EEN NIEUWE
Fransché filmkomiek.
Nog eens
„Filmtöppen'-.
„Flet gelieim van de
Witte Kamer".
Een romantische
Fransché film.
ZATERDAG 4 MEI 1940 -
De Marseillaan Rellys.
„Panama-patrouille
BROEDER ORCHIDEE.
Moorden in een ziekenhuis.
„Alle hens aan dek".
HANS MOSER SPEELT EEN
HOOFDROL.
In
Je hebt 't of je hebt
't niet".
BEKENDE ACTRICES VAN VROEGER
KOMEN TERUG.
O.
De nieuive Fransché filmkomiek Rellys in „Narcisse'
De bekende Fransché komiek Fernandel
heeft een gevaarlijken mededinger gekregen
in zijn stadgenoot ReUys- De» «als Fer
nandel het jaren geleden deed van MarseU e
naar Parijs „geklommen zooals de Marseil-
lanen zeggen. C^e.BariJzenaar zal daar rou-
wis om zijn, "WaTït hlJ 0061 1(16 menschen
schudden van het lachen. Met zijn eerste
film Narcisse" nier op het oogenblik
volle zalen trekt, heeft hij het publiek vero-
vend, en
oaam gemiaakt.
Narcisse" is ^en soldiatenfilm, maar een
soi'datenfi'lm uit den modernen tijd en speelt
dus iin een vliegkamp.
Narcisse Pigeon is een banketbakker met
artistieke neigingen (Rellys zelf is als koeke-
bakker begonnen). Hij hoort dat een pas
overleden neef 10 millioen nalaat aan één
van zijn beide neven, die het eerst zijn bre
vet van militair vlieger haalt. Hoewel hy
niets voelt voor de aviatiek of voor den
militairen dienst, last heeft van duizeligheid
en bovendien nog erg stuntelig en onhandig
is, begrijpt hij toch dat het dwaasheid zou
zijn niet te probeeren die 10 millioen machtig
te worden. Als hij verwezen en versuft bui
ten komt, maakt hij kennis met een estafette
die net met zijn motorf iets wil wegrijden en
Narcisse voorstelt in zijn zijspajt te stappen.
Hij bu-(it hem gastvrijheid aan en dat is het
begin van een reeks verwikkelingen, waar
Narcisse droogkomisch en zonder te begrijpen
wart hem eigenlijk overkomt, doorheen rolt.
Om zij-n gastheer, die zooals later blijkt, zijn
neef en mededinger naar de 10 millioen is,
van dienst te zijn trekt hij diens uniform aan
en brengt een brief, die de estafette vergeten
had weg. Zoo komt hij in het vliegkamp
terecht waar iedereen hem voor een soldaat
houdt 'en hij durft niet te bekennen dat hij
dat niet is. Daar haalt hy «Zich de vijandschap
van een reusachtige® dikken sergeant-majoor
op den halt. Deze bullebak heeft een aller
liefst dochtertje, waarop Narcisse dadelijk
verliefd raakt. Dat meisje is marketentster
en ze heeft meelij met Narcisse die m de
klas van de leerlingvliegers danig voor den
gek wordt gehouden en wien de jongens de
eene poets na de andere bakken.
N veel dwaas wedervaren, wordt Narcisse
eenige dagen later gedwongen even in een
vliegtuig de plaats van een aviateur in te
nemen. Nauwelijks komt hij aan een hand
vat of het vliegtuig stijgt op. De eene looping
volgt op de andere, dan daalt het vliegtuig
zoo plotseling, dat het bijna het veld raakt,
om dan weer waggelend als een dronken
man op te stijgen. De minister van luchtvaart,
die een bezoek aan het kamp brengt is in
extase over zoo'n vlieger. Nog nooit heeft
hij zoo zien vliegen De officieren knikken
van ja. Ze vinden maar beter niet te zeggen
wat ze van dien vlieger denken
Eerst als Narcisse de angstige stem van het
marketenstertje door de radio hoort, dringt
tot hem door wat hij dioen moet, hij volgt de
instructies die ze hem geeft en weet eindelijk
behouden te landen.
