benoemingen, kieswet enz.
Vorming van arbeiders voor
verschillende beroepen
VOLKSGEZONDHEID IS STERK
landbouw, VISSCHERIJ en
^hEDSELV00RZIENING
Toestand van de vloot
Stand van de zuivering
Plannen voor sociale
verzekering
Sociale hulpverleening
aan werklooze arbeiders
ACHTERUITGEGAAN
Geestelijke Volks
gezondheid
Organisatie van het
bedrijfsleven
Geen yervoersmonopolief
Richtlijnen bij
benoeming
Wijziging Kieswet
1
Overleg is geopend met het mi-
ra-ten e van Onderwijs, met de
Stichting van den Arbeid met het
Instituut voor Onderzoek en Voor
lichting voor Overheid en Bedrijfs
leven, ten einde te komen tot sa
menwerking van alle betrokken
instanties in een commissie, welke
adviseerend zal kunnen optreden
dij den opbouw van de organisatie
her- en omschóling in den
lande. Met behulp van de door
deze commissie te verstrekken ad
viezen. zal het werk tot ontwikke-
ling worden gebracht, waarbij re
gionaal breed samengestelde sub
commissies kunnen worden inge
schakeld, waarin de belangrijkste
gemeenten, alsmede de plaatselijke
ertroomingen van importantie zul
len worden opgenomen.
voor het vaststellen van de aan
tallen arbeiders, die voor scholing
om- en herscholing in aanmerking
kunnen worden gebracht voor de
verschillende beroepen, zal door
den economischen dienst van het
Rijksarbeidsbureau in samenwer
king met. het Planbureau en het
Ministerie van handel en nijver
heid, een analyse van het bedrijfs
leven dienen te worden ontwor
pen, welke zoowel een beeld zal
geven van de structuur van het
bedrijfsleven als van de daarin op
tredende verschuivingen. Hierbii
zal speciale aandacht dienen te
worden besteed aan het onderken
nen van veranderingen van struc-
tureelen aard, ten einde te voor
komen, dat overijlde beslissingen
werden genomen op grond van
con.iunetureele verschuivingen in
de kwantitatieve verhoudingen in
een bedrijfstak.
Op 26 Maart 1943 werd door
den toenmaligen minister van So
ciale Zaken een commissie inge
steld met opdracht, algemeene
richtlijnen vast te stellen voor de
toekomstige ontwikkeling der so
ciale verzekering in Nederland.
Die commissie heeft een rapport
uitgebracht, waarin zij als haar
oordeel uitspreekt, dat het wen-
schelijk is over te gaan tot de in
voering van een volksverzekering,
welke uitgevcerd zou moeten wor
den door sociale raden, territoriale
organen, waarin naast de over
heid als zoodanig, de belangrijkste
en meest representatieve organisa
ties uit de kringen der belangheb
benden in het betrokken gewest
zitting zullen hebben.
Thans is een kleine technische
commissie ingesteld met opdracht
om. voornoemd rapport lot grond
slag nemende, uitgewerkte voor
stellen lot herziening en uitbrei
ding der sociale verzekering te
ontwerpen. De commissie doet zich
door de daarvoor in aanmerking
komende organisaties en instellin
gen uit het maatschappelijk leven
voorlichten. Zij zal daartoe bin
nenkort met de bedoelde organi
saties en instellingen mondelinge
besprekingen houden. Deze heb
ben de gelegenheid gehad schrifte
lijk haar standpunt ten aanzien
van het Londensche rapport uit
een te zetten.
De commissie stelt alles in net
werk. haar opdracht zoo snel mo
gelijk te volvoeren. Het vraagstuk
van de positie van de ouden van
dagen heeft hierbij de bijzondere
aandacht.
