De uitzending van Rotterdamsche kinderen naar buiten. ONZE METAALINDUSTRIE. o\HTINT|jy HET DRAAIENDE LICHT. 6 LOONEN EN PRIJZEN. HET NIEUWE DAGBLAD VAN DINSDAG 24 DECEMBER Ï94Ö Duizenden Rotterdamniertjes hebben de grootste gast vrijheid genoten. Vele Nederlanders hebben de Maasstad 'aan zich verplicht. DE VECHTWAGEN IN ZIJN OUDSTEN VORM. Een film. Als strijdwagen reeds bij de oude Egyptenaren bekend, olifanten als levende tanks. NEEMT EEN PROMINENTE PLAATS IN. DIVIDENDEN EN AANDEELENKOERSEN. Landbouwland in boerenhand. JT** DE SPANNENDE AVONTUREN VAN DEN BEROEMDEN FILMHOND i VERHOOGING VAN DEN GASPRIJS GOUDEN PRIESTERFEEST EM.- PASTOOR A. H. J. SPRENGER. DIEVEN EN HELERS GEARRESTEERD HIJ WILDE GESCHOREN WORDEN. BLES ROOK DEN STAL. ONTWIKKELING DER NEDERLANDSCHE METAALNIJVERHEID IN 1929—1938. «Hg Hij KWAM VAN DE BELASTINGEN. Dank zij de gulhartige edelmoe digheid en de groote offervaardig heid van tal van Nederlanders over het geheele land verspreid, hebben dui zenden Rotterdamsche kinderen van alle leeftijden na den catastrophalen datum van den 14den Mei, wekenlang de harte lijkste gastvrijheid genoten van hun pleegouders, vriendjes en vriendinnetjes, over 173 gemeenten verspreid. Er is in geld en natura geofferd om de kinderen zoo spoedig mogelijk te doen vergeten het leed, dat als een lawine over hen was gekomen. Gezond en sterk, opgewekt en met blozende gezichten zijn de meeste kin deren thans weer in den schoot der fa milie teruggekeerd, waar zij nog dage lijks met enthousiasme spreken over al het moois, dat ze gezien en genoten hebben. Rotterdam heeft aan het verdere Ne derland wel een buitengewoon groote verplichting gekregen en de stad aan de Maas zal deze nakomen, door nimmer te vergeten, wat in moeilijke tijden voor haar kinderen is gedaan en door de vriendschapsbanden, welke zijn geslagen, nooit meer te verbreken Het werk van de kinderuitzending in Rot terdam is reeds van heel ouden datum. Tal van vereenigingen houden zich daarmee al I land niet zóó groot geweest en had het comité het comité stond, is tot een succesvol einde gebracht. Ruim twaalfhonderd kinderen heb ben in verschillend' provincies van ons land niet alleen een groote gastvrijheid ondervon den, maar zij hebben er ook de school be zocht. Juist dezer dagen zijn de laatste kinde ren teruggekomen om de vacantie in eigen h"ij door te brengen. Deze schooluitzending heeft het comité heel wat zorgen gebaard, maar dank zij de edelmoedige geste van zoo vele pleegouders is alles weer op zijn poot jes terecht gekomen en als „wolken" zijn de kinderen teruggekeerd. Het werk van het Comité Vacantie 1940 is tot een volledig succes geworden. Afgezien van de direct tastbare feiten zijn er tusschen de vele Rotterdamsche kinderen en pleeg ouders banden gelegd voor het geheele leven. Een bewijs hiervan is toch zeker, dat hon derden Rotterdammertjes uitnoodigingen hebben meegekregen... om een volgend jaar terug te komen. Hoe dit alles is gefinancierd. Het Comité Vacantie 1940 is zijn zoo vruchtbaar werk begonnen zonder eenige middelen. Voor reis- en bureaukosten droe gen de ouders van de kinderen, die werden uitgezonden, gemiddeld 2.50 bij en voor de rest hebben de talloos vele pleegouders in den lande zorg gedragen. Niet alleen hebben de kinderen genoten van een groote gastvrijheid, maar over het geheele land zijn door de pleegouders dui zenden en duizenden guldens bijeenge bracht, om de kinderen zoo goed mogelijk van kleeren te voorzien. Alleen met betrekking tot de schooluit zending in het najaar heeft het Comité de beschikking gehad over een fonds dit be drag beloopt ongeveer 30.000 gulden om de kinderen geheel in het nieuw te steken. Was de offervaardigheid in geheel Neder- nieuwe omgeving, zich thuis gevoelen in de hartelijke omgangssfeer met de menschen, die zij voorheen niet hebben gekend en weer vertrekken, beladen en bepakt met heel veel goede gaven. Overal in de provincies, waar de