Het is een verademing voor het heele kamp
als Narcisse uit het toestel waggelt. Een of
ficier schiet toe en wil net zijn hart luchten
met hem te vertellen, welke straf of hem te
wachten staat, als de minister met uitgesto
ken hand op Narcisse afkomt. Hij wenscht
hem enthousiast geluk en als hij hoort, dat
Narcisse z'n brevet niet heeft, beveelt hij
dat dit hem dadelijk gegeven wordt. Boven
dien benoemt hij hem tot instructeur.
„Zoo heb ik m'n leven nog niet zien vlie
gen" zegt hij. Daarmee is iedereen het eens
Narcisse krijgt z'n brevet, erft de 10 millioen
en trouwt het marketentstertje. De eerste die
hem gelukwenscht is zijn neef, die het nog
altijd niet verder gebracht heeft dan esta
fette.
Wat de spelers betreft heeft het marke
tentstertje veel te lange wimpers. Rellys
speelt goed en zingt veel beter dan Fernandel.
De pret in de mess is natuurlijk en onge
dwongen en de vliegscènes allergrappigst.
Een uitstekend gedresseerde hond wekt de
algemeene bewondering.
Het is een film, waarmee groot en klein
zich amuseert en die allen hartelijk doet
lachen. En dat is op het oogenblik veel
waard!
D. K.—W.
Het gaat in deze film om een samenzwe
ring tegen het Panamakanaal, gesmeed door
een Oostersch genootschap, waarvan neutra-
liteitshalve de nationaliteit niet vermeld
wordt, daar een ieder zelf wel bepaalde con
clusies kan trekken. Het complot is uitge
werkt in drie afzonderlijke teekeningen, die
eerst over elkaar geprojecteerd, het ge-
heele plan onthullen. De Amerikaansche
Secret Service' maakt jacht op deze teeke
ningen en dit brengt den leider van dezen
dienst in allerlei moeilijkheden en gevaren,
waarui hij steeds weer zegevierend te
voorschijn komt.. De niet ^aangeduide
Oostersche organisatie werkt m P
die tot in de regeeringsbureaux doord™"5®n'
met in code gestelde boodschappen,
wapenen en een duister winkeltje ais
hoofdkwartier. Alle elementen voor een
spannende film zijn dus aanwezig. Maar re
gisseur Lamont heeft deze ingrediënten te
weinig benut en zich te weinig tijd gegund,
om spanningen op te wekken of te verhe
vigen. Daardoor ontstond een eenigszins na
ïef en oppervlakkig geheel, waarin als origi-
neele vondsten gesignaleerd moeten worden
het feit, dat de veel gesmade vrouwelijke in
telligentie de oplossing in de vele mysteries
brengt en dat de liefdesintrige reeds bij het
begin der film is opgelost.
brink de medewerking van de Koninklijke
Bibliotheek, het Rijksprentenkabinet en de
bibliotheek der Technische Hoogeschool.
De film heeft in onderwijskringen reeds
veel succes geoogst en wordt beschouwd als
een belangrijke aanwinst voor het onderricht
in de grafische technieken.
Wanneer de financieele middelen gevon
den worden, die voor het vervolg van dit
uiteraard kostbare experiment noodig zijn,
zullen binnenkort films over de techniek
van diep- en vlakdruk volgen.
DE FILM Bij HET TEEKEN.
ONDERWIJS.
Aanschouwelijk onderricht in Üe
grafische technieken.
Tot nu toe werd de film nog niet aange
wend bij het teekenonderwys Twee jaar ge
leden ls de heer Th. Haanebrink, teeken-
leeraar aan het Gymnasium en de H. B B.
te Delft, op het denkbeeld gekomen in dat
gemis te voorzien en thans is het resul a
van zijn arbeid gereed gekomen.
