EEN NIEUWE Fransché filmkomiek. Nog eens „Filmtöppen'-. „Flet gelieim van de Witte Kamer". Een romantische Fransché film. ZATERDAG 4 MEI 1940 - De Marseillaan Rellys. „Panama-patrouille BROEDER ORCHIDEE. Moorden in een ziekenhuis. „Alle hens aan dek". HANS MOSER SPEELT EEN HOOFDROL. In Je hebt 't of je hebt 't niet". BEKENDE ACTRICES VAN VROEGER KOMEN TERUG. O. De nieuive Fransché filmkomiek Rellys in „Narcisse' De bekende Fransché komiek Fernandel heeft een gevaarlijken mededinger gekregen in zijn stadgenoot ReUys- De» «als Fer nandel het jaren geleden deed van MarseU e naar Parijs „geklommen zooals de Marseil- lanen zeggen. C^e.BariJzenaar zal daar rou- wis om zijn, "WaTït hlJ 0061 1(16 menschen schudden van het lachen. Met zijn eerste film Narcisse" nier op het oogenblik volle zalen trekt, heeft hij het publiek vero- vend, en oaam gemiaakt. Narcisse" is ^en soldiatenfilm, maar een soi'datenfi'lm uit den modernen tijd en speelt dus iin een vliegkamp. Narcisse Pigeon is een banketbakker met artistieke neigingen (Rellys zelf is als koeke- bakker begonnen). Hij hoort dat een pas overleden neef 10 millioen nalaat aan één van zijn beide neven, die het eerst zijn bre vet van militair vlieger haalt. Hoewel hy niets voelt voor de aviatiek of voor den militairen dienst, last heeft van duizeligheid en bovendien nog erg stuntelig en onhandig is, begrijpt hij toch dat het dwaasheid zou zijn niet te probeeren die 10 millioen machtig te worden. Als hij verwezen en versuft bui ten komt, maakt hij kennis met een estafette die net met zijn motorf iets wil wegrijden en Narcisse voorstelt in zijn zijspajt te stappen. Hij bu-(it hem gastvrijheid aan en dat is het begin van een reeks verwikkelingen, waar Narcisse droogkomisch en zonder te begrijpen wart hem eigenlijk overkomt, doorheen rolt. Om zij-n gastheer, die zooals later blijkt, zijn neef en mededinger naar de 10 millioen is, van dienst te zijn trekt hij diens uniform aan en brengt een brief, die de estafette vergeten had weg. Zoo komt hij in het vliegkamp terecht waar iedereen hem voor een soldaat houdt 'en hij durft niet te bekennen dat hij dat niet is. Daar haalt hy «Zich de vijandschap van een reusachtige® dikken sergeant-majoor op den halt. Deze bullebak heeft een aller liefst dochtertje, waarop Narcisse dadelijk verliefd raakt. Dat meisje is marketentster en ze heeft meelij met Narcisse die m de klas van de leerlingvliegers danig voor den gek wordt gehouden en wien de jongens de eene poets na de andere bakken. N veel dwaas wedervaren, wordt Narcisse eenige dagen later gedwongen even in een vliegtuig de plaats van een aviateur in te nemen. Nauwelijks komt hij aan een hand vat of het vliegtuig stijgt op. De eene looping volgt op de andere, dan daalt het vliegtuig zoo plotseling, dat het bijna het veld raakt, om dan weer waggelend als een dronken man op te stijgen. De minister van luchtvaart, die een bezoek aan het kamp brengt is in extase over zoo'n vlieger. Nog nooit heeft hij zoo zien vliegen De officieren knikken van ja. Ze vinden maar beter niet te zeggen wat ze van dien vlieger denken Eerst als Narcisse de angstige stem van het marketenstertje door de radio hoort, dringt tot hem door wat hij dioen moet, hij volgt de instructies die ze hem geeft en weet eindelijk behouden te landen. Het is een verademing voor het heele kamp als Narcisse uit het toestel waggelt. Een of ficier schiet toe en wil net zijn hart luchten met hem te vertellen, welke straf of hem te wachten staat, als de minister met uitgesto ken hand op Narcisse afkomt. Hij wenscht hem enthousiast geluk en als hij hoort, dat Narcisse z'n brevet niet heeft, beveelt hij dat dit hem dadelijk gegeven wordt. Boven dien benoemt hij hem tot instructeur. „Zoo heb ik m'n leven nog niet zien vlie gen" zegt hij. Daarmee is iedereen het eens Narcisse krijgt z'n brevet, erft de 10 millioen en trouwt het marketentstertje. De eerste die hem gelukwenscht is zijn neef, die het nog altijd niet verder gebracht heeft dan esta fette. Wat de spelers betreft heeft het marke tentstertje veel te lange wimpers. Rellys speelt goed en zingt veel beter dan Fernandel. De pret in de mess is natuurlijk en onge dwongen en de vliegscènes allergrappigst. Een uitstekend gedresseerde hond wekt de algemeene bewondering. Het is een film, waarmee groot en klein zich amuseert en die allen hartelijk doet lachen. En dat is op het oogenblik veel waard! D. K.