Eerste
officieele ontmoeting
te Batavia
Verklaring van dr. van Mook
Indië voor den Veiligheidsraad
MAANDAG 11 FEBRUARI 1946
PAGINA 2
Soekarno en Volksfront
achter Sjahrir
De Russische aan
klacht- f-e Neurenberg
Polen, reservaat van
dwangarbeiders
DE TITULATUUR VOOR
1947
Beroep op alle burgers
van goeden wille
Geen censuur op Indische
post
voorwaarden voor de hierboven bedoelde vrije beslissing zul
len zijn vervuld.
Hoofdregels der structuur
Medisch missiewerk
Zondagmiddag is vanwege de
Britsche ambassade le Batavia het
Volgende communiqué uitgegeven:
Op Zondag 10 Februari 1946 15
uur heeft de bijeenkomst tusschen
dr. Van Mook, dr. Sjahrir en Sir
Archibald Clark Kerr in de am
bassade plaats gehad.
Het eerste onderwerp van dis
outssie vormde de coördinatie van
de voorlichting gedurende den
voortgang der besprekingen. Men
Is ten aanzien van de volgende
punten tot overeenstemming ge
komen:
1. De officieele instanties voor
voorlichting van elke partij moeten
de officieele verklaringen van de
andere partij in haar geheel publi
ceer en.
2. Er zullen door geen der par
tijen eemige moeilijkheden in den
weg worden gelegd aan de circu
latie van zuiver en rechtstreeksch
nieuws en commentaar.
3. De drie partijen zullen haar
best doen iedere toespeling die een
karakter draagt van provocatieve
en opruiende publiciteit tegen te
gaan.
Voorts is overeenstemming be
reikt voor een plan tot het coördi-
neeren van de publiciteit in een
aanhangsel werden hieromtrent
algemeene richtlijnen uitgestippeld.
Nadat dr. Van Mook een inlei
dende verklaring had voorgelezen,
overhandigde hij aan Sjahrir de
uiteenzetting van de politiek der
Nederlandsche regeering ten op
zichte van Indonesië, welke ook
aan de Slalen-Generaal te Den
Haag is voorgelegd.
Nadere besprekingen zullen spoe
dig gehouden worden.
Tot zoo ver het communiqué.
Intusschen is bekend geworden,
dat Sjahrir van Soekarno en het
„republikeinsch kabinet" in Djog-
djakarta volledige bevoegdheid had
gekregen om te onderhandelen mot
dr. Van Mook en Sir Archibald
Clark Kerr. Sjahrir zelf zou de
afgevaardigden voor deze bespre
kingen kiezen.
Soekarno heeft aan een corres
pondent van Reuter het volgen
de medegedeeld: „Ik sta achter
Sjahrir. Er bestaat absoluut geen
verschil van meening tusschen ons
betreffende het standpunt, dat wij
moeten innemen. Hij heeft mijn
volste vertrouwen."
Sjahrir heeft van zijn kant ver
klaard dat de vertegenwoordigers
van het „volksfront", die hij ge
sproken heeft, hem verzekerd heb
ben, dat het „volksfront" bij de
komende besprekingen achter de
regeering staat.
Waar de bijeenkomst
plaats had.
Luit-gouverneur-generaal van
Ned.-Indië, dr. H. Van Mook, de bij-
Te Neurenberg zijn nog steeds
de Russische aanklagers aan het
woord over de Duitsche aan
vallen in de Sovjet-unie. Polen
en den Balkan.
De Duitichers beschouwden
Polen niet anders dan als re
servaat voor dwangarbeiders en
wilden de kerk gebruiken om
de Polen met dezen toestand te
verzoenen, verklaarde de Rus
Pokrovski en hij las een zeer
lang document voor ter staving
van zijn bewering. Het waren
eanteekeningen van Bormann
over een bespreking o-mtrent
Polen rn Hitiers appartement
op 2 October 1940.
