DE SOCIALE NOODEN DER OPGROEIENDE JEUGD. I r l: II 16. Geheimzinnigheden in den nacht Samenzweerders \1 MAANDAG 29 APRIL 1940 Ongerustheid over Nederlandsch visschersvaartuig. Vermoedelijk op een mijn geloopen. Wat Katwijker schipper vertelde. Onze correspondent uit IJmuiden meldt ons Naar wij vernemen bestaat er ern stige ongerustheid omtrent het lot van een Nederlandsch visschersvaartuig, dat vermoedelijk op een mijn is geloopen. DE BOLLEVELDEN. MIDSLAND NOG ZEEWAARDIG WAT WETEN WE VAN JONGE WERKLOOZEN. Drukbezochte samenkomst te Utrecht. ZILVEREN ONDER WIJS-JUB1LEUM. Prinses Juliana woonde de ochtend vergadering hij. i SPANNENDE AVONTUREN VAN DEN WERELDBEROEMDEN WONDERHOND RIN-TIN-TIN, IN HET WILDE WESTEN. ,v AUTO TEGEN EEN BOOM GEBOTST. 1 Plotseling hief hij zijn arm omhoog alsof hy een teeken gaf. Over zijn schouders keek hij naar Dave alsof hij wilde zeggen: Ach jij arm dier 1 AFLUISTEREN VAN SCHEEPS. GESPREKKEN. DRAMA OP TIMOR-DILLY. (NADRUK VER RODEN) CENTRALE SCHADE-COMMISSIE BOUWBEDRIJF. JOURNALISTEN BIJ DEN DUITSCHEN GEZANT. 15-JARIGE JONGEN VERDRONKEN. Reeds Vrijdagavond hebben tal van vis- schersgezinnen uit onderlinge radiogesprek ken tusschen de visschers op zee, een bericht opgevangen, waaruit zij meenden te mogen afleiden, dat er in den nacht van Donderdag op Vrijdag een schip op een mijn is ge loopen. Men kon evenwel niet opmaken of het hier een koopvaardijschip, een logger of een treiler betrof. Zaterdagnamiddag arriveerde in de haven van IJmuiden een aantal loggers, waarvan er sommige eveneens uit het bewuste gebied kwamen, waar de ramp zich zou hebben afgespeeld. Een der schippers van een Kat wijker logger, die evenwel onbekend wenschte te blijven, bevestigde ons de juistheid dezer geruchten. Ik stond Donderdagnacht aldus deze schipper aan dek toen ik opgeschrikt werd door een geweldige explosie. Dat was 's nachts half 4. Ik keek in 't rond en zag in Oostelijke richting een enorme blauw witte vlam op enkele kilometers van ons verwijderd. Zoo hard was de knal, dat de ruiten in onze stuurhut trilden. Enkele se conden later kwamen uit voor- en achter onder een aantal opvarenden in hun onder goed naar boven. Ze meenden, dat er moge lijk gevaar dreigde. Nauwelijks lagen ze weer in hun kooi of een tweede exploisie volgde tien minuten later. Ook bij deze ex plosie steeg een geweldige vlam uit het water op. Deze exploisie was verder van ons schip verwijderd dan de eerste. De schipper gaf als zijn meening, dat het een visschersvaartuig is geweest, dat getrof fen is. De laatste dagen waren er vele op den rand van een mijnenveld aan 't visschen. Wat deed u na deze explosie, vroegen we de Katwijker schipper? Na deze explosie besloot ik mijn man nen te roepen het net binnen te halen en onmiddellijk dit gebied te verlaten. Ook, een aantal andere loggers zijn gevlucht en heb ben op een andere, minder gevaarlijke plaats, de netten weer uitgegooid. Later in den avond spraken we nog eenige schippers, die eveneens van deze plek waren gekomen. Ook zij bevestigden de geruchten en spraken als hun meening uit, dat bij deze beide explosies in ieder geval een Neder landsch visschersvaartuig het slachtoffer is geworden. De schipper, dien we spraken zeide geen wrakhout te hebben gezien; maar dat kon hij wel met groote zekerheid zeggen, dat het geen Katwijker logger zal zijn, want