Heiligenvereering te Rome
R
Uit de Sportwereld
De kwestie-
Breunese
Gedetineerden in 't mijnbedrijf
Spookhuis werd studentenhome
ADIO
programma
DINSDAG 23 JULI 1946
PAGINA 6
INTERN. HOOGSPANNINGS
LIJN IN LIMBURG
HOUZEE-KAMERADEN
RECLASSEEREN ZICH
Majoor Breunese is in. verweer
getreden tegen de ministers van
Oorlog en Marine, die hun onder
geschikten deelneming verboden
aan de Vierdaagsche i,ndien Breu
mese de leiding hield. Dit wegens
de „onvaderlandslievende houding'
van den majoor in zijn kwaliteit
als leider van den, Arbeidsdienst.
Wanneer men de bro-chure „Waar
om ik de 30ste Vierdaagsche te Nij
megen niet mag leiden" (N.V.
Haagsehe Drukkerij te Den Haag)
doorleest, don staat men wederom
voor het tragische geval vain een
man, die in moeilijke tijden een
zware an verantwoordelijke functie
vervulde en daarin ook heel wat
wist te bereiken of te keeren, maar
daarbij ook wel eens iets uitliet dat
asuetoot moest geven. Wij gelooven
niet, dat er op daden van majoor
Breuneae gegronde critiek kan wor
den uitgeoefend Er schuilt zooveel
waarheid in zijn voord: men moet
mijn handelingen zien in den tijd
m in de omstandigheden van het
jaar 19401941. Het is inderdaad
de groote fout op het moment var.
zeer velen, dat zij dezen gulden re
gel vergeten en de daden uit die
zoo moeilijke jaren beoordeelen van
hun standpunt im 1945 of 1946. Wij
kunnen dan ook begrijpen dat Breu-
eese pathetisch uitroept: „Ik heb
niet geschreven of gesproken, ik
heb gevochten", maar „er wordt
meet belang gesteld in hetgeen ik
hrb geschreven of gezegd dan ik
heb gedaan".
Dit neemt intusschen niet weg,
dat de majoor wel degelijk verant
woordelijk is ook voor hetgeen hij
gezegd of geschreven heeft en blij
kens de publicatie van minister
Meynen gaan daartegen juist de
grootste bezwaren uit. En wij moe
ten aanstonds erkennen: de weer
legging vain Breunese van deze
punten is in zijn brochure juist het
zwakst.
Minister Meynen had bezwaar
tegen een schrijven van majoor
Breunese van 1 October 1940 met
de aankondiging, dat voor 200 offi
cieren. 50 onderofficieren en 3000
man de gelegenheid openstond om
als vrijwilliger te worden opgeno
men. in de S.S. Standarte West-
land. Nu zal men toch moeilijk kun
nen toegeven., dat deze voor een
Nederlandsch officier zeer beden
kelijke aankondiging wordt te niet
gedaan met de opmerking: „Uiter
aard had deze brief niet meer de
geringste beteekenis, men wist reeds
boe ik over dienstneming bij de SB.
dacht".
Minister Meynen maakte verder
bezwaar tegen hetgeen Breunese
zeide op den leidersdag van, 30 Juni
en 1 Juli 1941 im Musis Sacrum te
Arnhem. Daarin zeide de comman
dant, dat wij aan den verkeerden
kant staan als wij niet aan 'dein
geesteikant van Duitschland ston
den, dat het bolsjewisme aangreep;
dan zou Nederland zich schuldig
maken aan geestelijke klaplooperij
In zij,a brochure wijst Breunese de
verantwoordelijkheid af voor het
stenogram, dat van zijn redevoering
gemaakt is, omdat hij het niet heeft
kunnen corrigeeren of controle eren
en omdat het stenogram niet van
zijn handteekening is voorzien. Hij
concludeert: „Al met al is het uiter
aard geen stuk waarvoor ik ook
maar eeniige verantwoordelijkheid
draag". Wij kunnen ons niet voor
stellen, dat iemand dit inzicht zal
deelen. Bestaat er niet veeleer aan
leiding voor de vraag: zal dit steno
gram niet precies weergeven wat
werkelijk op het oogenblik gezegd
as al was het misschien niet zoo
bedoeld juist omdat er geen ge
legenheid geweest is het te corri
geeren?
