De uitzending van Rotterdamsche
kinderen naar buiten.
ONZE METAALINDUSTRIE.
o\HTINT|jy
HET DRAAIENDE LICHT.
6
LOONEN EN PRIJZEN.
HET NIEUWE DAGBLAD VAN DINSDAG 24 DECEMBER Ï94Ö
Duizenden Rotterdamniertjes
hebben de grootste gast
vrijheid genoten.
Vele Nederlanders hebben de
Maasstad 'aan zich verplicht.
DE VECHTWAGEN IN ZIJN
OUDSTEN VORM.
Een film.
Als strijdwagen reeds bij de oude
Egyptenaren bekend, olifanten
als levende tanks.
NEEMT EEN PROMINENTE
PLAATS IN.
DIVIDENDEN EN AANDEELENKOERSEN.
Landbouwland in boerenhand.
JT** DE SPANNENDE
AVONTUREN VAN DEN
BEROEMDEN FILMHOND
i
VERHOOGING VAN DEN GASPRIJS
GOUDEN PRIESTERFEEST EM.-
PASTOOR A. H. J. SPRENGER.
DIEVEN EN HELERS GEARRESTEERD
HIJ WILDE GESCHOREN WORDEN.
BLES ROOK DEN STAL.
ONTWIKKELING DER NEDERLANDSCHE METAALNIJVERHEID
IN 1929—1938.
«Hg
Hij KWAM VAN DE BELASTINGEN.
Dank zij de gulhartige edelmoe
digheid en de groote offervaardig
heid van tal van Nederlanders over
het geheele land verspreid, hebben dui
zenden Rotterdamsche kinderen van alle
leeftijden na den catastrophalen datum
van den 14den Mei, wekenlang de harte
lijkste gastvrijheid genoten van hun
pleegouders, vriendjes en vriendinnetjes,
over 173 gemeenten verspreid. Er is in
geld en natura geofferd om de kinderen
zoo spoedig mogelijk te doen vergeten
het leed, dat als een lawine over hen was
gekomen.
Gezond en sterk, opgewekt en met
blozende gezichten zijn de meeste kin
deren thans weer in den schoot der fa
milie teruggekeerd, waar zij nog dage
lijks met enthousiasme spreken over al
het moois, dat ze gezien en genoten
hebben.
Rotterdam heeft aan het verdere Ne
derland wel een buitengewoon groote
verplichting gekregen en de stad aan de
Maas zal deze nakomen, door nimmer te
vergeten, wat in moeilijke tijden voor
haar kinderen is gedaan en door de
vriendschapsbanden, welke zijn geslagen,
nooit meer te verbreken
Het werk van de kinderuitzending in Rot
terdam is reeds van heel ouden datum. Tal
van vereenigingen houden zich daarmee al I land niet zóó groot geweest en had het comité
het comité stond, is tot een succesvol einde
gebracht. Ruim twaalfhonderd kinderen heb
ben in verschillend' provincies van ons land
niet alleen een groote gastvrijheid ondervon
den, maar zij hebben er ook de school be
zocht. Juist dezer dagen zijn de laatste kinde
ren teruggekomen om de vacantie in eigen
h"ij door te brengen. Deze schooluitzending
heeft het comité heel wat zorgen gebaard,
maar dank zij de edelmoedige geste van zoo
vele pleegouders is alles weer op zijn poot
jes terecht gekomen en als „wolken" zijn de
kinderen teruggekeerd.
Het werk van het Comité Vacantie 1940 is
tot een volledig succes geworden. Afgezien
van de direct tastbare feiten zijn er tusschen
de vele Rotterdamsche kinderen en pleeg
ouders banden gelegd voor het geheele leven.
Een bewijs hiervan is toch zeker, dat hon
derden Rotterdammertjes uitnoodigingen
hebben meegekregen... om een volgend jaar
terug te komen.
Hoe dit alles is gefinancierd.
Het Comité Vacantie 1940 is zijn zoo
vruchtbaar werk begonnen zonder eenige
middelen. Voor reis- en bureaukosten droe
gen de ouders van de kinderen, die werden
uitgezonden, gemiddeld 2.50 bij en voor de
rest hebben de talloos vele pleegouders in
den lande zorg gedragen.
Niet alleen hebben de kinderen genoten
van een groote gastvrijheid, maar over het
geheele land zijn door de pleegouders dui
zenden en duizenden guldens bijeenge
bracht, om de kinderen zoo goed mogelijk
van kleeren te voorzien.
Alleen met betrekking tot de schooluit
zending in het najaar heeft het Comité de
beschikking gehad over een fonds dit be
drag beloopt ongeveer 30.000 gulden om
de kinderen geheel in het nieuw te steken.
