DE SOCIALE NOODEN
DER OPGROEIENDE JEUGD.
I
r
l:
II
16.
Geheimzinnigheden in
den nacht
Samenzweerders
\1
MAANDAG 29 APRIL 1940
Ongerustheid over Nederlandsch
visschersvaartuig.
Vermoedelijk op een mijn geloopen.
Wat Katwijker schipper vertelde.
Onze correspondent uit IJmuiden
meldt ons
Naar wij vernemen bestaat er ern
stige ongerustheid omtrent het lot van
een Nederlandsch visschersvaartuig, dat
vermoedelijk op een mijn is geloopen.
DE BOLLEVELDEN.
MIDSLAND NOG ZEEWAARDIG
WAT WETEN WE VAN
JONGE WERKLOOZEN.
Drukbezochte samenkomst
te Utrecht.
ZILVEREN ONDER WIJS-JUB1LEUM.
Prinses Juliana woonde de ochtend
vergadering hij.
i
SPANNENDE AVONTUREN VAN DEN WERELDBEROEMDEN
WONDERHOND RIN-TIN-TIN, IN HET WILDE WESTEN.
,v
AUTO TEGEN EEN BOOM GEBOTST.
1
Plotseling hief hij zijn arm omhoog
alsof hy een teeken gaf.
Over zijn schouders keek hij naar
Dave alsof hij wilde zeggen:
Ach jij arm dier 1
AFLUISTEREN VAN SCHEEPS.
GESPREKKEN.
DRAMA OP TIMOR-DILLY.
(NADRUK VER RODEN)
CENTRALE SCHADE-COMMISSIE
BOUWBEDRIJF.
JOURNALISTEN BIJ DEN DUITSCHEN
GEZANT.
15-JARIGE JONGEN VERDRONKEN.
Reeds Vrijdagavond hebben tal van vis-
schersgezinnen uit onderlinge radiogesprek
ken tusschen de visschers op zee, een bericht
opgevangen, waaruit zij meenden te mogen
afleiden, dat er in den nacht van Donderdag
op Vrijdag een schip op een mijn is ge
loopen. Men kon evenwel niet opmaken of
het hier een koopvaardijschip, een logger of
een treiler betrof.
Zaterdagnamiddag arriveerde in de haven
van IJmuiden een aantal loggers, waarvan
er sommige eveneens uit het bewuste gebied
kwamen, waar de ramp zich zou hebben
afgespeeld. Een der schippers van een Kat
wijker logger, die evenwel onbekend
wenschte te blijven, bevestigde ons de
juistheid dezer geruchten.
Ik stond Donderdagnacht aldus deze
schipper aan dek toen ik opgeschrikt werd
door een geweldige explosie. Dat was
's nachts half 4. Ik keek in 't rond en zag
in Oostelijke richting een enorme blauw
witte vlam op enkele kilometers van ons
verwijderd. Zoo hard was de knal, dat de
ruiten in onze stuurhut trilden. Enkele se
conden later kwamen uit voor- en achter
onder een aantal opvarenden in hun onder
goed naar boven. Ze meenden, dat er moge
lijk gevaar dreigde. Nauwelijks lagen ze
weer in hun kooi of een tweede exploisie
volgde tien minuten later. Ook bij deze ex
plosie steeg een geweldige vlam uit het
water op. Deze exploisie was verder van ons
schip verwijderd dan de eerste.
De schipper gaf als zijn meening, dat het
een visschersvaartuig is geweest, dat getrof
fen is. De laatste dagen waren er vele op den
rand van een mijnenveld aan 't visschen.
Wat deed u na deze explosie, vroegen
we de Katwijker schipper?
Na deze explosie besloot ik mijn man
nen te roepen het net binnen te halen en
onmiddellijk dit gebied te verlaten. Ook, een
aantal andere loggers zijn gevlucht en heb
ben op een andere, minder gevaarlijke plaats,
de netten weer uitgegooid.
Later in den avond spraken we nog eenige
schippers, die eveneens van deze plek waren
gekomen. Ook zij bevestigden de geruchten
en spraken als hun meening uit, dat bij deze
beide explosies in ieder geval een Neder
landsch visschersvaartuig het slachtoffer is
geworden.