Het derde bezwaar van minister
Meynen gaat tegen den leidersbrief
van 18 Juli 1941 van Breumese,
waarin deze als den eenig j'uisten
weg aanwees de lotsverbondenheid
met de Germaansche volken om
aldus te werken aam de nieuwe
toekomst. Breunese zet daar tegen
over: ik kan voor den infaoud van
dezen brief geen moreele verant
woording dragen; die brief is geen
geesteskind van mijik heb dien
brief voor de verzending niet ge
zien. Hier staan we wel voor een
zeer vreemd geval; een brief uit
gaande van een leider, die dezen
brief niet gezien heeft.
Een verder bezwaar vair; minister
Meynen gold een voorschrijft van
commandant Breunese, waarin hij
wees op dezelfde raskenmerken van
de bloedverwante volkeren, de Ne
derlanders en de Duitschers, die
daarom voor een steeds nauwere
gemeenschap geschikt zijn» Van nu
at moest het steeds zijn niet een
„tegen elkaar", zelfs. niet een
„naast elkaar" maar een „met
elkaar". In de brochure komt ma
joor Breunese hierop niet terug, of
het moest zijn in de stellig aan
vechtbare passage: „O zeker, er
zullen wel eens minder juiste brie
ven van mijn Staf al weer onder
mijn verantwoordelijkheid zijn uit
gegaan., er zullen wel eens een paar
onjuiste woorden en een ongelukkig
zinnetje zijn geschreven. Ik ben nu
eenmaal geen man van papieren.
ik was Commandant en geen letter
zifter".
Het kan aan geen twijfel onder
hevig zijn, dat dergelijke uitlatingen
voor een Nederlandsch officier,
zelfs in de jaren 19401941 ooige-
wenscht waren. Er blijft echter-
tegenover staan, dat er op de daden
van den majoor werkelijk weinig
gegronde critiek kan worden uitge
oefend. Dat ze zelfs grooteindeels
lof verdienen blijkt o-a. uit het feit,
dat hij arbeidde in naaste samen
werking met mannen als Snouck
Hurgranje, kolonel (later generaal)
Koot, Kesper, Trip, Ringers, Van
Lynden enz. Het blijft zeer vreemd
dat sommigen hunner, na in de
moeilijke uren naast den comman
dant te hebben gestaan, zich later
min of meer van hem hebben gedis-
tancieerd.
Wij gelooven, dat majoor Breu
nese voor zijn uitlatingen zoo
verre zij laakbaar zijn voldoende
heeft geboet, dat hij voor zijn da
den eerder lof verdient en wij ho
pen, dat ook aan deze zuivertags-
zaak zoo spoedig mogelijk een
rechtvaardig einde zal komen.
VIJF GEWONDEN BIJ MILITAIRE
OEFENING.
B(j de militaire oefeningen, die
ter gelegenheid van de Utrechtsche
lustrumviering werden gehouden,
zijn twee militairen zwaar en drie
licht gewond. De toestand van den
zwaarst gewonden militair is thans
zoodanig, dat voor zijn leven niet
behoeft te worden gevreesd.
In aansluiting hierop deelde men
ons nog mede, dat bij militaire
oefeningen ongevallen niet altijd te
vermijden zijn. Deze oefeningen
brengen een zeker risico met zich
mede en dit risico is tegenwoordig
grooter dan voor den oorlog, nu de
trainingseischen aanmerkelijk zijn
verzwaard.
NEDERL. ROEIERS IN HET
BUITENLAND.
