PARIJS EN NEURENBERG Commissie-generaal voor Indië Onze export moet omhoog PV Ml - ,1111 WÊÈmÊËm y ZATERDAG 17 AUGUSTUS 1946 PAGINA 3 TWEEDE KAMER \r i f. HET VRAAGSTUK VAN PRIJZEN EN LOONEN REORGANISATIE VAN OMROEPORKESTEN Verschil en overeenkomst tusschen 2 conferenties door Mr. A. J. M. VAN DAL Hoofd „Afd. Personeel" Rijkspolitie Nederland. Eerst werd de opvolger als kamer lid van den minister-president, de heer H. H. v. d. Zande, beëedigd, (Vóór de middagvergadering kwam bovendien de heer W.M. Nederhorst ,(P.A.) met de vereischte belofte opnieuw zitting nemen). Daarna moest er nog een uur te Ioor gaan met de door den heer Schouten aan de orde gestelde vraag of de Kamer de behandeling dezer wetsvoordracht wel kon aanvatten zonder eerst de instructie te kennen, welke aan de Commissie-generaal zal worden meegegeven. De anti revolutionaire fractieleider kon zich ter zake beroepen op een ietwat on voorzichtige uitlating van de regee ring in de met ongewonen spoed samengestelde memorie van ant woord. Bijna alle fracties kwamen er aan te pas om het „misverstand" te ontwarren, waarbij voorts aan het licht trad, dat de regeering met haar instructie nog niet eens gereed is, wat niet behoeft te verwonderen, zooals de heeren v. Poll en Joekes opmerkten, omdat op de formulee ring der instructie Juist de debatten over het ontwerp van invloed kun nen zijn en daarop dus dient ge wacht; terwijl minister Jonkman niettemin toezegde binnen de beperkingen door de eigen functie der uitvoerende macht gesteld tjjdens de beraadslaging de gelegen heid te zullen benutten om bepaal, de punten in zake de richtlijnen der instructie toe te lichten. De communisten maakten er een rei van door een motie op de voor zitterstafel te deponeeren, die be doelde de beraadslagingen uit te stellen. Zij kon echter geen andere stemmen meekrijgen dan die der anti-revolutionairen en staatk.-gere- formeerden en kelderde met 62 tegen 19. Het debat. Wij zien geen kans in het ons ge laten bestek op alle onderdeelen van het debat over het eigenlijke ontwerp in te gaan en moeten ons tot een globaal overzicht bepalen. Al aanstonds is komen vast te staan wat het V.V. reeds deed verwachten dat eenstemmigheid over deze zeer belangrijke materie niet is te verwachten. Zoowel van de zijde van de Partij van den Ar beid (mr. Vonk) als van A.R. en C.H. kant (Meijerink en Tilanus) werd zwaar geschut van bezwaren aangesleept. Eerstgenoemde, niet gerust ten aanzien van de bedoelin gen der Britten, wilde den luit. G.G. niet ambtshalve in de commissie- generaal opnemen, welke laatste z.i. boven den heer Van Mook dient te staan. De heer Meijerink vreesde door het ontwerp een crescendo van de voldongen feiten, waarvoor wij den laatsten tijd gesteld zijn, gezien het uit handen geven van bevoegd heden; ook de heer Tilanus kon er niet overheen dat het opperbestuur niet volstrekt in handen blijft van den constitutioneelen koning, die z. geen bevoegdheden mag overdragen en dit ook niet kan zonder dat de ministerieele verantwoordelijkheid wordt ondergraven. Natuurlijk kwamen uit de P. v. d. A. enkel loftuitingen los. De Indone siër Palar begroette het ontwerp met vreugde, omdat er nu eindelijk in Batavia zaken zullen gedaan kunnen worden en drong op spoed aan; want dit is Nederlands laatste kans! En de oud-minister Logemann liet zich tot lyrische ontboezemin gen verleiden over de „scheppende staatkundige daad", die hij van de commissie-generaal verwacht en waarmee het Indische conflict tot een einde moge worden gebracht. De heer Max van Poll, die zich terloops even distancieerde van de opvattingen des heeren Vonk om. trent Engelands politiek, stelde, dat het ontwerp althans een begin maakt met het herstel van ons con stitutioneel recht (over welks kren king men zich zoo bezorgd maakt) door de twee rechtssferen, welke in Indië dooreen gestrengeld zijn, weer te ontwarrenen ook ien eerste stap is voor democratische waarborgen tegen een langzame verschuiving naar dictatoriale vormen. Over de positie van den luit. Gouv.