kinderen met de grootste gulhartigheid zijn ontvangen, zal deze film worden vertoond, uit dank voor hetgeen voor 't Rotterdamsche kind onder zoo moeilijke omstandigheden is gedaan. Maar ook alle personen, die in Rotterdam het comité con amore hebben bijgestaan, zul len in deze smalfilm hun moeite zien be loond. jarenlang bezig. Kinderen, die gezondheid behoeven en het in eigen omgeving niet ge makkelijk klaarspelen, worden jaarlijks voor eenige wekpn ondergebracht, hetzij in kolo nie-huizen, hetzij bij families. Dit werk van de gewone kinderuitzending is vrijwel nor maal ook dit jaar doorgegaan, doch toen in Mei, vlak na de oorlogsdagen duizenden Rotterdamsche gezinnen dakloos waren ge worden, werd terstond de moreele verplich ting gevoeld, deze zoo zwaar getroffen fa milies zoo spoedig mogelijk een goed heen komen te geven. De evacuatie-commissie, onder leiding van den heer Van Dijk, nam de zorg op haar voor de volwassenen, maar de kinderen bleken daarbij veelal een be letsel. Djit zeer begrijpelijke beletsel heeft men onmiddellijk weten te ondervangen door 'n aparte commissie in 't leven te roepen, wel ke de zorg op zich zou nemen voor 't kind. De heer H. S. v. d. Waals werd met de leiding belast en in een minimum van tijd had hij een staf van 30 a 40 menschen om zich heen, grootendeels uit onderwijskringen, die de uitzending moeten bekostigen, dan waren daarvoor tonnen en tonnen noodig geweest. Het comité heeft zich in den loop van de laatste maanden gesteld gezien voor talloos vele moeilijkheden, doch financieel heeft het geen enkele zorg gekend, dank zij het groote gebaar, de nobele geste van nagenoeg geheel Nederland, waarvan duizenden uit de Rot terdamsche jeugd met volle teugen hebben geprofiteerd. Zij zullen dit niet vergeten Zoo werd uit een tragisch gebeuren een groote weldadigheid geboren Het comité, dat zijn werk thans beëindigd ziet slechts een klein aantal kinderen is nog niet teruggekeerd als gevolg van een particuliere overeenkomst tusschen ouders en pleegouders heeft door „Profilti" een film doen samenstellen over deze Rotterdamsche kinderuitzending, Deze film geeft een interessant beeld van de voorbereidingen en de vele goede en pak- zich belangeloos gaven uit liefde voor het kende rerultaten, welke het comité heeft weten te bereiken. Men ziet de kinderen kind. Naar de Ostmark. komen, zich onmiddellijk aanpassen aan de Een V.P.B.-medewerker schrijft: De tank of gepantserde vechtwagen dook in de tegenwoordige gedaante reeds op in den wereldoorlog, nadat het door de ontwik keling van de techniek mogelijk was gewor den om de twee voornaamste eischen te ver vullen, die er aan werden gesteld, nl. moto ren, die onberispelijk loopen en een mecha nisme, dat zich door geen enkele terrein moeilijkheid, hoe groot ook, laat weerhou den. Door gestadige verbetering der toenmalige typen is men er in geslaagd, de onvolmaakte tank om te bouwen tot een wapen, dat dank zij zijn beweeglijkheid een groote rol heeft gespeeld in den huidigen oorlog. Overigens is het idee reeds zeer oud, bijna zoo oud als de oorlog zelf. Reeds op de oud-Egyptische wandschilderingen zien wij den pharo op zijn strijdwagen afgebeeld, terwijl hij den vijand met lans en pijl te lijf gaat. De gedachte, die hierbij voorzat, schijnt echter meer te zijn geweest, den krijgsman een grootere snelheid te verleenen. Men kan den man, die den vechtwagen bestuurt, meer beschouwen als een cavalerist, die zich op een wagen heeft geïnstalleerd en vandaar uit in staat is, zich met meer succes van zijn wapens te bedienen. Van een werkelijken vechtwagen kan eerst worden gesproken, als de klaarblijkelijke be doeling is, het gevaarte zelf te gebruiken om op den vijand in te rennen, met andere woorden, er een soort kleine vesting op wie len van te maken. Reers zeer vroeg kwam men op het denkbeeld de raderen van den wagen te voorzien van messen, die alle vijanden, welke te dicht in de nabijheid kwa