„De Führer liet bij deze gele
genheid nog eens uitkomen, dat
er slechts een meester kon zijn
voor de Polen, de Dpitscher, en
daarom moesten alle Pooteche
izitellectueelen worden vernie
tigd. Dit lijkt wreed, maar het
le de levenswet," zei Hitier.
„Het gouvernement-generaal ver
tegenwoordigt een Poolsohe reserve
aan arbeidskracht, een groot Poolsch
arbeidskampDe Polen zelf zullen
daarvan profiteeren, omdat wij
voor hun gezondheid zullen zorgen
en zullen zorgen, dat ze niet van
honger omkomen maar zij mogen
nooit tot een hooger levenspeil
tomen, want dan worden zij anar
chisten en communisten". En Hitier
vervolgde: „Het zou daarom het
beste zijn, indien de Polen katho
liek blijven. De Poolsche priester
zullen we eten geven en daarom
rollen ze hun schaapjes langs het
pad leiden, dat wij aanwijzen. De
priesters zullen door ons worden
betaald en als- tegenprestatie zullen
ze preeken, wat wij wenschen. Als
er priesters zijn. die anders hande
len, dan zullen we korte metten
met ben maken.
zomdere Britsche gezant, Sir Archi
bald Clark Kerr en de premier der
Indonesische republikeinsche „re
geering", dr. Soetan Sjahrir, waren
Zondag eerst bijeengekomen voor
een onofficieele lunch in een par
ticulier huis op den Oranjeboule-
vard te Batavia.
Een Intelligence-officier van den
Britschen generaleen staf, luit-kolo-
nel L. J. van der Post en kolonel
Raden Abdul Kadir Wirdjoatmodja
(Indonesiër) waren hierbij aan
wezig.
Na de lunch begon omstreeks half
vier plaatselijken tijd ten huize
van Sir Archibald Clark Kerr (am
bassade genoemd), een officieele
bespreking, waarbij de voorstellen
die dr. Van Mook uit Nederland
heeft meegebracht, aan Sjahrir
zouden worden overhandigd.
Sjahrir had Zondagochtend eerst
met bijna zijn geheele kabinet ge
confereerd, waarvan alle leden,
met uitzondering van Sjarifoedin,
hoofd van de T.R.I, en den minis
ter van voorlichting, Natsir, met
hem uit Soerakarta waren terug
gekeerd. Sjahrir zou Hadji Agus
Halim, den 61-jarigen woordvoer
der van zijn departement van bui-
tenlandsche zaken, als raadgever
hebben gekozen.
Januari is de maand van de
almanakken. En de almanak is
het boekje waarin men, naast
andere wetenswaardigheden,
die eerbiedige en ingewikkelde
termen vinden kan, waarmee
men burgemeesters, vice-consuls
of baronessen dient toe te spre
ken. Voor een bevrijd en demo
cratisch gemoed doet al dat
Edelgrootachtbaar en Hoogwel
geboren gevlei nochtans ietwat
archaïsch aan. In een tijd als
deze leert de mensch andere
waarden onderscheiden. Zijn
niet Edelachtbaren en Hoogge
leerden vanwege hun foute ge
dragingen van hun voetstuk ge
kegeld? En Weledelgestrengen
door den onvermoeibaren P.O.D.
opgebracht? Het zou ons niet
verbazen wanneer de almanak
voor 1947 het verwarrend com
plex der titulatuur vervangt door
een eenvoudig en zinrijk systeem
dat de Nederlanders verdeelt
in drie groepen. De eerste groep
wordt aangesproken met Ge-
streng-zuiverende Heer. De
tweede met „Welgezuiverde
Heer". De derde groep wordt
slechts met een nummer aange
sproken; zij zitten in de kampen.
Zaterdagmiddag heeft de Veilig
heidsraad van de D.N.O. de be
sprekingen omtrent den toestand
in Indonesië voortgezet.