-Gen. merkte de katholieke afgevaardigde op, dat zijn fractie veel waarde aa" een reëel onderscheid „leden" der commissie den" "uHmo ?a,1Ve hebben- r,inh Lr tart- 2) en verklaar de zich daarom accoord met de door de regeering voorgestelde wrziging van art. 8. 6 s Nadat als tweede katholieke woordvoerder jhr. Ruys de Beeren brouck enkele in hoofdzaak juridi sche kwesties (o.a. de noodzakelijk heid eener wettelijke regeling der onderhavige materie, de geoorloofd heid der delegatie van opperbestuur- lijke bevoegdheden en speciaal de préséance van den luit. G.G., waar mee de afgevaardigde het niet eens Is) had besproken, voelde de anti- rev. fractieleider Schouten zich ge. roepen, nog eens terug te komen op het „dreigement" der regeering, hoor haar intusschen geconverteerd th „deferentie voor de Kamer", en Ploos nog wat verder in de haastig opgestelde officieele stukken, waar- aan nochtans niemand zijn respect zal kunnen onthouden. Van taal kundige correcties gesproken, waar om werd uit den wetstekst 'art. 9) rfu woor<* „regelmatig" een lee- "Jk germanisme in dit zinsverband niet geweerd? Terloops kondigde de heer Schouten alvast de tegen stem van zijn fractie aande mi nisterieele verantwoordelijkheid en de positie van de Staten-Generaal dienen gesauveerd. Het ontwerp aangenomen met SI tegen 28 stemmen. Na het overigens als altijd slag vaardige betoog van den anti-revo lutionairen voorman, deden nog een tweetal communisten, alsmede de staatk. Geref. heer Zant hun licht over het ontwerp schijnen. Laatstge noemde schaarde zich natuurlijk bij de oppositie. Het beleid der regeering. Dan kwam minister Jonkman, voor het eerst met de kamer in contact, aan het woord, om allereerst den spoed dezer behandeling te moti- veeren, door te wijzen op de span ningen in Indonesië en op de geva ren van internationalen aard, welke bij langer uitstel zouden kunnen ontstaan, al deelt Zijne Exc. niet het wantrouwen van den heer Vonk. Uit hoofde van dien spoed zou de regeering bij verdere vertraging, zelf tot het zenden van onderhan delaars moeten overgaan. Teneinde den geest aan te geven van de in structies aan de commissie, wees de bewindsman erop, dat de regeering zich voor alles op constitutioneele basis stelt. Al kunnen de koloniale artikelen der grondwet wijzigingen ondergaan, aan artikel 53 mag niet getorndde onafhankelijkheid van den staat en het rijk in al zijn dee- len Verwijzend naar de koninklijke verklaring van 7 Dècember 1942 en de jongste troonrede, zeide de mi nister, dat de regeering niet denkt aan de oude rijkseenheid, maar voor de Indonesische volken streeft naar een eigen staatsverband in de rij der Vereenigde Naties. Een gansch anders gebouwd koninkrijk dus, waarvan zelfs het aantal dealen niet is vastgelegd. Ook de verkla ring van 10 Februari 1946, waarin vooral de nadruk schijnt te liggen op de mogelijkheid van uiteengaan, bljjft van kracht, maar het accent wordt anders gelegd en wel op het bijeenhouden van het staatsverband. Daarom is de regeering bereid, de onderhandelingen voort te zetten met Sjahrir en ook met de repu bliek Indonesia, die nu eenmaal een politieke realiteit, en een stuk Indo nesisch nationalisme vertegenwoor digt, al kleven deze laatste sterk Ja- pansche herinnèringen aan. Geweld als zoodanig is voor de regeering geen middel zij kent slechts één weg overreding. Maar om veiligheid en recht te waarborgen, kan het troe penvervoer niet stopgezet worden, want de Britten willen zoo spoedig mogelijk hun taak overdragen. Voor het voeren ban dit beleid is de