die heb ben we Zaterdag allemaal via de radio ge controleerd. De K. N. A. C. schrijft ons: In verband met de groote belangstelling, welke voor berichten omtrent den bloei der bloemvollenvelden is gebleken te bestaan, acht de K. N. A. C. het dienstig, aan haar vorige mededeelingen dienaangaande thans nog toe te voegen, dat vanwege de weersomstandigheden de periode van den zoo zelden voorkomenden, gecombineerden bloei der hyacinthen, narcissen en tulpen niet lang zal duren. Bezoekers zullen er dus goed aan doen, hun tocht door de bollen streek niet later te maken dan op Hemel vaartsdag. Dat het schouwspel op den Zondag d.a.v. nog even mooi zal zijn is reeds twij felachtig. Men vindt de mooiste velden langs de Pastoorslaan en Hyacinthlaan in Hille- gom, den Zwarteweg en de route bij het witte kerkje links af, in Lisse, benevens de Teylingerlaan .en Speelmanlaan in Sassen- heim. Voorts is de omgeving van Voorhout en Noord-Wijkerhout een bezoek overwaard. Gelijk gemeld is Vrijdag nabij de Engel- sche kust het Nederlandsche stoomschip „Midsland" in aanvaring geweest met het s.s, „Bobby". Hoewel de Midsland een ernstigen deuk in den boeg kreeg, is gisteren vastgesteld dat de averij toch niet van dien aard is, dat het schip niet meer zeewaardig zou zijn. Het heeft dan ook verlof gekregen om de reis voort te zetten. Vrijdag was het vijf en twintig jaar gele den, dat mej. W. M. Beenakker, hoofd van de R. K. meisjesschool aan de Oude Vest te Leiden, bij het katholiek onderwijs in dienst trad. Gedurende vijf en twintig jaar heeft zij haar beste krachten gewijd aan de opleiding der leerlingen van deze school eerst gedurende acht jaar als onderwijzeres en daarna als hoofd der school. Des morgens werd in de parochiekerk van O. L. Vr. Hemelvaart en St. Joseph een H. Mis van dankbaarheid opgedragen tot intentie van de jubilaresse, welke behalve door familieleden werd bijgewoond door de zusters en leerlingen met onderwijzeressen der school. Daarna had in de school een hul diging der jubilaresse plaats in tegenwoor digheid van het schoolbestuur en onderwij zend personeel. Vervolgens werd de jubilaresse in het zusterklooster aan de Pelikaanstraat ge huldigd door het schoolbestuur, bij monde van zijn voorzitter, den weleerw. heer rector F. Bornefeld. Ook de hoogeerw. heer deken A. H. J. M. Homulle, pastoor der parochie, huldigde mej. Beenakker voor de vele ver diensten, welke zij zich heeft verworven. Kon er in den loop van de vorige week een vergadering te Utrecht, waar problemen van de jeugd besproken werden, als zeer belangrijk gekarakteriseerd worden, de groote bijeenkomst, die de Ned. Vereeniging voor „Armenzorg en Weldadigheid" Zater dag heeft georganiseerd, was niet minder belangrijk. Een bont comité van aanbeveling, over koepelend alle religie en levensbeschouwing, gaf aan deze bijeenkomst een bijzonder ka rakter, waaraan speciale luister werd bijge zet door de vrij onverwachte verschijning van H. K. H. Prinses Juliana, die op het po dium plaats nam en de geheele ochtendzit ting van dit sociaal congres tot aan de pauze bijwoonde. H. K. H. werd bij Haar komst met enkele hartelijke woorden verwelkomd door den voorzitter, mr. A. J. A. A. baron van Heem stra. H. K. H. volgde met groote belangstelling de behandeling van het actueele onderwerp, op deze door ongeveer 300 aanwezigen (on der wie