Op de vraag van den voorzitter
aan Manoeilski, of hij nog iets in
het midden had te brengen, ant
woordde deze o.a., dat er tusschen
Groot-Britanie en Nederland een
militair verdrag bestond. Hij zeide,
dat, indien dit verdrag voorzag in
Britsche hulp hij de onderdrukking
van de Indonesiërs, het in strijd
met het handvest zou zijn. Artikel
103 van het handvest zegt, dat, in
dien eenig verdrag in strijd is met
de beginselen van het handvest,
dit laatste voorrang moet hebben,
in welk geval het verdrag dus on
geldig is.
Zich verdedigend tegen mr. Van
Kleffens' scherpe opmerking om
trent de aanwezigheid van troepen
van het Roode Léger op het Deen-
sche eiland Bomholm, en wat deze
troepen wel zouden doen, indien
zij zouden worden aangevallen,
zeide Manoeilski: „Het leger van
mijn land vecht niet in het belang
van Shell Oil, het vecht voor zijn
land."
Tenslotte bleef Manoeilski plei
ten voor de uitzending van een
internationale commissie naar In
donesië terwijl hij voorts vroeg
om:
1. Een verklaring, dat geen
Britsche troepen gebruikt hadden
behooren te worden.
2. Een verklaring, dat geen
Japansche troepen gebruikt had
den behooren te worden.
3. Toekenning aan de Indonesiërs
van de rechten, welke door het
handvest van de D.N.O. worden
erkend.
Bevin uitte opnieuw zijn bezwa
ren tegen het zenden der commisie.
Ook Sovjet-Rusland had zich ver
zet, toen het ging om het zenden
van een commissie naar Roemenië.
Tenslotte zei spr. dat, indien de
raad een meening naar voren zou
willen brengen, hij er op behoorde
aan te dringen bij hen, die op het
oogenblik aan het onderhandelen
waren, hun besprekingen spoed bij
te zetten en zoo spoedig mogelijk
een bevredigende oplossing te
trachten te bereiken.
VAN KLEFFENS WEER AAN
HET WOORD.
Vervolgens voerde mr. Van Klef
fens het woord. Hij zeide, dat hij
geen bezwaar had tegen Manoe-
ilski's verzoek „als zoodanig
namelijk tot het bespreken van de
bewering. dat Britsche troepen
tegen de Indonesiërs zouden ope-
reeren en dat er geen sprake was
van een .strijd tegen de Indone
siërs", zooals door Manoeilski werd
beweerd. Hij verklaarde, dat er
geen verdrag tusschen Engeland
en Nederland bestond, doch slechts
een administratieve overeenkomst
voor den tijd, gedurende welken
Indië onder controle van de Seac
zou staan. Mr. Van Kleffens be
schuldigde Manoeilski van „inade
quaat aanvoeren van feiten". Hij
zeide, dat geen Labourregeering
beschuldigd zou kunnen worden
van het uitzenden van troepen ter
verdediging van Shell-Oil en dat
een dergelijk argument zich slechts
tegen zijn gebruiker keerde.
De raad zou, aldus zeide mr. Van
Kleffens te meenen, niet wensohen
zich te bemoeien met de huidige
onderhandelingen. Hij stelde voor,
dat in het geheel geen actie onder
nomen zou worden.
De bijeenkomst werd hierop tot
Zondag verdaagd.
In de Zondag voortgezette zit
ting heeft Wisjinsiki met kracht het
voorstel tot het zenden van een
commissie ondersteund. De toe-
nieuwen wereldbrand zou ontste
ken. Om deze reden moet de Sow-
jet-Unie onder de bepalingen van
het charter aandringeen op het
instellen van een commissie, welke
de feiten moet verzamelen, waar
op de Ver. Volken een actie zullen
kunnen ondernemen.
Mr. Van Kleffens zeide hierna,
dat hij uitsluitend had toegestemd
ill het zenden van een commissie,
indien de Oekraine en Engeland
hierover tot overeenstemming zou
den komen en indien haar bevoegd
heden beperkt bleven tot een
onderzoek naar het werk der Brit
sche troepen.