men, verwondden. Zulke wagens, die ge trokken werden door paarden, die van een pantser waren voorzien, treffen wij reeds in het oude Oosten aan. In het tijdvak van het Hellenisme, na /'exander den Groote, trof men, naast „rol lende vestingen", d.w.z. hooge torens, die men bij de belegering van de steden ge bruikte, om de wallen te vernielen, levende pantserwagens aan, in de gedaante van oli fanten die geheele rijen vijanden ter aarde wierpen en onder hun voeten vermorzelden. Zelf waren deze „pantserwagens" bezet met boogschutters en speerwerpers. Echter ge beurde het maar al te dikwijls, dat de dieren schichtig werden en zich op hun eigen Voe' pen stortten. We mogen uft dit beginstadium niet ver zwijgen de geste van den Rijkscommissaris, dr. Seyss Inquart, door welke geste het mo gelijk werd 1700 Rotterdamsche kinderen te laten profiteéren van wat de Ostmark hun zou bieden. Dit liep alles volkomen naar wensch. Maar daarnaast werd gesticht het Comité Vakantie 1940, waarin zitting namen de leiders van de Rotterdamsche Vacantie- school, den Rotterdamschen Bond voor li chamelijke opvoeding en van het R. K. Va cantie Kinderfeest, die jaren achtereen het beste van het beste de jeugd hebben weten te geven, doch wier activiteit plotseling door de omstandigheden moest worden gestaakt. Een eere-saluut Voor we verder gaan een resumé te ge ven van wat in den loop van enkele maan den is bereikt in bet belang van het Rotter damsche kind, willen we eerst een eere-sa luut brengen aan die mannen, hoofdzakelijk uit onderwijskringen, die hun tijd en vooral hun liefde hebben gegeven in het belang van het kind. Duizend en één moeilijkheden heeft men moeten overwinnen om te komen tot het resultaat, dat is bereikt. Het Comité Vacantie 1940 was samengesteld als volgt voorzitter de heer H. S. v. d. Waals; verder hadden zitting de heeren L. H. Klootwijk voor de R. V. S., J. H. Metsger voor 't V. K. T.A. Jansen voor het R. K. Vacantie-kin- derfeest en H. Breurman voor den Rotter damschen Bond voor lichamelijke opvoeding. Zij zijn het geweest, die door hun organisa tie-talent, maar ook met behulp van de min stens twee honderd getrouwen, die dikwijls onder de moeilijkste omstandigheden de kin deren hebben moeten begeleiden, een werk hebben tot stand gebracht, dat eenig is in de Rotterdamsche geschiedenis, waar het gaat om het belang van de jeugd. Het eerste contact Toen van vele kanten uit den lande de helpende hand was uitgestoken, was spoedig het eerste contact gelegd en in een minimum van tijd werd een maximum aantal kinderen uitgezonden. Op 3 Juli begon het Comité Vacantie 1940 zijn werk en 20 dagen later konden 2425 kinderen worden uitgezonden r»»r Friesland. Niettegenstaande de moeilijke spoorwegverbindingen de begeleiders kun nen daarover een woordje meespreken volgde alras een tweede transport van om en nabij 3000 kinderen naar Gelderland, Utrecht, Groningen, N.-Brabant, Limburg en Noord- Holland. Men heeft bij dit werk versteld gestaan over het buitengewoon medeleven van heel Nederland. Door heel het land heen, over 173 gemeenten verspreid, zijn de kinderen met de grootste liefde en zorg opgenomen De „ontsporingen" zijn dan ook zeldzaam geweest. Van de plus minus 6000 kinderen, die het comité heeft uitgezonden om rust en ver- poozing te vinden, zijn na enkele dagen slechts 48 kinderen wegens ziekte terugge keerd, terwijl circa 16 jongens en meisjes reeds spoedig na aankomst wegens „wan gedrag" moesten worden teruggestuurd. Een tweede opdracht. Door de omstandigheid, dat in het najaar een groot aantal scholen werd bezet, liepen 30.000 kinderen doelloos rond, zonder dat zij in de gelegenheid waren onderwijs te genie ten. Weer werden de koppen bij elkaar ge stoken en ook de tweede opdracht, waarvoor l Evenals de Nederlandsche industrie in het Nederlandsche bedrijfsleven een zeer belang rijke, ja de eerste plaats heeft verworven, neemt onder haar takken de metaalnijverheid