In de intern, roeiwedstrijden op
het Bergsvaerdmeer bij Kopenhagen,
waarin vijf Ned. ploegen deelnemen,'
wist de oude acht van Laga als
eerste de finish te passeeren. Op het
nummer oude vier nam Nercus de
derde plaats in, terwijl Minerva op
het nummer vier zonder stuurman
als derde eindigde. Laga bezette op
het nummer jonge acht eveneens de
derde plaats. De Laak werd op het
nummer twee zonder stuurman
tweede.
DE GROOTE FRIJS DER NATIES
Zondag is te Genève de Groote
Prijs der naties voor automobielen
verreden over een traject van 130.46
K.M. De uitslag was: 1 Farina
(Alfa Romeo) 1 uur 15 min. 49 s.
2 Trossi (Alfa Romeo) 1 uur 17 m.;
3 op twee ronden Wimille (Alfa
Romeo), 4 Nuvolari (Maserati), 5
De Grafenried (Maserati). 6 Prins
Bira (Era), 7 op 6 ronden Varzi
(Alfa Romeo), 8 op 8 ronden Som-
mer (Maserati)
Dezer dagen is de hoogspannings
verbinding van Luik naar de staats
mijn Maurits in bedrijf genomen.
Via de gekoppelde Belgische cen
trales vormt deze hoogspannings
lijn een schakel tusschen de gekop
pelde Nederlandsche en de Duitsche
centrales van de Rheinisch-West-
phaelische Elektrizitaet Gesell-
schaft. De nieuwe hoogspannings
lijn, die tijdens de bezetting door de
Duitschers was gemonteerd om de
centrales van de staatsmijn Maurits
met de Duitsche centrales te ver
binden, is door de Provinciale Lim-
burgsche Electriciteits-Maatschappy
hersteld. Over deze lyn wordt nu
electriciteit betrokken uit Duitsch
land o.a. ter aanvulling van het
stroomtekort, dat ontstaan was ten
gevolge van de vernieling van de
P.N.E.M.-centrale te Geertruiden-
berg. Bovendien brengt dit ook voor
onze Nederlandsche centrales een
belangrijke besparing van brandstof
(stookolie) mede. De deviezen, die
wy daardoor in het buitenland
moesten offeren, kunnen nu een
betere bestemming vinden.
Toen ons land na de bevrijding
dringend om kolen verlegen was,
waren er veel te weinig geschool.
de krachten voor ondergrondschen
mjjnarbeid aanwezig. Men zat met
een tekort van niet minder dan tien
duizend man. Doch in het kamp van
Spekholzerheide verbleef op staats
kosten een aantal mijnwerkers, die
„fout" waren en daar den geheelen
dag niet veel uitvoerden. Totdat
iemand op het idee kwam deze er
varen werkkrachten weer in hun
oorspronkelijk beroep te plaatsen
tot heil van hen zelf en voordeel
van de maatschappij En zoo ge
beurde. Op zekeren dag marcheer
den de gewezen hou-zee-kameraden
groepsgewijze naar de schachten
van de Willem-Sophia, de Laura
Vereeniging en de Domaniale mijn,
daalden Gliick-auf naar beneden en
mochten sindsdien, afgezonderd van
het overgroote deel onzer in hart
en ziel Nederlandsche mijnwerkers,
kolen delven ,,voor volk en vader
land"
Toen de resultaten meevielen
werden in overleg met den direc-
teur-gener. voor bijzondere rechts
pleging alle politieke delinquenten
in de gelegenheid gesteld zich voor
ondergrondschen arbeid in het mijn
bedrijf vrijwillig beschikbaar te stel
len. De belangstelling hiervoor was
groot. Eenige duizenden N.S B.-ers
hebben zich opgegeven, van wie er
bij een voorloopige keuring ongeveer
30 pet. ongeschikt werd verklaard.
Van de overblijvenden hebben er
een duizend een korte opleiding ge
had en zijn al spoedig „aan de
kooi" gezet. In de komende weken
zullen er weer duizend worden ge
plaatst en men hoopt er dit jaar in
het geheel 3000 aan het werk te
zetten, hoofdzakelijk natuurlijk zwa
re jongens, die veel op hun politie-
ken kerfstok hebben, want lichte
gevallen, welke binnen afzienbaren
tjjd buiten vervolging worden gesteld
BEFUBLIKEINSCH GELD?