Dat resultaat bestaat uit een 18 mM. mm
van ISO meter lengte, waarvan de vertooning
pl.m. 20 minuten in heslag neemt. De mm,
die door den heer H. Bennik te Delft is op
genomen en gemonteerd, brengt de techniek
van de housnede in beeld, beter en doeltref
fender dan gesproken woord of studieboek
dat vermogen. De beeldenreeks vangt aan
met het zagen van een boomstam, het schu
ren van een plank, het aanbrengen van de
teekening en behandelt verder alles, wat bij
de vervaardiging van een houtsnede te pas
komt, tot in de geringste details. Het slot
van de film geeft in het kort weer de ont
wikkeling van de houtsnede in den loop der
tijden. Hiervoor verkreeg de heer Haane-
De studio-leiding van Warner Bros heeft
een begin gemaakt met de productie van
„Brother Orchid". Deze film behelst de ge
schiedenis van een gangster, gespeeld door
Edward G Robinson, die door een vijande
lijke bende in de buurt van een klooster
wordt neergeschoten. De monniken vinden
hem en dank zij hun uitstekende verpleging,
blijkt Robinson in het leven. De broeders
houden zich bezig met het kweeken van
bloemen en ieder van hen draagt een bloem
naam. „Broeder Orchidee" oftewel Robin
son bewijst zijn. dankbaarheid voor de liefde
rijke opname door de kweekerij op een
streng zakelijken grondslag te reorganisee-
ren. De film is een comedie
George O'Brien, de bekende cowboy-film
speler, is pas teruggekeerd van een tocht van
25.000 mijl per vliegmachine door de binnen
landen van Zuid-Amerika. Hy heeft by deze
gelegenheid een onderzoek inges
reacties van het filmpubliek speciaa en aan
zien van Amerikaansche films. Zoowel in
belangrijke steden als in afgelegen ge me
ten bleek, dat de Zuid-Amerikanen de ac
trices van Hollywood over het algemeen
veel te petieterig vinden. Speciaal wanneer
de hoofdrolspeler een flinke kerel isy wat
meestal gebeurt, vinden ze een popperig
kleine vrouw een dwaasheid, die hen ergert
en waardoor ze liever naar Argentljnsche
films g»an kijken, die langzamerhand voor
het Hollywoodsche product duchtige concur
renten gaan worden. O'Brien bezocht de Ar-
gentijnsche studio's en verklaarde, onder den
indruk te zijn gekomen van wat daar ge
presteerd wordt, mede dank zij in recenten
tijd toegestroomde, buitenlandsche krachten.
Argentinië beschikt momenteel over vyf goed
ingerichte, moderne studio's, waar van vijftig
tot zestig films per jaar worden gemaakt.
In Britsch-Indië is een film gemaakt over
Ghandi, welke film een lengte heeft van vier
duizend meter. De Engelsche versie zal echter
veel kleiner zijn.
Een dezer dagen hebben wij een uitvoe
rige beschouwing gewijd aan een filmavond,
dien de Haarlemsche Journalistenkring on
der den titel „Filmtöppen" georganiseerd
had, met de bedoeling een demonstratie te
geven van de film als uiting van kunst en
cultuur.
Op dien avond werd een uitvoerig pro
grammaboek aan de bezoekers uitgereikt,
waarin, behalve het te vertoonen program
ma en eenige mededeelingen van de organi
satoren van dezen avond, beschouwingen
opgenomen waren van enkele filmcritici
ever het onderwerp „Filmtöppen". En hoe
wel in het korte bestek van een dergelijke
uitgave geen uitvoerige, gedocumenteerde
uitspraken te verwachten vielen, heeft het
toch zijn nut even stil te staan bij de diverse
standpunten, welke de pers in deze kwestie
heeft ingenomen.