commissie-generaal noodzakelijk. Over de onderlinge verhouding tus- schen den heer Van Mook en de 3 commissarissen-generaal, maakt de minister zich geen zorgen. Het gaat volgens Zijn Exc. niet om stemmen of beslissingen, ook niet om een ad- viseerende stem of beslissing bij den Duit. Gouv. Generaal, want beide or ganen, die een eigen, maar ook een gezamenlijke taak hebben, moeten samenwerken. Zij hebben tenslotte een gelijkwaardig recht van beroep op de Kroon. Gerepliceerd werd er nagenoeg niet en ongeveer 12 uur na den af trap was het belangrijke ontwerp, dat pas 11 dagen geleden bij de Ka mer werd ingediend afgehandeld. Een zeldzame parlementaire kracht toer. Met 51 tegen 28 stemmen is de wetsvoordracht aangenomen. Veór stemden de K.V.P., de P. v d. A. en de communisten. Tegen de P v dV„ C.H., A.R. en de Staatk. Ger. Partij. L. H. Cf-'-- r i V Lv: ?!g Wij moeten onze verwachtingen wat de binnenlandsche goederenvoor ziening betreft niet te hoog stellen, want wij gaan een moeilijke phase tegemoet, verklaarde Dr G. W. M. Huijsmans, minister van Économische Zaken, bij gelegenheid van een ken nismaking met vertegenwoordigers van de pers, waarbij een aantal actueele economische problemen werden be sproken. Na de eerste aafnloop-periode krijgen wij thans de tweede. Een van de groote problemen is de be vordering van den export. Hierbij doet zich de vraag voor. in welke mate wij goederen moeten onttrekken aan het binnenlandsche verpruik. Op het oogenblik hebben wij o.m. een dergelijk geval met hout Wij bevin den ons thans in het exportseizoen van groenten en fruit, doch voor den export is er emballage nood'ig. Men moet n,u wikken en wegen hoeveel hout onttrokken kan worden aan an dere doeleinden, als bijv. wederop bouw, of industrieele producten. Ten einde den seizoenexport van genoem de producten gaande te houden zal het noodzakelijk zijn den wederop bouw tijdelijk iets te vertragen. Bij brandstoffen heeft men soortgelijke moeilijkheden. De Nederlandsche in dustrie heeft kolen noodig. doch an derzijds wil het buitenland kolen tegenover de te leveren goederen om vangen. Voorts is er het vraagstuk van de credieten. Er zijn credieten welke hun maximum-grens gaan naderen. Dit alles brengt de m/oodzaak met zich. riiat wij onze behoef te voorzie ning nog zullen moeten beperken. Wat fietsbanden betreft zijn e-r kort geleden in de pers te optimistische berichten verschenen, doch er is ge brek aan tjzerdraad en canvas. De kolenproductie gaat op het eerste ge zicht heel aardig, doch ontleedt men hetgeen beschikbaar is naar de soor ten, dan blijken bepaalde soorten, welke wü noodig hebben er niet in voldoende mate te zijn De tuin ders kunnen bijv. geen bruinkool Oud-minister mr. Steenberghe kwa m dezer dagen uit Amerika in ons land aanOnze fotograaf trof hem in de hal van Vieux Doelen in ge- minister Bolkestein. Als gevolg van besprekingen tus- schen de Omroepvereenigingen en 6et bestuur van Radio Nederland in üvergangstijd zullèn het Radio Phil- harmonisch orkest, het Omroepor kest, het Kamerorkest, het Vaude ville-orkest en het Metropole-orkest ten deele verdwijnen en ten deele worden Ingekrompen. Het Kamer orkest, het Omroeporkest en 't Vau deville-orkest verdwijnen geheel. Het Radio-Philharmonisch orkest, het welk tot dusver uit 90 leden bestond, zal worden ingekrompen tot 73 man. Uit de overblijvende leden van dit orkest en de andere drie bovenge noemde orkesten zullen vier nieuwe orkesten worden samengesteld, nl. een voor opera, een voor operette een voor religieuse en een voor Ka mermuziek. Dertig van de 78 leden, die tot dus ver het Metropole-orkest vormden, zuilen vermeerderd met 14 een nieuw Radio-orkest vormen, hetwelk hoofd zakelijk operette-muziek ten gehom-e zal brengen. Naar wij vernemen geschiedt des» reorganisatie