Indonesië in de Kamer
Vorrink over zijn positie
Naar erkenning van republiek
DAGBLAD VOOR SCHIEDAM EN OMSTREKEN
LOGEMANN'S
VERKLARING
BERICHT
DIK TER BUIK houdt van zwemmen
VRIJDAG 3 MEI 1946
68ste JAARGANG No. 20001
ONDERDEEL VAN
INDISCHE FEDERATIE
GONGSLAGEN
RADIOREDE PRINSES
JULIANA.
VERRAAD
GEEN BOLLENZONDAG
"OLENBONNEN
AANGEWEZEN
VEERTIEN MEI HERDENKING!
DER GESNEUVELDEN, t
:4
R'dam Giro 9095
Directeur:
joh. Kuijpers
Hoofidred.Mgr
Dr J Witlox.
Alg. Redacteur:
H. A. Paalvast.
Drukker:
N.R.C. N.V.
Uitig. v.d. Maas-
bode-Stichting,
NIEUWE SCHIEDtMSCHE COURANT
Abonnementsp.
f 3.25 p kwart
f 1.10 p.maand
f 0.26 p week
Tijd. adres;
Broersvest 8 A
Tel. 68804
AdVertentiën
15 ets p. mm.
Gisterenmiddag heet* f® Tweede
Kamer der Staten-Generaal prol. dr.
I h, Logemaan, minister van Over-
ceesche Gebiedsdeelen, een volgende
regeerlngsverklarlng afgelegd over
de besprekingen betreffende Ned.-
Indië waarin o.a. wordt gezegd;
Het voorbeeld van Indo-Cblna.
Uit de impasse. iS.fw
iren om tot een vreedzame oplossing
van b* conflict te komen dreigden
ie geraken, scheen zich een uitweg
voor te doen. toen bleek, dat in In-
Joneslschen kring waardeering be-
otond voor de wijze, waarop in Indo
china een analoge moeilijkheid tus-
ochen Frankrijk en de republiek Viet
nam, waarin het voormalig keizer
rijk Annam zich had getransfor
meerd. tot oplossing was gebracht.
Deze gedachte, overgebracht op
den toestand in Ned.-Indtë, leidde
tot het denkbeeld, dat de „Repu
bliek Indonesië erkenning zou kun
nen vinden als onderdeel van een fe
deratief gemeenebest Indonesië, dat
zelf. overeenkomstig de verklaring
van 10 Februari 1946, als deelgenoot
zal optreden naast Nederland, Suri
name en Curacao In het Koninkrijk
der Nederlanden.
Het loslaten van de republiek
ruag men gerust stellen als een
voor het geheele Javaanscho na
tionalisme onverteerbaar denk
beeld.
Loslaten van de revolutie
Voor de Nederlandsche zijde be.
Stond de aantrekkelijkheid van een
ODlos^ing In den aangedutden geest
daarin, dat de bereidheid van de re-
mi bi lek om is eonstitueerend deel
van Indonesië te treden in het ko
ninkrijk, impliceert het loslaten van
de revolutie.
Tot de erkenning van de sou-
vereinlteit van het koninkrijk met
even zoovele woorden was men
bereid en daarnaast ls uitgespro
ken de bereidheid om de toekom
stige structuur van Indonesië ln
het algen*®?? te baseeeren op de
beginselen, «le belichaamd waren
ln de verklaring van 10 Februari
1946.
Voor het populaire misver
stand. dat erkenning van de re
publiek zou beteekenen abdica
tie van het koninkryk. Is dus
geen plaats gelaten.
Voor Java te aanvaarden.
De erkenning van de republiek
op den beschreven voet past zeer
wei binnen het kader van de ver
klaring van 10 Februari 1946. De
vraag kan slechts zijn, of zij voor
een bepaald gebied Inderdaad ln
aanmerking kan komen om be
schouwd te worden als de autono
me organisatie van een der sa-
menstellende landen van het ge
meenebest.
De regeering is van oordeel, dat
deze opvatting voor Java inder
daad kan worden aanvaard. Zy
ziet 'laar' ij niet over het hoofd,
dat tegen de republiek in haar
huldigen verschijningsvorm nog vele
bezwaren kunnen worden inge
bracht en dat dit geschiedt niet
alleen van haar zijde, noch alleen
van de zijde van de Nederlanders
hier en in Indië, maar wel dege
lijk ook door Indonesiërs.