een bijzonder prominente plaats in, aldus het Week'-—icht der Robaver. Menigeen is nog niet v.omen doordrongen van deze beteeke- nis van de verschillende takken dezer indu strie. Velen zullen misschien verrast zijn te vernemen, dat de waarde der productie van de Nederlandsche metaalnijverheid in het geenszins bijzonder gunstige jaar 1938 even hoog was als in 1929. Dit, niettegenstaande de prijzen in laatstgenoemd jaar veel hooger wa ren dan ondanks de depreciatie In 1938, zoodat dus de omvang der productie sterk gestegen moet zijn. Het aantal der in de me taalnijverheid tewerkgestelden was in 1938 practisch even hoog als in 1929, nadat het in de crisis tot op de helft de waarde der pro ductie zelfs op twee vijfden was gedaald. In dezelfde jaren steeg echter het prestatiever mogen der machine-installaties met ongeveer een kwart De gemiddelde dagloonen beliepen in 1939 ongeveer 90 pCt. van den stand van 1929. Aldus weer:iegelen de cijfers, samen met de onloochenbare concentratie der bedrij ven, de energie, waarmede de depressie in dezen tak van nijverheid werd overwonnen In 1930 en in de eerste maanden van 1940, maar, zooals men wel mag veronderstellen, ook thans, was en is de bedrijvigheid belang rijk grooter dan in 1938 en men mag hopen, dat zij zich ook in de naaste toekomst zal kun nen handhaven. Hoe de toestand in 1929 was, hoe scherp de crisis zich later deed gevoelen, en hoe zij overwonnen werd, blijkt uit onder- staande tabel. Maardeze tabel vertelt niet de heele geschiedenis. Ten eerste niet, omdat zij alleen bedrijven boven een bepaalde grootte (meest al 25 of meer arbeiders) of boven een bepaalde hoeveelheid geproduceerde goederen (bijv. 500 rijwielen of meer) omvat. Ten tweede, omdat daarin niet de gegevens betreffende het zoo bij uitstek Nederlandsche bedrijf der Kon. Ned. Hoogovens en Staalfabrieken zijn opgenomen, die in de laatste jaren tusschen 275.000 en 299.000 ton ruw ijzer jaarlijks produceerden, waarvan in 1935/1936 40.300 ton op de bin- nenlandsche markt werd afgezet, maar in 1939/40 120.000 ton! Ten derde zijn, uit den aard der zaak, verschillende nieuwe bedrij ven, zooals die van de Nederlandsche Kabel- tabriek en van Leer's Walsbedrijven enz. daarin niet verwerkt De beurs heeft getoond zich van dit alles wel terdege rekenschap te geven. De aandeelen der betreffende ondernemingen bewegen zich óm of op het hoogste niveau der laatste jaren: Dividend Koersen pCt. 1940 1938 1939 H. L. Dec. A'dam. Droogd. 8 8 189 97 183 1 oemaf 4 4% 139 59% 128% Holl. Dr. en Kabel 7% 7% 240 129 213 K. N. Hoogovens 3* 5t 137% 51 130 Nederl. Ford20 20 345 291% 327 Nederl. Kabel 25 25 435 350 400 Ned. Scheepsb. 5 5 155% 70 149 Nederl. Staal 8 8 186 130 191 R'dam. Droogd. 12% 10 319 206% 304 Stork Co6 8 133% 77% 130% Ver. Blik 6% 20 220 160 205% Werkspoor 7 7 167% 88 166 Wilton-Fijen10 10 170 102 166% 1938/39 t) 1939/40. Een bevestiging omtrent de opvatting van den goeden gang van zaken in de metaal industrie vormt het bericht over de kapitaal bijstempeling (van nom. 300 tot f 400) bij de Nederlandsche Staalfabrieken v.h. J. M. de Muinck Keizer. IV. In het Verordeningenblad "van 30 November 1940 werd ook nog een Besluit afgekondigd van de secretarissen-generaal van de depar tementen van Landbouw en Visscherij, van Financiën en van Justitie, houdende regelen met betrekking tot het vervreemden van landbouwgronden. Deze verordening brengt in vervulling een ouden wensch van velen, dat het landbouw land zooveel mogelijk zal komen in boeren hand. Immers deze verordening verbiedt, dat land nl. alle land, waarop eenige vorm van bodemcultuur als bedrijf wordt uitgeoefend, met de daarbij behoorende gebouwen wordt overgedragen hetzij tegen betaling of om niet zonder dat vooraf een schrif telijke verklaring van een wettelijk erkend Pachtbureau is verkregen, waaruit blijkt, dat tégen de tegenprestatie, de voorwaarden en den verkrijger geen bezwaar bestaat en