De schipper, dien we spraken zeide geen
wrakhout te hebben gezien; maar dat kon
hij wel met groote zekerheid zeggen, dat het
geen Katwijker logger zal zijn, want die heb
ben we Zaterdag allemaal via de radio ge
controleerd.
De K. N. A. C. schrijft ons:
In verband met de groote belangstelling,
welke voor berichten omtrent den bloei der
bloemvollenvelden is gebleken te bestaan,
acht de K. N. A. C. het dienstig, aan haar
vorige mededeelingen dienaangaande thans
nog toe te voegen, dat vanwege de
weersomstandigheden de periode van den
zoo zelden voorkomenden, gecombineerden
bloei der hyacinthen, narcissen en tulpen
niet lang zal duren. Bezoekers zullen er dus
goed aan doen, hun tocht door de bollen
streek niet later te maken dan op Hemel
vaartsdag. Dat het schouwspel op den Zondag
d.a.v. nog even mooi zal zijn is reeds twij
felachtig. Men vindt de mooiste velden langs
de Pastoorslaan en Hyacinthlaan in Hille-
gom, den Zwarteweg en de route bij het
witte kerkje links af, in Lisse, benevens de
Teylingerlaan .en Speelmanlaan in Sassen-
heim. Voorts is de omgeving van Voorhout
en Noord-Wijkerhout een bezoek overwaard.
Gelijk gemeld is Vrijdag nabij de Engel-
sche kust het Nederlandsche stoomschip
„Midsland" in aanvaring geweest met het s.s,
„Bobby". Hoewel de Midsland een ernstigen
deuk in den boeg kreeg, is gisteren vastgesteld
dat de averij toch niet van dien aard is, dat
het schip niet meer zeewaardig zou zijn. Het
heeft dan ook verlof gekregen om de reis
voort te zetten.
Vrijdag was het vijf en twintig jaar gele
den, dat mej. W. M. Beenakker, hoofd van
de R. K. meisjesschool aan de Oude Vest
te Leiden, bij het katholiek onderwijs in
dienst trad. Gedurende vijf en twintig jaar
heeft zij haar beste krachten gewijd aan de
opleiding der leerlingen van deze school
eerst gedurende acht jaar als onderwijzeres
en daarna als hoofd der school.
Des morgens werd in de parochiekerk
van O. L. Vr. Hemelvaart en St. Joseph een
H. Mis van dankbaarheid opgedragen tot
intentie van de jubilaresse, welke behalve
door familieleden werd bijgewoond door de
zusters en leerlingen met onderwijzeressen
der school. Daarna had in de school een hul
diging der jubilaresse plaats in tegenwoor
digheid van het schoolbestuur en onderwij
zend personeel.
Vervolgens werd de jubilaresse in het
zusterklooster aan de Pelikaanstraat ge
huldigd door het schoolbestuur, bij monde
van zijn voorzitter, den weleerw. heer rector
F. Bornefeld. Ook de hoogeerw. heer deken
A. H. J. M. Homulle, pastoor der parochie,
huldigde mej. Beenakker voor de vele ver
diensten, welke zij zich heeft verworven.
Kon er in den loop van de vorige week
een vergadering te Utrecht, waar problemen
van de jeugd besproken werden, als zeer
belangrijk gekarakteriseerd worden, de
groote bijeenkomst, die de Ned. Vereeniging
voor „Armenzorg en Weldadigheid" Zater
dag heeft georganiseerd, was niet minder
belangrijk.
Een bont comité van aanbeveling, over
koepelend alle religie en levensbeschouwing,
gaf aan deze bijeenkomst een bijzonder ka
rakter, waaraan speciale luister werd bijge
zet door de vrij onverwachte verschijning
van H. K. H. Prinses Juliana, die op het po
dium plaats nam en de geheele ochtendzit
ting van dit sociaal congres tot aan de pauze
bijwoonde.
H. K. H. werd bij Haar komst met enkele
hartelijke woorden verwelkomd door den
voorzitter, mr. A. J. A. A. baron van Heem
stra.