o.a. de Hoogeerw. heer mgr. Frencken uit Breda en J. H. Niekel directeur van het Philosqphicum te Warmond) bijge woonde massale bijéénkomst ,n.l.: „De so ciale nooden der opgroeiende jeugd". Aanwezig waren o.a.: leiders van jeugd organisaties, besturen van sociale instellin gen, doctoren, psychologen, bestuursleden van Pro Juventute, Reclasseeringsinstellin- gen van allerlei levensrichting, ook de Cen trale Jeugdraad. De prae-adviezen van deskundigen op het gebied van jeugdzorg, werden onlangs met een supplement aangevuld. In dit supplement is o.a. opgenomen een laatste prae-advies van mej. G. G. Smit, insp. bij het Nijver heidsonderwijs te 's-Gravenhage, dat tot titel droeg: „Arbeidsvraagstukken van de vrou welijke jeugd ten plattelande". De prae-adviezen, in druk verschenen, wa ren de volgende: a. De rijpere jeugd uit het oogpunt van de volksgezondheid (prae-adviseurs arts R. N. M. Eijkel, oud-hoofdinspecteur van de Volksgezondheid te's-Gravenhage en arts P. A. van Luyt medisch-adviseur bij de Ar beidsinspectie te 's-Gravenhage). b. De jeugd uit een oogpunt van geeste lijke verzorging en zedelijke beïnvloeding (prae-adviseur prof. dr. K. Dijk, voorzitter van den Ned. Bond van Jongelingsvereeni- gingen op Gereformeerden grondslag, te Zwolle; ds. J. M. de Jong, Vrijzinnig Pro- testantsch jeugdpredikant te Amsterdam en prof. J. H. Niekel, directeur van het Philo- sophicum te Warmond). c. De jeugd in het gezinsverband (prae- adviseur dr. L. H. M. Berger, kinderpsycho loog te 's-Gravenhage en G. v. Veen, ad junct-directeur van het Nutsseminariuin voor paedagogiek te Amsterdam). d. De jeugd en de arbeid (prae-adviseur G. W. J. van Sierenberg de Boer, hoofdin specteur van den Arbeid te 's-Gravenhage). e. De jeugden en de vrije tijd (prae-ad viseur W. Thomassen, jeugdleider der ar beiders jeugdcentrale te Amsterdam). f. De zorg voor de verwaarloosde en misdadige jeugd (prae-adviseur mr. H. de Bie, voorzitter van den Ned. Bond tot Kin derbescherming te Rotterdam). Van de redevoeringen, waarin de sprekers op de prae-adviezen reageerden, en waarop enkele prae-adviseurs, n. 1. de heeren G. van Veen, G. W. J. van Sierenberg de Boer en W. Thomassen zeer in het kort de deba ters van repliek dienden, stippen wij enkele passages aan. Van een weergeven dezer 20 a 25 speeches kan uiteraard geen sprake zijn. De heer Noordhof (Haarlem) betreurde het feit, dat wij eigenlijk weinig of niets af- weten van de 300.000 werklooze jongeren, die onvindbare pimpernels zijn, en die weg- gestooten worden, als zij na slecht betaal den jeugdarbeid te veel zouden moeten gaan verdienen. Sommige mannelijke, zoowel als vrouwe lijke sprekers roerden de kwestie aan van het dansen en de lichamelijke opvoeding. Algemeen was men van oordeel dat de jeugd vaak te vroeg in de fabrieken moet werken, en de vakopleiding en andere ontwikkeling daardoor steeds hopeloos in het gedrang komt. Waar moeten deze 300.000 verstooten jonge menschen heen? Dit vraagstuk is na tuurlijk zoo maar niet op te lossen, maar in elk geval is het een verheugend verschijn sel, dat in deze bijeenkomst honderden lei ders van alle richtingen elkaar hoorden en elkaar begrepen over dezen socialen nood, welke inderdaad groot is. Mr. Rosemond uit Leiden wees er op, dat de meeste prae-adviseurs zich wellicht onbewust teveel richten op een „elite". Een