PARIJS EN NEURENBERG
Commissie-generaal voor Indië
Onze export moet omhoog
PV
Ml - ,1111
WÊÈmÊËm
y
ZATERDAG 17 AUGUSTUS 1946
PAGINA 3
TWEEDE KAMER
\r i f.
HET VRAAGSTUK VAN
PRIJZEN EN LOONEN
REORGANISATIE VAN
OMROEPORKESTEN
Verschil en overeenkomst
tusschen 2 conferenties
door
Mr. A. J. M. VAN DAL
Hoofd „Afd. Personeel"
Rijkspolitie Nederland.
Eerst werd de opvolger als kamer
lid van den minister-president, de
heer H. H. v. d. Zande, beëedigd,
(Vóór de middagvergadering kwam
bovendien de heer W.M. Nederhorst
,(P.A.) met de vereischte belofte
opnieuw zitting nemen).
Daarna moest er nog een uur te
Ioor gaan met de door den heer
Schouten aan de orde gestelde vraag
of de Kamer de behandeling dezer
wetsvoordracht wel kon aanvatten
zonder eerst de instructie te kennen,
welke aan de Commissie-generaal
zal worden meegegeven. De anti
revolutionaire fractieleider kon zich
ter zake beroepen op een ietwat on
voorzichtige uitlating van de regee
ring in de met ongewonen spoed
samengestelde memorie van ant
woord. Bijna alle fracties kwamen
er aan te pas om het „misverstand"
te ontwarren, waarbij voorts aan
het licht trad, dat de regeering met
haar instructie nog niet eens gereed
is, wat niet behoeft te verwonderen,
zooals de heeren v. Poll en Joekes
opmerkten, omdat op de formulee
ring der instructie Juist de debatten
over het ontwerp van invloed kun
nen zijn en daarop dus dient ge
wacht; terwijl minister Jonkman
niettemin toezegde binnen de
beperkingen door de eigen functie
der uitvoerende macht gesteld
tjjdens de beraadslaging de gelegen
heid te zullen benutten om bepaal,
de punten in zake de richtlijnen der
instructie toe te lichten.
De communisten maakten er een
rei van door een motie op de voor
zitterstafel te deponeeren, die be
doelde de beraadslagingen uit te
stellen. Zij kon echter geen andere
stemmen meekrijgen dan die der
anti-revolutionairen en staatk.-gere-
formeerden en kelderde met 62
tegen 19.
Het debat.
Wij zien geen kans in het ons ge
laten bestek op alle onderdeelen
van het debat over het eigenlijke
ontwerp in te gaan en moeten ons
tot een globaal overzicht bepalen.
Al aanstonds is komen vast te
staan wat het V.V. reeds deed
verwachten dat eenstemmigheid
over deze zeer belangrijke materie
niet is te verwachten. Zoowel van
de zijde van de Partij van den Ar
beid (mr. Vonk) als van A.R. en
C.H. kant (Meijerink en Tilanus)
werd zwaar geschut van bezwaren
aangesleept. Eerstgenoemde, niet
gerust ten aanzien van de bedoelin
gen der Britten, wilde den luit. G.G.
niet ambtshalve in de commissie-
generaal opnemen, welke laatste z.i.
boven den heer Van Mook dient te
staan. De heer Meijerink vreesde
door het ontwerp een crescendo van
de voldongen feiten, waarvoor wij
den laatsten tijd gesteld zijn, gezien
het uit handen geven van bevoegd
heden; ook de heer Tilanus kon er
niet overheen dat het opperbestuur
niet volstrekt in handen blijft van
den constitutioneelen koning, die z.
geen bevoegdheden mag overdragen
en dit ook niet kan zonder dat de
ministerieele verantwoordelijkheid
wordt ondergraven.
Natuurlijk kwamen uit de P. v. d.
A. enkel loftuitingen los. De Indone
siër Palar begroette het ontwerp
met vreugde, omdat er nu eindelijk
in Batavia zaken zullen gedaan
kunnen worden en drong op spoed
aan; want dit is Nederlands laatste
kans! En de oud-minister Logemann
liet zich tot lyrische ontboezemin
gen verleiden over de „scheppende
staatkundige daad", die hij van de
commissie-generaal verwacht en
waarmee het Indische conflict tot
een einde moge worden gebracht.