H. K. H. volgde met groote belangstelling
de behandeling van het actueele onderwerp,
op deze door ongeveer 300 aanwezigen (on
der wie o.a. de Hoogeerw. heer mgr.
Frencken uit Breda en J. H. Niekel directeur
van het Philosqphicum te Warmond) bijge
woonde massale bijéénkomst ,n.l.: „De so
ciale nooden der opgroeiende jeugd".
Aanwezig waren o.a.: leiders van jeugd
organisaties, besturen van sociale instellin
gen, doctoren, psychologen, bestuursleden
van Pro Juventute, Reclasseeringsinstellin-
gen van allerlei levensrichting, ook de Cen
trale Jeugdraad.
De prae-adviezen van deskundigen op het
gebied van jeugdzorg, werden onlangs met
een supplement aangevuld. In dit supplement
is o.a. opgenomen een laatste prae-advies
van mej. G. G. Smit, insp. bij het Nijver
heidsonderwijs te 's-Gravenhage, dat tot titel
droeg: „Arbeidsvraagstukken van de vrou
welijke jeugd ten plattelande".
De prae-adviezen, in druk verschenen, wa
ren de volgende:
a. De rijpere jeugd uit het oogpunt van
de volksgezondheid (prae-adviseurs arts R.
N. M. Eijkel, oud-hoofdinspecteur van de
Volksgezondheid te's-Gravenhage en arts P.
A. van Luyt medisch-adviseur bij de Ar
beidsinspectie te 's-Gravenhage).
b. De jeugd uit een oogpunt van geeste
lijke verzorging en zedelijke beïnvloeding
(prae-adviseur prof. dr. K. Dijk, voorzitter
van den Ned. Bond van Jongelingsvereeni-
gingen op Gereformeerden grondslag, te
Zwolle; ds. J. M. de Jong, Vrijzinnig Pro-
testantsch jeugdpredikant te Amsterdam en
prof. J. H. Niekel, directeur van het Philo-
sophicum te Warmond).
c. De jeugd in het gezinsverband (prae-
adviseur dr. L. H. M. Berger, kinderpsycho
loog te 's-Gravenhage en G. v. Veen, ad
junct-directeur van het Nutsseminariuin
voor paedagogiek te Amsterdam).
d. De jeugd en de arbeid (prae-adviseur
G. W. J. van Sierenberg de Boer, hoofdin
specteur van den Arbeid te 's-Gravenhage).
e. De jeugden en de vrije tijd (prae-ad
viseur W. Thomassen, jeugdleider der ar
beiders jeugdcentrale te Amsterdam).
f. De zorg voor de verwaarloosde en
misdadige jeugd (prae-adviseur mr. H. de
Bie, voorzitter van den Ned. Bond tot Kin
derbescherming te Rotterdam).
Van de redevoeringen, waarin de sprekers
op de prae-adviezen reageerden, en waarop
enkele prae-adviseurs, n. 1. de heeren G.
van Veen, G. W. J. van Sierenberg de Boer
en W. Thomassen zeer in het kort de deba
ters van repliek dienden, stippen wij enkele
passages aan. Van een weergeven dezer 20
a 25 speeches kan uiteraard geen sprake
zijn.
De heer Noordhof (Haarlem) betreurde
het feit, dat wij eigenlijk weinig of niets af-
weten van de 300.000 werklooze jongeren,
die onvindbare pimpernels zijn, en die weg-
gestooten worden, als zij na slecht betaal
den jeugdarbeid te veel zouden moeten gaan
verdienen.
Sommige mannelijke, zoowel als vrouwe
lijke sprekers roerden de kwestie aan van
het dansen en de lichamelijke opvoeding.
Algemeen was men van oordeel dat de jeugd
vaak te vroeg in de fabrieken moet werken,
en de vakopleiding en andere ontwikkeling
daardoor steeds hopeloos in het gedrang
komt. Waar moeten deze 300.000 verstooten
jonge menschen heen? Dit vraagstuk is na
tuurlijk zoo maar niet op te lossen, maar in
elk geval is het een verheugend verschijn
sel, dat in deze bijeenkomst honderden lei
ders van alle richtingen elkaar hoorden en
elkaar begrepen over dezen socialen nood,
welke inderdaad groot is.
