o/e DADER VETTE OF MAGERE KAAS? EEN ROMAN. macht ©m dag Het schaken in be Onbekende Sovjet-Rusland r wereld MAANDAG 26 AUGUSTUS 1946 PAGINA 2 In verband met de boterpositie „HET VLAMMENDE ZWAARD" van DANIëL ROPS Interview met den heer WERESOW HET VRAGENBOEKJE VAN DR. RABARBER HOE JOOP ELSEN STREED EN STIERF meesterschap en het meesterschap. Het tournooi te Groningen vond de heer Weresow zeer belangrijk. Het is de groote krachtproef na den oorlog. Want in Groningen zal be. slist worden hoe de krachten zijn verdeeld. Hij betreurde het ten zeer ste, dat Prins niet heeft kunnen deelnemen. In December, wellicht Januari wordt te Moskou een groot Inter nationaal tournooi gehouden, en aan dit tournooi zal Prins kunnen deelnemen, terwijl ook dr. E u w e een uitnoodiging zal ontvangen. Voor den landen wedstrijd Rusland Amerika bestaat buitengewoon groote belangstelling. Een Russisch vliegtuig zal naar Den Haag of Groningen komen om de Russische deenemers, de Amerikanen en dr. Enwe naar Moskou mee te nemen. Waarschijnlijk zal de wedstrijd plaats vinden in het gebouw voor schoone, kunsten, met een capaci teit van 1500 personen, welke zaal ongetwijfeld eiken dag overvol zal zyn. Euwe is wedstrijdlei der. Indien hij den wensch te ken nen geeft om simultaan-seances te geven, zal dat gaarne aanvaard worden. En dan vertelt de heer Weresow nog zeer veel interessante bijzonder heden over zijn republiek, Wit-Rus- land, van welke republiek hij schaakkampioen is. Weresow heeft wiskunde gestudeerd aan de hooge- school, daarna als journalist ge werkt, hij is aan het front geweest en heeft gedurende 3% jaar als partisaan zijn deel gehad in den moeilijken strijd tegen den Duit- schen bezetter. Thans is hij in djplomatieken dienst. Verscheidene meesters van Wit-Rusland zijn in den oorlog gedood. Het schaakleven moet er geheel opnieuw worden op gebouwd. maar daar zal men, gezien de belangstelling, zeker in slagen. Majoor Ds. A. B. C, Hofland schrijft do. 9 Aug. uit 'Soerabaja aan „De Westlander": „Als veldprediker van hetzelfde 'bataljon, waarbij Joop Eisen, de zoon van den burgemeester van Naaldwijk, was ingedeeld en als oud-plaatsgenoot van hem, geef ik u hierbij een kort verslag van sijn werk in ons bataljon en zijn «kar lijden.. a Er was den bewusten morgen een kleine actie geweest aan het front, waar ons bataljon gelegen is. En onze jongens hadden het er 'weer kranig afgebracht. Ook het peleton, dat onder aanvoering stond van Sergt. Eisen. Hij zou met een ge deelte van zijn mannen weer terug gaan naar de kampong, waar zijn compagnie gelegerd was'. Ze spron gen met een man of twaalf op een waterauto, die de troep van drink water moest voorzien Maar een vij andelijke mijn deed 'den waterwa gen stranden Het achterwiel sprong uit elkaar, maar alles scheen goed af te loopen. Alleen Serg. Ei sen werd gewond en naar het scheen niet zoo heel erg. De R. K. Aalmoezenier en ik, de veldprediker van dat bataljon, waren er het eerst bit met onze jeep. We waren dien morgen in deze omgeving ge weest. Omdat ik hem als oud plaatsgenoot zoo goed kende, liep ik direct op hem toe en vroeg hoe het met hem ging. Hij zei: het loopt nogal los Maar in het hospitaal bleek direct, dat het ernstiger was, dan wij allen hadden verwacht. Den anderen dag bezocht ik hem, toen was hij nog vol goeden moed. Maar zijn sterk lichaam kon toch deze ernstige inwendige verwondin gen niet verdragen. God nam hem weg. Hij trooste zijn bedroefde fa milie. Eilsen was een goed vriend in ons bataljon. Hij gaf een goed voor. Een der moeilijkste problemen voor onze voedselvoorziening is de handhaving van het huidige rant soen voedingsvetten. Hiervoor zijn we gedeeltelijk aangewezen