Was de offervaardigheid in geheel Neder-
nieuwe omgeving, zich thuis gevoelen in de
hartelijke omgangssfeer met de menschen,
die zij voorheen niet hebben gekend en
weer vertrekken, beladen en bepakt met heel
veel goede gaven.
Overal in de provincies, waar de kinderen
met de grootste gulhartigheid zijn ontvangen,
zal deze film worden vertoond, uit dank voor
hetgeen voor 't Rotterdamsche kind onder zoo
moeilijke omstandigheden is gedaan.
Maar ook alle personen, die in Rotterdam
het comité con amore hebben bijgestaan, zul
len in deze smalfilm hun moeite zien be
loond.
jarenlang bezig. Kinderen, die gezondheid
behoeven en het in eigen omgeving niet ge
makkelijk klaarspelen, worden jaarlijks voor
eenige wekpn ondergebracht, hetzij in kolo
nie-huizen, hetzij bij families. Dit werk van
de gewone kinderuitzending is vrijwel nor
maal ook dit jaar doorgegaan, doch toen in
Mei, vlak na de oorlogsdagen duizenden
Rotterdamsche gezinnen dakloos waren ge
worden, werd terstond de moreele verplich
ting gevoeld, deze zoo zwaar getroffen fa
milies zoo spoedig mogelijk een goed heen
komen te geven. De evacuatie-commissie,
onder leiding van den heer Van Dijk, nam
de zorg op haar voor de volwassenen, maar
de kinderen bleken daarbij veelal een be
letsel. Djit zeer begrijpelijke beletsel heeft
men onmiddellijk weten te ondervangen door
'n aparte commissie in 't leven te roepen, wel
ke de zorg op zich zou nemen voor 't kind. De
heer H. S. v. d. Waals werd met de leiding
belast en in een minimum van tijd had hij
een staf van 30 a 40 menschen om zich
heen, grootendeels uit onderwijskringen, die
de uitzending moeten bekostigen, dan waren
daarvoor tonnen en tonnen noodig geweest.
Het comité heeft zich in den loop van de
laatste maanden gesteld gezien voor talloos
vele moeilijkheden, doch financieel heeft het
geen enkele zorg gekend, dank zij het groote
gebaar, de nobele geste van nagenoeg geheel
Nederland, waarvan duizenden uit de Rot
terdamsche jeugd met volle teugen hebben
geprofiteerd.
Zij zullen dit niet vergeten
Zoo werd uit een tragisch gebeuren een
groote weldadigheid geboren
Het comité, dat zijn werk thans beëindigd
ziet slechts een klein aantal kinderen is
nog niet teruggekeerd als gevolg van een
particuliere overeenkomst tusschen ouders en
pleegouders heeft door „Profilti" een film
doen samenstellen over deze Rotterdamsche
kinderuitzending,
Deze film geeft een interessant beeld van
de voorbereidingen en de vele goede en pak-
zich belangeloos gaven uit liefde voor het kende rerultaten, welke het comité heeft
weten te bereiken. Men ziet de kinderen
kind.
Naar de Ostmark. komen, zich onmiddellijk aanpassen aan de
Een V.P.B.-medewerker schrijft:
De tank of gepantserde vechtwagen dook
in de tegenwoordige gedaante reeds op in
den wereldoorlog, nadat het door de ontwik
keling van de techniek mogelijk was gewor
den om de twee voornaamste eischen te ver
vullen, die er aan werden gesteld, nl. moto
ren, die onberispelijk loopen en een mecha
nisme, dat zich door geen enkele terrein
moeilijkheid, hoe groot ook, laat weerhou
den.
Door gestadige verbetering der toenmalige
typen is men er in geslaagd, de onvolmaakte
tank om te bouwen tot een wapen, dat dank
zij zijn beweeglijkheid een groote rol heeft
gespeeld in den huidigen oorlog.
Overigens is het idee reeds zeer oud, bijna
zoo oud als de oorlog zelf. Reeds op
de oud-Egyptische wandschilderingen zien
wij den pharo op zijn strijdwagen afgebeeld,
terwijl hij den vijand met lans en pijl te lijf
gaat. De gedachte, die hierbij voorzat, schijnt
echter meer te zijn geweest, den krijgsman
een grootere snelheid te verleenen. Men kan
den man, die den vechtwagen bestuurt, meer
beschouwen als een cavalerist, die zich op
een wagen heeft geïnstalleerd en vandaar uit
in staat is, zich met meer succes van zijn
wapens te bedienen.
Van een werkelijken vechtwagen kan eerst
worden gesproken, als de klaarblijkelijke be
doeling is, het gevaarte zelf te gebruiken om
op den vijand in te rennen, met andere
woorden, er een soort kleine vesting op wie
len van te maken. Reers zeer vroeg kwam
men op het denkbeeld de raderen van den
wagen te voorzien van messen, die alle
vijanden, welke te dicht in de nabijheid kwa
men, verwondden. Zulke wagens, die ge
trokken werden door paarden, die van een
pantser waren voorzien, treffen wij reeds
in het oude Oosten aan.