De heer Max van Poll, die zich
terloops even distancieerde van de
opvattingen des heeren Vonk om.
trent Engelands politiek, stelde, dat
het ontwerp althans een begin
maakt met het herstel van ons con
stitutioneel recht (over welks kren
king men zich zoo bezorgd maakt)
door de twee rechtssferen, welke in
Indië dooreen gestrengeld zijn, weer
te ontwarrenen ook ien eerste stap
is voor democratische waarborgen
tegen een langzame verschuiving
naar dictatoriale vormen. Over
de positie van den luit. Gouv.-Gen.
merkte de katholieke afgevaardigde
op, dat zijn fractie veel waarde
aa" een reëel onderscheid
„leden" der commissie
den" "uHmo ?a,1Ve hebben-
r,inh Lr tart- 2) en verklaar
de zich daarom accoord met de door
de regeering voorgestelde wrziging
van art. 8. 6 s
Nadat als tweede katholieke
woordvoerder jhr. Ruys de Beeren
brouck enkele in hoofdzaak juridi
sche kwesties (o.a. de noodzakelijk
heid eener wettelijke regeling der
onderhavige materie, de geoorloofd
heid der delegatie van opperbestuur-
lijke bevoegdheden en speciaal de
préséance van den luit. G.G., waar
mee de afgevaardigde het niet eens
Is) had besproken, voelde de anti-
rev. fractieleider Schouten zich ge.
roepen, nog eens terug te komen
op het „dreigement" der regeering,
hoor haar intusschen geconverteerd
th „deferentie voor de Kamer", en
Ploos nog wat verder in de haastig
opgestelde officieele stukken, waar-
aan nochtans niemand zijn respect
zal kunnen onthouden. Van taal
kundige correcties gesproken, waar
om werd uit den wetstekst 'art. 9)
rfu woor<* „regelmatig" een lee-
"Jk germanisme in dit zinsverband
niet geweerd? Terloops kondigde
de heer Schouten alvast de tegen
stem van zijn fractie aande mi
nisterieele verantwoordelijkheid en
de positie van de Staten-Generaal
dienen gesauveerd.
Het ontwerp aangenomen met SI
tegen 28 stemmen.
Na het overigens als altijd slag
vaardige betoog van den anti-revo
lutionairen voorman, deden nog een
tweetal communisten, alsmede de
staatk. Geref. heer Zant hun licht
over het ontwerp schijnen. Laatstge
noemde schaarde zich natuurlijk bij
de oppositie.
Het beleid der regeering.
Dan kwam minister Jonkman, voor
het eerst met de kamer in contact,
aan het woord, om allereerst den
spoed dezer behandeling te moti-
veeren, door te wijzen op de span
ningen in Indonesië en op de geva
ren van internationalen aard, welke
bij langer uitstel zouden kunnen
ontstaan, al deelt Zijne Exc. niet
het wantrouwen van den heer Vonk.
Uit hoofde van dien spoed zou de
regeering bij verdere vertraging,
zelf tot het zenden van onderhan
delaars moeten overgaan. Teneinde
den geest aan te geven van de in
structies aan de commissie, wees de
bewindsman erop, dat de regeering
zich voor alles op constitutioneele
basis stelt. Al kunnen de koloniale
artikelen der grondwet wijzigingen
ondergaan, aan artikel 53 mag niet
getorndde onafhankelijkheid van
den staat en het rijk in al zijn dee-
len Verwijzend naar de koninklijke
verklaring van 7 Dècember 1942 en
de jongste troonrede, zeide de mi
nister, dat de regeering niet denkt
aan de oude rijkseenheid, maar voor
de Indonesische volken streeft naar
een eigen staatsverband in de rij
der Vereenigde Naties. Een gansch
anders gebouwd koninkrijk dus,
waarvan zelfs het aantal dealen
niet is vastgelegd. Ook de verkla
ring van 10 Februari 1946, waarin
vooral de nadruk schijnt te liggen op
de mogelijkheid van uiteengaan,
bljjft van kracht, maar het accent
wordt anders gelegd en wel op het
bijeenhouden van het staatsverband.
Daarom is de regeering bereid, de
onderhandelingen voort te zetten
met Sjahrir en ook met de repu
bliek Indonesia, die nu eenmaal een
politieke realiteit, en een stuk Indo
nesisch nationalisme vertegenwoor
digt, al kleven deze laatste sterk Ja-
pansche herinnèringen aan. Geweld
als zoodanig is voor de regeering
geen middel zij kent slechts één weg
overreding. Maar om veiligheid en
recht te waarborgen, kan het troe
penvervoer niet stopgezet worden,
want de Britten willen zoo spoedig
mogelijk hun taak overdragen.