Iedere filmliefhebber, hetzij zijn liefde
reeds in het historische verleden begon, het
zij dezen van meer recenten datum is, kent
een of meer films, waaraan hij zijn hart ver
pand heeft, zonder zich misschien reken
schap te hebben gegeven van de gronden,
waarop deze voorkeur berust. De filmcritici
daarentegen, die zich uit den aard der zaak
intensiever met het onderwerp hebben be
ziggehouden, bewaren herinneringen aan
eenige hoogtepunten in de geschiedenis der
cinematographie, welke tegelijk voor hen
een zekeren maatstaf vormen bij de beoor
deeling van den huidigen stand der filmpro
ductie. Nu mag hierbij niet uit het oog ver
loren worden, dat die herinnering zich vaak
uitstrekt over een periode, waarin nog de
mogelijkheid van vrije, onafhankelijke film
schepping bestond en waarin niet alleen een
z.g. avant-garde experimenteerde met de
mogelijkheden van het filmmateriaal, maar
de onafhankelijke filmer nagenoeg vrij zijn
inzichten kon volgen. Deze periode ligt
voorgoed achter ons; thans wordt de stand
van de film bepaalt door haar industrie
producten, die den regisseur minder vrijheid
van handelen laten en die dus nooit een vol
ledig zuiver beeld geven van wat de film had
kunnen zijn. Het dichtst wordt het ideaal van
de vrije filmschepping benaderd door de
kleine industrieën, die minder groote risi
co's nemen met een experimenteel-getinte
film en dus hun regisseurs grootere vrijheid
kunnen geven. Het valt dan ook niet te ver
wonderen, dat bij de beantwoording der
vraag naar filmtöppen in het heden en ver
leden de meeste schrijvers in genoemd pro
grammaboek de topprestaties der cinemato
graphie in het verleden zoeken en van het
heden alleen een enkel werk van de klein-
georiënteerde Fransché industrie in aange
name herinnering behouden. Over die „top
pen" in het verleden is men het algemeen
wel eens en het zijn bijna steeds dezelfde na
men van historische hoogtepunten, die ge
noemd worden. Uit de „Fransché school"
bleef „Jeanne d'Arc" van Carl Dreyer,
„Thérèse Raquin" van Feyder en het werk
van Rene Clair in herinnering, van de Duit-
sche meesters uit de zwijgende periode tra>
den vooral Fritz Lang, dr. Murnau en Du-
pont („Variété") naar voren, de Russen als
Eisenstein, Pudowkin, Wertow, Alexandrow,
Dowzjenko zorgden korten tijd voor vele
cinematographische toppen en van de latere
productie meestal in industrieel verband
wordt het werk van Lubitsch, Mamoulian,
Sternberg, Capra, Willi Forst, Duvivier,
Litvak, Gréville en Carné genoemd, waarbij
afzijdig staande figuren als Chaplin en Walt
Disney niet worden vergeten.
Zooals gezegd, over het heden is de cri-
tiek in het algemeen minder enthousiast.
Zoo schrijft Mr. Johan Huijts (Nw. Rott.
Courant)".... erken ik wel het zeer ver
hoogde peil van de Amerikaansche film en
verheug mij erover, maar „filmtöppen"
d.w.z. de volledige uitdrukking van de per
soonlijkheid van den kunstenaar in een
maatschappelijke daad, bespeur ik niet. Ik
zie toppunten van kunnen, maar niet van
kunst".
En M. Wolters (Arbeiderspers) constateert,
na een lijst van toppunten te hebben opge'
maakt; „Het is wonderlijk om op te merken
hoe weinig Amerikaansche films men terug
zou willen zien." En verderop: „Het vergan
kelijke, het voorbijgaande en het vervang
bare- van de film blijkt nergens sterker dan
bij de Amerikaansche producten. Ook al
omdat de film te veel gebonden is aan de
ster", die niet zoozeer een kunstenaar(es)
als wel een reclamestunt pleegt te zijn en
die daarom na verloop van korte tijd door
de industrie met hetzelfde juiste begrip
wordt losgelaten als haar millioenenfilm
naar de gehaktmolen worden verwezen/
Daar staat tegenoveT dan echter weer een
meer optimistisch oordeel als van J. Hulsker
(Vaderland), die o.m. schrijft;
de „meesterwerken" die wij meenen
te ontdekken, waren tot dusver gewoonlijk
sneller door den tijd achterhaald, dan met
de gangbare begrippen van „kunst" in over
eenstemming is te brengen, maar dit be
hoeft ons niet te verontrusten. Het verraadt
juist, dat de filmkunst tot een voortdurend
rijkere ontplooiing in staat is."