In het tijdvak van het Hellenisme, na
/'exander den Groote, trof men, naast „rol
lende vestingen", d.w.z. hooge torens, die
men bij de belegering van de steden ge
bruikte, om de wallen te vernielen, levende
pantserwagens aan, in de gedaante van oli
fanten die geheele rijen vijanden ter aarde
wierpen en onder hun voeten vermorzelden.
Zelf waren deze „pantserwagens" bezet met
boogschutters en speerwerpers. Echter ge
beurde het maar al te dikwijls, dat de dieren
schichtig werden en zich op hun eigen Voe'
pen stortten.
We mogen uft dit beginstadium niet ver
zwijgen de geste van den Rijkscommissaris,
dr. Seyss Inquart, door welke geste het mo
gelijk werd 1700 Rotterdamsche kinderen te
laten profiteéren van wat de Ostmark hun
zou bieden. Dit liep alles volkomen naar
wensch. Maar daarnaast werd gesticht het
Comité Vakantie 1940, waarin zitting namen
de leiders van de Rotterdamsche Vacantie-
school, den Rotterdamschen Bond voor li
chamelijke opvoeding en van het R. K. Va
cantie Kinderfeest, die jaren achtereen het
beste van het beste de jeugd hebben weten
te geven, doch wier activiteit plotseling door
de omstandigheden moest worden gestaakt.
Een eere-saluut
Voor we verder gaan een resumé te ge
ven van wat in den loop van enkele maan
den is bereikt in bet belang van het Rotter
damsche kind, willen we eerst een eere-sa
luut brengen aan die mannen, hoofdzakelijk
uit onderwijskringen, die hun tijd en vooral
hun liefde hebben gegeven in het belang van
het kind. Duizend en één moeilijkheden
heeft men moeten overwinnen om te komen
tot het resultaat, dat is bereikt. Het Comité
Vacantie 1940 was samengesteld als volgt
voorzitter de heer H. S. v. d. Waals; verder
hadden zitting de heeren L. H. Klootwijk
voor de R. V. S., J. H. Metsger voor 't V. K.
T.A. Jansen voor het R. K. Vacantie-kin-
derfeest en H. Breurman voor den Rotter
damschen Bond voor lichamelijke opvoeding.
Zij zijn het geweest, die door hun organisa
tie-talent, maar ook met behulp van de min
stens twee honderd getrouwen, die dikwijls
onder de moeilijkste omstandigheden de kin
deren hebben moeten begeleiden, een werk
hebben tot stand gebracht, dat eenig is in
de Rotterdamsche geschiedenis, waar het
gaat om het belang van de jeugd.
Het eerste contact
Toen van vele kanten uit den lande de
helpende hand was uitgestoken, was spoedig
het eerste contact gelegd en in een minimum
van tijd werd een maximum aantal kinderen
uitgezonden. Op 3 Juli begon het Comité
Vacantie 1940 zijn werk en 20 dagen later
konden 2425 kinderen worden uitgezonden
r»»r Friesland. Niettegenstaande de moeilijke
spoorwegverbindingen de begeleiders kun
nen daarover een woordje meespreken
volgde alras een tweede transport van om en
nabij 3000 kinderen naar Gelderland, Utrecht,
Groningen, N.-Brabant, Limburg en Noord-
Holland.
Men heeft bij dit werk versteld gestaan
over het buitengewoon medeleven van heel
Nederland. Door heel het land heen, over
173 gemeenten verspreid, zijn de kinderen
met de grootste liefde en zorg opgenomen
De „ontsporingen" zijn dan ook zeldzaam
geweest.
Van de plus minus 6000 kinderen, die het
comité heeft uitgezonden om rust en ver-
poozing te vinden, zijn na enkele dagen
slechts 48 kinderen wegens ziekte terugge
keerd, terwijl circa 16 jongens en meisjes
reeds spoedig na aankomst wegens „wan
gedrag" moesten worden teruggestuurd.
Een tweede opdracht.