dat de algemeene of bijzondere landbouwbédrijfs- belangen niet worden geschaad. Het Pachtbureau mag deze verklaring in elk geval niet afgeven tenzij gebleken is, le. dat de tegenpraestatie niet hooger is dan in het jaar 1939 voor soortgelijke goederen in dezelfde streek had kunnen zijn bedongen, en 2e. dat de toekomstige verkrijger landgebrui- ker is, d.w.z. dat hij iemand is, die recht streeks en zonder tusschenpersoon de leiding van het bedrijf heeft. Derhalve, land mag alleen verkocht wor den tegen den prijs, welke ervoor in 1939 gold, en aan iemand, die het zelf als land- bouwland zal gebruiken. Zoo krijgt men dus: de boer*eigenaar van het land. Immers, dat iemand het koopt om het te verpachten aan een ander, is niet voldoende. Hij moet het landbouwbedrijf zelf uitoefenen. Het is een in het eigendomsrecht zeer sterk ingrijpende bepaling. Er wordt wel niet ont eigend, maar het beschikkingsrecht over den landeigendom wordt er wel zeer door beperkt. Tevens wordt de waardestijging van den landbouwgrond erdoor tegengegaan. Het zal dus ook niet geoorloofd zijn, om landbouwgrond te verkoopen voor het daarop bouwen van woningen. Wel heeft art. 3 de deur nog op een kier open gelaten, door te bepalen, dat de secreta ris-generaal van het departement van Lhnd- bouw en Visscherij bevoegd is, na overleg met het Pachtbureau, de toestemming tot overdracht te geven, ook als aan de genoemde eischen niet is voldaan. Bovendien zijn de bepalingen van deze ver ordening niet van toepassing bij onteigening ten algemeenen nutte, dus bijv. voor wegenaanleg, havenaanleg, woningbouw, en zoo voort. Hoewel onbedoeld wellicht, zal deze veror dening dus ook tot gevolg hebben, dat wo ningbouw op nog onbebouwden grond voor particulieren goeddeels onmogelijk wordt ge maakt. Om nakoming van deze verordening te ver zekeren, worden de notarissen ingeschakeld. Zij moeten in de acten van overdracht een verklaring opnemen, dat het overgedragen onroerend goed al dan niet land is in den zin van dit besluit, en indien dit wel het geval is, of de bovengenoemde verklaring van het Pachtbureau of de toestemming van den secretaris-generaal verkregen is. In geval van twijfel, of het te verkoopen land „land" is in den zin van dit besluit, moet de notaris de afgifte dezer verklaring weigeren, totdat door het bevoegde Pachtbureau, op verzoek van belanghebbenden, is beslist, dat het over te dragen onroerend goed al dan niet als land in den zin van dit besluit valt aan te merken. Neem bijv. een stuk grond bij een steen fabriek. Voorzoover in gebruik, om er steenen op te stapelen, is dit zeker geen „land, waar op eenige vorm van bodemcultuur als bedrijf wordt uitgeoefend". Maar als daarnaast nu nog een stuk weiland ligt, dat eigenlijk, als reserve bij overproductie, toch ook bij de steenfabriek behoort, maar onderwijl per jaar aan een boer verpacht wordt, dan is er reden tot twijfel en zal het Pachtbureau een beslissing moeten nemen. En deze be slissing is dan bindend. Handelingen in strijd met deze verordening wordt, als overtreding, gestraft met hechtenis van ten hoogste één jaar of met geldboete van ten hoogste tienduizend gulden, terwijl het land, dat in strijd met deze verordening is overgedragen, kan worden verbeurd ver klaard, zelfs wanneer het den veroordeelde niet toebehoort. Ziedaar deze zeer belangrijke en wel zeer diep ingrijpende verordening. In het midden latende, of de aldus vast gestelde regeling in de praktijk niet tot groote bezwaren aanleiding zal geven, moet erkend worden, dat hierdoor, gezien uit alge meen sociaal oogpunt, is bereikt, wat door velen, ook onder katholieken, reeds sinds vele jaren als goed en wenschelijk is aan bevolen. „Landbouwland ln boerenhand", 'n schoo- ne leuze, zal nu in vervulling kunnen gaan, al zal men er mee moeten rekenen/dat deze verordening voorshands tot uitwerking zal hebben, dat er maar weinig landbouwland verkocht zal