Zoo zou er meer te citeeren vallen, maar
laten wij het voorloopig hierbij laten en
constateeren, dat deze uitspraken van eenige
vooraanstaande filmjournalisten ons leeren
dat bij onze vaderlandsche filmcritiek over
het algemeen een behoorlijke dosis histo
risch inzicht aanwezig is en dat haar hou
ding tegenover den huidigen stand van za
ken noch die van blinde adoratie is voor het
technisch vaak zoo volmaakte product, noch
van onvruchtbaar getheoretiseer en gemij
mer over voorbije perioden getuigt, maar dat
zij, steunend op wat de film reeds bereikte,
het aanvaardbaar gemiddelde tracht op te
speuren en te propageeren. Dit te kunnen
vaststellen is wel de groote winst, zoowel
van dezen avond van „Filmtöppen" als van
dit programmaboek.
C. B.
De serie detective-films, welke Holy wood
ons aan den loopenden band pleegt te le
veren, is weer met een nieuw exemplaar uit
gebreid en ditmaal hebben de producers, om
de gebruikelijke moordaffaires, welke de
hoofdschotel van een dergelijke „story" vor
men, nog wat spannender en belangwekken
der te maken, een ziekenhuis en speciaal de
operatiezaal daarvan, gebezigd als achter
grond voor een reeks geheimzinnige moor
den. De moordenaar blijkt te zijn van den
staf van het ziekenhuis, die om persoonlijke
redenen eerst een moord bedrijft en daarna
voor niets meer terugschrikt, om te voor
komen dat de gerechte straf over hem vol
trokken wordt. En aldus kan het gebeuren,
dat in een gebouw, hetwelk toch bestemd is,
om menschenlevens te redden, verscheidene
personen van kant gemaakt worden en dat
nog wel met instrumenten, die bestemd zijn,
om den chirurg in staat te stellen, zijn hoogst
verantwoordelijke en bewonderenswaardige
taak te verrichten.
Het verhaal van de moorden en de wijze
waarop de moordenaar tenslotte ontmaskerd
wordt, worden in de film met veel verve en
vaart, maar niet altijd op even duidelijke
wijze verteld.
De hoofdrollen in deze film, welke tot Ne-
derlandschen titel heeft: „Het Geheim van
de Witte Kamer" worden op niet onverdien
stelijke wijze vertolkt door Bruce Cabot en
Helen Mack.
Als tweede film draait deze week in het
Thalia Theater te Rotterdam ,,'n Helsche
Nacht", het verhaal van een trouwlustigen
heer, die reeds onmiddellijk na zijn huwelijk
in de perikelen raakt, welke film wij reeds
eerder hebben besproken.
Voor personen boven de 18 jaar.
Er 15 in HoUywood «en nieuw* filmmaat
schappij gesticht, die speciaal tooneelwerken
van Shakespeare filmen zal. Het U de Clas
sical Cinema Company. Op haar programma
staan allereerst .Hamlet" en „Macbeth". De
bedoeling is, onbekende, maar verdienstelijke
tooneelspelers te engageeren en de films al
dus goedkoop te houden. Ze mogen niet meer
dan vijftig duizend dollar kosten. Productie
leider is een vroegere functionnaris van de
Paramount.
Jessie Matthews is een bekende zang- en
dans-ster van het Londensche revue-tooneol
en dat beteekent voor sommige producers
aanleiding genoeg om rond een dergelijke fi
guur een film te bouwen. Hoe kan 't anders,
of zoo'n film speelt in de wereld van revue
en cabaret en nog eens hoe kan 't an
ders, of de hoofdrol vervult een meisje uit
't volk, dat in deze wereld geïntroduceerd
wordt en in „no time" kans ziet een ster
van de allereerste grootte te worden. Roland
Yong is de rijke theater-vriendin, die het
meisje op een vrachtboot ontdekt, haar bij
een revue-leider brengt, die haar na eenige
oefeningen op ongezochte plaatsen, als een
keuken, een cabaret en het dek van een schip
lanceert in zijn nieuwe revue. Ondertus-
schen krijgt de jaloersche schippersknecht,
die op haar verliefd is, eveneens gelegen
heid om op een hooger maatschappelijk ni
veau te komen, waardoor een happy ending
volgens alle regelen der kunst verzekerd ;s.