Door de omstandigheid, dat in het najaar
een groot aantal scholen werd bezet, liepen
30.000 kinderen doelloos rond, zonder dat zij
in de gelegenheid waren onderwijs te genie
ten. Weer werden de koppen bij elkaar ge
stoken en ook de tweede opdracht, waarvoor l
Evenals de Nederlandsche industrie in het
Nederlandsche bedrijfsleven een zeer belang
rijke, ja de eerste plaats heeft verworven,
neemt onder haar takken de metaalnijverheid
een bijzonder prominente plaats in, aldus het
Week'-—icht der Robaver. Menigeen is nog
niet v.omen doordrongen van deze beteeke-
nis van de verschillende takken dezer indu
strie. Velen zullen misschien verrast zijn te
vernemen, dat de waarde der productie van
de Nederlandsche metaalnijverheid in het
geenszins bijzonder gunstige jaar 1938 even
hoog was als in 1929. Dit, niettegenstaande de
prijzen in laatstgenoemd jaar veel hooger wa
ren dan ondanks de depreciatie In 1938,
zoodat dus de omvang der productie sterk
gestegen moet zijn. Het aantal der in de me
taalnijverheid tewerkgestelden was in 1938
practisch even hoog als in 1929, nadat het in
de crisis tot op de helft de waarde der pro
ductie zelfs op twee vijfden was gedaald. In
dezelfde jaren steeg echter het prestatiever
mogen der machine-installaties met ongeveer
een kwart De gemiddelde dagloonen beliepen
in 1939 ongeveer 90 pCt. van den stand van
1929. Aldus weer:iegelen de cijfers, samen
met de onloochenbare concentratie der bedrij
ven, de energie, waarmede de depressie in
dezen tak van nijverheid werd overwonnen
In 1930 en in de eerste maanden van 1940,
maar, zooals men wel mag veronderstellen,
ook thans, was en is de bedrijvigheid belang
rijk grooter dan in 1938 en men mag hopen,
dat zij zich ook in de naaste toekomst zal kun
nen handhaven. Hoe de toestand in 1929 was,
hoe scherp de crisis zich later deed gevoelen,
en hoe zij overwonnen werd, blijkt uit onder-
staande tabel.
Maardeze tabel vertelt niet de heele
geschiedenis. Ten eerste niet, omdat zij alleen
bedrijven boven een bepaalde grootte (meest
al 25 of meer arbeiders) of boven een bepaalde
hoeveelheid geproduceerde goederen (bijv. 500
rijwielen of meer) omvat. Ten tweede, omdat
daarin niet de gegevens betreffende het zoo bij
uitstek Nederlandsche bedrijf der Kon. Ned.
Hoogovens en Staalfabrieken zijn opgenomen,
die in de laatste jaren tusschen 275.000 en
299.000 ton ruw ijzer jaarlijks produceerden,
waarvan in 1935/1936 40.300 ton op de bin-
nenlandsche markt werd afgezet, maar in
1939/40 120.000 ton! Ten derde zijn, uit den
aard der zaak, verschillende nieuwe bedrij
ven, zooals die van de Nederlandsche Kabel-
tabriek en van Leer's Walsbedrijven enz.
daarin niet verwerkt
De beurs heeft getoond zich van dit alles
wel terdege rekenschap te geven. De aandeelen
der betreffende ondernemingen bewegen zich
óm of op het hoogste niveau der laatste jaren:
Dividend Koersen
pCt. 1940
1938 1939 H. L. Dec.
A'dam. Droogd. 8 8 189 97 183
1 oemaf 4 4% 139 59% 128%
Holl. Dr. en Kabel 7% 7% 240 129 213
K. N. Hoogovens 3* 5t 137% 51 130
Nederl. Ford20 20 345 291% 327
Nederl. Kabel 25 25 435 350 400
Ned. Scheepsb. 5 5 155% 70 149
Nederl. Staal 8 8 186 130 191
R'dam. Droogd. 12% 10 319 206% 304
Stork Co6 8 133% 77% 130%
Ver. Blik 6% 20 220 160 205%
Werkspoor 7 7 167% 88 166
Wilton-Fijen10 10 170 102 166%
1938/39 t) 1939/40.
Een bevestiging omtrent de opvatting van
den goeden gang van zaken in de metaal
industrie vormt het bericht over de kapitaal
bijstempeling (van nom. 300 tot f 400) bij
de Nederlandsche Staalfabrieken v.h. J. M. de
Muinck Keizer.
IV.
In het Verordeningenblad "van 30 November
1940 werd ook nog een Besluit afgekondigd
van de secretarissen-generaal van de depar
tementen van Landbouw en Visscherij, van
Financiën en van Justitie, houdende regelen
met betrekking tot het vervreemden van
landbouwgronden.
Deze verordening brengt in vervulling een
ouden wensch van velen, dat het landbouw
land zooveel mogelijk zal komen in boeren
hand.
Immers deze verordening verbiedt, dat
land nl. alle land, waarop eenige vorm van
bodemcultuur als bedrijf wordt uitgeoefend,
met de daarbij behoorende gebouwen
wordt overgedragen hetzij tegen betaling
of om niet zonder dat vooraf een schrif
telijke verklaring van een wettelijk erkend
Pachtbureau is verkregen, waaruit blijkt, dat
tégen de tegenprestatie, de voorwaarden en
den verkrijger geen bezwaar bestaat en dat
de algemeene of bijzondere landbouwbédrijfs-
belangen niet worden geschaad.