Na de bevrijding werd bij de
verordening van het Militair Ge
zag van 16 Mei '45 de oude steun
regeling vervangen door de rege
ling „overbruggingsuitkeering"
Zooals de naam reeds aanduidt,
bedoelde deze nieuwe regeling
aanvankelijk een overgangsregeling
te zijn ter voorziening in het on
derhoud van de arbeiders die na
de bevrijding werkloos waren. Dit
bracht met zich mede, dat in be
doelde regeling bepalingen (en ook
leemten) voorkwamen, welke bij
een voortbestaan van de regeling
over een langer .tijdperk dan At
eerste overgangsperiode tot minder
gewenschte gevolgen moesten lei
den, c.q. reeds geleid hebben. Dit,
heeft behalve tot stimuleering van
controle genoopt tot het aanbren
gen van enkele wijzigingen, waar
van als de voornaamste genoemd
worden: het binden van de uitkee-
ringen aan een bepaald maximum,
de inschrijving van gezinsleden
boven 16 jaar van de overb »ig-
gimgsuitk'eering genietenden bij de
gewestelijke arbeidsbureaux en de
mogelijkheid tot uitsluiting van
arbeiders die behooren tot .een
groep, waarin ieder geacht kan
worden arbeid te kunnen vinden
De gezondheidstoestand van de
bevolking, die tot voor 1940 bui
tengewoon gunstig te noemen was.
heeft tengevolge van den oorlog en
de bezetting ernstig geleden. Ter
wijl op sommige gebieden ver
wacht mag worden, dat een snelle
verbetering zal intreden, zijn er
andere terreinen, waar de gevol
gen van den oorlog zich nog jaren
lang zullen doen gevoelen en v ir
zeer ingrijpende maatregelen noo-
dig zijn om het vroegere gunstige
peil in afzienbaren tijd weer te
bereiken.
Tuberculose
Nederland verkeerde vóór den
oorlog, wat de tuberculose betreft,
m een bijzonder gunstige positie.
Deze is, evenals in den vorigen
oorlog, totaal gewijzigd. Terwijl
in 1939 per 10.000 inwoners de to
tale sterfte aan tuberculose 4.10
bedroeg, is deze in 1943 het laat
ste jaar, waarover volledige ge
gevens beschikbaar zijn, gestegen
tot 6.99; een stijging van 70.5 pet
De sterftecijfers over 1944 en '45
zijn nog niet bekend, maar gezien
de sterke stijging van het aantal
nieuwe ziektegevallen bij de con-
sultatiebureaux, mag worden aan
genomen dat ook in deze- jaren de
stijging reeds is voortgeschreden.
ingrijpende maatregelen zullen
moeten worden genomen om aan
de tuberculose paal en perk te
stellen. Daarvoor zal het noodig
zijn dat de organen der tuboreu
lose-bestrijduig versterkt wonden.
Uit de cijfers blijkt, dat onge
veer een verdubbeling van de op
neming van het aantal tuberculose-
w^d?'6.11 noodzakelijk is. Getracht
«i-* in, deze behoefte te voor-
uitbreidinoelteliik doox tijdelijke
ruimte h„Ta" de sanatorium
van noodsanatoii^0?1 het stichten
lijdelijk uitbreide' i door het
sanatoria en voor'ee" JfV'Mde
door het uitzenden van V"? deel
lose-patiënten naar het buitenland"
Wat het eerste betreft wordt
gebruik gemaak van plm. 300 ba
rakken, die door de regeering »e
graden destijds in Zweden zijn
ingekocht en die, hoewel zij oor
spronkelijk als gewone ziekenba
rakken zijn bedoeld en niet getheel
ingericht waren voor de verple
ging van tuberculose-patiënten,
daarvoor toch door betrekkelijk
geringe veranderingen bruikbaar
te maken zijn.
Wat thet tweede betreft, moge
dankbaar melding worden ge
maakt van de hulp, die geboden is
door de Don Suisse, die gelden
beschikbaar heeft gesteld om in
totaal een 500 Nederlandsche pa
tiënten in Zwitserland te doen ver
plegen, zooveel mogelijk in het
Nederlandsche sanatorium te Da-
vos waarvan de-capaciteit voor dit
doel tijdelijk is uitgebreid- Daar
naast is een regeling getroffen,
waardoor voor een beperkt aantal
tuberculose-patiënten deviezen be
schikbaar zijn om overigens op
eigen kosten in Zwitserland te
worden verpleegd.