worden. itiiiiimittuiimiitniiitMiiiiuniiiiiiiiiiittimitiitftiiiiuiiiiiiitntiiimiiiiiiMimmtiuti iiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiimiitiiititimmiiiiiiiiitiiiMiiiiiiii"!, Bedrijfsgroep Machinefabrieken, fabr. van rollend mat. enz, nog door een tweede moeten worden ge volgd. Fel joeg de wind over de met een dikke laag sneeuw bedekte vlakten, welke door millioenen sterren met een koud licht be schenen werden. Alle levende wezens schenen beschutting te hebben gezocht voor de hevige koude. Maar neen! Daar bewoog zich iets. Gestadig, onvermoeibaar liep daar een hond voort, zijn oogen op een punt recht voor zich uit gevestigd. Waar keek hij naar, daar ver weg aan den donkeren horizon? Hij kon een lichtje zien, dat hem als net ware toewenkte. Het was een eigenaardig licht. Enkele oogenblikken kwam het in het gezicht, ver dween dan weer en werd dan opnieuw zicht baar. De hond was Rin-Tin-Tin en het was net, alsof dat verre lichtje hem toewenkte. Hou vol, Rinty! scheen het te zeggen. Het geeft niet, dat je moe en eenzaam en hongerig bent. Blijf zoeken naar je huis vol blijde herinneringen en je zult het zeker vin den! De eenzame voortloopende hond versnelde zijn vaart. Zijn oogen wendde hij geen oogen- blik van het lichtje af. Veronderstel eens, dat dit licht scheen uit het huis, dat hij maar steeds zocht het oude huis, waaruit hij als jong hondje gestolen was! Misschien ben ik eindelijk aan het ein de van mijn omzwervingen! blafte de hond. Natuurlijk wist hij niet, dat het Kerstfeest naderde. Maar toch brachten de met sneeuw bedekte velden hem het blijde gelach van kin deren, feestelijke lichtjes en zacht gezang van kinderstemmetjes in zijn herinnering! Scheen dat lichtje wellicht uit het huls met de mooie witte poort? Wachten die be minde kindergezichtjes daar, om hem wel kom te heeten? Plotseling bereikte de zwervende hond den top van een heuvel en stiet hij een droef ge huil uit. Voor zich uit kon hij de donkere omtrek ken zien van een ouden molen met gestadig in den kouden wind draaiende wieken. En bevestigd aan den top van een van die wieken was een brandende lantaarn! Het was deze lantaarn, welke Rinty had toegewenkt! Toen hij zich nog op grooten afstand bevond, was het lichtje telkens zicht- (NADRUK VERBODEN.) niminiiininimmuii baar voor hem geworden, als de wiek om hoog ging. Rinty legde zijn ooren in zijn nek en stak zijn staart tusschen zijn pooten. Dit was niet het huis, dat hij zocht! Toch, hoewei zijn blijde hoop vervlogen was, voelde Rinty eenige belangstelling. Het was zoo vreemd, dat gloeiende lichtje, dat telkens en telkens weer met de rond draaiende wieken op en neer ging! Wat beteekent dat? Wie heeft het daar opgehangen? vroeg de zwervende hond zich verbaasd af. Hij blafte verschillende malen hard, maar uit den molen klonk geen antwoord. Rinty wist niet, dat het lichtje reeds meer dan een jaar lang iederen nacht aan de molenwieken gehangen had. In het dorp, dat twee kilometer verder weg lag, plachten de menschen met hun hoofd te schudden, als ze het zagen. Die arme oude Mr. Barnard! zeiden ze dan gewoonlijk. Waarom laat hij dien lan taarn daar altijd maar hangen? Weet hij dan niet, dat zijn zoon toch niet terugkomt? Mr. John Barnard was de eigenaar van den ouden molen. De molenaar had een zoon, Bob geheeten, die goudzoeker wilde worden en die daarom groote onderzoekingstochten door de een zame heuvels ondernam. In die wildernis van rotsen en zand kon men heel gemakkelijk verdwalen. En daar om had de molenaar altijd dien lantaarn aan de wentelende wieken van zijn molen gehan gen, om Bob veilig naar huis te geleiden. Ongeveer een jaar geleden had Bob weder om een tocht ondernomen, waarvan hij niet meer was teruggekeerd. Tevergeefs flitste de lantaarn zijn bood schap door de duisternis. Bob was nooit teruggekomen. Iedereen behalve molenaar Barnard had alle hoop opgegeven, hem nog ooit levend terug te zien. Men was er zeker van, dat hij ergens in de