Het Pachtbureau mag deze verklaring in
elk geval niet afgeven tenzij gebleken is, le.
dat de tegenpraestatie niet hooger is dan in
het jaar 1939 voor soortgelijke goederen in
dezelfde streek had kunnen zijn bedongen, en
2e. dat de toekomstige verkrijger landgebrui-
ker is, d.w.z. dat hij iemand is, die recht
streeks en zonder tusschenpersoon de leiding
van het bedrijf heeft.
Derhalve, land mag alleen verkocht wor
den tegen den prijs, welke ervoor in 1939
gold, en aan iemand, die het zelf als land-
bouwland zal gebruiken.
Zoo krijgt men dus: de boer*eigenaar van
het land.
Immers, dat iemand het koopt om het te
verpachten aan een ander, is niet voldoende.
Hij moet het landbouwbedrijf zelf uitoefenen.
Het is een in het eigendomsrecht zeer sterk
ingrijpende bepaling. Er wordt wel niet ont
eigend, maar het beschikkingsrecht over den
landeigendom wordt er wel zeer door beperkt.
Tevens wordt de waardestijging van den
landbouwgrond erdoor tegengegaan.
Het zal dus ook niet geoorloofd zijn, om
landbouwgrond te verkoopen voor het daarop
bouwen van woningen.
Wel heeft art. 3 de deur nog op een kier
open gelaten, door te bepalen, dat de secreta
ris-generaal van het departement van Lhnd-
bouw en Visscherij bevoegd is, na overleg
met het Pachtbureau, de toestemming tot
overdracht te geven, ook als aan de genoemde
eischen niet is voldaan.
Bovendien zijn de bepalingen van deze ver
ordening niet van toepassing bij onteigening
ten algemeenen nutte, dus bijv. voor
wegenaanleg, havenaanleg, woningbouw, en
zoo voort.
Hoewel onbedoeld wellicht, zal deze veror
dening dus ook tot gevolg hebben, dat wo
ningbouw op nog onbebouwden grond voor
particulieren goeddeels onmogelijk wordt ge
maakt.
Om nakoming van deze verordening te ver
zekeren, worden de notarissen ingeschakeld.
Zij moeten in de acten van overdracht een
verklaring opnemen, dat het overgedragen
onroerend goed al dan niet land is in den zin
van dit besluit, en indien dit wel het geval is,
of de bovengenoemde verklaring van het
Pachtbureau of de toestemming van den
secretaris-generaal verkregen is. In geval van
twijfel, of het te verkoopen land „land" is
in den zin van dit besluit, moet de notaris de
afgifte dezer verklaring weigeren, totdat door
het bevoegde Pachtbureau, op verzoek van
belanghebbenden, is beslist, dat het over te
dragen onroerend goed al dan niet als land
in den zin van dit besluit valt aan te merken.
Neem bijv. een stuk grond bij een steen
fabriek. Voorzoover in gebruik, om er steenen
op te stapelen, is dit zeker geen „land, waar
op eenige vorm van bodemcultuur als bedrijf
wordt uitgeoefend". Maar als daarnaast nu
nog een stuk weiland ligt, dat eigenlijk, als
reserve bij overproductie, toch ook bij de
steenfabriek behoort, maar onderwijl per
jaar aan een boer verpacht wordt, dan is er
reden tot twijfel en zal het Pachtbureau
een beslissing moeten nemen. En deze be
slissing is dan bindend.
Handelingen in strijd met deze verordening
wordt, als overtreding, gestraft met hechtenis
van ten hoogste één jaar of met geldboete
van ten hoogste tienduizend gulden, terwijl
het land, dat in strijd met deze verordening
is overgedragen, kan worden verbeurd ver
klaard, zelfs wanneer het den veroordeelde
niet toebehoort.
Ziedaar deze zeer belangrijke en wel zeer
diep ingrijpende verordening.
In het midden latende, of de aldus vast
gestelde regeling in de praktijk niet tot
groote bezwaren aanleiding zal geven, moet
erkend worden, dat hierdoor, gezien uit alge
meen sociaal oogpunt, is bereikt, wat door
velen, ook onder katholieken, reeds sinds
vele jaren als goed en wenschelijk is aan
bevolen.
„Landbouwland ln boerenhand", 'n schoo-
ne leuze, zal nu in vervulling kunnen gaan,
al zal men er mee moeten rekenen/dat deze
verordening voorshands tot uitwerking zal
hebben, dat er maar weinig landbouwland
verkocht zal worden.
itiiiiimittuiimiitniiitMiiiiuniiiiiiiiiiittimitiitftiiiiuiiiiiiitntiiimiiiiiiMimmtiuti
iiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiimiitiiititimmiiiiiiiiitiiiMiiiiiiii"!,
Bedrijfsgroep
Machinefabrieken, fabr. van rollend mat. enz,
nog door een tweede moeten worden ge
volgd.