Men verwacht te Batavia, dat het
besluit tot instelling van een Indo
nesische Staatsbank binnenkort
gevolgd zal worden door de uitgifte
van ,,republikeinsch geld", hetgeen
de reeds verwarde monetaire situa
tie op Java zal compliceeren.
Het is een statig aristocratisch
gebouw op Lepelenburg naby de
wallen, die nog overgebleven zijn
van den muur, die vroeger de oude
bisschopstad Utrecht omringde.
Stichtenaren kennen het van ouds
als een spookhuis.
Nooit zag men er de laatste jaren
voor den oorlog een levend wezen
en het verhaal wil, dat een der eige
naressen er van tijd tot tyd een
maaltijd ging gebruiken, waarvoor
zy telkens een ander „vertrek koos.
Toen de Duitschers er in kropen,
vielen de gordijnen als pulver van
de ramen en de vloeren konden hun
zware laarzen niet dragen. Sedert
de studenten er hun intrek hebben
genomen, heeft het een metamor
phose ondergaan en de moderne
schilderijen aan den wand, door het
Genootschap „Kunstliefde" in bruik
leen afgestaan, waaronder vele doe
ken van Otto van Rees en het fraaie
edelsmeedwerk van Harry de Groot
spreken van een nieuwen tijd. Het
is een symbool van de nieuwe stu
dentengemeenschap, die zich aan
het vormen is, doordat hier het
Universiteitshuis gevestigd is, dat
door samenwerking van de bestaan
de studentenorganisaties en de me
dewerking van hoogleeraren, die el
kaar bij verschillende gelegenheden
in dit gebouw treffen, tot stand ko
men.
Een dergelyk instituut bestaat
nog niet elders in het land, doch
Leiden heeft reeds inlichtingen ge
vraagd, speciaal wat de inrichting
van de mensa betreft. Acht negen
honderd studenten gebruiken er
iederen dag hun maaltijd.
Verder is het voor 30 studenten,
die uit Indië gerepatrieerd zijn, een
toevluchtsoord geworden, terwyl
reeds vele buitenlandsche professo
ren en studenten er een gastvrij on
derdak vonden.
H. K. H. Prinses Juliana toonde
haar belangstelling door het schen
ken vari een vleugel.
DE MASSA-STAKINGEN TIJDENS
DE BEZETTING.
Tusschen het Rijksinstituut voor
oorlogsdocumentatie en de Neder 1.
Spoorwegen is dezer dagen over
een gekomen, dat het rijksinstituut
in den herfst een aanvang zal maken
r er het instellen van een uitge
breid en objectiet onderzoek naar
de spoorwegstaking 19141945.
Dit onderzoek zal zich ook uit
strekken tot de gebeurtenissen bij de
spoorwegen gedurende de eerste
beze' "ingsjaren, voor zoover deze
tot een nuttig begrip t. a. v ont
staan en ontwikkeling van de groo
te spoorwegstaking kunnen bijdra
gen.
Dezer dagen is by het rijksinsti
tuut een uitgebreid onderzoek naar
de Februari-staking van 1941 gereed
gekomen, terwijl tevens binnenkort
een aanvang zal worden gemaakt
met het instellen van een onderzoek
naar de z.g.n. Mei-staking van 1943.
Uitgangspunt van deze onderzoe
kingen is. dat, naar verwacht mag
worden, het nageslacht bijzondere
^belangstelling zal koesteren voor
genoemde drie collectieve verzets-
aities van het Ned. volk tijdens de
periode der Duitsche ovêrheersching.
ROME. 29 Juni 1946.
(Van onzen correspondent.)
