleegd in tijd van oorlog. De advocaat-fiscaal had dezelfde straf geëischt. De rijksbemiddelaar mr. T. J. Verschuur heeft de partijen, betrokken bij het dreigend conflict in de metaalindustrie, bijeengeroepen tot een bespreking in het departement van Sociale Zaken op Vrijdag a.s. Men meldt ons uit Amsterdam: Te ruim 2 uur 's namiddags heeft de inspec teur van den justitieelen dienst Maandag den dader van den moord op het kindje van vier maanden verhoord, die aanvankelijk hard nekkig bleef ontkennen. Schijnbaar afwezig en onbewogen antwoordde de man, die Zon dag door de politie was gearresteerd, op de vragen van den inspecteur, die deze onbe wogen houding verdacht vond. Het was wel waar, dat de man niet de vader was van het kind, zoodat zijn onverschilligheid niet geheel onverklaarbaar kon worden genoemd, maar het was een feit, dat hij bekend had, des nachts het laatst bij het kind te zijn ge weest, omdat het huilde. Steeds kwam de inspecteur daarop terug en de dader be speurde, dat de vermoedens van zijn onder vrager sterker en sterker werden. Na een langdurige pressie en nadat het rapport, dat de geneeskundige dienst over de sectie uit gebracht had, iederen twijfel aan de doods oorzaak had weggevaagd, kwam ten slotte de volledige bekentenis er uit. De man, een 29-jarige arbeider uit de Borgerstraat, verklaarde, dat hij op verzoek van zijn vrouw het kind was gaan omleggen en dat hij het toen opzettelijk zeer ruw ge daan had. Zijn stiefkind, dat op zoo tragische wijze om het leven kwam, was een onophou delijke bron van ruzie geweest tusschen de beide jong-gehuwden. De moeder is in den loop van den dag meermalen verhoord, maar zij bleek niet te weten, dat haar man deze vreeselijke daad met opzet had verricht. De politie heeft geen reden kunnen vinden, om haar in arrest te houden. De dader aangehouden. Gisterochtend bemerkt de grossier in groen ten en fruit Van de L. van den Hatertsche- veldweg te Nijmegen, toen hij zijn auto uit een pakhuis wilde halen, dat de deuren geforceerd waren. Toen hij het pakhuis binnenging, werd hij door iemand gegrepen en met een stuk hout op het hoofd geslagen. De man behield zijn tegenwoordigheid van geest en greep den aanvaller vast, die zich evenwel losrukte en er vandoor ging. Zijn fiets liet hij echter achter. Van de L. had een hoofdwonde en een gekneusden vinger opgeloopen. De politie stelde een onderzoek in en kon al spoedig overgaan tot de arrestatie van den dader, den 32-jarigen V., die bij Van de L. in dienst is geweest en aan wien het bekend was, dat zijn vroegere patroon zijn geld by zich draagt als hij naar de markt gaat. Naar ons wordt medegedeeld is de film getiteld: „Perpetuum Mobile", van den cineast Chr. Pointl zoo goed als gereed. Deze film (een kleuren Documentaire der jaargetijden), is geheel door hem vervaardigd en ge ïnspireerd op klassieke muziek. Er zal binnenkort voor Pers en genoodig- den de eerste vertooning worden gegeven.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1940 | | pagina 1