—W. Het gaat in deze film om een samenzwe ring tegen het Panamakanaal, gesmeed door een Oostersch genootschap, waarvan neutra- liteitshalve de nationaliteit niet vermeld wordt, daar een ieder zelf wel bepaalde con clusies kan trekken. Het complot is uitge werkt in drie afzonderlijke teekeningen, die eerst over elkaar geprojecteerd, het ge- heele plan onthullen. De Amerikaansche Secret Service' maakt jacht op deze teeke ningen en dit brengt den leider van dezen dienst in allerlei moeilijkheden en gevaren, waarui hij steeds weer zegevierend te voorschijn komt.. De niet ^aangeduide Oostersche organisatie werkt m P die tot in de regeeringsbureaux doord™"5®n' met in code gestelde boodschappen, wapenen en een duister winkeltje ais hoofdkwartier. Alle elementen voor een spannende film zijn dus aanwezig. Maar re gisseur Lamont heeft deze ingrediënten te weinig benut en zich te weinig tijd gegund, om spanningen op te wekken of te verhe vigen. Daardoor ontstond een eenigszins na ïef en oppervlakkig geheel, waarin als origi- neele vondsten gesignaleerd moeten worden het feit, dat de veel gesmade vrouwelijke in telligentie de oplossing in de vele mysteries brengt en dat de liefdesintrige reeds bij het begin der film is opgelost. brink de medewerking van de Koninklijke Bibliotheek, het Rijksprentenkabinet en de bibliotheek der Technische Hoogeschool. De film heeft in onderwijskringen reeds veel succes geoogst en wordt beschouwd als een belangrijke aanwinst voor het onderricht in de grafische technieken. Wanneer de financieele middelen gevon den worden, die voor het vervolg van dit uiteraard kostbare experiment noodig zijn, zullen binnenkort films over de techniek van diep- en vlakdruk volgen. DE FILM Bij HET TEEKEN. ONDERWIJS. Aanschouwelijk onderricht in Üe grafische technieken. Tot nu toe werd de film nog niet aange wend bij het teekenonderwys Twee jaar ge leden ls de heer Th. Haanebrink, teeken- leeraar aan het Gymnasium en de H. B B. te Delft, op het denkbeeld gekomen in dat gemis te voorzien en thans is het resul a van zijn arbeid gereed gekomen. Dat resultaat bestaat uit een 18 mM. mm van ISO meter lengte, waarvan de vertooning pl.m. 20 minuten in heslag neemt. De mm, die door den heer H. Bennik te Delft is op genomen en gemonteerd, brengt de techniek van de housnede in beeld, beter en doeltref fender dan gesproken woord of studieboek dat vermogen. De beeldenreeks vangt aan met het zagen van een boomstam, het schu ren van een plank, het aanbrengen van de teekening en behandelt verder alles, wat bij de vervaardiging van een houtsnede te pas komt, tot in de geringste details. Het slot van de film geeft in het kort weer de ont wikkeling van de houtsnede in den loop der tijden. Hiervoor verkreeg de heer Haane- De studio-leiding van Warner Bros heeft een begin gemaakt met de productie van „Brother Orchid". Deze film behelst de ge schiedenis van een gangster, gespeeld door Edward G Robinson, die door een vijande lijke bende in de buurt van een klooster wordt neergeschoten. De monniken vinden hem en dank zij hun uitstekende verpleging, blijkt Robinson in het leven. De broeders houden zich bezig met het kweeken van bloemen en ieder van hen draagt een bloem naam. „Broeder Orchidee" oftewel Robin son bewijst zijn. dankbaarheid voor de liefde rijke opname door de kweekerij op een streng zakelijken grondslag te reorganisee- ren. De film is een comedie George O'Brien, de