o/e
DADER
VETTE OF MAGERE KAAS?
EEN ROMAN.
macht ©m dag
Het schaken in
be Onbekende
Sovjet-Rusland
r
wereld
MAANDAG 26 AUGUSTUS 1946
PAGINA 2
In verband met de
boterpositie
„HET VLAMMENDE
ZWAARD"
van DANIëL ROPS
Interview met den heer
WERESOW
HET VRAGENBOEKJE VAN
DR. RABARBER
HOE JOOP ELSEN STREED
EN STIERF
meesterschap en het meesterschap.
Het tournooi te Groningen vond
de heer Weresow zeer belangrijk.
Het is de groote krachtproef na den
oorlog. Want in Groningen zal be.
slist worden hoe de krachten zijn
verdeeld. Hij betreurde het ten zeer
ste, dat Prins niet heeft kunnen
deelnemen.
In December, wellicht Januari
wordt te Moskou een groot Inter
nationaal tournooi gehouden, en aan
dit tournooi zal Prins kunnen
deelnemen, terwijl ook dr. E u w e
een uitnoodiging zal ontvangen.
Voor den landen wedstrijd Rusland
Amerika bestaat buitengewoon
groote belangstelling. Een Russisch
vliegtuig zal naar Den Haag of
Groningen komen om de Russische
deenemers, de Amerikanen en dr.
Enwe naar Moskou mee te nemen.
Waarschijnlijk zal de wedstrijd
plaats vinden in het gebouw voor
schoone, kunsten, met een capaci
teit van 1500 personen, welke zaal
ongetwijfeld eiken dag overvol zal
zyn. Euwe is wedstrijdlei
der. Indien hij den wensch te ken
nen geeft om simultaan-seances te
geven, zal dat gaarne aanvaard
worden.
En dan vertelt de heer Weresow
nog zeer veel interessante bijzonder
heden over zijn republiek, Wit-Rus-
land, van welke republiek hij
schaakkampioen is. Weresow heeft
wiskunde gestudeerd aan de hooge-
school, daarna als journalist ge
werkt, hij is aan het front geweest
en heeft gedurende 3% jaar als
partisaan zijn deel gehad in den
moeilijken strijd tegen den Duit-
schen bezetter. Thans is hij in
djplomatieken dienst. Verscheidene
meesters van Wit-Rusland zijn in
den oorlog gedood. Het schaakleven
moet er geheel opnieuw worden op
gebouwd. maar daar zal men, gezien
de belangstelling, zeker in slagen.
Majoor Ds. A. B. C, Hofland
schrijft do. 9 Aug. uit 'Soerabaja
aan „De Westlander":
„Als veldprediker van hetzelfde
'bataljon, waarbij Joop Eisen, de
zoon van den burgemeester van
Naaldwijk, was ingedeeld en als
oud-plaatsgenoot van hem, geef ik
u hierbij een kort verslag van sijn
werk in ons bataljon en zijn «kar
lijden.. a
Er was den bewusten morgen een
kleine actie geweest aan het front,
waar ons bataljon gelegen is. En
onze jongens hadden het er 'weer
kranig afgebracht. Ook het peleton,
dat onder aanvoering stond van
Sergt. Eisen. Hij zou met een ge
deelte van zijn mannen weer terug
gaan naar de kampong, waar zijn
compagnie gelegerd was'. Ze spron
gen met een man of twaalf op een
waterauto, die de troep van drink
water moest voorzien Maar een vij
andelijke mijn deed 'den waterwa
gen stranden Het achterwiel
sprong uit elkaar, maar alles scheen
goed af te loopen. Alleen Serg. Ei
sen werd gewond en naar het
scheen niet zoo heel erg. De R. K.
Aalmoezenier en ik, de veldprediker
van dat bataljon, waren er het
eerst bit met onze jeep. We waren
dien morgen in deze omgeving ge
weest. Omdat ik hem als oud
plaatsgenoot zoo goed kende, liep
ik direct op hem toe en vroeg hoe
het met hem ging. Hij zei: het loopt
nogal los Maar in het hospitaal
bleek direct, dat het ernstiger was,
dan wij allen hadden verwacht.
Den anderen dag bezocht ik hem,
toen was hij nog vol goeden moed.
Maar zijn sterk lichaam kon toch
deze ernstige inwendige verwondin
gen niet verdragen. God nam hem
weg. Hij trooste zijn bedroefde fa
milie.
Eilsen was een goed vriend in
ons bataljon. Hij gaf een goed voor.