Mr. Rosemond uit Leiden wees er op, dat
de meeste prae-adviseurs zich wellicht
onbewust teveel richten op een „elite".
Een zeer breede massa, die onbereikbaar
schijnt, blijft' onverzorgd, en men vergete
deze massa toch niet.
Namens den minister van Sociale Zaken
RIN-TIN-T1N
llUUl,
Niemands Hoeve Zoo luidde de naam, dien
men gegeven had aan het vrijwel tot puin
vervallen gebouw op den top van den heu
vel, die ongeveer een kilometer verwijderd
lag van het stadje Zilverkreek in het verre
Westen.
Het was een heel toepasselijke naam want
reeds jaren lang had er geen mensch ge
woond. Het dak was ingestort, in de steenen
muren zag men groote gaten en de vloeren
waarover eens cowboys geloopen hadden
waren met gras begroeid.
De overlevering wilde, dat heel lang ge
leden de hoeve door vijandige Indianen over
vallen en verwoest was. Hun oorlogskreten
uitgillend waren zij onder aanvoering van
een geweldig sterk opperhoofd, Sterke Stier,
genaamd, den heuvel opgereden en hadden
de dappere verdedigers vermoord.
Thans was de hoeve niet veel meer dan
een ruine. Geen inwoner van Zilver Kreek
waagde zich ook in de nabijheid van Nie
mands Hoeve en zooals we later zullen zien
bestond daarvoor een heel goede reden.
Het vervallen gebouw werd door het maan
licht beschenen toen een groote hond den
heuvel beklom.
Die hond was Rin-Tin-Tin, de viervoetige
zwerver. Door de eenzame wildernis van het
Wilde Westen. Rinty hield den blik op de
ruine gevestigd. Wat zag deze er geheimzin
nig uit nu het bleeke maanlicht door de ga
ten en scheuren in den muur naar binnen
drong!
Plotseling bleef de hond onbewegelijk
staan terwijl zijn nekharen omhoog rezen.
Op een door de maan beschenen plek werd
een gedaante zichtbaar, met den hoofdtooi
en in de kleeren van een Indiaansch opper
hoofd. De geheimzinnige gestalte bleef roer
loos staan.
Plotseling hief hij zijn arm omhoog alsof
hij een teeken gaf.
Op hetzelfde oogenblik gebeurde er iets
Behalve den grooten Indiaan was er geen
sterveling te zien en toch klonken die kreten
aan alle kanten, spookkreten, precies zooals
deze vijftig jaar geleden bij den overval door
de Roodhuiden geklonken hadden.
Voorzichtig om de ruine heen sluipend
overtuigde Rinty er zich van, dat er buiten
dien eenen Indiaan niemand in de buurt was.
Van waar kwamen dus die spookachtige ge
luiden? Hoe kwam het, dat de echo ze door
de ruine weerkaatste?
Rinty geraakte er zóó door van streek, dat
hij zijn kop ophief en een lang, klagelijk ge
blaf liet hooren.
Een oogenblik later verdween de Indiaan
in de duisternis. Op hetzelfde oogenblik
kwam er een einde aan het angstwekkend
gegil en heerschte er opnieuw een doodsche
stilte. Geen wonder, dat Rinty zich alles be
halve op zijn gemak voelde!
Hij was echter niet de eerste, die een der
gelijk tooneel had gadegeslagen.
Vele inwoners van Zilver Creek hadden
des avonds bij de ruine precies hetzelfde ge
zien!
Weken lang reeds hadden de oorlogskre
ten in de ruine weerklonken en dat was de
reden waarom niemand zich, zeker niet in
het donker, in de nabijheid van Niemands
Hoeve waagde.
Rinty was heusch niet bang uitgevallen
doch hij voelde er niets voor om in die ge
heimzinnige donkere ruine een toevlucht
voor den nacht te zoeken.