De schade, aan de geestelijke ge-
zondheid van het Nederlandsche
volk toegebracht, is zeker niet min
der belangrijk dan die aan de li
chamelijke gezondheid veroorzaakt.
Aan ,óe nationale federatie voor
geestelijke volksgezondheid is ver
zocht de regeering van advies te
dienen over de maatregelen, die in
de naaste toekomst moeten worden
getroffen.
De zoozeer getroffen gezondheids
toestand en de ingrijpende maat
regelen, die met het oog hierop
moeten worden genomen, hebben
V5aag doen rjJzen of de be
staande organisatie van de volks
gezondheid daartegen geheel zou
zijn opgewassen. Quantitatief is dit
zeker niet het geval. Daarom is
het noodig, da de inspecies van de
volksgezondheid belangrijk worden
uitgebreid.
Het in den bezettingstijd tot stand
gekomen ziekenfondsenbesluit kan
niet buiten werking worden ge-
w? iï"aar eischt herziening, waar-
1 allereerst Duitsche insluipsels
worden verwijderd. Voor
zienig™*18 van een algeheele her-
g wordt ter hand genomen.
ter nand gen
5s'"'«"'tonale prihn.ü.
kelijk zijn, dat krach?*16"' boodza- De regeering zal krachtig het
len worden genomen 6 maatrege- landbouwkundig onderzoek, onder-
ductie te vergrooten ?^n pro~ WÜS en voorlichting bevorderen,
zijner voortbrengselen te, kwaliteit waarbij door middel van een groot
en door rationalisatie dpn? r?n aantal lagere landbouwscholen in
aan te passen aan het h ostorijs het bijzonder aandacht zal worden
oinnenland- geschonken aan de boeren van de
kleinere bedrijven en het vakonder
wijs aan landarbeiders.
Intensiveering van de voorlich
ting zal vooral worden gezocht in
voorlichting op de kleine bedrijven.
Naast bedrijfs-economische voor
lichting heeft de rationalisatie en
de verbetering van arbeidsmethoden
de aandacht.
De verbetering van de kwaliteit
van onze producten en de controle
daarop zal in handen worden ge
legd van organen, waarin ook het
bedrijfsleven is betrokken. De in
stelling van een modern outil-
leerd instituut van zuivelonderzoek
met daaraan verbonden proef-
zuivelfabriek kan spoedig worden
verwacht terwijl centralisatie van
het werk van de boter-, kaas- en
melkproducten controle stations in
het voornemen ligt.
Prov. gezondheidsdiensten voor
vee zullen worden georganiseerd
o.m. om de bestrijding van be
paalde smettelijke ziekten in orga
nisatorische banen te leiden. Mede
werking jvordt verleend aan het
tot stand brengen van internatio
nale regelingen voor de bestrijding
van besmettelijke veeziekten. Een
ontwerp voor een algemeene melk
en zuivelwet is in voorbereiding.
De voedselpositie laat export van
zuivelproducten nog niet toe, doch
reeds op korten termijn moet ook
hier worden gestreefd naar uitvoer
al kan dit meebrengen, dat van
bepaalde producten een matige
rantsoeneering moet worden ge
handhaafd.
Behalve voor versterking van
onze deviezenposiitie, is zulks ge-
wenscht om voor onze producten
op de buitenlandsche markt
wederom een afzetgebied te schep
pen. Met spoed wordit de ver
tegenwoordiging van de belangen
van den landbouw in het buiten
land wederom opgebouwd, in
nauwe Samenwerking met het ge
organiseerde bedrijfsleven, terwijl
de organen, gesticht ten tijde van
den oorlog, zullen worden opge
heven. zoodra hun taak is beëin
digd.
Wat de voedselvoorziening be
treft, kan naar voren worden ge
bracht, dat na de bevrijding van
ons land ontegenzeggelijk een be
langrijke verbel.r ng is ingetreden,
hetgeen echter niet wegneemt, cat
bij de huidige voeding ternauwer
nood het physiologkche minimum
wordt bereikt.