bekende cowboy-film speler, is pas teruggekeerd van een tocht van 25.000 mijl per vliegmachine door de binnen landen van Zuid-Amerika. Hy heeft by deze gelegenheid een onderzoek inges reacties van het filmpubliek speciaa en aan zien van Amerikaansche films. Zoowel in belangrijke steden als in afgelegen ge me ten bleek, dat de Zuid-Amerikanen de ac trices van Hollywood over het algemeen veel te petieterig vinden. Speciaal wanneer de hoofdrolspeler een flinke kerel isy wat meestal gebeurt, vinden ze een popperig kleine vrouw een dwaasheid, die hen ergert en waardoor ze liever naar Argentljnsche films g»an kijken, die langzamerhand voor het Hollywoodsche product duchtige concur renten gaan worden. O'Brien bezocht de Ar- gentijnsche studio's en verklaarde, onder den indruk te zijn gekomen van wat daar ge presteerd wordt, mede dank zij in recenten tijd toegestroomde, buitenlandsche krachten. Argentinië beschikt momenteel over vyf goed ingerichte, moderne studio's, waar van vijftig tot zestig films per jaar worden gemaakt. In Britsch-Indië is een film gemaakt over Ghandi, welke film een lengte heeft van vier duizend meter. De Engelsche versie zal echter veel kleiner zijn. Een dezer dagen hebben wij een uitvoe rige beschouwing gewijd aan een filmavond, dien de Haarlemsche Journalistenkring on der den titel „Filmtöppen" georganiseerd had, met de bedoeling een demonstratie te geven van de film als uiting van kunst en cultuur. Op dien avond werd een uitvoerig pro grammaboek aan de bezoekers uitgereikt, waarin, behalve het te vertoonen program ma en eenige mededeelingen van de organi satoren van dezen avond, beschouwingen opgenomen waren van enkele filmcritici ever het onderwerp „Filmtöppen". En hoe wel in het korte bestek van een dergelijke uitgave geen uitvoerige, gedocumenteerde uitspraken te verwachten vielen, heeft het toch zijn nut even stil te staan bij de diverse standpunten, welke de pers in deze kwestie heeft ingenomen. Iedere filmliefhebber, hetzij zijn liefde reeds in het historische verleden begon, het zij dezen van meer recenten datum is, kent een of meer films, waaraan hij zijn hart ver pand heeft, zonder zich misschien reken schap te hebben gegeven van de gronden, waarop deze voorkeur berust. De filmcritici daarentegen, die zich uit den aard der zaak intensiever met het onderwerp hebben be ziggehouden, bewaren herinneringen aan eenige hoogtepunten in de geschiedenis der cinematographie, welke tegelijk voor hen een zekeren maatstaf vormen bij de beoor deeling van den huidigen stand der filmpro ductie. Nu mag hierbij niet uit het oog ver loren worden, dat die herinnering zich vaak uitstrekt over een periode, waarin nog de mogelijkheid van vrije, onafhankelijke film schepping bestond en waarin niet alleen een z.g. avant-garde experimenteerde met de mogelijkheden van het filmmateriaal, maar de onafhankelijke filmer nagenoeg vrij zijn inzichten kon volgen. Deze periode ligt voorgoed achter ons; thans wordt de stand van de film bepaalt door haar industrie producten, die den regisseur minder vrijheid van handelen laten en die dus nooit een vol ledig zuiver beeld geven van wat de film had kunnen zijn. Het dichtst wordt het ideaal van de vrije filmschepping benaderd door de kleine industrieën, die minder groote risi co's nemen met een experimenteel-getinte film en dus hun regisseurs grootere vrijheid kunnen geven. Het valt dan ook niet te ver wonderen, dat bij de beantwoording der vraag naar filmtöppen in het heden en ver leden de meeste schrijvers in genoemd pro grammaboek de topprestaties der cinemato graphie in het verleden zoeken en van het heden alleen een enkel werk van de klein- georiënteerde Fransché industrie in aange name herinnering behouden. Over die „top pen" in het verleden is men het algemeen wel eens en het zijn bijna steeds dezelfde na men van historische hoogtepunten, die ge noemd worden. Uit de „Fransché school" bleef „Jeanne