Hij wachtte nog een poosje doch er ge
beurde verder niets bijzonders. Zijn kop
schuddend draaide hij zich om om ergens
onder den blooten hemel een slaapplaats te
zoeken.
Op den weg tusschen Winkel en Nieuwe
Niedorp is gisterochtend 'n personenauto met
groote snelheid tegen een boom gereden. De
auto werd vernield. De bestuurder, de heer
Jacobsen uit Zaandam, werd ernstig gewond;
in den wagen zat voorts de heer P. van Mook
uit Winkel, die met den schrik vrij kwam.
De heer Jacobsen heeft arm- en hoofd
wonden opgeloopen en is in bewusteloozen
toestand een woning binnengebracht.
wonderlijks. Uit alle hoeken en gaten der
ruine weerklonken schrille oorlogskreten.
Den volgenden dag arriveerde er in Zilver
Kreek een onbekende, robuste jonge man.
De eerste met wien hij in gesprek kwam
was de oude Pierre Bonnard, de Fransch-
Canadeesche winkelier.
Kom je je hier vestigen, mijn jongen?
informeerde hij glimlachend.
Ik hoop van wel, antwoordde de jonge
Dave Howard. Je moet weten, dat ik hier
een hujs bezit. Mijn grootvader is reeds ja
ren geleden gestorven maar eerst kort gele
den is zijn testament gevonden. Het blijkt nu,
dat hij mij hier in de buurt een hoeve heeft
nagelaten ofschoon ik vrees, dat deze nu wel
leelijk vervallen zal zijn.
De oude winkelier keek den jongen met
verschrikte oogen aan.
Een hoeve! stamelde hij angstig. Groote
genade, dat moet.... dat moet dan Nie
mands Hoeve zijn!
In ieder geval is het nu mijn hoeve!
lachte de jonge man. Ik sta heelemaal alleen
in de wereld en ik hoop iets van die hoeve
te maken. Maar vertel me eens, waarom kij
ken jij en die anderen mij zoo vreemd aan?
De andere in den winkel aanwezige man
nen waren nieuwsgierig naderbij gekomen.
Het was tegen zonsondergang. Dave was van
plan nog dienzelfden avond een kijkje op
de hoeve te gaan nemen.
Neen, neen Dat moet je niet doen riep
de oude Pierre. Je hebt natuurlijk niets ge
hoord van den spookachtigen Indiaan en de
oorlogskreten? Dan zullen we het je vertel
len!
Zoo hoorde Dave het verhaal van de zon
derlinge gebeurtenissen, die des avonds in
de ruine plaats grepen en waarom niemand
zich daar in de buurt durfde wagen.
Dave echter was een moedige jonge man
De hoeve was aan hem vermaakt en al was
deze dan nu niet meer dan een ruine, toch
was hij niet van plan zich door wat dan ook,
te laten verjagen van hetgeen hem rechtens
toekwam. Bovendien geloofde hij eigenlijk
niet veel van dit verhaal over Indianen en
oorlogskreten.
Gevolgd door de anderen, die probeerden
hem van zijn voornemen af te brengen, ver
liet hij den winkel. Niemand durfde met
hem mee te gaan.
plotseling zag Dave een grooten hond ter
zijde van den weg staan.
Het was Rinty, die de stad was komen
binnenloopen.
Misschien durft die hond wel met me
mee te gaan! grinnikte Dave. Hé, ouwe
jongen, kom eens hier!
De heldere stem van den jongen klonk
Rinty zeer vriendschappelijk in de ooren en
daarom kwam de zwerver onmiddellijk op
Dave toegesprongen.
Terwijl Pierre hun een laatste waarschu
wing nariep begonnen de jongen en de hond
in de invallende duisternis den nabijgelegen
heuvel te beklimmen-
Dave lachte zachtjes.
Het lijkt warempel wel een sprookje!
dacht hij. Ik heb zoo'n idee dat mijn nieuwe
vriend de hond evenmin in dien onzin ge
looft!
Toch werd Rinty een beetje zenuwachtig
toen hij bemerkte, dat het doel van den tocht
de ruine op den top van den heuvel was.