Een der moeilijkste problemen
voor onze voedselvoorziening is de
handhaving van het huidige rant
soen voedingsvetten. Hiervoor zijn
we gedeeltelijk aangewezen op onze
binnenlandsche boterproductie en
gedeeltelijk op den aanvoer van
grondstoffen uit het buitenland voor
de margarine- en vetbereiding.
Vooral dit laatste heeft reeds veel
hoofdbrekens gekost. Verschepin
gen naar ons land zijn zeer onge
regeld en hoewel de aankomst van
eenige schepen met copra, grond-
notenolie en ook reuzel de situatie
voor een aantal weken iets minder
ongunstig heeft gemaakt, blijft een
beeld. En als soldaat stak hij bo
ven velen uit. Geen wonder dat hij
promotie maakte en nog verdere
promotie zou maken, als zijn leven
niet zoo onverwachts door God was
afgesneden.
Ik heb den plechtigen dien3t en
de uitvaart in de R. K. Kerk aan
de Coenboulevard te Soerabaja bij
gewoond en ik was eveneens bij de
teraardebestelling. De bataljonscom
mandant en de comp, commandant
prezen hem om wat hij voor het
bataljon geweest was.
Zijn graf hier wórdt door ons niet
vergeten en God vergeet de graven
van Zijn kinderen niet, waar dezen
ook gelegen zijn, al zijn zij ook ver
verwijderd van de ouderlijke woning
en van het dorp waar we woonden.
En Naaldwijk zal toch evenmin
vergeten de namen van hen, die hun
leven gaven voor het vaderland.
In een voor dezen schralen tijd
schitterende uitgave is bij de
uitgeverij Fax te 's Gravenhage
een door Dick Onwendijk voor
treffelijk verzorgde Nederland-
sche üewerking verschenen van
„l'Epée de feu" van den grooten
Franschen katholieken schrijver
Daniël Rops.
Deze Fransche roman dateert van
kort vóór den tweeden wereld
oorlog. maar zijn tragische pro
bleemstelling is nog even actueel
tot op den dag van heden. Actueel
niet alleen naar Fransche mentali
teit, want in tegenstelling met
Daniël Rops' ook in het Neder-
landsch verschenen eersten roman
„Mort oh est ta victoire?" die ons
een meer echt karakteristiek
Franscth levensbeeld gaf, kan van
„l'Epée de feu" getuigd worden,
dat de problemen, die in dezen ro
man worden aangeroerd 't is
spijtig genoeg om het te moeten
erkennen heden ten -.age voor
ons eigen land even actueel lijken
als Daniël Rops ze zag voor
Frankrijk en Parijs.
De ontwrichte en bedorven we
reld van onze dagen stelt ons in
bijna alle Europeesche landen voor
dezelfde verschrikkende conflic
ten, een zich losmaken van alle
zedelijke normen, een zich afkeeren
van alle geestelijke waarden, een
wanhopig nihilisme, een mensch-
heid, die niet meer weet waar ze
het zoeken moet en aan een alge-
heele leegheid van ziel en leven
reddeloos ten gronde gaat.
Een jammerlijk ..geschonden we
reld zooals ook onze eigen Hui
zing a stervend haar geteekend
heeft.
Daniël R beeft deze wan
hopige wqreld, die niet alleen
vooral de Fransche is, maar die wij
ook als de onze herkennen in een
meesterlijke compositie vr~' oogen
gesteld. Een boek, waarbij men stil
wordt en zich beklemd voelt bij
het tragisch doorleven van de
grenzelooze menschelijke ellende,
welke ons nier onmeedoogend'
wordt open gelegd.
De zelfzuchtige rijkaard en za
kenman Deaucourt, die zijn gezin
uiteen geslagen ziet, zijn - rouw ver-
stooten en in vergetelheid gestor
ven; zijn beide zoons, die onvol
daan het rijke onderdak ontvluch
ten, de oudste, Jean Low's, die zijn
leven offert aan een communisti
sche illusie, welke een diepe ont
goocheling wordt; de jongste, Abel,
die het voorbeeld van zijn broer
wil volgen, maar wanhopend in
een vergiftiging zijn einde zoekt;
hun eenige zuster Sylvie rijk ge
trouwd, maar die zich altijd alleen
en eenzaam voelt; de overspelige
Madeleine Sémard. die van zich
zelf gruwt; Albin Grea Abels sa
distische mefisto, die zijn vreugde
geniet aan den zedelijken on
dergang van zijn makkers; Hedwi-
ge. Abels geliefde en haar afschu
welijke gezelschap van vroeg af
geleefde, levenszatte vrienden en
gasten, te zamen èèn grenzelooze
verrotting; en eindelijk de commu
nistische broeders, die elkaar het
licht in de oogen niet gunnen en
voor geen doodslag terugschrikken.