op onze binnenlandsche boterproductie en gedeeltelijk op den aanvoer van grondstoffen uit het buitenland voor de margarine- en vetbereiding. Vooral dit laatste heeft reeds veel hoofdbrekens gekost. Verschepin gen naar ons land zijn zeer onge regeld en hoewel de aankomst van eenige schepen met copra, grond- notenolie en ook reuzel de situatie voor een aantal weken iets minder ongunstig heeft gemaakt, blijft een beeld. En als soldaat stak hij bo ven velen uit. Geen wonder dat hij promotie maakte en nog verdere promotie zou maken, als zijn leven niet zoo onverwachts door God was afgesneden. Ik heb den plechtigen dien3t en de uitvaart in de R. K. Kerk aan de Coenboulevard te Soerabaja bij gewoond en ik was eveneens bij de teraardebestelling. De bataljonscom mandant en de comp, commandant prezen hem om wat hij voor het bataljon geweest was. Zijn graf hier wórdt door ons niet vergeten en God vergeet de graven van Zijn kinderen niet, waar dezen ook gelegen zijn, al zijn zij ook ver verwijderd van de ouderlijke woning en van het dorp waar we woonden. En Naaldwijk zal toch evenmin vergeten de namen van hen, die hun leven gaven voor het vaderland. In een voor dezen schralen tijd schitterende uitgave is bij de uitgeverij Fax te 's Gravenhage een door Dick Onwendijk voor treffelijk verzorgde Nederland- sche üewerking verschenen van „l'Epée de feu" van den grooten Franschen katholieken schrijver Daniël Rops. Deze Fransche roman dateert van kort vóór den tweeden wereld oorlog. maar zijn tragische pro bleemstelling is nog even actueel tot op den dag van heden. Actueel niet alleen naar Fransche mentali teit, want in tegenstelling met Daniël Rops' ook in het Neder- landsch verschenen eersten roman „Mort oh est ta victoire?" die ons een meer echt karakteristiek Franscth levensbeeld gaf, kan van „l'Epée de feu" getuigd worden, dat de problemen, die in dezen ro man worden aangeroerd 't is spijtig genoeg om het te moeten erkennen heden ten -.age voor ons eigen land even actueel lijken als Daniël Rops ze zag voor Frankrijk en Parijs. De ontwrichte en bedorven we reld van onze dagen stelt ons in bijna alle Europeesche landen voor dezelfde verschrikkende conflic ten, een zich losmaken van alle zedelijke normen, een zich afkeeren van alle geestelijke waarden, een wanhopig nihilisme, een mensch- heid, die niet meer weet waar ze het zoeken moet en aan een alge- heele leegheid van ziel en leven reddeloos ten gronde gaat. Een jammerlijk ..geschonden we reld zooals ook onze eigen Hui zing a stervend haar geteekend heeft. Daniël R beeft deze wan hopige wqreld, die niet alleen vooral de Fransche is, maar die wij ook als de onze herkennen in een meesterlijke compositie vr~' oogen gesteld. Een boek, waarbij men stil wordt en zich beklemd voelt bij het tragisch doorleven van de grenzelooze menschelijke ellende, welke ons nier onmeedoogend' wordt open gelegd. De zelfzuchtige rijkaard en za kenman Deaucourt, die zijn gezin uiteen geslagen ziet, zijn - rouw ver- stooten en in vergetelheid gestor ven; zijn beide zoons, die onvol daan het rijke onderdak ontvluch ten, de oudste, Jean Low's, die zijn leven offert aan een communisti sche illusie, welke een diepe ont goocheling wordt; de jongste, Abel, die het voorbeeld van zijn broer wil volgen, maar wanhopend in een vergiftiging zijn einde zoekt; hun eenige zuster Sylvie rijk ge trouwd, maar die zich altijd alleen en eenzaam voelt; de overspelige Madeleine Sémard. die van zich zelf gruwt; Albin Grea Abels sa distische mefisto, die zijn vreugde geniet aan den zedelijken on dergang van zijn makkers; Hedwi- ge. Abels geliefde en haar afschu welijke gezelschap van vroeg af geleefde, levenszatte