Fel joeg de wind over de met een dikke
laag sneeuw bedekte vlakten, welke door
millioenen sterren met een koud licht be
schenen werden. Alle levende wezens schenen
beschutting te hebben gezocht voor de hevige
koude.
Maar neen! Daar bewoog zich iets.
Gestadig, onvermoeibaar liep daar een
hond voort, zijn oogen op een punt recht voor
zich uit gevestigd. Waar keek hij naar, daar
ver weg aan den donkeren horizon?
Hij kon een lichtje zien, dat hem als net
ware toewenkte.
Het was een eigenaardig licht. Enkele
oogenblikken kwam het in het gezicht, ver
dween dan weer en werd dan opnieuw zicht
baar.
De hond was Rin-Tin-Tin en het was net,
alsof dat verre lichtje hem toewenkte.
Hou vol, Rinty! scheen het te zeggen.
Het geeft niet, dat je moe en eenzaam en
hongerig bent. Blijf zoeken naar je huis vol
blijde herinneringen en je zult het zeker vin
den!
De eenzame voortloopende hond versnelde
zijn vaart. Zijn oogen wendde hij geen oogen-
blik van het lichtje af.
Veronderstel eens, dat dit licht scheen uit
het huis, dat hij maar steeds zocht het oude
huis, waaruit hij als jong hondje gestolen
was!
Misschien ben ik eindelijk aan het ein
de van mijn omzwervingen! blafte de hond.
Natuurlijk wist hij niet, dat het Kerstfeest
naderde. Maar toch brachten de met sneeuw
bedekte velden hem het blijde gelach van kin
deren, feestelijke lichtjes en zacht gezang van
kinderstemmetjes in zijn herinnering!
Scheen dat lichtje wellicht uit het huls
met de mooie witte poort? Wachten die be
minde kindergezichtjes daar, om hem wel
kom te heeten?
Plotseling bereikte de zwervende hond den
top van een heuvel en stiet hij een droef ge
huil uit.
Voor zich uit kon hij de donkere omtrek
ken zien van een ouden molen met gestadig
in den kouden wind draaiende wieken.
En bevestigd aan den top van een van die
wieken was een brandende lantaarn!
Het was deze lantaarn, welke Rinty had
toegewenkt! Toen hij zich nog op grooten
afstand bevond, was het lichtje telkens zicht-
(NADRUK VERBODEN.)
niminiiininimmuii
baar voor hem geworden, als de wiek om
hoog ging.
Rinty legde zijn ooren in zijn nek en stak
zijn staart tusschen zijn pooten. Dit was niet
het huis, dat hij zocht!
Toch, hoewei zijn blijde hoop vervlogen
was, voelde Rinty eenige belangstelling.
Het was zoo vreemd, dat gloeiende lichtje,
dat telkens en telkens weer met de rond
draaiende wieken op en neer ging!
Wat beteekent dat? Wie heeft het daar
opgehangen? vroeg de zwervende hond zich
verbaasd af.
Hij blafte verschillende malen hard, maar
uit den molen klonk geen antwoord.
Rinty wist niet, dat het lichtje reeds meer
dan een jaar lang iederen nacht aan de
molenwieken gehangen had.
In het dorp, dat twee kilometer verder weg
lag, plachten de menschen met hun hoofd te
schudden, als ze het zagen.
Die arme oude Mr. Barnard! zeiden ze
dan gewoonlijk. Waarom laat hij dien lan
taarn daar altijd maar hangen? Weet hij dan
niet, dat zijn zoon toch niet terugkomt?
Mr. John Barnard was de eigenaar van den
ouden molen.
De molenaar had een zoon, Bob geheeten,
die goudzoeker wilde worden en die daarom
groote onderzoekingstochten door de een
zame heuvels ondernam.
In die wildernis van rotsen en zand kon
men heel gemakkelijk verdwalen. En daar
om had de molenaar altijd dien lantaarn aan
de wentelende wieken van zijn molen gehan
gen, om Bob veilig naar huis te geleiden.
Ongeveer een jaar geleden had Bob weder
om een tocht ondernomen, waarvan hij niet
meer was teruggekeerd.
Tevergeefs flitste de lantaarn zijn bood
schap door de duisternis. Bob was nooit
teruggekomen.
Iedereen behalve molenaar Barnard
had alle hoop opgegeven, hem nog ooit levend
terug te zien. Men was er zeker van, dat
hij ergens in de wildernis om het leven ge
komen was.
Maar Mr. Barnard gaf de hoop nooit op.
Zelfs nu nu alle hoop verloren scheen
hing hij nog iederen avond den lantaarn aan
de wieken van zijn molen voor het geval de
verdwaalde zoon het licht noodig zou hebben,
om het ouderlijk huis terug te vinden!