Voor het voeren ban dit beleid is
de commissie-generaal noodzakelijk.
Over de onderlinge verhouding tus-
schen den heer Van Mook en de 3
commissarissen-generaal, maakt de
minister zich geen zorgen. Het gaat
volgens Zijn Exc. niet om stemmen
of beslissingen, ook niet om een ad-
viseerende stem of beslissing bij den
Duit. Gouv. Generaal, want beide or
ganen, die een eigen, maar ook een
gezamenlijke taak hebben, moeten
samenwerken. Zij hebben tenslotte
een gelijkwaardig recht van beroep
op de Kroon.
Gerepliceerd werd er nagenoeg
niet en ongeveer 12 uur na den af
trap was het belangrijke ontwerp,
dat pas 11 dagen geleden bij de Ka
mer werd ingediend afgehandeld.
Een zeldzame parlementaire kracht
toer. Met 51 tegen 28 stemmen is de
wetsvoordracht aangenomen. Veór
stemden de K.V.P., de P. v d. A. en
de communisten. Tegen de P v dV„
C.H., A.R. en de Staatk. Ger. Partij.
L. H.
Cf-'-- r i
V
Lv: ?!g
Wij moeten onze verwachtingen
wat de binnenlandsche goederenvoor
ziening betreft niet te hoog stellen,
want wij gaan een moeilijke phase
tegemoet, verklaarde Dr G. W. M.
Huijsmans, minister van Économische
Zaken, bij gelegenheid van een ken
nismaking met vertegenwoordigers van
de pers, waarbij een aantal actueele
economische problemen werden be
sproken. Na de eerste aafnloop-periode
krijgen wij thans de tweede. Een
van de groote problemen is de be
vordering van den export. Hierbij
doet zich de vraag voor. in welke
mate wij goederen moeten onttrekken
aan het binnenlandsche verpruik. Op
het oogenblik hebben wij o.m. een
dergelijk geval met hout Wij bevin
den ons thans in het exportseizoen
van groenten en fruit, doch voor den
export is er emballage nood'ig. Men
moet n,u wikken en wegen hoeveel
hout onttrokken kan worden aan an
dere doeleinden, als bijv. wederop
bouw, of industrieele producten. Ten
einde den seizoenexport van genoem
de producten gaande te houden zal
het noodzakelijk zijn den wederop
bouw tijdelijk iets te vertragen. Bij
brandstoffen heeft men soortgelijke
moeilijkheden. De Nederlandsche in
dustrie heeft kolen noodig. doch an
derzijds wil het buitenland kolen
tegenover de te leveren goederen om
vangen.
Voorts is er het vraagstuk van de
credieten. Er zijn credieten welke
hun maximum-grens gaan naderen.
Dit alles brengt de m/oodzaak met zich.
riiat wij onze behoef te voorzie
ning nog zullen moeten beperken.
Wat fietsbanden betreft zijn e-r kort
geleden in de pers te optimistische
berichten verschenen, doch er is ge
brek aan tjzerdraad en canvas. De
kolenproductie gaat op het eerste ge
zicht heel aardig, doch ontleedt men
hetgeen beschikbaar is naar de soor
ten, dan blijken bepaalde soorten,
welke wü noodig hebben er niet in
voldoende mate te zijn De tuin
ders kunnen bijv. geen bruinkool
Oud-minister mr. Steenberghe kwa m dezer dagen uit Amerika in ons
land aanOnze fotograaf trof hem in de hal van Vieux Doelen in ge-
minister Bolkestein.
Als gevolg van besprekingen tus-
schen de Omroepvereenigingen en
6et bestuur van Radio Nederland in
üvergangstijd zullèn het Radio Phil-
harmonisch orkest, het Omroepor
kest, het Kamerorkest, het Vaude
ville-orkest en het Metropole-orkest
ten deele verdwijnen en ten deele
worden Ingekrompen. Het Kamer
orkest, het Omroeporkest en 't Vau
deville-orkest verdwijnen geheel. Het
Radio-Philharmonisch orkest, het
welk tot dusver uit 90 leden bestond,
zal worden ingekrompen tot 73 man.
Uit de overblijvende leden van dit
orkest en de andere drie bovenge
noemde orkesten zullen vier nieuwe
orkesten worden samengesteld, nl.
een voor opera, een voor operette
een voor religieuse en een voor Ka
mermuziek.