op advies der omroep vereenigingen, waarby ook bezuint gingsoverwegingen een rol he>fcen gespeeld. ,,Waffonnunau van Farys me neer, vergeleken met Neurenberg?" vraagt uw lyfkapper, als hy den eersten ochtend na uw behouden terugkeer uit het strydgewoel om den vrede, met zyn teedere zorg, uw aangelaat soigneert. „Nou ja Antoon", zegt ge dan, met de be hoedzaamheid van een maïtre d'hotel, wien gevraagd wordt, wat nu beter is: een Nuits Saint George 1934 of een Idebfraumilch 1938, „nou ja, in Neurenberg zit natuur- lyk veel meer tempo". De vraag zal nu in enkele da gen tljds tientallen malen herhaald wordendoor het dienstmeisje van uw gastvrouw, als zij uw hoed aan neemt en door uw gastvrouw zelf als zij u de soep aanreikt, door de tabaks magnaat, die uw afgeloopen bonnentegoed met sigaren hono reert en door uw confrères op de Wette, die deze sigaren helpen op- rooken, door vele anderen uit alle lagen des volks. Daaruit maakt ge op, dat het publiek, grillig als altijd, min of •neer geïnteresseerd is in een pa rallel tusschen twee belangrijke internationale gebeurtenissen, die eigenlijk niet vergelijkbaar zijn. Zou ons dat misschien tot nadenken ge stemd hebben over het publiek, of was het enkel een aanleiding den geest te laten spelen over het ver- de aanrakingspunten tus- scnen de wereldgebeurtenissen zelf? Op zichzelf is een vergelijking tusschen Neurenberg en Parijs na tuurlijk even willekeurig als een tusschen Parijs en Bikini. Parijs, Neurenberg en Bikini immers zijn' hoe zeer ook alle drie feiten van historische beteekenis, feiten van geheel verschillenden aard. Toch is het niet onbegrijpelijk, dat er tusschen deze feiten verband ge legd wordt, want dit verband be staat inderdaad doordat zij zich ✓rywel gelijktijdig en als uitingen derzelfde historische machten in de wereldgeschiedenis voordoen, wer pen zij in reeksen van twee op el kaar, en te zamen op dezen tyd, in zekeren zin een verhelderend licht. Parijs in het licht van Neurenberg, maar vooral Neurenberg in het licht van Parijs krijgt een andere kleur. Vergelijkbaar zijn Parijs en Neu renberg tot op zekere hoogte in hun techniek; de technische opzet eener bijeenkomst van wereldallure.. Het valt dan onmiddellijk op, dat het Neurenbergsche systeem van micro foons en koptelefoons, hetwelk een gelijktijdig luisteren naar het ge sprokene in diverse talen mogelijk maakt, een veel vlotter en aange namer verloop van de zittingen waarborgt dan het Parijsche systeem van tolken i n zijn eindelooze lang dradigheid van telkens drie maal herhaalde redevoeringen. Neurenberg echter is een straf proces, dat zich tusschen een relatief gering aantal betrokkenen en voor een beperkt publiek afspeelt.. Parijs is een conferentie met honderden gedelegeerden, splitsing in tien com missies en veel omvangrijker audito rium. De technische moeilijkheden, die overwonnen moesten worden om tot het Neurenbergsche systeem te geraken, zouden voor een conferentie als die van Parijs nog vervier- of vervijfvoudigd worden De overwin ning echter is loonend. Neurenberg heeft nog geleerd, dat de wereldbe raadslagingen der toekomst op de techniek der koptelefoons zullen moeten worden afgestemd. Bij de vaste zetels, in een organisatie als de UNO, is zulk een techniek natuurlijk te verwerkelijken. Men kan met een beetje goeden wil Neurenberg en Parijs nog op een ander punt vergelijkende mate en de grondigheid der voorbereidingen. Gebeurtenissen als deze, die de rechtsopvattingen en de politieke ontwikkeling der wereld voor een reeks van jaren zullen beheerschen, moeten niet worden begonnen zonder dat de fundamenten, waarop de toekomstbouwsels gegrondvest moe ten worden, met zorg zijn gelegd. Het kan niet ontkend worden, dat de juristen in dit opzicht hun werk degelijker en met meer