Heiligenvereering te Rome R Uit de Sportwereld De kwestie- Breunese Gedetineerden in 't mijnbedrijf Spookhuis werd studentenhome ADIO programma DINSDAG 23 JULI 1946 PAGINA 6 INTERN. HOOGSPANNINGS LIJN IN LIMBURG HOUZEE-KAMERADEN RECLASSEEREN ZICH Majoor Breunese is in. verweer getreden tegen de ministers van Oorlog en Marine, die hun onder geschikten deelneming verboden aan de Vierdaagsche i,ndien Breu mese de leiding hield. Dit wegens de „onvaderlandslievende houding' van den majoor in zijn kwaliteit als leider van den, Arbeidsdienst. Wanneer men de bro-chure „Waar om ik de 30ste Vierdaagsche te Nij megen niet mag leiden" (N.V. Haagsehe Drukkerij te Den Haag) doorleest, don staat men wederom voor het tragische geval vain een man, die in moeilijke tijden een zware an verantwoordelijke functie vervulde en daarin ook heel wat wist te bereiken of te keeren, maar daarbij ook wel eens iets uitliet dat asuetoot moest geven. Wij gelooven niet, dat er op daden van majoor Breuneae gegronde critiek kan wor den uitgeoefend Er schuilt zooveel waarheid in zijn voord: men moet mijn handelingen zien in den tijd m in de omstandigheden van het jaar 19401941. Het is inderdaad de groote fout op het moment var. zeer velen, dat zij dezen gulden re gel vergeten en de daden uit die zoo moeilijke jaren beoordeelen van hun standpunt im 1945 of 1946. Wij kunnen dan ook begrijpen dat Breu- eese pathetisch uitroept: „Ik heb niet geschreven of gesproken, ik heb gevochten", maar „er wordt meet belang gesteld in hetgeen ik hrb geschreven of gezegd dan ik heb gedaan". Dit neemt intusschen niet weg, dat de majoor wel degelijk verant woordelijk is ook voor hetgeen hij gezegd of geschreven heeft en blij kens de publicatie van minister Meynen gaan daartegen juist de grootste bezwaren uit. En wij moe ten aanstonds erkennen: de weer legging vain Breunese van deze punten is in zijn brochure juist het zwakst. Minister Meynen had bezwaar tegen een schrijven van majoor Breunese van 1 October 1940 met de aankondiging, dat voor 200 offi cieren. 50 onderofficieren en 3000 man de gelegenheid openstond om als vrijwilliger te worden opgeno men. in de S.S. Standarte West- land. Nu zal men toch moeilijk kun nen toegeven., dat deze voor een Nederlandsch officier zeer beden kelijke aankondiging wordt te niet gedaan met de opmerking: „Uiter aard had deze brief niet meer de geringste beteekenis, men wist reeds boe ik over dienstneming bij de SB. dacht". Minister Meynen maakte verder bezwaar tegen hetgeen Breunese zeide op den leidersdag van, 30 Juni en 1 Juli 1941 im Musis Sacrum te Arnhem. Daarin zeide de comman dant, dat wij aan den verkeerden kant staan als wij niet aan 'dein geesteikant van Duitschland ston den, dat het bolsjewisme aangreep; dan zou Nederland zich schuldig maken aan geestelijke klaplooperij In zij,a brochure wijst Breunese de verantwoordelijkheid af voor het stenogram, dat van zijn redevoering gemaakt is, omdat hij het niet heeft kunnen corrigeeren of controle eren en omdat het stenogram niet van zijn handteekening is voorzien. Hij concludeert: „Al met al is het uiter aard geen stuk waarvoor ik ook maar eeniige verantwoordelijkheid draag". Wij kunnen ons niet voor stellen, dat iemand dit inzicht zal deelen. Bestaat er niet veeleer aan leiding voor de vraag: zal dit steno gram niet precies weergeven wat werkelijk op het oogenblik gezegd as al was het misschien niet zoo bedoeld juist omdat er geen ge legenheid geweest is het te corri geeren? Het derde bezwaar van minister Meynen gaat tegen den leidersbrief van 18 Juli 1941 van Breumese, waarin deze als den eenig j'uisten weg aanwees de lotsverbondenheid met de Germaansche volken om aldus te werken aam de nieuwe toekomst. Breunese zet daar tegen