Over de besprekingen te Bata
via zeide hij „met behoedzaam
optimisme" te kunnen spreken.
Hierna heeft Bevin, repiiceerend
nogmaals het optreden in Indone
sië verdedigd en zijn teleurstelling
uitgesproken over de beschuldiging,
dat Engeland den wereldvrede m
gevaar bracht.
Nadat Zondag de Nederlandsche
•regeeringsverklaring omtrent de
politiek ten aanzien van Indone
sië te Batavia was uitgegeven heeft
dr. Van Mook aan de pers o.a. het
volgende verklaard:
„De verklaring van de politiek
van de Nederlandsche regeering
met betrekking tot Indonesië,
welke eenige uren geleden aan de
Staten-Generaal in Den Haag is
verstrekt en heden gepubliceerd,
.beteekent een nieuwen koers in de
betrekkingen tusschen Nederland
en Indonesië.
Het zelfbeschikkingsrecht van de
burgers van' dit land erkennende
wijst het voorstel een duidelijker!
en bruikbaren weg naar democrati-
ische vrijheid.
Bij de formuleering daarvan
meent de Nederlandsche regeering
in overeenstemming te handelen
en met de politieke inzichten van
de groote meerderheid van het
Nederlandsche volk èn met de
meening van de wereld, zooals deze
tot uitdrukking is gebracht in
artikel 73 van het handvest van de
Vereenigde Volkeren.
Mijn regeering zou er de voor
keur aan hebben gegeven, indien
reeds in den aanvang terstond be
sprekingen gevoerd hadden kunnen
worden omtrent de toekomst. Toen
dit evenwel onmogelijk "bleek, heeft
de regeering besloten tot het op
stellen van de regeeringsverklaring
betreffende haar politiek, teneinde
<de vrees en de onzekerheid aan
beide kanten weg te nemen.
Ondanks soms krachtige
reactie op de gebeurtenissen,
hebben de hangende problemen
alom in Nederland begrip en sym
pathie gevonden."
Sprekende over de verklaring
der régeering, zeide dr. Van Mook:
„Over tal van details zal nog
moeten worden onderhandeld, vele
punten zullen moeten worden toe
gelicht, maar de algemeene grond
slagen zijn duidelijk. Zelfbeschik
kingsrecht en onafhankelijkheid
hebben tijd van wording noodig.
Indien de voorgestelde maatrege
len werkelijkheid worden, zal aan
Indonesië zoo spoedig mogelijk de
gelegenheid worden geboden, als
lid toe te treden tot de U.N.O. Ver
werping van ons voorstel zal de
verwerving van internationale per-
soonlijktheicisreciiten onï>ep aaiden
tijd vertragen.
De Nederlandsche regeering doet
regeering heeft opdrachl ge-
?.®ven. de censuur op de burger
lijke m- en uitgaande post van en
naar Ned.-Indië stop te zetten.
Men herinnert zich, dat de minis
ter-president op 31 Januari in do
Tweede Kamer heeft medegedeeld,
dat er alleen censuur op de mili
taire post werd uitgeoefend. Do
onnauwkeurigheid in deze mede-
deeling is veroorzaakt, doordat op
dat oogenblik de minister-presi
dent reeds zijn instemming had
betuigd met vermelde stopzetting,
doch het hem onbekend was, dat
de daartoe noodige opdracht nog
niet was uitgegaan.
een beroep op alle burgers van
goeden wille om den strijd tegen
hun vrienden, die met hen voor
dit land hebben gestreden en ge
leden, te staken en mede te werken
bij de krachtige en hardnekkige
inspanning om hun land te ver
heffen uit zijn ellende en voor te
bereiden op zijn ernstige plichten
en op de eervolle plaats van goed
georganiseerde, verantwoordelijke
en geëerbiedigde natie."
Voor de persconferentie van den
It. gouv. generaal bestond enorme
belangstelling.