Onze vetpositie kan tengevolge
van de vrij groote ingevoerde
hoeveelheden grondstoffen niét
ongunstig worden genoemd, wei
moet er echter mee worden gere
kend, dat voornamelijk margarine
en vet zal moeten worden gedistri
bueerd, aangezien de boterpositie
allerminst gunstig is.
Het huidige vleeschxantsoen moet
te laag worden geacht, doch voor
uitgang kan eerst worden tege-
moet gezien, nadat onze eigen
varkenstapel in belangrijke mate
is uitgebreid.
De regeering is van meening,
dat een nieuwe publiekrechtelijke
bedrijfsorganisatie moet worden
opgebouwd met organen, die in
staat rijn het geheele sociaal
economische beleid, voor zoover
niet de centrale overheid dat zelf
in de hand moet houden, over te
nemen. Daartoe zullen deze be
drijfsorganisaties een aantal be
ginselen moeten belichamen.
In de eerste plaats zal de over
heid moeten participeeren in de
leiding der bedrijfsorganisaties,
ten einde te waarborgen, dat deze
organen de bedrijfsbelangen zul'en
behartigen in het kader van het
algemeen belang. Voorts zal, om
dat sociale en economische kwes
ties niet los van elkander behan
deld kunnen worden, in de leiding
dèr bedrijfsorganisatie een coördi
natie van sociaal en economisch
beleid moeten worden tot stand
gebracht. Tenslotte is het noodig,
het bedrijfsleven grootendeels in
verticale kolommen, omvattende
producenten, groothandel verwer
kende industrie en detailhandel
van dezelfde soorten goederen,
samen te brengen.
Bovenstaande overwegingen heb
ben geleid tot het opstellen van
een voorontwerpwet betreffende
publiekrechtelijke organisaties van
het bedrijfsleven, in het vooront
werp bedrijfschappen genaamd.
Daar de regeering er zear veel
prijs op stelt het oordeel van ne
geheele bedrijfsleven over de be
slaande plannen te vernemen, is zij
voornemens dit voorontwerp zeer
binnenkort te publiceeren en aan
de daarvoor in aanmerking komen
de organisaties in hei bedrijfsleven
toe te zenden.
Het zal noodzakelijk zijn een
toporgaan voor hel geheele be
drijfsleven in het leven ie roepen
in den vorm van een sociaal-eco"
nomischen raad, die de regeenng
over algemeene vraagstukken van
sociaal economisch beleid van ad
vies zou kunnen dienen. Boven
dien zal er in sommige geval en
nog behoefte bestaan aan organi
saties. die een functie uit "et
sociaal economische leven in haar
geheel vertegenwoordigen.
Als sluitstuk van de bedrijfs
organisatie zal tenslotte een rege
ling moeten worden getroffen
voor de rechtspraak op overtre
dingen van de verordeningen der
bedrijfschappen, de bedrijf srecht-
spraak en de administratieve recht
spraak.
Buitenlandsche handels
politiek
Het is voorloopig nog noodza
kelijk, invoer van goederen uit het
buitenland overwegend op crediet
te doen plaats vinden. De regee
ring streeft er echter naar, aan
dezen toestand zoo spoedig moge
lijk een einde te maken door een
krachtige bevordering van den ex
port. Opnemen van credieten in
het buitenland moet binnenkort
alleen nog toelaatbaar worden ge
acht voor het herstel en de uit
breiding van ons productieappa
raat.
Ten aanzien van het verkeer met
Groot-Britannië wordt overleg ge
pleegd om ook daar te komen tot
een algemeene regeling. De mone
taire regeling met dit land is
reeds tot stand gekomen, waarbij
de mogelijkheid is geopend goede
ren te koopen ten laste van de in
Engeland geaccumuleerde Neder
landsche tegoeden.
Nadat aanvankelijk regeerings-
aankoopen de eenig mogelijke me
thode was, gezien het feit, dat de
regeering alleen over buitenland
sche credieten kon beschikken, zal,
zoodra de gelegenheid zich voor
doet en andere belangen zich daar
tegen niet verzetten, de invoer we
derom overgelaten worden aan den
particulieren handel, uiteraard ge
bonden aan vergunningen van
overheidswege
De financiering geschiedt ge
deeltelijk uit exportopbrengsten,
oude tegoeden en waar noodig door
middel van buitenlandsche cre
dieten.