d'Arc" van Carl Dreyer, „Thérèse Raquin" van Feyder en het werk van Rene Clair in herinnering, van de Duit- sche meesters uit de zwijgende periode tra> den vooral Fritz Lang, dr. Murnau en Du- pont („Variété") naar voren, de Russen als Eisenstein, Pudowkin, Wertow, Alexandrow, Dowzjenko zorgden korten tijd voor vele cinematographische toppen en van de latere productie meestal in industrieel verband wordt het werk van Lubitsch, Mamoulian, Sternberg, Capra, Willi Forst, Duvivier, Litvak, Gréville en Carné genoemd, waarbij afzijdig staande figuren als Chaplin en Walt Disney niet worden vergeten. Zooals gezegd, over het heden is de cri- tiek in het algemeen minder enthousiast. Zoo schrijft Mr. Johan Huijts (Nw. Rott. Courant)".... erken ik wel het zeer ver hoogde peil van de Amerikaansche film en verheug mij erover, maar „filmtöppen" d.w.z. de volledige uitdrukking van de per soonlijkheid van den kunstenaar in een maatschappelijke daad, bespeur ik niet. Ik zie toppunten van kunnen, maar niet van kunst". En M. Wolters (Arbeiderspers) constateert, na een lijst van toppunten te hebben opge' maakt; „Het is wonderlijk om op te merken hoe weinig Amerikaansche films men terug zou willen zien." En verderop: „Het vergan kelijke, het voorbijgaande en het vervang bare- van de film blijkt nergens sterker dan bij de Amerikaansche producten. Ook al omdat de film te veel gebonden is aan de ster", die niet zoozeer een kunstenaar(es) als wel een reclamestunt pleegt te zijn en die daarom na verloop van korte tijd door de industrie met hetzelfde juiste begrip wordt losgelaten als haar millioenenfilm naar de gehaktmolen worden verwezen/ Daar staat tegenoveT dan echter weer een meer optimistisch oordeel als van J. Hulsker (Vaderland), die o.m. schrijft; de „meesterwerken" die wij meenen te ontdekken, waren tot dusver gewoonlijk sneller door den tijd achterhaald, dan met de gangbare begrippen van „kunst" in over eenstemming is te brengen, maar dit be hoeft ons niet te verontrusten. Het verraadt juist, dat de filmkunst tot een voortdurend rijkere ontplooiing in staat is." Zoo zou er meer te citeeren vallen, maar laten wij het voorloopig hierbij laten en constateeren, dat deze uitspraken van eenige vooraanstaande filmjournalisten ons leeren dat bij onze vaderlandsche filmcritiek over het algemeen een behoorlijke dosis histo risch inzicht aanwezig is en dat haar hou ding tegenover den huidigen stand van za ken noch die van blinde adoratie is voor het technisch vaak zoo volmaakte product, noch van onvruchtbaar getheoretiseer en gemij mer over voorbije perioden getuigt, maar dat zij, steunend op wat de film reeds bereikte, het aanvaardbaar gemiddelde tracht op te speuren en te propageeren. Dit te kunnen vaststellen is wel de groote winst, zoowel van dezen avond van „Filmtöppen" als van dit programmaboek. C. B. De serie detective-films, welke Holy wood ons aan den loopenden band pleegt te le veren, is weer met een nieuw exemplaar uit gebreid en ditmaal hebben de producers, om de gebruikelijke moordaffaires, welke de hoofdschotel van een dergelijke „story" vor men, nog wat spannender en belangwekken der te maken, een ziekenhuis en speciaal de operatiezaal daarvan, gebezigd als achter grond voor een reeks geheimzinnige moor den. De moordenaar blijkt te zijn van den staf van het ziekenhuis, die om persoonlijke redenen eerst een moord bedrijft en daarna voor niets meer terugschrikt, om te voor komen dat de gerechte straf over hem vol trokken wordt. En aldus kan het gebeuren, dat in een gebouw, hetwelk toch bestemd is, om menschenlevens te redden, verscheidene personen van kant gemaakt worden en dat nog wel met instrumenten, die bestemd zijn, om den chirurg in staat te stellen, zijn hoogst verantwoordelijke en bewonderenswaardige taak te verrichten. Het verhaal van de moorden en de wijze waarop de moordenaar tenslotte ontmaskerd wordt, worden in de film met veel verve en