Dertig van de 78 leden, die tot dus
ver het Metropole-orkest vormden,
zuilen vermeerderd met 14 een nieuw
Radio-orkest vormen, hetwelk hoofd
zakelijk operette-muziek ten gehom-e
zal brengen.
Naar wij vernemen geschiedt des»
reorganisatie op advies der omroep
vereenigingen, waarby ook bezuint
gingsoverwegingen een rol he>fcen
gespeeld.
,,Waffonnunau van Farys me
neer, vergeleken met Neurenberg?"
vraagt uw lyfkapper, als hy den
eersten ochtend na uw behouden
terugkeer uit het strydgewoel om
den vrede, met zyn teedere zorg,
uw aangelaat soigneert. „Nou ja
Antoon", zegt ge dan, met de be
hoedzaamheid van een maïtre
d'hotel, wien gevraagd wordt, wat
nu beter is: een Nuits Saint George
1934 of een Idebfraumilch 1938,
„nou ja, in Neurenberg zit natuur-
lyk veel meer tempo".
De vraag zal nu in enkele da
gen tljds tientallen malen herhaald
wordendoor het dienstmeisje van
uw gastvrouw, als zij uw hoed aan
neemt en door uw gastvrouw zelf
als zij u de soep aanreikt, door de
tabaks magnaat, die uw afgeloopen
bonnentegoed met sigaren hono
reert en door uw confrères op de
Wette, die deze sigaren helpen op-
rooken, door vele anderen uit alle
lagen des volks.
Daaruit maakt ge op, dat het
publiek, grillig als altijd, min of
•neer geïnteresseerd is in een pa
rallel tusschen twee belangrijke
internationale gebeurtenissen, die
eigenlijk niet vergelijkbaar zijn. Zou
ons dat misschien tot nadenken ge
stemd hebben over het publiek, of
was het enkel een aanleiding den
geest te laten spelen over het ver-
de aanrakingspunten tus-
scnen de wereldgebeurtenissen zelf?
Op zichzelf is een vergelijking
tusschen Neurenberg en Parijs na
tuurlijk even willekeurig als een
tusschen Parijs en Bikini. Parijs,
Neurenberg en Bikini immers zijn'
hoe zeer ook alle drie feiten van
historische beteekenis, feiten van
geheel verschillenden aard.
Toch is het niet onbegrijpelijk, dat
er tusschen deze feiten verband ge
legd wordt, want dit verband be
staat inderdaad doordat zij zich
✓rywel gelijktijdig en als uitingen
derzelfde historische machten in de
wereldgeschiedenis voordoen, wer
pen zij in reeksen van twee op el
kaar, en te zamen op dezen tyd, in
zekeren zin een verhelderend licht.
Parijs in het licht van Neurenberg,
maar vooral Neurenberg in het
licht van Parijs krijgt een andere
kleur.
Vergelijkbaar zijn Parijs en Neu
renberg tot op zekere hoogte in hun
techniek; de technische opzet eener
bijeenkomst van wereldallure.. Het
valt dan onmiddellijk op, dat het
Neurenbergsche systeem van micro
foons en koptelefoons, hetwelk een
gelijktijdig luisteren naar het ge
sprokene in diverse talen mogelijk
maakt, een veel vlotter en aange
namer verloop van de zittingen
waarborgt dan het Parijsche systeem
van tolken i n zijn eindelooze lang
dradigheid van telkens drie maal
herhaalde redevoeringen.
Neurenberg echter is een straf
proces, dat zich tusschen een relatief
gering aantal betrokkenen en voor
een beperkt publiek afspeelt.. Parijs
is een conferentie met honderden
gedelegeerden, splitsing in tien com
missies en veel omvangrijker audito
rium. De technische moeilijkheden,
die overwonnen moesten worden om
tot het Neurenbergsche systeem te
geraken, zouden voor een conferentie
als die van Parijs nog vervier- of
vervijfvoudigd worden De overwin
ning echter is loonend. Neurenberg
heeft nog geleerd, dat de wereldbe
raadslagingen der toekomst op de
techniek der koptelefoons zullen
moeten worden afgestemd. Bij de
vaste zetels, in een organisatie als
de UNO, is zulk een techniek
natuurlijk te verwerkelijken.
Men kan met een beetje goeden
wil Neurenberg en Parijs nog op een
ander punt vergelijkende mate en
de grondigheid der voorbereidingen.
Gebeurtenissen als deze, die de
rechtsopvattingen en de politieke
ontwikkeling der wereld voor een
reeks van jaren zullen beheerschen,
moeten niet worden begonnen zonder
dat de fundamenten, waarop de
toekomstbouwsels gegrondvest moe
ten worden, met zorg zijn gelegd.