Moeilijkheden.
De heer Sjahrir en zijn medestan.
dera zijn bereid om ter wille van
bei tot stand brengen van een ac-
2™* waardoor het wapengeweld
"«tal zal kunnen nemen, hun aan-
den w*1 te beperken tot die gebie-
Bezae ,ofover de republiek de facto
yan dit "oefent. Over den omvang
tot duavm- bestaat echter een
Verschil opgelost meenings-
rei*fiRHn~ ^ctien Nederl.
van
fava8
J1™. edoera, dlo deelen van
tot de door de êèalliJSJSE behooren
beschermde areallm troepen
sehe zijde wordt ditzoiïo Indonesi-
den ten aanzien van S ?018ehou-
eiland Sumatra en zelfs 221. ®6heele
men goede reden zou hehh™ Z'1'
aanspraak ook geldend
de Nederlandsche regeering Ï5> 2?»
oogenblik niet worden toegegeven?
Ten aanzien van alle buitenge,
gewesten, das ook van Sumatra,
staat de Ned. regeering op het
standpunt, dat zq zich vrijelijk"
sollen mogen uitspreken over
hun wenschen nopens hun toe-
komstigen status binnen Indo
nesië. Indien daarbij zon blijken,
dat bepaalde streken zich zonden
wiüen aansluiten bij de repu
bliek, «al de Ned. regeering
daaraan geen belemmeringen In
de» weg leggen.
Bevrijding Tan geïnterneerden.
ialn1ir"ritrAeelt de regeering met
zoo hopen wij, zal een
comité-igeneraal niet
in veiligheid brenging van de geïn
terneerden, die zich thans nog in
het niet-bezette gedeelte van Java
bevinden, door haar beschouwd
wordt als een absolute fatsoens.
plicht, welks vervulling zy ver_
wacht zonder eénige binding aar
welke voorwaarde dan °°k«
De besprekingen te Batavia en
hier te lande hebben steeds de be
perkte strekking gehad, om de na
tionalistische beweging ertoe te
brengen de wapens neer te leggen,
de revolutie te laten vallen en door
deelneming aan de rijksconferentie
mede te gaan werken aan de vreed
zame hervorming van het Kon in
kryk. Men dient dit goed te be
denken, om in te zien, dat het be
grijpelijk verlangen van die bevol
kingsgroepen, die de regeering
steeds trouw zyn gebleven om
mede aan het woord te komen, in
c"t stadium nog slechts zeer ten
deele kon worden vervuld.
Misschien voor 't eerst gedurende
de Indische kwestie kan het Neder,
latidsche volk althans eenigermate
het gevoel hebben, werkelijk te zijn
ingelicht, al is het niet ten volle.
Dat de regeering besloot de zaak in
openbare behandeling te brengen
en niet in comité-generaal, verdient
toejuiching. Mocht echter die open
bare behandeling een beletsel blij
ken voor een zich geheel uitspre
ken van de regeering tot de Tweede
Kamer dan,
aanvullend
uitblijven.
Laten wy het maar eerlijk zeg
gen: zelfs degenen, die het goed
keurden, dat de regeeritigf langs den
weg van contact tot overeenstem,
ming met de nationalisten trachtte
te komen, hebben tooh voortdurend
zich de angstige vraag gesteld
waar gaan wij heen? Weet de regee-
ing precies, waarheen zy wil en
vooral: tot hof|ver zy zal gaan?
Glijdt zij niet voortdurend af, steeds
inniger aan de boezem van Sjahrir
en aan het hart van zijn ,,repoe_
bliek"? De regeeringsverklaring van
10 Februari '46 stemde allesbehalve
geruststellend voor de wakers over
de rijkseenheid: deze werd in prin
ciep losgelatende facto zou het
echter eerst na onbepaalden tyd
kunnen gebeuren; een voortdurende
uitlokking tot agitatie.