zeer breede massa, die onbereikbaar schijnt, blijft' onverzorgd, en men vergete deze massa toch niet. Namens den minister van Sociale Zaken RIN-TIN-T1N llUUl, Niemands Hoeve Zoo luidde de naam, dien men gegeven had aan het vrijwel tot puin vervallen gebouw op den top van den heu vel, die ongeveer een kilometer verwijderd lag van het stadje Zilverkreek in het verre Westen. Het was een heel toepasselijke naam want reeds jaren lang had er geen mensch ge woond. Het dak was ingestort, in de steenen muren zag men groote gaten en de vloeren waarover eens cowboys geloopen hadden waren met gras begroeid. De overlevering wilde, dat heel lang ge leden de hoeve door vijandige Indianen over vallen en verwoest was. Hun oorlogskreten uitgillend waren zij onder aanvoering van een geweldig sterk opperhoofd, Sterke Stier, genaamd, den heuvel opgereden en hadden de dappere verdedigers vermoord. Thans was de hoeve niet veel meer dan een ruine. Geen inwoner van Zilver Kreek waagde zich ook in de nabijheid van Nie mands Hoeve en zooals we later zullen zien bestond daarvoor een heel goede reden. Het vervallen gebouw werd door het maan licht beschenen toen een groote hond den heuvel beklom. Die hond was Rin-Tin-Tin, de viervoetige zwerver. Door de eenzame wildernis van het Wilde Westen. Rinty hield den blik op de ruine gevestigd. Wat zag deze er geheimzin nig uit nu het bleeke maanlicht door de ga ten en scheuren in den muur naar binnen drong! Plotseling bleef de hond onbewegelijk staan terwijl zijn nekharen omhoog rezen. Op een door de maan beschenen plek werd een gedaante zichtbaar, met den hoofdtooi en in de kleeren van een Indiaansch opper hoofd. De geheimzinnige gestalte bleef roer loos staan. Plotseling hief hij zijn arm omhoog alsof hij een teeken gaf. Op hetzelfde oogenblik gebeurde er iets Behalve den grooten Indiaan was er geen sterveling te zien en toch klonken die kreten aan alle kanten, spookkreten, precies zooals deze vijftig jaar geleden bij den overval door de Roodhuiden geklonken hadden. Voorzichtig om de ruine heen sluipend overtuigde Rinty er zich van, dat er buiten dien eenen Indiaan niemand in de buurt was. Van waar kwamen dus die spookachtige ge luiden? Hoe kwam het, dat de echo ze door de ruine weerkaatste? Rinty geraakte er zóó door van streek, dat hij zijn kop ophief en een lang, klagelijk ge blaf liet hooren. Een oogenblik later verdween de Indiaan in de duisternis. Op hetzelfde oogenblik kwam er een einde aan het angstwekkend gegil en heerschte er opnieuw een doodsche stilte. Geen wonder, dat Rinty zich alles be halve op zijn gemak voelde! Hij was echter niet de eerste, die een der gelijk tooneel had gadegeslagen. Vele inwoners van Zilver Creek hadden des avonds bij de ruine precies hetzelfde ge zien! Weken lang reeds hadden de oorlogskre ten in de ruine weerklonken en dat was de reden waarom niemand zich, zeker niet in het donker, in de nabijheid van Niemands Hoeve waagde. Rinty was heusch niet bang uitgevallen doch hij voelde er niets voor om in die ge heimzinnige donkere ruine een toevlucht voor den nacht te zoeken. Hij wachtte nog een poosje doch er ge beurde verder niets bijzonders. Zijn kop schuddend draaide hij zich om om ergens onder den blooten hemel een slaapplaats te zoeken. Op den weg tusschen Winkel en Nieuwe Niedorp is gisterochtend 'n personenauto met groote