Men moet in films als deze geen logica of
eenige karakterteekening verwachten. Zij
zijn bedoeld om een bepaalde actrice haar
gaven, voor zoover aanwezig, te laten de-
monstreeren en de heele zorg van den re
gisseur bestaat in het scheppen van aan
leidingen om tot de dans- en zangnummers
te komen. De onbekende maker van deze
film is daarin geslaagd, zoodat liefhebbers
van schow en cabaret, mits 18 jaar of ouder,
hun hart aan deze film kunnen ophalen,
hoewel in dit genre wel eens betere dingen
gepresenteerd zijn. C. B.
Hans Moser als Anton, de kamerdienaar en Heinz Salfner als de graafin
„Je hebt 't of je hebt 't niet".
Merle Oberon heeft, aldus „The New York
Times", een proces opgegeven voor 125.000
dollar schadevergoeding, vier jaar geleden
door haar aangegaan tegen de Selznick-In-
ternational filmmaatschappij, omdat deze
haar bij de verfilming van „The Garden of
Allah" door Mariene Dietrich vervangen
had. Het is komen vast te staan, dat de maat
schappij hiertoe volgens het contract het
recht had.
De Weensche filmkomiek met zijn bin-
nenmonds brabbelend dialect, die den
naam draagt van Hans Moser, heeft al.heel
veel filmen tot een succes gemaakt, door de
voortreffelijke vertolking van een bijrol. In
de nieuwe door E. W. Emo geregistreerde
komische Tobis-film „Je hebt het of je
hebt het niet" heeft Moser een hoofdrol ge
kregen.
Als kamerdienaar van een oud-adellijken
kasteelheer, wiens geheele huishouding rust
op de breede, beweeglijke schouders van zijn
verknochten dienaar Anton, krijgt hij de
gelegenheid om te laten zien wat voor hart
er steekt in dien kleinen, brommigen, zich
zoo gewichtig-voelenden keukendictator.
Eerst krijgen wij den buitenkant te zien.
En die valt niet erg mee. Maar ten slotte
komt de ware inborst te voorschijn en dan
blijkt er een gouden hart in te huizen.
Vermakelijk is zijn gepikeerdheid om de
kleine vernederingen, welke hij, de trouwe
aanbidder van de eeuwenoude tradities van
het adellijk geslacht, hetwelk hij dient, moet
ondergaan. Vooral, wanneer de pachtboer
hem, door het omleggen van een beekje, ook
in zijn financiën heeft getroffen, doordat
Anton den bezoekers nu niet meer het wa
ter-orgel van het kasteel als de geheimzin
nige attractie kan vertoonen, zal hij eens
laten zien, wat hij vermag. Hij weet zijn
meester zoo ver te krijgen, dat deze zijn
handteekening zet onder een aanklacht te
gen den pachtboer.
Voor de rechtbank komt het drukke, praat
zieke manneke echter in een moeilijk par
ket. Wanneer hij geen uitweg meer ziet,
neemt hij zelfs tot allerlei slimmigheidjes
zijn toevlucht.
Toch loopt echter alles heel anders, dan
kamerdienaar Anton het zich heeft voorge
steld. Wanneer zijn achting voor het blauwe
bloed al een geduchten knauw heeft gekre
gen door het tweetal baronessen, dat bij
zijn meester logeert en zijn vertrouwelijk
en gemoedelijk optreden met dédain be
jegent, is het de blijde gebeurtenis bij de
pachtersdochter, welke hem er toe brengt
ten slotte alles op te offeren en niets te
ontzien, teneinde het belang van den toe-
komstigen gravenzoon veilig te stellen.