verantwoor delijkheidsgevoel tegenover de toe komst gedaan hebben, dan de diplomaten. De grondslagen, waarop men in Neurenberg bouwt, die rechtsmaatstaven, waarmee mer, daar werkt, houden hoe de uit spraak ook moge uitvallen bruik baarheid in voor komende geslachten Zij kunnen een schrede vooruit beteekenen in de geschiedenis van het recht tusschen de staten. De Parijsche fundamenten voor zoover ze al aanwezig zijn liggen in een moeras, een moeras van be- langenpolitiek, machtsstreven, onder linge achterdocht., vrees. Leidende beginselen ontbreken te ëenen male. De gevonden oplossingen zijn ge legenheids-compromissen, in 26 kwesties moeten de oplossingen nog gezocht worden zonder dat eenige sleutel van ideëele maatstaven aan wezig is. De diepere oorzaak van dit verschil Is niet moeilijk aan te geven; Neu renberg is het besluit van den oorlog, Parijs is het begin van den vrede. In den afweer tegen de over weldiging, tegen -> geestelijke tyrannie, tegen de misdaad, aan de menschheid begaan, vormden Duitschlands vijanden een hecht gemeenschappelijk front. In den positieven opbouw eener nieuwe wereldorde, in het scheppen van nieuwe verhoudingen, van nieuwe levenswaarden, blijkt een trooste- looze verdeeldheid de leden van het monsterverbond gevangen te houden. Deze oorlog kende slechts eenheid in den afweer, een positieve gemeenschappelijke doelstelling der strijdende geallieerden heeft hij van den beginne af ontbeerd. Welken afloop de conferentie dan ook moge hebben, Parijs is gedoemd voor de geschiedenis een grooter échec te worden, dan Versailles ooit geweest is. Dat dit alles ook aan de innerlijke waarde der te Neuren berg gevormde en te vormen begrip, pen afbrauk doet, staat helaas buiten kijf. Over dat verpand tusschen Parijs en Neurenberg wil ik in een volgende beschouwing nog een paar woorden zeggen. stoken. Met een aantal artikelen moeten wij nog van de hand in den tand leven De papier positie is bijv. ook heel moeilijk. Pogingen worden aangewend om in Noord-Amerika meer papier geleverd te krijgen. Met onzen export gaat het nog niet naar wensch. Hij blijft bij het opge stelde schema ten achter. Wij zullen echter alles doen om den export te bevorderen. De eene industrie heeft meer belang bij export dan de an dere. die dan ook geneigd is haar afzetgebied meer in het binnenland te zoeken Getracht zal worden den uitvoer te stimuleeren. Dit kan ge schieden door een beroep op de in dustrieele bedrijven, rijksbureiaux en andere ambtelijke instanties met het doel de menschen te overtuigen van het belang van den export en den uitvoer aantrekkelijk te maken. Na gegaan zal woiden of het niet moge lijk is den export in. sterke mate vrij te geven. Op het oogenblik is er nog een exportvergunning noodig. en bij het verleenen wordt rekening gehou den met de exportcapaciteit van voor den oorlog. De formaliteiten, welke vereischt zijn zullen zooveel mogelijk werden beperkt. Een ander punt is de klacht van den exporteur, dat hij met de devie zen niet kaïn doen wat hü wil. Dit is een zeer moeilijke kwestie Als er na ernstig wikken en wegen priori teiten worden verleend voor devie zen voor den import, is het dan toe laatbaar den exporteur 5. 10 of 20 pet. van de deviezenopbrengst vrij te geven voor reisjes naar Zweden, Zwitserland of aindere landen, of een nuttige besteding, welke toch altijd zeer subjectief wordt beoordeeld? Het gaat er om. of b(j het vrijgeven van een bepaald percentage aan de viezen de knoeierij za\ verminderen of dat deze toch zal doorgaan. Arbeidsproductiviteit moet stijgen. Wat de prijsbeheerschtag betreft is de vraag of, indien men de prijzen laat stijgen, men de prljsbeheer- sching nog wel noodig M»eft, Dit is inderdaad het geval. Op de begroo ting 1947 is dan ook geen bezuiniging voor de