snelheid tegen een boom gereden. De auto werd vernield. De bestuurder, de heer Jacobsen uit Zaandam, werd ernstig gewond; in den wagen zat voorts de heer P. van Mook uit Winkel, die met den schrik vrij kwam. De heer Jacobsen heeft arm- en hoofd wonden opgeloopen en is in bewusteloozen toestand een woning binnengebracht. wonderlijks. Uit alle hoeken en gaten der ruine weerklonken schrille oorlogskreten. Den volgenden dag arriveerde er in Zilver Kreek een onbekende, robuste jonge man. De eerste met wien hij in gesprek kwam was de oude Pierre Bonnard, de Fransch- Canadeesche winkelier. Kom je je hier vestigen, mijn jongen? informeerde hij glimlachend. Ik hoop van wel, antwoordde de jonge Dave Howard. Je moet weten, dat ik hier een hujs bezit. Mijn grootvader is reeds ja ren geleden gestorven maar eerst kort gele den is zijn testament gevonden. Het blijkt nu, dat hij mij hier in de buurt een hoeve heeft nagelaten ofschoon ik vrees, dat deze nu wel leelijk vervallen zal zijn. De oude winkelier keek den jongen met verschrikte oogen aan. Een hoeve! stamelde hij angstig. Groote genade, dat moet.... dat moet dan Nie mands Hoeve zijn! In ieder geval is het nu mijn hoeve! lachte de jonge man. Ik sta heelemaal alleen in de wereld en ik hoop iets van die hoeve te maken. Maar vertel me eens, waarom kij ken jij en die anderen mij zoo vreemd aan? De andere in den winkel aanwezige man nen waren nieuwsgierig naderbij gekomen. Het was tegen zonsondergang. Dave was van plan nog dienzelfden avond een kijkje op de hoeve te gaan nemen. Neen, neen Dat moet je niet doen riep de oude Pierre. Je hebt natuurlijk niets ge hoord van den spookachtigen Indiaan en de oorlogskreten? Dan zullen we het je vertel len! Zoo hoorde Dave het verhaal van de zon derlinge gebeurtenissen, die des avonds in de ruine plaats grepen en waarom niemand zich daar in de buurt durfde wagen. Dave echter was een moedige jonge man De hoeve was aan hem vermaakt en al was deze dan nu niet meer dan een ruine, toch was hij niet van plan zich door wat dan ook, te laten verjagen van hetgeen hem rechtens toekwam. Bovendien geloofde hij eigenlijk niet veel van dit verhaal over Indianen en oorlogskreten. Gevolgd door de anderen, die probeerden hem van zijn voornemen af te brengen, ver liet hij den winkel. Niemand durfde met hem mee te gaan. plotseling zag Dave een grooten hond ter zijde van den weg staan. Het was Rinty, die de stad was komen binnenloopen. Misschien durft die hond wel met me mee te gaan! grinnikte Dave. Hé, ouwe jongen, kom eens hier! De heldere stem van den jongen klonk Rinty zeer vriendschappelijk in de ooren en daarom kwam de zwerver onmiddellijk op Dave toegesprongen. Terwijl Pierre hun een laatste waarschu wing nariep begonnen de jongen en de hond in de invallende duisternis den nabijgelegen heuvel te beklimmen- Dave lachte zachtjes. Het lijkt warempel wel een sprookje! dacht hij. Ik heb zoo'n idee dat mijn nieuwe vriend de hond evenmin in dien onzin ge looft! Toch werd Rinty een beetje zenuwachtig toen hij bemerkte, dat het doel van den tocht de ruine op den top van den heuvel was. Rinty wist immers, dat het een vreemd soortige plaats was waar vreemde dingen gebeurden. De wonderlijke hond bleef een oogenblik stilstaan en keek zachtjes jankend naar Dave op. Kom nu, je wilt me toch niet wijs ma ken, dat jij ook al