vrienden en gasten, te zamen èèn grenzelooze verrotting; en eindelijk de commu nistische broeders, die elkaar het licht in de oogen niet gunnen en voor geen doodslag terugschrikken. Niets dan leegte en dood. ,,Kan het geluk bestaan op den bodem van een afgrond, in de wan hoop?" vraagt Hadja, de jonge Russin. „Zijn we dan zoo leeg, be staat er dan niets?" Zóó gezien lijkt Daniël Rops' ro man een boek, dat men hijn-, ver twijfeld uit de hand zou leggen, als daar over ook niet tevens het weldoende licht kwam spelen van den sterkenden troost der boven natuurlijke waarden van geloof en leven als de eenige uitkomst in deze donkere verschieten. En dan ontmoeten wij den ont róerenden geest van den jong be storven Remy Pesaro, die door zijn nagelaten dagboek de verdool de Sylvie, Beaucourts' dochter, tot vrede en geluk brengt, en diens edelen vader Pesatro, den eenza men geleerde, die het apostolaat van zijn overleden zoon zoo wel verzekerd voortzet. Den ascetisehen Oom Paulin, den dichterlijken schrijver, die zijn vrijwillige ar moede met de andere armen deelt, de oude trouwe dienstbode Thérèse Capart met haar zieken, zwakken maar geestelijk knappen zoon Ber. trand, die het communisme zoo christelijk verstaat en zoo katholiek beleeft, dat den eerlijken Jean Louis een nieuwe wereld open gaat. En dan waardeeren wij Daniël Rops' roman die zich met al zijn verwikkelingen, in den tijdsduur van één nacht en dag afspeelt, als een zeldzaam evenwichtig rijk en bezonken boek. dat wij met groote eerbiedige aandacht hebben te le- 'zen en te overwegen, zonder er I ook maar één regel van over te slaan, een boek dat ons verlokken I zal het telkens weer opnieuw ter |hand te nemen en net te herlezen tot onze sterking en onzen troost. P. H. H. regelmatige verstrekking van vet en margarine zeer onzeker. Een minder wisselvallige factor in dit rantsoen is de boter. Uit de melkontvangst, die op het oogen- blik nog ongeveer 75.000 ton per week bedraagt, wordt na standaar disatie van de consumptiemelk op 2y2 pet. ongeveer 1800 ton melkvet' gewonnen voor de bereiding van( zuivelproducten. Hiervan werd b.v- in de week van 30 Juni t/m. 6 Juli 1310 ton aangewend voor de berei ding van boter en 450 ton voor kaas. Zooals bekend, wordt op het oogenblik uitsluitend volvette en 40 nlus kaas gemaakt, waarvoor uiter aard meer melkvet noodig is dan voor 20 plus kaas. In dit verband heeft men de vraag onder oogen gezien of het niet wenschelijk zou zijn alleen 20 nlus kaas te distribueeren, om op die wijze meer melkvet beschikbaar te stellen voor de vervaardiging van boter, hetgeen met bet oog op de krappe margarine- en vetpositie de stabiliteit van het rantsoen voe dingsvetten in zijn geheel ten goe de zou komen. Ook met het oog op de noodzakelijke vorming van een wintervooraad boter is een derge lijke maatregel overwogen. Het verdient aanbeveling nog eens na te gaan welke voor- en na. deelen hieraan verbonden zijn. Indien de geheele kaasproductie, ter dekking van de binnenlandsche behoeften, in den vorm van 20 plus kaas zou worden verstrekt zoo als gezegd om meer melkvet voor de boterproductie te verkrijgen beteekent dit een vctbesparing van ongeveer 6 pet. van het totale ver bruik van boter, vet en margarine per jaar. Op deze wijze zou per persoon, uitgezonderd de kinderen van 0 t/m. 4 jaar, 15 gram boter per week boven het huidig rantsoen van 250 gram kunnen worden ver strekt. Hiertegenover zou de consument zijn boterham dan ook vrijwel uit sluitend met 20 plus kaas kunnen beleggen. Het is evenwel in de practijk gebleken, dat in het alge meen het publiek 20 plus kaas niet gaarne accepteert. Dit bezwaar zou niet zoo groot zijn, als wij niet ten