over: ik kan voor den infaoud van dezen brief geen moreele verant woording dragen; die brief is geen geesteskind van mijik heb dien brief voor de verzending niet ge zien. Hier staan we wel voor een zeer vreemd geval; een brief uit gaande van een leider, die dezen brief niet gezien heeft. Een verder bezwaar vair; minister Meynen gold een voorschrijft van commandant Breunese, waarin hij wees op dezelfde raskenmerken van de bloedverwante volkeren, de Ne derlanders en de Duitschers, die daarom voor een steeds nauwere gemeenschap geschikt zijn» Van nu at moest het steeds zijn niet een „tegen elkaar", zelfs. niet een „naast elkaar" maar een „met elkaar". In de brochure komt ma joor Breunese hierop niet terug, of het moest zijn in de stellig aan vechtbare passage: „O zeker, er zullen wel eens minder juiste brie ven van mijn Staf al weer onder mijn verantwoordelijkheid zijn uit gegaan., er zullen wel eens een paar onjuiste woorden en een ongelukkig zinnetje zijn geschreven. Ik ben nu eenmaal geen man van papieren. ik was Commandant en geen letter zifter". Het kan aan geen twijfel onder hevig zijn, dat dergelijke uitlatingen voor een Nederlandsch officier, zelfs in de jaren 19401941 ooige- wenscht waren. Er blijft echter- tegenover staan, dat er op de daden van den majoor werkelijk weinig gegronde critiek kan worden uitge oefend. Dat ze zelfs grooteindeels lof verdienen blijkt o-a. uit het feit, dat hij arbeidde in naaste samen werking met mannen als Snouck Hurgranje, kolonel (later generaal) Koot, Kesper, Trip, Ringers, Van Lynden enz. Het blijft zeer vreemd dat sommigen hunner, na in de moeilijke uren naast den comman dant te hebben gestaan, zich later min of meer van hem hebben gedis- tancieerd. Wij gelooven, dat majoor Breu nese voor zijn uitlatingen zoo verre zij laakbaar zijn voldoende heeft geboet, dat hij voor zijn da den eerder lof verdient en wij ho pen, dat ook aan deze zuivertags- zaak zoo spoedig mogelijk een rechtvaardig einde zal komen. VIJF GEWONDEN BIJ MILITAIRE OEFENING. B(j de militaire oefeningen, die ter gelegenheid van de Utrechtsche lustrumviering werden gehouden, zijn twee militairen zwaar en drie licht gewond. De toestand van den zwaarst gewonden militair is thans zoodanig, dat voor zijn leven niet behoeft te worden gevreesd. In aansluiting hierop deelde men ons nog mede, dat bij militaire oefeningen ongevallen niet altijd te vermijden zijn. Deze oefeningen brengen een zeker risico met zich mede en dit risico is tegenwoordig grooter dan voor den oorlog, nu de trainingseischen aanmerkelijk zijn verzwaard. NEDERL. ROEIERS IN HET BUITENLAND. In de intern, roeiwedstrijden op het Bergsvaerdmeer bij Kopenhagen, waarin vijf Ned. ploegen deelnemen,' wist de oude acht van Laga als eerste de finish te passeeren. Op het nummer oude vier nam Nercus de derde plaats in, terwijl Minerva op het nummer vier zonder stuurman als derde eindigde. Laga bezette op het nummer jonge acht eveneens de derde plaats. De Laak werd op het nummer twee zonder stuurman tweede. DE GROOTE FRIJS DER NATIES Zondag is te Genève de Groote Prijs der naties voor automobielen verreden over een traject van 130.46 K.M. De uitslag was: 1 Farina (Alfa Romeo) 1 uur 15 min. 49 s. 2 Trossi (Alfa Romeo) 1 uur 17 m.; 3 op twee ronden Wimille (Alfa Romeo), 4 Nuvolari (Maserati), 5 De Grafenried (Maserati). 