Nergens gaat de heiligenver
eering zoo gemakkelijk en vanzelf
sprekend als hier in de Eeuwige
stad. Nergens zijn dan ook van
zoo'n groot aantal heiligen zooveel
tastbare herinneringen bewaard en
leeft hun gedachtenis zoo voort.
Terecht noemt men de Eeuwige
stad het Heilige Rome. oondat het
geheiligd werd door het bloed van
vele martelaren, geheiligd ook
door de heldhaftige werkzaamheid
van talrijke belijders, alle eeuwen
door Hier voelt men zich den
heiligen nabij, men is in zekeren
zin hun huisgenoot. Ik neem maar
enkele voorbeelden uit deze laat
ste Juni-dagen om dit te verduide
lijk en-
Op 21 Juni, feestdag van St.
Aloysius, staat de kerk van San
Ignazio in de bijzondere belang
stelling. Het uitbundige St. Aloy-
sius.altaar dat boven de tombe
van den heilige werd opgericht, is
den geheelen dag omstuwd door
biddende vereerders 's Morgens
onder de H Mis komt de burge
meester van Rome het traditio-
neele geschenk der stad aanbieden,
bestaande uit een zilveren kelk-
Schildknapen in de dracht van
St Aloysius, toen hij aan het hof
verbleef, houden de wacht bij zijn
altaar. In het nabije klooster is de
kamer, waar hij heeft geleefd en
gewerkt en de nauwe wenteltrap,
die erheen leidt kan maar met
moeite den stroom van bezoekers
verwerken. die deze geheiligde
plaats komen vereeren.
Ik trof er 's middags enkele Ro-
meinsche priesters aan, die aan
een groep jongens een soort aan
schouwelijk onderricht gaven over
het leven van den heilige. Hier in
deze kamer woonde de heilige,
door die deur ging hij uit en sloot
0*9
5 Nergens zooveel herinneringen
aan zooveel heiligen
ze ook altijd; de jongens konden
de brieven zien, die Aloysius
schreef, de boeken, waaruit hij
studeerde, nadat hij ze heelemaal
had overgeschreven. Daar hangt
nog een familieportret tegen den
muur, die hem toont als fiere jon
gen, in de dracht van edelknaap,
en dat wel in felle tegenstelling
staat met de vaak serutimenteele
en onwerkelijke voorstelling, die
men van hem in omloop heeft ge
bracht. Geen wonder dat de jon
gen, die dit alles ziet en die hier
vian den heilige hoort vertellen,
zich ook nader tot hem getrokken
voelt.
Op 26 Juni viert de Kerk het
feest van de martelaren St. Joan
nes en Paulus Laat me eerlijk er
kennen dat me dit feest tevoren
nimmer iets heeft gezegd. Ook
deze martelaren hebben hier in
Rome hun kerk. op den Monte
Celio- In het laatst der vorige
eeuw heeft men onder deze kerk
de oude Romeinsche woning ont
dekt, waar deze heiligen hebben
geleefd en waar ze ook gemarteld
zijn. Een hoogst interessante ont
dekking uit oudheidkundig oog
punt, maar ook een gemakkelijk
middel om zich in het leven van
deze heiligen in te denken. Als
men deze oude woning heeft be
zocht voelt men zich eenigszins als
hun bekenden: men is immers bij
hen in huis geweest!
Trouwens dit gedeelte van Rome
is waarlijk heilige grond. In het
nabije klooster der Passionisten is
de sterfkamer van den H Paulus
van het H. Kruis, waar men de
voorwerpen, die deze heilige tij
dens zijn leven gebruikte, nog be
waart: het is alsof hij slechts en
kele weken geleden deze vertrek
ken heeft verlaten. Op een hon
derd meter afsitand staat de kerk
van den H. Gregorius waar men
de enge ruimte kan bezoeken,
waar deze groote Paus zich zoo
gaarne terugtrok. De marmeren
zetel staat er nog, alsof de heilige
Kerkleeraar hem eerst kort ver
liet; men kan zich hem gemakke
lijk voorstellen, hoe hij hier neer
zat en de diepzinnige humiliën
overdacht, die de Kerk nu nog
bewonderend herleest.