behoeve van onzen export gedwon gen waren een zekere hoeveelheid volvette kaas te fabriceeren, waar van het surplus toch in de binnen landsche voorziening zou moeten worden opgenomen. Het is uiter aard uit een oogpunt van handels politiek noodzakelijk alleen prima kwaliteiten aan het buitenland te leveren. Bij een voorgenomen ex port van b.v. 7000 ton moét een grootere hoeveelheid vette kaas worden gefabriceerd om aan vol doende exportabele kaas te komen. Daarnaast was het om verschillen, de redenen onmogelijk de boeren kaasproducten, die uiteraard vol. vette kaas maken, gedurende de zomermaanden uit te schakelen. Ook het groote belang voor den wederopbouw van onzen kaasexport maakt het noodzakelijk de produc. tie van boerenkaas niet te veron achtzamen. Zoo zouden dus naast elkaar 20 plus, 40 plus en volvette kaas iq consumptie moeten worden ge bracht. Uit een oogpunt van distri. butietechniek stuit dit op groote bezwaren. In de eerste plaats levert een billijke verdeeling van de in verhouding geringe hoeveelheden volvette en 40 plus kaas vele moei lijkheden op. Zoo heeft de ervaring van het vorig jaar geleerd, dat con. currentie-overwegingen in den han del hierbij een zoo groote rol spelen, dat de voorschriften herhaaldelijk overtreden worden. Dit gevaar wordt nog vergroot door de vraag van het publiek naar vette en 40 plus kaas, aan welke vraag de handel niet zou kunnen voldoen. Tegenover deze bezwaren staat het feit, dat bij de fabricage van 20 plus kaas 8000 ton boter per jaar meer kan worden bereid. Daar deze hoeveelheid het aspect van onze vetvoorziening evenwel niet kan veranderen en de distributie van 20 plus kaas groote bezware oplevert, zal voorloopig de vervaardiging van uitsluitend 40 plus en volvette kaas worden voortgezet. Nu de helft van het Staunton- tournooi achter den rug is en wij hebben kunnen constateeren, hoe' sterk de vijf Russische deelnemers zijn, leek het ons interessant een onderhoud te hebben met den lei der van het Russische team, den heer G. N. Weresow, die zelf kampioen van Wit-Rusland is, een der grootste republikeinen van de unie. Laten wij beginnen met de klas- se-indeeling der schakers in Rus land. Er is een vijfde, een vierde, een derde, een tweede, en een eer ste klasse. Men begrijpe ons goed, als men met schaken begint en in een wedstrijd uitkomt, zooals wij dat hier in Nederland gewend zijn, komt men in Rusland niet in de vijfde klasse terecht. Daarvoor moet men eerst een niet onbelangrijk tournooi hebben gewonnen en een diploma hebben gebaald. Maar gced, met deze vijf klassen zijn wij er nog lang niet. Want boven de eer ste klasse Btaan de aspirant-mees ters, ongeveer 80 in het geheele land. En boven deze aspirant-mees ters staan de meesters, van wie Rusland er 40 telt. En boven de meesters staan de grootmeesters, tien in getal, t.w.Botwinnik, Ke- res, Boleslafsky, Smislof, Flchr, Kotov, Doewenfiseh, Lillienthal, Bondarevsky en Ragozin. Deze volg orde zegt niets omtrent de kracht van de grootmeesters, aliten Bot winnik is vooropgezet, omdat hij kampioen van de unie is. Om een voorbeeld te geven van de kracht van de aspirant-meesters en van de meesters, zij volstaan met de vermelding, dat één der mees ters, Bronstein, ook mee heeft ge daan aan het kampioenschap van de unie en derde werd geklasseerd,, dus verscheidene grootmeesters ach ter zich heeft gelaten, De beoefening van het schaakspel in georganiseerd verband is enorm groot. Het schaakspel is niet ver plicht gesteld op de scholen. Maar elke school heeft zijn schaakclub, en elke fabriek ook, aangezien de jon gens en meisjes tot 15 jaar ver plicht naar school gaan, zitten er in in de schoolclubs verscheidene jonge