6 Prins Bira (Era), 7 op 6 ronden Varzi (Alfa Romeo), 8 op 8 ronden Som- mer (Maserati) Dezer dagen is de hoogspannings verbinding van Luik naar de staats mijn Maurits in bedrijf genomen. Via de gekoppelde Belgische cen trales vormt deze hoogspannings lijn een schakel tusschen de gekop pelde Nederlandsche en de Duitsche centrales van de Rheinisch-West- phaelische Elektrizitaet Gesell- schaft. De nieuwe hoogspannings lijn, die tijdens de bezetting door de Duitschers was gemonteerd om de centrales van de staatsmijn Maurits met de Duitsche centrales te ver binden, is door de Provinciale Lim- burgsche Electriciteits-Maatschappy hersteld. Over deze lyn wordt nu electriciteit betrokken uit Duitsch land o.a. ter aanvulling van het stroomtekort, dat ontstaan was ten gevolge van de vernieling van de P.N.E.M.-centrale te Geertruiden- berg. Bovendien brengt dit ook voor onze Nederlandsche centrales een belangrijke besparing van brandstof (stookolie) mede. De deviezen, die wy daardoor in het buitenland moesten offeren, kunnen nu een betere bestemming vinden. Toen ons land na de bevrijding dringend om kolen verlegen was, waren er veel te weinig geschool. de krachten voor ondergrondschen mjjnarbeid aanwezig. Men zat met een tekort van niet minder dan tien duizend man. Doch in het kamp van Spekholzerheide verbleef op staats kosten een aantal mijnwerkers, die „fout" waren en daar den geheelen dag niet veel uitvoerden. Totdat iemand op het idee kwam deze er varen werkkrachten weer in hun oorspronkelijk beroep te plaatsen tot heil van hen zelf en voordeel van de maatschappij En zoo ge beurde. Op zekeren dag marcheer den de gewezen hou-zee-kameraden groepsgewijze naar de schachten van de Willem-Sophia, de Laura Vereeniging en de Domaniale mijn, daalden Gliick-auf naar beneden en mochten sindsdien, afgezonderd van het overgroote deel onzer in hart en ziel Nederlandsche mijnwerkers, kolen delven ,,voor volk en vader land" Toen de resultaten meevielen werden in overleg met den direc- teur-gener. voor bijzondere rechts pleging alle politieke delinquenten in de gelegenheid gesteld zich voor ondergrondschen arbeid in het mijn bedrijf vrijwillig beschikbaar te stel len. De belangstelling hiervoor was groot. Eenige duizenden N.S B.-ers hebben zich opgegeven, van wie er bij een voorloopige keuring ongeveer 30 pet. ongeschikt werd verklaard. Van de overblijvenden hebben er een duizend een korte opleiding ge had en zijn al spoedig „aan de kooi" gezet. In de komende weken zullen er weer duizend worden ge plaatst en men hoopt er dit jaar in het geheel 3000 aan het werk te zetten, hoofdzakelijk natuurlijk zwa re jongens, die veel op hun politie- ken kerfstok hebben, want lichte gevallen, welke binnen afzienbaren tjjd buiten vervolging worden gesteld BEFUBLIKEINSCH GELD? Men verwacht te Batavia, dat het besluit tot instelling van een Indo nesische Staatsbank binnenkort gevolgd zal worden door de uitgifte van ,,republikeinsch geld", hetgeen de reeds verwarde monetaire situa tie op Java zal compliceeren. Het is een statig aristocratisch gebouw op Lepelenburg naby de wallen, die nog overgebleven zijn van den muur, die vroeger de oude bisschopstad Utrecht omringde. Stichtenaren kennen het van ouds als een spookhuis. Nooit zag men er de laatste jaren voor den oorlog een levend wezen en het verhaal wil, dat een der eige naressen er van tijd tot tyd een maaltijd ging gebruiken, waarvoor zy telkens een ander „vertrek koos. Toen de Duitschers er in kropen, vielen de gordijnen als pulver van de ramen en de vloeren konden hun zware laarzen niet dragen. Sedert de studenten er hun intrek hebben genomen, heeft het een metamor phose ondergaan en de moderne schilderijen aan den wand, door het Genootschap „Kunstliefde" in bruik leen afgestaan, waaronder vele doe ken van Otto van Rees en het fraaie edelsmeedwerk van Harry de Groot spreken van een nieuwen tijd. Het is een symbool van de nieuwe stu dentengemeenschap, die zich aan het vormen is, doordat hier het Universiteitshuis gevestigd is, dat door samenwerking van de bestaan de studentenorganisaties en de me dewerking van hoogleeraren, die el kaar