Nationaal welvaartsplan
Ten einde te geraken tot juiste
aanwending van alle productieve
krachten des lands en van de fef
beschikking komende buitenland
sche credieten, acht de regeering
opstelling van een nationaal weC
vaartsplan noodzakelijk.
Dit plan, dat een harmonisch*
samenvatting zal moeten zijn va»
de voor de afzonderlijke sectoren
door de daarvoor verantwoorde-»
lijke ministeries ontworpen plan»
nen, zal als richtsnoer moeten die-)
nen bij de bepaling van het regee»
ringsbeleid ten aanzien van invoeri
uitvoer en toewijzing van grond-)
stoffen aan de afzonderlijke tak-\
ken van bedrijf, het financieels
beleid, de sociale maatregelen en.
een aantal verdere punten van/
economische politiek in den ruim-
sten zin. Het zal dienen te worden
opgesteld door een centraal plan
bureau, dat een interdepartemen
taal karakter zal moeten bezitten.,
Een onwerp van wel, strekkende
tot de instelling van hel centraal'
planbureau, wordt bij de Tweede
Kamer ingediend.
De regeering koestert geen plan
nen voor eenig vervoermonopolia.
Zij streeft naar een harmonisch
samengesteld transportapparaat, da$
eenerzij ds tegen de minst moge
lijke kosten het vervoer van ee»
zoo groot mogelijk aanta' aal
en een zoo groot mogelijke hoa»
veelheid goederen waarborgt, au»
derzijds aan allen, die in het vei*»
voerbedrijf werkzaam zijn, een
zooveel mogelijk vrij en goed ver
zorgd bestaan geeft.
De koopvaardijvloot heeft gedu
rende den oorlog zeer ernstige ver
liezen geleden, in Sep tem ot-
bedroeg de totaal beschikbare ton
nage rond 2,890,000 brt., waarvan
thans nog 1,520,000 ton in de vaart
is. Een verliespercentage dus van
47.5 pet. Een klein gedeelte van
dit verlies is opgevangen door het
feit dat gedurende den oorlog aan
de vloot eenige op den vijand
prijsgemaakte schepen werden toe
gevoegd, terwijl de regeering' on
der het z.g. Allied Tonnage Repla
cement Scheme nog een aantal
schepen van totaal 140,000 brt. In
het buitenland verwierf.
Verder waren er in 1940 hier te
lande een aantal schepen in aan
bouw welke voor een uet
onze vloot behouden zijn gebleven,
inclusief dezen aanwas beccnis-.Këfif
wij thans over een vloot van rond
1,680,000 ton.
Op grond van de overweging,
dat de verliezen, aan de koopvaar
dijvloot in oorlogstijd toegebracht,
voor het grootste gtaeene n.e.
gevolg zijn van min of meer pas
sief ondergane oorlogshandelingen,
maar dat zij geleden zijn doordat
de vloot als zoodanig door de
regeering als actieve wellicht de
belangrijkste bijdrage tot de
oorlogsinspanning ter beschikking
van de Vereenigde Volkeren is ge
steld, heeft destijds de regeert g,
het als haar plicht erkend de ree-
ders voor de geleden scheepsver-
liezen integraal schadeloos te steh-
len.
Bovendien acht de regeering het
in verband met het belang, dal
hei dienstenverkeer voor derde
landen voor onze deviezenpositië
beteekeni, een landsbelang, dal de
koopvaardijvloot zoo snel mogelijk
op een verantwoord pfeii ordt
gebracht. Vooruitloopende op een
algemeen reconsiruclieprog m is
tijdens den oorlog in de Veree
nigde Staien reeas een lienlcu z.g.
C 3 schepen (10'2,000 ton elk)
besteld, welke in 1946 zullen woo
den afgeleverd.