krachten, die in diverse onderlinge wedstrijden reeds de aandacht op zich hebben gevestigd. Hun presta ties worden geregistreerd en steeds krijgen zij dan de kans om zich ver der te ontwikkelen. Geen wonder, dat het schaken in Rusland niet al leen sterk verbreid Is, maar ook op hoog peil staat. Het wedstrijdleven bloeit als nooit tevoren. In dezelfde periode, dat in Groningen het tournooi wordt ge houden, vinden in Rusland de junio- res-kampioenschappen plaats, ver. der een tournooi te Riga, tusschen vertegenwoordigers van de drie Bal- tische republieken, te Leningrad een tournooi met Russen en Finnen, terwijl tevens de voorwedstrijden Mevr. A. E. schrijft: Mijn man denkt soms, dat hij een wijting is en de dokter zegt, dat ik hem niet m et tegenspreken. Wat moet ik doen? Dr. Rabarber antwoordt: Koop een speelgoedstaart voor hem. Laat hem In een halven cirkel op den grond gaan liggen en stop het eind van de staart in zijn mond Zeg hem, dat u hem gaat bakken en maak een sissend geluid Als hij dan nog denkt, dat hij een wijting is, is er iets niet met hem in orde. Als hij zegt: „Houd op met die nonsens, Annie", en daarna opstaat en woe dend de deur uitloopt, geeft hij daarmee toe, dat hij geen wijting is en dan is alles in orde aan den gang zijn voor het aspirant- 49) ChloroformAlles leek wild om haar heen te draaien. Vaag hoorde zij overal om zioh heen luchtige con versatie opklinken en zij deed haar uiterste best, om een afschuwelijke angst te onderdrukken. Was het inderdaad nog pas een paar minuten geleden, dat zij zich zoo blij en gelukkig had gevoeld, in staat, tijdelijk de tragedie van twee nachten geleden te vergeten? En nu zag zij plotseling dat alles weer voor den geest. Wankelend kwam zij overeind, het een of andere excuus mompelend en begaf zich naar het clubhuis, waar zij Lansberg, die juist terugkeerde, bijna recht in de armen liep. Laureen voelde zich ten prooi aan een wilde paniek. In haar ooren klonk maar steeds dat eene woord: ChloroformChloroform Hij keek haar onderzoekend aan. Je ziet er vermoeid uit, kind. Haal je mantel en laat me je direct naar huis terugbrengen. Neen, neen, ik heb niets, protes teerde zij. Het is een te lange en vermoei ende dag voor je geweest, verweet bij zich zelf sp-ytig. Je moet wat rusten, vóór je vanavond naar den schouwburg gaat. LyaLl had beter Voor je moeten zorgen Hijhij was heel attent. Hij heeft me uw vlinders laten zien, sta melde zij met een zenuwachtig lachje. En vluchtte toen naar de garderobe. HOOFDSTUK XVII. Uitvluchten. Inspecteur Reynolds begreep, dat hij er dien avond in Parijs voor de tweede maal tusschen genomen was. De volgende slag zou mogelijk ech ter toch nog aan hém zijn, aange zien hij aan alle havens had laten seinen, dat speciaal gelet moest wor den op een man zonder duim. De poets, welke Lady Avice Garth hem gespeeld had, was er een van zeer gecompiiceerden aard. Er zou heel wat bluf van zijn kant noodig zijn en te oordeelen naar de escapade van dien avond, vreesde hij, dat de jongedame hem met zijn eigen wa pens zou verslaan, aangezien zij nu zeer zeker de beste kaarten in han den had. Enfin, hij zou eerst maar eens afwachten, wat zij zóu zeggen. Maar Lady Avice scheen de waar de van het zwijgen volkomen te ken nen Zij nam den inspecteur langzaam van top tot teen op en dat even onverschillig en koel als was hij een meubelstuk, dat niet heelemaal in haar smaak viel. Alsof hij niet bestond, tikte zij dan de asch van haar sigaret en wendde zich tot haar vriendin. Ja, ik ben het tot op zekere hoogte met je eens, Mary, zei ze luchtig, dat het" klimaat van invioed is op het temperament. De Italiaan wordt indolent en slaat aan het zingen, maar