Het kan niet ontkend worden, dat
de juristen in dit opzicht hun werk
degelijker en met meer verantwoor
delijkheidsgevoel tegenover de toe
komst gedaan hebben, dan de
diplomaten. De grondslagen, waarop
men in Neurenberg bouwt, die
rechtsmaatstaven, waarmee mer,
daar werkt, houden hoe de uit
spraak ook moge uitvallen bruik
baarheid in voor komende geslachten
Zij kunnen een schrede vooruit
beteekenen in de geschiedenis van
het recht tusschen de staten.
De Parijsche fundamenten voor
zoover ze al aanwezig zijn liggen
in een moeras, een moeras van be-
langenpolitiek, machtsstreven, onder
linge achterdocht., vrees. Leidende
beginselen ontbreken te ëenen male.
De gevonden oplossingen zijn ge
legenheids-compromissen, in 26
kwesties moeten de oplossingen nog
gezocht worden zonder dat eenige
sleutel van ideëele maatstaven aan
wezig is.
De diepere oorzaak van dit verschil
Is niet moeilijk aan te geven; Neu
renberg is het besluit van den
oorlog, Parijs is het begin van den
vrede. In den afweer tegen de over
weldiging, tegen -> geestelijke
tyrannie, tegen de misdaad, aan de
menschheid begaan, vormden
Duitschlands vijanden een hecht
gemeenschappelijk front. In den
positieven opbouw eener nieuwe
wereldorde, in het scheppen van
nieuwe verhoudingen, van nieuwe
levenswaarden, blijkt een trooste-
looze verdeeldheid de leden van
het monsterverbond gevangen te
houden. Deze oorlog kende slechts
eenheid in den afweer, een positieve
gemeenschappelijke doelstelling der
strijdende geallieerden heeft hij van
den beginne af ontbeerd.
Welken afloop de conferentie dan
ook moge hebben, Parijs is gedoemd
voor de geschiedenis een grooter
échec te worden, dan Versailles ooit
geweest is. Dat dit alles ook aan
de innerlijke waarde der te Neuren
berg gevormde en te vormen begrip,
pen afbrauk doet, staat helaas
buiten kijf. Over dat verpand
tusschen Parijs en Neurenberg wil
ik in een volgende beschouwing nog
een paar woorden zeggen.
stoken. Met een aantal artikelen
moeten wij nog van de hand in den
tand leven De papier positie is bijv.
ook heel moeilijk. Pogingen worden
aangewend om in Noord-Amerika
meer papier geleverd te krijgen.
Met onzen export gaat het nog niet
naar wensch. Hij blijft bij het opge
stelde schema ten achter. Wij zullen
echter alles doen om den export te
bevorderen. De eene industrie heeft
meer belang bij export dan de an
dere. die dan ook geneigd is haar
afzetgebied meer in het binnenland
te zoeken Getracht zal worden den
uitvoer te stimuleeren. Dit kan ge
schieden door een beroep op de in
dustrieele bedrijven, rijksbureiaux en
andere ambtelijke instanties met het
doel de menschen te overtuigen van
het belang van den export en den
uitvoer aantrekkelijk te maken. Na
gegaan zal woiden of het niet moge
lijk is den export in. sterke mate vrij
te geven. Op het oogenblik is er nog
een exportvergunning noodig. en bij
het verleenen wordt rekening gehou
den met de exportcapaciteit van voor
den oorlog. De formaliteiten, welke
vereischt zijn zullen zooveel mogelijk
werden beperkt.
Een ander punt is de klacht van
den exporteur, dat hij met de devie
zen niet kaïn doen wat hü wil. Dit
is een zeer moeilijke kwestie Als er
na ernstig wikken en wegen priori
teiten worden verleend voor devie
zen voor den import, is het dan toe
laatbaar den exporteur 5. 10 of 20
pet. van de deviezenopbrengst vrij te
geven voor reisjes naar Zweden,
Zwitserland of aindere landen, of een
nuttige besteding, welke toch altijd
zeer subjectief wordt beoordeeld?
Het gaat er om. of b(j het vrijgeven
van een bepaald percentage aan de
viezen de knoeierij za\ verminderen
of dat deze toch zal doorgaan.
Arbeidsproductiviteit moet stijgen.