Rinty wist immers, dat het een vreemd
soortige plaats was waar vreemde dingen
gebeurden. De wonderlijke hond bleef een
oogenblik stilstaan en keek zachtjes jankend
naar Dave op.
Kom nu, je wilt me toch niet wijs ma
ken, dat jij ook al bang bent, ouwe jongen!
riep de jongen.
Neen, bang was Rinty niet, doch op zijn
honden manier probeerde hij Dave te waar
schuwen, dat hem boven op den heuveltop
gevaren dreigden. Toen hij zag, dat zijn nieu
we vriend vastbesloten was verder te gaan
ging hij opnieuw naast hem loopen.
De maan kwam op en overstraalde met
zijn bleeke licht Niemands Hoeve.
plotseling slaakte Dave een onderdrukten
kreet en verborg zich haastig achter een
rotsblok. Rinty voegde zich onmiddellijk bij
hem. Uit de schaduw was plotseling een
groote Roodhuid te voorschijn getreden
Toen deze het bekende teeken gaf klonken
weer, evenals den vorigen avond, de oor
logskreten alsof een troep onzichtbare spook-
Indianen de hoeve bezet hield.
De groote Indiaan verdween in de duister
nis en de kreten verstomden.
Dandan hadden ze du? gelijk,
fluisterde Dave, die ondanks zichzelf begon
te beven. Het is dus toch geen sprookje
De jongen voelde, dat er aan zijn mouw
getrokken werd. Het was Rinty, die zachtjes
jankte.
Het leek wel of Rinty zeggen wilde:
Kom meeLaat ons niet bang zijn maar
probeeren het geheim op te lossen.
Dave keek in de trouwe, moedige oogen
van zijn viervoetigen vriend-
Verdraaid! Je hebt meer moed dan ik.
riep hij uit. Ik dacht er warempel over om
de beenen te nemen maar nu denk ik er niet
meer aan Terwijl Rinty een eindje vooruit
liep begaven zij zich naar de vervallen hoofd
deur van Niemands Hoeve.
Rinty snuffelde met zijn neus langs den
grond op zoek naar het spoor van den vreem
den Roodhuid. Hij leidde Dave naar een
der in puin liggende vertrekken van de
hoeve.
Met bonzend hart en ingehouden adem
stond de jongen te luisteren. Alles was stil
en verlaten.
Waar zouden die oorlogskreten vandaan
gekomen zijn vroeg hij zich af. Ik zag maar
één Indiaan en toch kwamen ze van alle
kanten.
Wat voerde Rinty eigenlijk uit? Hij was
naar een der kale muren geloopen en duwde
met zijn poot tegen een der groote, vierkante
steenen waaruit deze opgetrokken was. Over
zijn schouder keek hij naar Dave alsof hij
wilde zeggen:
Hier is die Roodhuid verdwenen, dat
weet ik zeker!
Dave betastte den steen voorzichtig en...
„klik" de steen draaide, toen hij een bepaal
de plaats aanraakte, om zijn as waardoor
een opening zichtbaar werd.
Rinty beefde van opwinding Hij au e
door de donkere opening aV?°f. J er vo]"
komen zeker van was, dat dit de weg was.
dien zij moesten volgen.
Zonder zich te bedenken volgde Dave hem
en kwam tot de ontdekking, dat hij zich op
de bovenste trede van een steenen onder-
aardsche trap bevond.
Van beneden drong een zwak licht en het
geluid van stemmen tot hem door. Naast
elkaar liepen Dave en Rinty op hun teenen
de trap af-
Beneden aangekomen zagen hun oogen
een vreemd schouwspel. Zij keken in een
onderaardsch gewelf, dat door verschillende
lantaarns verlicht werd. In een hoek was een
groote man bezig zin*1 van een s*el Indianen
kleeren te ontdoen. Het was de man, die
zoo geheimzinnig uit de duisternis te voor
schijn was getreden doch zij konden duide
lijk zien, dat hij heelemaal geen Indiaan
was!
In het midden van het gewelf hing een
voorwerp, dat onmiddellijk door Dave her
kend werd hoewel Rinty de beteekenis er
van natuurlijk niet snapte. Het was een mi
crofoon!