Dat Logeraann thans zoo herhaal
delijk verzekert, dat dit of dat van
hetgeen sindsdien gebeurde In over
eenstemming is met de verklaring
van 10 Februari, is daarom vol
strekt op zich zelf niet een gerust
stelling voor hen, die zich reeds
over die verklaring allerminst ge
rust gevoelden. "Er biyft zelfs thans
een motief van ongerustheid geheel
van denzelfden aard als die na de
verklaring van 10 Febr. Zooals het
in uitzicht stellen van de mogelijk
heid van ail geheele onaf hank el yk-
heid op termijn noodzakelyk een
bron van en uitlokking tot agitatie
moest zijn- Zoo zal nu de erkenning
van de republiek onder een of an.
deren naam voor een deel van Indië
een voortdurende bron van agitatie
blijven om die republiek ook in de
andere deelen van Itrdië te doen
erkennen. Men make zich daarover
geen illusies.
Het uitroeien van het extre
misme moet men niet tot eiken
prijs nastreven en bereid blyven, dit
Wegens het Bevrijdingsfeest zal
onze Courant morgen niet ver
schijnen. Hierdoor kon de editie
van heden met vier extra pagina's
worden uitgebreid.
DE DIRECTIE
desnoods als het niet anders ».oa
gaan, zelf alleen ter hand te ne.
men Na het verdwenen van onzui
vere elementen, aldus de fegeering.
zal een zelfregeerend Java voor de
geheele bevolking van Java de
Óiuiste expressie» van haar staat,
kundig verlangen zyn. En ook biy-
ven, zouden wij durven vragen. En
is de regeering zoo overtuigd, dat
de geheele Indonesische bevolking
van Java daarin de expressie van
haar verlangen thans reeds werke-
lyk vindt? Zij heeft er zich immers
nooit in vrijheid over kunnen uit
spreken De1 reigeering heeft tot
heden juist alleen contact gehad
met de ..republiek". Eerst by con
tact met de geheele bevolking, zon
der vrees voor terreur, in volle
vryheid. kan het ware gevoelen
blijken. En dat zou ons wel eens
heel sterk kunnen meevallen. Of
mogen soms alleen de buitengewes.
ten zich ln vrede en veiligheid'
uitspreken? Het is een goede noot
voor de regeering, dat zij zich
steeds sterker achter een vrije be
slissing voor de buitengewesten
stelt, maar: heeft Java niet het
zelfde recht?
Zelfregeering in binnenlandsche
aangelegenheden, als gelijkberech.
tigd onderdeel naast de andere dee
len van het koninkrijk op de basis
van de Koninklijke Boodschap
dat blyft voor ons de ideale oplos,
sing.
Over den vorm spreke heel Indië,
ln volle vryheid zyn woord mee.
igmiddag zal H. K. H
Prinaes .Juliana aan het slot van
het nationaal programma over
de beide Hilversumsche radio.
zenders spreken tot het Neder.
landschè volk. De uitzending
vindt plaats van 13 tot 13.15 uur. J
Op het witte doek speelt zich een,(
stuk Duitsche terreur af. Maar da^
onderdrukte bevolking pleegt verJ
zet. En met succes. De honderden,
aanwezigen genieten van de slim^j
migheidjes. Doch een paar maal]
dreigen de zaken verkeerd te gaanj^.
Die dreiging komt van eigen land-#
genooten. Verraad
Het publiek, dat eerst stil genoot^
komt los. Het blijft niet meer stilj
het speelt den verzetsstryd mee.1
Een hoera gaat op, als de Judassen -
hun straf ondergaan.
Na een jaar bevryding zyn wa
wat milder geworden tegenover dia
kleine N.S.B.-ers, die brood-fascist
ten, ressorteerend onder de MeW
kevers, zooals de Mussertianen hun
.kameraden" van nè. de invasie j
gaarne noemden. We zyn milder get
worden ten opzichte van die kleinen*
omdat men van de houding tegen-*
over sommige grooten niets begrijpt*
Maar voor wat betreft verraders
wordt de krachtige lyn gehand-»
haafd. Zij, die hun eigen volk ver*
rieden, die oorzaak waren van een
meestal verschrikkelyken dood van
Nederlandsche mannen en vrouwen,)
vinden geen genade.
Vele zwakheden worden vergeven,
maar verraad brengt den bedryve©
daarvan buiten de gemeenschap.
Doch doorfilosofeerend over ver*
raad, komt men ook tot de vraag 3
Wat te denken van de geestelijke»
verraders jegens ons volk en in
eigen katholieken kring? zy leven
eiken dag midden onder ons zondes
pijn oogenschijnlijk over de ver*
woestingen die zy onder hun landt
genooten aanrichten. Het zyn dd
afvalligen tot Godshaters verworden,
het zijn de liefdeloozen, de hard-»
vochtigen, de groot-egoïsten, de ver*
raders van Kerk en maatschappij.