Wat de prijsbeheerschtag betreft is
de vraag of, indien men de prijzen
laat stijgen, men de prljsbeheer-
sching nog wel noodig M»eft, Dit is
inderdaad het geval. Op de begroo
ting 1947 is dan ook geen bezuiniging
voor de prijsbeheersching te vinden.
Het gmote probleem waar op prij-
zengebied alles om draait is hoe de
arbeidsproductiviteit kan worden
opgevoerd Op het oogenblik wringt
het tusschen prijzen en loonen. Dit
vraagstuk is het belangrijkste studie
punt voor de regeering. Kunnen wij
er in slagen door geleidelijke opvoe
ring van de arbeidsproductiviteit den
prijsdruk nog wat te vergrooten of
kan zulks niet en moeten wij de prij
zen wat meer speling geven? De
regeering streeft er in dé eerste
plaats naar om dengenen, die de
grootste moeilijkheden hebben om
rond te komen, door een prijsdruk
verlichting te brengen. In feite laat
de productiviteit geen verhooging
van de loonen toe en een loonsver-
hooging beteekent op het oogenblik
vermeerdering der circulatie. Daarom
wordt overwogen wat gedaan kan.
worden om de prijzen te drukken.
Bij meubelen zijin wij begonnen met
het utility-systeem. Zooals bekend
moet een bepaald percentage van de
grondstoffen worden aangewend voor
de productie van bepaalde soorten
goederen Onderzocht wordt thans of
dit systeem ook elders moet worden
toegepast. Ook zijn er wel enkele
prijsverlagingen voor industrieele
producten afgekomen Zou er bijv
over een jaar een sterke daling van
de goederenprijzen intreden (in Enge.
land verwacht men zulks in het bij
zonder) dan zouden wij spijt hebben
als baren op ons hoofd, indien wij
er toe over waren gegaan -de loonen
te laten stijgen.
Op de vraag of de prijsverhooging
in de V. S. en de revaluatie van den
Canadeeschen dollar en de Zweed-
sche kroon ons prijzensystem niet
voor nieuwe moeilijkheden zullen stel
len, antwoordde de minister, dat het
er van afhangt hoe lang deze situatie
bestendigd wordt. Wij moeten sterk
met Engeland rekening houden en
hebben den indruk, dat Engeland
geen aanleiding vindt zijn prijsbeleid
ingrijpend te wijzigen.
De arbeidsproductiviteit kan wor
den opgevoerd door o. a. regel
matig voorziening van grondstoffen,
brandstoffen, vernieuwing van machi
nes on werktuigen. Dr. Huijsmam»
acht de materieele factoren een be
langrijke voorwaarde, al is er ook
een zekere verslapping van den ar-
beidswil ingetreden. Een actie tot
verhooging van de arbeidsproductivi
teit wordt voorbereid.
De omvang van het ambtelijk ap
paraat is voor velen een steen des
aanstoots, doch vooral voor den mi
nister zelf. Indien het apparaat ech
ter ingekrompen wordt, kan dit niet
gepaard gaan met verhoogiing der ef
ficiency. Een voordeel is dat ontslag
van ambtenaren niet werkloosheid
tot gevolg heeft, daar het bedrijfsle
ven gebrek heeft aan arbeidskrach
ten.
Wat de organisatie van 't bedrijfs
leven betreft, deelde de minister
mede. dat er *han.s een concreet wets
voorstel moet komen, waaraan zeer
hooge eischen moeten worden ge
steld. Voorloopig zal men er niet te
veel van hooren. In sterke mate zal
worden rekening gehouden met het
plan Vos en de opbouwende critiek.
welke is geleverd Een zeer construe,
tief plan noemde hij dat van hel
Centrum van Staatkundige Vorming.
Bij K. B. is benoemd tot dirigeo.
rend officier der rijkspolitie le kL
de heer J. H. G. van den Berg,
voorheen commissaris van politie te
Sneek. Te gelijkertijd heeft de mi
nister van justitie hem ingedeeld
den staf van den alg. mspeeteur der
rijkspolitie en aangewezen als hoofd
der nfd. personeel van de rijkspoli
tie in Nederland, welke rang is ge
lijk te stellen met dien van koloneL
Van Z. K. H. Prins Bern hard ont
ving de heer van den Berg destijds
een onderscheiding voor zijn arbeid
b(j de binnenlandsche strydkrachten,
in verband met zyn functie in bezet-
tingstyd als adviseur van politieza
ken bij den chef-staf van den voor-
maligen P.O.D. Sinds 15 Juni 1945
was hy tevens heiast met de afdoe
ning van de zuivering van de Ned.
politie.