bang bent, ouwe jongen! riep de jongen. Neen, bang was Rinty niet, doch op zijn honden manier probeerde hij Dave te waar schuwen, dat hem boven op den heuveltop gevaren dreigden. Toen hij zag, dat zijn nieu we vriend vastbesloten was verder te gaan ging hij opnieuw naast hem loopen. De maan kwam op en overstraalde met zijn bleeke licht Niemands Hoeve. plotseling slaakte Dave een onderdrukten kreet en verborg zich haastig achter een rotsblok. Rinty voegde zich onmiddellijk bij hem. Uit de schaduw was plotseling een groote Roodhuid te voorschijn getreden Toen deze het bekende teeken gaf klonken weer, evenals den vorigen avond, de oor logskreten alsof een troep onzichtbare spook- Indianen de hoeve bezet hield. De groote Indiaan verdween in de duister nis en de kreten verstomden. Dandan hadden ze du? gelijk, fluisterde Dave, die ondanks zichzelf begon te beven. Het is dus toch geen sprookje De jongen voelde, dat er aan zijn mouw getrokken werd. Het was Rinty, die zachtjes jankte. Het leek wel of Rinty zeggen wilde: Kom meeLaat ons niet bang zijn maar probeeren het geheim op te lossen. Dave keek in de trouwe, moedige oogen van zijn viervoetigen vriend- Verdraaid! Je hebt meer moed dan ik. riep hij uit. Ik dacht er warempel over om de beenen te nemen maar nu denk ik er niet meer aan Terwijl Rinty een eindje vooruit liep begaven zij zich naar de vervallen hoofd deur van Niemands Hoeve. Rinty snuffelde met zijn neus langs den grond op zoek naar het spoor van den vreem den Roodhuid. Hij leidde Dave naar een der in puin liggende vertrekken van de hoeve. Met bonzend hart en ingehouden adem stond de jongen te luisteren. Alles was stil en verlaten. Waar zouden die oorlogskreten vandaan gekomen zijn vroeg hij zich af. Ik zag maar één Indiaan en toch kwamen ze van alle kanten. Wat voerde Rinty eigenlijk uit? Hij was naar een der kale muren geloopen en duwde met zijn poot tegen een der groote, vierkante steenen waaruit deze opgetrokken was. Over zijn schouder keek hij naar Dave alsof hij wilde zeggen: Hier is die Roodhuid verdwenen, dat weet ik zeker! Dave betastte den steen voorzichtig en... „klik" de steen draaide, toen hij een bepaal de plaats aanraakte, om zijn as waardoor een opening zichtbaar werd. Rinty beefde van opwinding Hij au e door de donkere opening aV?°f. J er vo]" komen zeker van was, dat dit de weg was. dien zij moesten volgen. Zonder zich te bedenken volgde Dave hem en kwam tot de ontdekking, dat hij zich op de bovenste trede van een steenen onder- aardsche trap bevond. Van beneden drong een zwak licht en het geluid van stemmen tot hem door. Naast elkaar liepen Dave en Rinty op hun teenen de trap af- Beneden aangekomen zagen hun oogen een vreemd schouwspel. Zij keken in een onderaardsch gewelf, dat door verschillende lantaarns verlicht werd. In een hoek was een groote man bezig zin*1 van een s*el Indianen kleeren te ontdoen. Het was de man, die zoo geheimzinnig uit de duisternis te voor schijn was getreden doch zij konden duide lijk zien, dat hij heelemaal geen Indiaan was! In het midden van het gewelf hing een voorwerp, dat onmiddellijk door Dave her kend werd hoewel Rinty de beteekenis er van natuurlijk niet snapte. Het was een mi crofoon! Voor de microfoon stond een kleine man die plotseling zijn mond er vlak voor hield en het geluid nabootste van Indiaansche