Aan het slot van de conferentie
werd slechts een enkele vraag ge
steld en wel. of dr. Van Mook kon
zeggen, hoe lang de overgangs
periode, waarover het document
spreekt, was gedacht. Dr Van
Mook gaf ten antwoord, dat dit
een zaak was, waarover de betrok
ken partijen zouden hebben te be
slissen.
(Vervolg van pag. 1).
Aan het einde van dien tijdsduur zullen de deelgenoolen
zelfstandig beslissen omtrent de voortzetting hunner betrek
kingen op den grondslag van een alsdan volledig en vrijwil
lig deelgenootschap. Verschil van meening over de vraag, of
die tijdsduur alsnog behoort te worden verlengd, voordat een
vrije beslissing mogelijk is, zal worden onderworpen aan een
verzoeningsprocedure of, zoo noodig, aan arbitrage.
Ten aanzien van de in de vorige alinea genoemde struc
tuur zal het overleg worden gevoerd aan de hand van de
vólgende hoofdregels:
a. Er zal zijn een gemeenebest Indonesië, deelgenoot in
Ret Koninkrijk, samengesteld uit landen met uiteenloopende
graden van zelfregeering.
b. Er zal ingesteld worden een Indonesisch burgerschap
voor allen, die in Indonesië geboren zijn. Nederlandsche en
Indonesische burgers zullen bevoegd zijn tot het uitoefenen
van alle burgerschapsrechten in alle deelen van het koninkrijk.
c. De inwendige aangelegenheden van het gemeenebest
Indonesië zullen door de eigen organen van dat gemeenebest
zelfstandig worden geregeld, waarbij voor het gemeenebest
als geheel wordt gedacht aan een op democratische wijze
samengestelde volksvertegenwoordiging, derhalve met een
ministerie, samengesteld in politieke harmonie met de
volksvertegenwoordiging en een vertegenwoordiger van de
Kroon als hoofd van de regeering.
d. Teneinde in staaf ie zijn om de plichten na te komen,
die art. 73 van het Handvest der Vereenigde Volken op het
Koninkrijk legt, zal de vertegenwoordiger van de Kroon
onder verantwoordelijkheid van de regeering van het Konink
rijk met enkele bijzondere bevoegdheden bekleed zijn ter
waarborging van fundamenteele rechten van goed bestuur en
gezonde financiën. Hij oefent deze bijzondere bevoegdheden
alleen uit, indien deze rechten en belangen worden aangetast.
e. De constitutie, waarin de vorenbedoelde structuur
zal zijn vervat, zal waarborgen bevatten ten aanzien van
fundamenteele rechten als godsdienstvrijheid, rechtsgelijk
heid. ongeacht geloof en ras, bescherming van persoon en goed,
onafhankelijkheid der rechtspraak, bescherming van de
minderheden, vrijheid van onderwijs, vrijheid van meening
en meeningsuiting.
f. De centrale organen, die functies uitoefenen voor het
geheele Koninkrijk, zullen worden samengesteld uit vertegen
woordigers van tie rijksdiensten. Gedacht is aan een rijks
kabinet, samengesteld uit ministers uit alle rijksdeelen en
aan rijkswetgeving, die de instemming behoeft van de volks
vertegenwoordigingen der onderscheiden rijksdeelen.
g. Na de inwerkingtreding van de bovengenoemde
constitutie zal de Nederlandsche regeering de spoedige toe
stand in Indonesië, zoo zeide hij I lating bevorderen van het gemeenebest Indonesië als lid van
zou heel wel de vonk kunnen I
worden, welke tiet kruitvat van een de U-N.O..
Dringende uttnoodiging.