bij verschillende gelegenheden in dit gebouw treffen, tot stand ko men. Een dergelyk instituut bestaat nog niet elders in het land, doch Leiden heeft reeds inlichtingen ge vraagd, speciaal wat de inrichting van de mensa betreft. Acht negen honderd studenten gebruiken er iederen dag hun maaltijd. Verder is het voor 30 studenten, die uit Indië gerepatrieerd zijn, een toevluchtsoord geworden, terwyl reeds vele buitenlandsche professo ren en studenten er een gastvrij on derdak vonden. H. K. H. Prinses Juliana toonde haar belangstelling door het schen ken vari een vleugel. DE MASSA-STAKINGEN TIJDENS DE BEZETTING. Tusschen het Rijksinstituut voor oorlogsdocumentatie en de Neder 1. Spoorwegen is dezer dagen over een gekomen, dat het rijksinstituut in den herfst een aanvang zal maken r er het instellen van een uitge breid en objectiet onderzoek naar de spoorwegstaking 19141945. Dit onderzoek zal zich ook uit strekken tot de gebeurtenissen bij de spoorwegen gedurende de eerste beze' "ingsjaren, voor zoover deze tot een nuttig begrip t. a. v ont staan en ontwikkeling van de groo te spoorwegstaking kunnen bijdra gen. Dezer dagen is by het rijksinsti tuut een uitgebreid onderzoek naar de Februari-staking van 1941 gereed gekomen, terwijl tevens binnenkort een aanvang zal worden gemaakt met het instellen van een onderzoek naar de z.g.n. Mei-staking van 1943. Uitgangspunt van deze onderzoe kingen is. dat, naar verwacht mag worden, het nageslacht bijzondere ^belangstelling zal koesteren voor genoemde drie collectieve verzets- aities van het Ned. volk tijdens de periode der Duitsche ovêrheersching. ROME. 29 Juni 1946. (Van onzen correspondent.) Nergens gaat de heiligenver eering zoo gemakkelijk en vanzelf sprekend als hier in de Eeuwige stad. Nergens zijn dan ook van zoo'n groot aantal heiligen zooveel tastbare herinneringen bewaard en leeft hun gedachtenis zoo voort. Terecht noemt men de Eeuwige stad het Heilige Rome. oondat het geheiligd werd door het bloed van vele martelaren, geheiligd ook door de heldhaftige werkzaamheid van talrijke belijders, alle eeuwen door Hier voelt men zich den heiligen nabij, men is in zekeren zin hun huisgenoot. Ik neem maar enkele voorbeelden uit deze laat ste Juni-dagen om dit te verduide lijk en- Op 21 Juni, feestdag van St. Aloysius, staat de kerk van San Ignazio in de bijzondere belang stelling. Het uitbundige St. Aloy- sius.altaar dat boven de tombe van den heilige werd opgericht, is den geheelen dag omstuwd door biddende vereerders 's Morgens onder de H Mis komt de burge meester van Rome het traditio- neele geschenk der stad aanbieden, bestaande uit een zilveren kelk- Schildknapen in de dracht van St Aloysius, toen hij aan het hof verbleef, houden de wacht bij zijn altaar. In het nabije klooster is de kamer, waar hij heeft geleefd en gewerkt en de nauwe wenteltrap, die erheen leidt kan maar met moeite den stroom van bezoekers verwerken. die deze geheiligde plaats komen vereeren. Ik trof er 's middags enkele Ro- meinsche priesters aan, die aan een groep jongens een soort aan schouwelijk onderricht gaven over het leven van den heilige. Hier in deze kamer woonde de heilige, door die deur ging hij uit en sloot 0*9 5 Nergens zooveel herinneringen aan zooveel heiligen ze ook altijd; de jongens konden de brieven zien, die Aloysius schreef, de boeken, waaruit hij studeerde, nadat hij ze heelemaal had overgeschreven. Daar hangt nog een familieportret tegen den muur, die hem toont als fiere jon gen, in de dracht van edelknaap, en dat wel in felle tegenstelling staat met de vaak serutimenteele en onwerkelijke voorstelling, die men van hem in omloop heeft ge bracht. Geen wonder dat de jon gen, die dit alles ziet en die hier vian den heilige hoort