Niets dan leegte en dood.
,,Kan het geluk bestaan op den
bodem van een afgrond, in de wan
hoop?" vraagt Hadja, de jonge
Russin. „Zijn we dan zoo leeg, be
staat er dan niets?"
Zóó gezien lijkt Daniël Rops' ro
man een boek, dat men hijn-, ver
twijfeld uit de hand zou leggen,
als daar over ook niet tevens het
weldoende licht kwam spelen van
den sterkenden troost der boven
natuurlijke waarden van geloof en
leven als de eenige uitkomst in
deze donkere verschieten.
En dan ontmoeten wij den ont
róerenden geest van den jong be
storven Remy Pesaro, die door
zijn nagelaten dagboek de verdool
de Sylvie, Beaucourts' dochter, tot
vrede en geluk brengt, en diens
edelen vader Pesatro, den eenza
men geleerde, die het apostolaat
van zijn overleden zoon zoo wel
verzekerd voortzet. Den ascetisehen
Oom Paulin, den dichterlijken
schrijver, die zijn vrijwillige ar
moede met de andere armen deelt,
de oude trouwe dienstbode Thérèse
Capart met haar zieken, zwakken
maar geestelijk knappen zoon Ber.
trand, die het communisme zoo
christelijk verstaat en zoo katholiek
beleeft, dat den eerlijken Jean
Louis een nieuwe wereld open gaat.
En dan waardeeren wij Daniël
Rops' roman die zich met al zijn
verwikkelingen, in den tijdsduur
van één nacht en dag afspeelt, als
een zeldzaam evenwichtig rijk en
bezonken boek. dat wij met groote
eerbiedige aandacht hebben te le-
'zen en te overwegen, zonder er
I ook maar één regel van over te
slaan, een boek dat ons verlokken
I zal het telkens weer opnieuw ter
|hand te nemen en net te herlezen
tot onze sterking en onzen troost.
P. H. H.
regelmatige verstrekking van vet
en margarine zeer onzeker.
Een minder wisselvallige factor
in dit rantsoen is de boter. Uit de
melkontvangst, die op het oogen-
blik nog ongeveer 75.000 ton per
week bedraagt, wordt na standaar
disatie van de consumptiemelk op
2y2 pet. ongeveer 1800 ton melkvet'
gewonnen voor de bereiding van(
zuivelproducten. Hiervan werd b.v-
in de week van 30 Juni t/m. 6 Juli
1310 ton aangewend voor de berei
ding van boter en 450 ton voor
kaas. Zooals bekend, wordt op het
oogenblik uitsluitend volvette en 40
nlus kaas gemaakt, waarvoor uiter
aard meer melkvet noodig is dan
voor 20 plus kaas.
In dit verband heeft men de
vraag onder oogen gezien of het
niet wenschelijk zou zijn alleen 20
nlus kaas te distribueeren, om op
die wijze meer melkvet beschikbaar
te stellen voor de vervaardiging
van boter, hetgeen met bet oog op
de krappe margarine- en vetpositie
de stabiliteit van het rantsoen voe
dingsvetten in zijn geheel ten goe
de zou komen. Ook met het oog op
de noodzakelijke vorming van een
wintervooraad boter is een derge
lijke maatregel overwogen.
Het verdient aanbeveling nog
eens na te gaan welke voor- en na.
deelen hieraan verbonden zijn.
Indien de geheele kaasproductie,
ter dekking van de binnenlandsche
behoeften, in den vorm van 20 plus
kaas zou worden verstrekt zoo
als gezegd om meer melkvet voor
de boterproductie te verkrijgen
beteekent dit een vctbesparing van
ongeveer 6 pet. van het totale ver
bruik van boter, vet en margarine
per jaar. Op deze wijze zou per
persoon, uitgezonderd de kinderen
van 0 t/m. 4 jaar, 15 gram boter
per week boven het huidig rantsoen
van 250 gram kunnen worden ver
strekt.