Mogen zy in deze dagen van feest
om de bevryding en van bezinning
op §en nieuwen tyd hun mentaliteit
afleggen.
Moge het Goddelyk tribunaal hum
genadig zyn.
HENK VAN DER MAZE.
Ir. W. Ilupkes <r.) en It. gren. H. Kruis (1.) wandelen over de herstelde
spoorbrug over de IJssel by Zwolle na de opening door den pres.-dir.
van de N. S.
Gisteren ontving de regeerings-
gemachtigde in algemeenen dienst
de pers en gaf volop gelegenheid
tot het stellen van vragen, na eerst
zelf nog eens een uiteenzetting ge
geven te hebben van de dingen,
die zich zoo al afgespeeld hebben
rond de affaire-Meijer.
Een der uitspraken van Vorrink:
„Van de integriteit van de heeren
van het directoraat-generaal ben ik
overtuigd, hun houding is echter be
paald zwak". Vorrink was niet erg
te spreken over de houding van den
vroegeren O. D., wiens politiek advi
seur hy in het begin geweekt is. Hij
heeft indertyd reeds de regeéring in
Londen gewaarschuwd voor opvat
tingen in den O. D. Vorrink ziet
verband tusschen den vroegeren
O. D. en bepaalde figuren uit
Nationaal Herstel. Het heeft Vor
rink gespeten, dat figuren als Pater
Stokman en Mr. Witteman met wie
hy toch zooveel contact had, zich
niet openlijk gekeerd hebben tegen
den smaad hem aangedaan. Vorrink
deed voorlezing uit een verhoor, aan
een der voormannen der S. D.,
Schreieder genaamd, afgenomen en
waarin deze verklaarde, dat Vor
rink geen namen had willen vertel
len en dat men van hem niets
wyzer was geworden.
Minder kunnen we het met hem
eens zyn, wanneer hy het heeft
functie als algemeen ge-
W van de regeering.
dezeelfi!n Z^n„ de bevoegdheden van
Ik ben Vor"-ink antwoordt:
els een van te beschouwen
naren en dan voectPwilm"lgsambt8-
Ik acht mi) een el aan toe:
man van Schem^rhorn
aangewezen door™et £2.' hoewe>
net. Letterlyk zeide hn t kabl"
géen enkele zaak waar°8 «VEr,ls
neus niet in mag st?ken" I"*3"
er <Jan eveneens op 'volgen?
indien ik bevelen of opdrachten
geven, dan zou ik echter fout ziin
Als men by my met klacht "n ko£i
inzake bepaalde opsporing.,aang?!
nadruk regeer:ng mei ®2 e<?.®n en ik kan van een be
nadruk gesteld, dat de bevrijding enPaalde zyde een draad in handen
krygen, aldus Vorrink, dan verleen
ik myn medewerking daartoe totdat-
de zaak ryp is en dan kan de
betreffende instantie de zaak
verdere behandelen. Ik weet dat
er een pyniyke situatie ingetreden
is tusschen my en het directoraat-
generaal voor byzondere rechts
pleging. De briefschrijverij ln ver
band me tde zaak Arnold Meyer
vond Ik fout en ik heb dat rond
uit gezegd.
Op een vraag of de minister van
justitie bekend was met den brief,
die aan den Vader Abt van Ko
ningshoeve was geschreven ant
woordde Vorrink: Voor zoover ik
geïnformeerd ben moet het schry-
ven van het directoraat-generaal
buiten den minister van justitie
zyn omgegaan. Deze kreeg pas
kennis hiervan toen de zaak al
gebeurd was.
Op een vraag of het juist is dat
de heer Vorrink zelf een inlich
tingen-apparaat opbouwt en het
particulier initiatief by opsporingen
gaat steunen, antwoordde Vorrink:
het opbouwen van een inlichtingen
apparaat behoort ongetwijfeld tot
mijn bevoegdheden. Ik heb vier
inspecteurs gehad. doch heb die
weer aan het directoraat-generaal
afgestaan. Wanneer na de verkie
zingen de functie van regeerlngs-
gemachtigde zou gecontinueerd
worden, bouw ik dit apparaat
ongetwijfeld op. Het zal echter
geen opsporingsapparaat worden,
doch louter een inlichtingenappa-
raat.