vaart, maar niet altijd op even duidelijke wijze verteld. De hoofdrollen in deze film, welke tot Ne- derlandschen titel heeft: „Het Geheim van de Witte Kamer" worden op niet onverdien stelijke wijze vertolkt door Bruce Cabot en Helen Mack. Als tweede film draait deze week in het Thalia Theater te Rotterdam ,,'n Helsche Nacht", het verhaal van een trouwlustigen heer, die reeds onmiddellijk na zijn huwelijk in de perikelen raakt, welke film wij reeds eerder hebben besproken. Voor personen boven de 18 jaar. Er 15 in HoUywood «en nieuw* filmmaat schappij gesticht, die speciaal tooneelwerken van Shakespeare filmen zal. Het U de Clas sical Cinema Company. Op haar programma staan allereerst .Hamlet" en „Macbeth". De bedoeling is, onbekende, maar verdienstelijke tooneelspelers te engageeren en de films al dus goedkoop te houden. Ze mogen niet meer dan vijftig duizend dollar kosten. Productie leider is een vroegere functionnaris van de Paramount. Jessie Matthews is een bekende zang- en dans-ster van het Londensche revue-tooneol en dat beteekent voor sommige producers aanleiding genoeg om rond een dergelijke fi guur een film te bouwen. Hoe kan 't anders, of zoo'n film speelt in de wereld van revue en cabaret en nog eens hoe kan 't an ders, of de hoofdrol vervult een meisje uit 't volk, dat in deze wereld geïntroduceerd wordt en in „no time" kans ziet een ster van de allereerste grootte te worden. Roland Yong is de rijke theater-vriendin, die het meisje op een vrachtboot ontdekt, haar bij een revue-leider brengt, die haar na eenige oefeningen op ongezochte plaatsen, als een keuken, een cabaret en het dek van een schip lanceert in zijn nieuwe revue. Ondertus- schen krijgt de jaloersche schippersknecht, die op haar verliefd is, eveneens gelegen heid om op een hooger maatschappelijk ni veau te komen, waardoor een happy ending volgens alle regelen der kunst verzekerd ;s. Men moet in films als deze geen logica of eenige karakterteekening verwachten. Zij zijn bedoeld om een bepaalde actrice haar gaven, voor zoover aanwezig, te laten de- monstreeren en de heele zorg van den re gisseur bestaat in het scheppen van aan leidingen om tot de dans- en zangnummers te komen. De onbekende maker van deze film is daarin geslaagd, zoodat liefhebbers van schow en cabaret, mits 18 jaar of ouder, hun hart aan deze film kunnen ophalen, hoewel in dit genre wel eens betere dingen gepresenteerd zijn. C. B. Hans Moser als Anton, de kamerdienaar en Heinz Salfner als de graafin „Je hebt 't of je hebt 't niet". Merle Oberon heeft, aldus „The New York Times", een proces opgegeven voor 125.000 dollar schadevergoeding, vier jaar geleden door haar aangegaan tegen de Selznick-In- ternational filmmaatschappij, omdat deze haar bij de verfilming van „The Garden of Allah" door Mariene Dietrich vervangen had. Het is komen vast te staan, dat de maat schappij hiertoe volgens het contract het recht had. De Weensche filmkomiek met zijn bin- nenmonds brabbelend dialect, die den naam draagt van Hans Moser, heeft al.heel veel filmen tot een succes gemaakt, door de voortreffelijke vertolking van een bijrol. In de nieuwe door E. W. Emo geregistreerde komische Tobis-film „Je hebt het of je hebt het niet" heeft Moser een hoofdrol ge kregen. Als kamerdienaar van een oud-adellijken kasteelheer, wiens geheele huishouding rust op de breede, beweeglijke schouders van zijn verknochten dienaar Anton, krijgt hij de gelegenheid om te laten zien wat voor hart er steekt in dien kleinen, brommigen, zich zoo gewichtig-voelenden keukendictator. Eerst krijgen wij den buitenkant te zien. En die valt niet erg mee. Maar ten slotte komt de ware inborst te voorschijn en dan blijkt er een gouden hart in te huizen. Vermakelijk is zijn gepikeerdheid om de kleine vernederingen, welke hij, de trouwe aanbidder van de eeuwenoude tradities van het adellijk geslacht, hetwelk hij dient, moet ondergaan. Vooral, wanneer de pachtboer