Op 29 Juni: St. Petrus en Pau
lus! Dat is voor Rome „una festa
grande!" Wie op dien dag de St.
Pieter bezoekt, zooals trouwens
iedere goede Romein dat doet, zal
zijn leven lang den indruk niet
vergeten van dezen dag. Overwel
digend is de toeloop naar de groote
basiliek, onafgebroken stroomen
de duizenden toe, staan in de rij,
geduldig wachtend om den voet te
kussen van het bekende beeld van
St Petrus, dat nu vandaag een
kostbaren koorkap draagt en de
tiaar op het hoofd heeft-
„O felrx Roma", o gelukkig
Rome. dat door het bloed van twee
ApQstelvorsten werd geheiligd,
zoo klinkt het vandaag door deze
gewijde ruimte van dezen tempel,
die geheiligd is door het graf van
den eersten Paus, dat nu bedolven
ligt onder de bloemen. Maar niet
alleen de praal van de St. Pieter
spreekt van den H. Petrus, ja mis
schien spreekit de Mamertijnsche
gevangenis en de ketenen in San
Pietro in Vincoli een eenvoudiger
maar nog dieper taal. waardoor de
eerbied voor den pritis der Aposte
len oruuitwischbaax wondt inge
drukt.
Dit zijn maar enkele voorbeelden
uit de feesten van het kerkelijke
jaar, dat meer dan elders tot eer
bied en vereering der heiligen
opwekt. Zoo gaat in Rome een jaar
voorbij als een voortdurende open
baring van het rijke Roomsche
leven en het is inderdaad: een
jaar vol heiligen.
komen hiervoor uit den aard de»
zaak niet in aanmerking.
Er worden S.S.-ers, Kriegsmarine-
mannen, N.S.K.K.-ers en landwacht
ters onder aangetroffen, kortom
knapen, die zich in een land verra
derlik avontuur hebben gestort,
waarvoor zij mogelijk wegens hun
jeugdigen leeftijd minder verant
woordelijk zijn geweest, doch niette
min een gevoelige straf hebben ver.
diend. Doorgaans zijn hun misdrijven
evenwel niet zoo ernstig, dat zij
daarvoor blijvend uit de gemeen,
schap moeten worden gestooten.
Moreel bezien hebben zij recht op
eenige tegemoetkomende welwillend
heid, waardoor zij in de gelegenheid
worden gestelu zich te rehabilitee,
ren. In de mijnstreek wordt hun
deze kans geboden. Daarom moet
men deze proeve niet louter be
schouwen als een tewerkstelling,
welke voor ons economisch herstel
van nut is, doch ook als een gelei-
delijke reclasseering naar de nor
male samenleving, waarin deze lie
den na Jaren van boete weer moe
ten worden opgenomen.
Er zijn natuurlijk elementen on
der, die weggezonden moeten wor
den, omdat er niets mee te begin
nen valt, maar over de groote meer.
derheid mag men niet anders dan
tevreden zijn. Hun werklust is goed
zij hebben belangstelling voor hun
taak en hun prestaties zijn heel be
vredigend. Al zijn het geen bedre
ven houwers, zij kunnen minsten»
voor kolen scheppen, sleeperswerk.
zaajnheden en andere minder vak
kennis vereischende bezigheden
worden gebruikt. Afgezonderd van
de overige bezetting te werk gesteld,
staan zij onder verstandige leiding
van de beste opzichters, waarover
de verschillende mijnen beschikken.