wildernis om het leven ge komen was. Maar Mr. Barnard gaf de hoop nooit op. Zelfs nu nu alle hoop verloren scheen hing hij nog iederen avond den lantaarn aan de wieken van zijn molen voor het geval de verdwaalde zoon het licht noodig zou hebben, om het ouderlijk huis terug te vinden! (WORDT VERVOLGD.) B. en W. van Voorburg stellen den ge meenteraad voor, den gasprijs met 1 cent per kubieke meter te verhoogen met in ,„..t ging van Januari a.s. Naar zij voorts mede Constructi^werkplaatsen deelen zal deze verhooging waarschijnlijk Scheepsbouwwerven tevens machinefabrieken IJzer- en staalgieterijen, fabrieken v. emaille- waren en huishoudel. verwarmingstoestellen Fabr. v. electr. mach., toestellen en werktuigen Fabr. v. bouten, moeren, nagels, spijkers enz. Metaalpletterijen -smelterijen enz. Metaalwarenfabrieken en -gieterijen Blikwarenfabrieken Rij wielfabrieken Fabr. van stalen en ijzeren meub., brandk enz. Fabr. van ijzer- en staalw., rijwiel- en auto- onderdeelen enz Carrosseriefabrieken enz, Alle groepen a. 1937; b. 1934. Men meldt ons uit Den Haag: Op Vrijdag 20 December was het 50 jaar geleden, dat de zeereerw. heer A. H. J. Sprenger, rustend pastoor van Leimuiden, de H. Priesterwijding ontving. Dien dag is dit feit in de St. Carolus Borromeus-stichting aan de Prinsegracht 36, waar pastoor Spren ger thans verblijft, in intiehien kring hèr- dacht. Zondag heeft pastoor Spenger in de St. Jacobuskerk aan de Parkstraat, de plechtige Hoogmis opgedragen, aan hetzelfde altaar, waar hij 50 jaar geleden zijn eerste plechtige H. Mis celebreerde. Bij de plechtige Hoogmis van Zondag werd pastoor Spenger geassisteerd door den hoogeerw. deken mgr. J. M. v. d. T^yn' als presbyter-assistens, pastoor C. B. M. Wie- mers, van Rijswijk, als diaken en kapelaan D. Buis als subdiaken. De hoogeerw. deken hield de feestpredi katie, waarin hij de verhevenheid van het priesterschap in het licht stelde. De Hoogmis werd behalve door zeer velé parochianen van St. Jacobus, ook bijge woond door mgr. C. A. de Gruyter, em.- pastoor C. G. A. van Baaren en familieleden van den jubilaris. De recherche te Haarlem heeft de laatste dagen zeven personen aangehouden, die ic aan diefstal en heling hebben schuldig ge maakt. Een zeventienjarige jongen uit Haarlem had onder bescherming van de duisternis boter, margarine en andere levensmiddelen uit een op straat staande bakfiets gestolen. De jeugdige dief bekende dat hij den dief stal in gezelschap van twee vrienden had gedaan. Ook gaf hij toe, dat hij zich had schuldig gemaakt aan verschillende dief stallen uit voertuigen, die voor een oogen. blik onbeheerd op den weg stonden. Een gedeelte van het door hen gestolen goed hadden zij reeds verkocht aan een 50-jarigen rijwielstallinghouder en diens knecht, die de goederen op hun beurt weer in klinkende munt hadden omgezet. Een 30-jarige inwoner uit Haarlem had in de laatste weken ten nadeele van eenige grossiers diefstallen op de groentemarkt ge pleegd en had daarbij o.a. drie vaten zuur kool en eenige kisten met diverse groenten weggenomen. Hij werd daarbij geholpen door een 16-jarigen loopjongen. Later hadden zj) de groenten verkocht. En werd geschoren. Men meldt ons uit Amsterdam: Toen een kapper, wonende in de Van Swindenstraat, Zondagavond thuis kwam, vond hij in zijn winkel een man. Aangezien de kapper, voordat hij de deur uitging, deze geslóten had en hij op dit uur van den dag geen klanten verwachtte, informeerde hij wat de onbekende in zijn winkel zocht. Deze verklaarde daarop, dat hij zich wilde laten scheren. „Een oogènblikje", antwoord de figaro, „dan zal ik u scheren"; en in dat oogenblikje grendelde hij de deur, belde In de eerste de beste telefooncel de politie op, zoodat deze den ongenooden gast spoedig naar het bureau Linnaeusstraat kon over brengen. Men meldt ons uit Amsterdam: De aapjeskoetsiers in de hoofdstad beleven wel een onverwachten gouden tijd bjj de huidige