Nu welhaast de mtssioneering weer
in haar vollen omvang zal worden ter
hand genomen, is het van belang een
dringenden oproep in herinnering te
brengen, die nu juist 10 jaar geleden
11 Februari 1936 van Rome uit
ging. De onbeschrijfelijke medische
achterstand der inheemsche volks
stammen in onze missiegebieden en
het volslagen gebrek aan hygiënische
behandeling en hulpmiddelen onder
de inboorlingen zijn oorzaak, dat zoo
wel de kindersterfte (tot 5.0 pet.) als
de numerieke achteruitgang der be
volking (tot 60 pet.) onrustbarende
verhoudingen aannmen. Als er niet
en er Kiek wordt ingegrepen, zal men
voor een ruïne komen te staan, die
de Missies volkomen handicapt en die
zelfs od den economischen toestand
in onze gewesten haar terugslag zal
hebben. Alleen de vrouw, de goed
gevormde en in sterk verband leven
de vrouw, de Kloosterzustei kan daar
hulp en uitkomst brengen..
Het feit zooals 't daar ligt in aL
zijn ruwe werkelijkheid heeft de con
gregatie der Propaganda te Rome er
toe gebracht een ingrijpenden maat
regel te nemen. Tot dan toe was 't
de Kloosterzusters niet geoorloofd
verloskundig werk te verrichten. Tien
jaar geleden kwam er decreet uit van
Pius XI. dat, onder, bepaalde voor
waarden. precies 't tegenovergestelde
voorstond. Nu werd er juist op aan
gedrongen, dat er medische missie
congregaties zouden worden gesticht
en dat de Kloosterzusters voor de
Missie bestemd tot de volle kennis en
praktijk van de medische hulp zouden
worden gevormd. Dit decreet betee-
kende een formeele revolutie in de
missietaktiek der zusters.
Maar tot nu toe heeft deze oproep
nog niet uitgewerkt wat Rome be
doelde Velen hebben er niet vol
doende aandacht aan geschonken en
zi1n nalatig .geweest in *t gehoorzamen
aan den wenk van 't hoogste kerke
lijke Gezag.
Wel hebben wij in Nederland sinds
dien de frissche congregatie der Me
dische Missiezuster mogen zien ont
staan en tot bloei komen, maar de
oudere Congregaties gaan met
eenige loffelijke uitzonderingen
slechts schoorvoetend en zeer con
servatief den nieuwen weg op. Deze
terughoudendheid is voor 't geweiaise
belang dat op 't spel
betreuren Hier kan de liefde haar
mooiste offers brengen.
Het liikt ons daarom van belang op
dit moment, nu een nieuw tijdperk
aanbreekt voor de geschiedenis der
Missies op dit vitale besluit van Rome
te wijzen en aan de Congregaties die
zich aan ziekenverpleging wijden aan
allen die de Missies hoog houden
dezen oproep in herinnering *e bren
gen. Dat zal ertoe leiden dat eener-
zijds de Medische Missiezuster a'ler-
wege steun ondervinden, maar ook
van den anderen kant alle mi^sio-
ïeererwïe instellingen alle krachten
zullen inspannen om onze missiege
bieden van volledige medische hulp te
voorzien. D.
DE ONDERWIJZERS
SALARISSEN
Eén onderwijzer, ongehuwd en
29 jaar oud met 5 dienstjaren, in
het bezit van de hoofdacte (en acte
Handelskennis) werkzaam in een
derde klas gemeente, ver van huis,
gaf ons de volgende toelichting op
de verhooging van de onderwijzers-
salarifsen: Na aftrek van de kor-
ting-1936, voor de standplaats, voor
ongehuwden, enz. en van de loon
belasting, houdt bij. na de verhoo
ging, over f 139.30 Onderwijzers,
zonder hoofdacte, met minder of
geen dienstjaren, staan er nog
slechter voor Deze 139.30 gaan
vrijwel op aan onvermijdelijke
uitgaven zonder dat er nog iets
overblijft voor huisraad of studie
boeken. Niemand zal beweren, dat
een dergelijke onderwijzer het al
te breed heeft van sparen om
eenmaal te kunnen huwen, kan
natuurlijk ook geen sprake zijn.