Als gevangenen hebben zy het
heusch zoo kwaad niet, want ta
Hoensbroek en Spekholzerheide zijn
zij heel behoorlijk in scholen onder
gebracht, waar zij goed te eten krij.
gen; en zij verdienen een bepaald
loon, waarop het Ryk wel gedeel
telijk voor kost en Inwoning beslag
legt, maar dat toch ook aan hun
familieleden ten goede komt. En
verder wordt er voor godsdienstige
en algemeene ontwikkeling gezorgd
en worden voordrachten over mijn
bouwkunde, folklore, streekkennia
en velerlei andere onderwerpen voor
hen gehouden. En wanneer zij een
maal hun misdrijven hebben uitge
boet en door voorbeeldig gedrag een
goede vaderlandsche gezindheid heb-
ben getoond, mogen zij in de verre
toekomst wellicht als volwaardige
mijnwerkers tot het bedrijf toetre
den T.
BANDENPLAKKEN BLIJFT
40 CENT.
Na kennisneming van alle nage
komen argumenten, calculaties en
rapporten heeft de minister van
Economische Zaken in hoogste in
stantie geconcludeerd, dat de prijs
0.40 voor het plakken van een
rijwielbinnenband, ongeacht het
aantal lekken, redelijk is. Ook de
prijs van 0.75 voor het geval, dat
een of meer lasschen moeten wor
den aangebracht of het ventiel moet
worden verplaatst, blijft gehand
haafd. De z.g. „dubbele banden"
vallen niet onder den prijs van
0.40 de prijs voor het plakken van
een binnenband welke door meer
dan een buitenband is omgeven»
moet in een redelijke verhouding
staan tot den prijs van 0.40. Met
nadruk wordt er op gewezen, dat
ook weigeren van diensten, tenein(ïe
later een hooger prijs te verkrijgen
dan ten tijde van het weigeren wet
telijk geoorloofd is, strafbaar is.
Toen Dr C. de Bruin, leeraar aan
het Mamix-Gymnasium te Rotter
dam, dezer dagen van de Universi-
teits-bibliotheek te Amsterdam een
Middeleeuwschen t«ekstt een z g.
biechtspiegel, te leen vroeg, bracht
men hem het boek met het verlang
de catalogusnummer, dat echter
niet de bedoelde biechtspiegel bleek
te bevatten, maar een handschrift
van P. C. Hooft. Het titelblad van
dit handschrift ,,Virgilius eersta
boeck van Aenaeas int rymeloos'%
was reeds in 1870 ontdekt.
WOENSDAG 24 JULI
HILVERSUM I (301 M.) N.C.R.V.
7.00 Nieuws, gymn. en gram. 11.00
Viool, piano en gram. 11.45 Ber. uit
Indië. 12.00 Koor. 12.30 Orlc. 13.00
Nieuws. 13.20 Vierdaagsche. 13.40
Ork. 14.15 Sextet. 15.00 Kamermuz.
16.00 Over postzegels. 16.15 Meisjes
koor. 16.45 V. d. jeugd. 17.35 Orgel
en gram. 18.15 Vacantietips. 18.30
V. d. Ned. strijdkr. 19.00 Nieuws.
19.15 Landbouwpr. 19.30 Engelscha
les. 20.05 Zang v. d. vierdaagsche.
21.00 De Ned. bruggen. 21.20 Con
cert. 22.00 Nieuws. 22.15 Verg. C.N.V.
22.45 Avondwijding. 23.0024.00
Gram.
HILVERSUM II (415 M.) V.A.R.A
7.00 Nieuws, gymn. en gram. 10.20
Kookpr. 10.30 Zang en piano. 11.00
Gram. 11.45 Voordr. 12.00 Orgel en
zang. 12,35 Lichte muz. (13.00
Nieuws). 14.00 V. d. vrouw 14.15
Strijkkwartet. 15.00 V. d. jeugd. 15.45
Kwintet. 16.15 V. d. jeugd 17.15
Accordeon. 17.45 Over Indie. 18.00
Nieuws. 18.15 Ork. en zang. (18.30
Over Indië). 19.15 Caus 19.30
V.P.R.O. 20.05 Over Canada. 20.15
Kurhausconcert. 21.00 Verg. P. v d.
Arbeid. 22.15 Gram. 22.45 Caus. 23.00
Nieuws. 23.1524.00 Piano, orgel en
gram.