(WORDT VERVOLGD.)
B. en W. van Voorburg stellen den ge
meenteraad voor, den gasprijs met 1 cent
per kubieke meter te verhoogen met in
,„..t ging van Januari a.s. Naar zij voorts mede
Constructi^werkplaatsen deelen zal deze verhooging waarschijnlijk
Scheepsbouwwerven tevens machinefabrieken
IJzer- en staalgieterijen, fabrieken v. emaille-
waren en huishoudel. verwarmingstoestellen
Fabr. v. electr. mach., toestellen en werktuigen
Fabr. v. bouten, moeren, nagels, spijkers enz.
Metaalpletterijen -smelterijen enz.
Metaalwarenfabrieken en -gieterijen
Blikwarenfabrieken
Rij wielfabrieken
Fabr. van stalen en ijzeren meub., brandk enz.
Fabr. van ijzer- en staalw., rijwiel- en auto-
onderdeelen enz
Carrosseriefabrieken enz,
Alle groepen
a. 1937; b. 1934.
Men meldt ons uit Den Haag:
Op Vrijdag 20 December was het 50 jaar
geleden, dat de zeereerw. heer A. H. J.
Sprenger, rustend pastoor van Leimuiden, de
H. Priesterwijding ontving. Dien dag is dit
feit in de St. Carolus Borromeus-stichting
aan de Prinsegracht 36, waar pastoor Spren
ger thans verblijft, in intiehien kring hèr-
dacht.
Zondag heeft pastoor Spenger in de St.
Jacobuskerk aan de Parkstraat, de plechtige
Hoogmis opgedragen, aan hetzelfde altaar,
waar hij 50 jaar geleden zijn eerste plechtige
H. Mis celebreerde.
Bij de plechtige Hoogmis van Zondag
werd pastoor Spenger geassisteerd door den
hoogeerw. deken mgr. J. M. v. d. T^yn' als
presbyter-assistens, pastoor C. B. M. Wie-
mers, van Rijswijk, als diaken en kapelaan
D. Buis als subdiaken.
De hoogeerw. deken hield de feestpredi
katie, waarin hij de verhevenheid van het
priesterschap in het licht stelde.
De Hoogmis werd behalve door zeer velé
parochianen van St. Jacobus, ook bijge
woond door mgr. C. A. de Gruyter, em.-
pastoor C. G. A. van Baaren en familieleden
van den jubilaris.
De recherche te Haarlem heeft de laatste
dagen zeven personen aangehouden, die ic
aan diefstal en heling hebben schuldig ge
maakt.
Een zeventienjarige jongen uit Haarlem
had onder bescherming van de duisternis
boter, margarine en andere levensmiddelen
uit een op straat staande bakfiets gestolen.
De jeugdige dief bekende dat hij den dief
stal in gezelschap van twee vrienden had
gedaan. Ook gaf hij toe, dat hij zich had
schuldig gemaakt aan verschillende dief
stallen uit voertuigen, die voor een oogen.
blik onbeheerd op den weg stonden. Een
gedeelte van het door hen gestolen goed
hadden zij reeds verkocht aan een 50-jarigen
rijwielstallinghouder en diens knecht, die
de goederen op hun beurt weer in klinkende
munt hadden omgezet.
Een 30-jarige inwoner uit Haarlem had in
de laatste weken ten nadeele van eenige
grossiers diefstallen op de groentemarkt ge
pleegd en had daarbij o.a. drie vaten zuur
kool en eenige kisten met diverse groenten
weggenomen. Hij werd daarbij geholpen
door een 16-jarigen loopjongen. Later hadden
zj) de groenten verkocht.
En werd geschoren.
Men meldt ons uit Amsterdam:
Toen een kapper, wonende in de Van
Swindenstraat, Zondagavond thuis kwam,
vond hij in zijn winkel een man. Aangezien
de kapper, voordat hij de deur uitging, deze
geslóten had en hij op dit uur van den dag
geen klanten verwachtte, informeerde hij
wat de onbekende in zijn winkel zocht.
Deze verklaarde daarop, dat hij zich wilde
laten scheren. „Een oogènblikje", antwoord
de figaro, „dan zal ik u scheren"; en in dat
oogenblikje grendelde hij de deur, belde In
de eerste de beste telefooncel de politie op,
zoodat deze den ongenooden gast spoedig
naar het bureau Linnaeusstraat kon over
brengen.
Men meldt ons uit Amsterdam:
De aapjeskoetsiers in de hoofdstad beleven
wel een onverwachten gouden tijd bjj de
huidige benzineschaarschte, maar zij zitten
toch ook voor netelige problemen in deze
nieuwe wereld van verduisteringen en an
dere strenge maatregelen.