hem, door het omleggen van een beekje, ook in zijn financiën heeft getroffen, doordat Anton den bezoekers nu niet meer het wa ter-orgel van het kasteel als de geheimzin nige attractie kan vertoonen, zal hij eens laten zien, wat hij vermag. Hij weet zijn meester zoo ver te krijgen, dat deze zijn handteekening zet onder een aanklacht te gen den pachtboer. Voor de rechtbank komt het drukke, praat zieke manneke echter in een moeilijk par ket. Wanneer hij geen uitweg meer ziet, neemt hij zelfs tot allerlei slimmigheidjes zijn toevlucht. Toch loopt echter alles heel anders, dan kamerdienaar Anton het zich heeft voorge steld. Wanneer zijn achting voor het blauwe bloed al een geduchten knauw heeft gekre gen door het tweetal baronessen, dat bij zijn meester logeert en zijn vertrouwelijk en gemoedelijk optreden met dédain be jegent, is het de blijde gebeurtenis bij de pachtersdochter, welke hem er toe brengt ten slotte alles op te offeren en niets te ontzien, teneinde het belang van den toe- komstigen gravenzoon veilig te stellen. Dank zij zijne toewijding, komt alles in orde, keert de wegens de weigering van zijn vader om in zijn huwelijk toe te stemmen naar den vreemde getrokken jonge graaf naar het oude Erlenburg terug, om met zijn zoontje in zijn armen den tegenstand van zijn vader te overwinnen. De oude, trouwe kampvechter voor de adellijke traditie, weet door zijn mensche- lijkheid een ware revolutie te ontketenen, waarbij de oude en de jonge generatie zich gewonnen geven. Een vroolijke film, waarbij men veel kan lachen, maar waarbij het menschelijke in het spel en in de rol van den ouden trou wen dienaar telkens even een gevoelige snaar weet te laten trillen. Echt zooals Hans Moser altijd is. Voor volwassenen. Terwijl tot dusverre meestal vrouwelijke sterren haar filmcarrière beëindigden, wan neer zij niet meer strikt jeugdige rollen kon den spelen begint er in den laatsten tijd een grootere waardeering voor het eigenlijke speeltalent te ontstaan en daardoor wordt voor vele vroegere actrices van talent de mogelijkheid voor een „come-back" gescha pen. Zoo heeft Metro-Goldwyn-Mayer dezer dagen contracten geteekend met tal van actrices, die in de laatste jaren niet meer wa ren opgetreden. Bij deze maatschappij zal bij voorbeeld Dolores Del Rio de hoofdrol spelen in „Tusschen twee Fronten" met Wal lace Beery, Jean Muir staat vooraan in de rolbezetting van „And One was Beautiful", Rose Hobart, uit de eerste dagen van de sprekende film, keert terug naast Crawford in „Susan and God". En zelfs May McAvoy, de hoofdrol uit het nimmer vergeten „Ben Hur", waaraan M.G.M. in 1923 haar ontstaan dankte, heeft een belangrijke rol gekregen in „Two Girls en Broadway", onder regie van den jongen merkwaardigen regisseur S. Sylvan Simon. Volgens berichten uit Hollywood is Char ley Chaplin gereed gekomen met de opna men van zijn dictator-film. Hij is nu bezig met de montage en het componeeren van de begeleidende muziek. Chaplin zou overwegen als definitieve titel „The great dictator" te kiezen. Men verwacht, dat de film in Juni of Juli althans voor de Vereenigde Staten in omloop zal kunnen worden gebracht. De film heeft tot dusver meer dan twee millioen dol lar gekost, terwijl Chaplin zelf geen salaris heeft genoten. Een scène uit de film ,fie Emigrante" met Edtvige Feuillère en Larquey. Hollywood heeft een groot aantal nieuwe versies van oude, populaire films op touw gezet. Zoo zal o.a. „dr. Jekyll and dr. Hyde" herfilmd worden, met Robert Donat in de hoofdrol en zeker een twintig andere films. De Fransché film, „De Emigrante", Ie niet, zooels de titel doet vermoeden, een tijdsdo cument in dien zin, dat zij het probleem der emigratie of hert onpeilbare leed der ataten- loozen tot haar onderwerp maakt; zij la in tegendeel een doorsnee-avonturenfilm, die, volgens het gegeven, aan geen tijd gebonden zou zijn, als zij niet de emigratie als een bijkomstig element in