Dank zij zijne toewijding, komt alles in
orde, keert de wegens de weigering van zijn
vader om in zijn huwelijk toe te stemmen
naar den vreemde getrokken jonge graaf
naar het oude Erlenburg terug, om met zijn
zoontje in zijn armen den tegenstand van
zijn vader te overwinnen.
De oude, trouwe kampvechter voor de
adellijke traditie, weet door zijn mensche-
lijkheid een ware revolutie te ontketenen,
waarbij de oude en de jonge generatie zich
gewonnen geven.
Een vroolijke film, waarbij men veel kan
lachen, maar waarbij het menschelijke in
het spel en in de rol van den ouden trou
wen dienaar telkens even een gevoelige
snaar weet te laten trillen. Echt zooals
Hans Moser altijd is.
Voor volwassenen.
Terwijl tot dusverre meestal vrouwelijke
sterren haar filmcarrière beëindigden, wan
neer zij niet meer strikt jeugdige rollen kon
den spelen begint er in den laatsten tijd een
grootere waardeering voor het eigenlijke
speeltalent te ontstaan en daardoor wordt
voor vele vroegere actrices van talent de
mogelijkheid voor een „come-back" gescha
pen. Zoo heeft Metro-Goldwyn-Mayer dezer
dagen contracten geteekend met tal van
actrices, die in de laatste jaren niet meer wa
ren opgetreden. Bij deze maatschappij zal
bij voorbeeld Dolores Del Rio de hoofdrol
spelen in „Tusschen twee Fronten" met Wal
lace Beery, Jean Muir staat vooraan in de
rolbezetting van „And One was Beautiful",
Rose Hobart, uit de eerste dagen van de
sprekende film, keert terug naast Crawford
in „Susan and God". En zelfs May McAvoy,
de hoofdrol uit het nimmer vergeten „Ben
Hur", waaraan M.G.M. in 1923 haar ontstaan
dankte, heeft een belangrijke rol gekregen
in „Two Girls en Broadway", onder regie
van den jongen merkwaardigen regisseur S.
Sylvan Simon.
Volgens berichten uit Hollywood is Char
ley Chaplin gereed gekomen met de opna
men van zijn dictator-film. Hij is nu bezig
met de montage en het componeeren van de
begeleidende muziek. Chaplin zou overwegen
als definitieve titel „The great dictator" te
kiezen. Men verwacht, dat de film in Juni
of Juli althans voor de Vereenigde Staten in
omloop zal kunnen worden gebracht. De film
heeft tot dusver meer dan twee millioen dol
lar gekost, terwijl Chaplin zelf geen salaris
heeft genoten.
Een scène uit de film ,fie Emigrante" met Edtvige Feuillère en Larquey.
Hollywood heeft een groot aantal nieuwe
versies van oude, populaire films op touw
gezet. Zoo zal o.a. „dr. Jekyll and dr. Hyde"
herfilmd worden, met Robert Donat in de
hoofdrol en zeker een twintig andere films.
De Fransché film, „De Emigrante", Ie niet,
zooels de titel doet vermoeden, een tijdsdo
cument in dien zin, dat zij het probleem der
emigratie of hert onpeilbare leed der ataten-
loozen tot haar onderwerp maakt; zij la in
tegendeel een doorsnee-avonturenfilm, die,
volgens het gegeven, aan geen tijd gebonden
zou zijn, als zij niet de emigratie als een
bijkomstig element in haar intrige had op
genomen. Zoo bezien stelt de film dus te
leur zij had een aangrijpend beeld van dezen
tijd kunnen worden, maar zij houdt zich aan
de meer veilige en neutrale paden van mis
daad en avontuur en stelt zich dus tevreden
met een uit vele te zijn van een druk-ge-
bruiikt genre. En in dit genre is ze bovendien
nog geen opvallende verschijning.