Dat ondervond een koetsier, die Zaterdag
avond een vrachtje na elf uur in West had
afgeleverd, na in de kou door het nachtelijke
duister te zijn gelaveerd. Terwijl hij stond
af te rekenen, vond zijn brave rossinant, dat
hij lang genoeg in de kou had stilgestaan en
dat het geen zin had, met half bevroren bee-
r. on op stal te komen. Even later bemerkte
koetsier, dat zijn span in de donkerte ver
dwenen was.
Een bewaker van een particulieren nacht
veiligheidsdienst kwam het stuurloos aapje
tegen. De deuren stonden wijd open en het
geheel maakte in de donkerte een min of
meer spookachtigen indruk. Bles was de
lucht van den stal blijkbaar radicaal kwijt en
vond het allang goed, toen hij een nieuwen
meester op den bok zag klimmen, die hem
naar het politiebureau, aan ^en Overtoom,
reed.
Daar arriveerde later ook de eigenaar, die
een speciale „permit" noodig had om naar
huis te komen, daar het over twaalven was.
Aantal
Personeel
Primair vermogen
Verkoopwaarde
ondernemingen
aantal
der machines P.K.
der prod,
1000)
1929
1933
1938
1929
1933
1938
1929
1933
1938
1929
1933
1938
133
96
149
26.200
14.643
22.997
51.343
51.774
66.494
115.702
47.235
99.812
65
47
51
8.515
4.207
6.495
15.974
16.201
16.899
36.312
12.299
24.916
34
25
27
41.390
12.164
34.458
108.516
105.245
112.519
150847
39.313
154.499
63
81
85
8.396
6.325
9.786
14.790
17.295
27.194
25.507
14.314
29.479
36
36
46
6.091
3.716
7.037
7.925
9.207
11.762
26.450
11.124
25.540
23
41
44
3.055
2.275
2.677
8.226
9.330
11.022
15.408
7.466
12.902
23
23
28
1.325
1.076
1.255
4.515
5.148
5.914
12.487
6.159
9.163
34
25
34
4.083
2.397
3.672
4.208
3.963
5.467
13.231
5.624
9.214
12
11
11a
2.916
2.602
3.499a
1.440
2.223
a2.820
'12.765
9.655
all.506
35
34
31
2.343
1.797
1.738
1.931
2.517
2.982
13.231
7.871
8.248
38
28
4
1.570
1.947
1.884
2.657
4.276
5.680
73a
2.958a
a4.699
a9.944
mmm
57b
53
1.535b
2.140
bl.551
1.738
b3.985
6.896
458
514
660
104.314
54.307
99.659
218.268
226.338
272.167
421.940
169.321
407.799
DE BEKENDE RUÏNE VAN HET KASTEEL „LICHTENBERG" en de daarbij gelegen
hoeve op den St. Pietersberg te Maastricht, dreigen onder sloopershanden te vallen. Er
worden pogingen aangewend tot behoud van dit cultuurmonument. (Foto Het Zuic en.)
Men meldt ons uit Den Haag:
Een bejaard echtpaar, dat hier ter stede
een winkel drijft, is het slachtoffer gewor
den van een handigen oplichter. De winke
lier is 72 jaar oud en zijn vrouw, die bo
vendien nog slecht van gezicht is, 65. Dezer
dagen kregen zij bezoek van een man, die
voorgaf van de belastingen te zijn. Hij stel
de het echtpaar enkele vragen, o.m. hoe
groot hun vermogen was, hoeveel zij per
week verdienden enz. De oude menschen,
die de zaak blijkbaar niet geheel vertrouw
den, vroegen den man naar een legitimatie
bewijs, waarop deze brutaalweg antwoord
de „Ik stel hier vragen en u hebt maar
te antwoorden". Vervolgens haalde hij een
dik boek te voorschijn, legde hun dit voor
en zeide, dat zij even teekenen moesten. Het
echtpaar, dat door het zelfverzekerde optre
den van den man nogal geïntimideerd werd,
voldeed hieraan, waarop de „belastingamb
tenaar" driehonderd gulden eischte. De oud
jes voerden hiertegen aan, dat zij een .der
gelijke som niet ineens konden betalen. „Be
taalt u dan nu maar 100, dan kom ik de
rest wel in Januari halen", was het ant
woord van den man. Helaas voldeden de
winkelier en zijn vrouw aan dit verzoek;
zij stelden hem 10 briefjes van tien gulden
ter hand, waarop de mijnheer van de be
lastingen verdween.
Het signalement van den man is ongeveer
als volgt35 40 jaar oud. Ongeveer 1.80
M. lang, flink postuur, gezonde gelaatskleur,
glad, bol gezicht; gekleed in donkere win
terjas met donkeren gleuf hoed. Hij had een
bruine actetasch bij zich en een rijwiel.