haar intrige had op genomen. Zoo bezien stelt de film dus te leur zij had een aangrijpend beeld van dezen tijd kunnen worden, maar zij houdt zich aan de meer veilige en neutrale paden van mis daad en avontuur en stelt zich dus tevreden met een uit vele te zijn van een druk-ge- bruiikt genre. En in dit genre is ze bovendien nog geen opvallende verschijning. De film begint in Antwerpen, waar Ghris- tiane (Edwige Feuillère) de eigenares is van ••a bekende bar, wear si) geregeld bezoek ontvangt van heer vriend Tino (Georges Lannas), die van diefstal en smokkelhandel leeft en haar, als de zaken goed gaan, een aanwinst voor haar beroemde juweelen-col- lecrtie meebrengt. Op een nacht klopt hy by haar aan; de politie is hem op het spoor, hy moet vluchten en verlangt nu van haar de noodige contanten. Als zy die op dart oogen blik niet in huis heeft, neemt hy eenige van haar juweelen mee, o.a. een collier, waaraan zy byzonder gehehet is. Dit gaat Christiane te ver, zy waarschuwt de politie en verraadt Tino's schuilplaats op voorwaarde, dat zy haar collier terug krygt. Aldus gebeurt, maar als zy eenig dagen later hoort, dat Tino uit de gevangenis ontsnapt is en op de hoogte is van haar verraad, weet zy, dat haar leven niet meer veilig is. België verlaten ban zy niet, want de politie heeft haar paspoort geconfisoeerd en zoo blyft haar nog slechts één mogelijkheidmeegaan met Monrosa, een zonderlinge habitué van de bar, die door zijn vrouw in den steek is gelaten, eenige da gen Voor hij op een emigrantenboort naar Zuid-Afrika zal vertrekken. Christiane kan nu doorgaan voor zyn vrouw en zoo het on veilige Antwerpen verlaten. Halverwege de reis wordt Monrona ern stig ziek en zal in de eerstvolgende haven aan land gebracht worden en Christiane, doods bang, dat men haar daar ook zal ontschepen, verbergt zich in de hut van een officier en ■bereikt zoodoende, dat Monrosa alleen van boord gaat. Als deze officier, Pierre Cham- partel (Jean Chevrier) haar ontdekt verzint zy een verhaal van een tyrannieken man, dien zij zoodoende kwijt is geraakt en Pierre gelooft haar niet alleen, maar wordt ook nog verliefd op haar. Dan volgt de ontgoocheling, Pierre wordt gedegradeerd, wegens het ver bergen van een vrouw in zyn hut en komt daarna achter de ware rol, die Christiane in deze affaire gespeeld heeft en die hem zóó onsympathiek voorkomt, dat hij voor goed met haar breekt. Zoo is de situatie, als het einddoel van de reis, Port-Nolloth, be reikt wordt en de emigranten te hooren krij gen, dat zy niet van boord mogen, aangezien de maatschappij, die hen in dienst zou ne men, de gevraagde borgsom niet gestort heeft. Dan treedt Christiane als reddende enkel op; zy heeft haar kostbare verzameling juweelen meegenomen en deze biedt zij aan in plaats van de niet gestorte cautie. Men gaat in op dit voorstel en de ontscheping kan doorgang vinden. Pierre, getroffen door deze nobele daad vergeeft Christiane en samen zouden zij een nieuw leven begonnen zyn, als niet Tino weer op het tooneel verschenen was, nog steeds bezield van wraak en haar doodt. Zóó groot is de indruk, dien Christiane's geste op de emigranten gemaakt heeft, dat de neder zetting in Zuid-Afrika, naar haar, Chxisti- anaburg genoemd wordt en een groot beeld ven deze bekeerde avonturierster den ingang ven de haven bewaakt. Zooals mem ziet, bevat het verhaal vele wederwaardigheden, die niet alle erg geloof waardig aandoen, wy voor ons hadden liever een minder a vontuur ïyk geheel gehad, dat meer rekening met de werkelijkheid had gehouden, maar de Fransché film is haar realistische periode biykbaar te boven en zoekt weer meer haar toevlucht tot de ro mantiek en dan nog wel tot de erg zoet-ge- tinte romantiek. Léo Joannon, die meesten- ty ds als scenario en dialoogschryver optreedt, is de regisseur van deze film, die volwas senen kunnen gaan zien.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1940 | | pagina 1