prijsbeheersching te vinden. Het gmote probleem waar op prij- zengebied alles om draait is hoe de arbeidsproductiviteit kan worden opgevoerd Op het oogenblik wringt het tusschen prijzen en loonen. Dit vraagstuk is het belangrijkste studie punt voor de regeering. Kunnen wij er in slagen door geleidelijke opvoe ring van de arbeidsproductiviteit den prijsdruk nog wat te vergrooten of kan zulks niet en moeten wij de prij zen wat meer speling geven? De regeering streeft er in dé eerste plaats naar om dengenen, die de grootste moeilijkheden hebben om rond te komen, door een prijsdruk verlichting te brengen. In feite laat de productiviteit geen verhooging van de loonen toe en een loonsver- hooging beteekent op het oogenblik vermeerdering der circulatie. Daarom wordt overwogen wat gedaan kan. worden om de prijzen te drukken. Bij meubelen zijin wij begonnen met het utility-systeem. Zooals bekend moet een bepaald percentage van de grondstoffen worden aangewend voor de productie van bepaalde soorten goederen Onderzocht wordt thans of dit systeem ook elders moet worden toegepast. Ook zijn er wel enkele prijsverlagingen voor industrieele producten afgekomen Zou er bijv over een jaar een sterke daling van de goederenprijzen intreden (in Enge. land verwacht men zulks in het bij zonder) dan zouden wij spijt hebben als baren op ons hoofd, indien wij er toe over waren gegaan -de loonen te laten stijgen. Op de vraag of de prijsverhooging in de V. S. en de revaluatie van den Canadeeschen dollar en de Zweed- sche kroon ons prijzensystem niet voor nieuwe moeilijkheden zullen stel len, antwoordde de minister, dat het er van afhangt hoe lang deze situatie bestendigd wordt. Wij moeten sterk met Engeland rekening houden en hebben den indruk, dat Engeland geen aanleiding vindt zijn prijsbeleid ingrijpend te wijzigen. De arbeidsproductiviteit kan wor den opgevoerd door o. a. regel matig voorziening van grondstoffen, brandstoffen, vernieuwing van machi nes on werktuigen. Dr. Huijsmam» acht de materieele factoren een be langrijke voorwaarde, al is er ook een zekere verslapping van den ar- beidswil ingetreden. Een actie tot verhooging van de arbeidsproductivi teit wordt voorbereid. De omvang van het ambtelijk ap paraat is voor velen een steen des aanstoots, doch vooral voor den mi nister zelf. Indien het apparaat ech ter ingekrompen wordt, kan dit niet gepaard gaan met verhoogiing der ef ficiency. Een voordeel is dat ontslag van ambtenaren niet werkloosheid tot gevolg heeft, daar het bedrijfsle ven gebrek heeft aan arbeidskrach ten. Wat de organisatie van 't bedrijfs leven betreft, deelde de minister mede. dat er *han.s een concreet wets voorstel moet komen, waaraan zeer hooge eischen moeten worden ge steld. Voorloopig zal men er niet te veel van hooren. In sterke mate zal worden rekening gehouden met het plan Vos en de opbouwende critiek. welke is geleverd Een zeer construe, tief plan noemde hij dat van hel Centrum van Staatkundige Vorming. Bij K. B. is benoemd tot dirigeo. rend officier der rijkspolitie le kL de heer J. H. G. van den Berg, voorheen commissaris van politie te Sneek. Te gelijkertijd heeft de mi nister van justitie hem ingedeeld den staf van den alg. mspeeteur der rijkspolitie en aangewezen als hoofd der nfd. personeel van de rijkspoli tie in Nederland, welke rang is ge lijk te stellen met dien van koloneL Van Z. K. H. Prins Bern hard ont ving de heer van den Berg destijds een onderscheiding voor zijn arbeid b(j de binnenlandsche strydkrachten, in verband met zyn functie in bezet- tingstyd als adviseur van politieza ken bij den chef-staf van den voor- maligen P.O.D. Sinds 15 Juni 1945 was hy tevens heiast met de afdoe ning van de zuivering van de Ned. politie.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1946 | | pagina 3