Hiertegenover zou de consument
zijn boterham dan ook vrijwel uit
sluitend met 20 plus kaas kunnen
beleggen. Het is evenwel in de
practijk gebleken, dat in het alge
meen het publiek 20 plus kaas niet
gaarne accepteert. Dit bezwaar zou
niet zoo groot zijn, als wij niet ten
behoeve van onzen export gedwon
gen waren een zekere hoeveelheid
volvette kaas te fabriceeren, waar
van het surplus toch in de binnen
landsche voorziening zou moeten
worden opgenomen. Het is uiter
aard uit een oogpunt van handels
politiek noodzakelijk alleen prima
kwaliteiten aan het buitenland te
leveren. Bij een voorgenomen ex
port van b.v. 7000 ton moét een
grootere hoeveelheid vette kaas
worden gefabriceerd om aan vol
doende exportabele kaas te komen.
Daarnaast was het om verschillen,
de redenen onmogelijk de boeren
kaasproducten, die uiteraard vol.
vette kaas maken, gedurende de
zomermaanden uit te schakelen.
Ook het groote belang voor den
wederopbouw van onzen kaasexport
maakt het noodzakelijk de produc.
tie van boerenkaas niet te veron
achtzamen.
Zoo zouden dus naast elkaar 20
plus, 40 plus en volvette kaas iq
consumptie moeten worden ge
bracht. Uit een oogpunt van distri.
butietechniek stuit dit op groote
bezwaren. In de eerste plaats levert
een billijke verdeeling van de in
verhouding geringe hoeveelheden
volvette en 40 plus kaas vele moei
lijkheden op. Zoo heeft de ervaring
van het vorig jaar geleerd, dat con.
currentie-overwegingen in den han
del hierbij een zoo groote rol spelen,
dat de voorschriften herhaaldelijk
overtreden worden. Dit gevaar
wordt nog vergroot door de vraag
van het publiek naar vette en 40
plus kaas, aan welke vraag de
handel niet zou kunnen voldoen.
Tegenover deze bezwaren staat
het feit, dat bij de fabricage van 20
plus kaas 8000 ton boter per jaar
meer kan worden bereid. Daar deze
hoeveelheid het aspect van onze
vetvoorziening evenwel niet kan
veranderen en de distributie van 20
plus kaas groote bezware oplevert,
zal voorloopig de vervaardiging van
uitsluitend 40 plus en volvette kaas
worden voortgezet.
Nu de helft van het Staunton-
tournooi achter den rug is en wij
hebben kunnen constateeren, hoe'
sterk de vijf Russische deelnemers
zijn, leek het ons interessant een
onderhoud te hebben met den lei
der van het Russische team, den
heer G. N. Weresow, die zelf
kampioen van Wit-Rusland is, een
der grootste republikeinen van de
unie.
Laten wij beginnen met de klas-
se-indeeling der schakers in Rus
land. Er is een vijfde, een vierde,
een derde, een tweede, en een eer
ste klasse. Men begrijpe ons goed,
als men met schaken begint en in
een wedstrijd uitkomt, zooals wij
dat hier in Nederland gewend zijn,
komt men in Rusland niet in de
vijfde klasse terecht. Daarvoor moet
men eerst een niet onbelangrijk
tournooi hebben gewonnen en een
diploma hebben gebaald. Maar gced,
met deze vijf klassen zijn wij er
nog lang niet. Want boven de eer
ste klasse Btaan de aspirant-mees
ters, ongeveer 80 in het geheele
land. En boven deze aspirant-mees
ters staan de meesters, van wie
Rusland er 40 telt. En boven de
meesters staan de grootmeesters,
tien in getal, t.w.Botwinnik, Ke-
res, Boleslafsky, Smislof, Flchr,
Kotov, Doewenfiseh, Lillienthal,
Bondarevsky en Ragozin. Deze volg
orde zegt niets omtrent de kracht
van de grootmeesters, aliten Bot
winnik is vooropgezet, omdat hij
kampioen van de unie is.
Om een voorbeeld te geven van
de kracht van de aspirant-meesters
en van de meesters, zij volstaan met
de vermelding, dat één der mees
ters, Bronstein, ook mee heeft ge
daan aan het kampioenschap van
de unie en derde werd geklasseerd,,
dus verscheidene grootmeesters ach
ter zich heeft gelaten,
De beoefening van het schaakspel
in georganiseerd verband is enorm
groot. Het schaakspel is niet ver
plicht gesteld op de scholen. Maar
elke school heeft zijn schaakclub, en
elke fabriek ook, aangezien de jon
gens en meisjes tot 15 jaar ver
plicht naar school gaan, zitten er in
in de schoolclubs verscheidene jonge
krachten, die in diverse onderlinge
wedstrijden reeds de aandacht op
zich hebben gevestigd. Hun presta
ties worden geregistreerd en steeds
krijgen zij dan de kans om zich ver
der te ontwikkelen. Geen wonder,
dat het schaken in Rusland niet al
leen sterk verbreid Is, maar ook op
hoog peil staat.