oorlogskreten. (WORDT VERVOLGD) Het schilderij van Hans Jordaens voor* stellend „Tocht der Israëlieten door dé Roode Zee", dat gedurende veertig jaar irt bruikleen in het Mauritshuis in Den Haag heeft gehangen, komt in veiling op de door van Marle en Bignell te houden kunst veiling op 30 April en 1 Mei a.s. voerde de heer Meijer de Vries het woord. Spr. merkte op, dat de minister geleidelijk tot jeugdregistratie zal overgaan, waarop di verse sprekers hadden aangedrongen. Spr. riep allen op, om gezamenlijk alle krach ten in te spannen, opdat de tallooze jonge ren er toe komen, den weg te vinden tot de arbeidsmogelykheid, door samenwerking tusschen Rijk en gemeenten geschapen. Prof. Niekel, die niet op bepaalde details inging maakte nog eenige opmerkingen over de noodzaak van godsdienstige opvoeding en drong er bij allen die gelooven, op aan voor de jeugd vooral te bidden en de jeugd zoo veel mogelijk tot bidden te brengen. Met e*;n kort woord van dank tot alle sprekers en prae-adviseurs sloot baron van Heemstra deze bijeenkomst, die allen nieuwe stof tot ernstige overweging gegeven heeft. Strafvervolging bij misbruik. De aandacht wordt er nog eens op geves tigd, dat het aan niet-rechthebbenden uit drukkelijk verboden is van scheepsradio- telefoongesprekken aanteekening te houden, op eenige wijze van het gehoorde gebruik te maken of den inhoud, de strekking of het bestaan der gesprekken aan derden bekend te maken. Bij overtreding van dit verbod zal, inge volge artikel 63, le lid van het radioregle ment, tot strafvervolging worden overge gaan. Australiër door inhoemschen vermoord. KOEPANG ,27 April (A.N.P.) Uit Timor-Dilly wordt vernomen, dat da heer John Stephenson, die eenige jaren gele den door een Australische firma naar Dilly werd gezonden voor den verbouw van ka toen door inheemschen is vermoord, terwijl zijn huis werd plat gebrand. De heer Ste phenson is overleden, nadat hij gedurende vier dagen bewusteloos was. De reden van dit drama is niet bekend. Te 's Gravenhage heeft de vijfde jaarver gadering van de Centrale schade-commissie voor het bouwbedrijf plaats gevonden on der leiding van den heer J. T. Th. Stuy. In beginsel werd besloten een brochure uit te geven, waarin het doel d-er schade- commissies uiteen wordt gezet. De redactie van het officieel orgaan „Bouwschade" zal voor 1940 bestaan uit de heeren J. T. Th. Stuy, F. J. Rademakers en N. M. J. Mun- zert. De heer Stuy heeft in een uitvoerig be toog de reorganisatieplannen uiteengezet Hieruit bleek, dat er een ze-er redelijke kans bestaat, dat binnen afzienbaren tijd schade- commissies in alle belangrijke centra van ons land zullen zijn. Het Duitsche Gezantschap heeft Zaterdag een aantal journalisten uitgenoodigd om naar de verklaring van minister von Rib- bentrop te komen luisteren. Journalisten van verschillende richtingen hadden gevolg gegeven aan de invitatie. Z.Ex. de Duitsche gezant was aanwezig en begroette elk der gasten persoonlijk. Er werd niet gesproken. Zaterdagochtend om acht uur had de 15- jarige L. Rozema de ouderlijke woning te Haren (Gr.) verlaten. Des namiddags om vijf uur werd zijn fiets bij het Noord Wil lemskanaal gevonden. Zondagochtend tien uur heeft men zijn lijk opgehaald en voorloo- pig naar het lijkenhuisje te Haren overge bracht.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1940 | | pagina 4