Voor de microfoon stond een kleine man
die plotseling zijn mond er vlak voor hield
en het geluid nabootste van Indiaansche
oorlogskreten.
(WORDT VERVOLGD)
Het schilderij van Hans Jordaens voor*
stellend „Tocht der Israëlieten door dé
Roode Zee", dat gedurende veertig jaar irt
bruikleen in het Mauritshuis in Den Haag
heeft gehangen, komt in veiling op de door
van Marle en Bignell te houden kunst
veiling op 30 April en 1 Mei a.s.
voerde de heer Meijer de Vries het woord.
Spr. merkte op, dat de minister geleidelijk
tot jeugdregistratie zal overgaan, waarop di
verse sprekers hadden aangedrongen. Spr.
riep allen op, om gezamenlijk alle krach
ten in te spannen, opdat de tallooze jonge
ren er toe komen, den weg te vinden tot
de arbeidsmogelykheid, door samenwerking
tusschen Rijk en gemeenten geschapen.
Prof. Niekel, die niet op bepaalde details
inging maakte nog eenige opmerkingen over
de noodzaak van godsdienstige opvoeding en
drong er bij allen die gelooven, op aan voor
de jeugd vooral te bidden en de jeugd zoo
veel mogelijk tot bidden te brengen.
Met e*;n kort woord van dank tot alle
sprekers en prae-adviseurs sloot baron van
Heemstra deze bijeenkomst, die allen nieuwe
stof tot ernstige overweging gegeven heeft.
Strafvervolging bij misbruik.
De aandacht wordt er nog eens op geves
tigd, dat het aan niet-rechthebbenden uit
drukkelijk verboden is van scheepsradio-
telefoongesprekken aanteekening te houden,
op eenige wijze van het gehoorde gebruik
te maken of den inhoud, de strekking of het
bestaan der gesprekken aan derden bekend
te maken.
Bij overtreding van dit verbod zal, inge
volge artikel 63, le lid van het radioregle
ment, tot strafvervolging worden overge
gaan.
Australiër door inhoemschen vermoord.
KOEPANG ,27 April (A.N.P.)
Uit Timor-Dilly wordt vernomen, dat da
heer John Stephenson, die eenige jaren gele
den door een Australische firma naar Dilly
werd gezonden voor den verbouw van ka
toen door inheemschen is vermoord, terwijl
zijn huis werd plat gebrand. De heer Ste
phenson is overleden, nadat hij gedurende
vier dagen bewusteloos was. De reden van
dit drama is niet bekend.
Te 's Gravenhage heeft de vijfde jaarver
gadering van de Centrale schade-commissie
voor het bouwbedrijf plaats gevonden on
der leiding van den heer J. T. Th. Stuy.
In beginsel werd besloten een brochure
uit te geven, waarin het doel d-er schade-
commissies uiteen wordt gezet. De redactie
van het officieel orgaan „Bouwschade" zal
voor 1940 bestaan uit de heeren J. T. Th.
Stuy, F. J. Rademakers en N. M. J. Mun-
zert.
De heer Stuy heeft in een uitvoerig be
toog de reorganisatieplannen uiteengezet
Hieruit bleek, dat er een ze-er redelijke kans
bestaat, dat binnen afzienbaren tijd schade-
commissies in alle belangrijke centra van
ons land zullen zijn.
Het Duitsche Gezantschap heeft Zaterdag
een aantal journalisten uitgenoodigd om
naar de verklaring van minister von Rib-
bentrop te komen luisteren.
Journalisten van verschillende richtingen
hadden gevolg gegeven aan de invitatie.
Z.Ex. de Duitsche gezant was aanwezig en
begroette elk der gasten persoonlijk. Er
werd niet gesproken.
Zaterdagochtend om acht uur had de 15-
jarige L. Rozema de ouderlijke woning te
Haren (Gr.) verlaten. Des namiddags om
vijf uur werd zijn fiets bij het Noord Wil
lemskanaal gevonden. Zondagochtend tien
uur heeft men zijn lijk opgehaald en voorloo-
pig naar het lijkenhuisje te Haren overge
bracht.