Het wedstrijdleven bloeit als nooit
tevoren. In dezelfde periode, dat in
Groningen het tournooi wordt ge
houden, vinden in Rusland de junio-
res-kampioenschappen plaats, ver.
der een tournooi te Riga, tusschen
vertegenwoordigers van de drie Bal-
tische republieken, te Leningrad
een tournooi met Russen en Finnen,
terwijl tevens de voorwedstrijden
Mevr. A. E. schrijft: Mijn man
denkt soms, dat hij een wijting is
en de dokter zegt, dat ik hem niet
m et tegenspreken. Wat moet ik
doen?
Dr. Rabarber antwoordt: Koop
een speelgoedstaart voor hem. Laat
hem In een halven cirkel op den
grond gaan liggen en stop het eind
van de staart in zijn mond Zeg
hem, dat u hem gaat bakken en
maak een sissend geluid Als hij dan
nog denkt, dat hij een wijting is, is
er iets niet met hem in orde. Als
hij zegt: „Houd op met die nonsens,
Annie", en daarna opstaat en woe
dend de deur uitloopt, geeft hij
daarmee toe, dat hij geen wijting is
en dan is alles in orde
aan den gang zijn voor het aspirant-
49)
ChloroformAlles leek wild om
haar heen te draaien. Vaag hoorde
zij overal om zioh heen luchtige con
versatie opklinken en zij deed haar
uiterste best, om een afschuwelijke
angst te onderdrukken.
Was het inderdaad nog pas een
paar minuten geleden, dat zij zich
zoo blij en gelukkig had gevoeld, in
staat, tijdelijk de tragedie van twee
nachten geleden te vergeten? En nu
zag zij plotseling dat alles weer voor
den geest.
Wankelend kwam zij overeind, het
een of andere excuus mompelend en
begaf zich naar het clubhuis, waar
zij Lansberg, die juist terugkeerde,
bijna recht in de armen liep.
Laureen voelde zich ten prooi aan
een wilde paniek. In haar ooren
klonk maar steeds dat eene woord:
ChloroformChloroform
Hij keek haar onderzoekend aan.
Je ziet er vermoeid uit, kind.
Haal je mantel en laat me je direct
naar huis terugbrengen.
Neen, neen, ik heb niets, protes
teerde zij.
Het is een te lange en vermoei
ende dag voor je geweest, verweet
bij zich zelf sp-ytig. Je moet wat
rusten, vóór je vanavond naar den
schouwburg gaat. LyaLl had beter
Voor je moeten zorgen
Hijhij was heel attent. Hij
heeft me uw vlinders laten zien, sta
melde zij met een zenuwachtig
lachje. En vluchtte toen naar de
garderobe.
HOOFDSTUK XVII.
Uitvluchten.
Inspecteur Reynolds begreep, dat
hij er dien avond in Parijs voor de
tweede maal tusschen genomen was.
De volgende slag zou mogelijk ech
ter toch nog aan hém zijn, aange
zien hij aan alle havens had laten
seinen, dat speciaal gelet moest wor
den op een man zonder duim. De
poets, welke Lady Avice Garth hem
gespeeld had, was er een van zeer
gecompiiceerden aard. Er zou heel
wat bluf van zijn kant noodig zijn
en te oordeelen naar de escapade
van dien avond, vreesde hij, dat de
jongedame hem met zijn eigen wa
pens zou verslaan, aangezien zij nu
zeer zeker de beste kaarten in han
den had. Enfin, hij zou eerst maar
eens afwachten, wat zij zóu zeggen.
Maar Lady Avice scheen de waar
de van het zwijgen volkomen te ken
nen
Zij nam den inspecteur langzaam
van top tot teen op en dat even
onverschillig en koel als was hij een
meubelstuk, dat niet heelemaal in
haar smaak viel.
Alsof hij niet bestond, tikte zij
dan de asch van haar sigaret en
wendde zich tot haar vriendin.