wat temperament betreft, is' nemand van de l-atijri.sehe rassen te vergelijken met de Russen. Kijk bijvoorbeeld eens naar de Russische balletten Mrs. de Groot bleek niet In staat, naar iets anders te kijken dan naar haar vriendin. Haar mond was langzaam opengezakt, toen Avice die nonsens begon uit te kramen, de plotselinge verschijning van een man volkomen negeerend. Wie was hij? Waarom was hij hier binnenge drongen? Hoeveel Wist hij? Waarom had Avice plotseling deze streek uit gehaald? Waarom had Av ce haar teruggestuurd naar de taxi om die dwaze boodschap aangaande haar sleutels door het portierraampje te roepen? Al die vragen spookten door het hoofd van de oudere vrou/w, terwijl zij probeerde de bedoeling van haar vriendin te vatten. Natuurlijk zijn zebegon ze dapper. Wat ze waren, bleef echter onver meld. Inspecteur Reynolds deed een stap naar voren en mengde zich in de conversatie Vermoeid en geprikkeld als hij was, dacht hij er niet aan, zich op dit late uur nogmaals te laten verslaan. Hij wendde zioh tot het meisje, dat op het voeteneind van het bed zat, een harer armen losjes over het koperen hekwerk afhangend. Lad, Avice Garth? begon hij vragend. Zij draaide zich een beetje in zijn richting, als was zij zich nu pas van zijn aanwezigheid bewust gewor den en knikte bijna onmerkbaar. U bent hier ongevraagd binnen gekomen, om mi. Spencer te spre ken, vermoed ik? merkte zij ijskoud op. Dat optreden komt me ietwat ongewoon voor. Een heel goede kaart, jonge dame. dacht Reynolds bij zichzelf, maar ik kan die overtroeven. Dat is zoo, madam, antwoordde hij langzaam. Hoe laat komt mr. Spencer van het vliegveld terug, of steekt hij mee over? Indien het meisje inwendig al schrok van zijn vraag, toonde zij daar toch uitwendig geen enkel spoor van, terwijl zij het eindje van haar sigaret in den haard wierp en haar hand naar mrs. de Groot uit strekte. Geef mij een sigaret, Mary. Egyptische als je blieft. Mrs. de Groot, knipte zenuwachtig haar koker open en hield dien Avice voor. Het meisje nam een sigaret en stak die met bestudeerde kalmte aan, alvorens den detective te ant woorden. Maar zij wist geen spoor van boosheid of ongeduld op zijn ondoorgrondelijk gelaat te brengen. Kalm wachtte hij op haar antwoord. Er Is geen enkele reden, waar om ik mr. Spencer's doen en laten met u zou bespreken, zei Lady Avice. De detective moest .bij zich zelf glimlachen. Zij had hem netjes In de kaart gespeeld. Hij nam een visi. tekaartje uit zijn zak en gaf haar dat. „Detective, inspecteur Reynolds, Crimineele afdeeling, Scotland Yard" las het meisje langzaam voor, met een bemoedigenden blik op mrs. de Groot, die zichtbaar verbleekt was. Zij draalde het kaartje in haar vingers om en om. Wat beteekent dit, inspecteur? Ik onderzoek den moord op Leslie Delmond, verklaarde Rey nolds geduldig, hoewel hij er volko men zeker van was, dat een zoo in telligente jongedame, als zij, dat al lang moest weten. Dan vervolgde hij kort: Wanneer hebt U den doode het laatst gezien. Lady Avice? Ditmaal was het mrs. de Groot, die eenig oponthoud veroorzaakte. Met een zwakke zucht leunde zij in haar stoel achterover, terwijl haar gelaat ontstellend bleek was gewor den. Het meisje ging snel naar haar toe, nam op do leuning van haar stoel plaats en trok beschermend het lioofd van de oudere vrouw tegen haar schouder. Het ls In orde, Mary, mompel, de zij. Inspecteur Reynolds moet die vragen stellen, zei ze met een redelijkheid, welke den detective verraste. Haar arm nog steeds om de schouders van haar vriendin hou dend, antwoordde zij den detective met kalme openhartigheid. (Wordt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1946 | | pagina 2