De film begint in Antwerpen, waar Ghris-
tiane (Edwige Feuillère) de eigenares is van
••a bekende bar, wear si) geregeld bezoek
ontvangt van heer vriend Tino (Georges
Lannas), die van diefstal en smokkelhandel
leeft en haar, als de zaken goed gaan, een
aanwinst voor haar beroemde juweelen-col-
lecrtie meebrengt. Op een nacht klopt hy by
haar aan; de politie is hem op het spoor, hy
moet vluchten en verlangt nu van haar de
noodige contanten. Als zy die op dart oogen
blik niet in huis heeft, neemt hy eenige van
haar juweelen mee, o.a. een collier, waaraan
zy byzonder gehehet is. Dit gaat Christiane
te ver, zy waarschuwt de politie en verraadt
Tino's schuilplaats op voorwaarde, dat zy
haar collier terug krygt. Aldus gebeurt, maar
als zy eenig dagen later hoort, dat Tino uit
de gevangenis ontsnapt is en op de hoogte
is van haar verraad, weet zy, dat haar leven
niet meer veilig is. België verlaten ban zy
niet, want de politie heeft haar paspoort
geconfisoeerd en zoo blyft haar nog slechts
één mogelijkheidmeegaan met Monrosa,
een zonderlinge habitué van de bar, die door
zijn vrouw in den steek is gelaten, eenige da
gen Voor hij op een emigrantenboort naar
Zuid-Afrika zal vertrekken. Christiane kan
nu doorgaan voor zyn vrouw en zoo het on
veilige Antwerpen verlaten.
Halverwege de reis wordt Monrona ern
stig ziek en zal in de eerstvolgende haven aan
land gebracht worden en Christiane, doods
bang, dat men haar daar ook zal ontschepen,
verbergt zich in de hut van een officier en
■bereikt zoodoende, dat Monrosa alleen van
boord gaat. Als deze officier, Pierre Cham-
partel (Jean Chevrier) haar ontdekt verzint
zy een verhaal van een tyrannieken man, dien
zij zoodoende kwijt is geraakt en Pierre
gelooft haar niet alleen, maar wordt ook nog
verliefd op haar. Dan volgt de ontgoocheling,
Pierre wordt gedegradeerd, wegens het ver
bergen van een vrouw in zyn hut en komt
daarna achter de ware rol, die Christiane
in deze affaire gespeeld heeft en die hem
zóó onsympathiek voorkomt, dat hij voor
goed met haar breekt. Zoo is de situatie, als
het einddoel van de reis, Port-Nolloth, be
reikt wordt en de emigranten te hooren krij
gen, dat zy niet van boord mogen, aangezien
de maatschappij, die hen in dienst zou ne
men, de gevraagde borgsom niet gestort heeft.
Dan treedt Christiane als reddende enkel op;
zy heeft haar kostbare verzameling juweelen
meegenomen en deze biedt zij aan in plaats
van de niet gestorte cautie. Men gaat in op
dit voorstel en de ontscheping kan doorgang
vinden. Pierre, getroffen door deze nobele
daad vergeeft Christiane en samen zouden zij
een nieuw leven begonnen zyn, als niet Tino
weer op het tooneel verschenen was, nog
steeds bezield van wraak en haar doodt. Zóó
groot is de indruk, dien Christiane's geste op
de emigranten gemaakt heeft, dat de neder
zetting in Zuid-Afrika, naar haar, Chxisti-
anaburg genoemd wordt en een groot beeld
ven deze bekeerde avonturierster den ingang
ven de haven bewaakt.
Zooals mem ziet, bevat het verhaal vele
wederwaardigheden, die niet alle erg geloof
waardig aandoen, wy voor ons hadden liever
een minder a vontuur ïyk geheel gehad, dat
meer rekening met de werkelijkheid had
gehouden, maar de Fransché film is haar
realistische periode biykbaar te boven en
zoekt weer meer haar toevlucht tot de ro
mantiek en dan nog wel tot de erg zoet-ge-
tinte romantiek. Léo Joannon, die meesten-
ty ds als scenario en dialoogschryver optreedt,
is de regisseur van deze film, die volwas
senen kunnen gaan zien.