vertellen, zich ook nader tot hem getrokken voelt. Op 26 Juni viert de Kerk het feest van de martelaren St. Joan nes en Paulus Laat me eerlijk er kennen dat me dit feest tevoren nimmer iets heeft gezegd. Ook deze martelaren hebben hier in Rome hun kerk. op den Monte Celio- In het laatst der vorige eeuw heeft men onder deze kerk de oude Romeinsche woning ont dekt, waar deze heiligen hebben geleefd en waar ze ook gemarteld zijn. Een hoogst interessante ont dekking uit oudheidkundig oog punt, maar ook een gemakkelijk middel om zich in het leven van deze heiligen in te denken. Als men deze oude woning heeft be zocht voelt men zich eenigszins als hun bekenden: men is immers bij hen in huis geweest! Trouwens dit gedeelte van Rome is waarlijk heilige grond. In het nabije klooster der Passionisten is de sterfkamer van den H Paulus van het H. Kruis, waar men de voorwerpen, die deze heilige tij dens zijn leven gebruikte, nog be waart: het is alsof hij slechts en kele weken geleden deze vertrek ken heeft verlaten. Op een hon derd meter afsitand staat de kerk van den H. Gregorius waar men de enge ruimte kan bezoeken, waar deze groote Paus zich zoo gaarne terugtrok. De marmeren zetel staat er nog, alsof de heilige Kerkleeraar hem eerst kort ver liet; men kan zich hem gemakke lijk voorstellen, hoe hij hier neer zat en de diepzinnige humiliën overdacht, die de Kerk nu nog bewonderend herleest. Op 29 Juni: St. Petrus en Pau lus! Dat is voor Rome „una festa grande!" Wie op dien dag de St. Pieter bezoekt, zooals trouwens iedere goede Romein dat doet, zal zijn leven lang den indruk niet vergeten van dezen dag. Overwel digend is de toeloop naar de groote basiliek, onafgebroken stroomen de duizenden toe, staan in de rij, geduldig wachtend om den voet te kussen van het bekende beeld van St Petrus, dat nu vandaag een kostbaren koorkap draagt en de tiaar op het hoofd heeft- „O felrx Roma", o gelukkig Rome. dat door het bloed van twee ApQstelvorsten werd geheiligd, zoo klinkt het vandaag door deze gewijde ruimte van dezen tempel, die geheiligd is door het graf van den eersten Paus, dat nu bedolven ligt onder de bloemen. Maar niet alleen de praal van de St. Pieter spreekt van den H. Petrus, ja mis schien spreekit de Mamertijnsche gevangenis en de ketenen in San Pietro in Vincoli een eenvoudiger maar nog dieper taal. waardoor de eerbied voor den pritis der Aposte len oruuitwischbaax wondt inge drukt. Dit zijn maar enkele voorbeelden uit de feesten van het kerkelijke jaar, dat meer dan elders tot eer bied en vereering der heiligen opwekt. Zoo gaat in Rome een jaar voorbij als een voortdurende open baring van het rijke Roomsche leven en het is inderdaad: een jaar vol heiligen. komen hiervoor uit den aard de» zaak niet in aanmerking. Er worden S.S.-ers, Kriegsmarine- mannen, N.S.K.K.-ers en landwacht ters onder aangetroffen, kortom knapen, die zich in een land verra derlik avontuur hebben gestort, waarvoor zij mogelijk wegens hun jeugdigen leeftijd minder verant woordelijk zijn geweest, doch niette min een gevoelige straf hebben ver. diend. Doorgaans zijn hun misdrijven evenwel niet zoo ernstig, dat zij daarvoor blijvend uit de gemeen, schap moeten worden gestooten. Moreel bezien hebben zij recht op eenige tegemoetkomende welwillend heid, waardoor zij in de gelegenheid worden gestelu zich te rehabilitee, ren. In de mijnstreek wordt hun deze kans geboden. Daarom moet men deze proeve niet louter be schouwen als een tewerkstelling, welke voor ons economisch herstel van nut is, doch ook als een gelei- delijke reclasseering naar de nor male samenleving, waarin deze lie den na Jaren van boete weer moe ten worden opgenomen. Er zijn natuurlijk elementen on der, die weggezonden moeten wor den, omdat er