Die functie van regeeringsge-
machtigde, daar zal nog wel eens
over gesproken dienen te worden,
zy het dan na de verkiezingen
Ter rechtzetting.
Naar aanleiding van een mede-
deeling in ons blad, dat by de
razzia op Arnold Meyer in het
Zuiden, de heeren, die aan deze
razzia deelnamen, in hotel „At
lanta" te Eindhoven een maaltyd
gebruikten, waaraan zy o.m. voor
meer dan 100 gulden aan zwarte
sigaretten verteerden, deelt de
directie van „Atlanta" ons mede,
dat van zwarten handel in haar be-
dryf geen sprake is.
Het warme weer heeft de ver
wachting, dat a.s. Zondag de bol-
lenzondag zou worden, te niet ge
daan. De meeste bloemen zullen
dan reeds zyn uitgebloeid, zoodat
ook een bloemencorso, dat Zater
dag zou worden gehouden. niet
Voor het komend winterselzoeé
zyn thans reeds van de nleuwl
branustoffenkaart de bonnen 60 el
61 aangewezen, welke elk recht
geven op drie eenheden brandstof
Zoodra de handelaar zal zyn be^
voorraad kunnen deze worden af*
geleverd. De ,|>onnen moeten daar
toe ln het tydvak van 6 t.m. 25 Mei
by een handelaar worden ingeleverd*
Men is thans niet meer verplicht
de beschikbaar gestelde brandstol
te betrekken van den leverancier
by wien men als klant stond inge«
schreven. Men verandere echter niet
van brandstoffenhandelaar, tenzij
hiervoor gegronde redenen bestaan.
Men bedenke, dat ook in het nieuwa
distributie jaar aanzieniyke hoeve ei«»
heden ongewilde soorten voor huis<«
branddoelelnden zullen moeten wor»
den geleverd, teneinde het totald
winterrantsoen te kunnen bereiken.
Het publiek doet goed dit voor
oogen te houden, wanneer enkeld
handelaren, met het oogmerk om
nieuwe klanten te winnen, het wil*
len doen voorkomen, alsof zij alleen
over de beste huisbrandsoorten
zullen beschikken.
Aanvankelijk lag het in het voor*
nemen, de in den oorlog gevallenen
officieel te herdenken op deti lOen
Mei. den datum, waarop in 1940 da
vijand onze grenzen overschreed.
Overwegende, dat de herdenking
niet den aanvang van den oorlog
geldt, maar degenen, die ln den
loop van de 5 Meidagen hun levert
offerden, heeft de regeering beslow
ten. dat de officieele plechtigheden!!
op den Grebbenberg en elders in dert
lande zullen worden gehouden opf
den 14en Mei.
De regeering zal het ofp prijs»
stellen, indien ook ten aanzien vaa
n iet-of ficieele herdenkingen met
deze beslissing rekening wordt ge^
houden.
o». ueiuKKig was de prof. zoo
handig geweest om vooruit een der
raampjes open te doen, zoodat het
drietal er gemakkelijk uit zou kun-
nen komen. De professor maakte,
dat hij er het eerst uit was, prompt
gevolgd door Dik. welke nog juist
sag. hoe de commissaris zijn hoofd
uit een kapotgeslagen raam stak.
Dik zette krachtig af en schoot met
«en prachtboog omhoog. Wat een
lijn in die figuur! Tja. die Dik had
er toch maar altijd gemak van, dat
hij nog fit bleef, door regelmatig
te voetballen.
Dat de visschen het niet leuk
vonden, dat die rare rustverstoor
der daar zwom, bewezen hun ge
zichten wel. Hiervan trok Dik zich
niet veel aan en hij begon net te
denken dat hij zou stikken, toeaj
zijn hoofd boven water verscheenJ
De professor zwom naast hem. Zijal
hoed dreef een paar meter verder»!
op. Commissaris Cfaogum intusscheni
deed wanhopige pogingen om zich
uit het raampje te wurmen, maar
steeds tevergeefs, hij was te dik.'
Hij trok en trok. maar het ging
niet Arme Chogum begon al te
wanhopen.