Na de bevrijding van ons vadeiv,
land is een begin gemaakt met een
reconstructieprogramma voor de
Nederlandsche vloot, waarbij niet
alleen de geleden verliezen zijn
opgenomen, doch tevens de gedu
rende de oorlogsjaren ontstane ver
oudering van de vloot Als een
van de voorwaarden, waarop de
reeders in staat zullen worden ge
steld hun vloot te vernieuwen,
geldt, dat de tonnage w i de
regeering thans in eigendom heeft,
volgens nader te stellen richtlijnen
door de reederijen zal worden
opgenomen.
J>e adviescommissies, welke in
eerste instantie advies uitbrengen
omtrent de ten aanzien van de
daarvoor in aanmerking komende
personen te nemen maatregelen,
hebben inmiddels nagenoeg alle
haar taak beëindigd.
De gevallen, waarin tot ontslag
zal moeten worden overgegaan,
worden met den meesten spoed
door het centraal orgaan, voor
zooveel noodig na comipleteering
der dossiers, aan het departement
doorgezonden. Nadat terzake het
advies is ingewonnen van de com
missie, bedoeld in art. 5 4e lid,
van het zuiveringsbesluit 1945
wordt omtrent het ontslag een be
slissing genomen. Met de overige
ministers is overleg gaande ten
einde voor het onder hun depar
tement ressorteerende personeel,
voor zooveel mogelijk, een over
eenkomstige gedragslijn te volgen.
Verwacht mag worden, dat de
zuivering, voor zoover het onder
het dep. van binmenlandsdhe zaken
ressorteerende categorieën van
overheidspersoneel betreft, om
streeks 1 Februari 1946 nagenoeg
geheel zal zijn geëindigd.
Universiteiten en hoogescholen.
Het valt niet te ontkennen, dat,
tengevolge van de zuiveringsmaat
regelen en hun toepassing, aan de
universiteiten en de hoogescholen
een weinig bevredigende toestand
is ontstaan. Verschillende tegen
stellingen ondermijnden het voor
den arbeid noodzakelijke ver
trouwen. Eenerzijds werd het
rechtsgevoel van vele leden, voor
al jongere der academische ge
meenschap, door de zuivering niet
bevredigd. Volgens vele anderen
werd te fel opgetreden. Er ont
stond een tegenstelling tusschen
twee groepen van docenten, even
eens op sommige plaatsen tusschen
twee groepen van studenten, om
niet te spreken van de scherp®
tegenstelling, die tusschen doce»
ten en studenten hier en daar
aan het licht trad. Dezerzijds is
gepoogd niet om tusschen deze
tegenstellingen door te zeilen,
maar om zooveel mogelijk recht
te doen zonder aanzien van per
soon ot groep. Inzonderheid werd
door herhaalde besprekingen ge
poogd het vertrouwen van jonge
menschen. die gedurende don be
zettingstijd getoond hadden karak>
tervastheid en fierheid te bezit
ten, niet te zeer teleur to 9iellen.
Kunstwereld.
Met betrekking tot de zuivering
van kunstenaars in het algemeen
welke tot nu toe is geschied va»
wege het Militair Gezag, zal bin
nen korten tijd een voorstel tot
wettelijke regeling worden inge
diend.
Bedrijfsleven,
Wat de zuivering van het be
drijfsleven betreft, kan worden
medegedeeld, dait het apparad»
hiervoor, n.l. een groot aantal
zuiveringsraden, thans vrijwel g®»
reed is.
1
Bij benoemingen als burgemees
ter gaat de regeering er van uit,
dat zooveel mogelijk gestreefd
moet worden naar hernieuwden
opbouw van het bestuursapparaat,
met inachtneming van het be
ginsel „de juiste man op de
juiste plaats."
Terwijl in de eerste plaats wordt
gelet op bekwaamheid en geschikt
heid kennis in theorie en prak
tijk van het gemeentelijk bestel
vormt, bepaaldelijk voor de klein®
gemeenten, daarbij een vooj»
name factor wordt mede bijl»
zondere aandacht geschonken a»
den eisch, dat de levensrichting
van den candidaait past in d®
sfeer der gemeente.
Hel wetsontwerp tot wijziging
van de Kieswet is in verregaande»
staat van voorbereiding. Gchoopf
en verwacht wordt, dat dit voor
hei einde van het jaar kan wordott
aangeboden.