benzineschaarschte, maar zij zitten toch ook voor netelige problemen in deze nieuwe wereld van verduisteringen en an dere strenge maatregelen. Dat ondervond een koetsier, die Zaterdag avond een vrachtje na elf uur in West had afgeleverd, na in de kou door het nachtelijke duister te zijn gelaveerd. Terwijl hij stond af te rekenen, vond zijn brave rossinant, dat hij lang genoeg in de kou had stilgestaan en dat het geen zin had, met half bevroren bee- r. on op stal te komen. Even later bemerkte koetsier, dat zijn span in de donkerte ver dwenen was. Een bewaker van een particulieren nacht veiligheidsdienst kwam het stuurloos aapje tegen. De deuren stonden wijd open en het geheel maakte in de donkerte een min of meer spookachtigen indruk. Bles was de lucht van den stal blijkbaar radicaal kwijt en vond het allang goed, toen hij een nieuwen meester op den bok zag klimmen, die hem naar het politiebureau, aan ^en Overtoom, reed. Daar arriveerde later ook de eigenaar, die een speciale „permit" noodig had om naar huis te komen, daar het over twaalven was. Aantal Personeel Primair vermogen Verkoopwaarde ondernemingen aantal der machines P.K. der prod, 1000) 1929 1933 1938 1929 1933 1938 1929 1933 1938 1929 1933 1938 133 96 149 26.200 14.643 22.997 51.343 51.774 66.494 115.702 47.235 99.812 65 47 51 8.515 4.207 6.495 15.974 16.201 16.899 36.312 12.299 24.916 34 25 27 41.390 12.164 34.458 108.516 105.245 112.519 150847 39.313 154.499 63 81 85 8.396 6.325 9.786 14.790 17.295 27.194 25.507 14.314 29.479 36 36 46 6.091 3.716 7.037 7.925 9.207 11.762 26.450 11.124 25.540 23 41 44 3.055 2.275 2.677 8.226 9.330 11.022 15.408 7.466 12.902 23 23 28 1.325 1.076 1.255 4.515 5.148 5.914 12.487 6.159 9.163 34 25 34 4.083 2.397 3.672 4.208 3.963 5.467 13.231 5.624 9.214 12 11 11a 2.916 2.602 3.499a 1.440 2.223 a2.820 '12.765 9.655 all.506 35 34 31 2.343 1.797 1.738 1.931 2.517 2.982 13.231 7.871 8.248 38 28 4 1.570 1.947 1.884 2.657 4.276 5.680 73a 2.958a a4.699 a9.944 mmm 57b 53 1.535b 2.140 bl.551 1.738 b3.985 6.896 458 514 660 104.314 54.307 99.659 218.268 226.338 272.167 421.940 169.321 407.799 DE BEKENDE RUÏNE VAN HET KASTEEL „LICHTENBERG" en de daarbij gelegen hoeve op den St. Pietersberg te Maastricht, dreigen onder sloopershanden te vallen. Er worden pogingen aangewend tot behoud van dit cultuurmonument. (Foto Het Zuic en.) Men meldt ons uit Den Haag: Een bejaard echtpaar, dat hier ter stede een winkel drijft, is het slachtoffer gewor den van een handigen oplichter. De winke lier is 72 jaar oud en zijn vrouw, die bo vendien nog slecht van gezicht is, 65. Dezer dagen kregen zij bezoek van een man, die voorgaf van de belastingen te zijn. Hij stel de het echtpaar enkele vragen, o.m. hoe groot hun vermogen was, hoeveel zij per week verdienden enz. De oude menschen, die de zaak blijkbaar niet geheel vertrouw den, vroegen den man naar een legitimatie bewijs, waarop deze brutaalweg antwoord de „Ik stel hier vragen en u hebt maar te antwoorden". Vervolgens haalde hij een dik boek te voorschijn, legde hun dit voor en zeide, dat zij even teekenen moesten. Het echtpaar, dat door het zelfverzekerde optre den van den man nogal geïntimideerd werd, voldeed hieraan, waarop de „belastingamb tenaar" driehonderd gulden eischte. De oud jes voerden hiertegen aan, dat zij een .der gelijke som niet ineens konden betalen. „Be taalt u dan nu maar 100, dan kom ik de rest wel in Januari halen", was het ant woord van den man. Helaas voldeden de winkelier en zijn vrouw aan dit verzoek; zij stelden hem 10 briefjes van tien gulden ter hand, waarop de mijnheer van de be lastingen verdween. Het signalement van den man is ongeveer als volgt35 40 jaar oud. Ongeveer 1.80 M. lang, flink postuur, gezonde gelaatskleur, glad, bol gezicht; gekleed in donkere win terjas met donkeren gleuf hoed. Hij had een bruine actetasch bij zich en een rijwiel.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1940 | | pagina 2