Ja, ik ben het tot op zekere hoogte
met je eens, Mary, zei ze luchtig,
dat het" klimaat van invioed is op
het temperament. De Italiaan wordt
indolent en slaat aan het zingen,
maar wat temperament betreft, is'
nemand van de l-atijri.sehe rassen
te vergelijken met de Russen. Kijk
bijvoorbeeld eens naar de Russische
balletten
Mrs. de Groot bleek niet In staat,
naar iets anders te kijken dan naar
haar vriendin. Haar mond was
langzaam opengezakt, toen Avice
die nonsens begon uit te kramen,
de plotselinge verschijning van een
man volkomen negeerend. Wie was
hij? Waarom was hij hier binnenge
drongen? Hoeveel Wist hij? Waarom
had Avice plotseling deze streek uit
gehaald? Waarom had Av ce haar
teruggestuurd naar de taxi om die
dwaze boodschap aangaande haar
sleutels door het portierraampje te
roepen?
Al die vragen spookten door het
hoofd van de oudere vrou/w, terwijl
zij probeerde de bedoeling van haar
vriendin te vatten.
Natuurlijk zijn zebegon ze
dapper.
Wat ze waren, bleef echter onver
meld.
Inspecteur Reynolds deed een stap
naar voren en mengde zich in de
conversatie Vermoeid en geprikkeld
als hij was, dacht hij er niet aan,
zich op dit late uur nogmaals te
laten verslaan.
Hij wendde zioh tot het meisje,
dat op het voeteneind van het bed
zat, een harer armen losjes over het
koperen hekwerk afhangend.
Lad, Avice Garth? begon hij
vragend.
Zij draaide zich een beetje in zijn
richting, als was zij zich nu pas
van zijn aanwezigheid bewust gewor
den en knikte bijna onmerkbaar.
U bent hier ongevraagd binnen
gekomen, om mi. Spencer te spre
ken, vermoed ik? merkte zij ijskoud
op. Dat optreden komt me ietwat
ongewoon voor.
Een heel goede kaart, jonge
dame. dacht Reynolds bij zichzelf,
maar ik kan die overtroeven.
Dat is zoo, madam, antwoordde
hij langzaam. Hoe laat komt mr.
Spencer van het vliegveld terug, of
steekt hij mee over?
Indien het meisje inwendig al
schrok van zijn vraag, toonde zij
daar toch uitwendig geen enkel
spoor van, terwijl zij het eindje van
haar sigaret in den haard wierp en
haar hand naar mrs. de Groot uit
strekte.
Geef mij een sigaret, Mary.
Egyptische als je blieft.
Mrs. de Groot, knipte zenuwachtig
haar koker open en hield dien Avice
voor.
Het meisje nam een sigaret en
stak die met bestudeerde kalmte
aan, alvorens den detective te ant
woorden. Maar zij wist geen spoor
van boosheid of ongeduld op zijn
ondoorgrondelijk gelaat te brengen.
Kalm wachtte hij op haar antwoord.
Er Is geen enkele reden, waar
om ik mr. Spencer's doen en laten
met u zou bespreken, zei Lady
Avice.
De detective moest .bij zich zelf
glimlachen. Zij had hem netjes In
de kaart gespeeld. Hij nam een visi.
tekaartje uit zijn zak en gaf haar
dat.
„Detective, inspecteur Reynolds,
Crimineele afdeeling, Scotland
Yard" las het meisje langzaam voor,
met een bemoedigenden blik op mrs.
de Groot, die zichtbaar verbleekt
was. Zij draalde het kaartje in haar
vingers om en om. Wat beteekent
dit, inspecteur?
Ik onderzoek den moord op
Leslie Delmond, verklaarde Rey
nolds geduldig, hoewel hij er volko
men zeker van was, dat een zoo in
telligente jongedame, als zij, dat al
lang moest weten. Dan vervolgde hij
kort:
Wanneer hebt U den doode het
laatst gezien. Lady Avice?
Ditmaal was het mrs. de Groot,
die eenig oponthoud veroorzaakte.
Met een zwakke zucht leunde zij in
haar stoel achterover, terwijl haar
gelaat ontstellend bleek was gewor
den.
Het meisje ging snel naar haar
toe, nam op do leuning van haar
stoel plaats en trok beschermend
het lioofd van de oudere vrouw tegen
haar schouder.
Het ls In orde, Mary, mompel,
de zij. Inspecteur Reynolds moet
die vragen stellen, zei ze met een
redelijkheid, welke den detective
verraste.
Haar arm nog steeds om de
schouders van haar vriendin hou
dend, antwoordde zij den detective
met kalme openhartigheid.
(Wordt vervolgd).