niets mee te begin nen valt, maar over de groote meer. derheid mag men niet anders dan tevreden zijn. Hun werklust is goed zij hebben belangstelling voor hun taak en hun prestaties zijn heel be vredigend. Al zijn het geen bedre ven houwers, zij kunnen minsten» voor kolen scheppen, sleeperswerk. zaajnheden en andere minder vak kennis vereischende bezigheden worden gebruikt. Afgezonderd van de overige bezetting te werk gesteld, staan zij onder verstandige leiding van de beste opzichters, waarover de verschillende mijnen beschikken. Als gevangenen hebben zy het heusch zoo kwaad niet, want ta Hoensbroek en Spekholzerheide zijn zij heel behoorlijk in scholen onder gebracht, waar zij goed te eten krij. gen; en zij verdienen een bepaald loon, waarop het Ryk wel gedeel telijk voor kost en Inwoning beslag legt, maar dat toch ook aan hun familieleden ten goede komt. En verder wordt er voor godsdienstige en algemeene ontwikkeling gezorgd en worden voordrachten over mijn bouwkunde, folklore, streekkennia en velerlei andere onderwerpen voor hen gehouden. En wanneer zij een maal hun misdrijven hebben uitge boet en door voorbeeldig gedrag een goede vaderlandsche gezindheid heb- ben getoond, mogen zij in de verre toekomst wellicht als volwaardige mijnwerkers tot het bedrijf toetre den T. BANDENPLAKKEN BLIJFT 40 CENT. Na kennisneming van alle nage komen argumenten, calculaties en rapporten heeft de minister van Economische Zaken in hoogste in stantie geconcludeerd, dat de prijs 0.40 voor het plakken van een rijwielbinnenband, ongeacht het aantal lekken, redelijk is. Ook de prijs van 0.75 voor het geval, dat een of meer lasschen moeten wor den aangebracht of het ventiel moet worden verplaatst, blijft gehand haafd. De z.g. „dubbele banden" vallen niet onder den prijs van 0.40 de prijs voor het plakken van een binnenband welke door meer dan een buitenband is omgeven» moet in een redelijke verhouding staan tot den prijs van 0.40. Met nadruk wordt er op gewezen, dat ook weigeren van diensten, tenein(ïe later een hooger prijs te verkrijgen dan ten tijde van het weigeren wet telijk geoorloofd is, strafbaar is. Toen Dr C. de Bruin, leeraar aan het Mamix-Gymnasium te Rotter dam, dezer dagen van de Universi- teits-bibliotheek te Amsterdam een Middeleeuwschen t«ekstt een z g. biechtspiegel, te leen vroeg, bracht men hem het boek met het verlang de catalogusnummer, dat echter niet de bedoelde biechtspiegel bleek te bevatten, maar een handschrift van P. C. Hooft. Het titelblad van dit handschrift ,,Virgilius eersta boeck van Aenaeas int rymeloos'% was reeds in 1870 ontdekt. WOENSDAG 24 JULI HILVERSUM I (301 M.) N.C.R.V. 7.00 Nieuws, gymn. en gram. 11.00 Viool, piano en gram. 11.45 Ber. uit Indië. 12.00 Koor. 12.30 Orlc. 13.00 Nieuws. 13.20 Vierdaagsche. 13.40 Ork. 14.15 Sextet. 15.00 Kamermuz. 16.00 Over postzegels. 16.15 Meisjes koor. 16.45 V. d. jeugd. 17.35 Orgel en gram. 18.15 Vacantietips. 18.30 V. d. Ned. strijdkr. 19.00 Nieuws. 19.15 Landbouwpr. 19.30 Engelscha les. 20.05 Zang v. d. vierdaagsche. 21.00 De Ned. bruggen. 21.20 Con cert. 22.00 Nieuws. 22.15 Verg. C.N.V. 22.45 Avondwijding. 23.0024.00 Gram. HILVERSUM II (415 M.) V.A.R.A 7.00 Nieuws, gymn. en gram. 10.20 Kookpr. 10.30 Zang en piano. 11.00 Gram. 11.45 Voordr. 12.00 Orgel en zang. 12,35 Lichte muz. (13.00 Nieuws). 14.00 V. d. vrouw 14.15 Strijkkwartet. 15.00 V. d. jeugd. 15.45 Kwintet. 16.15 V. d. jeugd 17.15 Accordeon. 17.45 Over Indie. 18.00 Nieuws. 18.15 Ork. en zang. (18.30 Over Indië). 19.15 Caus 19.30 V.P.R.O. 20.05 Over Canada. 20.15 Kurhausconcert. 21.00 Verg. P. v d. Arbeid. 22.15 Gram. 22.45 Caus. 23.00 Nieuws. 23.1524.00 Piano, orgel en gram.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1946 | | pagina 6